mom
Voor Weekend en Vacantie
„Ons kind
RADOX
Recept
en
MENU VAN DE WEEK
N.V. DE GROOT
Meisjes van Dertien..
DÖNDERDAf 28 APRIL 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
9
De post „Onvoorzien"
In iedere huishouding komen weieens si
tuaties voor, waarin het noodig is, dadelijk
handelend op te treden, en die dan ook niet
van tevoren verwacht en overzien kunnen
worden. Een kind bezeert zich; het leertje van
een kraan is versleten en de wateriotvloed is
daardoor niet meer te stoppen; een brutaal
koopman heeft zijn voet tusschen de deur ge
zet en wil niet meer weggaan; een schilderij
in lijst valt met denderend lawaai van den
muur; een flesch azijn verliest den bodem en
al het vocht stroomt over het zeil, er is rest
jesdag en krap genoeg voor iedereen, als zich
vlak voor tafel eenige gasten aanmelden; de
kat wordt gevonden in een hoekje van het
logeerbed, waar zij haar jongen heeft gede
poneerd; er is een band lek van een der fiet
sen die nu juist op dit oogenblik zoo noodig
was, de gootsteen is verstopt enzoovoorts, en-
zoovoorts.
Dit zijn allemaal situaties, die direct om han
delend optreden vragen, wanneer de vrouw
des huizes tenminste prijs stelt op een vlotten
gang van zaken in haar gezin.
Bij het kind moet een verbandje worden ge
legd; de toevoer van het water moet worden
afgesloten; de man aan de deur moet met tact
of met boosheid bewogen worden, weg te
gaan; het schilderij plus de brokken moeten
worden opgeruimd en gerepareerd, de azijn
moet worden opgedweild, de glasscherven
moeten voorzichtig worden opgenomen; er
moet a la minute een geïmproviseerd r.iaal
worden bedacht en uitgevoerd; het gezin poes
moet op zijn plaats worden gedeponeerd en
het beddegoed moet worden schoongemaakt;
een andere fiets moet te voorschijn worden
gehaald en de eigenaar moet bewogen worden
deze niet alleen af te staan, maar tevens de
kapotte naar den reparateur te brengen; de
gootsteen moet worden doorgestoken en de
prop eruit gehaald.
Zulke karweitjes komen in ieder gezin on
ophoudelijk voor, en het vervelende ervan is,
dat zij altijd onverwacht komen, dat zij daar
door tusschen het andere werk door moeten
worden gedaan en dus een glad verloop van
het werk leelijk in de war sturen.
Elke behoorlijke begrooting heeft een post
onvoorziene uitgaven, maar een behoorlijke
werklijst in het huisgezin heeft niet minder
behoefte aan een post: onvoorzien werk.
Een werkdag die sluit als een bus: zóó laat
dit doen, zóó laat dat, kan, hoe goed georga
niseerd ook, volkomen in de war loopen dooi-
het negeeren van dit onvoorziene werk. Een
beetje speling in den tijd wordt meestal pre
cies opgevuld door het tegenvallertje dat dien
dag ons komt overvallen.
Als wij het maar van tevoren konden weten,
zouden 'wij tenminste niet veel tijd behoeven
te verprutsen met bedenken hoe wij dit spe
ciale klusje nu weer eens zullen aanpakken:
dat had een huisvrouw ertoe bewogen in de
keuken een lijst op te hangen van alle moge
lijke gebeurlijkheden die zouden kunnen
plaats hebben, met erachter wat eraan moest
worden gedaan, met als gevolg dat de enkele
maal dat er eens iets gebeurde dat op de lijst
stond, véél meer tijd heenging met zoeken
naar deze aanteekening met de oplossing' dan
anders met het uitdenken ervan, en dat in de
meeste gevallen de betreffende gebeurtenis er
heelemaal niet op stond vermeld. Als u een
maal een kurk i n een flesch amonia hebt ge
drukt in plaats van hem. eruit te trekken en
het bijtende vocht in uw gezicht is gespoten,
overkomt u dat heusch niet voor een tweeden
keer, en als eenmaal de vlam in de pan is ge
slagen zult u wel zorgen dat het nooit weer
gebeurt. Zoo'n lijst is te theoretisch en daar
door niet goed bruikbaar. Maar er zijn ook
huisvrouwen die al zulke dingen maar aan het
meisje of ander personeel overlaten: „je zorgt
maar dat het in orde komt". Dat is wel ge
makkelijk maar het is geen oplossing. Of zij
laten alles maar liggen en halen er iemand
bij van buiten de deur die het tegen vergoe
ding wil doen.
Al deze onvoorziene werkjes maken het
huishouden ingewikkelder maar ook aller
minst zonder emotie, altijd valt er, vooral in
een huishouden met kinderen wat te redderen,
wat te regelen, altijd moet er raad geschaft
worden en liefst dadelijk. En zij die daar het
vlugst en het handigst mee zijn, besturen hun
huishouden het allerbeste
E. E. J.—P.
EEN VETTE,ONZUIVERE HUID
kunt U gemakkelijk verbeteren door het gebruik
Vin Radox. telkens wanneer ge Uw gezicht waschi
Bij apothekers en erkende drogisten a f0.9C
per pak en f 0,15 per klein pakje.
(Adv. Ingez. Med.)
Vleeschcroquetten
Benoodigdheden: 200 gr. gaar rund- of kalfs-
vleesch, 2 d.L. bouillon of bruin van jus met
wat water verdund. 4 lepels bloem, 2 lepels
boter. 2 blaadjes gelatine, peper, noot, citroen
sap, 2 eiwitten, paneermeel.
Eiercroquetten
Benoodigdheden 2 d.L. melk, 4 eieren, 4
lepels bloem. 2 lepels boter, peper, zout, paneer
meel, 2 eiwitten, fijngehakte peterselie.
De hardgekookte eieren in stukjes gesneden
door de saus roeren.
Vischcroquetten
Benoodigdheden; 200 gr. resten gekookte
visch zonder graat. 2 d.L. melk, 4 lepels boter,
2 lepels bloem. 2 blaadjes gelatine, peper, zout,
citroensap, 2 eiwitten, paneermeel, fijngehakte
peterselie.
De in kleine stukjes verdeelde visch door de
saus roeren, als de gelatine opgelost is.
Garnalencroquetten
Benoodigdheden: 200 gr. garnalen, 2 d.L.
slappe visch- of vleeschbouillon. Vz d.L. room
of melk, 2*/2 blad gelatine. 4,/2 lepels bloem.
2 lepels boter, peper, citroensap, 2 eiwitten,
paneermeel, fijngehakte peterselie.
De goed uitgelekte garnalen door de saus
roeren.
Kaascroquetten
Benoodigdheden: 21/2 d.L. melk. 4'/2 lepels
bloem, 2 lepels boter, 2 ons jonge kaas. peper,
zout, paneermeel, 2 eiwitten.
De in blokjes gesneden kaas door de dikke
saus roeren. Verdere behandeling als vleesch
croquetten.
BOEKEN OF KOUSEN?
De echtgenoote van Friedrich von Schlegel
was een bizonder geestige vrouw, die over
alles en nog wat kon meepraten.
Toen een vriend van haar man haar eens
kwam bezoeken, vond hij haar bezig met kou
sen breien en hij kon zich bij die gelegenheid
niet weerhouden te zeggen: .Zonde van uw
kostbaren tijd! Waarom schrijft u niet liever
een boek?"
Waarop de dame fijntjes antwoordde: „Ik
heb nog nooit gehoord, dat er teveel kousen
op de wereld zijn. maar wel heel vaak. dat er
vee! te veel boeken zijn. Daarom lijkt het me
nuttiger, kousen te breien dan boeken te
schrijven".
rO OR BE
Gemakkelijke, sportieve kleeding een
eerste vereischte.
Heerlijk, dat de tijd nu spoedig weer aan
komt, dat we er met de fiets voor een mid
dag óp een paar dagen op uit trekken! Mis
schien wacht ons straks een blijde Pinkster -
vacantie, misschien zijn het enkel een paar
weekends, die we in volle vrijheid buiten
kunnen doorbrengen.
In ieder geval mag onze kleeding ons niet
hinderen: Ze moet integendeel in harmonie
zijn met het gestelde doel en ons nog helpen
onze stemming van vrij en blij menschen-
kind-met-vacantie te versterken!
De figuurtjes op onze teekening van deze
week laten even zoovele „vondsten" zien, die u
misschien op een lumineus idee brengen voor
uzelf.
Geheel links ziet u een echt sportief man
telpakje. De rok is een z.g. portefeuillemodel
van effen wollen stof. Het jasje kan naar
verkiezing van 't zelfde óf in een afstekende
kleur worden gekozen. Heel aardig en vroolijk
is bijv. een combinatie van bruinen rok met
blauw jasje en gele blouse. De revers loopen
door tot op de schouder.
Daarnaast 'n echt gezellig „stelletje", be
staande uit een rok van grijs tweed des-
ge wenscht kan ook een wijde f ietspantalon
worden gekozen met een vest van grijs
met rood geruite wollen stof. Het boordje is
van rood breiwerk, de ceintuur van rood leer.
Het vest sluit van voren met een treksluiting.
Vervolgens: De zéér moderne plooirok, in
combinatie met een gezellig vest van water
dichte stof, dat zelfs nog een capuchon rijk
is voor een heel erge bui.
En geheel rechts een iets meer gekleed
costuumpje. 't Bestaat uit een rok van ma
rineblauwe wollen jersey en een vest van
gebloemde cretonne, gevoerd met roode jersey.
Er wordt een witte gebreide trui onder gedra
gen.
Heel aardig is hier de combinatie van rood,
blauw en wit.
Zondag
Vleeschcroquetten
Kalfsoesters
Bloemkool
Aardappelen
Citroenvla.
Maandag
Runderlappen
Prei
Aardappelen
Karnemelkpudding
Vanillesaus
Dinsdag
Gestoofde sla
in vuurvasten schotel
Aardappelen
Runderrollade
Rabarbervla
Woensdag
Kerryschotel (van rest
rollade)
Kropsla
Griesmeelpudding m.
gestoofde pruimen.
Donderdag
Groentesoep van
blokjes)
Biefstuk
Spinazie
Aardappelen
Vruchten.
Vrijdag
Spinaziesoep
Gebakken schelvisch-
filets
Gekookte aardappe
len
Botersaus
Bietensla
Rijstebrij.
Zaterdag:
Macaroni met ham en
kaas
Flensjes met abriko
zen (koud).
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Kaascroquetten,
Stoofsla
Aardappelen
Bruine boter
Gort met rozijnen.
2. Gebakken eieren
Veldsla of kropsla
Aardappelpuree
Gesmolten boter
Rijstetaart.
3. Boonensoep
Stamppot van rauwe
andijvie
Beschuit met kaas.
4 Aardappelsoep met
kaas
Bietensla
Aardappelen
Botersaus
Vanillevla met rabar
ber.
ve*
<t&
Mantelvoering
Mantellinnen
Kameelhaar
GR. HOUTSTR. 98 - HAARLEM TEL 16772
(Adv. Ingez. Med.)
Ze vragen een stevige
leiding, maar op een afstand!
NLANGS las ik een aardig boekje over
opvoeding, waarin o.a. de volgende
zinsnede voorkwam: Hebt u vijf of zes
kinderen en weinig of geen hulp?
Wees dan maar erg blij want als u er één of
twee had, zoudt u misschien in de verleiding
komen, ze te gaan opvoeden enalles gron
dig bederven!
Dit was wellicht expresselij kt eenigszins
overdreven, maar tochhoe dikwijls mer
ken we niet op, dat onze opvoedkundige expe
rimenten, hoe goed ook bedoeld, ja juist
als ze zoo héél goed bedoeld zijn, lijden aan
een teveel.
't Probleem is niet gemakkelijk. Vlak naast
ons, in ons huis groeien jonge levens, ontstaan
uit de onze en toch zoo heel verschillend, met
een volkomen nieuw eigen stempel. En nu
willen we die leventjes leiden, beschermen, be
hoeden voor onze fouten en moeilijkheden,
zich doen ontwikkelen zoo vrij en blij, zoo gaaf
en harmonisch mogelijk. We willenja,
wat willen we eigenlijk niet, als we onze
jonge kinderen aanzien? Alle geluk, alle
schoonheid, alle rijkdom van geest en intel
lect moet hun deel worden!
We vergeten als we veel tijd en toewijding
voor onze kinderen beschikbaar hebben
maar al te vaak dat w ij niet het leven zijn
en dat het leven zelf ruimte moet hebben om
onze kinderen te leeren leven. We vergeten
ook, dat we hun met geen mogelijkheid alle
verdriet, dat het leven meebrengt, alle pijn
lijke schokken, die ontstaan door het botsen
van juist dat karaktertje met de buitenwe
reld, kunnen besparen. En al kónden we dat,
het zou tot hun groot nadeel zijn, want de
smart en het leed zijn opvoeders, die ons kind
niet kan missen, net zoomin als wij. Als we
dit innerlijk weten en óf we dit weten zal
wel een kwestie van eigen levensgroei bij
ons zijn! zullen we. zélfs al hebben we veel
tijd voor onze kinderen, niet al te angstvallig
om hen heen draaien, zullen we die fouten
van de over-opvoeding, waardoor een kind de
kans tot eigen groei voor een deel wordt ont
nomen, intuïtief trachten te vermijden. We
zullen dien groei volgen op een afstandje en
alleen dan ingrijpen, als we voelen dat het
noodzakelijk is.
En als we heel weinig tijd voor onze kinde
ren hebben? Nu, dan kunnen we althans die
eene fout, die van de over-opvoeding, niet
maken. Onze moeilijkheid is dan, ons zelf
steeds, ondanks onze drukke werkzaamheden,
wakker en actief te houden, te blijven letten
op het leventje van onze kinderpn. niet al
leen in hun stoffeli. ke behoeften te voorzien,
maar ook steeds bij de hand te zijn als het
noodig is, hen over de een of andere geeste
lijke moeilijkheid heen te helpen.
Het bovenstaande is wel zeer in het bijzon
der van toepassing op onze meisjes van twaalf
dertien en veertien jaar, op dien lastigen leef
tijd, als ze niet heelemaal meer kind zijn en
toch ook nog niet onder de bakvischjes kun
nen gerekend worden.
Wat gaat er wel allemaal om in hoofd en
hart van die jeugdige vrouwtjes-in-knop? Te
veel om ons allemaal in te verdiepen en dat
hoeft ook niet. Dat er iets in omgaat, dat er
veel aan 't veranderen, aan 't woelen, aan 't
gisten, aan het botsenkortom: aan 't
groeien is onder dat vaak nog zoo kinder
lijke uiterlijk, we merken het gauw genoeg als
het tot uiting komt in stroefheid, sombere en
dan weer opgewonden blije buien, een neiging
om tegen te spreken, kinderlijke ij delheid j es
enz. enz En als we nu erg kortzichtige moe
ders zijn, dan beginnen we natuurlijk, met de
schoolkameraadjes den schuld te geven. Die
„nesten" hebben ons onschuldig engeltje 't
hoofd op hol gemaakt! Maar heel lang houden
we deze struisvogelhouding niet vol: we mer
ken al spoedig, dat we zelf ook een klein
„nest" in huis hebben. En dan is 't maar zaak
ons meisje zoo goed mogelijk door die moei
lijke overgangsjaren heen te helpen.
We beginnen met de moeilijkheden onder 't
oog te zien en te bedenken, dat geen meisje
ter wereld zonder verdriet en botsingen groot
wordt en bereiden ons dus, als we de eerste
symptomen opmerken, met ernst voor op een
tijd, die allerlei moeilijkheden kan brengen.
Groote, liefdevolle waakzaamheid is hier ge
boden, maar zij mag zich nooit opdringen. De
allergrootste fout, die een moeder maken kan
is, dat zij het meisje half en half als patiënt
beschouwt. Neen. de veranderingen, die zich
geestelijk en lichamelijk in haar voltrekken,
zijn volkomen normaal. Zij heeft een lang
levenstijdperk achter zich gelaten, waarin ze
heelemaal kind was, geen enkele verantwoor
delijkheid had. waarin vader en' moeder alles
voor haar deden, regelden, bedisselden En nu
rijst daar ver in 't verschiet het tijdperk van
volwassen zijn. wanneer ze zelf zal moeten
handelen, beslissen en. waarschijnlijk zelfs
verantwoordelijkheid zal moeten dragen voor
nieuwe, opgroeiende levens. Ze bereidt zich
voor op haar rol van echtgenoote, moeder, on
afhankelijke vrouw. Ze begint nu aan de zwa
re taak, zich een eigen persoonlijkheid te ver
overen. Vandaar dat woelen en gisten in haar,
vandaar al die schijnbare tegenstrijdigheden,
die haar maken tot wat in de wandeling ge
noemd wordt „een onuitstaanbaar nest".
Bijzondere moeilijkheden
Laten we eens een paar van die overgangs
kuurtjes onder de loupe nemen. Daar is in de
eerste plaats het tegenspreken. U merkt op.
dat ze opeens alles nét andersom vindt als u
't haar altijd hebt geleerd. En dat ze op alle
meeningen, die u verkondigt, hardnekkig ant
woordt: „O dat vind ik heelemaal niet"
Waarop berust haar oordeel? Meestal óp
niets, want den volgenden dag vindt ze 't weer
precies omgekeerd De zaak is eenvoudig, dat
ze eigenlijk nu voor 't eerst van haar leventje
begint na te denken, te oordeelen, iets te voe
len van de verrukking van het zélf vinden. En
in die vreugde drijft ze 't zelf oordeelen zóó
ver, dat haar oordeel nu ook beslist anders
moet uitvallen dan dat van ,,de anderen die
elkaar domweg napraten". Ga vooral in dezen
tijd niet met haar debatteeren. Doet u dit wèl,
dan bereikt u alleen, dat al die averechtsche,
vaak heel onbekookte meeningen dieper bij
haar gaan wortelen dan wenschelijk is.
Schenkt -u er niet te veel aandacht aan, dan
waaien een heeleboel érg lijkende opvattingen
vanzelf over.
Natuurlijk is een meisje van dertien erg ko
ket en op haar uiterlijk gesteld; als dit niet
zoo was is 't bepaald een abnormaal geval.
Lach er haar niet om uit, als haar drang om
bekoorlijk te zijn, zich uit in onhandige, quasi
geraffineerde wijze pogingen. Aanvaard dien
drang als natuurlijk en probeer hem in ge
zonde banen te leiden. Maak zelfs van haar
ontwakende koketterie gebruik om haar een
goede lichaamsverzorging en netheid bij te
brengen, zoodat ze opgroeit tot een frisch
prettig uitziend jong meisje.
Even natuurlijk als haar ijdelheid is haar
onevenwichtig gedweep in dezen tijd. 't Kan
gebeuren dat ze ontzaglijk verrukt is van een
bepaald schrijver of dichter, zóó, dat uw cri-
tiek op hem haar in tranen doet uitbarsten;
ze kan wég zijn van een musicus of een film
acteur; ze kan zelf gedichten krabbelen en
doodongelukkig zijn als iemand ze vindt en
belachelijk maakt (vooral broers zijn in die
gevallen ware wreedaards!).
't Is de taak van de moeder het ontluiken
de gevoelsleven van haar dochtertje te be
schermen tegen al te zware schokken, die uit
de buitenwereld op haar af komen. Maak haar
nooit belachelijk, wees blij, dat ze u haar ver
trouwen schenkt en praat dan met haar als
met een echt mensch; de beste manier om
haar zoo ongemerkt van uw eigen rijper oor'
deel te doen profiteeren. Lukt u dit. dan is er
al veel gewonnen.
En als die ellendige buien van treurigheid
zoo kenmerkend voor dezen overgangsleeftijd,
haar overvallen? Er is dan maar één houding
die juist is. n.l. neem het ernstig voor uzelf,
maak er u niet af met een luchtig „kuurtjes,
't gaat wel over!", maar tracht uw eigen moei
lijke jaren met de sombere gedachten, die toen
in u omgingen, in uw herinnering terug te
roepen.
Inderdaad, dit is een ernstige zaak, omdat
het hier een jonge, teere menschenziel geldt,
die moet worden gesterkt zonder ze noodeloos
te bezeer en. Beklaag uw kind niet, maar laat
haar voelen, dat u haar begrijpt en vol liefde
naast haar staat.
Leid haai door passend amusement, maar
vooral dooi- bezigheid af van die zware ge
dachte. dat zij met haar moeilijkheden eigen
lijk het middelpunt van het heelal is. En, als
't mogelijk is zonder forceeren, praat dan
eens met haar en vertel haar iets over de heel
natuurlijke crisis, waar ze doorheen moet.
Ec-n diepe vriendschap kan in dezen tijd
tusschen u en uw meisje ontstaan. Verwaar
loos dc kansen hiertoe niet!
Een nobel boek: ongezocht doch
krachtig getuigenis van onze
volkseenheid.
Ter bespreking werd ons toegezonden het
lijvige boekwerk „Ons Kind", een gids voor
jonge ouders, voor de stichting „Ons Kind",
uitgegeven door de wereldbibliotheek en onder
hoofdredactie van prof dr. J. H. Gunning
Wzn.
Tal van eminente persoonlijkheden op gees
telijk, maatschappelijk, medisch en paedago-
„isch gebied hebben aan dit boek hun mede
werking verleend, het bandontwerp is van
Georg Rueter. Men kent allicht de voorge
schiedenis; Toen bekend was geworden, dat
Nederland naar menschelijke berekening
spoedig de geboorte van een troonopvolglstier
mocht verwachten, werd in paedagogische
kringen de behoefte gevoeld om aan de ge
voelens van vreugde en blijde verwachting,
die in ons volk leefden, uiting te geven in den
vorm van een plan om de verhoogde paeda
gogische belangstelling, die dezen tijd ken
merkte, vast te leggen in een werk van blij
vende waarde ten behoeve van de opvoeding
van het Nederlandsche kind. Zonder moeite
werd een kring van mannen en vrouwen ge
vonden, die bereid waren daaraan naar hun
beste krachten mee te werken.
Dit werk moest een viervoudige bestemming
hebben, n.l. ten eerste, om een blijvende her
innering te bewaren aan „de blijde gebeurte
nis" van 1938 en dus ten tweede, om als na
tionaal geboortegeschenk te worden aange
boden aan de Koninklijke Ouders, weshalve
iedere Nederlander ook in de gelegenheid
moest worden gesteld, daaraan deel te nemen;
ten derde, om een bijdrage te zijn tot ver
betering van de kinderverzorging en op
voeding in Nederland door voorlichting en
raad te geven aan onervaren ouders, maar
ook ten vierde ,om iets blijvends tot stand te
brengen ten behoeve van minder bedeelde
kinderen
Deze overwegingen leidden tot de oprichting
van de stichting „Ons Kind", welks bestuur
de hierboven genoemde vier doeleinden het
best meende te kunnen verwezenlijken dooi
de uitgave van een boekwerk, bestemd tot
gids voor jonge ouders bij de opvoeding- hun
ner kinderen en daaraan te verbinden het
bijeenbrengen van een fonds ten bate van
het Nederlandsche kind. Dit boek zou te zijner
tijd worden opgedragen aan Hunne Konink
lijke Hoogheden, bij welke gelegenheid Hun
zou worden verzocht, een nadere bestemming
aan het fonds te geven. Toen inmiddels echter
de oprichting van het Beatrix-fonds bekend
werd, zag het bestuur van het vormen van
een eigen fonds af en droeg het batig saldo
aan genoemd fonds af.
Vol verwachting hebben we de uitgave van
„Ons kind", waaraan zooveel eminente man
nen en vrouwen meewerkten we noemen
o.a. dr. A. ten Bokkel Huinink. prof dr. A. H,
M. J. van Roov t, mevr. C. J. Heybroek-d'An-
cona. zr. J. J. Kiewit, mevr. M. E. H. Sandberg
Geisweit van der Netten, prof. dr. J. Wate
rink, prof. dr. H. Jordan, dr. Jac. P. Thijsse.
D. L. Daalder, Koos Vorrink. prof. dr. Ph.
Kohnstamm, prof. R. Casimir, mevr. dr. A.
NanningaBoon, mgr. prof. dr. J. Hoogveld
tegemoet gezien. Nu ligt het voor ons. We
hebben er langen tijd met belangstelling in
gelezen en moeten onzen indruk samenvatten
in de woorden: een nobel boek.
Er veel van vertellen is in dit korte bestek
natuurlijk niet mogelijk, dan zou dit artikel
zelf een boekdeel of althans een brochure
worden.
We kunnen volstaan met erop te wijzen,
dat de harmonie tusschen de onderdeelen van
de te behandelen stof: De ontvangst (van hel
pasgeboren kind)lichamelijke ontwikkeling en
verzorging, bezigheden, ontwikkeling van ver
stand, gevoel en wil, omgang en gemeenschap,
zedelijke vorming en godsdienstige opvoeding,
volkomen werd bewaard. Nergens is een
teveel, nergens een te weinig; overal werd hel
doel: voorlichting te geven voor jonge ouders
uit alle kringen van de maatschappij in het
oog gehouden.
De eerste hoofdstukken, die de jonge moe
der goeden raad geven voor haar eigen hy
giënische verzorging en die van haar kindje
zijn eenvoudig geruststellend en sympathiek
door de afwezigheid van nuttelooze geleerd
heid; de verdere raadgevingen omtrent de
lichamelijke verzorging geven veel «interes
sants en behartigenswaardigs, de afdeeling
„bezigheden" bevat een schat van mogelijk
heden, waarin jonge ouders naar hartelust
kunnen grasduinen. Van de beschouwingen,
die onder leiding van prof. Waterink „dieper
op de zaak ingaan" gaat rust en eenvoud uit,
zoodat ze zeer zeker verhelderend zullen wer
ken. 't Is een genot om dr. Thijsse te hooren
vertellen over „omgang met planten en die
ren" en buitengewoon sympathiek (want zéér
den kern van dit boek rakende) is ook het
artikel van mevr. Nanninga-Boon over „ver
wennen en harden".
Deze losse grepen uit den inhoud samen
vattende en overdenkende komen wij tot de
overtuiging, dat hier, een zeer waardevol boek
vóór ons ligt; waardevol niet slechts door den
inhoud, doch bovenal door den geest, waarin
het werd geschreven.
Persoonlijkheden van zeer uiteenloopende
levens- en wereldbeschouwing hebben eraan
meegewerkt en toch werd i n dien geest een
zoo groote eenheid en harmonie bereikt, dat
het verkwikkend is, zich onder het lezen hier
van te laten doordringen.
Men voelt in alles dat hier op den voorgrond
staan: liefde voor het kind. dat wordt gezien
als middelpunt van het gezinsleven, een diepe
overtuiging van de heiligheid van de vader
en moeder-taak, eenvoudige vroomheid, die
zich m laatste instantie door God tot die taak
geroepen weet en de kracht hiervoor van Hem
verwacht in een zuiver nationaal gevoel, dal
er een eer in stelt, het kind op te voeden tot
goed Nederlander. Wanneer in de élite van
onze opvoeders deze vier dingen leven en zoo
harmonisch samenstemmen, dan is de con
clusie niet te gewaagd, dat in diepe lagen
van ons volk dezelfde krachten werken. En
dan legt dit boek ongezocht en treffend en
krachtig getuigenis af van onze volkseenheid.
Ook hierom achten wij het een nobel en in
onzen tijd zeer verheugend boek!
.VIE VOND DE MACARONI UIT?
De smakelijke pijpjes, waarvan we zulk
een dankbaar gebruik maken bij 't bereiden
van onze spijzen, werden in 1220 uitgevonden
door een alchemist, die er zeker genoeg van
gekregen had, altijd maar pogingen te doen
om goud te maken. Hij woonde te Napels en
heette Cicho. Een handigen keukenmeid, die
luisterda naar den mooien naam Gïovanella
de Canzio, wist hem zijn geheim te ontfutse
len. Ze ging groote hoeveelheden macaroni
maken en zorgde ervoor, dat het gerucht van
de nieuwe spijs koning Frederik n, vorst van
Napels, ter oore kwam. En toen deze de ma
caroni had geproefd en er dol op bleek tc
zijn, haar kostje gekocht.
Giovanella was in een paar jaar tijds een
rijke vrouw, want van Napels uit hield de
macaroni haar triomftocht over de geheel»
wereld.