w
„De Florentiner"
De nationale film „40 jaren
op de Amsterdamsche Diamantbeurs?
,C
DE HEMELNAR.
Croot ORANJE-BAL
DONDERDAG 28 APRIE "1938
HAAREEM'S DAGBEAD
8
Kleinood der Habsburgers met
bewogen verleden.
Eens het eigendom van
Karei den Stouten.
WIEENEN, 25 April.
(Van onzen correspondent).
EDEROM vormen de juweelen van
de Habsburgers het onderwerp van
gesprek in de geheele wereld. Het
heet in de Berlijnsche en in de
Weensche couranten wordt geschreven, dat
dit werkelijk zoo is! dat Otto van Habs-
burg, nu zijn kansen op den Oostenrijkschen
troon voorgoed verkeken schijnen te zijn en
nu hij ook geen inkomsten uit dat land krijgt
van de goederen ,die hem eerst kkort geleden
teruggegeven en nu weer ontnomen zijn, van
plan is den wereldvermaarden „Florentiner"
den Florentijnschen diamant te Amsterdam
op den diamantbeurs ten verkoop laten
brengen, teneinde daar verkocht te worden.
Dan zal deze beroemde steen weer in ons
land terug zijn. waar hij vijfhonderd jaar
geleden ook al. eens geweest is. Want hij was
toen in het bezit van Karei den Stoute, den
vorst uit het rijke Bourgondische Huis, die
zijn kostbare juweelen steeds met zich mee
voerde. De Florentiner is op drie na de groot
ste diamant van onze aarde. De steen heeft
een gewicht van 133 1/3 Weensch karaat en
is eenigszins geelachtig van kleur. Hij is
achtkantig geslepen. Al die acht kanten zijn
met facetten bedekt, die gezamenlijk weer
een ster van negen stralen vormen.
Hoewel Otto van Habsburg direct van
Karei den Stoute afstamt diens dochter
Maria de Rijke toch trad in 1477 te Gent in
het huwelijk met Maximiliaan van Oosten
rijk, wiens nazaten de Habsburgsche keizers
zijn is de Florentynsche diamant toch
pas weer na tal van omzwervingen in het
bezit van die nakomelingen gekomen. Karei
de Stoute heeft den steen in 1476. kort voor
zijn dood bü Nancy, dus in den slag bij
Granson verloren.
Verkocht voor een gulden.
Een Zwitsersche boer vond den steen op
den grond liggen. Hij dacht eerst, dat het
een stuk glas was en wierp het ding weg.
Het kwam onder een wagen te liggen. Latei-
besefte hij, dat dat stuk glas er eigenlijk
toch heel aardig had uitgezien. Hij raapte
het glanzende ding weer op en verkocht het
voor een gulden, oftewel een florijn aan den
pastoor van Montaigny. Deze deed den steen
weer voor drie gulden van de hand, met het
gevolg, dat hij in Bern terecht kwam. Een
paar jaar later betaalde een rijke koopman
in Bern. Bartholomaus May' geheeten er al
5000 gulden voor. Sindsdien is de steen steeds
in prijs gestegen. Voor 7000 gulden ging hij
steen. Door tusschenkomst van de Fuggers
naar Genua en voor 11000 dukaten kocht her
tog Ludovico Moro Sforza van Milaan de steen.
Door tusschenkomst van de Fuggers ging de
steen in het bezit over van de familie de
Medici. De gemalin van den laatsten man-
nelijken telg van dit geslacht, Anna Maria
Francisca, die met hertog Giovanni Gosto
gehuwd was deze stierf in 1737 droeg
den Florentiner nog in het midden van haar
diadeem.
Franz Stephan van Lotharingen, die met
Maria Theresia in het huwelijk trad, kreeg
het groothertogdom Toscane in zijn bezit, als
ruil voor zijn vaderlijke hertogdom Lotha
ringen en Baar en werd daardoor tevens
eigenaar van den Florentijnschen diamant
en van andere juweelen, die de Medicis be
zeten hadden. (Merkwaardigerwijze voert
juist tegenwoordig nog altijd Otto van Habs
burg den titel van hertog van Baar of due
de Bar op al zijn reizen).
Toen Franz Stephan in 1745 te Frankfurt
a d. Main tezamen met zijn gemalin Maria
Theresia tot Roomsch-Duitsch keizer en
keizerin gekroond werd. sierde de Florentina
zijn kroon. Later rustte de Florentiner weer
afzonderlijk, hij kwam met andere juweelen
in een glazen vitrine in de keizerlijke „Schat
kamer" in den Hofburg te Weenen te lig
gen waarin later o.a. ook de diamanten
kroon van keizerin Elisabeth, de eehtgenoote
van keizer Frans Jozef een plaatsje kreeg,
een sieraad, dat meer dan drie millioen
Oostenrijksche kronen waard was.
De Florentiner reist naar Bern.
Toen de rumoerige dagen van de omwen
teling van 1918 naderden, liet de laatste
Habsburgsche heerscher. keizer Karl, Otto's
vader, den Florentiner tezamen met tal van
andere kostbaarheden uit de Schatkamer
op den eersten November, dus nog net bij
tijds. door den oppersten kamerheer graaf
Berchtold, die in deze eigenschap ook aan
het hoofd van de Schatzkammer stond, uit
de vitrines wegnemen en naar Zwitserland
brengen, waarheen hij zich later zelf ook
met zijn gezin begeven heeft. De edelsteenen
werden daar in een safe in een bank te Bern
gedeponeerd.
Toen de keizerlijke familie uit het vader
land gevlucht was, hebben twee vertrouwe
lingen van den keizer opdracht gekregen
de juweelen uit de bank te Bern naar het
kasieel Wartegg te brengen, waar Karl en
zijn gezin zich bevonden. Een hunner, de
vleugeladjudant von Schonta. vertelde later
dat de tocht per auto van de Zwitsersche
hoofdstad naar dat slot nogal avontuurlijk
geweest was. Onderweg heeft men „panne"
gehad, waardoor een vrij lang oponthoud
ontstond. De beidei heeren stelden zich ge-,
durende dien tijd elk voor een van de por
tieren op.
Eindelijk kon men keizer Karl zijn ju
weelen overhandigen. De keizerlijke familie
moest van den opbrengst van verschillende
steenen leven, die de een na den ander ver
kocht moesten worden. Keizer Karl liet de
juweelen echter uit de hulzen nemen, opdat
niemand later met zekerheid zou kunnen be
wijzen, dat hij juweelen gekocht had. die
eens in het bezit van het Habsburgsche Kei
zerlijke hui-s geweest waren.
Het bedrog der Steiners.
Bij het verkoopen was hem een zekere
baron Steiner „behulpzaam", een man, die
Oostenrijksch consul in Bern geweest was
en zijn functie na den val van het Kei/< rrijk
had neergelegd. Deze Steiner was een sluwe
vogel, die de steenen door deskundigen liet
schatten, nadat hij eerst afzonderlijk met
deze menschen gesproken had. De experts
noemden veel te lage prijzen. De vrouw van
Steiner ging op dit aanbod in en verkocht
de juweelen voor bedragen, die nog altijd
veel te laag waren. De Steiners verdienden
een aardig duitje aan provisie. Later werd
het bedrog pas gemerkt. Steiner was inmid
dels naar Parijs uitgeweken, hij werd daar
echter gearresteerd en aan de Zwitsersche
autoriteiten uitgeleverd. Tevoren had hij een
bedrag van een millioen francs, dat hij bij
eengegaard had. aan een Hongaarsch gra
felijk echtpaar ter hand gesteld om het voor
hem te bewaren. Toen hij uit de gevangenis
kwam. was er van dat geld niets meer over.
De gravin was ermee naar Monte Carlo ge
gaan en had daar in het spel geen geluk ge
had. Steiner heeft dus niet veel plezier van
zijn oneerlijk verdiende schatten gehad.
Van den Florentijnschen diamant heeft
keizer Karl nooit afstand kunnen doen. Nu
schijnt zijn zoon hem toch te moeten ver
koopen. W. M. BEKAAR.
Zooals wij meldden heeft ex-keizer Wilhelm Woensdag een bezoek aan de bollen
velden gebracht en eenige uren te Zandvoort vertoefd. De ex-keizer neemt op de
binnenplaats van „Muluru" afscheid van zijn eehtgenoote Prinses Hermine. die
nog eenige dagen te Zandvoort zal blijven.
Het verhaal, de acteurs en de actrices.
Een kijkje in „filmstad".
Een Amsterdamsche en een Bra-
bantsche familie, wier lotgeval
len men van 1898 af tot 1938 toe
kan volgen, spelen in het ter ge
legenheid van het 40-jarig regee-
ringsjubileum van HM. de Ko
ningin te vervaardigen filmwerk
„40 jaren", waarvan de b innen -
opnemingen in Loet C. Barn-
stijn's Filmstad thans aan den
gang zijn, de hoofdrol.
'EST bonIedereen, die naai
de opnemingen in filmstad heeft
i 1 staan kijken haalt ruimer adem,
y als Edmond T. Gréville. regisseur
van de film na een reeds meermalen her
haalde scène, spelend-in een kamer van een
huis aan de Heerengracht in de hoofdstad in
1928. de woorden „Het gaat goed" zegt.
Maar de stilte wordt nog niet verbroken
door kuchen of voetgeschuifel, als hij er
droog aan toevoegt: „Encore....". Cees La-
seur. thans dr. Rolf van Meerle. kijkt eens
wanhopig naar Ank v. d. Moer (Eline Ver
hulst), die ijverig zit te breien, De blik, die
hij terugkrijgt, is even wanhopig. Geen vijf
seconden later wordt de rijdende camera in
de studio weer naar voren geduwd, Cees La-
seur draait opnieuw aan de radio, keert zich
om en zegt, eveneens voor de vijfde maal:
„Hoe zou het komen dat Dick er nog niet is?
Die zou toch ook komen luisteren?" En voor
de vijfde maal klinkt het antwoord: ;,Ik denk
dat hij naar het concertgebouw is".
Tijdens de opnemingen van de film „40 jaren"
in Loet C. Barnstijiïs studio's te Den Haag.
Duidelijk kan men Cees Laseur aan den disch
zien zitten.
Verder wordt ér niet gesproken. Cees La
seur luistert naar de muziek uit de radio, die
niemand overigens hoort. Hij blijft zoo staan,
totC'est bonEncore!" Het scène
tje wordt voor de 6de maal herhaald.
Ziehier een momentopname uit een werk
dag in Filmstad, waar vele handen momen
teel weer werk vinden. Niet zonder genoeg
doening heeft men aan den ingang van de
studio's, langs den weg Den Haag—Leiden,
een groot bord'geplaatst met de woorden:
..De nationale film ..Veertig Jaren" is hier
in productie". De duur van de verfilming
staat er niet onder vermeld. Wie dit weten
wil. moet naar binnen gaan om het te vragen.
Alleen is het antwoord niet positief. De pro
ductieleider van de nationale film heeft der
tig dagen voor de binnen- en eveneens der
tig dagen voor de buitenopnemingen gepro
jecteerd te rekenen van 19 April af. Omstreeks
20 Juni hoopt men daarmede dus gereed te
zijn, tenminste, als bij het maken van de bui
tenopnemingen het weer geen roet in het
eten gooit. Wanneer de film voor vertooning
gereed zal zijn, valt dus moeilijk te zeggen,
ook al, omdat men er met het maken van
binnen- en buitenopnemingen alleen nog
lang niet is. Want dan komt nog het mon-
teeren en proefdraaien en nog zooveel an
dere dingen, die onafscheidelijk aan het ma
ken van een film verbonden zijn.
Een uiteenzetting van Ben
van Eijsselsteln.
De schrijver van het scenario, de heer B.
van Eijsselsteln. heeft gisteren een en ander
over de film in wording medegedeeld, ten
minste wat ziin arbeid daarbii betreft, waar
bij hii er in de allereerste plaats den nadruk
op legde, dat „Veertig jaren" een mengeling
van speelfim en documentaire is geworden.
Als basis fungeeren twee Nederlandsche fa
milies, de Amsterdamsche Van Meerle en
de Brabantsche Maasdonk, wier lotgevallen
van 1398—1938 in beeld gebracht worden
.„Alleen een documentaire? Deze zou te veel
de aandacht van het publiek vergen, de be
langstelling zou gaan verflauwen. Daarom
hebben wij het juist geacht een tweetal Ne
derlandsche families een hoofdrol te laten
spelen, waarbij de contrastwerking, het ver
schil tusschen vroeger en nu, zooveel moge
lijk op den voorgrond geschoven is. Men
ziet het al in het begin, wanneer in het jaar
1898 de 30-jarige dr. Van Meerle (Cees La
seur) na een verblijf in de tropen, na een
reis van 8 weken naar Nederland terugkeert
om zich als specialist in Amsterdam te ves
tigen. Zijn grootvader verbaast zich dan b.v.
over den korten duur van de reis naar In-
die, welke vroeger nog veel langer was. Aan
het slot van de film krijgt men dan te zien.
dat deze reis tegenwoordig niet meer dan 5
dagen kost.
De hoofdpersonen aan het begin der film
zijn omstreeks dertig jaar oud. Zij staan nog
aan het begin van hun leven, waarop zij, in
1938, terugblikken. De grootvader van dr.
Van Meerle doet dit in 1898 ook, zegt tijdens
een kroningsfeestelijkheid dat zijn kleinkin
deren, die de jongeren zijn, een nieuw tijd
perk gaan beleven. Veertig jaren later zegt
dr. Van Meerle eveneens, dat aan de jongeren
de toekomst is, waarbij de film een beroep
op Jong-Holland zal doen.
Wat de Brabantsche familie betreft, de
vriend van dr. Van Meerle, de fabrikant
Maasdonk. is zeer gehecht aan zijn fabriek.
Hij hoopt vurig, dat één van zijn beide zoons
hem zal opvolgen. Doch Dick, de oudste,
wordt piloot, na in de mobilisatie bij de mi
litaire luchtvaart gediend te hebben. Later
vindt men hem in Indië terug, van welk land
hij terugkeert om met veel enthousiasme
mede te werken aan den opbouw van de
luchtverbinding tusschen ons land en Indië.
Wim, de jongste zoon, wil evenmin fabrikant
worden en kiest het artistenlevenhij wordt
musicus, zeer tegen den zin van zijn vader,
die zich pas met het beroep van zijn jong-
sten zoon verzoent, als hem blijkt, dat ook
de kunst opbouwend kan werken.
Het feit, dat de Brabantsche familie een
fabriek bezit, heeft voor de film vele voor-
deelen. omdat zij daardoor een documentaire
kan zijn van de opkomst der arbeiders als
stand en van het tijdperk van den wereldooi*-
log, die ons land vier jaar lang in angstige
beklemming hield.
Hierna wordt „Veertig jaren" een docu
mentaire van Europeesche gebeurtenissen,
den val van tronen en het opsteken van een
revolutiewind, die echter slechts tot onze
grenzen waait. Dan volgt de opbouwperiode
tot in 1929 de crisis uitbreekt, waarbij de film
speciaal de aandacht op het down worden
van ons volk vestigt. De Koningin-Moeder en
Prins Hendrik stervenDaarna volgt een
hoopvoller stemming, culmineerende in de
verloving en het huwelijk van Prinses Ju
liana en Prins Bemhard en de geboorte van
Prinses Beatrix."
Voor een belangrijk deel
speelfilm.
Niet alleen documentaire, doch dus ook
voor een belangrijk gedeelte speelfilm! Daar
aan heeft men thans in Filmstad de handen
vol. Zij, die gisteren een kykje in óe studio
mochten nemen toen de binnenopnemingen
in vollen gang waren, kunnen daarover mede
praten. Een scène zich afspelend in een ka
mer van een Amsterdamsch huis aan de
Heerengracht, is juist in gang. Dit huis is
nauwkeurig geïmiteerd. In vele kamers en
zalen van deze patriciërswoning moet de ca
mera. door den loop van veertig jaar heen,
verschijnen in een eet- en balzaal uit het
Jaar 1898 en in een salon, die dertig, veer
tig jaar later een gezellige huiskamer is met
radio. Men heeft gelukkig besloten, alles zoo
nauwkeurig mogelijk na te bootsen, zoodat
men later niet zal kunnen zeggen dat een
scène, die b.v. rond 1900 speelt, in een om
geving wordt afgedraaid, welke duidelijk het
leven van 1938 verraadt.
Voor zoover er geen stilte gecommandeerd
is, loopen de bezoekers rond in het bedrie-
gelijk nagebootste huis. Alleen stappen zij
van een balzaal via een eetzaal, zonder een
gang te passeeren. naar den apart staanden
gevel, met het blauwsteeenn trapje en het
ijzeren hek. In een eenzaam hoekje staat
een melkkar. waarvan het koperwerk in het
kunstlicht glimt.. De melkboer, die in de film
met deze melkkar te zien zal zijn. speelt een
groote rol: hij zal nl. de tijding brengen van
de geboorte van Prinses Juliana.
De medespelenden.
De voornaamste medespelenden? Hier zijn
ze: Lily Bouwmeester (Annetje Maasdonk)
Ank van der Moer (Eline Verhulst L Myra
Ward (Lily Burger), Marthe Posno (Lottie
van Meerle) Mathieu van Eysden fFrank
Maa-'1 'ik> Prui' <Zfeenb',rgcn iWim Maas
donk). Cor van der Lugt Melsert Jr. iDick
Maasdonk). Eduard Verkade (Z.Exc. van
Meerle). Adolphe Engers (Jan de Oude), en
W. Ohnet (Guus Maasdonk), terwijl enkele
kleinere rollen in handen zijn van Paul Huf,
Anton Roemer. Sarah Heyblom en Guus
Oster, Mary Polder en A. Lagaay.
De regie van de film wordt gevoerd door
Edmond T. Gréville, die door de dialoog-regie
geassisteerd wordt door Joh. de Meester Jr.
Chef camera-man is Otto Heller, die wordt
bijgestaan door Otto Neyenhoff en Arie Croi-
set. A. H. Wegerif verzorgt de architectuur,
de montage is in handen van G. J. Teunis-
sen, het geluid wordt verzorgd door A. Leen-
hard. De muzikale composities worden ver
vaardigd door Leo Ruygrok. met medewer
king van Max Tak.
„Veertig jaren". In ruim twee maanden
hoopt Filmstad gereed te zijn met een film,
die. bedriegen de voorteekenen niet, iets bij
zonders belooft te worden.
HET TOONEEL
R. K. LYCEUM.
Het was een diep-ernstig spel, een spel van
zonde, boete en verlossing, dat de R.K. Ly-
ceïsten gisteravond in den Stadsschouw
burg hebben opgevoerd. In dit spel De
Hemelnar wordt uitgebeeld, hoe een ziel
door gebed en boete wordt gelouterd en tot
God komt, zelfs na een leven van lichtzin
nigheid en zonde.
Het stuk is louter symbolisch en doet
min of meer denken aan een moraliteit uit
de Middeleeuwen. Ook in dit spel spelen de
Duivel en de Dood een belangrijke rol en
gaat de strijd om de ziel tusschen den Dui
vel en een Monnik, die het Geloof symbo
liseert. Het kwaad en de zonde worden ver
tegenwoordigd door een Koning en zijn tra
wanten, en de „nar" is de mensch, die na
tot inkeer te zijn gekomen, den weg gaat tot
God en tenslotte triomfeert. Door zijn op
offering en zijn dood brengt de „Hemelnar"
de menschhèid tot de overtuiging, dat zij
alleen door het goede tot zegen en rust zal
kunnen komen.
Als spel zou „De Hemelnar" waarschijn
lijk nog meer indruk hebben gemaakt wan
neer het minder symbolisch ware geweest
en wij in den nar meer den mensch hadden
gezien. Nu hooren wij alleen in het voorspel,
dat de nar vroeger lichtzinnig is geweest
en verleerd heeft te bidden en het wordt
ons allerminst duidelijk, hoe hij zoo plotse
ling verandert en' tot een leven van boete
doening komt. Hoeveel sterker bijvoorbeeld
is een zinnespel als Elckerlijc, dat ons den
mensch eerst laat zien in al zijn zondigheid
en ons daarna met hem den weg doet vol
gen naar de Genade.
In de symboliseering van het kwaad werkt
de schrijver wel heel sterk met uitersten. De
Koning is 'n soort onmensch en aan zijn plot
selinge bekeering aan het slot kunnen wij dan
ook nauwelijks gelooven. Maar in de teeke-
ning van den Hemelnar, die in zijn boetedoe
ning het voorbeeld van Christus volgt en alle
smarten van de menschen op zich wil nemen,
is zeker veel. dat indruk maakt en waarin wij
verwantschap voelen met den Middeleeuw-
schen geest.
Het behoeft nauwelijke betoog, dat een
dergelijk symbolisch spel aan de spelers hooge
eischen stelt, vooral ook, omdat de tekst dik
wijls nog al pathetisch is. De jeugdige spelers
allen lyceïsten hebben zich met grooten
ernst en devotie er aan gegeven en het was
die devote toewijding bij zulke jonge men
schen vooral, welke ons bijzonder trof. Men
had gewerkt met zeer primitieve middelen en
speelde alles in een decor van doeken. De
tekst was hier meer hoofdzaak dan het spel,
omdat de figuren allen symbolisch waren en
van uitbeelding dus feitelijk geen sprake v
Men had het spel dan ook terecht heel
eenvoudig gehouden.
Het meest relief kreeg de Koning, die door
Frans Donse krachtig en forsch werd weer
gegeven. De Nar stond voor een veel zwaarder
taak en het dient gezegd, dat Piet Franse
hem vol toewijding en devotie speelde. Een
waardige Monnik was Wim Lemaire en een
decoratieven Dood zagen wij van Jan Ebs-
kamp. Een levendigen Duivel gaf Frans van
Loenen te zien en van de kleinere rollen wa
ren het vooral de blinde van Eddy Hüffer en
de pestlijder van Harry Hansse, die de aan
dacht trokken.
Na afloop der voorstelling dankte de
Rector, de Eerwaarde Heer Dr. Vla ar den
spelers voor hun wijdingsvol spel en sprak er
zijn voldoening over uit. dat de lyceïsten een
werk van zoo hooge strekking hadden gegeven
J. B. SCHUIL.
CONCERT „ZANG EN VRIENDSCHAP
UITGESTELD.
Men deelt ons mede dat het concert van
de Kon. Liedertafel „Zang en Vriendschap"
dat Vrijdag 29 April zou plaats hebben
door ongesteldheid van den dirigent is uitge
steld.
„WELDADIGHEID NAAR VERMOGEN"
Sophiastraat 2d.
Wij blijven steeds maar vragen.
Om voor onze armen mêe te dragen
't L heerlijk voor U om ons te kunnen geven
Het lenigen van nood blijft altijd ons streven.
Postgiro 212793 Telefoon 12255
ARROND. RECHTBANK.
Steen naar een kind geworpm.
Een nachtwaker, wonende in de Leidsche-
buurt wilde in den namiddag van 23 Sept.
een dutje doen op een -divan in de boven-
achterkamer zijner woning, toen hij in zijn
rust gestoord werd door rumoer, dat spelende
kinderen voor zijn deur maakten. Hij riep iets
uit het raam naar de kinderen, die daarop
met gejouw repliceerden. De man werd toen
boos. ging naar beneden en naar buiten, waar
hij een halven klinker opnam, die voor zijn
deur lag en in het wilde weg naar de kinde
ren gooide. Een driejarig meisje, dat zich ook
op straat bevond en niet tot de rumoermakers
behoorde, werd door den steen aan het hoofd
getroffen en wel zoo ernstig, dat het in het
gasthuis moest worden opgenomen en in le
vensgevaar heeft verkeerd.
De nachtwaker moest daarvoor heden te
rechtstaan.
Dr. Ruys, die het meisje had behandeld,
verklaarde, dat hij een breuk v^n het voor
hoofdsbeen had geconstateerd en een aan
doening van de hersenen. Er heeft gevaar
voor hersenvliesontsteking en daardoor le
vensgevaar bestaan.
Een bewoonster van de straat had gezien,
dat verdachte met den steen had gegooid en
het meisje aan het hoofd werd getroffen. Zij
verklaarde, dat kinderen wel meermalen hin
derlijk lawaai in de straat maken.
Verdachte gaf het tenlaste gelegde toe en
zei, dat hij niet had geworpen met de bedoe
ling een der kinderen te treffen, doch alleen
om hen bang te maken, aangezien zij zich om
zijn waarschuwing niet bekommerden, maar
hem uitjouwden. Dit laatste had hem boos
gemaakt.
De Officier van justitie achtte het feit te
ernstig voor een geldboete en eischte een ge
vangenisstraf van een maand. De verdediger
Mr. J. v. d. Hoeven pleitte clementie.
ZATERDAG 30 APRIL PRINSESSE-
AVOND in „L I D O".
in een der feestelij'k versierde
bovenzalen. - Orkest „THE HARLEM
KINGS". - Muziek - Zang en Dans.
Bespreekt tijdig Uw tafel voor ons
speciaal PRINSESSE-DINER
a ƒ1.75 en la carte.
OrkestLOUIS FRANK.
R. H. DE HOOG,
v.h. Dir. Rest. „La Reserve", A'dam.
(Adv. Ingez. MedJ
HOLLAND—AFRIKA LIJN.
Springfontein, 28 n. Hamburg-.
Boschfontein (th.) 27 v. Southpt. n. Ouink.
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Veendam (u.) 26, 510 m. Z.W. v. Valencia
Blommersdijk (th.) 900 mijl W.Z.W. v
Valencia.
Drechtdijk, n. Vancouver 23 v. Kingston(Ja)
Statendam, 26 v. N.-York n. Rott.
Dinteldijk, 27 v. Vancouver te Rott.
Burgerdijk (th.) 27 v. Antwerpen en pass.
Vlissingen.
HALCYON LIJN.
Stad Vlaardingen, 27 v. Narvik n. Vlaard.
Stad Dordrecht, 27 v. Pepel te Vlaard.
Vredenburg 27 v. Vlaardingen n. Narvik.
HOLLAND—BRITSCH-INDIë LIJN.
Hoogkerk (thuisr.) 26 v. Port Said.
HOLLAND— WEST-AFRIKA LIJN.
Reggestroom (thuisr) 26 van Dakar.
Ceres (uitr.) 25 van Dakar.
HOLLAND—OOST-AZIë LUN.
Serooskerk, 26 v. Ainst. te Hamburg vertr.
29 (n.m.) n. Rott.
Meerkerk, 27 v. Antwerpen te Rott.
KON. NEDERL STOOMBOOT MIJ.
Ariadne, 26 v. Stamboul n. Piraeus.
Boskoop, 25 van Callao te Valparaiso
Colombia, 26 van Barbados n. Amst.
Deucalion, 26 van Piraeus n. Volo.
Ganymedes, 26 v. Izmir n. Malta.
Hebe, 26 van Malta n. Piraeus.
Achilles, 27 v. Genua te Savona.
Theseus, 27 v. Amst n. Kopenhagen.
Orion, 27 v. Amst. n. Rott.
Achilles, 27 v. Genua n. Savona.
Baarn, Amst. n. Chili 26 v. Curacao.
Baralt, 23 v. Curacao n. Bovenwindsche Eil.
Bennekom, Chili n. Amst. 27 te Liverpool.
Berenice, 23 v. Curacao n. Haiti.
Fauna, 27 v. Rott. te Lissabon.
Iris, 27 van Odense te Kopenhagen.
Plato, 22 v. Curasao n. Haiti.
Stella, 26 v. Messina n. Malta.
Vesta, Napels in. Amst. p. 27 Ouessant.
Hercules. 27 v. Bourgas te Amst.
Triton, 27 v. Piraeus te Amst.
Vulcanus. 27 v. Limnl te Amst..
KON. HOLLANDSCHE LLOYD.
Eemland (thuisr.) 25 v. Rio de Janeiro.
Zaanland (thuisr.) 29 (7 v.m.) te IJmuiden
verw. ij
Amstelland (uitr.) 27 v. Las Palmas.
KONINKLIJKE SHELL.
Mirza, 25 v. Rott. te Aruba.
Agatha, 23 v. Soesoe n. Balik Papan.
MEYER EN CO.'S SCHEEPVAART MIJ.
Antilochus, Rott. n. Japan 26 v. Suez.
Rhesus, Liverpool n. Macassar 27 v. Suez.
Menestheus, Japan n. Rott. p. 27 Beachy Hd
Sarpedon, Japan n. Rott. 26 v. Kobe.
Agamemnon, Japan n. Rott. 27 v. Singap.
Bellerophon, Rott. n. Japan 26 v. Singap.
Glenfinlas, Japan n. Amst. 25 v. Manilla
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Dempo, 27 v. Rott. n. Batavia.
Indrapoera (thuisr.) 27 van Marseille.
Kota Nopan, 27 v. Rott. te Batavia.
Baloeran, 27 v. Batavia n. Rott.
Garoet (thjisr.) p. 27 Gibraltar.
ROTTERDAM—ZUTD-AMERIKA LIJN.
Alphacca (uitr.) 26 te Buenos Ayres.
Alcyone, Hamburg n. Rott. p. 27 Cuxhaven
STOOMVAART MIJ NEDERLAND
Christiaan Huygens (u.) 26 v. Singapore.
Snggano (th.) 27 van Port Said.
Marnix (th.) 27 v. Colombo.
Johan van Oldenb. (u.) 26 v. Algiers.
Tarakan, 27 v Vlaard. n. Hamburg,
fohan de Witt 27 v. Batavia te Amst.
WIJKLIJN.
Beverwijk, Rott. n. Savona p. 26 Jlniafc.