w
Amateur Filmauteur
Wa arlHtr<4Klcrilin;4
WILLEM KLOOS f
Vraagstuk van den
boterprijs nog
onopgelost.
V R I J D A G 1 A P R I L 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
3
voor Heeren en Jongens
"-V
Wat verlangt ge van 'n nieuw costuum
Moet het zijn:
'n Chic model? Prettige pasvorm?
Mooie stof? 'n Apart costuum?
Al die uitstekende eigenschappen'vindt
ge in een WAARBORG-Costuum.
En voor zeer billijke prijzen, want
Kreymborg concurreert scherpt
Waarborg-Kleeding
alléén bij
kbeymbobg
(Adv. lngez. Med.)
Een der oudste en bekendste
Nederlandsche letterkundigen.
Dc grijze dichter Willem Kloos,
doctor honoris causa, is Donderdag
namiddag te half drie in bijna 79-
jarigen ouderdom te 's-Gravcnhage
plotseling overleden. Willem Kloos
was reeds eenigen tijd lijdende, doch
zijn verscheiden werd nog niet ver
wacht. Dezen middag nam hij eenige
rust te bed, waarvan hij niet meer
is opgestaan.
Kloos was zooal niet de nestor, dan toch
wel een van de alleroudste en bekendste der
Nederlandsche letterkundigen, iemand, wiens
dichtwerken tot ver over de grenzen van het
Nederlandsche taalgebied werden gelezen en
ie oöic als klassicus een groote vermaard
heid genoot. Zeer velen, vooral in Den Haag.
kenden hem persoonlijk en wanneer hij. in
gezelschap steeds van zijn echtgenoote. de
schrijfster Jeanne Reyneke van Stuwe, in de
stad zijner inwoning wandelde den laat-
sten tijd zag men hem zelden was het op
vallend hoe vele eenvoudige burgers zijn ver
schijning opmerkten.
Geboren op, 6 Mei 1359 te Amsterdam, ge
noot Willem Kloos zijn H.B.S.-opleiding daar
ter stede, om vervolgens aan de universiteit
van Amsterdam in de klassieke letteren te
studeeren. Hij verliet de universiteit na het
candidaatsexamen in dien tak van weten
schap met succes te hebben afgelegd.
In 1385 werd Willem Kloos hoofdredacteur
van de Nieuwe Gids. het destijds zeer beken
de tijdschrift van ..De Tachtigers", die onze
literatuur in nieuwe banen hebben geleid en
wier garde thans op een enkele uitzondering
na is uitgestorven.
Zijn voornaamste werken waren: ..Verzen"
<1894), Nieuwe Verzen '1895, herdrukt en
vermeerderd als ..Verzen" in drie deelen.
welke in de jaren 19021913 het licht zagen),
een nieuwe uitgave in 1933, voorts „Veertien
Jaren Literatuurgeschiedenis" (1396). „Nieu
were Literatuurgeschiedenis en Letterkundi
ge inzichten en Vergezichten" (23 deelen
1916'34). zoomede „Studies over onze 18e
eeuwsche dichters", in 1909 verschenen on
der den hoofdtitel „Een daad van eenvou
dige rechtvaardigheid" en een afzonderlijke
studie over Jacques Perk. eveneens in 1909.
Zijn huwelijk met Jeanne Reyneke van
Stuwe werd op 4 Januari 1900 voltrokken en
zoowel bij die gelegenheid als bij verschil
lende jubilea mocht het echtpaar Kloos van
tallooze zijden blijken van sympathie en ver
eering ondervinden.
9
Onze medewerker J. H. de Bois schrijft ons:
Het is een tijding die vooral hen, die veer
tig jaar geleden jong waren, beroeren zal.
Voor hen is de naam gebleven, wat die toen
was: een klaroengeschal. Voor wie later kwa
men bleef de galm lang naklinken, voor de
allerlaatsten werd hij een historische strijd
kreet, waarvan de macht en de schoonheid
als overlevering aanvaard, nog bij herlezing
der eerste verzen kon worden nageproefd.
De eerste der dichters van het nieuwe Hol
land is op bijna tachtig jarigen leeftijd ontsla
pen; de eerste in tijdsorde en langen tijd ook
in beteekenis als kunstenaar. Het heeft geen
zin thans nog eens op te halen wat De Nieuwe
Gids in Holland's geestelijk leven beteekend
heeftzelfs wie slechts een vage notie
van den groei der vaderlandsche cultuur be
zit, hoorde en las van die „beweging" waarvan,
met Van Deyssel. Kloos de motor was. Doch
de tijd is in sommig opzicht wreed, waar hij
de schitterendste sterren doet verbleeken als
weer een andere dag opkomt; toch zijn de
sterren eeuwig en hun lichtende glans blijft
en keert: zoo zal het zijn met de gedach
ten en gedichten van hen die eens een tijd
lang hun volk nieuwe paden wezen. En min
der „grimmig grijnst dan de eindelooze
nacht" zooals Van Eeden dichtte voor
wie in jeugdig vuur zijn hartstocht gaan liet
in den strijd. Die toch laat zijn volk iets
achter wat van hemzelf de kern is, die voor
wie hem zoekt, bereikbaar blijft..
Kloos was geboortig van Amsterdam waar
hij de vijfjarige H.B.S. op de Keizersgracht
bezocht. De leeraar in het Nederlandsch daar.
Dr. Doorenbos, moet een bijzonder man ge
weest zijn, die bij Kloos en anderen van zijn
tijd- en klasgenooten liefde en belangstelling
voor literatuur wist te wekken.
Kloos ging den hem gewezen kant uit en in
de letteren studeeren. Op 25-jarigen leeftijd
werd hij candidaat in de oude letteren. Doch
toen was, wat men „de beweging van tachtig"
noemt, al eenige jaren aan den gang. Een be
weging van reactie tegen de vrij onbeduidende
schrijverij van die dagen, brave maar duffe
schrijverij veelal, zeurig en slaperig als het
geheele maatschappelijke leven van Holland
in het midden der 19e eeuw geworden was.
Daar waren natuurlijk wel uitzonderingen, die
door de „nieuwlichters" in hun ijver met de
rest mee vermorzeld werden en ook is het ver
klaarbaar dat er braven waren die rilden als
Kloos verzekerde dat hij „een God in het
diepst van zijn gedachten" was of Van Deyssel
aankondigde dat hij „ons op zou stooten in de
vaart der volkeren"maar wanbegrip en
vergissing komen bij elke revolutie voor en de
tijd heeft recht gezet, waar tee veel vermor
zeld en gekalmeerd, waar te veel gerild was
Nu, na bijna zestig jaar ziet men die Hol-
landsche herleving van den geest als een won
derlijk feest dat gevierd moet zijn, waarbij
dichters, schilders, prozaschrijvers en politici
aanzaten, aanvankelijk een kleine kring, waar
in de jeugd binnentrad en de voorzichtige be
jaardheid met open mond en wantrouwend
omheen stond. En binnen dien kring Kloos als
leider en erkend vorst.
Hij heeft in zijn lange leven die erkenning
mogen behouden, al was de kring ook al ja
ren gesprongen en waren zij die gemeenschap
pelijk waren opgetrokken naar verschillende
kanten uitgezwermd. Daardoor kon hij ge
lukkig zich vorst blijven voelen al was zijn
vorstendom ingekrompen. Door oud en jong
uit de scheppende schrijverswereld met ver
eering omgeven, mocht hij heengaan thans als
Princeps. als Vorst en als Eerste.
J. H DE BOIS.
In memoriam Willem Kloos.
Wie hem bij zijn eere-promotie, nu bijna
drie jaar geleden in de Amsterdamsche aula
zagen, vonden hem oud, heel oud geworden.
Hij was slecht ter been en liet het dankwoord
aan zijn vroegeren medestrijder Lodewijk van
Deyssel over. Maar even indrukwekkend als
steeds was zijn prachtige dichterskop met de
wilde haardos en de bijna dwepende oogen.
Wij allen dachtenhoe lang, of liever hoe kort
zal hij nog in ons midden zijn?
Nu is hij dan heengegaan, die een zes^g
jaar geleden één der voormannen was van
hen. die „Holland hoog wilden opstooten in de
vaart der volkeren". Hij. die mecdoogenloos te
velde trok tegen het duffe, het banale, het
leege en ziellooze van onze literatuur. Hij heeft
het niet gelaten bij het afbreken van het oude,
het door de „officieele" literatoren zoo hoog
geprezene; hij bouwde ook op, hij wees door
zijn lichtend voorbeeld den weg naar de
schoonheid. Zijn eerste werk, sonnetten en
dramatische fragmenten, is een monument in
onze letterkunde. Of liever juist géén monu
ment, want zijn verzen zijn niet als koud. dood
marmer, maar levend door de vurige schoon
heidsdrift van zijn dichterlijke natuur. Wij
zijn hem onmetelijken dank verschuldigd voor-
deze eerste, waarlijk-gróóte poëzie, waarmee
hij de Nederlandsche dichtkunst, die tiental
len jaren hoogstens middelmatig, maar meest
al ver beneden de middelmaat was gebleven,
met één slag op wereld-niveau bracht.
Wat er dan ook na 1894, na dien eersten rij
ken bloei zijner poëzie, gebeurd is. kan buiten
beschouwing blijven. Zelfs al zou het waar
zijn, zooals vaak echter lang niet terecht
beweerd wordt, dat Kloos het na de vroege
sonnetten niet verder gebracht heeft dan een
waardeloos gestamel, dan nóg blijft hij en zal
hij steeds blijven een gróót dichter, juist door
die schoone verzen zijner jeugd.
Voor ons jongeren is de beweging van 1880
historie geworden, een romantisch, wazig,
welhaast onwerkelijk verleden. Niet echter het
wérk van de „Tachtigers". Het moge dan al
eens gebeuren, dat het voor het nieuwe, het
actueele op den achtergrond wijkt, het be
houdt evenwel een eere-plaats in ons hart. En
het is zeker, dat nog altijd de beweging van '80
de grondslag is van de moderne litteratuur.
Natuurlijk zijn in den loop der jaren vele
idealen der „Tachtigers" verlaten. Panta rhei,
alles stroomt, alles verandert immers voort
durend. Maar uit de kern van hun ideeën zijn
de levenssappen gevloeid, die óók de jongste
loten der Nederlandsche poëzie voeden. Laten
wij er alleen maar eens aan denken, dat het
de mannen van '80 zijn geweest, dat het Kloos
is geweest, die den Nederlanders weer bij
bracht, dat „de poëzie geen zachtoogige maagd
is, die. ons de hand reikend op de levensbaan,
met een glimlach leert bloemen tot een tuiltje
te binden en zonder kleerscheuren over heg
gen heen te stappen.. „doch een vrouw,
fier en geweldig, wier zengende adem niet van
ons laat, die ons bindt aan haar blik. maar
opdat wij vrij zouden zijn van de wereldzorg.
die hart en hoofd in bedwelming stort, maar
ook den drang en de kracht schenkt, zich
weder op te richten tot reiner klaarheid dan
tevoren, die de hoogste vreugde in de diepste
smart, doch tevens de diepste smart in den
wellust van de pijn verkeert, en tot bloedens
toe ons de doornen in het voorhoofd drukt,
opdat er de éénige kroon der onsterflijkheid
uitbloeie." Zoo'n ontboezeming was noodig in
1882!
Willem Kloos is dood en ..de klokken luien
hem uit", maar. zooals hij zelf reeds vroeg ge
zien heeft: zijn geest kan niet sterven, doch
zal voortleven in zijn poëzie:
Ik 'ga dan stil, tevreden en gedwee.
En neem geen ding uit al dat leven mee
Dan dees gedachte, gonzende in mij om:
Men moet niet van het lieve Dood-zijn ijzen:
De doode bloemen keeren niet weerom,
Maar Ik zal heerlijk in mijn Vers herrijzen!
P—f.
De bloeiende Bollenvelden.
Evenals het vorige jaar heeft de K.NA.C.
ook dit jaar weer een specialen inlichtingen
dienst georganiseerd, waardoor het mogelijk
is gemaakt, dat men in tal van plaatsen in
ons land de „laatste berichten' met betrek
king tot den stand van de bolgewassen kan
verkrijgen.
De bijkantoren en agentschappen van de
K.N.A.C. zijn in dezen dienst ingeschakeld
teneinde het publiek van voorlichting te die
nen. Aldaar zal men ook gratis een vouwblad
kunnen verkrijgen waarop het wegennet van
ons bollencentrum in kaart is gebracht. Het
ligt in de bedoeling een zelfden dienst te or-
ganiseeren wanneer de vruchtboomen in de
Betuwe, Zeeland, den Beemster en Zuid-
Limburg in bloei zullen staan.
Inlichtingen zijn te verkrijgen bij het se
cretariaat van de K.N.A.C. in Den Haag.
Een der ergste fouten die in een film kan
voorkomen is. dat de personen handelen zon
der motief. Wanneer het publiek zich gaat af
vragen: ..Waarom in 's hemelsnaam doet die
man dat?", is het doodvonnis over de film ge
veld. Geen regisseur waagt zich op het oogen-
blik meer aan een rolprent, waarin niet alle
daden behoorlijk verantwoord zijn. Zorg er
dus voor dat de held niet in het wilde weg
dingen doet, waarvan niemand iets snapt,
maar laat hem handelen op begrijpelijke en
voor het publiek aanvaardbare wijze.
Een der geliefdste motieven is: de wil om te
slagen. Geef als filmauteur uw held een flinke
dosis energie en een groot doorzettingsver
mogen mee. maar stel dat voortdurend op de
proef. Laat de toeschouwers zien dat zijn on
verzettelijke wil, datgene te bereiken wat hij
zich als ideaal gesteld heeft, alle hinder
palen uit den weg kan ruimen.
In het dagelijksche leven hebben wij tal van
motieven voor onze daden en het is zelfs een
doodgewoon verschijnsel dat we juist niet
doen wat we vast van plan waren wél te
doen. Het is duidelijk dat zulke ingewikkelde
gevallen in de film niet thuis hooren. Geef de
personen eenvoudige karakters en laat ze
handelen zooals volgens dat karakter logisch
is.
Naar de meening van Frances Marion heeft
de schrijver van filmverhalen zich ook te be
moeien met de dialoog. Kort, pittig, geestig,
karakteristiek voor den persoon die spreekt,
ziedaar enkele eischen. Maar denk niet, dat
mocht uw scenario genade vinden in de
oogen van een filmagent en zijn weg vinden
naar de studio er veel van uw tekst zal
overblijven. Toch is haar aanwijzing van
waarde. Zinnen als: ..zij protesteerde heftig"
of „hij overlaadde haar met verwijten", be-
teekenen niets. Laat mevrouw haar protest
maar in één zin samenvatten en laat den man
zeggen wat hij op zijn hart heeft. Natuurlijk
krijgen de hoofdpersonen het meest te spre
ken en het is een bekende fout van beginne
lingen dat zij het publiek in de war brengen
door aan bijfiguren teveel tekst in den mond
leggen. De toeschouwer zou daardoor zijn aan
dacht te veel op de bijrol gaan vestigen en
dat mag niet. Het evenwicht in de film wordt
dan verbroken en dat is fataal voor het suc
ces. Vandaar dat scènes die niet bijdragen
tot het voortschrijden van de handeling mee-
doogenloos geschrapt moeten worden. Hoe
aardig of ontroerend ze ook zijn, het blauwe
potlood moet aan het werk. Eenheid is nood
zakelijk en alle tierelantijnen zijn verwerpe
lijk. Alles wat gedaan en gezegd wordt, moet
dienen om het verhaal voorwaarts te drijven,
om het hoogtepunt voor te bereiden. Die voor
bereiding moet zoo geschieden dat het pu
bliek van de groote scène aan het slot kan
genieten, zonder dat zijn aandacht wordt af
geleid. Als bijv. de held aan het eind van de
film de heldin gaat schaken per vliegmachi
ne, moet de toeschouwer hem vroeger al een
vliegtuig hebben zien besturen. Adders denkt
hij„Hé. kan hij ook vliegen0 Ik vkt niet dat
hij aviateur was. Wordt er «temflnd doodge
schoten, dan hoort het publiek te weten dat
er een revolver beschikbaar is. Herinner u
eens hoe vaak u in een film dat dreigende
wapen in een bureaulade hebt zien liggen!
Dat was opzet. U moet op het schieten letten
en u moogt niet denken: „Gut. waar haalt hij
zoo gauw dat pistool vandaan?"
Natuurlijk is het prachtig wanneer het film
verhaal de nieuwsgierigheid van den beroeps-
lezer opwekt, wanneer hij dadelijk, op de eer
ste bladzijde al, getroffen wordt door den ori-
gineelen of raadselachtigen opzet. Des te groo-
ter zal zijn teleurstelling zijn, wanneer zijn
nieuwsgierigheid niet wordt bevredigd. Geen
schrijver heeft ooit succes gehad, die poogde
zijn publiek bij den neus te nemen. En u kent
waarschijnlijk het katterige gevoel dat men
krijgt als de detective-roman die zoo span
nend begon een onbevredigend slot bleek te
hebben. Als u begint uw pubhek een moora te
beloven, moet u dien moord ook geven. Dat is
billijk
Wat wil het publiek?
Maar in één opzicht verschilt het filmver
haal volkomen van de detective-roman. De ro
manschrijver houdt de oplossing geheim voor
den lezer tot de laatste bladzijde. De film
auteur moet zijn publiek zoo gauw mogelijk op
de hoogte stellen Het schijnt veel interessan
ter te zijn den held te zien ontdekken wat wij
al weten, dan met hem in het duister om te
dolen. Alleen het hoe en waarom moet men
niet verklaren. Probeer u de film „De on
zichtbare man" maar eens voor den geest te
halen! De schrik der menschen op het witte
doek en hun angst voor de wonderlijke ge
beurtenissen, die zich plotseling in hun omge
ving afspelen, zijn voor het publiek pas belang
wekkend, wanneer het weet dat hier een man.
die het vermogen heeft zich onzichtbaar te
maken, aan het werk is. De spelers zien een
zwevende sigaret, worden gebombardeerd met
allerlei voorwerpen, van de trap gegooid en
op den openbaren weg mishandeld Wat er met
hen gebeurt, begrijpen zij niet. Wij. bioscoop
bezoekers, zijn ingelicht en omdat wij weten
uit welken hoek de wind waait, slaan we de
ontwikkeling der gebeurtenissen geamuseerd
gade. De spanning wordt niet verminderd;
hoe het verhaal zal afloopen weten wij immers
ook niet.
Uit dit laatste voorbeeld blijkt tevens, dat
de emotie die de toeschouwer ondergaat een
geheel andere is, dan de emotie die ons ge
toond wordt. De acteurs in „De onzichtbare
man" zijn voortdurend doodsbenauwd, wij roo-
ken onze sigaret en lachen. Zoo wekt wreed
heid in de film verontwaardiging en leed me
delijden. De filmauteur moet er "zich voortdu
rend rekenschap van geven welke gevoelens
hij bij zijn publiek wil wakker roepen en er
zich voor hoeden de toeschouwers lang ach
tereen in een mineur-stemming te houden.
Daarbij moet hij er aan denken, dat een tra
gische scène die in meters celluloid precies
even lang is als een komische, den indruk
maakt ongeveer tweemaal zoo lang te zijn. Is
het dus-mogelijk na een deel van de t. ragische
scène de camera op iets vroolijks te richten en
dan weer tot het eerste onderwerp terug te
keeren. verzuim het niet. U vermijdt daar
door dat een deel van de film gerekt wordt.
Bovendien maakt u door het contrast de be
doeling duidelijker. De. menschen willen leed
alleen zien in tegenstelling tot geluk. Licht is
nu eenmaal prettiger dan duisternis, maar een
beetje duisternis leert ons het genot van het
J licht weer extra waardeeren.
Zij wier dagelijksch werk het is manus
cripten te lezen, hebben een zoo groote erva
ring. dat zij na een halve bladzijde meestal
reeds weten of ze met het werk van een prut
ser te maken hebben of met dat van iemand
die begrip heeft. In het laatste geval zijn zij
bereid over allerlei tekortkomingen heen te
stappen.
Welke de grofste fouten van den amateur
filmauteur zijn, zal ik u aan de hand van
Frances Marions boek in een slot-artikel uit
eenzetten.
P. H. SCHRÖDER.
De Baud verloren?
Aneta meldt uit Batavia.
Tengevolge van het steeds slechtere weer,
gepaard met hooge zee, is de Baud hooger op
het rif geslagen, waar het schip in den "nacht
van Zaterdag op Zondag j.l. is gestrand. De
gezagvoerder heeft vandaag bij hoog water
Aen poging gedaan om het schip vlot te bren
gen, hetgeen niet gelukt is.
De omstandigheden, waarin het schip ver
keert, alsmede het weer zijn van dien aard,
dat van verdere pogingen tot vlotbrengen
geep succe.s mag worden verwacht. In ver
band hiermede heeft de gezagvoerder van
ie Baud instructies gekregen om het schip,
lat als verloren moet worden beschouwd, te
erlaten. Alle menschen die nog aan boord
A-aren zijn overc'gaan op de Albatros. De
post en passagieisgoederen zijn reeds giste
ren in veiligheid gebiecht.
Petroleum iu plaats van benzine?
Proeven op Ypenburg.
RIJSWIJK. 31 Maart. Hedenmiddag zijn
proeven genomen door den bekenden vlieger
J. K. Hoekstra, met een vliegtuig, waarin de
benzine vervangen was door petroleum.
Dc heer Hoekstra steeg in den loop van den
ochtend van Ypenburg op met een Kool-
"noven-junior-toestel en bleef ongeveer 6 uur
in de lucht.
Om 3.25 uur daalde de machine op het
ver van het clubhuis gelegen gedeelte van
het terrein.
De proeven hebben betrekking op een uit
vinding van ir. Arnold.
De inspecteur van de luchtvaart, ir. van
der Heyden, woonde de proeven bij
Volgens verschillende bladen moet men
over 't resultaat van de proef, waarmede men
zeer geheimzinnig was, tevreden zijn. In dc zes
uur, welke de machine In de lucht is geweest,
had dc motor 62 liter petro'eum gebruikt. Had
men benzine gestookt, dan zou veel meer zijn
verbruikt.
Behalve dat petroleum veel goedkoopcr is
dan benzine, heeft het nog veie andere voor-
deelen voor het luchtverkeer, waarvan /.oker
wel één der voornaamste is. dat het veel min
der brandbaar is dan de tot nu toe steeds ge
bruikte brandstof.
KOERSEN NEDERLANDSCH CLKARING-
INSTITUUT.
's-GRAVENHAGE. 31 Maart. Koersen
voor stortingen op l April 1938 tegen ver
plichtingen luidende in:, reichsmarken
f 72.52; lires f 9.39; peseta's f 10.50; Turksche
ponden f 1.44.
EERSTE KAMER.
De heer ter Haar tegen industriali
satie en ordening.
DEN HAAG Donderdag.
Nadat gisteren van R.K. zijde het agrarische
geluid was gehoord, kregen we heden een
paladyn van de industrie te genieten, toen de
lieer Blomjous van leer trok omdat er vol
gens hem juist, b.v. bij het aangaan van han-
dclsaccoorden te veel met landbouw (cn met
Indië), te weinig met de industrie rekening
wordt gehouden. Natuurlijk haalde deze se
nator zijn protectionistisch stokpaardje weer
voor den dag, waarop hij als een razende Roe-
landt voortholde. Drastische invoerrechten zijn
volgens hem noodig. willen we ooit van de
groote werkloosheid kunnen afkomen Een
tarief met vaste basis voor onze nationale
producten is z.i. je ware. Kortom hij wenschte.
dat de Minister zoover zal gaan, dat zonder
schroom het woord protectionisme gebezigd
kan worden. Hiervan
moest echter de heer
ter Haar (c.h.t nu
juist niets en niets
hebben. Deze drukte
er zijn leedwezen
over uit. dat de lijn
al in te sterke mate
in protectionistische
richting is omgebo
gen. Bijkans alle
conti n gen tcerlngs-
maatregelen zijn
helaas gehandhaafd
en nu dreigt het nog
grootere gevaar van
verhoogde Invoer
rechten. Men diende
toch wel tc beden
ken. dat een kleine
staat zeif slechts kleine klappen kan toebren
gen. echter op zijn beurt aan groote klappen
bloot staat en met. Dr. Colijn, die hierover pog
niet zoo lang geleden in een bijeenkomst in
Amsterdam woorden naar het hart van den
heer ter Haar had gesproken, was hij het ook
eens. dat voor ons land exportecren om eerst#
levensbelang is en dat contingenteeringcn nog
altijd te verkiezen vallen boven hooge invoer
rechten. Deze laatsten nemen bovendien de
rem tegen een te hoog kostenpeil weg Wat dc
Regeering nu wil. aldus deze spreker 'die
tevens niet bijster gesteld bleek op industria
lisatie. welke hij een dure en armoedige kas
plant noemde) is evenzeer verwerpelijk als on-
noodig en doet de vraag rijzen naar welk moe
ras we zoodoende gaan.
Ordening lachte hem evenmin toe, vooral
niet wanneer men aldus meer en meer her
leving van het gildewezen aankweekt cn men
naar het stelsel van gesloten bedrijven gaat
wat tot prijsopdrijving leidt. Tenslotte kwam
hij nog op voor de belangen van onze groote
havens, Amsterdam en Rotterdam, waaraan
later eveneens dc heer Nivard (R.K.) de noo-
dige aandacht wijdde. Deze bleek Cr verder be
hoefte aan te hebben uiteen te zetten in hoe
verre zijn partij en de sociaal-democraten
van wie ook de heer v. d. B i 11 nog een orde
ningsfanfare blies met betrekking tot or
dening geenszins hetzelfde beoogen. Van den
heer M a ars in g (nat. soc.i vernamen wc.
dat in den toekomstigen nat, soc staat de
landbouw nummer één zal zijn. dat het niet
aanging dat Philips en Unilever zulke hooge
winsten maken cn dat de boeren het moeten
hebben van de „volksche gedachte". Zijn par
tijgenoot v. Bönninghausen vertelde nogmaals
dat de N.SB. aan de werkloosheid een einde
zal maken en onthaalde verder het gehoor op
beschouwingen, welke door Minister Steen-
berghc als een soort verkiezingsrede werden
gequalificeerd.
Uit hetgeen deze bewindsman heden zeide
(Vrijdag zet hij zijn rede voort), stippen we
aan. dat hij er op wees. dat we met dc bestrij
ding van het mond- en klauwzeer op den goe
den weg zijn. dat de drie centrale landbouw
organisaties het initiatief hebben kunnen ne
men tot de oprichting van de pachtbureaux.
dat er helaas weinig Nederlandsche landbou
wers zullen zijn. die nog naar Zuid-Amerika
willen en met succes kunnen emigreeren. Wat
niet wegneemt, dat de Regeering met emigra
tie-mogelijkheden rekening houdt Mr. Jan
sen (R.K.) kreeg te hooren. dat de nieuwe
Jachtwet nog in studie is en dat hetzelfde gold
t.a.v. de natuurbeschermingswet; met het voor
ontwerp daarvan had de Minister zich niet
kunnen vereenigen.
Het vraagstuk van de boter- en margarine-
prijzen is nog niet opgelost. Door verlaging
van de crisisheffingen moeten de kosten van
levensonderhoud omlaag, doch als Mr. Steen-
berghe den boterprijs naar beneden brengt,
zal het Landbouwcrisisfonds de nadeelen
vermindering van een belangrijke, onmisbare,
bijdrage van een dergclijken maatregel onder
vinden.
E v. R.
t Ter H«.r
(Chf. Hill Un.»)