ZONDERLINGE LEVENS M ft Fit! ïctorto Vfdter Mercedes Ed. Kimman Co. t; d: Algemeene Friesche Levensverzekering-Mij. Groot-Noordhollandsche van 1845 Dubbele garantie voor alle verzekerden Litteraire Kantteekeningen. Z A T ERD A G 23 A R 1 L 19.38 HAARLEM'S DAGBLAD Adam of Eva? k EN 5den October 1728 wercl in Tonner- re in Bourgondië in een rechtersgezin een kind geboren dat met de wellui dende voornamen Charlotte, Gene vieve, Louise, Auguste, Andrée, Timoth.ee ge doopt werd. Sommigen meenden dat het kind ondanks de tengere gestalte en het meisjes achtig profiel een jongen was en Charles moest heeten. Ja, hoe nu: Adam of Eva? Het gansche lange leven van d'Eon de Beaumont bleef men in onzekerheid, of de persoon, die onder dien naam leefde en de diplomatieke wereld in de pijnlijkste opschudding bracht, tot het mannelijke dan wel tot het vrouwelijke geslacht behoorde. „Chevalière" d'Eon de Beaumont. d'Eon genoot een goede opvoeding, studeer de in Parijs in de rechten, promoveerde er tot doctor in het civiel en kanoniek recht en werd, zooals toen onder juristen te doen ge bruikelijk was, parlementsadvocaat. Een alle- daagsche loopbaan dus, die nog in geen enkel opzicht verried hoe een geruchtmakend leven vol zonderlinge avonturen den naam d'Eon onsterfelijk zou maken en ten nauwste ver binden aan het verderfelijk spel der interna tionale staatkunde dat men, veelzeggend, ge heime diplomatie heet. Welig woekerde deze giftige schaduwplant op den brakken bodem van het ancien régime. Lodewijk XV van Frankrijk hield er zelfs een geheim diplomatiek kabinet op na, dat z'n in ternationale valstrikken poogde uit te zetten bulten medeweten van den Minister van Bui- tenlandsehe Zaken. Men beweerde, dat Minis ter de Choiseul wel degelijk bekend was met 's Konings particuliere en geheime corres pondentie, maar deze als ten deele onscha delijk, ten deele zelfs nuttig beschouwde en het overigens de moeite niet waard achtte, er tegen op te treden. Maar wat onzen d'Eon aangaat: het was door enkele politieke geschriften, die van groote scherpzinnigheid getuigden, dat hij de aandacht trok van den Prins de Conti, onder wiens leiding het geheime kabinet toentertijd stond. De Conti zag in den intel- ligenten jongeman (of -vrouw) een zeer bruikbaar instrument voor de diplomatie- achter-de-schermen en beval hem bij den Ko ning aan. Nog hetzelfde jaar vertrok d'Eon naar Petersburg als secretaris van den Che valier Douglas, een Schotschen vluchteling, die belast was met het voorbereiden van een toenadering tusschen Rusland en Frankrijk. Het schijnt, dat Keizerin Elisabeth in den be ginne zoo weinig belang stelde in een vriend- schappelijker verhouding tot Frankrijk, dat zij den Ridder Douglas zelfs een beleefdheids bezoek weigerde. d'Eon als keizerlijk lectrice. in\\T de zoo begeerde onderhandelingen des- ondanks konden worden aangevangen is waarschijnlijk op grond van diens eigen grootsprakige beweringen, die wel eens meer bezijden de waarheid waren toegeschreven aan den list van den Chevalier d'Eon, die ,in travesti tot het Russische hof wist door te dringen en er maandenlang fungeerde als lec trice der Keizerin. Toen de chevalière d'Eon genoegzaam het vertrouwen van Elisabeth had gewonnen maakte „zij" zich bekend als Fransch diplomaat. De Keizerin zou deze mys tificatie zoo grappig hebben gevonden, dat zij zich bereid verklaarde tot het openen der onderhandelingen In 1758 was d'Eon weer op Franschen bo dem; rokken, vrouwenkapsel en muts werden voorloopig in den koffer geborgen en verwis seld metden uniform van dragonderka pitein, in welke functie de vrouwelijke d'Eon zich bijzonder onderscheiden moet hebben bij den veldslag van 1761. Maar dit alles was nog maar voorspel van de farce, die met d'Eon's vertrek naar Londen als gezantschapssecretaris van den Hertog de Nivernais een aanvang zou nemen. Een beminnelijk diplomaat, die d'Eon: intel ligent, ijverig, wellevend, belezen, maar ijdel, grenzeloos ijdel en niet minder belust op alles wat zweemde naar het avontuurlijke. Dat men hem in Engeland waardeerde, bleek uit de vereerende opdracht, die hem werd toe vertrouwd: het was de Chevalier d'Eon de Beaumont, die belast werd met de over brenging van het Vredesverdrag naar Ver sailles. Had Lodewijk XV kunnen bevroeden dat de Lodewijksorde, waarmee hij d'Eon's diplomatieke diensten beloonde, den eigen dunk van dezen avonturier zou aanwakkeren tot eeii bijna ziekelijke zelfvergoding, de ko ning zou er zich wel voor hebben gewacht, den Ridder d'Eon zoo bovenmatig te onder scheiden. In afwachting van de komst van den nieu wen gezant, den Graaf de Guerchy, verte genwoordigde de Chevalier d'Eon het Fran sche hof met een weliswaar waardigen, maar wel wat al te éclatanten zwier. Zijn huis stond open voor den Engelschen adel en tallooze aanzienlijke Franschen die, na de beëindi ging van den krijg, het Engelsche rijk. aan welks geestelijke schatten een Voltaire en een Montesquieu zoo hooge eer bewezè'h, van nabij wilden aanschouwen. De Comtesse de Bouf- Tlers, het, „idool" van den vermaarden Prins rie Conti, had het teeken gegeven: met een ge- D'EON DE BEAUMONT. volg van letterkundigen en geleerden was zij het Kanaal overgestoken. d'Eon had haar geen waardiger ontvangst kunnen bereiden. Het schitterende feest, dat te harer eere op Strawberry Hill werd gegeven droeg een bijna vorstelijk karakter, al kon men zich afvra gen of al dat luisterrijk vertoon alleen de Fransche gasten gold, dan wel veeleer diende om aan den roem van den grooten d'Eon nieu wen luister bij te zetten. Zeker, men schatte hem hoog, den Franschen edelman, maar in niemands oog toch was hij zóó voornaam als in dat van zichzelf. „Ik behoef", aldus schreef hij aan den toenmaligen leider van het gehei me kabinet, den Hertog de Broglie, „niet eens Fortuna de deur te openen; zij klopt aan alle muren om zich bij mij aan te dienen. Als ik Fortuna zeg, bedoel ik niet het geld want ge weet dat onze Minister meer dan zuinig is maar onder Fortuin versta ikeer en aanzien". Het werd hoog tijd, dat die hoogmoed ge temperd werd. De Nivernais, zijn vroegere chef, trachtte den bitteren pil zooveel moge lijk te vergulden door d'Eon een pluim op den hoed te steken, maar de toon van d'Eon's brie ven aan Praslin, den Franschen minister, werd er te scherper door, zoodat Praslin den Ko ning verzocht d'Eon terug te roepen. Het sprookje van het sleuteltje. J EEST men er de Mémoires van den Riddei op na, dan vindt men de verklaring van Praslin's misnoegen opgedischt in den vorm van een zoo kostelijke fantasie, dat ze, al mag ze historisch nog zoo apocrief genoemd wor den, te vermakelijk is. om haar onvermeld te laten. Praslin dan zou zoozeer in woede ont stoken zijn, omdat hij kennis laad genomen van het bestaan van 's Konings geheim kabi net en wel op de volgende wijze: Lodewijk placht den sleutel van het schrijn, waarin de geheime correspondentie werd bewaard, aan een koord om den hals te dragen. Reeds meer malen had de Pompadour, de maitresse des Konings, in haar vrouwelijke nieuwsgierig heid naar de bestemming van dat geheimzin nige sleuteltje gevraagd, maar steeds had de Koning haar een ontwijkend antwoord gege ven. Het was na een souper „en séparé" dat de Koning, die zich rijkelijk den wijn had la ten smaken, in een diepen slaap viel. De Pom padour nam de gelegenheid ijlings te baat, maakte zich van het sleuteltje meester en vond na eenig zoeken het schrijn, waarop het paste. Al was de inhoud dan ook van gansch anderen aard dan zij had vermoed, ze scheen de ontdekking belangrijk genoeg te vinden om er Praslin mee in kennis te stellen Eenmaal aan het fantaseeren vond onze d'Eon den weg naar de werkelijkheid niet zoo gemakkelijk terug: inderdaad, zoo schrijft hij, zou hij een epistel ontvangen hebben, waarin de Koning hem naar Parijs ontbood. Maar, let wel, tegelijkertijd bereikte hem een door Z.M. eigenhandig geschreven brief, waar in de Koning zijn geheimen agent d'Eon den raad gaf, het gezantschap in vrouwenkleeren te verlaten en alle aanwezige documenten mee te nemen. In waarheid had Lodewijk, die z'n geheime diplomatie in handen van dezen hoovaardigen avonturier in gevaar achtte, er in toegestemd, dat hij zou worden terugge roepen. De vervol lgde Het beste Bronwater (Adv. ingez. Med.) TT)EON was buiten zichzelf van woede en gekrenkte ijdelheid en dacht er niet aan. voor den gezant de Guerchy, wiens plaats hij eigenmachtig nog steeds innam, het veld te ruimen. De arme het scheen hem nu waar lijk in het hoofd geslagen te zijn. Hij zag overal spoken: na een diner ten huize van den staatssecretaris van buitenlandsche za ken, Lord Halifax, waande hij zich vergiftigd met opium. Geen oogenblik voelde d' Eon zich meer veilig en in een vlaag van vervolgings waanzin nam hij op een nacht de vlucht met heel het diplomatiek archief en vond hij een onderkomen bij een zijner vrienden, de la Rozière. Groote consternatie! Wat voerde deze getroubleerde in z'n schild? Aan een arresta tie viel niet te denken: d'Eon had niet alleen de sympathie der Engelsche Koningin, maar bovendien stond hij onder bescherming van de Engelsche wet. Lord Halifax had het dui delijk genoeg gezegd: d'Eon's gedrag mocht afgrijselijk zijn, z'n persoon was onschend baar. Einde December 1763 werd een poging ge daan, tenminste het geheime archief uit z'n handen te krijgen. Men trof d' Eon in z'n ap partement aan met een geweer in de hand, dat hij op de bezoekers richtte met de woor den: „U wilt de papieren des Konings? Nu, ze bevinden zich aan het einde van dit geweer. Ik noodig U uit ze te komen halen!" Men behoefde maar weinig verbeelding te hebben om zich te kunnen voorstellen wat het gevolg zou zijn als aan den inhoud van dit documentair materiaal ruchtbaarheid werd gegeven: de Koning, dezelfde Koning die het Vredesverdrag met Engeland met z'n hand- teekening bezegelde, had tezelfdertijd aan z'n geheimen agent d' Eon opdracht gegeven tot het ontwerpen van plannen ter overweldiging van Engeland. Geheime diplomaticEn gedurende al deze maanden van strijd met den Ridder d'Eon hing de Europeesche vrede aan een zijden draad! In April 1764 was d' Eon overgegaan tot pu blicatie van een deel der particuliere cor respondentie, waarin er weliswaar van. Guerchy's reputatie geen stuk heel bleef, maar zorgvuldiglijk elke toespeling op geheime op drachten des .Konings was vermeden. Nóg was er geen ramp geschied. Maar wie wist te zeggen, waartoe de dolzinnige d'Eon nog in staat zou zijn! En de avonturier scheen nog voortdurend terrein te winnen: niet alleen heulde hij met de oppositie tegen het Engel sche Kabinet, maar daarenboven had hij het in Maart 1765 zoover weten te drijven, dat de jury een vonnis uitsprak, waarbij werd ver klaard: dat de Graaf de Guerchy, een man van wreed karakter, die niet in den vreeze Gods leefde, op influistering des Dui vels een zekeren Trayssac de Vergy had op gedragen, Charles. Cenoviève, Louise, Augus te, André, Timothée d'Eon de Beaumont van het leven te berooven Nu waren de rollen omgedraaid en leefde de arme Guerchy in voortdurende angst ge arresteerd te worden. In Versailles was de ontsteltenis niet minder groot; onmiddellijk werden stappen gedaan, het „vonnis" te doen vernietigen, wat inderdaad gelukte, maar de zaak er voor de Guerchy niet beter op maak te: een opgewonden menigte, verontwaar digd over wat men hield voor een rechts- HudSOll Terraplan! 2 cyl. D K W 4 cyl. N.V.Haarl. Rijwiel Automobiel Mij. Zijlweg 35 - Haarlem -Telef. 11906 (Adv. ingez. Med.) krenking, bestormde de karos van Guerchy en zeker zou de graaf gemolesteerd zijn, als hij zich niet voor een ondergeschikt gezant schapssecretaris had uitgegeven. Daarna school de menigte samen voor de Engelsche ambassade, waar de ruiten werden vernield. Er bleef de Guerchy niet veel anders over dan met verlof naar Frankrijk te vertrekken. Kort daarop overleed hij. Een illuster gezelschap. EON mocht nu meester van het terrein zijn, hij had danig aan populairiteit ver loren sinds hij in de kringen verkeerde van een twijfelachtig soort journalisten, dat met de uitgave van scabreuze geschriften aan de kost kwam. Had Frankrijk z'n door Guillaume Imbert geschreven „Chronique scandaleuse", Engeland kon zich beroemen op de Garetier cuirassé, waarin Charles Thevenot, zooge naamd Chevalier de Morande, er lustig op los lasterde en op zijn manier de doopceel lichtte van Madame Du Barry. Door bemiddeling van den befaamden schrijver van Figaro Beaumarchais en onzen d'Eon werd de uit gave weliswaar a raison van 32000 livres en een jaargeld .van 4800 livres opgekocht, maar een ander libellenschrijver van hetzelfde al looi, Pidansat de Mairobert, gaf er zijn „Espion Anglais" aldra een vrij getrouwe en dus niet minder pikante copie van. Een fraai gezelschap, waarin d'Eon verzeild was ge raakt. Neen, z'n reputatie was er niet op vooruitgegaan. Wel had Lodewijk XV hem een nieuwe „missie" toevertrouwd, min of meer gelijk aan het werk van den modernen parle mentairen verslaggever: d'Eon zou het Fran sche hof op de hoogte moeten houden van de politieke stroomingen en gebeurtenissen in Engeland. Maar men verheelde zich niet, dat het Londensch verblijf van een man, die zoo belust was op een rel en bewezen had geen scrupules te kennen, een voortdurend gevaar opleverde. En daarbij kwam nog, dat Lode wijk XVI, Frankrijk's nieuwe koning, inge togen als hij was, de pikante toespelingen die de talentvolle brievenschrijver in zijn rappor ten placht in te lasschen en waarmee Lode wijk XV zich zoozeer had vermaakt, al even verwerpelijk achtte als het tumult over d'Eon's eigenlijke sexe. Men wedde er in Engeland lustig op los en de processen daar omtrent beliepen allengs een aardig getal. Zoo wedde de medicus Hayes met den bakkers gezel Jaques, dat deze laatste in plaats van 15 geleende guinea's er 100 zou moeten terugbe talen. indien bleek, dat d' Eon een vrouw was. En de gezworenen achtten de vrouwelijke kwaliteiten van onzen d' Eon zoo evident, dat Hayes z'n vordering werd toegewezen. Wel werden dergelijke weddenschappen door het gerechtshof als in strijd met de wet verboden, maar niettemin achtte Lodewijk XVI het ge beurde onverkwikkelijk genoeg om aan de affaire d'Eon voor goed een einde te maken. Beaumarchais bemiddelt. OEN Beaumarchais andermaal naar En geland moest om het verschijnen van een nieuw libel, ditmaal gericht tegen Marie- Antoinette, te verijdelen, werd hem opgedra gen, tevens de noodige onderhandelingen met d'Eon te voeren over z'n terugkeer naar Frankrijk,- Die onnoozele Beaumarchais: hij bemerkte niet eens. hoe de sluwe d' Eon, die met ge smoorde stem en tranen in de oogen zooge naamde confidenties deed over wat men nu hij bij wijze van spreken al lang van de daken had geschreeuwd met een larmoyante ver trouwelijkheid opdischte, de ééne leugen aan de andere knoopte. Maar het gelukte Beaumarchais dan toch eindelijk z'n opdracht tot een goed einde te brengen, „het fantoom van den Ridder d'Eon voor goed te doen verdwijnen" en den avon turier naar Frankrijk te doen terugkeeren; maar sommigen beweerden in vrouwen kleeren. Lang hield hij het op Franschen bodem niet uit: zijn laatste levensjaren sleet hij in En geland als ambtenoos emigrant, berooid door ret verlies van z'n pensioen tijdens de Fran sche Revolutie en in z'n schamel onderhoud voorziend met schermlessen, die hij als Che valière d' Eon, in z'n beruchte vrouwenkleeren dus, gaf. Toen hij, 21 Mei 1810, overleed, was de arme sukkel al bijna een legende geworden, omtrent wiens leven de zonderlingste verhalen werden verteld. Toch verschafte z'n dood ten aanzien van één geliefdkoosd thema der fantasie de lang verbeide zekerheid: Charlotte d'Eon de Beaumont was een man! C. J. E. DINAUX. Burmaniahuis Leeuwarden van Brienenhuis Amsterdam (Adv. Ingez. Med.) Meester Weslerbeek's moeilijke jaar. Door A. F. Koenraads. R'dam Brusse. Meester Westerbeek is een uitnemend on derwijzer op een lagere school. De schrijver verbergt zijn sympathie voor hem geenszins. En evenmin zijn afkeuring van de tegen woordige maatschappelijke positie van „den" schoolmeester. Vooral dan voor de geldelijke vergoeding, die de staat voor zijn diensten meent te moeten uittrekken. Die vergoedin gen of liever salarieeringen worden ons tot op een cent voorgelegd en dat ze te gering zijn. wordt ons op overtuigende wijze voor gerekend. Men kan den schrijver in zijn ar gumentatie zonder voorbehoud bij vallen en toch misschien zelfs met zijn instemming volhouden dat daarmee geen litteratuur geproduceerd wordt. Lectuur daarentegen ontstaat daardoor soms wel en in dit geval een zeer onderhoudende, die hem die in on derwijskringen verkeeren of daarin belang stellen, zooals dat heet „uit het hart gegre pen" zal zijn. De schrijver is zeer gul met al- lerhand becijfering: als er een nieuwe, moei lijke leerling in zijn klasse geplaatst wordt, hecht hij daar een betoog aan vast over de verslechtering van het openbaar onderwijs: in een klas van dertig kinderen zou meester Westerbeek het met dien knaap wel klaar gespeeld hebben, nu de klassen tot zes-en- veertig zijn opgevoerd zal het niet lukken. Maar.... daar Westerbeek een uitstekend onderwijzer is, lukt het toch. Wat de staat allemaal aan de acte-examens etc. verdient, wordt hier keurig becijferd en de kritiek van den schrijver op de geldelijke en geestelijke waardeering van de gemeenschap voor den onderwijzersstand is niet malsch en ook niet ongemotiveerd. Maar met dat al heeft zoo iets met litteraire kunst niets te maken en zou daar misschien alleen iets mee uitstaan de kunnen hebben zoo A. F. Koenraads de Multatuliaansche hartstochtelijkheid bezat, waardoor zoo'n becijferde hoonlach tot een obsessie kan worden. Maar die hartstochte lij kheid bezit de schrijver niet en zoo kre gen vele gedeelten van zijn boek het karak ter van eenig aangekleed gesputter op een protestvergadering. Doch die aankleeding vergoedt zeer veel. Episodes uit het leven van een onderwijzer, in zijn klas en buiten den schooltijd weet dp schrijver in een licht te zetten, waardoor ze ons gaan interesseeren om de psychische waarneming, dc doorvoeld- heid van de gevallen die hij meedeelt. Het moeilijke jaar is voor Wesfcerbeek niet uit sluitend aan de sociale verslechtering te wij ten; er zijn nog veel meer factoren die er invloed op uitoefenen en vooral in den ver haaltrant der bijkomstige gebeurtenissen is de schrijver op een veel hooger plan van ver telkunst aangeland, dan wanneer hij met de nauwkeurigheid van een accountant salaris kortingen en onkosten becijfert. Maar waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over. Het is onder die omstan digheden betrekkelijk gemakkelijk een boek te schrijven maar het zal juist het verschil tusschen een willekeurig schrijver en een artist uitmaken dat 'bij den laatste het hart wel vol is, maar de mond niet overloopt. In den vertaalden roman van Eugénie Söderbevg: Studenten fabriek. (A'dam Allert de Lange) komen analoge gevallen voor als ons bij Westerbeek's eigen examenstudie werden ge schilderd. Hier is het milieu het half-en-heel intellectoieele publiekje dat een school be zoekt, waar men voor het Zweedsche toela tingsexamen tot de Universiteit wordt „klaar gestoomd". Alleen de zaak wordt hier van den anderen kant bekeken: niet de onder wijzer, doch de zoo uiteenloopende groep der leerlingen wordt doorschouwd en waar die groep uit volwassenen met groote-menschen- neigingen, passies en eerzucht bestaat was het al licht gemakkelijker daarvan in beel dend proza te vertellen zonder er loonsta- ten en dergelijke bij te betrekken. Hier wordt een inderdaad interessant milieu op zuiver beeldende wijze aan ons voorgesteld; humor en tragiek wisselen elkaar op men- schelijke wijze af en laten een beeld in on zen geest achter dat door zijn frissche nieuw heid en ongeforceerde zakelijkheid minder vlug verbleekt zal zijn. Dat zal misschien eerder het geval wezen met de dames en heeren die in den reiswagen van Melis Stoke's Holla ndia Luxe Reizen (Den Haag Leopold) met ons rond- en door elkaar getold zijn. Hoewel ze ons Melis Stoke kent het klap pen van de zweep incidenteel best geamu seerd hebben. Het samenbrengen van een bont gezelschap in een luxewagen voor een trip door België en Frankrijk is hem best toevertrouwd: de intrige die hij rondom dit stel plezierreizigers geweven heeft moge wat -iverdadig met onwaarschijnlijke toevallig heden besprenkeld zijnde lezer kriigt waar voor zijn geld en dat is hier de hoofd zaak. De idée. beurtelings aan den reisleider den chauffeur en de verschillende passagiers het woord te geven om hun gewaarwordin gen te luchten brengt de noodige variatie in het verhaal en geeft den schrijver gele genheid niet alleen den Justus van Maurik- aohtigen humor van den kleinen burger te reproduceeren maar ook nu en dan den eigen zin voor ironie den vrijen teugel te laten. Dat zijn voor mijn smaak niet de slechtste pagina's uit het boekals hij de levens historie van den nieuwen reisleider door de zen laat vertellen of in reactie daarop den chauffeur zijn herinneringen laat ophalen. Beiden hebben zij betere dagen gekend. Maai de chauffeur heeft al lang geleerd met ver achting op zijn baan neer te zien (hij was vroeger particulier chauffeur bij den rijk dom) terwijl juist ditmaal de relsgeleider de zijne vol illusies aanvangt. Deze eerste reis zal dank zij de intrige, die ik niet verklappen ga ook zijn laatste zijn in deze qualiteit. De chauffeur zal het nog wel langer moeten doorbeenen ende betrekking is soms nog zoo kwaad niet. ,En al wordt de wereld een gekkenhuis jachten en jagen moeten ze toch, en dit is een goed begin van het reisseizoen bij de Hollandia Luxe Reizen". Als Heemsterhuys, de reisleider-voor-een blauwen-Maandag, in het eerste hoofdstuk zich voorstelt, en zijn leven vertelt, vinden we iets van die zeer genietbare ironie waar over de schrijver Melis Stoke nu en dan wil beschikken. Om duidelijk te maken wat wij daarin waardeeren kunnen wij niet beter doen dan met een klein citaat te eindigen. „Mijn ouders waren kort na elkaar ge storven en mijn zuster was inmiddels ge trouwd. Van dat oogenblik af ben ik gaan reizenAmerika, Indië, AustraliëIk was een niet onaanzienlijk reiziger. Ik kocht mij aanzien door in de beste hotels te wo nen, door wetenschappelijke cursussen te vol gen, door met de beste introducties van A naar B te reizen en van B naar C. Dit alles kwam mij zeer belangrijk voor. Ik draag een doctorstitel van de Sorbonne, en een buitenlandsche onderscheiding en heb als geregeld bezoeker van talrijke con gressen op het gebied van het staatsrecht, relaties over de geheele wereld. Sinds mijn fortuin, na een laatste ongelukkig verloopen speculatieve poging tot herstel, definitief verloren is en sinds ik naar Holland terug ben gekeerd, heb ik van die relaties niet veel anders meer vernomen dan. nu en dan. een Kerst-kaart". Als deze nieuwste grapjasserij van Melis Stoke een weinig meer gelardeerd ware met den drogen gijn van dit gehalte zou ik ze nog meer waardeeren. Maar ze zou dan inboeten aan variatie en dat zou zonde' twiifel het debiet schade doen Dat deze kantteekeningen ditmaal niet zoo heel bij zonder litterair zijn. is ook al een gevolg van het feit dat ze een beetje gevarieerd dienen te wezen. Pas toujours perdrix, nietwaar! J. H. DE BOI5. De tennissers zijn al weer aan den slag. de watersportmenschen hebben hun booten een goede voorjaarsbeurt gegeven, nog een maand en we gaan weer buiten zwemmen: de win lei- is voorbij! Dus stoppen we met onze gym- nastiekrubriek en bieden u hierbij de laatste serie aan. Oefening 208 is een zware lenigheidsoe le ning. Li liggende houding een been gestrekt opgooien, met twee handen even den enkel pakken, en dan krachtig met veerende be wegingen er aan trekken. Het andere oeen wordt gebogen neergezet. Na een poosje ook het andere been oefenen. Oefening 209. We beginnen op handen en knieën, waarna de handen zoo ver mogelijk naar voren worden gezet. De bovenbeenen moeten echter loodrecht blijven. Nu met kleine stukjes tegelijk de handen verzetten en een cirkelboog beschrijven, zooals aangegeven op de teeken ing. Oefening 210. Alleen voor meer-geoefen- den. Deze oefening kan op verschillende wijzen uitgevoerd worden. Het eenvoudigste is nog met behulp van een stoel op dc schou ders van uw helper te gaan zitten. Deze pakt u bij den enkel goed beet en gaat zoo stevig mogelijk staan. Dc bovenman gaat nu lang zaam achterover tot tenslotte zijn handen den grond raken. Zijn helper laat nu de voelen los. geeft desnoods nog een duwtje, zoodat u vanzelf via handstand met de voeten weer op den grond komt. Iets moeilijker is het, wanneer U zich weer probeert terug te trek ken, zoodat u net eindigt zooals u begonnen bent, namelijk zittend op de schouders van uw partner. En nu de moeilijkste vorm. U begint met op de handen te gaan staan, waarna uw helper vlug achter u komt staan, om uw onderbeenen op zijn schouders te leggen. Nu wordt u stevig bij de enkels vast gepakt. waarna u zich omtrekt tot u zit. 't Valt niet mee! Sportieve jongelui, ont houdt deze oefening eens en probeert het dezen zomer aan het strand! Ten slotte de wendsprong, als nummer 21L Op het linkerbeen staande, wordt het rechter een paar maal losjes heen en weer gezwaaid. Bij een daarop volgenden krachtigen achter- zwaai springt u hoog op, draait in de lucht een hal ven slag om. en komt neer op het been dat eerst gezwaaid heeft. JULES KAMMEIJER Leeraap Lich. Ópv. M.O.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 13