GARAGE RABO
H.D.-V ertelling
vrijdag is Maart 193s
haarlem's dagblad
ARROND. RECHTBANK.
VERDWENEN BOTER.
Een gewezen chauffeur van een melk- en
boterhandel hier ter stede, stond terecht, om
dat hij in de jaren 1936 en '37 belangrijke
hoeveelheden boter van die onderneming ten
eigen bate zou hebben verkocht.
De directeur der onderneming verklaarde,
dat de chauffeur indertijd het volle vertrou
wen genoot, zoodat hij zooveel boter kon in
laden, als hij verkoos; hij behoefde daar geen
opgave van te doen. Hij bezorgde de boter bij
slijters, die bij de zaak in rekening stonden.
Of de slijters meer afnamen, dan door hen
werd verantwoord, werd niet gecontroleerd.
Zoodoende was het mogelijk, dat de chauffeur
aan de slijters ten eigen bate boter kon ver
koopen, zonder dat dit gemerkt werd. Einde
lijk echter klopte de bedrijfsrekening niet en
viel er verdenking tegen den chauffeur, die
ontslagen werd en erkende aan twee slijters
te Zandvoort bet-er tegen halven prijs verkocht
te hebben. De directie stelde zich in verbinding
met de slijters, die de door de onderneming
geleden schade vergoedden en de politie werd
buiten het geval gehouden. Echter lekte er
iets van uit en volgde een strafrechtelijke
vervolging. Vandaar dat de chauffeur voor
verduistering, de melkslijters voor heling te
recht moesten staan. Allen bekenden.
De Officier van justitie wees erop, dat het
totale gemis aan controle den chauffeur het
stelen wel heel gemakkelijk heeft gemaakt en
wilde er bij zijn requisitoir rekening mee hou
den, maar meende dat de chauffeur niet straf
feloos mocht uitgaan; hij eisclite daarom 4
maanden gevangenisstraf met aftrek van het
voorarrest.
Een gelijke straf'werd tegen de beide slijters
geëiselit.
Mr. Stomps, de verdediger van den chauf
feur, achtte'hier diefstal en geen verduiste
ring aanwezig, aangezien de chauffeur geen
boter verkocht, die hem ter bezorging was toe
vertrouwd, maar boter, die hij uit de zaak
meenam om ze ten eigen bate te verkoopen. Hij
vroeg daarom vrijspraak. Mocht de rechtbank
veroordeelen, dan drong hij aan op een cle
mente straf. Verdachte vroeg zelf een voor
waardelijke veroordeeling.
Mr. F. v. d. Goot, de verdediger der beide
slijters, wees op hun moeilijke levensomstan
digheden en hun overigens onbesproken ge
drag en drong aan op een voorwaardelijke
straf.
EEN ONEERLIJKE VINDSTER.
Op 7 Augustus 1.1. zag een juffrouw, die op
het Tramplein te Zandvoort was, eenige bank
biljetten van f 10 op straat liggen. Zij raapte
ze op, maar tegelijk werd zij door een voorbij
ganger gewaarschuwd, dat iemand, dien hij
haar aanwees, ze verloren had. Zij ging daarop
dien persoon na en vertelde, dat ze een bank
biljet gevonden had, dat de ander verloren
had en zij gaf het hem terug. De aangespro
kene voelde in zijn vestzak en constateerde, dat
hij niet een, maar vier biljetten kwijt was,
waarom hij de vrouw, die juist een slagers
winkel was binnengegaan, opzocht en haar
vroeg mee naar het politiebureau te gaan.
Daar bleek zij geen bankpapier bij zich te
hebben, doch de benadeelde ging terug naar
den slagerswinkel en vond daar in het portiek
de drie andere biljetten.
De vrouw had zich thans voor verduistering
of diefstal te verantwoorden: Zij verklaarde
een oogenblik voor de verleiding te zijn be
zweken,
De Officier achtte hier eerder diefstal dan
verduistering aanwezig, maar vorderde met het
oog op het gunstige reclasseeringsrapport een
voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maan
den.
DIEFSTAL IN EEN IJSFABRIEK.
Twee Haarlemmers hadden zich te verant
woorden voor diefstal in een ijsfabriek op den
Burgwal, gepleegd in Juni 1935.
De een was op die ijsfabriek werkzaam ge-
(Adv. Ingez. Meel.)
weest en had zich in verbinding met den ander
gesteld, waarop besproken werd op welke
wijze het geld, dat in een kast in het kantoor
tje bewaard werd, kon worden bemachtigd. De
tweede persoon stelde zich weer met een der
den en deze weer met een vierden persoon in
verbinding. De knecht verklaarde thans, dat
hij buiten den diefstal was gebleven, alleen
had hij later f 47 van de buit ontvangen.
Zijn maat verklaarde, aan nummer drie een
doosje met was te hebben gegeven voor liet
maken van een afdruk van den sleutel dei-
fabriek en deze nummer drie zou dan ook den
diefstal hebben gepleegd. Deze man ontkende
nu den diefstal, maar zei ook wel zijn aandeel
in den buit. die f 270 bedroeg, te hebben ge
had. Die buit zou bij nummer 4 zijn gebracht.
Deze nummer 4 verklaarde, dat hij bezoek
had gehad van 2 en 3, die vroegen op ze zich
bij hem verdekt mochten opstellen, aangezien
zij een inbraak op het oog hadden. Getuige
vond dit goed, waarop de twee er bleven en
hij naar bed ging. Later in den nacht kwam
nummer twee bij hem terug met een zak
waarin geld.
Nummer 2 verklaarde nu, dat hij wel een
keer in de fabriek is geweest, maar dat hij
toen geen geld heeft kunnen bemachtigen,
omdat hij den weg niet goed wist. Later "zou
hij met nummer 3 naar de fabriek zijn gegaan,
waar de laatste den diefstal had gepleegd,
terwijl hij slechts uitkijk was geweest.
3 en 4 ontkenden dit. Zij zeiden, dat er
slechts eenmaal sprake van geweest is om dief
stal te plegen en dat ook slechts eenmaal een
samenkomst ten huize van nummer 4 is ge
weest; den diefstal zou nummer 2 gepleegd
hebben en niet nummer 3.
Allen hadden echter hun aandeel in den
buit gehad..
De Officier eischte tegen den knecht 6 maan
den en tegen zijn maat V/2 jaar gevangenis
straf.
Mr. Stomps, de verdediger van nummer 2
betwijfelde of bewezen is, dat zijn cliënt den
diefstal heeft gepleegd, doch achtte het moge
lijk, dat de rechtbank anders zou oordeelen.
In dat geval vroeg hij een voorwaardelijke
straf, aangezien gebleken was. dat deze ver
dachte zich eenigen tijd geleden vrijwillig
onder de reclasseering heeft gesteld.
Mr. Drilsma. de verdediger van den knecht
vroeg vrijspraak in aansluiting aan het vorige
pleidooi. Immers als sub 2 niet strafbaar is,
kan sub 1 niet als medeplichtige strafbaar
DE MODERNE S. D. A. P.-POLITIEK.
Over de nieuwe beginselen en plannen van
de moderne S. D. A. P. houden de afdeelingen
Haarlem I en III een bijeenkomst in het ge
bouw van den Protestantenbond, Jacobstraat,
op Maandag 21 Maart, waar als sprekers zul
len optreden de heeren dr. W. Banning en dr.
M. van der Goes van Naters, met het onder
werp: „De uitgroei der S. D. A. P. van
klassepartij tot Volksbeweging'.
GASTHUISVEST 11 - HAARLEM - Tel. 17266
BETROUWBARE AUTO'S
v zelfrijders (zonder chauffeur)
0 per dag, week, maand en langer
Onze wagens zijn All Risk verze
kerd en voorzien van triptiek
(Adv. Ingez. Med.)
COMMISSIE VOOR LICHAMELIJKE
OPVOEDING.
De volgende voordrachten tot benoeming
van zes leden der Commissie inzake Lichame
lijke Opvoeding- wegens periodieke aftreding
en uitbreiding door vertegenwoordiging dei-
Federatie van Wielerclubs in Haarlem zijn aan
de raad gezonden:
a. de R.K, Commissie voor Lichamelijke Op
voeding (vacature S. Hooy) 1. S. Hooy, 2. A.
Senden
b. de afd. Haarlem van den Nederlandschen
Arbeiders Sportbond (vacature P. Wildeboer)
1. J. Lïngeman ,2. N. J. Vos.
c. de afdeeling Haarlem van de Vereeniging
van Leeraren en Onderwijzers in de licha
melijke Opvoeding in Nederland (vacature
R. Verwers) 1. R. Verwers, 2. C. P. Nieuwen-
weg.
d. de gezamenlijke Haarlemsche Hockey-
vereenigingen (vacature W. van Olphen) 1. C.
J. J. IT. van Kempen, 2. L. J. Uot;
e. de'Haarlemsche Roei- en Zeiivereenigin-
gen (vacature W. A. J. Bremer Jr.) 1. W .A. J.
Bremer Jr., 2. Mr. P. Fuhri Snethlage.
f. de Federatie van Wielerclubs in Haarlem
l, Joh. ten Hove, 2. H. J. Keizer.
Bovendien moet worden voorzien in de va
cature. ontstaan door periodieke aftreding
van het lid van den Raad, den heer W. J. H.
Bartels (herkiesbaar.
DE KERKHOFSTRAAT.
De eigenaar van de perceelen aan de Kerk
hofstraat nrs. 8 en 10 heeft zich bereid ver
klaard deze aan de gemeente in koop af te
staan voor de som van f 2.900.
Op grond van de rooilijn dient van beide
perceelen in totaal ongeveer 28 M2 als open
bare weg te worden ingericht. Bij aankoop en
slooping van deze perceelen zal voor den ver
koop overblijven een bouwterrein ter opper
vlakte van pLm. 132 M2. met een bouwdiepte
van pl.m. M. Na slooping van bedoelde per
ceelen zal de Kerkhofstraat wat het aanzien
betreft aanmerken ik verbeteren. Wij achten
aankoop van de perceelen dan ook ge-
wensdht.
De H. Stede en het Mirakel van
Amsterdam.
Lezing door Dr. J. F. M. Stcrck.
In een lokaal van de R.K. Openbare Lees
zaal en Bibliotheek hield dr. J. F. M. Sterck
gisteravond een lezing over: „De H. Stede en
het Mirakel van Amsterdam"
Na' ingeleid te zijn door den heer H. v. d.
Weyer begon dr. Sterck zijn lezing met er op
te wijzen dat deze causerie juist samenviel
met den datum van het Amsterdamsch mi
rakel.
Spreker behandelde nog even in 't kort de
geschiedenis van de H. Hostie die in het huis
van een zieken man in het vuur belandde en
ongedeerd uit den asch werd gehaald en in
een kist werd bewaard. Later heeft een pri
ter de hostie weggehaald. Dit wonder is re_
officieel in een oorkonde van 1346 één jaar
na de gebeurtenis opgeteekend. Ook in 1
archief van Den Haag zijn later documen:
die op het mirakel betrekking hebben ge
vonden.
In 1347 werd op deze plaats een kapel ge
bouwd. Reeds in 1360 was hier de jaarlijksche
processie met het H. Sacrament. Vele pelgrims
namen aan de bedevaarten naar deze kapel
deel. In 1421 is de kapel verbrand en weer
opgebouwd en vergroot, later is ze nog eens
vergroot.
In 1581 werd ze door de gemeente Amster
dam achtereenvolgens gebruikt als paarden
stal, turfhuis en zoutpakhuis.
Jacob Cornells van Oostsanen maakte van
dit Mirakel een achttal schilderijen die o.m.
op tentoonstellingen over oud-Amsterdam
zijn geëxposeerd. Na de afbraak in 1909 wer
den de origine ele schilderijen opnieuw inge
lijst en opgehangen in de Nieuwe Kerk te
Amsterdam. Spreker behandelde vervolgens
de sloopingsgeschiedenis van de kapel. In de
19de Eeuw werd zij voor de Hervormden over
bodig en afgeschreven als kerk met vaste
diensten. Verschillende protesten werden te
gen deze slooping gedaan, zelfs werden pro
cessen gevoerd o.a. door de gemeente Am
sterdam en de farn. Alberdingk Thym, doch
alles tevergeefs. Bij een audiëntie van het
Kon. Oudheidkundig Genootschap zeide H. M.
de Koningin dat zij hoopte dat de kapel be
houden zou blijven.
De Kerkeraad was echter onverbiddelijk en
in 1908 werd de kapel gesloopt.
Dr. Sterck illustreerde zijn interessante le
zing met een serie prachtige lichtbeelden.
NATIONALE RECLASSEERINGSDAG.
Op den Nation alen Reclasseeringsdag op 7
Mei a.s. zal wederom een collectegehouden
worden.
Ion oti 'uujUA. is flint, voTuböwfe
r TUIN en v
GAZONME5T
(Adv. Ingez. Med
Het corps van de leerlingen der M. T. S. geeft op 30 Maart in den Stadsschouwburg
een herhaling van het stuk „lm weissen Rössl", thans ten bate van „Het Brokken-
huis". Een vroólijke scène uit deze opvoering met de befaamde Wolfgangsee op
den achtergrond.
Vereeniging van R.-K. Raads-*
leden.
De heer De Haas van Dorsser over
„De Armenzorg".
Gisteravond Meld de vereeniigng van R.K.
Raadsleden Kring Haarlem een buitengewone
ledenvergadering in het St. Bavogebouw
De voorzitter der vereeniging de heer M. L.
A. Klein, heette de aanwezigen welkom en
hield een korte inleiding tot de lezing van
den spreker van den avond, den heer de Haas
van Dorsser, directeur van Maatschappelijk
Hulpbetoon te Haarlem. De heer van Dorsser
vervolgens het woord nemend, zeide dat hij
eigenlijk min of meer een causerie wilde hou
den over de armenzorg in het algemeen. Dooi
de omstandigheden is het „vak" maatschap
pelijk hulpbetoon zeer uitgebreid geworden.
Waar een kwart eeuw geleden nog het systeem
bestond van de bedeeling is thans de armen
zorg uitgegroeid tot een taak der overheid, die
daar ver boven uitgaat. De diensten van maat
schappelijk hulpbetoon zullen ook in de toe
komst nog veel werk moeten verzetten. Het be
drag van de staatsbegrooting in 1850:
f 75.000.000 is thans hetzelfde bedrag, dat aan
armenzorg besteed wordt. Thans wordt 78 pet.
van de armenzorg bekostigd door de overheid
en 22 pet. door particuliere en kerkelijke in
stellingen. Tegenwoordig ressorteeren echter
onder Armenzorg rubrieken, waarvan vroeger
geen sprake was: armlastigen in het buiten
land enz. Jaarlijks komen er jongemenschen
op de arbeidsmarkt. Spreker toonde een gra
fiek van den bevolkingsopbouw in verschillen-
De carrière van
René Abel.
door J. MACKMAN.
ZELDEN maakte een ontmoeting een
dieperen indruk op me dan die met
René Abel. Niet alleen de geheele
langvoorbij schooltijd warrelde in mijn
brein tot een onontknoopbaar filmexposé door
elkander neen flitsender nog waren de ge
dachten aan rotatiepersen, waar eindelooze
vlakken papier afstroomen, zwart en vet be
drukt met portretten en den naam van René
Abel
Nauwelijks hersteld van de verrassing snel
ik op hem« toe en.Doch vergeef mij de
noodzakelijkheid, u eerst in te lichten om
trent 's mans antecedenten en de betrekking
waarin ik tot hem stond.
Beiden waren we zes jaar toen we kennis
maakten. Met een dertigtal lotgenooten
stroomden we het klasselokaal binnen van een
lagere school. René en ik werden op één bank
gezet. Eerst vele jaren later, toen we in de
6de klas de uitvoerig vertelde roemrijke daden
van Napoleon den Grooten insnoven, begon
ik hem te benijden om zijn Franschen naam,
welken hij niet zuinig uitbuitte door het leg
gen van een overdreven klemtoon op de laat
ste lettergreep. Onze bank was ondanks veel
wederzijdsch gehakketak een sieraad van de
zesde klasse.
Daar onze lagere-schooljaren overigens van
weinig belang geweest zijn ten opzichte van
de rol die René later zou spelen, spring ik zes
jaren over. We waren naar dezelfde Hoogere
Burgerschool gegaan, waren ieder in een ver
schillende klas blijven zitten, zoodat de vijfde
tenslotte weer ons gemeenschappelijk arbeids
veld werd. Hoewel een zwakke broeder op de
gebieden der wis- en scheikunde, was René
een „kei" in het leeren". Zijn opstellen waren
de meest fantastische, ooit ter schole geprodu
ceerd. Zijn talent op dat punt bleek tevens
overduidelijk uit de wijze waarop hij maande
lijks, vrijwel gespeend van medewerkers, een
compleet „orgaan van de H.B.S.-vereeniging"
in elkander zette.
Na ons achttiende levensjaar en de school
verlaten te hebben, waren we nog eenige ja
ren kennissen. René Abel maakte mijn zus
ters om beurten het hof en bovendien werd
onze vriendschap bestendigd door het geza
menlijk toetreden tot een groote zangvereeni-
ging. De faam die hij op school als schrijver
en fantast had genoten, drong langzaam-aan
ook door in de gelederen der zangvereeniging
en weldra was hij het gevierde lid, dat elke
club met een maandblad noodig heeft om het
voortbestaan van dat blad te verzekeren. Zijn
grillige fantasie hield, zooals de voorzitter het
eens in een openingswoord uitdrukte, de ola-
den van het maandblad bij elkaar en mis
schien zou nog eens de tijd komen, dat die
zelfde fantasie de gestencilde „Apollo-koerier"
in een waardevol drukwerk zou doen verkee-
ren
„Kerel, hoe krijg je het voor elkaar?" heb
ik hem eens gevraagd, toen weer een zijner
verhalen mij een slapeloozen nacht had ne-
zorgd.
,,'k Zal het je vertellen", antwoordde hij ge
heimzinnig. „Maar mondje dicht asjeblieft
Elk verhaal dat ik schrijf, ontstaat tijdens
een droom. Tenminste bijna elk.
Ik moet hem aangekeken hebben als een
dom dier. „Droom jij zulk" gekkp dingen?"
vroeg ik aarzelend
„Koud kunstje", mompelde René. „je hoeft
alleen maar op je linkerzij te gaan slapen.
liefst met een te zware deken over je".
Mijn gezicht deed nog aan bedoelde dier
soort denken, toen ik stamelde: „Dat is zeker
een recept van Hoffmann of van Poe?"
Kort daarop verhuisde ik naar een verafge
legen stad en René Abel verdween geleidelijk
uit mijn geheugen. Ver van elkaar groeiden wij
op, zonder ooit meer iets van elkaar te hooren
en tot voor een jaar meende ik beslist dat hij
naar Indië was vertrokken als belangrijk
ambtenaar ergens op Sumatra. Toen kwam op
een avond de krant.
De komst van het dagblad was een feit van
béteekenis dien dag. Onmiddellijk werd mijn
oog getrokken door een portret op de voor
pagina. Het was een foto van René Abel! Hij
stond er en face op, met een opgetrokken
wenkbrauw en een vastberaden trek om zijn
mond.
„Wel heb ik ooit!" riep ik uit, hoewel er
niemand in de kamer was die op deze woor
den zou kunnen reageeren. Mijn aandacht
werd dadelijk daarop gevraagd door het korte
bericht onder het plaatje en na lezing daar
van hadden mijn oogen de afmetingen van
kleine schoteltjes gekregen:
„Naar wij vernemen heeft onze land-
„genoot de heer René Abel het plan opge
lat, in een éénpersoons kano naar Zuid-
„Afrika te varen. Zooals de heer Abel ons
„welwillend mededeelde, zal de tocht
„aangevangen worden op Maandag' 29
„September a.s. In onze editie van mor-
„genochtend zullen wij hier nader op te-
„rug komen".
En het blad kwam er inderdaad op terug!
Niet minder dan twee kolommen kopij had een
ijverig redacteur uit de mededeelingen van
René Abel geslagen. In enthousiaste termen
werd gewaagd van de route van den tocht,
van de uitrusting des reizigers, van zijn pro
viand en van de geraamde kosten. Ditmaal
was er ook een plaatje van de bewuste kano,
alsmede van den heer Abel in een sportief en
zeewaardig costuum. Hij was een beroemdheid
geworden. Eén ding verbaasde mijdat hij zijn
faam niet in de literatuur had veroverd!
De affaire-Abel werd een bestanddeel van
het dagelijksch leven. Begrijpelijkerwijze kocht
ik in die dagen dozijnen kranten en in alle
zag ik zijn naam in allerhande toonaarden ge
noemd. Op den bewusten Maandag 20 Sep
tember werden opnieuw kolommen aan zijn
voornemen besteed; de onderneming kreeg
den ondertitel van „een stoutmoedige natio
nale daad", gezien de storende omstandig
heden van een koud, nattig herfstbegin. Dins
dagochtend 30 September las ik een uur lang
over de bijzonderheden van zijn vertrek uit de
Scheveningsche haven. Het zou een al te op
windend relaas worden, indien ik alleen maar
de koppen zou citeer en, die dagenlang de
voorpagina's der dagbladen sierden. Ik volsta
met een van de laatste, die mij op 4 October
onder oogen kwam:
„Abel geeft tocht op. Ostende en niet
„Kaapstad! Wereldreiziger in spé breekt
„voorgenomen reis af na enkele dagen.
„Ondanks kalme zee pertinente weigering,
„verder te gaan. Wat heeft Abel be
doeld?"
Moei ik hier den inhoud van het aldus be
titelde bericht nog weergeven? Moet ik vertel
len dat mijn vertrouwen in het genie van René
hevig geschokt was?
De voortgang der dagen deed het sensatio-
neele nieuws in den doofpot raken. Een poosje
bleef René het voorwerp van venijnig gelan-
ceerden spot. doch weldra was de zaak verge
ten door hen die den man niet. kenden Eer
'aar lang blcpf ik mij verbazen.. Tot k in
een Amsterdamsch café plotseling van aan
gezicht tot aangezicht met hem stond.
„Renél" riep ik uit en stapte op hem toe,
Hij keek me aan; in zijn blik was iets dat op
het forceer en van zijn geheugen wees en ein
delijk stond hij op, noemde even enthousiast
mijn naam als ik het den zijnen gedaan had
en drukte mij krachtig de hand.
„Kerel! Dat we elkaar nou hier moeten ont
moeten!"
We dronken koffie en praatten over het
verleden. Het verleden dat spoedig uitgeput
raakte en ons dwong het heden aan te roeren.
Zijn naam als wereldreiziger kon ik niet
langer omzeilen, hoe ik daar mijn zinnen ook
op gezet had: Hij lachte mysterieus, toen ik
aarzelend naar zijn avonturen te water in
formeerde: „Dat had je nooit van me ge
dacht, wel?"
„Eerlijk gezegd nee!" En even later de
monstreerde ik mijn verwondering nogmaals
met de vraag: „Maar waarom ben je aan dien
onzin begonnen? Je hebt toch zelf niet geloofd
dat je met die kano in Zuid-Afrika zou ko
men?"
„Zie je me voor zoo'11 dwaas aan?"
Thans deed ik geen enkele poging meer, mijn
nieuwsgierigheid te maskeeren.
„Vertel 'es. Wat was je bedoeling nou eigen
lijk?"
„Als ik je daar een plezier mee doe. Maar
dan moet ik je m'n heele levensbericht opdie
nen, van het oogenblik af dat we elkaar voor
't laatst gezien hebben. Eerst ben ik een paar
jaar naar Indië geweest, om de zaken van m'n
vader te vertegenwoordigen. De crisis gooide
den boel over den kop. Ik keerde terug naar
Holland en er was geen schijn van kans op,
dat ik hier een baantje vond, dat me aanlok
te. In die dagen van misère ontwaakte m'n
talent weer en waarachtig nog sterker dan
toen we nog school gingen. Binnen drie maan
den tijds schreef ik een roman en een tooneel-
spel. Toen vol goeden moed op zoek naar een
uitgever, Bij twaalf heb 'k op het matje ge
staan en ik gaf een klein vermogen aan post
zegels uit. maar geen kans. De heeren verrijk
ten me met juweeltjes van beoordeelingen,
maar omdat ik niet den minsten naam had in
de letteren zouden ze een te groot risico loopen
als ze mijn werk ook maar op het goedkoopste
papier zouden laten drukken
Op het Amstelveld kreeg ik een ingeving. Ik
zag er oude boeken verkoopen van Carpen-
tier, van Arne Borg, Henry Ford en van an
deren die naam hebben gemaakt op een of
ander gebied. Naam weet je wat dat zeggen
wil? Dat is waar het publiek zich voor inte
resseert en een boek wordt gelezen als de
schrijver maar naam heeft gemaakt, onver
schillig of het in de litteratuur of ergens an
ders was. Toen kwam ik op het idee, m'n naam
en portret in de kranten te laten bombardee
ren en wat was daartoe beter geschikt dan
het verbeteren van een sportrecord? Aangezien
ik daar geen kans toe zag, liet ik het bij de
poging en het resultaat heb je kunnen lezen.
Twee weken is er over me geschreven. Lief en
boos. Maar de gemeenste spot liet me koud,
Was ik niet een beroemd man geworden
een naam!
„Ik vermoed toch", waagde ik het hem te
onderbreken, „dat die bokkesprong je weinig
gebaat heeft
„Dacht je?" antwoordde René Abel, terwijl
hij me ironisch aankeek. „Dacht je werkelijk?"
En hij trok uit zijn actentasch een bundeltje
papier, dat hij me overreikte. „Drukproeven
voor m'n roman. Wordt vóór Kerstmis uitge
geven".
„Dat 's niet mis.stotterde ik, geïmpo
neerd.
„En dat is nog niet alles. M'n tooneelspel
komt in het Kerstprogramma van het West-
Nederlandsch Tooneel. ondanks de voorkeur
van hei tegei woordigr oubliek voor blijspelen
van luchtigen aard"
(Nadruk verboden.
Auteursrechten voorbehouden)
de landen. Spr. schetste de gescMedenis van
de armenzorg. In het Nieuwe Testament komt
niet die organisatie van de armenzorg voor,
welke men in het Oude Testament aantreft.
I11 1531 heeft Karei V een wet uitgevaardigd,
waarin het bedelen veroordeeld en de armen
zorg voorgeschreven werd.
I11 1818 kregen we de eerste, zij het beperkte,
Armenwet. I11 1848 moest het geheele armen
wezen door de Overheid georganiseerd worden.
Als uitvloeisel kwam de wet van 1854.
De bestrijding van de armoede moest in die
dagen beschouwd worden als politiemaatregel.
In de tweede helft van de 19de eeuw leefde
men over de beperking, dat alleen raocht wor
den geschonken als het beslist onitrmijdelijk
was, heen en in 't laatst der vorige eeuw hield
men zich er niet meer aan. I11 1912 bestond de
Armenzorg in Haarlem daarin dat voor elke
persoon van 80 jaar 2 K.G. grof tarwebrood
en 75 cent ondersteuning werd verleend.
Personen van 75 tot 80 jaar kregen 2 K.G.
grof tarwebrood en 50 cent. Bij ziekte kregen
deze 2 K.G. grof tarwebrood en f 2.50. Personen
van 60 tot 65 jaar ontvingen 2 K.G. brood en
10 cent per week ondersteuning en personen
beneden 60 jaar 1V2 K.G. roggebrood en 100
centen.
In 1920 veranderde de steun in natura in
steun in geld. Een recht tot onderstand bestaat
niet in de wet. Spr. meende dat er practisch
wel een recht op onderstand bestaat.
In 1912 werd de Armenraad ingesteld.
De plaats, waar de armlastige moet worden
gesteund, is uiteraard een belangrijke kwes
tie. In 1854 werd de geboorteplaats voor onder-
steumng aangewezen. Dit bracht veel ellende.
In 1870 werd de verblijfplaats belast met de
kosten van onderstand.
De opheffing uit den staat van armlastig
heid "werd een belangrijke bepaling in de Ar
menwet. De commissie voor kleincrediet is
hier ter stede een belangrijke verlichting voor
de Armenzorg geworden.
De individualiseering is een belangrijk punt.
Elk geval moet individueel behandeld worden.
Spreker was van oordeel dat menschen, die
ten einde raad zijn, zich steeds tot Armenzorg
moeten kunnen wenden. Het maatschappelijk
hulpbetoon verricht ook op het gebied van de
ordening een taak. Het spreekt uiteraard
vanzelf dat het moeilijk is in dit opzicht de
juiste grenzen te bepalen. Spr. besprak tenslot
te het verschijnsel van de afschuiving van
armen,
De heer de Haas van Dorsser beantwoordde
na zijn lezing nog eenige door de aanwezigen
opgeworpen vragen.
LOTENVERKOOP „HAARLEM S BLOEI"
STIJGT SNEL.
De verkoop der loten van de loterij ten bate
van de Stichting „Haarlem's Bloei" blijft in
vlot tempo stijgen.
De voor de begunstigers der Stichting ge
reserveerde loten zijn, hoewel de trekking eerst
29 Maart a.s. plaats vindt, reeds bijna geheel
uitverkocht.
De trekking zal dien dag in het openbaar
plaats vinden ten overstaan van Notaris D. M.
Klijzing en wel in de nieuwe vergaderzaal van
Hotel „De Leeuwerik" in de Kruisstraat.
Houd Uw
Nieren
Gezondl
QEZONDE, kraahtlge nieren
ïUn Uw zekerste bevelll.
filnfi togen rugpijn, rhoumatl-
aoho pijnen, dat gevoel va
zwakte In den rug, stijve e„
pijnlijke gewrichten, duizelig
heid en hoofdpijn. Immers
dan worden do schadelijke
onzulverhodon als urinezuur
«nz, voortdurend uit het
bloed gefiltreerd en vla do
urinewegen uit hot llohnam
vopwIJdurd.De nieren bestaan
uit con gi'ooto menigte tooro
flltero, wolke de onzulverhe-
don aan hot bloed onttrekken
en als zij verutopt raken,
blijven deze achter en veroorzaken kwalen als d«
„Z?rR,<?at d0 nlo,'Gn behoorlijk blijven
ÏSIL u0t 8ebp"£„van een diuretleoh middel en
:ïn NI*~" p""n
(Adv. Ingez. Med.)
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP ZATERDAG
19 MAART 1938.
Progr. I. Hilversum II.
Progr. II. Hilversum I.
Progr. III. Keulen 8.00. 9,05. Parijs Radio
9.20. Radio P.T.T. Nord 10.05, Parijs Radio
10,35, 10.40, 11.05, Keulen 11.20. Ned. Brussel
12.20, 12.50. 1.20. Keulen 1.35. Ned. Brussel 2.20.
Keulen 3.20. Droitwich 5.20. Keulen 6.20, 6.30
7.20. Fransch Brussel 8.20. 9.05. Parijs Radio
9.35, 10.10. Keulen 10.55.
Progr. IV. Ned. Brussel 8.00, 8.20, 8.30, 8 40
8.45. 9.00. Diversen 9.20—10.35. Londen Regio
nal 10.35. 10.50, 11.05. 11.35. Pauze 12 05—
12.10. Droitwich 12.10, 12.40, 1,20. Londen'Re
gional 2.20, 2.50, 3.20. Ned. Brussel 4.05, 4.20.
Droitwich 6.20. Londen Regional 6.50. Pauze
7.00—7.05 Droitwich 7.05. 7.20, 7.50 8 20 9 *>0
Weenen 9.40. 9.55. 10.15. 10.20. Londen Regional
10.50. Droitwich 11,20, 11.50.
Progr. V. 8.00—7.00 Diversen. 7.00 Verzoek
programma. 8.00—12.00 Diversen.