„Roep om recht, waaraan gehoor dient te worden gegeven". Kunst in Haarlem en daarbuiten. Twee ernstige verkeers ongelukken te Rotterdam WOENSDAG 27 APRIL 193S HAARLEM'S DAGBLAD 3 Ten aanzien van Oss geen doofpotsysteem. Mr. Wendelaar motiveert zijn voorstel. Abnormale snelheid van behandeling achteraf een bezwaar gebleken. D E heer Wendelaar, die bij de Tweede Kanier een voorstel heeft ingediend tot het houden van een enquête inzake de bekende Ossche kwestie, wenscht een onder zoek naar: 1. De juiste toedracht van de fei ten, welke den minister van Justitie geleid hebben tot zijn telegrafische opdracht aan den procureur-gene raal bij het gerechtshof te 's-Herto- genbosch om aan den betrokken di visiecommandant der Kon. Mare chaussee namens hem mede te dee- !en, dat de brigade Oss zich tot na der order, behoudens uitdrukkelijkcn last van dien procureur-generaal, te onthouden heeft van ieder opspo ringsonderzoek. 2. De vraag, of de minister bevoegd was deze opdracht te geven en, zoo ja, of er voldoende aanleiding voor den minister was om met zooveel spoed een zoo ongebruikelijken en ingrijpenden maatregel te nemen. In liet voorstel is tevens vervat, dat als getuigen of deskundigen on der meer zullen moeten worden ge hoord: Mr. E. L. M. H. Baron Speyart van Woerden, procureur-generaal bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch J. van Selm, kolonel, inspecteur van het wapen der Kon. Marechaus see; de bij bovenbedoelde feiten betrok ken substituut-officier van Justitie bij de arrondissementsrechtsbank te 's-Hertogenbosch de rechter-commissaris voor straf zaken bij die rechtbank: de tegenwoordige betrokken dis trictscommandant der Kon. Mare chaussee, benevens diens ambtsvoor ganger; de wachtmeester der Kon. Mare chaussee De Gier. Aan de Memorie van Toelichting tot het voorstel wordt o.m. het volgende ontleend: Het verloop dezer zaak in de Kamer is wel zeer bijzonder snel geweest, en nu is vlug werken prijzenswaardig, mits de degelijkheid er niet onder lijdt. Van de abnormale snel heid in deze zaak. welke de voorsteller aan vankelijk mede bevorderd heeft, is echter achteraf als bezwaar gebleken, dat voor de leden der Kamer de tijd ontbroken heeft om gelijk na een schriftelijke voorbereiding van het debat het geval is de argumen ten van den minister op haar volle waarde te toetsen. Hoe het zij. de minister van Justitie toon de zich bereid den interpellant den heer Drop te beantwoorden en verschafte zijner zijds -uitvoerige inlichtingen, van welker de gelijkheid de Kamer zoo onder den indruk kwam. dat zij die voldoende achtte. Daar- me" had de zaak uit kunnen zijn en ze zou on~etwijfeld ook uit geweest zijn, wanneer de coor den minister gegeven inlichtingen ook voor hen, die toeter dan de leden der Ka mer op de hoogte van de feiten waren, af doende geweest waren. Gekleurde waarheid. Maar hef is gebleken, dat de zaak niet uit is. dat is In het openbaar gebleken door de reacties van een groot deel der pers op de behandeling der interpellatie. Ook in dit stadium der zaak kan de voorsteller zijn in stemming niet geven aan alle ontevreden heidsbetuigingen in de pers over 's ministers inlichtongen; integendeel, ook thans wil hij uitdrukkelijk verklaren, dat er daarbij uit latingen zijn, waannede hij zich geenszins kan vereenigen. Maar daartegenover wijst hij er op dat in verschillende serieuze bla den zeer gereserveerde artikelen hebben ge staan. waaruit men den indruk krijgt, dat der Kamer en, naar men mag aannemen, ook den minister zeer belangrijke inlichtin gen onthouden zijn. Volgens die bladen heeft do Kamer wel de waarheid vernomen, zij het een soms misschien eenigszins gekleurde waarheid maar heeft zij toch niet de ge- heele waarheid vernomen. De heer Wendelaar somt enkele feiten op en stelt, na een citaat, van den minister over zijn besluit de opsporingsbevoegdheid tijde lijk stop te zetten daartegenover een ge deelte van een artikel van de Nieuwe Rotter- damsche GLWunt van 12 April cn vraagt d.-.n: Zou ik eenige zijn, die niet aanstonds alles ait de woorden van den minister heeft weter *e halen van wat er volgens dit arti kel -f de Nieuwe Rotterdamsche Courant, dat ec .*eer betrouwbaren indruk maakt, toch we? - -"*9 De arrestatie van den bankier. Wat het geval van den dusgenaamden ban kier betreft, geeft de minister een uitvoerige uiteenzetting over de huiszoeking, maar over de verantwoordelijkheid voor de gevangenne ming en -houding wordt zeer weinig gezegd Bii het hooren kreeg men den indruk of de betrokken wachtmeester der marechaussee in dit geval een vrijwel door niets gemoti veerde aanhouding had gedaan en dat de justitie hem dan ook. zoodra haar het onge motiveerde van de aanhouding gebleken was. terstond weer had losgelaten waarop de mi nister mededeelt oor welke onbenullige fei ten 'te-TP yn 'jenrr-str-erd was Leest men nu nog eens rustig na in dr handelingen, wat de minister precies gezegd heeft, en gunt men zich den tijd om over elk woord na te denken in verband met de dwin gende voorschriften der wet, dan begrijpt men, dat in werkelijkheid de schuld voor deze door den minister als vrijwel ongemotiveerde voorgestelde arrestatie niet ligt of althans niet alleen ligt bij de marechaussee. Immers, de bevoegdheid tot gevangenhouding van de marechaussee reikt niet verder dan geduren de twee dagen, de zeven overige dagen, dat deze man gevangen gehouden is, komen dus voor de verantwoordelijkheid gedeeltelijk van den Officier van Justitie en voor het overige deel van den rechter-commissaris. Als men dat bedenkt, wordt het moeilijk aan te ne men. dat er voor de arrestatie van dezen man o weinig reden was als de minister het voorstelde. Ook vraagt de heer Wendelaar of het na lezing van hetgeen de minister heeft gezegd over de kwestie betreffende de jeugd-werk- loozenzorg en van hetgeen de Nieuwe Rotter damsche Courant daarover schreef, nog wel billijk blijft, om de bedoelde arrestatie van twee jonge menschen alleen aan de mare chaussee te wijten. Herinnering aan zwijgplicht heeft onaangenamen bijsmaak. Uit het vorenstaande moge gebleken zijn. dat het de vraag is of de Kamer haar voor- loopig oordeel, dat ze over het geval Oss vol doende ingelicht was, bij nader inzien niet moet herzien. Maar daar komt nog iets bij. De mi nister heeft het goed gevonden hangende deze zaak de marechaussee nog eens hun zwijg- Een Gabriël uit het Kröller- museum. Wanneer dezen zomer de prachtige verza meling schilderijen van den heer en mevrouw Kröller in het daarvoor gebouwde museum te Hoenderloo, voor het publiek toegankelijk zal zijn, zal men onder de Hollandsche kunst der negentiende eeuw, den haar zeer typeerenden Gabriel aantreffen, waarvan wij deze week een reproductie geven. Gabriel behoort niet tot de in geldswaarde misschien te sterk overschatte kunstenaars der Haagsche school, doch hij doet in eigen wezensvastheid in ka rakteristieke, sobere fijnheid voor geen van hen onder en overtreft ze vaak, waar hij van de hem eigene trekken de volle maat geeft. Men heeft den adel van dit ingeto gen. maar zeer zuivere levenswerk lang on derschat in verhouding tot zijn groote tijd- genooten, maar daar tegenover schijnt de later en langzaam gekomen waardeering meer constant te zullen zijn en nog wel in omvang toe te nemen ook buiten den kleinen kring van hen die zich ook reeds vroeger niet door overzeeschen roem en hooge prijzen lieten beinvloeden bij hun beoordeeling. De Kröller collectie zal, als openbaar bezit, een leemte in de nationale kunstverzamelin gen kunnen aanvullen. Bij het bijeenbrengen heeft een ander principe voorgezeten, dan voor vele andere verzamelaars gegolden heeft. In de schijnbare verbandloosheid van het verzamelde loopt een lijn, die meer door V. plicht in te scherpen. Inderdaad behoort de politie bij de vervulling van haar dikwijls zoo kiesche taak te kunnen zwijgen en er is geen bezwaar tegen, dat de minister haar daaraan af en toe eens doet herinneren. Maar in dit g€*al heeft de zaak een onaan genamen bijsmaak; men heeft hier en daar den indruk gekregen, dat deze herinnering op dit oogenblik minder noodig was ter bescher ming van rechtmatige belangen van het pu bliek dan om de marechaussee te beletten zich te verdedigen. De heer Wendelaar denkt er niet aan om te beweren, dat de herinnering met dat doel gegeven is. maar het is er wel het resultaat van. En ook dat geeft een gevoel van onbevredigdheid: men kan zich den rechtsstaat nu eenmaal niet denken zonder een zoo ruim mogelijk recht van verdediging voor ieder, die wordt aangevallen. Ook in dit opzicht heeft de interpellatie- Drop niet voldoende licht gegeven, niet vol doende licht kunnen geven. Inderdaad blijkt en men voelt dat in ruime kringen van ons volk over de zaak Oss het volle licht nog niet opgegaan. Gezien de diepte van de heerschende ontstemming, ook in vol komen rustige en beheerschte deelen der bevolking, zou de voorsteller het ernstig betreuren, wanneer de Kamer deze ontstemming zou laten voortwoe keren, het vertrouwen van ons volk in den rechtstaat is geschokt en dat moet zoo spoedig mogelijk hersteld. Er is hier een roep om recht, waaraan ge hoor gegeven dient te worden. Maar daar komt nog meer bij- Het geval Oss wordt door velen te recht of ten onrechte de heer Wendelaar houdt zich daarbuiten beschouwd als een toetssteen voor het parlementair-democratisch systeem. Als over tuigd voorstander daarvan acht hij het nood zakelijk. dat de Kamer doet wat in haar ver mogen is om de goede werking daarvan te be vorderen. De doofpot moge het attribuut zijn voor andere systemen, het onze blijve geken merkt door de behandeling van zelfs de moei lijkste zaken in het volle licht der openbaar heid. MARKTBERICHT. N.V. BOTERMIJN 's-HERTOGENBOSCH. Dinsdag 26 April. Aanvoer 18925 K.G. Hoogste prijs f 1.40 per K.G. Laagste prijs f 1.34 per K.G. Middel prijs f 1.36 per K.G. het intellect dan door persoonlijke voorkeur getrokken is en waardoor het geheel een groote instructieve waarde heeft bekomen. Van de beroemde Haagsche meesters zal men er niet te veel in vinden, wat geen leemte is, daar men die in de groote musea (Drucker- collectie, Mesdagmuseum etc. etc.) in vol doende mate kan aantreffen ter bewonde rende bestudeering. Zoo een enkel type van Gabriel's kunst brengt een kant van dien schilder naar voren, die misschien in een groot ensemble van werken der Hagenaars onopgemerkt zou blijven Toch behoort hij tot hen, al blijft er een groot verschil tusschen zijn steeds groeiende soberheid en de steeds groeiende uitbundig heid van een Jan Hendrik Weissenbruch bij voorbeeld. In hun jonge jaren zijn al deze artisten meer aan elkaar gelijk dan later, wanneer ieders karakter zijn eigen draai ge nomen heeft en tot rijpheid gekomen is, wat ze gemeenschappelijk in den aanvang heb ben verwerkt. Een schilderij als het hierbij afgebeelde zou Gabriel vóór zijn vijftigste jaar nooit gemaakt hebben. Hoe weinig heeft hij hierbij noodiggehad om een in nig samenzijn en één-worden met de natuur uit te drukken! Een slootje, een paar spich tige boompjes en een hooge lucht daarboven, voila-tout. Maar welk een wereld vol variatie zit er in die simpele compositie. Zoo'n sloot- rand en die paar blaadjes aan de boomen zitten vol teekening, als men die voorstelling even rustig bekijkt, en die teekening is zoo juist, en vooral zoo onopvallend, zoo weinig expres, dat de beschouwer spoedig begrijpt dat wie dat maakte, niet maar zoo a peu prés een beetje flodderde met verf. zoodat het op een grooten afstand wel ergens op leek. maar dat hier een artist werkte, wien de natuur, om zoo te zeggen in de hersens (Adv. Ingez. Aled.) Landbouwer ging onvoorzichtig te werk. Vijftig hectare lieide verbrand. Te Fluitenberg (gem. Ruinen) is Dinsdag middag om één uur een heidebrand ontstaan, doordat de landbouwer J. E. een hoekje heide wilde laten afbranden en daarbij onvoorzichtig tewerk ging. Onder leiding van den burgemeester en rijks- en gemeentepolitie van Ruinen hebben dertig omwonenden het vuur bestreden. Nadat vijftig H A. heide waren verbrand, kon het vuur worden gestuit. De afgebrande oppervlakte is een gedeelte van den verleden jaar door den staat aange- kochten heidegrond, welke bestemd was voor staatsbosch. Tegen den landbouwer is proces-verbaal opgemaakt. De doop van Prinses Beatrix. Route van den Koninklijken Stoet. Naar wij vernemen zal. behoudens mogelijke wijziging, de koninklijke stoet op 12 Mei asv wanneer Prinses Beatrix in de Groote Kerk in den Haag zal worden gedoopt, zich langs den volgenden weg naar de kerk begeven: Van het paleis Noordeinde, de Paleis straat. de Oranjestraat, de parkstraat naar den Kneuterdijk en vandaar over Buitenhof. Gravestraat. Groenmarkt. Riviervischmarkt naar de kerk. Wilt ge goed voor den dag komen met Uw nieuw costuum? Neemt dan het beste: Neemt bij Kreymborg 'n Waar- borg-Costuum. (Adv. Ingez. Med.) en in de vingers gevaren was. De bijna be lachelijke eenvoud van zoo iets, maakt dat velen er de grootheid niet van zien. noch be- begrijpen-kunnen, dat er. om het zóó eenvou- dig-goed te geven een stuk menschenleven verbruikt moest worden. Een Hollandsche lucht zoo te schilderen, zoo buiten de verf te houden, en de geheele weiland-sfeer zoo sterk te doen gevoelen dat kan alleen een artist van den eersten rang. In de door hem zelf gewenschte be perking behoort Gabriel op die eereplaats. Gabriel was acht jaar ouder dan Jaap Maris, behoorde dus tot een even iets oudere generatie, die haar ontwikkeling langs een anderen weg volgde. Hoewel hij in Holland geboren was en in Amsterdam de academie bezocht en bij den beroemden B. C. Koekkoek in Kleef ging. om al schilderend te studee- ren. woonde hij van 1860 tot '84 in Brussel en asl hij zich in dat laatste jaar voor goed in Holland (Scheveningen) vestigt, komt er eigenlijk pas een vast verband tusschen hem en de Hagenaars. Tot zijn dood in 1903 blijft hij te Scheveningen wonen, maar trekt er nog voortdurend op uit om in Drenthe of aan de Hollandsche plassen te schilderen. Dat langdurig verblijf in Brussel was niet zoo heel bijzonder in die jaren. Brussel was een gezochte woon- en studieplaats voor Hollandsche schilders, uit de generatie van vóór de Marissen, welke laatsten liever Parijs en Barbizon opzochten. Bovendien was Ga briel met een Brusselsche gehuwd. Maar in dien Brusselschen kring leefden ook Willem Roelofs Senior, de koeienschilder De Haas, de beide Oyens'en; de jonge Van Rappard kwam er stud eer en en Tholen was er een tijdlang Gabriel's leerling. De etser Storm van 's-Gra- vesande resideerde er eveneens en zoo was er een Hollandsche kunstenaars kolonie ont staan, waarvan de historie nog geschreven moet worden. Anton Mauve die ook geruimen tijd in Schaerbeek bij Brussel woonde, was een oude relatie van Gabriel. Dien toch had hij in zijn jonge jaren reeds te Haarlem bij den schil der Savrij ontmoet. Zelfs zou Gabriel op zijn 17e jaar een schilderij van de Ruïne van Bre- derode gemaakt hebben (volgens Plasschaert; zoodat onze stad den schilder Gabriel niet vreemd geweest is. De oude heer Savrij van de Nieuwe Gracht bezat indertijd een jeugd- werkje van Gabriel, uit een boelhuis op de Kinderhuisvest afkomstig, dat nog geheel in den stijl van Schelfhout en derg. geschilderd was. Reeds zeer kundig, maar natuurlijk nog niet wat later door Gabriel zou worden ge presteerd. Slechts in de allerlaatste jaren van zijn le ven heb ik Gabriel persoonlijk gekend. Hij was in '98 zeventig jaar geweest en het jaar daarop werd in Amsterdam een uitvoerig overzicht van zijn werk tentoon gesteld, bij de organisatie waarvan hij zelf kwam mee helpen. Hij was toen al geruimen tijd doof en hield bij het gesprek voortdurend de hand achter de oorschelp, terwijl hij den prater met een paar guitig-scherpe oogen bleef aan kijken. Mager en deftig met de ouderwetsche vadermoorders, de zwarte strikdas en de lange witte sik. kon hij heerlijk staan te ver tellen hoe hij zich tegen de koude placht te beschermen, als hij in den vroegen morgen ergens buiten wilde schilderen en de och tendnevel nauwelijks opgetrokken was. Dan wikkelde hij zich in zijn avondblad van den vorlgen dag. Dat wil zeggen: onder het vest omgaf hij zich met krantenpapier en daar mee voorkwam hij de vlucht van de eigen lichamelijke warmte. Dat is probaat hoor ik hem nog zeggen met die hamerende nadrukkelijkheid, dooven menschen eigen. Ik ben nooit in de noodzakelijkheid ge bracht het middel in toepassing te brengen. Maar het veelzijdige nut van een krant blijkt alweer zonneklaar En zonder haar zou ook dit kleine fragmentje histoire anecdotiqir weer verloren zijn gegaan. J. H. DR BOIS Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1888. 27 April: Zondag a.s. zal op het Museum van Kunstnijverheid weder een belangrijke tentoonstelling van plaatwerken in kleu rendruk, betrekking hebbende op de Perzische kunst, van het Mohamme- daansche tijdperk af. gehouden worden. De moskeeen, bazars, paleizen en ver dere pubüeke gebouwen der voornaam ste Perzische steden, Ispahan, Kachan, Teheran en andere plaatsen, kunnen den bezoekers een duidelijke voorstelling geven van den grooten rijkdom en den gekuischten smaak, dien de Oostersche volkeren op het gebied der bouwkunst ontwikkelen. Zondag is de toegang vrij. Jongen om het leven ge komen; man zwaar gewond Te Rotterdam zijn Dinsdag twee ernstige verkeersongelukken gebeurd, waarbij een jongen om het leven is ge komen en een man ernstig werd ge wond. Het eerste ongeluk gebeurde op den hoek van de Catharina Beersmanstraat en de Eerste Schansstraat. De zevenjarige A. Huisman stak daar plotseling over, waarbij hij onder een met een paard bespannen wagen raakte, welke onder toezicht van den groenteboer be stuurd werd door een dertienjarig meisje. Een wiel ging den jongen over de borst. Hij liep zware inwendige kneuzingen op. Per auto v£in den G.G.D. werd hij overgebracht naar het ziekenhuis aan den Coolsingel. waar hij bij aankomst reeds bleek te zijn overleden. Het tweede ongeluk geschiedde in de v. d. Takstraat waar de onderladingmeester van de Nederlandsche Spoorwegen, G. Wolters. wo nende aan den Groenen Hilledijk te Rotter dam. bij het passeeren van een carrier kwam te vallen, doordat zijn stuur vasthaakte in dat van een naast hem fietsenden wielrijder. De man kwam juist voor de wielen van een zwa- ren vrachtauto terecht. In zeer ernstlgen toe stand is W. naar het ziekenhuis aan den Cool singel gebracht. Burgemeester van Ooltgensplaat en den Bommel veroordeeld. Kassier aangespoord valsche boekingen tc verrichten. De Rotterdamsche rechtbank deed Dinsdag middag uitspraak tegen den 57-jarigen burge meester van Ooltgensplaat en den Bommel, W. J. D.. die als directeur van het bijkantoor der N.V. Eilandenbank zijn kassier, den 36-jarigen W. V., had aangespoord een aantal valsche boekingen te doen in de boeken der bank. De rechtbank achtte het ten laste gelegde bewezen en veroordeelde hem tot twee maan den gevangenisstraf. De kassier werd veroordeeld tot twee maan den voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Bijdragen productieve werkverschaffing. De minister van Financiën maakt bekend, dat met de bedoeling om te worden aangewend voor productieve werkverschaffing, door W. W. F.—D. te G. aan het rijk is overgemaakt een bedrag van f 100. Met inbegrip van deze storting werd in totaal ontvangen f 1497. V. O. S. redt het leven van een man „Bloedgever" met spoed van Ypenburg naar Teuge overgebracht. In het ziekenhuis te Deventer moest een patiënt geopereerd worden en op een gegeven moment bleek bloedtransfusie noodzakelijk. De eenige ..bloedgever", de zoon van den pa tiënt. bevond zich evenwel te 's-Gravenhage en alleen onmiddellijke overkomst kon baten. De zoon werd telegrafisch gewaarschuwd en stelde zich in verbinding met de Vrijwillige Organisatie Sportvliegers (V.O.S.). Even later vertrok hij met een V.O.S.-vlieger van Ypen burg naar het vliegveld Teuge, waar een auto van den A.N.W.B. klaar stond om hem naar het ziekenhuis in Deventer te brengen. Dank zij de snelle verbinding kwam hij daar op tijd aan. Geen bezichtiging van de „Nieuw Amsterdam". De directie van de Holland Amerika Lijn heeft zich genoodzaakt gezien om, in verband met de vele werkzaamheden die aan boord van het stoomschip „Nieuw-Amsterdam" nog zijn tc verrichten, het nieuwe vlaggeschip niet voor bezichtiging open te stellen. ADVISEERENDE COMMISSIE VOOR BELASTING VRAAGSTUKKEN. De regeeringspersdienst meldt, dat bij be schikking van den Minister van Financiën is ingesteld een commissie aan -welke is op gedragen den minister te adviseeren aan gaande verschillende vraagstukken op belas tinggebied. Nachtvaart op de Waal weer verboden. Waterstand te laag. Evenals vorig jaar heeft de directeur van den Rijkswaterstaat beperkende bepalingen Ingevoerd ten aanzien van het scheepvaart verkeer op de Waal. Langs de rivier te Tie! cn te Doriewaard zijn groc- - geplaatst waarop aan de schippers wordt bekend ge maakt. dat de nachtvaart op de Waal verbo- ö//eén bij KREYMBORG

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5