Onze Voorjaarshoeden
In het felle Zonlicht
RADOX
MENU VAN DE WEEK
Anna Magdalena Bach
DONDERDAG 17 MAART 1938
HX'AREEM'S DAGBLAD
OOK VOOR
DAMAVE
(Adv. Ingez. Med.)
D'e Maartsche zon is een meedogenlooze zon.
Want niet alleen verlicht zij alle spinraggen
en stofhoeken, alle slijtplekken, en kale ran
den zoodat wij haastig naar dweil en lui
wagen, naar stofdoek en beurs grijpen om
al die euvels zooveel mogelijk te herstellen.
Ook ons eigen spiegelbeeld verschijnt daar
opeens in een vee] heller tegenstelling en tien
tegen één dat wij schrikken van het resul-
staat.
Het doffe en dikwijls diffuse licht van de
wintermaanden heeft ons allerlei onvolko
menheden in ons uiterlijk nonchalant over
het hoofd doen zien, hoewel wij vermoedelijk
best wisten dat zij er waren. Maar de felle
Maartschezon die in onze kamers schijnt,
heeft het verdoezelde winterlicht overtroffen
en menig vergeten, of misschien ook wel, nooit
eerder ontdekt foutje komt daarmee voor den
draad.
Ai, ai, daar zijn rimpeltjes bij de oogen ver
schenen, die er nog niet waren, en die ver
ticale trek ibij de mondhoeken, die wij in het
najaar al zagen, maar die we toen aan slapte
toeschreven, blijkt er lang niet minder op te
zijn geworden.
Ook de rimpels in het voorhoofd zijn toch
wel dieper dan je dacht en het „kinnetje" is
niets minder dan het vorige jaar/niettegen
staande je toch wat dikker bent geworden.
Of zou dat ook al een bewijs van oud-worden
zijn?
Om nog maar niet te spreken van den aan
voer van grijze haren in één seizoen; het is
niet te gelooveii, er ligt in deze zon compleet
een grijs waas over je hoofd.
Wat nu, in paniekstemming naar den kapper
om een middeltje voor het bijkleuren van je
haar? En vandaar in één ren door naar de
schoonheidsspecialiste om al die euvels, koste
wat het kost, zooveel mogelijk weg te wer
ken? En wanneer je dit alles ten koste van veel
tijd en geld bereikt hebt, voel je je dan vaak
als een vrouw van dertig, of zie je er alleen
maar naar uit, en is je innerlijk hetzelfde ge
bleven?
Ziedaar de moeilijkheid van een schoon
heidskuur die geen rekening houdt met de
werkelijkheid: dat uiterlijk en innerlijk niet
meer bij elkaar passen; dat je schrikt van
je oud-geworden gezicht, dat je denkt aan de
frisch'heid ader jeugd en meent dat' daarin
het zuivere geluk gelegen moet zijn. Maar dat
j vergeet, dat het tenslotte op den geest aan
komt, dat een jongemeisj es-uiterlijk met
denkbeelden van een vrouw van middelbaren
leeftijd elkaar niet verdragen, terwijl als de
geest jong blijft, dat wil dus zeggen zijn
levendige belangstelling, zijn frischheid, zijn
toegankelijkheid voor alles en iedereen houdt,
dat dan het uiterlijk er zeer weinig toe doet.
Daarmee bedoel ik allerminst, dat men het
uiterlijk best kan verwaarloozen, dat een
vrouw van middelbaren leeftijd of ouder
zich nergens anders meerdan om haar in
nerlijk zou behoeven te bekommeren. Laat de
moeder met groote kinderen zich' ook maar
op echt vrouwelijke wijze voor de laatste mode
interesseeren en laat zij zich maar afvragen,
wat zij het best voor haar uiterlijk schoon
kan doen. Maar dan moet zij daarbij in het
oog houden, dat zij har leeftijd niet moet
verdoezelen, maar een ruggesteun van frisch
heid en wijze ervaring moet geven Het kan
best zijn, dat de schoonheidsspecialiste daar
aan te pas moet komen, het kan ook wezen
dat alleen een pedicure maar noodig is of an
ders een kapper met smaak en overleg voor
het passende kapsel.
Een verjonging heeft elke vrouw zoo nu en
dan noodig, zegt men en dan vooral in dezen
tijd, nu de lente voor de deur staat en nu
het helle licht zoo onbarmhartig alle gebre
ken aan den dag brengt. Maar die verjon
ging foeteekent niet een verjonging' in jaren
met kunst en vliegwerk, maar een verfris-
sching van den leeftijd die men aanvaarden
moet en wil. En die niet opzij gaat voor een
paar rimpels en wat grijze haren, maar
ze met opgeruimdheid weet te aanvaarden.
E. E. J.—P.
EEN VETTE,ONZUIVERE HUID
kunt U gemakkelijk verbeteren door het gebruik
van Radox, telkens wanneer ge Uw gezicht wascht.
Bij apothekers en erkende drogisten a f 0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
(Adv. Ingez. Med.)
Charmante mode van lint en bloemen
En wat is er nu eigenlijk aan de hand met
de nieuwe hoedjes? Wat moeten we dragen,
willen we er niet al te ouderwetsch uitzien?
Menige dame, die er graag goed uitziet
en toch heelemaal niet houdt van al die
op de spits gedreven excentriciteiten slaakt
reeds een nauw bedwongen zucht
Toch is dit niet noodig, want de nieuwe
mode in hoeden biedt zóóveel moois en bo
venal zóóveel verscheidenheid ,dat ieder er
aardig èn modieus mee kan uitzien.
•De bollen zijn vaak nog een weinig ver
hoogd. Ze ioopen soms spits toe of zijn van
boven afgewerkt met een ingezet driehoekje.
Soms ook streven ze eenigszins cylindervor-
mig omhoog, maar steeds zonder overdrijving,
De rand is meest opgeslagen, soms alleen
van achteren, waar zij dan is ingesneden en
vlak tegen den nek sluit; een andere keer
heelemaal rondom of opzij. Allerlei naadjes
die den bol versieren, allerlei deukjes, kneep
jes en knipjes maken het aspect van de
nieuwe hoeden buitengewoon vrouwelijk.
Het materiaal? Bij mantels en costuums
zachtgekleurd vilt, zijde (dikwijls Schotsch)
en grof stroo.
Bij lichte zomertoiletjes fijn stroo of zijde,
versierd met de allersierlijkste bloemboeket-
jes.
Hiervan geeft onze teekening enkele aan
trekkelijke voorbeelden!
Moei de Vrouw
Gehoorzamen
In Frankrijk is den laatsten tijd heel wat
over dit gewichtige probleem te doen ge
weest.
Tot dusver was n.l. de gehoorzaamheids
plicht der vrouw tegenover haar echtgenoot
in Art. 213 van het Fransche burgerlijk wet
boek uitdrukkelijk vastgelegd en dit artikel
moest net als bij ons trouwens, bij iedere
huwelijkssluiting voor den burgerlijken stand
aan het jonge paar worden voorgelezen. Sinds
1848 hebben de vrouwen den strijd tegen dit
wetsartikel aangebonden, 't Begon met een
optocht van suffragettes onder tromgeroffel
naar het stadhuis, waar de dames door den
dichter Lamartine namens de voorloopige re
geering ontvangen werden. Deze hield een
vlammende en enthousiaste toespraak, waar
door de dames diep bewpgen werden. Ze
trokken welvoldaan af enhet artikel
bleef.
Het bleef tot op den huidigen dag, doch is
nu onlangs afgeschaft. Behoeven de Fransche
vrouwen nu niet meer te gehoorzamen? Dit is
een teere kwestie, waarop niet zoo gemakkelijk
het antwoord te geven is.
In ieder geval kan de man op grond der
wet geen gehoorzaamheid van zijn vrouw
meer eischen, doch onder de nieuwe wet
wordt hij „gezinshoofd". De vrouw heeft dus
geen heer en meester meer maar een „hoofd"
en volgens het nieuwe wetsartikel is ze. ook
niet meer gedwongen, den man „overal te
volgen, waar hij zich vestigt", doch de man
krijgt nu het recht, de woonplaats van het
gezin te kiezen en de vrouw is verplicht, haai
man te begeleiden, 't Onderscheid lijkt ons
niet bijster groot.
Wat evenwel wel een belangrijke verbete
ring voor de Fransche getrouwde vrouw is; zij
heeft nu rechtspersoonlijkheid gekregen, mag
een proces voeren, een contract sluiten, een
bankconto openen, een chequeboek bezitten
(ook zonder toestemming van den man), een
erfenis aanvaarden, een examen afleggen en
een beroep uitoefenen.
Maandag:
Runderlappen
Gedroogde appelen
Aardappelen
Wentelteefjes
Dinsdag:
Varkenskarbonaden
Stamppot van raap-
steeltjes met rijst.
Sultanen met
vanillevla.
Woensdag:
Bokking
Roode kool
Aardappelen
Botersaus
Havermoutpap
Donderdag:
Vermicellisoep
Gehakt
•Aardappelen
Schorseneeren
Rabarbervla
Vrijdag:
Gebakken eieren
Spinazie
Gebakken
aai-d appelen
Griesmeelschotel
met bitterkoekjes
Zaterdag:
Rijst met poulet en
tomatensaus
Dunsel of veldsla.
Pannekoeken
Zondag
Nierbroodjes
Kalfsfricandeau.
Snijboonen uit de bus
Aardappelen
Rijstpudding met
abrikozen
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Jachtschotel van
bruine boonen, aard
appelen en gebakken
uien
Dunsel of veldsla
Vanillevla met
vruchten.
2. Rijstcroquetten met
tomatensaus.
Schorseneeren
Aardappelen
Rabarbercompöte
3. Spinaziesoep
Sla van biet, appel
en ui
Aardappelkoekj es
Griesmeelpudding met
gestoofde kersen
4. Kaascroquetten
Stamppot van raap-
steeltjes met rijst.
Vruchten en noten
RECEPTEN.
Stamppot van raapsteeltjcs met rijst.
Benoodigdheden: 6 a 8 bosjes raapstelen, 1
K.G. aardappelen. 1 ons rijst, 40 gr. boter of
vet van jus, zout.
Bereiding: De raapsteeltjes bij kleine
bosjes tegelijk uitzoeken, de worteltjes er af
snijden en ze klein snijden. Ze wasschen en
opzetten met klein beetje water en zout en
half gaar koken. De aardappelen onder de
raapsteeltjes leggen, de rijst ertusschen
strooien en zorgen, dat deze goed door de
groente bedekt is. Wat zout en zooveel water
nog toevoegen, dat de aardappelen voor 3/4
onderstaan. De stamppot onder af en toe
schudden gaar en droog laten koken, door
elkaar roeren en stoven met de boter.
Gebraden saucijsjes, varkenslappen of kar
bonaden er bij geven.
Rijstpudding met abrikozen.
Benoodigdheden: 1 L, melk, 100 gr. rijst, 50
•gr. suiker, 2 eieren, vanille, zout. 1 blik abri
kozen of 125 gr. gedroogde abrikozen, L.
water, 50 gr. suiker, sago, 10 blaadjes gela
tine.
Bereiding: De melk met de vanille en het
zout aan dén kook brengen, de gewasschen
rijst er in strooien en de pap gaar koken (1
uur). De in koud water geweekte, goed uit
geknepen gelatine vaar't vuur er in oplossen,
de eidooiers en de suiker toevoegen en op het
laatst de stijfgeklopte eiwitten er mee ver
mengen. De massa koud laten worden, er tel
kens in roeren om de massa goed gemengd
te houden.
In een met wat olie ingesmeerden vorm een
kleine hoeveelheid rijst doen, hierop eenige
abrikozen leggen, dan weer rijst en weer abri
kozen, de bovenste laag moet uit rijst be
staan. Als de pudding heelemaal stijf is kee-
ren en garneeren met de rest van de abri
kozen. Abrikozen uit het blik kunnen zoo ge-
bi-uikt worden.
Men moet echter zorgen dat er niet te veel
sap met de vruchten tusschen de rijstlagen
komt. Gedroogde abrikozen worden gewas
schen. 24 uur geweekt in het water met de
suiker en voorzichtig gaar gekookt (pl.m. 10
minuten). Het sap wordt met wat sago ge
bonden. De abricozen moeten koud zijn als
als ze op de puddinglaag gelegd worden. De
rijstmassa moet bij het vullen van den vorm
zoo stijf zijn dat de abrikozen niet naar be
neden zakken. Deze mogen ook niet den wand
van den vorm raken, omdat bij het keeren
er dan kans is dat de pudding in tweeën uit
den vorm komt.
Nierbroodjes.
Benoodigdheden: l kalfsnier, 1/2 lepel ge
bakte peterselie, 1 kleine ui, 2 eidooiers, iy2
d.L. bouillon, 8 a 10 stukjes brood, boter, peper,
zout.
Bereiding: Het brood in stukjes snijden van
pl.m. 8 x 10 c.M. en deze in boter in de koeke-
pan licht brum bakken. De nier opzetten met
koud water; als dit kookt er afgieten en met
versch water en zout gaar koken (3/4 uur)De
nier fijnhakken en vermengen met de ge
hakte ui, peterselie, de geklopte dooiers, pe
per, zout en bouillon en dit mengsel op het
vuur verwarmen tot het goed samenhangt.
Een dik laagje hiervan op de broodjes leggen,
ze netjes glad strijken en in den oven goed
warm laten worden. Opdienen op een vinger
doekje en garneeren met petersdie.
De taak der vrouw
in
de politiek
Een nieuwbelangwek
kend geschrift van de
Vrouwenkruistoch t.
De brochurecentrale „Vrouwenkruistocht"
te Haarlem, deed zooeven een nieuw', ge
schriftje van de hand van Mevr. A. E. Talens-
Ebbens het licht zien. Het draagt tot titel „De
taak der vrouw in de politiek" en de gedach
ten, die de schrijfster hierin ontwikkeld, zijn.
hoewel niet nieuw, toch uiterst helder gefor
muleerd. hetgeen vooral in dezen tijd van be
zinning in feministische en andere vrouwen
kringen zijn groote waarde kan hebben.
Schr. begint met te constateeren, dat de
practijk van het vrouwenkiesrecht, waarvoor
indertijd zoo vurig gestreden is, ver beneaen
de verwachting gebleven is. Het is gebleken,
dat de vrouw in het algemeen met weinig
spontane belangstelling aan het politieke le
ven heeft deelgenomen, dat zij daarin weinig
oorspronkelijk initiatief heeft ontwikkeld en
veelal de echo van den man is geweest. Het
vrouwenkiesrecht is naar zijn zichtbare en
practische waarde min of meer een fiasco ge
weest en de stem der vrouwen is ongemerkt
ten offer gevallen aan den politieken strijd. De
oorzaak van dit betrekkelijke fiasco schrijft
mevr. Talens toe aan het feit, dat de politieke
strijd waarin zij zoo opeens werd geworpen,
in het algemeen vreemd en vijandig was aan
het wezen der vrouw. Toch is zij van oordeel
dat juist voor de vrouw een belangrijke taak
zou liggen op politiek gebied. Immers: is niet
zij, die van nature geroepen is om haar huis
gezin te dienen, thans door haar medezeggen
schap in de maatschappij geroepen om het
gezin van gemeente, provincie en staat in den
zelfden geest te dienen? Ls het niet de taak der
hedendaagsche zelfbewuste, mondige en maat
schappelijk georiënteerde vrouw om mede
door de politiek, die sfeer in de maatschappij
te brengen, die steeds het goede gezin geken
merkt heeft en die ook de maatschappij tot
een waarachtig „tehuis" voor de menschheid
zou vervormen?
Om deze politieke taak wèl te verstaan en in
waarheid te vervullen moet de vrouw trachten
om zich objectief en onpartijdig tegenover de
politieke partijen in te stellen, teneinde in al
deze partijen het ware van het onware te on
derscheiden. Schr. geeft dan een noodge
dwongen eenigszins oppervlakkige uiteen
zetting van wat zij in de verschillende politieke
stroomdngen van onzen tijd als het ware en
het onware ziet en besluit met de volgende
conclusie:
Het ié vooral de taak der vrouw, van haar,
die krachtens wezen en traditie in het alge
meen minder dan de man verpolitiekt is, om
deze kern van waarheid en idealisme in de po
litieke partijen te realiseeren, te ontwikkelen
en tot volwassenheid te brengen. Op deze wijze
zouden de levensproblemen, die aan de politiek
ten grondslag liggen, maar door de politiek
vaak tot levensvreemde strijdvragen onher
kenbaar zijn verminkt, weer zuiver naar voren
komen en langs evolutionnairen weg princi
pieel en ten dienste der menschheid als geheel
worden opgelost. Zulks eischt, dat de thans
zelfbewuste, volmondige en maatschappelijk
georiënteerde vrouw zich ook in haar politieke
leven bewust wordt van haar geheel eigen ga
ven, mogelijkheden en inzichten als vrouw.
Dan zal zij, die krachtens haar vrouw-zijn tot
den dienst aan het leven en de opvoeding van
den geest boven den vorm en de materie stel
len. Daardoor zal haar politiek niet meer al
leen een zaak van wil en verstand, maar bo
venal van liefde en intuïtie zijn. Daardoor ook
zal haar politieke streven niet meer hoofdza
kelijk door leering en door de macht van het
woord en de rede, maar vooral door opvoeding
en door het gezag van eigen daad en voorbeeld
worden gedragen. Dan zal de vrouw politieke
gescliillen negeeren en den politieken strijd
vermijden door de punten van overeenkomst
tusschen de partijen te zoeken en den politie
ken vrede te bereiden.
Geen jongens in m'n keuken!
Een vermakelijk voorvalletje gebeurde laatst
in Frankrijk, waar de zeer populaire en ge
vierde kok van een groot Parijsch restaurant
zijn moeder in de provincie kwam bezoe
ken.
Öïn het vrouwtje eens een extra plezier te
doen, ging hij naar de keuken om een van
zijn in binnen- en buitenland beroemde
specialiteiten voor haar klaar te maken.
Nu zou moeder toch eens iets heel bijzon
ders proeven! Goed, moeder ging op een stoel
in de keuken zitten en keek toe, maar reeds
na vijf minuten begon ze teekenen van on
rust te vertoonen. Ze werd steeds opgewon
dener, en na een half uur hield ze 't heusch
niet meer uit: ze greep de beroemdheid bij
den arm en zette hem met den traditioneelen
uitroep: „geen jongens in m'n keuken!", op
de gang.
Later vertelde ze hem, dat ze 't geknoei niet
langer had kunnen aanzien en trouwens vroe
ger ook altijd al gezegd had, dat jongens
in de keuken niet thuishooren.
De zoon liet zich overigens de specialiteit,
die moeder daarna klaarmaakte uitstekend
smaken!
Levensgezellin van Johann Sebastian:
een gelukkige vrouw ondanks veel
levensleed.
IN den winter van het jaar 1720 liep een
jong meisje door de straten van Ham
burg en toen zij, die een vurig muziek
liefhebster was, de Sint Catharinakerk
voorbijkwam, iiep ze er even binnen om het
prachtige orgel, waarom de kerk beroemd was,
eens te zien.
Terwijl ze de deur openstiet, hoorde ze dat
er iemand speelde en in de avondlijke stilte
ruischten hemelsche, heerlijke tonen aan.
Het meisje keek op tot het orgel, dat in de
westelijke galerij was ingebouwd; de groote
nijpen rezen op tot de hooge zoldering; al het
mooie snijwerk, bruin en goud, wierp zijn
glanzen omlaag, maar een organist was niet
te zien. En ze bleef staan, verloren in de be-
tooverïng van die muziek, net zoo lang, tot
deze met een juichende reeks van accoorden
de lucht bestormde en daarop plotseling
zweeg. Toen kwam de organist op de galerij
te voorschijn en ging naar de trap, die van
het orgel omlaag voerde. Eén enkel oogen
blik keken ze elkaar aan en dan greep het
meisje plotseling huiverend, haar mantel, die
op den grond gegleden was, en vluchtte de
kerk uit.
Dit meisje, toen twintig jaar oud, was Anna
Magdalena Wulken, dochter van een hoftrom-
pettist in Weissenfels; de organist.nie
mand minder dan Johann Sebastian Bach,
een der grootste muzikale" genieën van alle
tijden. En deze ontmoeting bracht de vluch
tige doch intense aanraking met een wonder
bare zieleverwantschap tusschen twee men-
schen, die zou uitgroeien tot een machtige,
harmonische liefde, zooals ze slechts heel zel
den op onze gebroken wereld voorkomt.
Anna Magdalena Wülken, die ongeveer een
jaar na deze ontmoeting de vrouw van den
meester werd zijn eerste echtgenoote Ma
ria Barbara Bach, was eenigen tijd gele
den gestorven vertelt hierover in een
eenvoudig, teer en aantrekkelijk boekje, dat
ze „de kleine kroniek" heeft genoemd.
Een boekje, dat ik al mijn lezeressen ten
zeerste kan aanbevelen om hiermee eens een
rustigen avond door te brengen. Het schildert
den mensch Bach in zijn dagelijksch leven,
als ernstig en degelijk huisvader, het laat hem
zien in zijn innige zachtheid en menschelijk-
heid en het tracht bevend van diepe ver
eering telkens iets te benaderen van zijn
muzikale grootheid, die niet van deze wereld
was.
De kleine kroniek van Anna Magdalena
Bach maakt op ons den indruk van een zon
nestraal, warm en licht; want het hart van
een liefhebbende vrouw klopt hierin.
Zulke zonnestralen zijn in onzen tijd wel
buitengewoon kostbaar. Laat ik u dus iets
mogen vertellen van die gelukkige vrouw en
haar levensgeschiedenis.
Als ze over haar huwelijksdag spreekt,
schrijft Anna Magdalena: „Zeer zeker was
nooit eer meisje op dien dag zoo gelukkig als
ik, maar wie vond ook een echtgenoot als mijn
Johann Sebastian Bach? Na de voltrekking
van ons huwelijk in 1721) had ik geen ander
leven meer dan het zijne. Ik leek mijzelf een
kleine rivier, die door den oceaan wordt op
genomen. Ik was opgegaan en veilig gebor
gen in een leven, dat dieper en breeder was
dan het mijne ooit had kunnen wezen. En hoe
langer ik, het eene jaar na het ander, in
innige vertrouwelijkheid met hem samenleef
de, des te beter begrip kreeg ik van zijn
grootheid. Dikwijls voelde ik hem zoo hoog
boven mij, dat ik er bijna van. schrok, maar
niettemin verstond ik hem, omdat ik hem
liefhad".
Toen Anna Magdalena met Bach trouwde,
was hij kapelmeester van den hertog van Cö-
then, die hem en zijn muziek buitengewoon
waardeerde doch die weldra onder den invloed
van zijn bekoorlijke en veeleischende
vrouw plotseling genoeg van het musiceeren
kreeg. In zulk een lauwe atmosfeer kon
Bach niet leven, ze drukte hem hoe langer
hoe meer en een jaar na het huwelijk, kort na
de geboorte van Anna's eerste kind Chris-
tiane Sophie, werd besloten, de huishouding
op te breken en zich elders te vestigen.
Waar? Dit was voorloopig nog onzeker,
maar er kwam uitkomst door het overlijden
van den ouden Cantor van de Thomasschool
te Leipzig. Bach solliciteerde naar deze be
trekking en kreeg haar en hiermee begon de
hoogtij van zijn muzikale schepping. De tal-
looze cantaten en motetten, de heerlijke kerk
muziek, die uitgevoerd zal worden zoolang er
menschen zijn, die de muziek liefhebben,
zijn in dien tijd ontstaan. Twaalf kinderen
werden hem in het Cantorshuis te Leipzig
geboren, zeven stierven er en eindelijk sloot hij
er zelf, moe en blind geworden door het
staren op het fiji^ notenschrift, voorgoed de
oogen.
Het heerlijkste van Leipzig vond Bach, dat
hij hier weer een groot, mooi orgel tot zijn
beschikking had. Ze waren nog geen uur in
hun nieuw tehuis of hij kwam op zijn vrouw
toegesneld en zei: „Kom, Magdalena, ik moet
je het orgel laten zien!"
En hoewel ze even geaarzeld had bij de ge
dachte aan de inrichting van het huis. waar
aan zoo goed als niets gedaan was, terwijl ze
.er des nachts al moesten slapen ging ze toch
mee. Hij trok de registers uit en vervulde de
lucht met bekoorlijke muziek en zij vergat
heelemaal de op te maken bedden en de onge
ordende huishouding.
Bach was overigens een echte huisvader.
Nooit zag hij er vertelt Anna Magdalena
zoo groot en waardig uit, als wanneer hij
aan het hoofdeinde van de tafel zat tusschen
al zijn zoons en dochters. Een zekere streng
heid. die vaak als iets duisters over hem lag,
viel bij de huiselijke samenkomsten volkomen
van hem af, hij was dan een en al openheid
en liefde, nam deel aan alles, wat de kinde
ren hem vertelden en zelfs het onbedui
dendste verhaaltje van de allerkleinste was
hem niet onverschillig. En hoewel hij leefde
in een tijd, dat in de meeste gezinnen veel
vuldig van de roede gebruik werd gemaakt,
hief hij nooit de hand tegen een van zijn
kinderen op. Voor hen was het overigens al
voldoende, als vader's stem wat donkerder
werd. De orde en gehoorzaamheid waren dan
onmiddellijk weer hersteld.
In de groote smart, die haar telkens weer
trof door het overlijden van hun kinderen en
waarin zij heel moeilijk kon berusten, was hij
haar met zijn bijna vaderlijke teederheid tot
een groote troost.
Een groot hart, dat van Johann Sebastian.
Een mensch in wien het aardsche en het bo-
venaardsche in gelijke mate en kracht teza
men kwamen ineenvloeiend tot een zeldzame
harmonie. Toch kende ook hij zijn alledaag-
sche- beproevingen. Een ervan -was dë-omgang
met de buitengewoon lastige ongemanierde
jongens van de Thomasschool, die hij behalve
muziekonderricht ook Latijnsche lessen moest
geven. Daarbij waren de muzikale verhoudin
gen aan de Thomasschool en in de Thomas-
kerk in dien tijd heel slecht: het bestuur
was bijna niet te bewegen, de gebroken of
onbruikbaar geworden instrumenten door
nieuwe te vervangen en bij ieder voorstel tot
verandering' stuitte de Cantor op den groot
sten tegenstand en onverschilligheid. En hoe
wel hij meestal kalm en beheerscht bleef werd
het hem een ekelen keer te machtig. Zoo
vertelt zijn vrouw, dat ze hem eens, toen
een leerling zich bijzonder ergerlijk aan
stelde zich de pruik van het hoofd zag ruk
ken die den jongen in het gezicht gooien.
In dezen strijd, die hem zeer uitputte, was
zijn huis hem een heerlijke toevlucht. Hier
gaf hij zich zooals hij was en hier schreef
hij al die prachtige muziek, die hem beroemd
heeft gemaakt.
Ook hierin was zijn vrouw hem tot grooten
steun. Zij was het, die het grootste deel
van zijn composities voor hem afschreef en
hij componeerde geen regel zonder dat zij het
't eerst gelezen had. Zij vergezelde hem op
zijn kunstreizen en zij stelde er steeds een eer
in, het huis zoo keurig in orde te houden, dat
het den grooten meester, wien meer en meer
vereerders kwamen bezoeken, waardig zou
zijn.
Toen hij in 1750 stierf, tot het einde toe op
gaande in de hemelsche heerlijkheid van zijn
muziek, was het haar of haar eigen leven was
afgesloten.
„Er is. zoo besluit Anna Magdalena haar
„kleine kroniek", verder geen reden waarom ik
op aarde zou zijn. Mijn ware bestaan ein
digde op den dag dat Sebastian verscheidde.
R. DE RUYTERV, D. FEER.