GARAGE RABO H.D.-V ertelling vrijdag is Maart 193s haarlem's dagblad ARROND. RECHTBANK. VERDWENEN BOTER. Een gewezen chauffeur van een melk- en boterhandel hier ter stede, stond terecht, om dat hij in de jaren 1936 en '37 belangrijke hoeveelheden boter van die onderneming ten eigen bate zou hebben verkocht. De directeur der onderneming verklaarde, dat de chauffeur indertijd het volle vertrou wen genoot, zoodat hij zooveel boter kon in laden, als hij verkoos; hij behoefde daar geen opgave van te doen. Hij bezorgde de boter bij slijters, die bij de zaak in rekening stonden. Of de slijters meer afnamen, dan door hen werd verantwoord, werd niet gecontroleerd. Zoodoende was het mogelijk, dat de chauffeur aan de slijters ten eigen bate boter kon ver koopen, zonder dat dit gemerkt werd. Einde lijk echter klopte de bedrijfsrekening niet en viel er verdenking tegen den chauffeur, die ontslagen werd en erkende aan twee slijters te Zandvoort bet-er tegen halven prijs verkocht te hebben. De directie stelde zich in verbinding met de slijters, die de door de onderneming geleden schade vergoedden en de politie werd buiten het geval gehouden. Echter lekte er iets van uit en volgde een strafrechtelijke vervolging. Vandaar dat de chauffeur voor verduistering, de melkslijters voor heling te recht moesten staan. Allen bekenden. De Officier van justitie wees erop, dat het totale gemis aan controle den chauffeur het stelen wel heel gemakkelijk heeft gemaakt en wilde er bij zijn requisitoir rekening mee hou den, maar meende dat de chauffeur niet straf feloos mocht uitgaan; hij eisclite daarom 4 maanden gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. Een gelijke straf'werd tegen de beide slijters geëiselit. Mr. Stomps, de verdediger van den chauf feur, achtte'hier diefstal en geen verduiste ring aanwezig, aangezien de chauffeur geen boter verkocht, die hem ter bezorging was toe vertrouwd, maar boter, die hij uit de zaak meenam om ze ten eigen bate te verkoopen. Hij vroeg daarom vrijspraak. Mocht de rechtbank veroordeelen, dan drong hij aan op een cle mente straf. Verdachte vroeg zelf een voor waardelijke veroordeeling. Mr. F. v. d. Goot, de verdediger der beide slijters, wees op hun moeilijke levensomstan digheden en hun overigens onbesproken ge drag en drong aan op een voorwaardelijke straf. EEN ONEERLIJKE VINDSTER. Op 7 Augustus 1.1. zag een juffrouw, die op het Tramplein te Zandvoort was, eenige bank biljetten van f 10 op straat liggen. Zij raapte ze op, maar tegelijk werd zij door een voorbij ganger gewaarschuwd, dat iemand, dien hij haar aanwees, ze verloren had. Zij ging daarop dien persoon na en vertelde, dat ze een bank biljet gevonden had, dat de ander verloren had en zij gaf het hem terug. De aangespro kene voelde in zijn vestzak en constateerde, dat hij niet een, maar vier biljetten kwijt was, waarom hij de vrouw, die juist een slagers winkel was binnengegaan, opzocht en haar vroeg mee naar het politiebureau te gaan. Daar bleek zij geen bankpapier bij zich te hebben, doch de benadeelde ging terug naar den slagerswinkel en vond daar in het portiek de drie andere biljetten. De vrouw had zich thans voor verduistering of diefstal te verantwoorden: Zij verklaarde een oogenblik voor de verleiding te zijn be zweken, De Officier achtte hier eerder diefstal dan verduistering aanwezig, maar vorderde met het oog op het gunstige reclasseeringsrapport een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maan den. DIEFSTAL IN EEN IJSFABRIEK. Twee Haarlemmers hadden zich te verant woorden voor diefstal in een ijsfabriek op den Burgwal, gepleegd in Juni 1935. De een was op die ijsfabriek werkzaam ge- (Adv. Ingez. Meel.) weest en had zich in verbinding met den ander gesteld, waarop besproken werd op welke wijze het geld, dat in een kast in het kantoor tje bewaard werd, kon worden bemachtigd. De tweede persoon stelde zich weer met een der den en deze weer met een vierden persoon in verbinding. De knecht verklaarde thans, dat hij buiten den diefstal was gebleven, alleen had hij later f 47 van de buit ontvangen. Zijn maat verklaarde, aan nummer drie een doosje met was te hebben gegeven voor liet maken van een afdruk van den sleutel dei- fabriek en deze nummer drie zou dan ook den diefstal hebben gepleegd. Deze man ontkende nu den diefstal, maar zei ook wel zijn aandeel in den buit. die f 270 bedroeg, te hebben ge had. Die buit zou bij nummer 4 zijn gebracht. Deze nummer 4 verklaarde, dat hij bezoek had gehad van 2 en 3, die vroegen op ze zich bij hem verdekt mochten opstellen, aangezien zij een inbraak op het oog hadden. Getuige vond dit goed, waarop de twee er bleven en hij naar bed ging. Later in den nacht kwam nummer twee bij hem terug met een zak waarin geld. Nummer 2 verklaarde nu, dat hij wel een keer in de fabriek is geweest, maar dat hij toen geen geld heeft kunnen bemachtigen, omdat hij den weg niet goed wist. Later "zou hij met nummer 3 naar de fabriek zijn gegaan, waar de laatste den diefstal had gepleegd, terwijl hij slechts uitkijk was geweest. 3 en 4 ontkenden dit. Zij zeiden, dat er slechts eenmaal sprake van geweest is om dief stal te plegen en dat ook slechts eenmaal een samenkomst ten huize van nummer 4 is ge weest; den diefstal zou nummer 2 gepleegd hebben en niet nummer 3. Allen hadden echter hun aandeel in den buit gehad.. De Officier eischte tegen den knecht 6 maan den en tegen zijn maat V/2 jaar gevangenis straf. Mr. Stomps, de verdediger van nummer 2 betwijfelde of bewezen is, dat zijn cliënt den diefstal heeft gepleegd, doch achtte het moge lijk, dat de rechtbank anders zou oordeelen. In dat geval vroeg hij een voorwaardelijke straf, aangezien gebleken was. dat deze ver dachte zich eenigen tijd geleden vrijwillig onder de reclasseering heeft gesteld. Mr. Drilsma. de verdediger van den knecht vroeg vrijspraak in aansluiting aan het vorige pleidooi. Immers als sub 2 niet strafbaar is, kan sub 1 niet als medeplichtige strafbaar DE MODERNE S. D. A. P.-POLITIEK. Over de nieuwe beginselen en plannen van de moderne S. D. A. P. houden de afdeelingen Haarlem I en III een bijeenkomst in het ge bouw van den Protestantenbond, Jacobstraat, op Maandag 21 Maart, waar als sprekers zul len optreden de heeren dr. W. Banning en dr. M. van der Goes van Naters, met het onder werp: „De uitgroei der S. D. A. P. van klassepartij tot Volksbeweging'. GASTHUISVEST 11 - HAARLEM - Tel. 17266 BETROUWBARE AUTO'S v zelfrijders (zonder chauffeur) 0 per dag, week, maand en langer Onze wagens zijn All Risk verze kerd en voorzien van triptiek (Adv. Ingez. Med.) COMMISSIE VOOR LICHAMELIJKE OPVOEDING. De volgende voordrachten tot benoeming van zes leden der Commissie inzake Lichame lijke Opvoeding- wegens periodieke aftreding en uitbreiding door vertegenwoordiging dei- Federatie van Wielerclubs in Haarlem zijn aan de raad gezonden: a. de R.K, Commissie voor Lichamelijke Op voeding (vacature S. Hooy) 1. S. Hooy, 2. A. Senden b. de afd. Haarlem van den Nederlandschen Arbeiders Sportbond (vacature P. Wildeboer) 1. J. Lïngeman ,2. N. J. Vos. c. de afdeeling Haarlem van de Vereeniging van Leeraren en Onderwijzers in de licha melijke Opvoeding in Nederland (vacature R. Verwers) 1. R. Verwers, 2. C. P. Nieuwen- weg. d. de gezamenlijke Haarlemsche Hockey- vereenigingen (vacature W. van Olphen) 1. C. J. J. IT. van Kempen, 2. L. J. Uot; e. de'Haarlemsche Roei- en Zeiivereenigin- gen (vacature W. A. J. Bremer Jr.) 1. W .A. J. Bremer Jr., 2. Mr. P. Fuhri Snethlage. f. de Federatie van Wielerclubs in Haarlem l, Joh. ten Hove, 2. H. J. Keizer. Bovendien moet worden voorzien in de va cature. ontstaan door periodieke aftreding van het lid van den Raad, den heer W. J. H. Bartels (herkiesbaar. DE KERKHOFSTRAAT. De eigenaar van de perceelen aan de Kerk hofstraat nrs. 8 en 10 heeft zich bereid ver klaard deze aan de gemeente in koop af te staan voor de som van f 2.900. Op grond van de rooilijn dient van beide perceelen in totaal ongeveer 28 M2 als open bare weg te worden ingericht. Bij aankoop en slooping van deze perceelen zal voor den ver koop overblijven een bouwterrein ter opper vlakte van pLm. 132 M2. met een bouwdiepte van pl.m. M. Na slooping van bedoelde per ceelen zal de Kerkhofstraat wat het aanzien betreft aanmerken ik verbeteren. Wij achten aankoop van de perceelen dan ook ge- wensdht. De H. Stede en het Mirakel van Amsterdam. Lezing door Dr. J. F. M. Stcrck. In een lokaal van de R.K. Openbare Lees zaal en Bibliotheek hield dr. J. F. M. Sterck gisteravond een lezing over: „De H. Stede en het Mirakel van Amsterdam" Na' ingeleid te zijn door den heer H. v. d. Weyer begon dr. Sterck zijn lezing met er op te wijzen dat deze causerie juist samenviel met den datum van het Amsterdamsch mi rakel. Spreker behandelde nog even in 't kort de geschiedenis van de H. Hostie die in het huis van een zieken man in het vuur belandde en ongedeerd uit den asch werd gehaald en in een kist werd bewaard. Later heeft een pri ter de hostie weggehaald. Dit wonder is re_ officieel in een oorkonde van 1346 één jaar na de gebeurtenis opgeteekend. Ook in 1 archief van Den Haag zijn later documen: die op het mirakel betrekking hebben ge vonden. In 1347 werd op deze plaats een kapel ge bouwd. Reeds in 1360 was hier de jaarlijksche processie met het H. Sacrament. Vele pelgrims namen aan de bedevaarten naar deze kapel deel. In 1421 is de kapel verbrand en weer opgebouwd en vergroot, later is ze nog eens vergroot. In 1581 werd ze door de gemeente Amster dam achtereenvolgens gebruikt als paarden stal, turfhuis en zoutpakhuis. Jacob Cornells van Oostsanen maakte van dit Mirakel een achttal schilderijen die o.m. op tentoonstellingen over oud-Amsterdam zijn geëxposeerd. Na de afbraak in 1909 wer den de origine ele schilderijen opnieuw inge lijst en opgehangen in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Spreker behandelde vervolgens de sloopingsgeschiedenis van de kapel. In de 19de Eeuw werd zij voor de Hervormden over bodig en afgeschreven als kerk met vaste diensten. Verschillende protesten werden te gen deze slooping gedaan, zelfs werden pro cessen gevoerd o.a. door de gemeente Am sterdam en de farn. Alberdingk Thym, doch alles tevergeefs. Bij een audiëntie van het Kon. Oudheidkundig Genootschap zeide H. M. de Koningin dat zij hoopte dat de kapel be houden zou blijven. De Kerkeraad was echter onverbiddelijk en in 1908 werd de kapel gesloopt. Dr. Sterck illustreerde zijn interessante le zing met een serie prachtige lichtbeelden. NATIONALE RECLASSEERINGSDAG. Op den Nation alen Reclasseeringsdag op 7 Mei a.s. zal wederom een collectegehouden worden. Ion oti 'uujUA. is flint, voTuböwfe r TUIN en v GAZONME5T (Adv. Ingez. Med Het corps van de leerlingen der M. T. S. geeft op 30 Maart in den Stadsschouwburg een herhaling van het stuk „lm weissen Rössl", thans ten bate van „Het Brokken- huis". Een vroólijke scène uit deze opvoering met de befaamde Wolfgangsee op den achtergrond. Vereeniging van R.-K. Raads-* leden. De heer De Haas van Dorsser over „De Armenzorg". Gisteravond Meld de vereeniigng van R.K. Raadsleden Kring Haarlem een buitengewone ledenvergadering in het St. Bavogebouw De voorzitter der vereeniging de heer M. L. A. Klein, heette de aanwezigen welkom en hield een korte inleiding tot de lezing van den spreker van den avond, den heer de Haas van Dorsser, directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon te Haarlem. De heer van Dorsser vervolgens het woord nemend, zeide dat hij eigenlijk min of meer een causerie wilde hou den over de armenzorg in het algemeen. Dooi de omstandigheden is het „vak" maatschap pelijk hulpbetoon zeer uitgebreid geworden. Waar een kwart eeuw geleden nog het systeem bestond van de bedeeling is thans de armen zorg uitgegroeid tot een taak der overheid, die daar ver boven uitgaat. De diensten van maat schappelijk hulpbetoon zullen ook in de toe komst nog veel werk moeten verzetten. Het be drag van de staatsbegrooting in 1850: f 75.000.000 is thans hetzelfde bedrag, dat aan armenzorg besteed wordt. Thans wordt 78 pet. van de armenzorg bekostigd door de overheid en 22 pet. door particuliere en kerkelijke in stellingen. Tegenwoordig ressorteeren echter onder Armenzorg rubrieken, waarvan vroeger geen sprake was: armlastigen in het buiten land enz. Jaarlijks komen er jongemenschen op de arbeidsmarkt. Spreker toonde een gra fiek van den bevolkingsopbouw in verschillen- De carrière van René Abel. door J. MACKMAN. ZELDEN maakte een ontmoeting een dieperen indruk op me dan die met René Abel. Niet alleen de geheele langvoorbij schooltijd warrelde in mijn brein tot een onontknoopbaar filmexposé door elkander neen flitsender nog waren de ge dachten aan rotatiepersen, waar eindelooze vlakken papier afstroomen, zwart en vet be drukt met portretten en den naam van René Abel Nauwelijks hersteld van de verrassing snel ik op hem« toe en.Doch vergeef mij de noodzakelijkheid, u eerst in te lichten om trent 's mans antecedenten en de betrekking waarin ik tot hem stond. Beiden waren we zes jaar toen we kennis maakten. Met een dertigtal lotgenooten stroomden we het klasselokaal binnen van een lagere school. René en ik werden op één bank gezet. Eerst vele jaren later, toen we in de 6de klas de uitvoerig vertelde roemrijke daden van Napoleon den Grooten insnoven, begon ik hem te benijden om zijn Franschen naam, welken hij niet zuinig uitbuitte door het leg gen van een overdreven klemtoon op de laat ste lettergreep. Onze bank was ondanks veel wederzijdsch gehakketak een sieraad van de zesde klasse. Daar onze lagere-schooljaren overigens van weinig belang geweest zijn ten opzichte van de rol die René later zou spelen, spring ik zes jaren over. We waren naar dezelfde Hoogere Burgerschool gegaan, waren ieder in een ver schillende klas blijven zitten, zoodat de vijfde tenslotte weer ons gemeenschappelijk arbeids veld werd. Hoewel een zwakke broeder op de gebieden der wis- en scheikunde, was René een „kei" in het leeren". Zijn opstellen waren de meest fantastische, ooit ter schole geprodu ceerd. Zijn talent op dat punt bleek tevens overduidelijk uit de wijze waarop hij maande lijks, vrijwel gespeend van medewerkers, een compleet „orgaan van de H.B.S.-vereeniging" in elkander zette. Na ons achttiende levensjaar en de school verlaten te hebben, waren we nog eenige ja ren kennissen. René Abel maakte mijn zus ters om beurten het hof en bovendien werd onze vriendschap bestendigd door het geza menlijk toetreden tot een groote zangvereeni- ging. De faam die hij op school als schrijver en fantast had genoten, drong langzaam-aan ook door in de gelederen der zangvereeniging en weldra was hij het gevierde lid, dat elke club met een maandblad noodig heeft om het voortbestaan van dat blad te verzekeren. Zijn grillige fantasie hield, zooals de voorzitter het eens in een openingswoord uitdrukte, de ola- den van het maandblad bij elkaar en mis schien zou nog eens de tijd komen, dat die zelfde fantasie de gestencilde „Apollo-koerier" in een waardevol drukwerk zou doen verkee- ren „Kerel, hoe krijg je het voor elkaar?" heb ik hem eens gevraagd, toen weer een zijner verhalen mij een slapeloozen nacht had ne- zorgd. ,,'k Zal het je vertellen", antwoordde hij ge heimzinnig. „Maar mondje dicht asjeblieft Elk verhaal dat ik schrijf, ontstaat tijdens een droom. Tenminste bijna elk. Ik moet hem aangekeken hebben als een dom dier. „Droom jij zulk" gekkp dingen?" vroeg ik aarzelend „Koud kunstje", mompelde René. „je hoeft alleen maar op je linkerzij te gaan slapen. liefst met een te zware deken over je". Mijn gezicht deed nog aan bedoelde dier soort denken, toen ik stamelde: „Dat is zeker een recept van Hoffmann of van Poe?" Kort daarop verhuisde ik naar een verafge legen stad en René Abel verdween geleidelijk uit mijn geheugen. Ver van elkaar groeiden wij op, zonder ooit meer iets van elkaar te hooren en tot voor een jaar meende ik beslist dat hij naar Indië was vertrokken als belangrijk ambtenaar ergens op Sumatra. Toen kwam op een avond de krant. De komst van het dagblad was een feit van béteekenis dien dag. Onmiddellijk werd mijn oog getrokken door een portret op de voor pagina. Het was een foto van René Abel! Hij stond er en face op, met een opgetrokken wenkbrauw en een vastberaden trek om zijn mond. „Wel heb ik ooit!" riep ik uit, hoewel er niemand in de kamer was die op deze woor den zou kunnen reageeren. Mijn aandacht werd dadelijk daarop gevraagd door het korte bericht onder het plaatje en na lezing daar van hadden mijn oogen de afmetingen van kleine schoteltjes gekregen: „Naar wij vernemen heeft onze land- „genoot de heer René Abel het plan opge lat, in een éénpersoons kano naar Zuid- „Afrika te varen. Zooals de heer Abel ons „welwillend mededeelde, zal de tocht „aangevangen worden op Maandag' 29 „September a.s. In onze editie van mor- „genochtend zullen wij hier nader op te- „rug komen". En het blad kwam er inderdaad op terug! Niet minder dan twee kolommen kopij had een ijverig redacteur uit de mededeelingen van René Abel geslagen. In enthousiaste termen werd gewaagd van de route van den tocht, van de uitrusting des reizigers, van zijn pro viand en van de geraamde kosten. Ditmaal was er ook een plaatje van de bewuste kano, alsmede van den heer Abel in een sportief en zeewaardig costuum. Hij was een beroemdheid geworden. Eén ding verbaasde mijdat hij zijn faam niet in de literatuur had veroverd! De affaire-Abel werd een bestanddeel van het dagelijksch leven. Begrijpelijkerwijze kocht ik in die dagen dozijnen kranten en in alle zag ik zijn naam in allerhande toonaarden ge noemd. Op den bewusten Maandag 20 Sep tember werden opnieuw kolommen aan zijn voornemen besteed; de onderneming kreeg den ondertitel van „een stoutmoedige natio nale daad", gezien de storende omstandig heden van een koud, nattig herfstbegin. Dins dagochtend 30 September las ik een uur lang over de bijzonderheden van zijn vertrek uit de Scheveningsche haven. Het zou een al te op windend relaas worden, indien ik alleen maar de koppen zou citeer en, die dagenlang de voorpagina's der dagbladen sierden. Ik volsta met een van de laatste, die mij op 4 October onder oogen kwam: „Abel geeft tocht op. Ostende en niet „Kaapstad! Wereldreiziger in spé breekt „voorgenomen reis af na enkele dagen. „Ondanks kalme zee pertinente weigering, „verder te gaan. Wat heeft Abel be doeld?" Moei ik hier den inhoud van het aldus be titelde bericht nog weergeven? Moet ik vertel len dat mijn vertrouwen in het genie van René hevig geschokt was? De voortgang der dagen deed het sensatio- neele nieuws in den doofpot raken. Een poosje bleef René het voorwerp van venijnig gelan- ceerden spot. doch weldra was de zaak verge ten door hen die den man niet. kenden Eer 'aar lang blcpf ik mij verbazen.. Tot k in een Amsterdamsch café plotseling van aan gezicht tot aangezicht met hem stond. „Renél" riep ik uit en stapte op hem toe, Hij keek me aan; in zijn blik was iets dat op het forceer en van zijn geheugen wees en ein delijk stond hij op, noemde even enthousiast mijn naam als ik het den zijnen gedaan had en drukte mij krachtig de hand. „Kerel! Dat we elkaar nou hier moeten ont moeten!" We dronken koffie en praatten over het verleden. Het verleden dat spoedig uitgeput raakte en ons dwong het heden aan te roeren. Zijn naam als wereldreiziger kon ik niet langer omzeilen, hoe ik daar mijn zinnen ook op gezet had: Hij lachte mysterieus, toen ik aarzelend naar zijn avonturen te water in formeerde: „Dat had je nooit van me ge dacht, wel?" „Eerlijk gezegd nee!" En even later de monstreerde ik mijn verwondering nogmaals met de vraag: „Maar waarom ben je aan dien onzin begonnen? Je hebt toch zelf niet geloofd dat je met die kano in Zuid-Afrika zou ko men?" „Zie je me voor zoo'11 dwaas aan?" Thans deed ik geen enkele poging meer, mijn nieuwsgierigheid te maskeeren. „Vertel 'es. Wat was je bedoeling nou eigen lijk?" „Als ik je daar een plezier mee doe. Maar dan moet ik je m'n heele levensbericht opdie nen, van het oogenblik af dat we elkaar voor 't laatst gezien hebben. Eerst ben ik een paar jaar naar Indië geweest, om de zaken van m'n vader te vertegenwoordigen. De crisis gooide den boel over den kop. Ik keerde terug naar Holland en er was geen schijn van kans op, dat ik hier een baantje vond, dat me aanlok te. In die dagen van misère ontwaakte m'n talent weer en waarachtig nog sterker dan toen we nog school gingen. Binnen drie maan den tijds schreef ik een roman en een tooneel- spel. Toen vol goeden moed op zoek naar een uitgever, Bij twaalf heb 'k op het matje ge staan en ik gaf een klein vermogen aan post zegels uit. maar geen kans. De heeren verrijk ten me met juweeltjes van beoordeelingen, maar omdat ik niet den minsten naam had in de letteren zouden ze een te groot risico loopen als ze mijn werk ook maar op het goedkoopste papier zouden laten drukken Op het Amstelveld kreeg ik een ingeving. Ik zag er oude boeken verkoopen van Carpen- tier, van Arne Borg, Henry Ford en van an deren die naam hebben gemaakt op een of ander gebied. Naam weet je wat dat zeggen wil? Dat is waar het publiek zich voor inte resseert en een boek wordt gelezen als de schrijver maar naam heeft gemaakt, onver schillig of het in de litteratuur of ergens an ders was. Toen kwam ik op het idee, m'n naam en portret in de kranten te laten bombardee ren en wat was daartoe beter geschikt dan het verbeteren van een sportrecord? Aangezien ik daar geen kans toe zag, liet ik het bij de poging en het resultaat heb je kunnen lezen. Twee weken is er over me geschreven. Lief en boos. Maar de gemeenste spot liet me koud, Was ik niet een beroemd man geworden een naam! „Ik vermoed toch", waagde ik het hem te onderbreken, „dat die bokkesprong je weinig gebaat heeft „Dacht je?" antwoordde René Abel, terwijl hij me ironisch aankeek. „Dacht je werkelijk?" En hij trok uit zijn actentasch een bundeltje papier, dat hij me overreikte. „Drukproeven voor m'n roman. Wordt vóór Kerstmis uitge geven". „Dat 's niet mis.stotterde ik, geïmpo neerd. „En dat is nog niet alles. M'n tooneelspel komt in het Kerstprogramma van het West- Nederlandsch Tooneel. ondanks de voorkeur van hei tegei woordigr oubliek voor blijspelen van luchtigen aard" (Nadruk verboden. Auteursrechten voorbehouden) de landen. Spr. schetste de gescMedenis van de armenzorg. In het Nieuwe Testament komt niet die organisatie van de armenzorg voor, welke men in het Oude Testament aantreft. I11 1531 heeft Karei V een wet uitgevaardigd, waarin het bedelen veroordeeld en de armen zorg voorgeschreven werd. I11 1818 kregen we de eerste, zij het beperkte, Armenwet. I11 1848 moest het geheele armen wezen door de Overheid georganiseerd worden. Als uitvloeisel kwam de wet van 1854. De bestrijding van de armoede moest in die dagen beschouwd worden als politiemaatregel. In de tweede helft van de 19de eeuw leefde men over de beperking, dat alleen raocht wor den geschonken als het beslist onitrmijdelijk was, heen en in 't laatst der vorige eeuw hield men zich er niet meer aan. I11 1912 bestond de Armenzorg in Haarlem daarin dat voor elke persoon van 80 jaar 2 K.G. grof tarwebrood en 75 cent ondersteuning werd verleend. Personen van 75 tot 80 jaar kregen 2 K.G. grof tarwebrood en 50 cent. Bij ziekte kregen deze 2 K.G. grof tarwebrood en f 2.50. Personen van 60 tot 65 jaar ontvingen 2 K.G. brood en 10 cent per week ondersteuning en personen beneden 60 jaar 1V2 K.G. roggebrood en 100 centen. In 1920 veranderde de steun in natura in steun in geld. Een recht tot onderstand bestaat niet in de wet. Spr. meende dat er practisch wel een recht op onderstand bestaat. In 1912 werd de Armenraad ingesteld. De plaats, waar de armlastige moet worden gesteund, is uiteraard een belangrijke kwes tie. In 1854 werd de geboorteplaats voor onder- steumng aangewezen. Dit bracht veel ellende. In 1870 werd de verblijfplaats belast met de kosten van onderstand. De opheffing uit den staat van armlastig heid "werd een belangrijke bepaling in de Ar menwet. De commissie voor kleincrediet is hier ter stede een belangrijke verlichting voor de Armenzorg geworden. De individualiseering is een belangrijk punt. Elk geval moet individueel behandeld worden. Spreker was van oordeel dat menschen, die ten einde raad zijn, zich steeds tot Armenzorg moeten kunnen wenden. Het maatschappelijk hulpbetoon verricht ook op het gebied van de ordening een taak. Het spreekt uiteraard vanzelf dat het moeilijk is in dit opzicht de juiste grenzen te bepalen. Spr. besprak tenslot te het verschijnsel van de afschuiving van armen, De heer de Haas van Dorsser beantwoordde na zijn lezing nog eenige door de aanwezigen opgeworpen vragen. LOTENVERKOOP „HAARLEM S BLOEI" STIJGT SNEL. De verkoop der loten van de loterij ten bate van de Stichting „Haarlem's Bloei" blijft in vlot tempo stijgen. De voor de begunstigers der Stichting ge reserveerde loten zijn, hoewel de trekking eerst 29 Maart a.s. plaats vindt, reeds bijna geheel uitverkocht. De trekking zal dien dag in het openbaar plaats vinden ten overstaan van Notaris D. M. Klijzing en wel in de nieuwe vergaderzaal van Hotel „De Leeuwerik" in de Kruisstraat. Houd Uw Nieren Gezondl QEZONDE, kraahtlge nieren ïUn Uw zekerste bevelll. filnfi togen rugpijn, rhoumatl- aoho pijnen, dat gevoel va zwakte In den rug, stijve e„ pijnlijke gewrichten, duizelig heid en hoofdpijn. Immers dan worden do schadelijke onzulverhodon als urinezuur «nz, voortdurend uit het bloed gefiltreerd en vla do urinewegen uit hot llohnam vopwIJdurd.De nieren bestaan uit con gi'ooto menigte tooro flltero, wolke de onzulverhe- don aan hot bloed onttrekken en als zij verutopt raken, blijven deze achter en veroorzaken kwalen als d« „Z?rR,<?at d0 nlo,'Gn behoorlijk blijven ÏSIL u0t 8ebp"£„van een diuretleoh middel en :ïn NI*~" p""n (Adv. Ingez. Med.) PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP ZATERDAG 19 MAART 1938. Progr. I. Hilversum II. Progr. II. Hilversum I. Progr. III. Keulen 8.00. 9,05. Parijs Radio 9.20. Radio P.T.T. Nord 10.05, Parijs Radio 10,35, 10.40, 11.05, Keulen 11.20. Ned. Brussel 12.20, 12.50. 1.20. Keulen 1.35. Ned. Brussel 2.20. Keulen 3.20. Droitwich 5.20. Keulen 6.20, 6.30 7.20. Fransch Brussel 8.20. 9.05. Parijs Radio 9.35, 10.10. Keulen 10.55. Progr. IV. Ned. Brussel 8.00, 8.20, 8.30, 8 40 8.45. 9.00. Diversen 9.20—10.35. Londen Regio nal 10.35. 10.50, 11.05. 11.35. Pauze 12 05— 12.10. Droitwich 12.10, 12.40, 1,20. Londen'Re gional 2.20, 2.50, 3.20. Ned. Brussel 4.05, 4.20. Droitwich 6.20. Londen Regional 6.50. Pauze 7.00—7.05 Droitwich 7.05. 7.20, 7.50 8 20 9 *>0 Weenen 9.40. 9.55. 10.15. 10.20. Londen Regional 10.50. Droitwich 11,20, 11.50. Progr. V. 8.00—7.00 Diversen. 7.00 Verzoek programma. 8.00—12.00 Diversen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 11