De nieuwe directeur der Ned.
Spoorwegen.
WAARBORG-KLEEDING
de
DOUWE EGBERTS
'Aspirin
DINSDAG 8 MAART 1938
HAAHtEM'S DAGBLAD
3
Prof. Goudriaan was zeer verrast toen hem
het verzoek bereikte.
(Van onzen specialen verslaggever).
Zij, die reeds het voorrecht hebben gehad
met prof. dr. ir. J. Goudriaan in contact
te zijn geweest, hetzij in diens functie
van inspecteur van den arbeid, hetzij als di
recteur van het Centrals. Normalisatiebureau,
als hoofdingenieur van de Maatschappij
„Feijenoord, als onder-directeur van de N.V.
Philips' Gloeilampenfabriek of als hoog
leeraar, zullen kunnen beamen, dat de Com
missarissen van de Ned. Spoorwegen moeilijk
een betere keuze hadden kunnen doen dan
juist hèm op de voordracht te plaatsen voor
directeur van de Spoorwegen, waarbij hij wij
len ir. E. C. W. van Dijk als zoodanig zal op
volgen.
Een man van breede allure, met een fris-
schen kijk op de vele problemen, welke hij in
zijn leven heeft moeten overwinnen, proble
men, waarmede hij bij de Ned. Spoorwegen
eveneens weer te maken zal krijgen.
„Partir, c'est mourir un peu!" Prof.
Goudriaan, die op uiterst welwillende en gast
vrije wijze den nieuwsgierigen journalist ont
ving naar aanleiding van zijn te verwachten
benoeming, zegt het, daarbij doelende op den
werkkring bij Philips, die hem zoo dierbaar
is. ..Natuurlijk het was voor mij een verras
sing en een vreugdevolle verrassing, toen men
mij. nu enkele weken geleden, polste, over een
eventueele benoeming tot directeur van de
grootste vervoersorganisatie hier te lande. En
zoodra ik, met ingang van 1 Juni definitief
in functie treed, zal ik mij, met al mijn
enthousiasme en kracht, die ik bezit, aan deze
taak wijden. Dit neemt niet weg, dat ik van
vele goede vrienden in Eindhoven afscheid zal
moeten nemen
M'n loopbaan? Laat ik beginnen met mn
eerste functie, die van inspecteur van den ar
beid. Vier jaar lang, van 1916—1920, was ik als
zoodanig te Amsterdam werkzaam. Daarna
ben ik tot 1922 in centralen dienst te 'sGra-
venhage geweest. Ik bewaar uiterst prettige
herinneringen aan dezen tijd. 't Gold hier
een dienst, die zich bewoog op het terrein van
de hygiëne en de veiligheid in bedrijven en
fabrieken, benevens de verbetering daarvan.
Hier kreeg ik eigenlijk aanschouwelijk onder
richt in de vele vormen van bedrijfsleven,
omdat ik velerlei fabrieken bezoeken moest.
In 1922 kwam ik bij het Centrale Normali
satiebureau, waarbij ik vanzelfsprekend meer
den technischen kant opging. In 1923 werd
ik tot directeur benoemd. Deze werkkring had
een sterk internationaal cachet.
In 1922 trad ik als hoofdingenieur in dienst
bij „Feijenoord", toen nog een maatschappij
waar alleen schepen gebouwd werden, 't Was
vóór de fusie met Wilton. Hier kreeg ik de
leiding van de bouwwerkzaamheden, omdat
juist in 1922 een revolutie op technisch gebied
gaande was. De geheele outillage van de
scheepswerf moest gemoderniseerd worden,
't Tragische zóó mag ik het wel noemen
is geweest, dat toen de moderniseering ge
reed was, de fusie met Wilton tot stand kwam.
En de consequentie daarvan was, dat de ver
nieuwde werf gesloten moest worden. Neen,
de fusie was geen gevolg van de crisis, maar
reeds in 1928 een feit.
In 1928 kreeg ik de kans om bij Philips, in
Eindhoven, te komen. Dat is op 1 Juni a.s.,
wahneer ik, met goedvinden van directie en
commissai'issen het onderdirecteurschap neer
leg. 10 jaar geleden. Vijf jaar lang ben ik
hoofd van de bedrijfsorganisatie geweest. In
1933 kwam m'n benoeming tot onder-direc
teur af. Bij Philips heb ik mij vooral bezig
gehouden o.a. met het transportvraagstuk,
de voorraad politiek en het geheele budgetee-
ringswezen. Ook hier heb ik weer een sterk
internationaal contact gehad. Philips is nu
is nu eenmaal een bedrijf, dat zich in het
buitenland sterk vertakt en zeer veel belan
gen daar te behartigen heeft. Dit zal ik bij
de Spoorwegen stellig erg missen.
Tot mijn groot genoegen zal er, wanneer ik
in Utrecht kom, geen wijziging komen in de
uitoefening van mijn professoraten. Daar ben
ik sterk aan gehecht. Toen ik in Eindhoven
kwam was ik al buitengewoon hoogleeraar
aan de Nederlandsche Handelshoogeschool te
Rotterdam. En in 1936 bood Delft mij even
eens het buitengewoon hoogleeraarsambt aan.
Gelukkig kon ik de beide ambten toen com
bineeren tot één dag. waardoor het mij mo
gelijk werd, zoowel in Rotterdam als in Delft
te doceeren in bedrijfsleer en organisatie dei-
onderneming.
Ik ben blij, dat ik deze ambten zal kunnen
blijven waarnemen. Waarom? Omdat ik,
contact met jonge menschen, een frisschen
kijk houd op de problemen, die zich kunnen
voordoen. M'n colleges geef ik dan ook met
het grootste pleizier. Maar dit laatste geldt
niet voor het afnemen van examens."
Wat mijn interesse voor monetaire vraag
stukken betreft, deze dateert van 1917. In dat
jaar hield prof. dr. C. A. Verrijn Stuart n.l.
zijn inaugureele rede te Utrecht over „De toe
komst van het goud". En die rede heeft me
zoo geboeid, dat ik van dien tijd af sterk de
aandacht aan monetaire vraagstukken ben
gaan schenken.
Vroeger, ik noem bijvoorbeeld het jaar 1909,
toen de Staatscommissie ter bestrijding van
de Werkloosheid een lijvig rapport uitbracht,
legde men geen verband tusschen dit vraag
stuk en de monetaire politiek. In de laatste
tien a vijftien jaar is men daar anders over
gaan denken. In het genoemde rapport werd
de werkloosheid nog als verschijnsel per be
drijfstak gezien en niet in samenhang met het
prijsniveau. Hervormingsmaatregelen op mo
netair gebied in grooten stijl: daarin zie ik de
oplossing voor het werkloosheids- en conjunc-
tuurvraagstuk
Prof. Goudriaan keert weer terug tot de
Spoorwegen, waarvan hij de, in den laatsten
tijd, getroffen maatregelen met respect looft.
De invoering van de Diesselelectrische tractie,
de grootsch doorgevoerde electrificatie van
het middennet, de verbouwing van ettelijke
stations: de aanstaande directeur is er vol
bewondering voor. Vooral de verbouwing van
diverse stations heeft sterk zijn aandacht ge
trokken. „Werk van prima vaklieden", aldus
formuleert hij het.
„Ik ben trotsch op Nederland, dat tal van
goed georganiseerde en -geleide bedrijven telt.
En ik zeg stellig niet te veel wanneer ik mij
enthousiast en optimistisch uitlaat over de
kracht van ons land in de internationale
concurrentie. Nederlanders zijn volmaakt
loyaal, zijn zijn vasthoudend, organiseeren
iets zonder overdreven wildheid of bezonnen
heid. Kortom ik herken op velerlei wijze in
ons land de krachten, die het, in de 17de
eeuw, zulk een groote rol in het wereldge
beuren deed spelen." Daarmede eindig
prof. Goudriaan, die, hij moge dan een „out
sider" op spoorweggebied zijn, stellig er toe
zal bijdragen, dat het bedrijf, mede onder zijn
leiding, de vleugels verder zal uitslaan. Een
man van de practijk, die meer dan oppervlak
kig met zijn toekomstigen werkkring bekend
is. Samen met ir. H. van Manen zal hij er aan
bijdragen den naam der Ned. Spoorwegen
met eere op te houden.
(Nadruk verboden)
Reserve-luitenant Aalders op
oncorreete wijze verhoord.
Verantwoordelijke Duitsche ambtenaren
gestraft.
De minister van Buitenlandsche Zaken,
ten vervolge op de beantwoording van vra
gen van den heer Albarda betreffende mis
handelingen, welke de Nederlandsche reser
ve-luitenant G. Aalders in Duitschland zou
hebben ondergaan, heeft thans nog het vol
gende geantwoord.
Zooals in Augustus 1937 is medegedeeld
zijn aan de Duitsche regeering inlichtingen
gevraagd met betrekking tot de behande
ling. waaraan de Nederlander G. H. Aalders
in de gevangenis te Dusseldorf kort na zijn
aanhouding in September 1935 zou hebben
blootgestaan.
In antwoord hierop heeft de Duitsche re
geering thans medegedeeld, dat na een zorg
vuldig ingesteld onderzoek is komen vast te
staan, dat, hoewel de beweringen van den
heer Aalders op verschillende punten on
nauwkeurig of overdreven zijn, diens verhoor
ln stri.id met de bestaande voorschriften or
oncorrecte wijze heeft olaats gehad en da'
de voor dit betreurenswaardig feit verant
woordelijke ambtenaren daarvoor zijn ge
straft.
ERNSTIG ONGELUK IN KATOENFABRIEK
TE HELMOND.
Gisterochtend heeft zich in het bedrijf van
de N.V. van Vlissingen en Co.'s katoenfa-
brieken te Helmond een ongeluk voorgedaan,
dat alleen stagnatie in de werkzaamhe-
cL.i vvoorzaakte, doch bovendien een arbei
der het leven heeft gekost.
Omstreeks vijf uur sprong in het ketelhuis
een afsluiter van een stoompijp uit elkaar.
De 42-jarige stoker Snijders, wonende te Ge-
mert, werd door den ontsnappenden stoom
getroffen en sloeg hierdoor bewusteloos tegen
den grond. De man werd door te hulp snel
lend personeel uit zijn benarde positie be
vrijd. Hij was met hevige brandwonden over
dekt. De man is later in het St. Anthonius-
gasthuis overleden. Hij was gehuwd en va
der van een groot gezin.
Tengevolge van de aangerichte schade in
het ketelhuis, moest nagenoeg het geheele
personeel bij den aanvang van het werk terug
gezonden worden. Men vertrouwt echter, van
middag de schade te hebben hersteld en de
werkzaamheden te kunnen hervatten.
Trein 314 was wel een pecktreiu
Eerst moest een rijtuig worden uitgezet,
daarna weigerde de locomotief.
Trein 314, welke om kwart voor een van
Enschedé naar Amsterdam vertrekt, heeft
Maandagmiddag wel pech gehad. Omstreeks
half vier had men te Apeldoorn ruim 20 minu
ten vertraging doordat een rijtuig onklaar was
geraakt en uitgezet moest worden.
Tusschen Amersfoort en Baarn weigerde te
ruim half vijf de locomotief den dienst. Daar
op werd het station Amersfoort gewaarschuwd
vanwaar een reserve-machine den gestranden
trein te hulp kwam en naar Amersfoort terug
haalde. Daar werd de trein van een nieuwe
locomotief voorzien, waarna de reis werd
voortgezet.
Tegen zes uur, met ruim een uur vertraging,
kwam trein 314 in de hoofdstad aan.
„De Oprechte Urker,, commen
tarieert
Marker Zondagssluiting in het geding.
De gemeenteraad van Marken heeft deze*
dagen besloten, dat cafés en lunchrooms, als
ook het eenige hotel op het eiland, van 's Za
terdagsavonds 6 uur tot 's Maandagsmorgens
7 uur moeten zijn gesloten. Zooals men be
grijpt heeft dit besluit, dat voor het van de
..vreemdelingenindustrie" voor een groot deel
levende eiland van groote beteekenis is, veel
gerucht en oppositie veroorzaakt. Maar den
merkwaardigsten weerklank zal het toch wel
hebben gevonden in een Urksch blad, „Dc
oprechte Urker", welk blad er het volgende
over schreef:
„De raad van Marken heeft besloten om
de café's te sluiten van Zaterdagmiddag 6
uur tot Maandagmorgen. We hebben met dit
besluit niets te maken. Wat een Marker doet
interesseert een Urker en een Volendammer
niet. Door de bewoners van die twee vis-
schersplaatsen wordt een Marker niet
hoog aangeslagen, hetwelk te begrijpen is,
want weïk knap mensch loopt nu met zijn
hemd boven z'n broek, en draagt bovendien
kousen tot aan z'n middel. We zouden over
Marken dus gevoeglijk kunnen zwijgen was
het niet, dat in die raadsvergadering dooreen
lid werd gezegd, dat op Urk ook Zondagsslui
ting was en toch zwelgde men daar drank.
Tegen deze aantijging moeten we protestee
ren. De sluitingsverordening zal wel eens ont
doken worden, maar welke verordening wordt
dat niet? Van zwelgen is hier geen sprake.
Wanneer er Urkers zijn, en die zijn er, welke
des Zondags zich het verhemelte streelen met
een glaasje alcoholica, dan wordt dat gekocht
in den tijd, dat de zaken open zijn. Het geld
daarvoor wordt verdiend met vaak harden ar
beid en niet met het uitkleeden van vreemde-
lingen.Dat Marken Zondagssluitmg invoert en
daar lui tegen zijn is begrijpelijk, maar laat
men er ons dan buiten houden. Wij zeggen er
toch ook niets van dat een Marker op klom
pen naar de raadszitting gaat".
Ziezoo, daar kan Marken het mee doen. zegt
„de Waterlander". Het is anders wel aardig te
lezen, dat een Urker met z'n wijde broek en
typische bovenkleeding lacht over die malle
Marker costuums! De pot verwijt den ketel-
Overigens een echt „knus" artikel, waar
in de Urker redacteur zijn overkropt gemoed
eens duchtig gelucht heeft. Hopen wij slechts,
dat deze „officieele persstrijd" tusschen twee
befaamde eilanden geen internationale gevol
gen met zich zal dragen, gelijk in de Europee-
sche landen helaas dagelijks het geval is.
Op allerlei wijze tracht men
na te maken
Dit bewijst toch wel iets niet waar?
'n echt Waarborg-costuum vindt U evenwel alleen bij Kreymborg.
(Adv. Ingez. Med.)
Nederlandsche Bond van Gemeente
ambtenaren.
Veertigjarig bestaan van de afdeeling
Noord-Holland.
De afdeeling Noordholland van den Neder
landschen bond van Gemeente-ambtenaren
heeft Zaterdag ter gelegenheid van haar veer
tigjarig bestaan in hotel „Krasnapolski" te
Amsterdam een buitengewone vergadering ge
houden.
De afdeelingsvoorzitter mr. D. Breebaart.
burgemeester van Zijpe, verwelkomde de gas
ten, onder wie zich de heeren mr. S. J. van
Lier, Secretaris der gemeente Amsterdam, J.
Kamman, voorzitter van den bond en Bletz
eerelid bevonden. Spr. uitte de beste wenschen
voor een spoedig herstel van mr. dr. A. baron
Röell, Commissaris der Koningin in de pro
vincie Noordholland.
Mededeeling werd hierna gedaan van inge
komen gelukwenschen van prof. dr. G. A. van
Poelje, den heer D. Kooiman, lid van Gedepu
teerde Staten van Noordholland van het Hel
den der Zeefonds „Dorus Rijkers" en van vele
zuster af deelingen.
De heer J. Kamman, bondsvoorzitter, sprak
een herdenkingsrede uit en releveerde, wat de
bond in de ruim 44 jaar van zijn bestaan heeft
tot stand gebracht ten aanzien van de mate-
rieele positie van de gemeenteambtenaren.
Voorts memoreerde hij de verbetering van de
opleiding van het ambtenarenkorps en de
medewerking van de door den bond ingestelde
adviesclubs voor de vereenvoudiging van vele
wets-voorschriften.
Na deze rede volgden nog vele toespraken.
Een feestdiner, gevolgd door een door de af
deeling den Helder verzorgd „gezellig samen
zijn". besloot den dag.
ZWARE BOETE VOOR SMOKKELARIJ VAN
SIGARETTENPAPIER
Ter zitting van den politierechter te Breda
eischte Maandag de rijksadvocaat, mr. G. van
Zinnicq Bergman tegen den 49-jarigen meu
bel-fabrikant M. J. M van L. uit Roosendaal
een boete van f 37.723.70. subsidiair zes maan
den hechtenis. Van L. had geen aangifte ge
daan van den invoer per auto vanuit België
naar Nederland van 45.000 boekjes sigaretten
papier. De politierechter zal over veertien da
gen uitspraak doen.
'aebtoffer van den onhewaakten
overweg.
Maandagmiddag om 12.05 uur is het vijftien
jarig dochtertje van den arbeider Kostwinder
uit Sappemeer op den onbewaakten overweg
aan den Winkelhoek a'.daar door den trein
naar Groningen gegrepen en op slag gedood.
Het meisje bracht eten naar haar vader, die
daar in de werkverschaffing is.
Wees er als
kippen bij!
Voor ƒ4.per ka
mer behangen wij
en leveren het pa
pier en rand. Voor
kamers van 10 rollen.
Uitgebreide
sorteering I
BEHANCCENTRALE
GIERSTRAAT 63 - TELEFOON 18401
(Adv. Ingez. Med.)
De Nassau's in de Groote Kerk te
Breda.
Jongste onderzoek levert goede resultaten op.
Maadagmorgen heeft de burgemeester van
Breda, namens de commissie van onderzoek,
officieele mededeeling gedaan van den uitslag
van het gehouden onderzoek naar dfe in den
grafgelder, onder het monument van Engel-
brecht den Tweede, in de Prinsenkapel van de
Groote Kerk te Breda begraven Nassau's.
Hij deelde mede. dat in den grafkelder de
stoffelijke resten begraven zijn van Hendrik
den Derde graaf van Nassau. Dillenburg en
Dietz, René van Chalons, graaf van Nassau,
Prins van Oranje en eerste Oranje-Nassauer
en, met een aan zekerheid grenzende waar
schijnlijkheid, ook die van Anna van Buren
de eerste vrouw van Willem den Zwijger en
een dochtertje Maria uit dit huwelijk, geboren
22 November 1553 en gestorven 7 December
1554. De bevindingen wijken derhalve af van
hetgeen men vroeger aannam.
Verdere mededeelingen konden niet worden
gedaan, zoodat nog afgewacht moet worden
wat er eventueel met de stoffelijke resten van
de aldaar begraven Nassauers gebeuren gaat.
Inbreker pleegde 35 inbraken.
De gemeentepolitie van Eindhoven heeft
den 31-jarigen fabrieksarbeider M L. N die
in een woning was binnengedrongen, op hee-
terdaad betrapt. De man bekende schuldig te
zijn aan vijfendertig inbraken welke sedert
het najaar in 1937 in de woonwijken te Eind
hoven werden gepleegd. Hij drong des avonds
wanneer de bewonei's afwezig waren door de
keukendeur de huizen binnen. Hij bepaalde
zich er steeds toe alleen geld te stélen. Kost
baarheden liet hij liggen.
'i -eJtkw, motsen mi pijp
ECHTE FRIESCHE H EER EN-BAAI OF
OUD-HOLLANDSCHE PIJPTABAK
(Adv. Ingez. Med.)
De strijd 0111 het behoud van den
molen.
„De Hollandsche Molen" ondervindt te
weinig steun.
Zaterdagmiddag heeft de vereeniging „De
Hollandsche Molen" in Krasnapolsky te Am
sterdam haar jaarlijksche algemeene leden
vergadering gehouden, onder voorzitterschap
van mr. p. G. van Tienhoven.
Gelukkig kan men constateeren, aldus de
voorzitter, dat de liefde en de zorg voor het
aloude maalwerktuig weer zijn opgewekt bij
de molenaars, waarvan de meesten bij den
aanvang van het bestaan der vereeniging
overtuigd waren, dat aan de verdwijning van
den Hollandschen molen niets meer was te
doen, omdat moderne uitvindingen den molen
moesten verdringen.
Thans mag geconstateerd worden, dat in
vele gevallen de verbeterde molen moderner
is dan de moderne olie- en electrische moto
ren, terwijl de drijfkracht van den wind niet
onderhevig is aan prijsverschillen, maar on
veranderlijk den mensch kan dienen, mits de
molen op juiste wijze de windkracht kan om
zetten in drijfkracht.
Als motief voor opoffering der windbemaling
en vervanging daarvan door mechanische
aandrijving wordt gewenschte diepere ont
watering aangevoerd. Windmolens zijn echter
zeer zeker in staat tot een lager polderpeil af
te malen, doch, en dit betreft niet alleen de
windmolens, maar ieder ander gemaal even
zeer, dan moet de vijzel, het scheprad of de
zuigbuis tot in het polderwater blijven rei
ken, wanneer dat niet meer of in onvoldoende
mate het geval is, wanneer, zooals de mole
naars zeggen, de „tasting" te gering wordt,
dan zal weliswaar de bemaling falen, doch
het is natuurlijkerwijs dwaasheid om dit fa
len bij windbemaling aan den wind als zooda
nig te verwijten.
De vereeniging zal dan pas volkomen aan
haar doel beantwoorden als zij overbodig is
.jeworden voor het behoud van onze windmo
lens, omdat men dan ook van deskundige zij
de aan den molen volkomen recht doet we
dervaren.
Na goedkeuring van de notulen der vorige
vergadering en van het financieel versla;,
waarin oa. de geringe financieele steun van
sommige provinciale instanties werd be
treurd, bracht de secretaresse mej. E. F. Caro,
het jaarverslag uit.
Het ledental liep andermaal terug en de ver
eeniging telt op het oogenblik nog slechts 467
jaarlijksch contribueerende leden, die een in
komen geven van f 2957.
Alle aftredende bestuursleden werden bij
acclamatie herkozen, terwijl op voorstel van
het bestuur werd besloten, het algemeen be-
ituur met zes leden uit te breiden.
Als nieuwe bestuursleden werden bij accla
matie benoemd prof. Muysken uit Delft, dr.
Bierens de Haan en dr. Tjadema uit Haar
lem, de heer Sandifort, lid van de Pro
inciale staten van Zuid-Holland, de majoor
van het wapen der genie De Man en mr. Hoek
stra, burgemeester van Baarderadeel in
Friesland.
Na de pauze hield de heer G. J. Honig,
conservator der Zaanlandsche Oudheidkamer
te Zaandijk een voordracht over Jan
Adriaansz. Leeghwater.
OPTICIENS GAAN PROTESTEEREN
Op 21 Maart as. zullen in het gebouw voor
kunsten en wetenschappen te Utrecht de opti
ciens in een algemeene vergadering bijeenko
men, om te protesteeren tegen het ingediende
wetsontwerp tot beperking van het refraction
neeren.
Tevens zal getracht worden de opticiens op
deze vergadering tot eenheid te brengen door
middel van een daartoe op te richten bond.
Deze bond zal een concentratie van alle opti
ciens ten doel hebben, om op deze wijze hun
belangen zoo goed mogelijk te kunnen behar
tigen.
BELEEDIGING VAN EEN VOLKSGROEP.
De Rotterdamsche rechtbank deed Maan
dagmiddag uitspraak in de zaak tegen de 43-
jarige E. A. M. L. I. H. E. S. huisvrouw van
J. K. wonende te Rotterdam, die in April van
het vorige jaar in de etalage van het Kring-
huis-west der N.S.B. aan den 's-Gravendijk-
wal te Rotterdam het boek van Bart Her
mans. getiteld „Jodendom en communisme
zonder masker" opengeslagen had ten toon
gesteld. Op de opgeslagen bladzijden kwamen
enkele passages voor, die beléedigend voor de
Joden zijn.
De rechtbank achtte het ten laste gelegde
oewezen en veroordeelde verdachte bij ver
tok tot een geldboete van f 100 subs. 10 da
gen hechtenis.
De eisch was f 250 boete subs. 10 dagen
hechtenis
Een raadgeving voor
allen:
Zorg Aspirin in huis te
hebbenl
HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEP!
(Adv. Ingez. Med.)
Incident met geïnterneerde Span
jaarden te Bennekom.
Tot handtastelijkheden uitgelokt
Twee personen in arrest.
Maandagmiddag heeft zich te Bennekom
een incident voorgedaan, waarbij eenige der
aldaar geinterneerde Spanjaarden betrok
ken zijn.
Van officieele zijde vernemen wij hierom
trent het volgende: Even buiten Bennekom
passeerde omstreeks vier uur een militaire co
lonne uit Ede, met muziek voorop. Een klein
aantal zes of zeven der Spanjaarden, die
zooals men weet geïnterneerd zijn in het ho
tel „Neder-Vel uwe" en die het gebruikelijke
wandelverlof hadden gekregen, stonden daar
bij toe te kijken. Dit was eveneens het geval
met een aantal personen uit Bennekom, een
kleine tien man.
Op een gegeven moment begonnen eenigen
uit deze laatste groep op de Spanjaarden te
schelden, waarbij zij in het Spaansch uitdruk
kingen bezigden, welke in Spanje zelf van re-
publikeinsche zijde aan het adres van de
Franco-aanhangers plegen te worden gebruikt.
Voorts brachten zij met gebalde vuist den
communistischen groet. Hierop kwam het tot
handtastelijkheden tusschen de Bennekom-
mers en de Spanjaarden. Eén der laatsten,
die niet aan het gevecht had deelgenomen,
werd met een scherp voorwerp in den rug ge
stoken. Hij kon echter op eigen gelegenheid
naar het hotel, dat in de onmiddellijke nabij
heid was, terugkeeren, waar hij onder doktors
behandeling is gesteld. Zijn toestand is rede
lijk wel. Inmiddels was de militaire bezetting
van het interneeringsdepot gewaarschuwd,
welke onder commando van den leider, den
eersten luitenant C. A. Brugsma, onmiddellijk
heeft ingegrepen. De vechtenden werden ge
scheiden, waarna tegen de Bennekommers
proces-verbaal werd opgemaakt. Twee hunner
zijn in arrest gesteld en naar Ede overgebracht.
Het onderzoek is in handen van luit. de Zeeuw,
commandant van de politietroepen te Arnhem
en luit. Brugsma, leider van het interneerings
depot. Men heeft den stelligen indruk, dat de
ooi-zaak van het incident in geen geval bij de
Spanjaarden moet worden gezocht. Zij gedra
gen zich in het openbaai' steeds zeer correct.
UIT DE STAATSCOURANT.
De nieuwe burgemeester van
Krommenie.
Bij Kon. besluit van 4 Maart 1938 is met
ingang van 1 April 1938 benoemd tot burge
meester der gemeente Krommenie J. Kalff.
De heer J. Kalff werd 11 September 1901 te
Haarlem geboren.
De heer Kalff. die een zoon is van wijlen
den minister van Waterstaat ir. J. A. Kalff,
woont thans te Hillegersberg en is volontair
iter gemeentesecretarie van Overschie.