De nieuwe directeur der Ned. Spoorwegen. WAARBORG-KLEEDING de DOUWE EGBERTS 'Aspirin DINSDAG 8 MAART 1938 HAAHtEM'S DAGBLAD 3 Prof. Goudriaan was zeer verrast toen hem het verzoek bereikte. (Van onzen specialen verslaggever). Zij, die reeds het voorrecht hebben gehad met prof. dr. ir. J. Goudriaan in contact te zijn geweest, hetzij in diens functie van inspecteur van den arbeid, hetzij als di recteur van het Centrals. Normalisatiebureau, als hoofdingenieur van de Maatschappij „Feijenoord, als onder-directeur van de N.V. Philips' Gloeilampenfabriek of als hoog leeraar, zullen kunnen beamen, dat de Com missarissen van de Ned. Spoorwegen moeilijk een betere keuze hadden kunnen doen dan juist hèm op de voordracht te plaatsen voor directeur van de Spoorwegen, waarbij hij wij len ir. E. C. W. van Dijk als zoodanig zal op volgen. Een man van breede allure, met een fris- schen kijk op de vele problemen, welke hij in zijn leven heeft moeten overwinnen, proble men, waarmede hij bij de Ned. Spoorwegen eveneens weer te maken zal krijgen. „Partir, c'est mourir un peu!" Prof. Goudriaan, die op uiterst welwillende en gast vrije wijze den nieuwsgierigen journalist ont ving naar aanleiding van zijn te verwachten benoeming, zegt het, daarbij doelende op den werkkring bij Philips, die hem zoo dierbaar is. ..Natuurlijk het was voor mij een verras sing en een vreugdevolle verrassing, toen men mij. nu enkele weken geleden, polste, over een eventueele benoeming tot directeur van de grootste vervoersorganisatie hier te lande. En zoodra ik, met ingang van 1 Juni definitief in functie treed, zal ik mij, met al mijn enthousiasme en kracht, die ik bezit, aan deze taak wijden. Dit neemt niet weg, dat ik van vele goede vrienden in Eindhoven afscheid zal moeten nemen M'n loopbaan? Laat ik beginnen met mn eerste functie, die van inspecteur van den ar beid. Vier jaar lang, van 1916—1920, was ik als zoodanig te Amsterdam werkzaam. Daarna ben ik tot 1922 in centralen dienst te 'sGra- venhage geweest. Ik bewaar uiterst prettige herinneringen aan dezen tijd. 't Gold hier een dienst, die zich bewoog op het terrein van de hygiëne en de veiligheid in bedrijven en fabrieken, benevens de verbetering daarvan. Hier kreeg ik eigenlijk aanschouwelijk onder richt in de vele vormen van bedrijfsleven, omdat ik velerlei fabrieken bezoeken moest. In 1922 kwam ik bij het Centrale Normali satiebureau, waarbij ik vanzelfsprekend meer den technischen kant opging. In 1923 werd ik tot directeur benoemd. Deze werkkring had een sterk internationaal cachet. In 1922 trad ik als hoofdingenieur in dienst bij „Feijenoord", toen nog een maatschappij waar alleen schepen gebouwd werden, 't Was vóór de fusie met Wilton. Hier kreeg ik de leiding van de bouwwerkzaamheden, omdat juist in 1922 een revolutie op technisch gebied gaande was. De geheele outillage van de scheepswerf moest gemoderniseerd worden, 't Tragische zóó mag ik het wel noemen is geweest, dat toen de moderniseering ge reed was, de fusie met Wilton tot stand kwam. En de consequentie daarvan was, dat de ver nieuwde werf gesloten moest worden. Neen, de fusie was geen gevolg van de crisis, maar reeds in 1928 een feit. In 1928 kreeg ik de kans om bij Philips, in Eindhoven, te komen. Dat is op 1 Juni a.s., wahneer ik, met goedvinden van directie en commissai'issen het onderdirecteurschap neer leg. 10 jaar geleden. Vijf jaar lang ben ik hoofd van de bedrijfsorganisatie geweest. In 1933 kwam m'n benoeming tot onder-direc teur af. Bij Philips heb ik mij vooral bezig gehouden o.a. met het transportvraagstuk, de voorraad politiek en het geheele budgetee- ringswezen. Ook hier heb ik weer een sterk internationaal contact gehad. Philips is nu is nu eenmaal een bedrijf, dat zich in het buitenland sterk vertakt en zeer veel belan gen daar te behartigen heeft. Dit zal ik bij de Spoorwegen stellig erg missen. Tot mijn groot genoegen zal er, wanneer ik in Utrecht kom, geen wijziging komen in de uitoefening van mijn professoraten. Daar ben ik sterk aan gehecht. Toen ik in Eindhoven kwam was ik al buitengewoon hoogleeraar aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te Rotterdam. En in 1936 bood Delft mij even eens het buitengewoon hoogleeraarsambt aan. Gelukkig kon ik de beide ambten toen com bineeren tot één dag. waardoor het mij mo gelijk werd, zoowel in Rotterdam als in Delft te doceeren in bedrijfsleer en organisatie dei- onderneming. Ik ben blij, dat ik deze ambten zal kunnen blijven waarnemen. Waarom? Omdat ik, contact met jonge menschen, een frisschen kijk houd op de problemen, die zich kunnen voordoen. M'n colleges geef ik dan ook met het grootste pleizier. Maar dit laatste geldt niet voor het afnemen van examens." Wat mijn interesse voor monetaire vraag stukken betreft, deze dateert van 1917. In dat jaar hield prof. dr. C. A. Verrijn Stuart n.l. zijn inaugureele rede te Utrecht over „De toe komst van het goud". En die rede heeft me zoo geboeid, dat ik van dien tijd af sterk de aandacht aan monetaire vraagstukken ben gaan schenken. Vroeger, ik noem bijvoorbeeld het jaar 1909, toen de Staatscommissie ter bestrijding van de Werkloosheid een lijvig rapport uitbracht, legde men geen verband tusschen dit vraag stuk en de monetaire politiek. In de laatste tien a vijftien jaar is men daar anders over gaan denken. In het genoemde rapport werd de werkloosheid nog als verschijnsel per be drijfstak gezien en niet in samenhang met het prijsniveau. Hervormingsmaatregelen op mo netair gebied in grooten stijl: daarin zie ik de oplossing voor het werkloosheids- en conjunc- tuurvraagstuk Prof. Goudriaan keert weer terug tot de Spoorwegen, waarvan hij de, in den laatsten tijd, getroffen maatregelen met respect looft. De invoering van de Diesselelectrische tractie, de grootsch doorgevoerde electrificatie van het middennet, de verbouwing van ettelijke stations: de aanstaande directeur is er vol bewondering voor. Vooral de verbouwing van diverse stations heeft sterk zijn aandacht ge trokken. „Werk van prima vaklieden", aldus formuleert hij het. „Ik ben trotsch op Nederland, dat tal van goed georganiseerde en -geleide bedrijven telt. En ik zeg stellig niet te veel wanneer ik mij enthousiast en optimistisch uitlaat over de kracht van ons land in de internationale concurrentie. Nederlanders zijn volmaakt loyaal, zijn zijn vasthoudend, organiseeren iets zonder overdreven wildheid of bezonnen heid. Kortom ik herken op velerlei wijze in ons land de krachten, die het, in de 17de eeuw, zulk een groote rol in het wereldge beuren deed spelen." Daarmede eindig prof. Goudriaan, die, hij moge dan een „out sider" op spoorweggebied zijn, stellig er toe zal bijdragen, dat het bedrijf, mede onder zijn leiding, de vleugels verder zal uitslaan. Een man van de practijk, die meer dan oppervlak kig met zijn toekomstigen werkkring bekend is. Samen met ir. H. van Manen zal hij er aan bijdragen den naam der Ned. Spoorwegen met eere op te houden. (Nadruk verboden) Reserve-luitenant Aalders op oncorreete wijze verhoord. Verantwoordelijke Duitsche ambtenaren gestraft. De minister van Buitenlandsche Zaken, ten vervolge op de beantwoording van vra gen van den heer Albarda betreffende mis handelingen, welke de Nederlandsche reser ve-luitenant G. Aalders in Duitschland zou hebben ondergaan, heeft thans nog het vol gende geantwoord. Zooals in Augustus 1937 is medegedeeld zijn aan de Duitsche regeering inlichtingen gevraagd met betrekking tot de behande ling. waaraan de Nederlander G. H. Aalders in de gevangenis te Dusseldorf kort na zijn aanhouding in September 1935 zou hebben blootgestaan. In antwoord hierop heeft de Duitsche re geering thans medegedeeld, dat na een zorg vuldig ingesteld onderzoek is komen vast te staan, dat, hoewel de beweringen van den heer Aalders op verschillende punten on nauwkeurig of overdreven zijn, diens verhoor ln stri.id met de bestaande voorschriften or oncorrecte wijze heeft olaats gehad en da' de voor dit betreurenswaardig feit verant woordelijke ambtenaren daarvoor zijn ge straft. ERNSTIG ONGELUK IN KATOENFABRIEK TE HELMOND. Gisterochtend heeft zich in het bedrijf van de N.V. van Vlissingen en Co.'s katoenfa- brieken te Helmond een ongeluk voorgedaan, dat alleen stagnatie in de werkzaamhe- cL.i vvoorzaakte, doch bovendien een arbei der het leven heeft gekost. Omstreeks vijf uur sprong in het ketelhuis een afsluiter van een stoompijp uit elkaar. De 42-jarige stoker Snijders, wonende te Ge- mert, werd door den ontsnappenden stoom getroffen en sloeg hierdoor bewusteloos tegen den grond. De man werd door te hulp snel lend personeel uit zijn benarde positie be vrijd. Hij was met hevige brandwonden over dekt. De man is later in het St. Anthonius- gasthuis overleden. Hij was gehuwd en va der van een groot gezin. Tengevolge van de aangerichte schade in het ketelhuis, moest nagenoeg het geheele personeel bij den aanvang van het werk terug gezonden worden. Men vertrouwt echter, van middag de schade te hebben hersteld en de werkzaamheden te kunnen hervatten. Trein 314 was wel een pecktreiu Eerst moest een rijtuig worden uitgezet, daarna weigerde de locomotief. Trein 314, welke om kwart voor een van Enschedé naar Amsterdam vertrekt, heeft Maandagmiddag wel pech gehad. Omstreeks half vier had men te Apeldoorn ruim 20 minu ten vertraging doordat een rijtuig onklaar was geraakt en uitgezet moest worden. Tusschen Amersfoort en Baarn weigerde te ruim half vijf de locomotief den dienst. Daar op werd het station Amersfoort gewaarschuwd vanwaar een reserve-machine den gestranden trein te hulp kwam en naar Amersfoort terug haalde. Daar werd de trein van een nieuwe locomotief voorzien, waarna de reis werd voortgezet. Tegen zes uur, met ruim een uur vertraging, kwam trein 314 in de hoofdstad aan. „De Oprechte Urker,, commen tarieert Marker Zondagssluiting in het geding. De gemeenteraad van Marken heeft deze* dagen besloten, dat cafés en lunchrooms, als ook het eenige hotel op het eiland, van 's Za terdagsavonds 6 uur tot 's Maandagsmorgens 7 uur moeten zijn gesloten. Zooals men be grijpt heeft dit besluit, dat voor het van de ..vreemdelingenindustrie" voor een groot deel levende eiland van groote beteekenis is, veel gerucht en oppositie veroorzaakt. Maar den merkwaardigsten weerklank zal het toch wel hebben gevonden in een Urksch blad, „Dc oprechte Urker", welk blad er het volgende over schreef: „De raad van Marken heeft besloten om de café's te sluiten van Zaterdagmiddag 6 uur tot Maandagmorgen. We hebben met dit besluit niets te maken. Wat een Marker doet interesseert een Urker en een Volendammer niet. Door de bewoners van die twee vis- schersplaatsen wordt een Marker niet hoog aangeslagen, hetwelk te begrijpen is, want weïk knap mensch loopt nu met zijn hemd boven z'n broek, en draagt bovendien kousen tot aan z'n middel. We zouden over Marken dus gevoeglijk kunnen zwijgen was het niet, dat in die raadsvergadering dooreen lid werd gezegd, dat op Urk ook Zondagsslui ting was en toch zwelgde men daar drank. Tegen deze aantijging moeten we protestee ren. De sluitingsverordening zal wel eens ont doken worden, maar welke verordening wordt dat niet? Van zwelgen is hier geen sprake. Wanneer er Urkers zijn, en die zijn er, welke des Zondags zich het verhemelte streelen met een glaasje alcoholica, dan wordt dat gekocht in den tijd, dat de zaken open zijn. Het geld daarvoor wordt verdiend met vaak harden ar beid en niet met het uitkleeden van vreemde- lingen.Dat Marken Zondagssluitmg invoert en daar lui tegen zijn is begrijpelijk, maar laat men er ons dan buiten houden. Wij zeggen er toch ook niets van dat een Marker op klom pen naar de raadszitting gaat". Ziezoo, daar kan Marken het mee doen. zegt „de Waterlander". Het is anders wel aardig te lezen, dat een Urker met z'n wijde broek en typische bovenkleeding lacht over die malle Marker costuums! De pot verwijt den ketel- Overigens een echt „knus" artikel, waar in de Urker redacteur zijn overkropt gemoed eens duchtig gelucht heeft. Hopen wij slechts, dat deze „officieele persstrijd" tusschen twee befaamde eilanden geen internationale gevol gen met zich zal dragen, gelijk in de Europee- sche landen helaas dagelijks het geval is. Op allerlei wijze tracht men na te maken Dit bewijst toch wel iets niet waar? 'n echt Waarborg-costuum vindt U evenwel alleen bij Kreymborg. (Adv. Ingez. Med.) Nederlandsche Bond van Gemeente ambtenaren. Veertigjarig bestaan van de afdeeling Noord-Holland. De afdeeling Noordholland van den Neder landschen bond van Gemeente-ambtenaren heeft Zaterdag ter gelegenheid van haar veer tigjarig bestaan in hotel „Krasnapolski" te Amsterdam een buitengewone vergadering ge houden. De afdeelingsvoorzitter mr. D. Breebaart. burgemeester van Zijpe, verwelkomde de gas ten, onder wie zich de heeren mr. S. J. van Lier, Secretaris der gemeente Amsterdam, J. Kamman, voorzitter van den bond en Bletz eerelid bevonden. Spr. uitte de beste wenschen voor een spoedig herstel van mr. dr. A. baron Röell, Commissaris der Koningin in de pro vincie Noordholland. Mededeeling werd hierna gedaan van inge komen gelukwenschen van prof. dr. G. A. van Poelje, den heer D. Kooiman, lid van Gedepu teerde Staten van Noordholland van het Hel den der Zeefonds „Dorus Rijkers" en van vele zuster af deelingen. De heer J. Kamman, bondsvoorzitter, sprak een herdenkingsrede uit en releveerde, wat de bond in de ruim 44 jaar van zijn bestaan heeft tot stand gebracht ten aanzien van de mate- rieele positie van de gemeenteambtenaren. Voorts memoreerde hij de verbetering van de opleiding van het ambtenarenkorps en de medewerking van de door den bond ingestelde adviesclubs voor de vereenvoudiging van vele wets-voorschriften. Na deze rede volgden nog vele toespraken. Een feestdiner, gevolgd door een door de af deeling den Helder verzorgd „gezellig samen zijn". besloot den dag. ZWARE BOETE VOOR SMOKKELARIJ VAN SIGARETTENPAPIER Ter zitting van den politierechter te Breda eischte Maandag de rijksadvocaat, mr. G. van Zinnicq Bergman tegen den 49-jarigen meu bel-fabrikant M. J. M van L. uit Roosendaal een boete van f 37.723.70. subsidiair zes maan den hechtenis. Van L. had geen aangifte ge daan van den invoer per auto vanuit België naar Nederland van 45.000 boekjes sigaretten papier. De politierechter zal over veertien da gen uitspraak doen. 'aebtoffer van den onhewaakten overweg. Maandagmiddag om 12.05 uur is het vijftien jarig dochtertje van den arbeider Kostwinder uit Sappemeer op den onbewaakten overweg aan den Winkelhoek a'.daar door den trein naar Groningen gegrepen en op slag gedood. Het meisje bracht eten naar haar vader, die daar in de werkverschaffing is. Wees er als kippen bij! Voor ƒ4.per ka mer behangen wij en leveren het pa pier en rand. Voor kamers van 10 rollen. Uitgebreide sorteering I BEHANCCENTRALE GIERSTRAAT 63 - TELEFOON 18401 (Adv. Ingez. Med.) De Nassau's in de Groote Kerk te Breda. Jongste onderzoek levert goede resultaten op. Maadagmorgen heeft de burgemeester van Breda, namens de commissie van onderzoek, officieele mededeeling gedaan van den uitslag van het gehouden onderzoek naar dfe in den grafgelder, onder het monument van Engel- brecht den Tweede, in de Prinsenkapel van de Groote Kerk te Breda begraven Nassau's. Hij deelde mede. dat in den grafkelder de stoffelijke resten begraven zijn van Hendrik den Derde graaf van Nassau. Dillenburg en Dietz, René van Chalons, graaf van Nassau, Prins van Oranje en eerste Oranje-Nassauer en, met een aan zekerheid grenzende waar schijnlijkheid, ook die van Anna van Buren de eerste vrouw van Willem den Zwijger en een dochtertje Maria uit dit huwelijk, geboren 22 November 1553 en gestorven 7 December 1554. De bevindingen wijken derhalve af van hetgeen men vroeger aannam. Verdere mededeelingen konden niet worden gedaan, zoodat nog afgewacht moet worden wat er eventueel met de stoffelijke resten van de aldaar begraven Nassauers gebeuren gaat. Inbreker pleegde 35 inbraken. De gemeentepolitie van Eindhoven heeft den 31-jarigen fabrieksarbeider M L. N die in een woning was binnengedrongen, op hee- terdaad betrapt. De man bekende schuldig te zijn aan vijfendertig inbraken welke sedert het najaar in 1937 in de woonwijken te Eind hoven werden gepleegd. Hij drong des avonds wanneer de bewonei's afwezig waren door de keukendeur de huizen binnen. Hij bepaalde zich er steeds toe alleen geld te stélen. Kost baarheden liet hij liggen. 'i -eJtkw, motsen mi pijp ECHTE FRIESCHE H EER EN-BAAI OF OUD-HOLLANDSCHE PIJPTABAK (Adv. Ingez. Med.) De strijd 0111 het behoud van den molen. „De Hollandsche Molen" ondervindt te weinig steun. Zaterdagmiddag heeft de vereeniging „De Hollandsche Molen" in Krasnapolsky te Am sterdam haar jaarlijksche algemeene leden vergadering gehouden, onder voorzitterschap van mr. p. G. van Tienhoven. Gelukkig kan men constateeren, aldus de voorzitter, dat de liefde en de zorg voor het aloude maalwerktuig weer zijn opgewekt bij de molenaars, waarvan de meesten bij den aanvang van het bestaan der vereeniging overtuigd waren, dat aan de verdwijning van den Hollandschen molen niets meer was te doen, omdat moderne uitvindingen den molen moesten verdringen. Thans mag geconstateerd worden, dat in vele gevallen de verbeterde molen moderner is dan de moderne olie- en electrische moto ren, terwijl de drijfkracht van den wind niet onderhevig is aan prijsverschillen, maar on veranderlijk den mensch kan dienen, mits de molen op juiste wijze de windkracht kan om zetten in drijfkracht. Als motief voor opoffering der windbemaling en vervanging daarvan door mechanische aandrijving wordt gewenschte diepere ont watering aangevoerd. Windmolens zijn echter zeer zeker in staat tot een lager polderpeil af te malen, doch, en dit betreft niet alleen de windmolens, maar ieder ander gemaal even zeer, dan moet de vijzel, het scheprad of de zuigbuis tot in het polderwater blijven rei ken, wanneer dat niet meer of in onvoldoende mate het geval is, wanneer, zooals de mole naars zeggen, de „tasting" te gering wordt, dan zal weliswaar de bemaling falen, doch het is natuurlijkerwijs dwaasheid om dit fa len bij windbemaling aan den wind als zooda nig te verwijten. De vereeniging zal dan pas volkomen aan haar doel beantwoorden als zij overbodig is .jeworden voor het behoud van onze windmo lens, omdat men dan ook van deskundige zij de aan den molen volkomen recht doet we dervaren. Na goedkeuring van de notulen der vorige vergadering en van het financieel versla;, waarin oa. de geringe financieele steun van sommige provinciale instanties werd be treurd, bracht de secretaresse mej. E. F. Caro, het jaarverslag uit. Het ledental liep andermaal terug en de ver eeniging telt op het oogenblik nog slechts 467 jaarlijksch contribueerende leden, die een in komen geven van f 2957. Alle aftredende bestuursleden werden bij acclamatie herkozen, terwijl op voorstel van het bestuur werd besloten, het algemeen be- ituur met zes leden uit te breiden. Als nieuwe bestuursleden werden bij accla matie benoemd prof. Muysken uit Delft, dr. Bierens de Haan en dr. Tjadema uit Haar lem, de heer Sandifort, lid van de Pro inciale staten van Zuid-Holland, de majoor van het wapen der genie De Man en mr. Hoek stra, burgemeester van Baarderadeel in Friesland. Na de pauze hield de heer G. J. Honig, conservator der Zaanlandsche Oudheidkamer te Zaandijk een voordracht over Jan Adriaansz. Leeghwater. OPTICIENS GAAN PROTESTEEREN Op 21 Maart as. zullen in het gebouw voor kunsten en wetenschappen te Utrecht de opti ciens in een algemeene vergadering bijeenko men, om te protesteeren tegen het ingediende wetsontwerp tot beperking van het refraction neeren. Tevens zal getracht worden de opticiens op deze vergadering tot eenheid te brengen door middel van een daartoe op te richten bond. Deze bond zal een concentratie van alle opti ciens ten doel hebben, om op deze wijze hun belangen zoo goed mogelijk te kunnen behar tigen. BELEEDIGING VAN EEN VOLKSGROEP. De Rotterdamsche rechtbank deed Maan dagmiddag uitspraak in de zaak tegen de 43- jarige E. A. M. L. I. H. E. S. huisvrouw van J. K. wonende te Rotterdam, die in April van het vorige jaar in de etalage van het Kring- huis-west der N.S.B. aan den 's-Gravendijk- wal te Rotterdam het boek van Bart Her mans. getiteld „Jodendom en communisme zonder masker" opengeslagen had ten toon gesteld. Op de opgeslagen bladzijden kwamen enkele passages voor, die beléedigend voor de Joden zijn. De rechtbank achtte het ten laste gelegde oewezen en veroordeelde verdachte bij ver tok tot een geldboete van f 100 subs. 10 da gen hechtenis. De eisch was f 250 boete subs. 10 dagen hechtenis Een raadgeving voor allen: Zorg Aspirin in huis te hebbenl HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEP! (Adv. Ingez. Med.) Incident met geïnterneerde Span jaarden te Bennekom. Tot handtastelijkheden uitgelokt Twee personen in arrest. Maandagmiddag heeft zich te Bennekom een incident voorgedaan, waarbij eenige der aldaar geinterneerde Spanjaarden betrok ken zijn. Van officieele zijde vernemen wij hierom trent het volgende: Even buiten Bennekom passeerde omstreeks vier uur een militaire co lonne uit Ede, met muziek voorop. Een klein aantal zes of zeven der Spanjaarden, die zooals men weet geïnterneerd zijn in het ho tel „Neder-Vel uwe" en die het gebruikelijke wandelverlof hadden gekregen, stonden daar bij toe te kijken. Dit was eveneens het geval met een aantal personen uit Bennekom, een kleine tien man. Op een gegeven moment begonnen eenigen uit deze laatste groep op de Spanjaarden te schelden, waarbij zij in het Spaansch uitdruk kingen bezigden, welke in Spanje zelf van re- publikeinsche zijde aan het adres van de Franco-aanhangers plegen te worden gebruikt. Voorts brachten zij met gebalde vuist den communistischen groet. Hierop kwam het tot handtastelijkheden tusschen de Bennekom- mers en de Spanjaarden. Eén der laatsten, die niet aan het gevecht had deelgenomen, werd met een scherp voorwerp in den rug ge stoken. Hij kon echter op eigen gelegenheid naar het hotel, dat in de onmiddellijke nabij heid was, terugkeeren, waar hij onder doktors behandeling is gesteld. Zijn toestand is rede lijk wel. Inmiddels was de militaire bezetting van het interneeringsdepot gewaarschuwd, welke onder commando van den leider, den eersten luitenant C. A. Brugsma, onmiddellijk heeft ingegrepen. De vechtenden werden ge scheiden, waarna tegen de Bennekommers proces-verbaal werd opgemaakt. Twee hunner zijn in arrest gesteld en naar Ede overgebracht. Het onderzoek is in handen van luit. de Zeeuw, commandant van de politietroepen te Arnhem en luit. Brugsma, leider van het interneerings depot. Men heeft den stelligen indruk, dat de ooi-zaak van het incident in geen geval bij de Spanjaarden moet worden gezocht. Zij gedra gen zich in het openbaai' steeds zeer correct. UIT DE STAATSCOURANT. De nieuwe burgemeester van Krommenie. Bij Kon. besluit van 4 Maart 1938 is met ingang van 1 April 1938 benoemd tot burge meester der gemeente Krommenie J. Kalff. De heer J. Kalff werd 11 September 1901 te Haarlem geboren. De heer Kalff. die een zoon is van wijlen den minister van Waterstaat ir. J. A. Kalff, woont thans te Hillegersberg en is volontair iter gemeentesecretarie van Overschie.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5