(SU
Minister Patijn handhaaft zijn
standpunt.
Indische wenschen.
MIDDENSTANDS
INSTITUUT
KUNSTGEBITTEN
LAGE PRIJZEN
DONDERDAG 3 MAART 1938
HAAREEM'S DAGBEAD
EERSTE KAMER.
Erkenning van Abessynië reeds lang beraamd.
DEN HAAG Woensdag.
De uit Rotterdam afkomstige senatoren, de
heeren Niyard, de Zeeuwen ten deele ook
Mr. Droogleever Foi'tuyn gebruikten
het debat over ons buitenlandsch beleid voor
al om voor hun geliefde Maasstad op te komen
in haar zware concurrentie met Antwerpen.
Intusschen wijdde de liberale woordvoerder
ook nog aan eenige andere punten aandacht.
Zoo sprak hij de hoop uit', dat er na de han
delsmissie naar Zuid-Amerika anderen zullen
volgen en drong hij voorts aan op betere di
plomatieke en consulaire vertegenwoordiging
op den Balkan. Wat
eerstgenoemd ver
langen betreft, kan
Minister Patijn
geenszins iets toe
zeggen, maar ten
aanzien van het
tweede deed hij de
mededeeling, dat
een Nederlandsche
diplomatieke verte
genwoordiger in
Bulgarije op komst
is; als en waar het
financieel doenlijk
is dit in antwoord
aan den heer d e
J o n g (R.K.) zal
de Minister het zijne
doen voor wat rui
mere commercieele repesentatie en handels
voorlichting in 't buitenland.
Mr. Fortuyn gaf te kennen dat de begin
selen van den Volkenbond waarvan we lid
moeten blijven, juist waren geweest, dat ook
kleine staten mee moeten opkomen tegen on
recht, zelfs wanneer ze er niet rechtstreeks
bij betrokken zijn, doch tevens waarschuwde
hij tegen sommiger neiging om den Bond tot
een blok tegen de fascistische staten te maken.
Hier kwam hij dus geheel in hetzelfde schuitje
te varen als Prof. Anema (a.r.), die zich
volkomen accoord verklaarde met de bereid
heid van de Regeering om te doen wat de
nuchtere werkelijkheid voorschrijft, zonder
echter fundamenteele beginselen los te laten.
Men moest z.i. de facultatiefstelling van de
sanctie-bepalingen van art, 16 niet te zwaar
opnemen; dit artikel is slechts een klein on
derdeel van het geheele stel van internatio
nale beginselen en deze worden hierdoor in
geen enkel opzicht aangetast. Wel echter had
spr. dan een andere methode ter zake van de
„interpretatie" van art. 16 de voorkeur ge ge-
ven, n.l. aanhangig maken bij de Assemblee in
plaats van de perspublicatie van 1 Juli 1936.
De heer Vorrink bleek met betrekking-
tot onze Volkenbondspolitiek van het inzicht
van het gros zijner mede-senatoren af te wij
ken. Ten spoedigste herstel van de collectieve
veiligheid moest volgens hem het parool zijn.
De Bondsleden hebben het zelf volkomen in de
hand de beginselen van het Handvest door te
voeren en de mislukking der sancties tegen
Abessynië was z.i. Éfet zoozeer een gevolg van
onmacht van den Bond, maar van den onwil
der staten. Zoo streng mogelijke tepassing
der Volkenbondsbe
ginselen hoorde
Nederland voor te -
staan. Deze spre
ker, die nog eens
verklaarde in hooge
mate te betreuren,
dat onze Regeering
gemeend had een
lauwerkrans te moe
ten neerleggen aan
de voeten van den
Italiaanschen dic
tator, waarmee wij
hadden bijgedragen
tot de ondermijning-
van de internatio
nale rechtsgedachte
spr. roerde in dit
verband ook nog aan
het feit, dat we ons in dezen losgemaakt had
den van de Oslo-staten met wie we eerst had
den overlegd! gaf te kennen dat in zijn
oogen het gevaar voor den vrede komt van
den kant der fascistische staten.
Voordat de Minister aan het woord kwam,
betoogde Mr. v. Vessem (nat. soc.), dat Ne
derland den „zoogenaamdeh" Volkenbond,
welke z.i. alleen nog den collectieven oorlog
kan verzekeren, moet verlaten. Met betrek
king tot de kwestie van het „doortochtrecht",
waaromtrent hij nadere opheldering vroeg,
slaakte deze afgevaardigde de verzuchting,
dat we helaas nog zeer ver van de voor-oor-
logsche neutraliteit verwijderd zijn, terwijl
hij voorts ons beleid in zake art. 16 zeer zwak
noemde, Vervolgens hield hij zich nog eens
heel lang, bezig met het destijds door den
Duitschen „Führer" gedane aanbod tot ga
randeering van onze onafhankelijkheid. Hij
vond het een fout van onze Regeering, dat zij
in tegenstelling met de Belgische Regee
ring daarop niet was ingegaan en begreep
heelemaal niet, waarom zij dan geen bezwa
ren zou hebben gehad tegen eventueele ver
wezenlijking van het plan-Snouck (aldus wel
genoemd naar den Secretaris-Generaal van
Buitenlandsche Zaken Snouck Hurgronje, die
de geestelijke vader van dit plan zou zijn ge
weest. Dit „plan" kwam neer op een even
tueele nieuwe overeenkomst tusschen de
Locarno-mogendheden, waarbij ze dan onder
elkaar zouden afspreken o.m. ook schending-
van de Nederlandsche grens als een aanlei
ding tot ingrijpen te zullen beschouwen).
Kort, doch jammer genoeg niet heel bondig
diende Excellentie Patijn de verschillende
sprekers van antwoord.
Wat hij aangaande „de Belgische kwestie"
opmerkte, kwam in hoofdzaak hierop neer,
dat hij nog eens onderstreepte, dat de Regee
ring zich bij onderhandelingen door geen
enkele afspraak of belofte gebonden mag
achten, maar dat zij natuurlijk wel rekening-
zal houden met het verleden.
De Minister verklaarde dat hij hoopt onder
handelingen met België te zullen hervatten.
Later zou men hierover dan in den Senaat wel
kunnen spreken, doch thans kan hij geen
nadere mededeelingen doen, dus ook niet
over het vraagstuk van Rijnvaartpremies en
soortgelijke problemen.
Aan Mr. v. Vessem trachtte hij duidelijk te
maken, dat er 'n groot verschil bestond tus
schen wat Duitschland aanbood en het „plan-
Snouck". In het eerste geval zouden wij partij
zijn geweest bij 'n verdrag, dat gerantie van
onze onaantastbaarheid tot object zou heb
ben, terwijl in het tweede geval slechts sprake
was van een overeenkomst waar wij buiten
zouden zijn gebleven! Het antwoord door zijn
voorganger Jhr. de Graeff destijds aan Mr. v.
Vessem naar aanleiding van diens vragen be
treffende onze gedragslijn t.o.v. het Duitsche
aanbod gegeven, had een Belgisch professor
in het internationale recht geestdriftig ge
roemd als een antwoord „een Nederlander
'van de 17e eeuw waardig". Na nog even te
hebben aangestipt, dat België tengevolge van
zijn situatie in verband met het verdrag van
Locarno, in een gansch andere positie als ons
land had verkeerd (dit ter verklaring waar
om Brussel wel op het voorstel van Berlijn
was ingegaan), kwam de Minister bij de er
kenning van Italië's Koning als Keizer van
Abessynië terecht. Zoowel te dien opzichte als
trouwens in 't algemeen wat de tegenwoordig
gevolgde Volkenbondspolitiek aangaat, wees
hij het verwijt van te groote veranderlijkheid
als ongegrond af. Men moest immers wijzi
ging van standpunt beoordeelen in het licht
van tusschen tij ds ingetreden veranderingen
in heel de politieke situatie.
Het resultaat van het overleg van de Oslo-
staten leidde er toe, dat sommigen van hen de
erkenning der annexatie, als nog in opportuun,
met zekere beslistheid afwezen, anderen tot 't
huidige oogenblik toe hun beslissing hadden
opgeschort. Van 't begin af, zoo beweerde de
minister thans, was onze Regeering voorne
mens geweest zelf in elk geval tot de erkenning
over te gaan. Getrouw aan wat nu al jarenlang
traditie is, had zij de overige Oslo-Staten ge
raadpleegd, doch het feit. dat de rest tenslot
te (nog) niet meedeed behoefde ons toch niet
van den onlangs ondernomen stap te weer
houden. Aan den Engelschen en aan den Fran-
schen gezant in den Haag was te voren ken
nis gegeven van het door het Plein gekoesterde
voornemen en geen van beiden hadden binnen
den termijn, die daarvoor nog ruimschoots
was opengelaten van eenig bezwaar doen
hooren; achteraf was wel gebleken, dat men
zulks van Franschen kant tengevolge van een
daar gepleegd verzuim, had nagelaten.
Van Abessynië en Rome verhuisde Mr. Pa
tijn naar Genève en wel allereerst om nog
eens te onderstreepen, dat de verklaring der
ex-neutralen van. Juli 1936 omtrent het zich
losmaken van de sane tic - verpl ichtingen van
art. 16 ook de bepaling in zake militaire door
tocht omvatte. Aan wijziging van genoemd ar
tikel had de Minister evenmin behoefte als
aan een nieuwe officieele interpretatie, nu
ons standpunt onlangs nog eens duidelijk in
de commissie van 28 in de Volkenbondsstad
kenbaar was gemaakt.
Wat meer in het bijzonder het vraagstuk van
militaire doortocht betreft, is de positie, zoo
merkte de Minister met nadruk nog eens op,,
deze, dat wij ons voorbehouden om in elk ge -
val op zichzelf naar gelang van de omstandig
heden uit te maken of wij al of niet doortocht
door ons land wenschen toe te staan. Dit zal
zeker niet geschieden als de doortocht wordt
gevraagd voor een vreemd leger, dat tegen
een onzer buurlanden wil gaan strijden en ook
zullen wij een aanvaller zeker niet doorlaten.
De wetenschap, dat we ons volkomen vrijheid
in dezen voorbehouden vormt in de oogen van
Mi'. Patijn juist nog de grootst denkbare ze
kerheid. Overigens stipte hij nog aan, dat het
begrip neutraliteit van voor den oorlog een
ander is als nu, na zoovele jaren Volkenbond.
Na tegenover Prof, Anema erkend te hebben,
dat het er thans allerminst naar uitziet, dat
de universaliteit van den Bond dank zij
schrapping van heel het sanctie-artikel be
reikbaar zou wezen (eenigen tijd geleden
stond de zaak nog wel wat anders)besloot de
Minister met een waarschuwing aan het adres
van den heer Vorrink tegen de neiging om den
Volkenbond tot een democratisch blok te wil
len maken en om zich door haat tegen de
dictatuurstaten te laten leiden. Haat immers
noemde hij een even slechte raadgeefster als
vrees. Men moet nu eenmaal den toestand in
bedoelde landen kunnen accepteeren en trach
ten heen te stappen over de tegenstellingen.
Zoolang men dat niet vermag, zullen we ook
samen in Genève geen opbouwend werk kun
nen verrichten.
De heer Vorrink merkte nog even op, dat het
een feit is, dat de geest van agressie komt van
de fascistische landen en dat hij geenszips den
Bond in een democratisch blok wenscht om te
zetten, terwijl Mr. v. Vessem verklaarde, dat
zijn fractie als tegenstemmend beschouwd
moest worden. Waarna hoofdelijke stemming
over Hoofdstuk III kon uitblijven.
TWEEDE KAMER
Zaak-Margadant
eindelijk van de baan
Ook bij de beantwoording van dë heeren, die
gerepliceerd hadden, bleek Minister Welter
over economische samenwerking tusschen Ne
derland en Indië al precies eender te denken
als zijn voorganger op Koloniën, Minister Co-
lijn. In zooverre kon hij dus iemand als den
heer v. P o 11 (R.K.) niet bevredigen, maar wel
zei hij dezen afgevaardigde ten volle toe de
voorbereiding van de systematiseering der sa
menwerking niet in een bureaucratisch net te
zullen doen verstikken. Prof. v. Gelderen (S.
D.) kreeg o.m. te hooren, dat hij de door ons
in Indië onder de ongunstigste omstandighe^
den gedane dingen wel wat heel erg kleintjes
zag en in de verte, zoodat hij dientengevolge
niet de toch zeer reëele loslating van de oude
koloniale verhouding bespeurde. Nu deze heeft
afgedaan, staat naar de heer v. Poll terecht
opmerkte de weg open voor een organischen
groei tot aan den top. Als we nog vermeld heb
ben, dat in antwoordop een vraag van Mr.
J o e k e s (V. D.) hoe het thans staat met de
behandeling van de beraamde tariefsherzie
ning, de Minister zeide, dat deze zaak nog in
voorbereiding is en dat hierbij tenslotte na
tuurlijk de wetgever (wettelijke regeling dus)
te pas zal komen, kunnen we het voor heden
hierbij laten, om alleen nog aan te stippen,
dat bij de af deeling Justitie" de heeren Ba-
jetto (R.K.), v. Gelderen (S. D.), Meyerink
(A. R.), Stokvis (S. D.) Roestam Effendi
(Comm.) en Mr. Joekes (V. D.) voor uitbrei
ding van het Kantoor van Arbeid, voor verbe
tering van de sociale wetgeving enz. gepleit
hebben. De heeren Meyerink en Stokvis wil
den een afzonderlijken dienst hiervoor. Laatst
genoemde bepleitte met betrekking tot de
zaak-Margadant wetswijziging, waardoor her
ziening van het ten onrechte tegen den nu
overledene gevelde vonnis mogelijk zou wor
den gemaakt, iets waar de Minister kennelijk
voor voelde. Doch dat hooren we morgen wel.
E. v. .Ry
(Adv. Ingez. Med.)
De activiteit der geheime
radio-zenders.
Installatie en bescheiden te Hengelo in beslag
genomen.
Ofschoon tot tweemaal toe een
geheime zend-installatie is in beslag
genomen, gaan de clandestiene uit
zendingen van den algemeen bekend
geworden Hengeloschen „Nachtegaal"
rustig door. Daarin hebben justitie
en politie aanleiding gezien tot het
instellen van een uitgebreid onder
zoek ten huize van J. P. aan den
Krabbenbosweg te Hengelo (O.), die
tot in wijden omtrek als de „geheime
zender" naam heeft gemaakt. Aan
dit onderzoek namen deel de rechter
commissaris en de officier van justitie
te Almelo, de commissaris van poli
tie uit Hengelo en een aantal recher
cheurs, agenten en ambtenaren van
de P. T, T. Men trof inderdaad een
geheime zend-installatie aan, die
onder een divan verborgen was en
verschillende bescheiden, die be
trekking bleken te hebben op de
clandestiene uitzendingen. Een en an
der werd in beslag genomen.
Het noodlottig schot te Ede.
De begrafenis van het slachtoffer.
Zooals men zich zal herinneren, is Zaterdag
de dienstplichtige soldaat Van Deutekom,
woonachtig te Sint Paneras bij Alkmaar, te
Ede bij een stoeipartij met een kameraad om
het leven gekomen. De jongen werd door een
schot uit een geweer in het wachtlokaal doo-
delijk getroffen.
Woensdagmiddag werd op de begraafplaats
te Sint Paneras het stoffelijk overschot van
het slachtoffer ter aarde besteld. Het kleine
dorpje was vrijwel geheel getuige van deze
droeve plechtigheid. Aan de groeve werd ge
sproken door overste W, van Steensel van der
Aa, garnizoenscommandant te Haarlem, die
den minister van Defensie vertegenwoordig
de. kapitein Lohmeyer, den compagniescom
mandant van den overledene, door Ds. Mole
naar uit Halfweg in diens kwaliteit van veld
prediker en als oud-dorpsgenoot en door den
heer J Kroonenbrug, burgemeester der ge
meente. Deze laatste deelde mede, dat de
ouders verzocht hadden aan de militaire
autoriteiten den jongen, die het doodelijk
schot gelost had, geen straf toe te kennen,
omdat het hier een zuiver ongeluk betrof en
deze jongen al genoeg gestraft is voor zijn
heele leven.
De sergeant Jansen er. :1c hoornblazer Nij
huis vertegenwoordigden de kamergenooten
van den overledene.
Ds. J. B. Th. Hugenholtz 25 jaar
predikant.
Op 9 Maart a.s. zal het 25 jaar geleden zijn,
dat ds. J. B. Th. Hugenholtz te Ammerstol,
zijn predikantsambt aanvaardde.
Op 9 Maart 1913 werd ds. Hugenholtz pre
dikant te Vledder. In 1918 kwam hij in Bur-
merend. Na een korte onderbreking van zijn
ambtswerk is hij sinds 15 Juni 1924 predi
kant te Ammerstol.
Ds, Hugenholtz, secretaris van „Kerk en
Vrede", is in de Nederlandsche vredesbewe
ging een bekende figuur, die de Nederland
sche vredesorganisaties herhaalde malen op
internationale congressen heeft vertegen
woordigd.
„Het parlement en zijn laak".
Politieke dag van het Studentencorps der
V. U.
In het kader van den politieleen dag, dien
het studentencorps der vrije universiteit te
Amsterdam ook dit jaar heeft georganiseerd,
heeft in de ochtendvergadering- <mr. dr. E. J.
Beumer het woord gevoerd over: „Het par
lement en zijn taak".
De klachten over het parlement, voorzoover
het peil daarvan betreft, zijn, aldus spr., in
het algemeen genomen ongegrond. Wel kan
men over iets anders klagen, n.l. dat niet aan
alle leden duidelijk voor oogen staat, waarin
hun taak bestaat en op welke wijze zij die te
vervullen hebben.
Dit blijkt allereerst met betrekking tot het
budgetrecht. Het parlement heeft een recht
van controle op de uitgaven, het reoht van
weigeren van uitgaven, de feitelijke macht
van verwerping der begrooting. Met dit laatste
zij men echter uiterst voorzichtig. Men kan
tegen een bepaalden post stemmen tenzij
deze een wettelijke basis heeft maar wordt
de post niettemin aangenomen dan kan dit
geen grond opleveren om tegen de begrooting
te stemmen.
Tegenover het weigeren, staat het verlangen
van uitgaven. Dit opdringen en opdrijven van
uitgaven is principieel verkeerd. De regeering
vraagt., wat zij noodig acht ter vervulling van
haar taak. De Kamer moet niet meer geven.
Zij moet veeleer remmen. Zij moet het volk.
d.w.z. de belastingbetalers, de groote en de
kleine, beschermen. Men ziet echter wel eens
het omgekeerde gebeuren; men ziet wel leden,
die hun eersten plicht verzaken en die hun
best doen. de uitgaven op te schroeven, be
halve de primaire, waarvan het bestaan var
ien staat afhangt.
Belangrijk is de taak van het parlemen
.net betrekking tot de wetgeving. Overmitc
eder wordt geacht de wet te kennen, d.w.z.
zich niet mag verontschuldigen op grond van
onbekendheid met de wet, is het redelijk, dat
het aantal wetten niet te groot en liet aanta'
Wijzigingen niet te talrijk zij. Niettemin lijdei
wij aan een zekere wetsovervoeding en aan
onrust in de wetgeving.
De fraude bij den Gemeentelijken
Incassodienst.
HAARLEM Donderdag.
In de jaren 1934 tot '37 constateerde men
bij den Gemeentelijken Incassodienst telkens
tekorten doch nooit kon de oorzaak hiervan
worden ontdekt. Tot men eindelijk de ont
dekking deed dat een 29-jarige klerk die be
last was met het boeken van posten van de
rekeninghouders op de rekeningcourant, zon
der inderdaad gelden te betalen door middel
van een boekhoudmachine bedragen op zijn
eigen rekening stortte.
Hierop kon hij dan later geld opnemen en
in den loop der jaren was het bedrag dat hij
zich op deze wijze had toegeëigend opgeloo-
pen tot ongeveer f 3000.
De Officier van Justitie had wegens valsch-
heid in geschrifte een gevangenisstraf van
2 jaar geëischt.
De verdediger mr. L. J. Venhuizen had er
op gewezen dat uit het rapport van den
rijksaccountant was gebleken dat de con
trole bij den Incassodienst onvoldoende was,
zoodat hier geen sprake was van eenig raf
finement.
De Rechtbank schorste de zaak daar zij
van meening was dat het onderzoek niet vol
ledig was geweest. De Rijksaccountant zal
een nader onderzoek moeten instellen of nog
op andere wijzen gelden gestort zijn dan in
de dagvaarding is vermeld.
16 RIJKSSTR.WEG 16
HAARLEM-N. - TELEF. 16726
m. garantie tegen onze bekende
Spreekuren
lederen morgen van 912 uur
Avondspreekuren
Dinsdag en Donderdag 79 uur
Spreekuren
Gr. Houtstr. 99, Tel. 13728
lederen middag van 1.304 uur
Avondspreekuren
Maandag, Woensdag, Vrijdag
van 79 uur.
(Adv. Ingez. Med.)
ARROND. RECHTBANK
Haarlemsclie verzekeringsagent tot
1% jaar veroordeeld.
De Haarlemsclie verzekeringsagent V. die
de Algemeene Friesche Levensverzekering
Maatschappij te Leeuwarden voor een bedrag
van f 28000 heeft benadeeld door op verschil
lende polissen geld op te nemen zonder dat
de polishouders hier iets van wisten is heden
morgen door de Haarlemsche Rechtbank ver
oordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaai
en 6 maanden met aftrek van preventief.
De Officier van Justitie had een gevange
nisstraf van 1 jaar en 6 maanden gëischt.
De verdediger mr. A. G. H. Roeffen had
uiterste clementie gevraagd.
Een Zandvoortsch schoenmaker en zijn
leerling maakten er een gewoonte van om
een reiziger in lederwaren die hen dikwijls
bezocht op. een geraffineerde manier te be
stelen. De reiziger werd door den schoenma
ker in diens achterkamer op koffie onthaald
terwijl de leerling coupons zoolleer en hak
ken uit de auto van den argeloozen reiziger
wegnam.
Tegen den leerling die een gunstig reclas-
seeringsrapport had vorderde de Officier een
gevangenisstraf van 6 maanden voorwaarde
lijk met 3 jaar proeftijd, tegen den schoen
maker was een gevangenisstraf van 3 maan
den gevorderd.
De Rechtbank veroordeelde hedenmorgen
den leerling tot een gevangenisstraf van 6
maanden voorwaardelijk met 3 jaar proef
tijd, en den schoenmaker eveneens tot een
gevangenisstraf van 6 maanden met 3 jaar
proeftijd.
Vervalschte kwitantie
gebruikt.
Een 52-jarige koopman uit Heemstede had
van een vervalschte kwitantie gebruik ge
maakt om te bewijzen dat hij 35.000 fres.
beaald had.
De Officier had wegens valschheid in ge
schifte 1 y2 jaar gevangenisstraf geëischt, de
verdachte werd hedenmorgen veroordeeld
tot een gevangenisstraf van 2 jaar met af
trek van preventief.
KAMER, VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN.
D agenda voor de 128ste vergadering dei-
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Haarlem en Omstreken, te houden op Dinsdag
8 Maart a.s., des namiddgs 8 uur in het Ge
bouw der Kamer, Nassauplein 46, Haarlem,
luidt:
1. Notulen.
2. Ingekomen stukken.
3. Mededeelingen.
4. Goedkeuring verzonden schrijven aan
4. Goedkeuring verzonden schrijven aan
Minister van Economische Zaken, inzake aan
vraag opruiming H. de Vries te Haarlem.
6. Rapport Bureau, inzake tarief aanslui
ting telefoon te Haarlem.
7. Rondvraag.
8. Voorstel Bureau tot instellen van een
onderzoek betreffende een eventueel verplaat
sing van het goederenstation te Haarlem, met
inleiding van den heer ir. M. H. Maas, direc
teur van Openbare Werken te Haarlem.
9. Besloten zitting.
LIBERALE STAATSPARTIJ.
Dezer dagen hield de afdeeling Haarlem
van de Liberale Staatspartij" haar jaarlijksch
ledenvergadering. Nadat de jaarverslagen van
den secretaris en den penningmeester waren
goedgekeurd, werd het bestuur, dat ingevolge
het besluit der algemeene vergadering dei-
partij afgetreden war, in zijn geheel herkozen.
Het bestuur vormen: mr. C. Blankevoort, voor
zitter, Th. Lancée. ondervoorzitter, J. A. Pes-
man, penningmeester: mevr. mr. E. A. J.
ScheltemaConradi; C. Stapel Jr.; mevr. E.
W. Venemavan Doorn; C. M. Moolenburgh
en mr. C. M. J. de Jongh, secretaris.
Na afloop der vergadering hield ix. C. Wol-
terbeek, voorzitter der afdeeling Haarlem e.o.
der Nederlandsche Vereeniging voor Lucht
bescherming een duidelijk en boeiende lezing
over de luchtbescherming waarbij bij het doel
dier vereeniging uiteenzette.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1888.
3 Maart:
Aan het gemeentebestuur alhier is
vergunning gevraagd
le. door Corns. Sipkes, tot oprichting
van een vruchten-stroopfabriek met ge-
oruik van een stoomketel, in de perceelen
aan de Kleine Houtstraat no. 106 en
üasthuispoort no. 100 c kad. sectie
C no. 339;
2e. door A. de Leeuw tot oprichting
van een slachterij in het perceel aan de
Hagestraat no. 26.
Eén, twee, drieklaveraas.
President van het Hof laat
demonstreer en.
Toch negen maanden gevangenisstraf geëischt.
Twee Haagsche kooplieden, de gebrs. L. H.
L. en G. L. waren wegens gelegenheid geven
tot hazardspel in een cafétje te Sassenheim
door den politierechter te 's Gravenhage ver
oordeeld tot een gevangenisstraf van zes
maanden.
Deze zware straf zal wel mede haar oor
zaak gehad hebben in het feit, dat beide ver
dachten brutaal alles ontkend hebben, zelfs
dat zij in het bewuste café zijn geweest, hoe
wel verschillende personen hen daar hebben
herkend.
In hooger beroep voor het gerechtshof na
men verdachten een andere houding aan. L.
H. L. gaf alles toe, hij had het bekende spel:
één, twee drie.... klaveraas laten spelen. G.
L. bekende alleen maar, dat hij in het café is
geweest om uit te kijken of er onraad op komst
was, niet om andere m.enschen over te halen
mee te spelen.
De eenige getuige, die Woensdag voor het
Haagsche Hof werd gehoord, verklaarde an
ders. Hij had verdachte G. L. hooren zeggen:
„Als je een goede kaart aanwijst, krijg je vijf
gulden", of iets dergelijks.
Getuige liet zich nogal fel over verdachten
uit, zij -zouden met geprepareerde of valsche
kaarten gespeeld hebben, zoodat het nooit
mogelijk was te winnen.
„Je kan die dingen op de markt krijgen",
lichtte hij toe.
Verdachte L. H. L. protesteerde hiertegen
heftig.
„Ik heb de kaarten bij me ik zal het u laten
zien", verweerde hij zich. De president stemde
toe m een demonstratie en verdachte haalde
uit een spel van 52 kaarten drie kaarten uit,
welke hij den president ter onderzoek gaf. Na
dat de kaarten In orde werden' gevonden,
schudde verdachte ze bliksemsnel door elkaaar
en wierp ze boven op de groene tafel vóór den
president. Deze nam er één uithet was
niet klaveraas. „U zou hem kwijt geweest
zijn, edelachtbare", zei verdachte oolijk. daar
mee den rijksdaalder bedoelend, welken de
president had moeten inzetten, indien het spel
echt zou zijn gespeeld.
Nog een keer probeerde de president het,
maar weer raadde hij mis. „Het is mij nu wel
duidelijk, hoe het spel gespeeld wordt", besloot
hij.
De*procureur-generaal, mr. L. B. J. Vermeu
len, achtte beide verdachten schuldig en
vroeg bevestiging van het vonnis van den po
litierechter.
Bedelend met een teil geld onder
den arm.
De politie te Culemborg heeft Woensdag
een verrassende ontdekking gedaan in de
woning van een tachtigjarig vrouwtje, dat
met bedelen door het dorp in haar onder
houd voorzag. Het had echter volgens de
Tel. de aandacht van vele bewoners getrok
ken, dat het vrouwtje een kleine teil met
rijksdaalders, guldens en klein geld onder
den arm droeg. Ook de politie vond dit zon
derling en besloot een onderzoek in te stel
len. Zij trof de vrouw, die op een hofje woont,
aan in haar huisje, waar zij haar schat
weer had opgeborgen. Om haar niet onnoo-
dig te verontrusten liet de politie dien avond
verdere nasporingen achterwege. Zij liet
evenwel een dokter komen, die vaststelde,
dat het moedertje, dat juist droog brood met
water zat te eten. hoog noodig naar een in
richting moest worden vervoerd.
Dit is Woensdagmiddag geschied, waarna
in samenwerking met den dienst van Maat-
schappelijken Steun, een onderzoek in het
huisje werd ingesteld. Er werd een spaar
bankboekje met 611 gulden gevonden, ver
der het bewuste teiltje, dat totaal 453 gulden
bleek te bevatten, en in een paar zakjes op
andere plaatsen nog 38 gulden.
Het vrouwtje had altijd met bedelarij haar
kostje opgehaald en bovendien geregeld geld
van Maatschappelijken Steun ontvangen.
Ondanks dit alles leefde zij in de grootste
armoede.
Filmsterren gevraagd
Aantal meisjes er in geloopen.
Voor de zooveelste maal zijn jongedames
met filmaspiraties er in geloopen. Dat het
geval nog zonder al te veel narigheid is af-
geloopen. is te danken aan het voortvarende
optreden van de politie van het bureau Leid-
scheplein te Amsterdam, die den negen-en-
twintig jarigen Amsterdamschen postbode,
die er wat bij wilde verdienen, verdacht van
poging tot oplichting heeft ingesloten, al
vorens hij veel slachtoffers kon maken.
Deze man trachtte per advertentie in aan
raking te komen met jonge meisjes, die voor
de film zouden willen optreden en daaren
boven nog twintig gulden per week verdie
nen.
De jonge dames, die solliciteerden, werden
uitgenoodigd zich aan een adres op den
Overtoom, waar de „impressarlo" voor een
rijksdaalder per week onder valschen naam
een kamertje had gehuurd, te vervoegen en
de aspirant-filmsterren kwamen vol goede
hoop uit Rotterdam, Haarlem, Den Haag en
andere plaatsen naar de hoofdstad gereisd.
Zij bleken alras aan de gestelde eischen te
kunnen voldoen en werden aangenomen op
een honorarium van twintig gulden per week.
Daarna nam de man nog even de maat voor
de toiletten en schoentjes, welke immers de
eerste beginselen voor een filmcarrière be-
teekenen. En daarvoor moest natuurlijk een
zekere som worden gestort; hetgeen zoo
werd afgesproken per postwissel zou ge
schieden.
De politie stelt thans een onderzoek in
naar het aantal op deze wijze ingekomen
postwissels.