(SU Minister Patijn handhaaft zijn standpunt. Indische wenschen. MIDDENSTANDS INSTITUUT KUNSTGEBITTEN LAGE PRIJZEN DONDERDAG 3 MAART 1938 HAAREEM'S DAGBEAD EERSTE KAMER. Erkenning van Abessynië reeds lang beraamd. DEN HAAG Woensdag. De uit Rotterdam afkomstige senatoren, de heeren Niyard, de Zeeuwen ten deele ook Mr. Droogleever Foi'tuyn gebruikten het debat over ons buitenlandsch beleid voor al om voor hun geliefde Maasstad op te komen in haar zware concurrentie met Antwerpen. Intusschen wijdde de liberale woordvoerder ook nog aan eenige andere punten aandacht. Zoo sprak hij de hoop uit', dat er na de han delsmissie naar Zuid-Amerika anderen zullen volgen en drong hij voorts aan op betere di plomatieke en consulaire vertegenwoordiging op den Balkan. Wat eerstgenoemd ver langen betreft, kan Minister Patijn geenszins iets toe zeggen, maar ten aanzien van het tweede deed hij de mededeeling, dat een Nederlandsche diplomatieke verte genwoordiger in Bulgarije op komst is; als en waar het financieel doenlijk is dit in antwoord aan den heer d e J o n g (R.K.) zal de Minister het zijne doen voor wat rui mere commercieele repesentatie en handels voorlichting in 't buitenland. Mr. Fortuyn gaf te kennen dat de begin selen van den Volkenbond waarvan we lid moeten blijven, juist waren geweest, dat ook kleine staten mee moeten opkomen tegen on recht, zelfs wanneer ze er niet rechtstreeks bij betrokken zijn, doch tevens waarschuwde hij tegen sommiger neiging om den Bond tot een blok tegen de fascistische staten te maken. Hier kwam hij dus geheel in hetzelfde schuitje te varen als Prof. Anema (a.r.), die zich volkomen accoord verklaarde met de bereid heid van de Regeering om te doen wat de nuchtere werkelijkheid voorschrijft, zonder echter fundamenteele beginselen los te laten. Men moest z.i. de facultatiefstelling van de sanctie-bepalingen van art, 16 niet te zwaar opnemen; dit artikel is slechts een klein on derdeel van het geheele stel van internatio nale beginselen en deze worden hierdoor in geen enkel opzicht aangetast. Wel echter had spr. dan een andere methode ter zake van de „interpretatie" van art. 16 de voorkeur ge ge- ven, n.l. aanhangig maken bij de Assemblee in plaats van de perspublicatie van 1 Juli 1936. De heer Vorrink bleek met betrekking- tot onze Volkenbondspolitiek van het inzicht van het gros zijner mede-senatoren af te wij ken. Ten spoedigste herstel van de collectieve veiligheid moest volgens hem het parool zijn. De Bondsleden hebben het zelf volkomen in de hand de beginselen van het Handvest door te voeren en de mislukking der sancties tegen Abessynië was z.i. Éfet zoozeer een gevolg van onmacht van den Bond, maar van den onwil der staten. Zoo streng mogelijke tepassing der Volkenbondsbe ginselen hoorde Nederland voor te - staan. Deze spre ker, die nog eens verklaarde in hooge mate te betreuren, dat onze Regeering gemeend had een lauwerkrans te moe ten neerleggen aan de voeten van den Italiaanschen dic tator, waarmee wij hadden bijgedragen tot de ondermijning- van de internatio nale rechtsgedachte spr. roerde in dit verband ook nog aan het feit, dat we ons in dezen losgemaakt had den van de Oslo-staten met wie we eerst had den overlegd! gaf te kennen dat in zijn oogen het gevaar voor den vrede komt van den kant der fascistische staten. Voordat de Minister aan het woord kwam, betoogde Mr. v. Vessem (nat. soc.), dat Ne derland den „zoogenaamdeh" Volkenbond, welke z.i. alleen nog den collectieven oorlog kan verzekeren, moet verlaten. Met betrek king tot de kwestie van het „doortochtrecht", waaromtrent hij nadere opheldering vroeg, slaakte deze afgevaardigde de verzuchting, dat we helaas nog zeer ver van de voor-oor- logsche neutraliteit verwijderd zijn, terwijl hij voorts ons beleid in zake art. 16 zeer zwak noemde, Vervolgens hield hij zich nog eens heel lang, bezig met het destijds door den Duitschen „Führer" gedane aanbod tot ga randeering van onze onafhankelijkheid. Hij vond het een fout van onze Regeering, dat zij in tegenstelling met de Belgische Regee ring daarop niet was ingegaan en begreep heelemaal niet, waarom zij dan geen bezwa ren zou hebben gehad tegen eventueele ver wezenlijking van het plan-Snouck (aldus wel genoemd naar den Secretaris-Generaal van Buitenlandsche Zaken Snouck Hurgronje, die de geestelijke vader van dit plan zou zijn ge weest. Dit „plan" kwam neer op een even tueele nieuwe overeenkomst tusschen de Locarno-mogendheden, waarbij ze dan onder elkaar zouden afspreken o.m. ook schending- van de Nederlandsche grens als een aanlei ding tot ingrijpen te zullen beschouwen). Kort, doch jammer genoeg niet heel bondig diende Excellentie Patijn de verschillende sprekers van antwoord. Wat hij aangaande „de Belgische kwestie" opmerkte, kwam in hoofdzaak hierop neer, dat hij nog eens onderstreepte, dat de Regee ring zich bij onderhandelingen door geen enkele afspraak of belofte gebonden mag achten, maar dat zij natuurlijk wel rekening- zal houden met het verleden. De Minister verklaarde dat hij hoopt onder handelingen met België te zullen hervatten. Later zou men hierover dan in den Senaat wel kunnen spreken, doch thans kan hij geen nadere mededeelingen doen, dus ook niet over het vraagstuk van Rijnvaartpremies en soortgelijke problemen. Aan Mr. v. Vessem trachtte hij duidelijk te maken, dat er 'n groot verschil bestond tus schen wat Duitschland aanbood en het „plan- Snouck". In het eerste geval zouden wij partij zijn geweest bij 'n verdrag, dat gerantie van onze onaantastbaarheid tot object zou heb ben, terwijl in het tweede geval slechts sprake was van een overeenkomst waar wij buiten zouden zijn gebleven! Het antwoord door zijn voorganger Jhr. de Graeff destijds aan Mr. v. Vessem naar aanleiding van diens vragen be treffende onze gedragslijn t.o.v. het Duitsche aanbod gegeven, had een Belgisch professor in het internationale recht geestdriftig ge roemd als een antwoord „een Nederlander 'van de 17e eeuw waardig". Na nog even te hebben aangestipt, dat België tengevolge van zijn situatie in verband met het verdrag van Locarno, in een gansch andere positie als ons land had verkeerd (dit ter verklaring waar om Brussel wel op het voorstel van Berlijn was ingegaan), kwam de Minister bij de er kenning van Italië's Koning als Keizer van Abessynië terecht. Zoowel te dien opzichte als trouwens in 't algemeen wat de tegenwoordig gevolgde Volkenbondspolitiek aangaat, wees hij het verwijt van te groote veranderlijkheid als ongegrond af. Men moest immers wijzi ging van standpunt beoordeelen in het licht van tusschen tij ds ingetreden veranderingen in heel de politieke situatie. Het resultaat van het overleg van de Oslo- staten leidde er toe, dat sommigen van hen de erkenning der annexatie, als nog in opportuun, met zekere beslistheid afwezen, anderen tot 't huidige oogenblik toe hun beslissing hadden opgeschort. Van 't begin af, zoo beweerde de minister thans, was onze Regeering voorne mens geweest zelf in elk geval tot de erkenning over te gaan. Getrouw aan wat nu al jarenlang traditie is, had zij de overige Oslo-Staten ge raadpleegd, doch het feit. dat de rest tenslot te (nog) niet meedeed behoefde ons toch niet van den onlangs ondernomen stap te weer houden. Aan den Engelschen en aan den Fran- schen gezant in den Haag was te voren ken nis gegeven van het door het Plein gekoesterde voornemen en geen van beiden hadden binnen den termijn, die daarvoor nog ruimschoots was opengelaten van eenig bezwaar doen hooren; achteraf was wel gebleken, dat men zulks van Franschen kant tengevolge van een daar gepleegd verzuim, had nagelaten. Van Abessynië en Rome verhuisde Mr. Pa tijn naar Genève en wel allereerst om nog eens te onderstreepen, dat de verklaring der ex-neutralen van. Juli 1936 omtrent het zich losmaken van de sane tic - verpl ichtingen van art. 16 ook de bepaling in zake militaire door tocht omvatte. Aan wijziging van genoemd ar tikel had de Minister evenmin behoefte als aan een nieuwe officieele interpretatie, nu ons standpunt onlangs nog eens duidelijk in de commissie van 28 in de Volkenbondsstad kenbaar was gemaakt. Wat meer in het bijzonder het vraagstuk van militaire doortocht betreft, is de positie, zoo merkte de Minister met nadruk nog eens op,, deze, dat wij ons voorbehouden om in elk ge - val op zichzelf naar gelang van de omstandig heden uit te maken of wij al of niet doortocht door ons land wenschen toe te staan. Dit zal zeker niet geschieden als de doortocht wordt gevraagd voor een vreemd leger, dat tegen een onzer buurlanden wil gaan strijden en ook zullen wij een aanvaller zeker niet doorlaten. De wetenschap, dat we ons volkomen vrijheid in dezen voorbehouden vormt in de oogen van Mi'. Patijn juist nog de grootst denkbare ze kerheid. Overigens stipte hij nog aan, dat het begrip neutraliteit van voor den oorlog een ander is als nu, na zoovele jaren Volkenbond. Na tegenover Prof, Anema erkend te hebben, dat het er thans allerminst naar uitziet, dat de universaliteit van den Bond dank zij schrapping van heel het sanctie-artikel be reikbaar zou wezen (eenigen tijd geleden stond de zaak nog wel wat anders)besloot de Minister met een waarschuwing aan het adres van den heer Vorrink tegen de neiging om den Volkenbond tot een democratisch blok te wil len maken en om zich door haat tegen de dictatuurstaten te laten leiden. Haat immers noemde hij een even slechte raadgeefster als vrees. Men moet nu eenmaal den toestand in bedoelde landen kunnen accepteeren en trach ten heen te stappen over de tegenstellingen. Zoolang men dat niet vermag, zullen we ook samen in Genève geen opbouwend werk kun nen verrichten. De heer Vorrink merkte nog even op, dat het een feit is, dat de geest van agressie komt van de fascistische landen en dat hij geenszips den Bond in een democratisch blok wenscht om te zetten, terwijl Mr. v. Vessem verklaarde, dat zijn fractie als tegenstemmend beschouwd moest worden. Waarna hoofdelijke stemming over Hoofdstuk III kon uitblijven. TWEEDE KAMER Zaak-Margadant eindelijk van de baan Ook bij de beantwoording van dë heeren, die gerepliceerd hadden, bleek Minister Welter over economische samenwerking tusschen Ne derland en Indië al precies eender te denken als zijn voorganger op Koloniën, Minister Co- lijn. In zooverre kon hij dus iemand als den heer v. P o 11 (R.K.) niet bevredigen, maar wel zei hij dezen afgevaardigde ten volle toe de voorbereiding van de systematiseering der sa menwerking niet in een bureaucratisch net te zullen doen verstikken. Prof. v. Gelderen (S. D.) kreeg o.m. te hooren, dat hij de door ons in Indië onder de ongunstigste omstandighe^ den gedane dingen wel wat heel erg kleintjes zag en in de verte, zoodat hij dientengevolge niet de toch zeer reëele loslating van de oude koloniale verhouding bespeurde. Nu deze heeft afgedaan, staat naar de heer v. Poll terecht opmerkte de weg open voor een organischen groei tot aan den top. Als we nog vermeld heb ben, dat in antwoordop een vraag van Mr. J o e k e s (V. D.) hoe het thans staat met de behandeling van de beraamde tariefsherzie ning, de Minister zeide, dat deze zaak nog in voorbereiding is en dat hierbij tenslotte na tuurlijk de wetgever (wettelijke regeling dus) te pas zal komen, kunnen we het voor heden hierbij laten, om alleen nog aan te stippen, dat bij de af deeling Justitie" de heeren Ba- jetto (R.K.), v. Gelderen (S. D.), Meyerink (A. R.), Stokvis (S. D.) Roestam Effendi (Comm.) en Mr. Joekes (V. D.) voor uitbrei ding van het Kantoor van Arbeid, voor verbe tering van de sociale wetgeving enz. gepleit hebben. De heeren Meyerink en Stokvis wil den een afzonderlijken dienst hiervoor. Laatst genoemde bepleitte met betrekking tot de zaak-Margadant wetswijziging, waardoor her ziening van het ten onrechte tegen den nu overledene gevelde vonnis mogelijk zou wor den gemaakt, iets waar de Minister kennelijk voor voelde. Doch dat hooren we morgen wel. E. v. .Ry (Adv. Ingez. Med.) De activiteit der geheime radio-zenders. Installatie en bescheiden te Hengelo in beslag genomen. Ofschoon tot tweemaal toe een geheime zend-installatie is in beslag genomen, gaan de clandestiene uit zendingen van den algemeen bekend geworden Hengeloschen „Nachtegaal" rustig door. Daarin hebben justitie en politie aanleiding gezien tot het instellen van een uitgebreid onder zoek ten huize van J. P. aan den Krabbenbosweg te Hengelo (O.), die tot in wijden omtrek als de „geheime zender" naam heeft gemaakt. Aan dit onderzoek namen deel de rechter commissaris en de officier van justitie te Almelo, de commissaris van poli tie uit Hengelo en een aantal recher cheurs, agenten en ambtenaren van de P. T, T. Men trof inderdaad een geheime zend-installatie aan, die onder een divan verborgen was en verschillende bescheiden, die be trekking bleken te hebben op de clandestiene uitzendingen. Een en an der werd in beslag genomen. Het noodlottig schot te Ede. De begrafenis van het slachtoffer. Zooals men zich zal herinneren, is Zaterdag de dienstplichtige soldaat Van Deutekom, woonachtig te Sint Paneras bij Alkmaar, te Ede bij een stoeipartij met een kameraad om het leven gekomen. De jongen werd door een schot uit een geweer in het wachtlokaal doo- delijk getroffen. Woensdagmiddag werd op de begraafplaats te Sint Paneras het stoffelijk overschot van het slachtoffer ter aarde besteld. Het kleine dorpje was vrijwel geheel getuige van deze droeve plechtigheid. Aan de groeve werd ge sproken door overste W, van Steensel van der Aa, garnizoenscommandant te Haarlem, die den minister van Defensie vertegenwoordig de. kapitein Lohmeyer, den compagniescom mandant van den overledene, door Ds. Mole naar uit Halfweg in diens kwaliteit van veld prediker en als oud-dorpsgenoot en door den heer J Kroonenbrug, burgemeester der ge meente. Deze laatste deelde mede, dat de ouders verzocht hadden aan de militaire autoriteiten den jongen, die het doodelijk schot gelost had, geen straf toe te kennen, omdat het hier een zuiver ongeluk betrof en deze jongen al genoeg gestraft is voor zijn heele leven. De sergeant Jansen er. :1c hoornblazer Nij huis vertegenwoordigden de kamergenooten van den overledene. Ds. J. B. Th. Hugenholtz 25 jaar predikant. Op 9 Maart a.s. zal het 25 jaar geleden zijn, dat ds. J. B. Th. Hugenholtz te Ammerstol, zijn predikantsambt aanvaardde. Op 9 Maart 1913 werd ds. Hugenholtz pre dikant te Vledder. In 1918 kwam hij in Bur- merend. Na een korte onderbreking van zijn ambtswerk is hij sinds 15 Juni 1924 predi kant te Ammerstol. Ds, Hugenholtz, secretaris van „Kerk en Vrede", is in de Nederlandsche vredesbewe ging een bekende figuur, die de Nederland sche vredesorganisaties herhaalde malen op internationale congressen heeft vertegen woordigd. „Het parlement en zijn laak". Politieke dag van het Studentencorps der V. U. In het kader van den politieleen dag, dien het studentencorps der vrije universiteit te Amsterdam ook dit jaar heeft georganiseerd, heeft in de ochtendvergadering- <mr. dr. E. J. Beumer het woord gevoerd over: „Het par lement en zijn taak". De klachten over het parlement, voorzoover het peil daarvan betreft, zijn, aldus spr., in het algemeen genomen ongegrond. Wel kan men over iets anders klagen, n.l. dat niet aan alle leden duidelijk voor oogen staat, waarin hun taak bestaat en op welke wijze zij die te vervullen hebben. Dit blijkt allereerst met betrekking tot het budgetrecht. Het parlement heeft een recht van controle op de uitgaven, het reoht van weigeren van uitgaven, de feitelijke macht van verwerping der begrooting. Met dit laatste zij men echter uiterst voorzichtig. Men kan tegen een bepaalden post stemmen tenzij deze een wettelijke basis heeft maar wordt de post niettemin aangenomen dan kan dit geen grond opleveren om tegen de begrooting te stemmen. Tegenover het weigeren, staat het verlangen van uitgaven. Dit opdringen en opdrijven van uitgaven is principieel verkeerd. De regeering vraagt., wat zij noodig acht ter vervulling van haar taak. De Kamer moet niet meer geven. Zij moet veeleer remmen. Zij moet het volk. d.w.z. de belastingbetalers, de groote en de kleine, beschermen. Men ziet echter wel eens het omgekeerde gebeuren; men ziet wel leden, die hun eersten plicht verzaken en die hun best doen. de uitgaven op te schroeven, be halve de primaire, waarvan het bestaan var ien staat afhangt. Belangrijk is de taak van het parlemen .net betrekking tot de wetgeving. Overmitc eder wordt geacht de wet te kennen, d.w.z. zich niet mag verontschuldigen op grond van onbekendheid met de wet, is het redelijk, dat het aantal wetten niet te groot en liet aanta' Wijzigingen niet te talrijk zij. Niettemin lijdei wij aan een zekere wetsovervoeding en aan onrust in de wetgeving. De fraude bij den Gemeentelijken Incassodienst. HAARLEM Donderdag. In de jaren 1934 tot '37 constateerde men bij den Gemeentelijken Incassodienst telkens tekorten doch nooit kon de oorzaak hiervan worden ontdekt. Tot men eindelijk de ont dekking deed dat een 29-jarige klerk die be last was met het boeken van posten van de rekeninghouders op de rekeningcourant, zon der inderdaad gelden te betalen door middel van een boekhoudmachine bedragen op zijn eigen rekening stortte. Hierop kon hij dan later geld opnemen en in den loop der jaren was het bedrag dat hij zich op deze wijze had toegeëigend opgeloo- pen tot ongeveer f 3000. De Officier van Justitie had wegens valsch- heid in geschrifte een gevangenisstraf van 2 jaar geëischt. De verdediger mr. L. J. Venhuizen had er op gewezen dat uit het rapport van den rijksaccountant was gebleken dat de con trole bij den Incassodienst onvoldoende was, zoodat hier geen sprake was van eenig raf finement. De Rechtbank schorste de zaak daar zij van meening was dat het onderzoek niet vol ledig was geweest. De Rijksaccountant zal een nader onderzoek moeten instellen of nog op andere wijzen gelden gestort zijn dan in de dagvaarding is vermeld. 16 RIJKSSTR.WEG 16 HAARLEM-N. - TELEF. 16726 m. garantie tegen onze bekende Spreekuren lederen morgen van 912 uur Avondspreekuren Dinsdag en Donderdag 79 uur Spreekuren Gr. Houtstr. 99, Tel. 13728 lederen middag van 1.304 uur Avondspreekuren Maandag, Woensdag, Vrijdag van 79 uur. (Adv. Ingez. Med.) ARROND. RECHTBANK Haarlemsclie verzekeringsagent tot 1% jaar veroordeeld. De Haarlemsclie verzekeringsagent V. die de Algemeene Friesche Levensverzekering Maatschappij te Leeuwarden voor een bedrag van f 28000 heeft benadeeld door op verschil lende polissen geld op te nemen zonder dat de polishouders hier iets van wisten is heden morgen door de Haarlemsche Rechtbank ver oordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaai en 6 maanden met aftrek van preventief. De Officier van Justitie had een gevange nisstraf van 1 jaar en 6 maanden gëischt. De verdediger mr. A. G. H. Roeffen had uiterste clementie gevraagd. Een Zandvoortsch schoenmaker en zijn leerling maakten er een gewoonte van om een reiziger in lederwaren die hen dikwijls bezocht op. een geraffineerde manier te be stelen. De reiziger werd door den schoenma ker in diens achterkamer op koffie onthaald terwijl de leerling coupons zoolleer en hak ken uit de auto van den argeloozen reiziger wegnam. Tegen den leerling die een gunstig reclas- seeringsrapport had vorderde de Officier een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaarde lijk met 3 jaar proeftijd, tegen den schoen maker was een gevangenisstraf van 3 maan den gevorderd. De Rechtbank veroordeelde hedenmorgen den leerling tot een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk met 3 jaar proef tijd, en den schoenmaker eveneens tot een gevangenisstraf van 6 maanden met 3 jaar proeftijd. Vervalschte kwitantie gebruikt. Een 52-jarige koopman uit Heemstede had van een vervalschte kwitantie gebruik ge maakt om te bewijzen dat hij 35.000 fres. beaald had. De Officier had wegens valschheid in ge schifte 1 y2 jaar gevangenisstraf geëischt, de verdachte werd hedenmorgen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar met af trek van preventief. KAMER, VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. D agenda voor de 128ste vergadering dei- Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Haarlem en Omstreken, te houden op Dinsdag 8 Maart a.s., des namiddgs 8 uur in het Ge bouw der Kamer, Nassauplein 46, Haarlem, luidt: 1. Notulen. 2. Ingekomen stukken. 3. Mededeelingen. 4. Goedkeuring verzonden schrijven aan 4. Goedkeuring verzonden schrijven aan Minister van Economische Zaken, inzake aan vraag opruiming H. de Vries te Haarlem. 6. Rapport Bureau, inzake tarief aanslui ting telefoon te Haarlem. 7. Rondvraag. 8. Voorstel Bureau tot instellen van een onderzoek betreffende een eventueel verplaat sing van het goederenstation te Haarlem, met inleiding van den heer ir. M. H. Maas, direc teur van Openbare Werken te Haarlem. 9. Besloten zitting. LIBERALE STAATSPARTIJ. Dezer dagen hield de afdeeling Haarlem van de Liberale Staatspartij" haar jaarlijksch ledenvergadering. Nadat de jaarverslagen van den secretaris en den penningmeester waren goedgekeurd, werd het bestuur, dat ingevolge het besluit der algemeene vergadering dei- partij afgetreden war, in zijn geheel herkozen. Het bestuur vormen: mr. C. Blankevoort, voor zitter, Th. Lancée. ondervoorzitter, J. A. Pes- man, penningmeester: mevr. mr. E. A. J. ScheltemaConradi; C. Stapel Jr.; mevr. E. W. Venemavan Doorn; C. M. Moolenburgh en mr. C. M. J. de Jongh, secretaris. Na afloop der vergadering hield ix. C. Wol- terbeek, voorzitter der afdeeling Haarlem e.o. der Nederlandsche Vereeniging voor Lucht bescherming een duidelijk en boeiende lezing over de luchtbescherming waarbij bij het doel dier vereeniging uiteenzette. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1888. 3 Maart: Aan het gemeentebestuur alhier is vergunning gevraagd le. door Corns. Sipkes, tot oprichting van een vruchten-stroopfabriek met ge- oruik van een stoomketel, in de perceelen aan de Kleine Houtstraat no. 106 en üasthuispoort no. 100 c kad. sectie C no. 339; 2e. door A. de Leeuw tot oprichting van een slachterij in het perceel aan de Hagestraat no. 26. Eén, twee, drieklaveraas. President van het Hof laat demonstreer en. Toch negen maanden gevangenisstraf geëischt. Twee Haagsche kooplieden, de gebrs. L. H. L. en G. L. waren wegens gelegenheid geven tot hazardspel in een cafétje te Sassenheim door den politierechter te 's Gravenhage ver oordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden. Deze zware straf zal wel mede haar oor zaak gehad hebben in het feit, dat beide ver dachten brutaal alles ontkend hebben, zelfs dat zij in het bewuste café zijn geweest, hoe wel verschillende personen hen daar hebben herkend. In hooger beroep voor het gerechtshof na men verdachten een andere houding aan. L. H. L. gaf alles toe, hij had het bekende spel: één, twee drie.... klaveraas laten spelen. G. L. bekende alleen maar, dat hij in het café is geweest om uit te kijken of er onraad op komst was, niet om andere m.enschen over te halen mee te spelen. De eenige getuige, die Woensdag voor het Haagsche Hof werd gehoord, verklaarde an ders. Hij had verdachte G. L. hooren zeggen: „Als je een goede kaart aanwijst, krijg je vijf gulden", of iets dergelijks. Getuige liet zich nogal fel over verdachten uit, zij -zouden met geprepareerde of valsche kaarten gespeeld hebben, zoodat het nooit mogelijk was te winnen. „Je kan die dingen op de markt krijgen", lichtte hij toe. Verdachte L. H. L. protesteerde hiertegen heftig. „Ik heb de kaarten bij me ik zal het u laten zien", verweerde hij zich. De president stemde toe m een demonstratie en verdachte haalde uit een spel van 52 kaarten drie kaarten uit, welke hij den president ter onderzoek gaf. Na dat de kaarten In orde werden' gevonden, schudde verdachte ze bliksemsnel door elkaaar en wierp ze boven op de groene tafel vóór den president. Deze nam er één uithet was niet klaveraas. „U zou hem kwijt geweest zijn, edelachtbare", zei verdachte oolijk. daar mee den rijksdaalder bedoelend, welken de president had moeten inzetten, indien het spel echt zou zijn gespeeld. Nog een keer probeerde de president het, maar weer raadde hij mis. „Het is mij nu wel duidelijk, hoe het spel gespeeld wordt", besloot hij. De*procureur-generaal, mr. L. B. J. Vermeu len, achtte beide verdachten schuldig en vroeg bevestiging van het vonnis van den po litierechter. Bedelend met een teil geld onder den arm. De politie te Culemborg heeft Woensdag een verrassende ontdekking gedaan in de woning van een tachtigjarig vrouwtje, dat met bedelen door het dorp in haar onder houd voorzag. Het had echter volgens de Tel. de aandacht van vele bewoners getrok ken, dat het vrouwtje een kleine teil met rijksdaalders, guldens en klein geld onder den arm droeg. Ook de politie vond dit zon derling en besloot een onderzoek in te stel len. Zij trof de vrouw, die op een hofje woont, aan in haar huisje, waar zij haar schat weer had opgeborgen. Om haar niet onnoo- dig te verontrusten liet de politie dien avond verdere nasporingen achterwege. Zij liet evenwel een dokter komen, die vaststelde, dat het moedertje, dat juist droog brood met water zat te eten. hoog noodig naar een in richting moest worden vervoerd. Dit is Woensdagmiddag geschied, waarna in samenwerking met den dienst van Maat- schappelijken Steun, een onderzoek in het huisje werd ingesteld. Er werd een spaar bankboekje met 611 gulden gevonden, ver der het bewuste teiltje, dat totaal 453 gulden bleek te bevatten, en in een paar zakjes op andere plaatsen nog 38 gulden. Het vrouwtje had altijd met bedelarij haar kostje opgehaald en bovendien geregeld geld van Maatschappelijken Steun ontvangen. Ondanks dit alles leefde zij in de grootste armoede. Filmsterren gevraagd Aantal meisjes er in geloopen. Voor de zooveelste maal zijn jongedames met filmaspiraties er in geloopen. Dat het geval nog zonder al te veel narigheid is af- geloopen. is te danken aan het voortvarende optreden van de politie van het bureau Leid- scheplein te Amsterdam, die den negen-en- twintig jarigen Amsterdamschen postbode, die er wat bij wilde verdienen, verdacht van poging tot oplichting heeft ingesloten, al vorens hij veel slachtoffers kon maken. Deze man trachtte per advertentie in aan raking te komen met jonge meisjes, die voor de film zouden willen optreden en daaren boven nog twintig gulden per week verdie nen. De jonge dames, die solliciteerden, werden uitgenoodigd zich aan een adres op den Overtoom, waar de „impressarlo" voor een rijksdaalder per week onder valschen naam een kamertje had gehuurd, te vervoegen en de aspirant-filmsterren kwamen vol goede hoop uit Rotterdam, Haarlem, Den Haag en andere plaatsen naar de hoofdstad gereisd. Zij bleken alras aan de gestelde eischen te kunnen voldoen en werden aangenomen op een honorarium van twintig gulden per week. Daarna nam de man nog even de maat voor de toiletten en schoentjes, welke immers de eerste beginselen voor een filmcarrière be- teekenen. En daarvoor moest natuurlijk een zekere som worden gestort; hetgeen zoo werd afgesproken per postwissel zou ge schieden. De politie stelt thans een onderzoek in naar het aantal op deze wijze ingekomen postwissels.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5