ZONDERLINGE LEVENS
M
ft Fit!
ïctorto Vfdter
Mercedes
Ed. Kimman Co.
t;
d:
Algemeene Friesche
Levensverzekering-Mij.
Groot-Noordhollandsche
van 1845
Dubbele garantie voor alle verzekerden
Litteraire
Kantteekeningen.
Z A T ERD A G 23 A R 1 L 19.38
HAARLEM'S DAGBLAD
Adam of Eva?
k EN 5den October 1728 wercl in Tonner-
re in Bourgondië in een rechtersgezin
een kind geboren dat met de wellui
dende voornamen Charlotte, Gene
vieve, Louise, Auguste, Andrée, Timoth.ee ge
doopt werd. Sommigen meenden dat het kind
ondanks de tengere gestalte en het meisjes
achtig profiel een jongen was en Charles
moest heeten. Ja, hoe nu: Adam of Eva? Het
gansche lange leven van d'Eon de Beaumont
bleef men in onzekerheid, of de persoon, die
onder dien naam leefde en de diplomatieke
wereld in de pijnlijkste opschudding bracht,
tot het mannelijke dan wel tot het vrouwelijke
geslacht behoorde.
„Chevalière" d'Eon de Beaumont.
d'Eon genoot een goede opvoeding, studeer
de in Parijs in de rechten, promoveerde er tot
doctor in het civiel en kanoniek recht en
werd, zooals toen onder juristen te doen ge
bruikelijk was, parlementsadvocaat. Een alle-
daagsche loopbaan dus, die nog in geen enkel
opzicht verried hoe een geruchtmakend leven
vol zonderlinge avonturen den naam d'Eon
onsterfelijk zou maken en ten nauwste ver
binden aan het verderfelijk spel der interna
tionale staatkunde dat men, veelzeggend, ge
heime diplomatie heet.
Welig woekerde deze giftige schaduwplant
op den brakken bodem van het ancien régime.
Lodewijk XV van Frankrijk hield er zelfs een
geheim diplomatiek kabinet op na, dat z'n in
ternationale valstrikken poogde uit te zetten
bulten medeweten van den Minister van Bui-
tenlandsehe Zaken. Men beweerde, dat Minis
ter de Choiseul wel degelijk bekend was met
's Konings particuliere en geheime corres
pondentie, maar deze als ten deele onscha
delijk, ten deele zelfs nuttig beschouwde en
het overigens de moeite niet waard achtte, er
tegen op te treden.
Maar wat onzen d'Eon aangaat: het was
door enkele politieke geschriften, die van
groote scherpzinnigheid getuigden, dat hij
de aandacht trok van den Prins de Conti,
onder wiens leiding het geheime kabinet
toentertijd stond. De Conti zag in den intel-
ligenten jongeman (of -vrouw) een zeer
bruikbaar instrument voor de diplomatie-
achter-de-schermen en beval hem bij den Ko
ning aan. Nog hetzelfde jaar vertrok d'Eon
naar Petersburg als secretaris van den Che
valier Douglas, een Schotschen vluchteling,
die belast was met het voorbereiden van een
toenadering tusschen Rusland en Frankrijk.
Het schijnt, dat Keizerin Elisabeth in den be
ginne zoo weinig belang stelde in een vriend-
schappelijker verhouding tot Frankrijk, dat
zij den Ridder Douglas zelfs een beleefdheids
bezoek weigerde.
d'Eon als keizerlijk lectrice.
in\\T de zoo begeerde onderhandelingen des-
ondanks konden worden aangevangen is
waarschijnlijk op grond van diens eigen
grootsprakige beweringen, die wel eens meer
bezijden de waarheid waren toegeschreven
aan den list van den Chevalier d'Eon, die ,in
travesti tot het Russische hof wist door te
dringen en er maandenlang fungeerde als lec
trice der Keizerin. Toen de chevalière d'Eon
genoegzaam het vertrouwen van Elisabeth had
gewonnen maakte „zij" zich bekend als
Fransch diplomaat. De Keizerin zou deze mys
tificatie zoo grappig hebben gevonden, dat
zij zich bereid verklaarde tot het openen der
onderhandelingen
In 1758 was d'Eon weer op Franschen bo
dem; rokken, vrouwenkapsel en muts werden
voorloopig in den koffer geborgen en verwis
seld metden uniform van dragonderka
pitein, in welke functie de vrouwelijke d'Eon
zich bijzonder onderscheiden moet hebben bij
den veldslag van 1761.
Maar dit alles was nog maar voorspel van
de farce, die met d'Eon's vertrek naar Londen
als gezantschapssecretaris van den Hertog de
Nivernais een aanvang zou nemen.
Een beminnelijk diplomaat, die d'Eon: intel
ligent, ijverig, wellevend, belezen, maar
ijdel, grenzeloos ijdel en niet minder belust op
alles wat zweemde naar het avontuurlijke. Dat
men hem in Engeland waardeerde, bleek uit
de vereerende opdracht, die hem werd toe
vertrouwd: het was de Chevalier d'Eon de
Beaumont, die belast werd met de over
brenging van het Vredesverdrag naar Ver
sailles. Had Lodewijk XV kunnen bevroeden
dat de Lodewijksorde, waarmee hij d'Eon's
diplomatieke diensten beloonde, den eigen
dunk van dezen avonturier zou aanwakkeren
tot eeii bijna ziekelijke zelfvergoding, de ko
ning zou er zich wel voor hebben gewacht,
den Ridder d'Eon zoo bovenmatig te onder
scheiden.
In afwachting van de komst van den nieu
wen gezant, den Graaf de Guerchy, verte
genwoordigde de Chevalier d'Eon het Fran
sche hof met een weliswaar waardigen, maar
wel wat al te éclatanten zwier. Zijn huis stond
open voor den Engelschen adel en tallooze
aanzienlijke Franschen die, na de beëindi
ging van den krijg, het Engelsche rijk. aan
welks geestelijke schatten een Voltaire en een
Montesquieu zoo hooge eer bewezè'h, van nabij
wilden aanschouwen. De Comtesse de Bouf-
Tlers, het, „idool" van den vermaarden Prins
rie Conti, had het teeken gegeven: met een ge-
D'EON DE BEAUMONT.
volg van letterkundigen en geleerden was zij
het Kanaal overgestoken. d'Eon had haar
geen waardiger ontvangst kunnen bereiden.
Het schitterende feest, dat te harer eere op
Strawberry Hill werd gegeven droeg een bijna
vorstelijk karakter, al kon men zich afvra
gen of al dat luisterrijk vertoon alleen de
Fransche gasten gold, dan wel veeleer diende
om aan den roem van den grooten d'Eon nieu
wen luister bij te zetten. Zeker, men schatte
hem hoog, den Franschen edelman, maar in
niemands oog toch was hij zóó voornaam als
in dat van zichzelf. „Ik behoef", aldus schreef
hij aan den toenmaligen leider van het gehei
me kabinet, den Hertog de Broglie, „niet eens
Fortuna de deur te openen; zij klopt aan alle
muren om zich bij mij aan te dienen. Als ik
Fortuna zeg, bedoel ik niet het geld want
ge weet dat onze Minister meer dan zuinig
is maar onder Fortuin versta ikeer en
aanzien".
Het werd hoog tijd, dat die hoogmoed ge
temperd werd. De Nivernais, zijn vroegere
chef, trachtte den bitteren pil zooveel moge
lijk te vergulden door d'Eon een pluim op den
hoed te steken, maar de toon van d'Eon's brie
ven aan Praslin, den Franschen minister, werd
er te scherper door, zoodat Praslin den Ko
ning verzocht d'Eon terug te roepen.
Het sprookje van het sleuteltje.
J EEST men er de Mémoires van den Riddei
op na, dan vindt men de verklaring van
Praslin's misnoegen opgedischt in den vorm
van een zoo kostelijke fantasie, dat ze, al mag
ze historisch nog zoo apocrief genoemd wor
den, te vermakelijk is. om haar onvermeld te
laten. Praslin dan zou zoozeer in woede ont
stoken zijn, omdat hij kennis laad genomen
van het bestaan van 's Konings geheim kabi
net en wel op de volgende wijze: Lodewijk
placht den sleutel van het schrijn, waarin de
geheime correspondentie werd bewaard, aan
een koord om den hals te dragen. Reeds meer
malen had de Pompadour, de maitresse des
Konings, in haar vrouwelijke nieuwsgierig
heid naar de bestemming van dat geheimzin
nige sleuteltje gevraagd, maar steeds had de
Koning haar een ontwijkend antwoord gege
ven. Het was na een souper „en séparé" dat
de Koning, die zich rijkelijk den wijn had la
ten smaken, in een diepen slaap viel. De Pom
padour nam de gelegenheid ijlings te baat,
maakte zich van het sleuteltje meester en
vond na eenig zoeken het schrijn, waarop het
paste. Al was de inhoud dan ook van gansch
anderen aard dan zij had vermoed, ze scheen
de ontdekking belangrijk genoeg te vinden
om er Praslin mee in kennis te stellen
Eenmaal aan het fantaseeren vond onze
d'Eon den weg naar de werkelijkheid niet zoo
gemakkelijk terug: inderdaad, zoo schrijft
hij, zou hij een epistel ontvangen hebben,
waarin de Koning hem naar Parijs ontbood.
Maar, let wel, tegelijkertijd bereikte hem een
door Z.M. eigenhandig geschreven brief, waar
in de Koning zijn geheimen agent d'Eon den
raad gaf, het gezantschap in vrouwenkleeren
te verlaten en alle aanwezige documenten
mee te nemen. In waarheid had Lodewijk, die
z'n geheime diplomatie in handen van dezen
hoovaardigen avonturier in gevaar achtte, er
in toegestemd, dat hij zou worden terugge
roepen.
De
vervol
lgde
Het beste Bronwater
(Adv. ingez. Med.)
TT)EON was buiten zichzelf van woede en
gekrenkte ijdelheid en dacht er niet aan.
voor den gezant de Guerchy, wiens plaats hij
eigenmachtig nog steeds innam, het veld te
ruimen. De arme het scheen hem nu waar
lijk in het hoofd geslagen te zijn. Hij zag
overal spoken: na een diner ten huize van
den staatssecretaris van buitenlandsche za
ken, Lord Halifax, waande hij zich vergiftigd
met opium. Geen oogenblik voelde d' Eon zich
meer veilig en in een vlaag van vervolgings
waanzin nam hij op een nacht de vlucht met
heel het diplomatiek archief en vond hij een
onderkomen bij een zijner vrienden, de la
Rozière. Groote consternatie! Wat voerde deze
getroubleerde in z'n schild? Aan een arresta
tie viel niet te denken: d'Eon had niet alleen
de sympathie der Engelsche Koningin, maar
bovendien stond hij onder bescherming van
de Engelsche wet. Lord Halifax had het dui
delijk genoeg gezegd: d'Eon's gedrag mocht
afgrijselijk zijn, z'n persoon was onschend
baar.
Einde December 1763 werd een poging ge
daan, tenminste het geheime archief uit z'n
handen te krijgen. Men trof d' Eon in z'n ap
partement aan met een geweer in de hand,
dat hij op de bezoekers richtte met de woor
den: „U wilt de papieren des Konings? Nu, ze
bevinden zich aan het einde van dit geweer.
Ik noodig U uit ze te komen halen!"
Men behoefde maar weinig verbeelding te
hebben om zich te kunnen voorstellen wat het
gevolg zou zijn als aan den inhoud van dit
documentair materiaal ruchtbaarheid werd
gegeven: de Koning, dezelfde Koning die het
Vredesverdrag met Engeland met z'n hand-
teekening bezegelde, had tezelfdertijd aan z'n
geheimen agent d' Eon opdracht gegeven tot
het ontwerpen van plannen ter overweldiging
van Engeland. Geheime diplomaticEn
gedurende al deze maanden van strijd met
den Ridder d'Eon hing de Europeesche vrede
aan een zijden draad!
In April 1764 was d' Eon overgegaan tot pu
blicatie van een deel der particuliere cor
respondentie, waarin er weliswaar van.
Guerchy's reputatie geen stuk heel bleef, maar
zorgvuldiglijk elke toespeling op geheime op
drachten des .Konings was vermeden. Nóg
was er geen ramp geschied. Maar wie wist te
zeggen, waartoe de dolzinnige d'Eon nog in
staat zou zijn! En de avonturier scheen nog
voortdurend terrein te winnen: niet alleen
heulde hij met de oppositie tegen het Engel
sche Kabinet, maar daarenboven had hij het
in Maart 1765 zoover weten te drijven, dat de
jury een vonnis uitsprak, waarbij werd ver
klaard: dat de Graaf de Guerchy, een
man van wreed karakter, die niet in den
vreeze Gods leefde, op influistering des Dui
vels een zekeren Trayssac de Vergy had op
gedragen, Charles. Cenoviève, Louise, Augus
te, André, Timothée d'Eon de Beaumont van
het leven te berooven
Nu waren de rollen omgedraaid en leefde
de arme Guerchy in voortdurende angst ge
arresteerd te worden. In Versailles was de
ontsteltenis niet minder groot; onmiddellijk
werden stappen gedaan, het „vonnis" te doen
vernietigen, wat inderdaad gelukte, maar de
zaak er voor de Guerchy niet beter op maak
te: een opgewonden menigte, verontwaar
digd over wat men hield voor een rechts-
HudSOll Terraplan!
2 cyl. D K W 4 cyl.
N.V.Haarl. Rijwiel Automobiel Mij.
Zijlweg 35 - Haarlem -Telef. 11906
(Adv. ingez. Med.)
krenking, bestormde de karos van Guerchy
en zeker zou de graaf gemolesteerd zijn, als
hij zich niet voor een ondergeschikt gezant
schapssecretaris had uitgegeven. Daarna
school de menigte samen voor de Engelsche
ambassade, waar de ruiten werden vernield.
Er bleef de Guerchy niet veel anders over dan
met verlof naar Frankrijk te vertrekken. Kort
daarop overleed hij.
Een illuster gezelschap.
EON mocht nu meester van het terrein
zijn, hij had danig aan populairiteit ver
loren sinds hij in de kringen verkeerde van
een twijfelachtig soort journalisten, dat met
de uitgave van scabreuze geschriften aan de
kost kwam. Had Frankrijk z'n door Guillaume
Imbert geschreven „Chronique scandaleuse",
Engeland kon zich beroemen op de Garetier
cuirassé, waarin Charles Thevenot, zooge
naamd Chevalier de Morande, er lustig op los
lasterde en op zijn manier de doopceel lichtte
van Madame Du Barry. Door bemiddeling van
den befaamden schrijver van Figaro
Beaumarchais en onzen d'Eon werd de uit
gave weliswaar a raison van 32000 livres en
een jaargeld .van 4800 livres opgekocht, maar
een ander libellenschrijver van hetzelfde al
looi, Pidansat de Mairobert, gaf er zijn
„Espion Anglais" aldra een vrij getrouwe en
dus niet minder pikante copie van. Een fraai
gezelschap, waarin d'Eon verzeild was ge
raakt. Neen, z'n reputatie was er niet op
vooruitgegaan. Wel had Lodewijk XV hem een
nieuwe „missie" toevertrouwd, min of meer
gelijk aan het werk van den modernen parle
mentairen verslaggever: d'Eon zou het Fran
sche hof op de hoogte moeten houden van de
politieke stroomingen en gebeurtenissen in
Engeland. Maar men verheelde zich niet, dat
het Londensch verblijf van een man, die zoo
belust was op een rel en bewezen had geen
scrupules te kennen, een voortdurend gevaar
opleverde. En daarbij kwam nog, dat Lode
wijk XVI, Frankrijk's nieuwe koning, inge
togen als hij was, de pikante toespelingen die
de talentvolle brievenschrijver in zijn rappor
ten placht in te lasschen en waarmee Lode
wijk XV zich zoozeer had vermaakt, al even
verwerpelijk achtte als het tumult over
d'Eon's eigenlijke sexe. Men wedde er in
Engeland lustig op los en de processen daar
omtrent beliepen allengs een aardig getal. Zoo
wedde de medicus Hayes met den bakkers
gezel Jaques, dat deze laatste in plaats van 15
geleende guinea's er 100 zou moeten terugbe
talen. indien bleek, dat d' Eon een vrouw was.
En de gezworenen achtten de vrouwelijke
kwaliteiten van onzen d' Eon zoo evident, dat
Hayes z'n vordering werd toegewezen. Wel
werden dergelijke weddenschappen door het
gerechtshof als in strijd met de wet verboden,
maar niettemin achtte Lodewijk XVI het ge
beurde onverkwikkelijk genoeg om aan de
affaire d'Eon voor goed een einde te maken.
Beaumarchais bemiddelt.
OEN Beaumarchais andermaal naar En
geland moest om het verschijnen van een
nieuw libel, ditmaal gericht tegen Marie-
Antoinette, te verijdelen, werd hem opgedra
gen, tevens de noodige onderhandelingen met
d'Eon te voeren over z'n terugkeer naar
Frankrijk,-
Die onnoozele Beaumarchais: hij bemerkte
niet eens. hoe de sluwe d' Eon, die met ge
smoorde stem en tranen in de oogen zooge
naamde confidenties deed over wat men nu
hij bij wijze van spreken al lang van de daken
had geschreeuwd met een larmoyante ver
trouwelijkheid opdischte, de ééne leugen aan
de andere knoopte.
Maar het gelukte Beaumarchais dan toch
eindelijk z'n opdracht tot een goed einde te
brengen, „het fantoom van den Ridder d'Eon
voor goed te doen verdwijnen" en den avon
turier naar Frankrijk te doen terugkeeren;
maar sommigen beweerden in vrouwen
kleeren.
Lang hield hij het op Franschen bodem niet
uit: zijn laatste levensjaren sleet hij in En
geland als ambtenoos emigrant, berooid door
ret verlies van z'n pensioen tijdens de Fran
sche Revolutie en in z'n schamel onderhoud
voorziend met schermlessen, die hij als Che
valière d' Eon, in z'n beruchte vrouwenkleeren
dus, gaf.
Toen hij, 21 Mei 1810, overleed, was de arme
sukkel al bijna een legende geworden, omtrent
wiens leven de zonderlingste verhalen werden
verteld. Toch verschafte z'n dood ten aanzien
van één geliefdkoosd thema der fantasie de
lang verbeide zekerheid: Charlotte d'Eon de
Beaumont was een man!
C. J. E. DINAUX.
Burmaniahuis Leeuwarden
van Brienenhuis Amsterdam
(Adv. Ingez. Med.)
Meester Weslerbeek's moeilijke
jaar. Door A. F. Koenraads.
R'dam Brusse.
Meester Westerbeek is een uitnemend on
derwijzer op een lagere school. De schrijver
verbergt zijn sympathie voor hem geenszins.
En evenmin zijn afkeuring van de tegen
woordige maatschappelijke positie van „den"
schoolmeester. Vooral dan voor de geldelijke
vergoeding, die de staat voor zijn diensten
meent te moeten uittrekken. Die vergoedin
gen of liever salarieeringen worden ons tot
op een cent voorgelegd en dat ze te gering
zijn. wordt ons op overtuigende wijze voor
gerekend. Men kan den schrijver in zijn ar
gumentatie zonder voorbehoud bij vallen en
toch misschien zelfs met zijn instemming
volhouden dat daarmee geen litteratuur
geproduceerd wordt. Lectuur daarentegen
ontstaat daardoor soms wel en in dit geval
een zeer onderhoudende, die hem die in on
derwijskringen verkeeren of daarin belang
stellen, zooals dat heet „uit het hart gegre
pen" zal zijn. De schrijver is zeer gul met al-
lerhand becijfering: als er een nieuwe, moei
lijke leerling in zijn klasse geplaatst wordt,
hecht hij daar een betoog aan vast over de
verslechtering van het openbaar onderwijs:
in een klas van dertig kinderen zou meester
Westerbeek het met dien knaap wel klaar
gespeeld hebben, nu de klassen tot zes-en-
veertig zijn opgevoerd zal het niet lukken.
Maar.... daar Westerbeek een uitstekend
onderwijzer is, lukt het toch. Wat de staat
allemaal aan de acte-examens etc. verdient,
wordt hier keurig becijferd en de kritiek van
den schrijver op de geldelijke en geestelijke
waardeering van de gemeenschap voor den
onderwijzersstand is niet malsch en ook niet
ongemotiveerd. Maar met dat al heeft zoo
iets met litteraire kunst niets te maken en
zou daar misschien alleen iets mee uitstaan
de kunnen hebben zoo A. F. Koenraads de
Multatuliaansche hartstochtelijkheid bezat,
waardoor zoo'n becijferde hoonlach tot een
obsessie kan worden. Maar die hartstochte
lij kheid bezit de schrijver niet en zoo kre
gen vele gedeelten van zijn boek het karak
ter van eenig aangekleed gesputter op een
protestvergadering. Doch die aankleeding
vergoedt zeer veel. Episodes uit het leven van
een onderwijzer, in zijn klas en buiten den
schooltijd weet dp schrijver in een licht te
zetten, waardoor ze ons gaan interesseeren
om de psychische waarneming, dc doorvoeld-
heid van de gevallen die hij meedeelt. Het
moeilijke jaar is voor Wesfcerbeek niet uit
sluitend aan de sociale verslechtering te wij
ten; er zijn nog veel meer factoren die er
invloed op uitoefenen en vooral in den ver
haaltrant der bijkomstige gebeurtenissen is
de schrijver op een veel hooger plan van ver
telkunst aangeland, dan wanneer hij met de
nauwkeurigheid van een accountant salaris
kortingen en onkosten becijfert.
Maar waar het hart vol van is, daar loopt
de mond van over. Het is onder die omstan
digheden betrekkelijk gemakkelijk een boek
te schrijven maar het zal juist het verschil
tusschen een willekeurig schrijver en een
artist uitmaken dat 'bij den laatste het hart
wel vol is, maar de mond niet overloopt.
In den vertaalden roman van
Eugénie Söderbevg: Studenten
fabriek. (A'dam Allert de Lange)
komen analoge gevallen voor als ons bij
Westerbeek's eigen examenstudie werden ge
schilderd. Hier is het milieu het half-en-heel
intellectoieele publiekje dat een school be
zoekt, waar men voor het Zweedsche toela
tingsexamen tot de Universiteit wordt „klaar
gestoomd". Alleen de zaak wordt hier van
den anderen kant bekeken: niet de onder
wijzer, doch de zoo uiteenloopende groep der
leerlingen wordt doorschouwd en waar die
groep uit volwassenen met groote-menschen-
neigingen, passies en eerzucht bestaat was
het al licht gemakkelijker daarvan in beel
dend proza te vertellen zonder er loonsta-
ten en dergelijke bij te betrekken. Hier
wordt een inderdaad interessant milieu op
zuiver beeldende wijze aan ons voorgesteld;
humor en tragiek wisselen elkaar op men-
schelijke wijze af en laten een beeld in on
zen geest achter dat door zijn frissche nieuw
heid en ongeforceerde zakelijkheid minder
vlug verbleekt zal zijn. Dat zal misschien
eerder het geval wezen met de dames en
heeren die in den reiswagen van
Melis Stoke's Holla ndia Luxe
Reizen (Den Haag Leopold)
met ons rond- en door elkaar getold zijn.
Hoewel ze ons Melis Stoke kent het klap
pen van de zweep incidenteel best geamu
seerd hebben. Het samenbrengen van een
bont gezelschap in een luxewagen voor een
trip door België en Frankrijk is hem best
toevertrouwd: de intrige die hij rondom dit
stel plezierreizigers geweven heeft moge wat
-iverdadig met onwaarschijnlijke toevallig
heden besprenkeld zijnde lezer kriigt
waar voor zijn geld en dat is hier de hoofd
zaak.
De idée. beurtelings aan den reisleider
den chauffeur en de verschillende passagiers
het woord te geven om hun gewaarwordin
gen te luchten brengt de noodige variatie
in het verhaal en geeft den schrijver gele
genheid niet alleen den Justus van Maurik-
aohtigen humor van den kleinen burger te
reproduceeren maar ook nu en dan den eigen
zin voor ironie den vrijen teugel te laten.
Dat zijn voor mijn smaak niet de slechtste
pagina's uit het boekals hij de levens
historie van den nieuwen reisleider door de
zen laat vertellen of in reactie daarop den
chauffeur zijn herinneringen laat ophalen.
Beiden hebben zij betere dagen gekend. Maai
de chauffeur heeft al lang geleerd met ver
achting op zijn baan neer te zien (hij was
vroeger particulier chauffeur bij den rijk
dom) terwijl juist ditmaal de relsgeleider de
zijne vol illusies aanvangt. Deze eerste reis
zal dank zij de intrige, die ik niet verklappen
ga ook zijn laatste zijn in deze qualiteit.
De chauffeur zal het nog wel langer moeten
doorbeenen ende betrekking is soms
nog zoo kwaad niet.
,En al wordt de wereld een gekkenhuis
jachten en jagen moeten ze toch, en dit is
een goed begin van het reisseizoen bij de
Hollandia Luxe Reizen".
Als Heemsterhuys, de reisleider-voor-een
blauwen-Maandag, in het eerste hoofdstuk
zich voorstelt, en zijn leven vertelt, vinden
we iets van die zeer genietbare ironie waar
over de schrijver Melis Stoke nu en dan wil
beschikken. Om duidelijk te maken wat wij
daarin waardeeren kunnen wij niet beter
doen dan met een klein citaat te eindigen.
„Mijn ouders waren kort na elkaar ge
storven en mijn zuster was inmiddels ge
trouwd. Van dat oogenblik af ben ik gaan
reizenAmerika, Indië, AustraliëIk
was een niet onaanzienlijk reiziger. Ik kocht
mij aanzien door in de beste hotels te wo
nen, door wetenschappelijke cursussen te vol
gen, door met de beste introducties van A
naar B te reizen en van B naar C. Dit alles
kwam mij zeer belangrijk voor.
Ik draag een doctorstitel van de Sorbonne,
en een buitenlandsche onderscheiding en
heb als geregeld bezoeker van talrijke con
gressen op het gebied van het staatsrecht,
relaties over de geheele wereld. Sinds mijn
fortuin, na een laatste ongelukkig verloopen
speculatieve poging tot herstel, definitief
verloren is en sinds ik naar Holland terug
ben gekeerd, heb ik van die relaties niet
veel anders meer vernomen dan. nu en dan.
een Kerst-kaart".
Als deze nieuwste grapjasserij van Melis
Stoke een weinig meer gelardeerd ware met
den drogen gijn van dit gehalte zou ik ze
nog meer waardeeren. Maar ze zou dan
inboeten aan variatie en dat zou zonde'
twiifel het debiet schade doen Dat deze
kantteekeningen ditmaal niet zoo heel bij
zonder litterair zijn. is ook al een gevolg van
het feit dat ze een beetje gevarieerd dienen
te wezen.
Pas toujours perdrix, nietwaar!
J. H. DE BOI5.
De tennissers zijn al weer aan den slag. de
watersportmenschen hebben hun booten een
goede voorjaarsbeurt gegeven, nog een maand
en we gaan weer buiten zwemmen: de win lei-
is voorbij! Dus stoppen we met onze gym-
nastiekrubriek en bieden u hierbij de laatste
serie aan.
Oefening 208 is een zware lenigheidsoe le
ning. Li liggende houding een been gestrekt
opgooien, met twee handen even den enkel
pakken, en dan krachtig met veerende be
wegingen er aan trekken. Het andere oeen
wordt gebogen neergezet. Na een poosje ook
het andere been oefenen.
Oefening 209. We beginnen op handen
en knieën, waarna de handen zoo ver mogelijk
naar voren worden gezet. De bovenbeenen
moeten echter loodrecht blijven. Nu met kleine
stukjes tegelijk de handen verzetten en een
cirkelboog beschrijven, zooals aangegeven op
de teeken ing.
Oefening 210. Alleen voor meer-geoefen-
den. Deze oefening kan op verschillende
wijzen uitgevoerd worden. Het eenvoudigste is
nog met behulp van een stoel op dc schou
ders van uw helper te gaan zitten. Deze pakt
u bij den enkel goed beet en gaat zoo stevig
mogelijk staan. Dc bovenman gaat nu lang
zaam achterover tot tenslotte zijn handen
den grond raken. Zijn helper laat nu de voelen
los. geeft desnoods nog een duwtje, zoodat u
vanzelf via handstand met de voeten weer
op den grond komt. Iets moeilijker is het,
wanneer U zich weer probeert terug te trek
ken, zoodat u net eindigt zooals u begonnen
bent, namelijk zittend op de schouders van
uw partner. En nu de moeilijkste vorm. U
begint met op de handen te gaan staan,
waarna uw helper vlug achter u komt staan,
om uw onderbeenen op zijn schouders te
leggen. Nu wordt u stevig bij de enkels vast
gepakt. waarna u zich omtrekt tot u zit.
't Valt niet mee! Sportieve jongelui, ont
houdt deze oefening eens en probeert het
dezen zomer aan het strand!
Ten slotte de wendsprong, als nummer 21L
Op het linkerbeen staande, wordt het rechter
een paar maal losjes heen en weer gezwaaid.
Bij een daarop volgenden krachtigen achter-
zwaai springt u hoog op, draait in de lucht
een hal ven slag om. en komt neer op het been
dat eerst gezwaaid heeft.
JULES KAMMEIJER
Leeraap Lich. Ópv. M.O.