ZONDERLINGE LEVENS
Litteraire
Kantteekeningen.
PRETTIG
ZATKRDA'G 7 MEI 193S
HAXREEM'S DAGBESD
E koets van Madame de Boulain-
Vi Uiers, echtgenoote van den hoog-
sten magistraat van Parijs, passeerde
het dorpje St. Léger-sous-Bouvray
toen een meisje met uitgestoken hand op het
voertuig toetrad en daarbij enkele onver
staanbare woorden prevelde. De rechters-
vrouw, verrast door het beminnelijke voor
komen en de voorname gelaatstrekken van
het kind, liet haar karos stilhouden om te
hooren wat het kind wel verlangde.
Een aalmoes, edele vrouw, een aalmoes
voor een achterkleinkind van de Fransche
koningen, herhaalde de kleine.
Een juist voorbijkomende geestelijke van
het dorp, die het gesprek had gehoord, be
vestigde de mysterieuze toespeling van het
bedelmeisje op, de koninklijke afkomst: in
derdaad stamde het af van Henry de Saint-
Rémy, den wettigen zoon van Koning Hendrik
II en droeg het den naam van Jeanne de
Valois.
De Valois: dat was wel een voornaam ge
slacht: in 1328 had het met Philips VI den
troon bestegen en die erfelijk bezeten tot en
met Karei VIII; en de tak van Valois-Angou-
lème, aanvangende met Frans I en eindigende
met Hendrik III, herinnerde aan een niet
minder illuster vorstenhuis.
Madame de Boulain-Villiers, begaan met
MADAME DE LA MOTTE.
Den Kardinaal bleef aan vernedering wei
nig of niets gespaard. Na het gestrenge
verhoor dat door den Koning in het bijzijn
van de diep-verontwaardigde Marie-Antoi-
nette werd afgenomcn.volgde onmiddellijk
zijn arrestatie en insluiting in de Bastille.
Mme de la Motte werd in haar toevluchts
oord in Bar-sur-Aube achterhaald en gevan
kelijk naar Parijs gevoerd, waar de zware
deuren van de Bastille ook achter haar dicht
vielen. Ook de dubbelgangster der Koningin,
baronesse d'Oliva, werd op haar vlucht naar
Brussel gevangen genomen.
Een furie.
jUf ET was in den nacht van den 29sten op
den 30sten Augustus dat alle bij de col
lier-,.affaire" betrokken beschuldigden van
de Bastille naar de Conciergerie werden over
gebracht, een teeken dat het proces spoedig
bij het opperste gerechtshof aanhangig ge
maakt zou worden. Den 5den September ge
schiedde dit inderdaad en wel bij een door
den Koning eigenhandig geschreven bevel,
waarin werd gelast met alle gestrengheid te
gen de intriganten op te treden.
Met den uitdagenden blik en de trotsch-
afwijzende houding van een volmaakt on-
Mme de la Motte (rechts staande) tijdens haar vlucht uit de Salpêtrière.
het lot van de kleine wees, nam haar met
haar broer en zuster mee naar Parijs, waar ze
voor de opvoeding der kinderen zorgde en
zelfs van het Hof een toelage voor hun wist
te verkrijgen.
In 1780 trad Jeanne in het huwelijk met
den Graaf de la Motte, officier van de Ko
ninklijke Garde. En daarmede neemt de roman
van een avontuurlijke intrigante, wier voor
name afkomst meer adellijke sporen in haar
uiterlijk dan in haar ziel had achtergelaten,
een aanvang.
(TJ ELUKKIG was dit huwelijk niet. De
Graaf de la Motte was, met z'n kleine
officierssalaris, te kort bij kas, om aan de
luxueuze begeerten van Jeanne tegemoet te
kunnen komen. Madame de la Motte wilde
schitteren, zoo lang het moest in de schaduw
van het genotzuchtig hof, maar zoodra moge
lijk in Versailles of Trianon. De opvallende
sympathie, waarvan de hof-aalmoezenier
kardinaal de Rohan haar te pas en te onpas
blijk gaf, kwam haar bij de uitvoering van
haar eerzuchtige plannen bijzonder goed te
stede en ze beantwoordde de avances van den
Kardinaal dan ook met alle verleidelijke
charmes die haar eigen waren. De Kardinaal
was op zijn beurt .al evenmin onbaatzuchtig
In zijn liefdesbetuigingen. Hij herinnerde zich
maar al te wel de voorname plaats, die een
Mazarin bij Anna van Oostenrijk had weten
te veroveren.
Het spel van liefde en list werd door Mme.
de la Motte met heel wat meer virtuositeit be
oefend dan door den lichtgeloovigen Kardi
naal die zich, zonder eenig argwaan te koes
teren, door de lieftallige Jeanne op den mouw
liet spelden, dat zij met Koningin Marie-
Antoinette op zeer vertrouwelijken voet stond
en een intieme briefwisseling met haar onder
hield. De onnoozele hals, die op die wijze de
gunst der Koningin hoopte te verwerven, kon
niet vermoeden dat de brutaliteit van zijn
Jeanne zoo ver ging, hem brieven van de
Koninklijke gemalin in handen te spelen, die
niets anders waren dan meesterlijke proeven
van schriftvervalsching, vervaardigd door den
oud-politiebeambte Rétaux de Vilette.
Mme de la Motte slaat haar slag.
DE beroemde intrige van het paarlencol-
lier, waarvan wij verhaalden, toen wij
het zonderlinge leven van den meester-avon-
turier Graaf de Cagliostro beschreven, was wel
de eerste maar niet de laatste valstrik, die de
charmante Mme de la Motte den Kardinaal
zette. En de arme Rohan liep er blindelings
in; geen oogenblik kwam de gedachte bij hem
op dat de brief waarin Marie-Antoinette hem,
ten bewijze van haar bijzondere gunst, ver
zocht het zoozeer begeerde collier voor haar
te koopen en voorloopig te betalen, een
schandelijke falsificatie van de hand van
Rétaux was. Had de almachtige Cagliostro
niet uit de geheimzinnige bewegingen van
zijn tooverelixter afgelezen, dat de Kardinaal
op het punt stond een hoogst belangrijke
onderneming te wagen en dat deze met succes
bekroond zou worden? Mocht men dan nog
Antoinette, door bemiddeling van Mme de la
Motte niet doen weten, dat zij toestemde in
een rendez-vous om van haar oprechte erken
telijkheid blijk te geven? In het Park van
Versailles zou de geheime ontmoeting' plaats
hebben. Zij verscheen, de Koningin, bij maan
lichtWel maakt eenig gedruisch in de
struiken aan het idyllisch samenzijn een on
tijdig einde, maar ze was dan toch gekomen,
Frankrijk's Vrouwe, 's Konlngs gemalin
al was het dan ook alleen in de verbeelding
van den lichtgeloovigen Kardinaal. Want de
verschenen majesteit was slechts een in een
koninklijk gewaad vermomd meisje, dat bc-
driegelijk veel op Marie-Antoinette geleek,
een zekere Nicole Legay. baronesse d'Oliva.
Maar de Kardinaal leefde dagenlang in een
vreugderoes vanwege dit ondubbelzinnig blijk
van zeer warme sympathie, dat Marie-Antoi
nette hem gegeven had.
Lang duurde de geluksdroom van De Rohan
niet: het bedrog met het collier, dat in de
zakken van den Graaf de la Motte veilig en
wel naar Engeland verhuisd was, werd spoe
dig ontdekt. En de Baron de Breteuil. minister
van het Koninklijk Huis, was er. als aarts
vijand van den Kardinaal de Rohan, juist
de man naar, het onderzoek met alle ge-
atrcnshcid ter band te nemen.
schuldige nam Mme de la Motte bij het ver
hoor plaats op den haar aangewezen zetel.
De tegenwoordigheid van Baronesse d'Oliva
en den handschriftvervalscher Rétaux de
Villette maakte al haar ontkennen nutteloos.
31 December viel het vonnis: Jeanne de Saint
-Rémy Valois, Madame de la Motte, werd
veroordeeld tot lijfstraf, levenslange opslui
ting en brandmerking: haar echtgenoot
die zich in Engeland al lang in veiligheid had
gesteld tot het bagno.
Bij het aanhooren van het vonnis moet de
gravin, die het masker van onbewogen hoog
hartigheid geen oogenblik had laten vallen,
plots zoo buiten zichzelf van woede geraakt
zijn, dat vijf gerechtsdienaren haar niet dan
met de grootste inspanning overmeesteren en
boeien konden.
Zoo, met gebonden handen, werd zij naar
het platform van het schavot gebracht om
twaalf slagen met de roede in ontvangst te
nemen. De kreet, die de gepijnigde daarbij
uitstootte, klonk de aanwezigen nog dagen
daarna in de ooren. Eindelijk dan, na een
nieuwen aanval van waanzinnige woede,
waarbij zij een der beulsknechten een stuk
uit de hand beet, werd Jeanne naar den ge-
reedstaanden wagen gevoerd, die haar naar
het beruchte tuchthuis La Salpêtrière zou
brengen. Gedurende dezen rit trachtte zij
zich tweemaal van het leven te Derooven:
eerst door zich onder de wielen van het voer
tuig te werpen, daania door een laken in den
mond te proppen. Toen de gerechtsdienaren
haar aan de bewakers van de Salpêtrière
overgaven, scheen ze een gebroken vrouw.
De ontvluchting.
MAANDEN later werd haar, door bemidde
ling van haar mede-gevangene Angéli-
que, die Jeanne als kamenier diende, een
brief overhandigd. Het epistel, dat door een
schildwacht was binnengesmokkeld en geen
onderteekening droeg, was met onzichtbare
inkt die eerst na verwarming leesbaar werd,
geschreven. Mme de la Motte werd medege
deeld, dat haar ten spoedigste mannenklec-
ren zouden worden in handen gespeeld waar
in zij zich zou kunnen vermommen. Haar
taak zou bestaan in het vervaardigen van
een zorgvuldige teekening van den sleutel der
Salpêtrière.
Dag-in. dag-uit. bespiedde Jeanne sinds
dien den sleutel die aan den ceintuur van
haar bewaakster hing om, zoodra alleen, uit
het geheugen de schets zoo nauwkeurig mo
gelijk in overeenstemming met het model te
brengen. Eindelijk, na zoo men vertelt
twintig wijzigingen in haar teekening te heb
ben aangebracht, besloot zij, de copie door
haar nieuwe dienares Marianne Desrues
Angélique was inmiddels op vrije voeten ge
steld aan den in het complot betrokken
schildwacht af te geven. Het ontvluchtings
plan bleek uitmuntend voorbereid, al kon
Jeanne niet gissen, wie zich zoo voor haar
beijverde. Enkele dagen later reeds kwamen
met den valschen sleutel de beloofde kleeren:
een koningsblauwe overjas, een vest met zwar
te pantalon en een bijpassende steek. Alles
was gereed; slechts de datum moest nog wor
den bepaald. Jeanne stelde dien vast op den
5den Juni.
In den namiddag'van dien dag was het met
zooveel ongeduld verwachte oogenblik geko
men: Mme de la Motte en Marianne, de
eerste in travesti, de tweede verkleed als bur
gervrouw, verlieten onopgemerkt de poorten
van de Salpêtrière. Veilig bereikten ze den
Seine-oever waar volgens afspraak een roei
boot gereed lag die hen naar Chareton zou
brengen. Daar stond een karos die de voort-
vluchtigen naar Provins voerde. Maar, o
schrik, in de nauwe straten van het stadje,
waar de paarden stapvoets moesten gaan en
iedere vreemdeling opviel, werd Jeanne's
travesti door een passeerenden officier ont
dekt. Gelukkig was deze krijgsman, haar
voor een ontvluchte kloosterlinge houdend
aie zich met haar geliefde ging hereenigen,
ridderlijk genoeg niet verder na te vragen.
Mme de la Motte kon haar reis ongehinderd
voortzetten. Op een beschutte plaats aan de
oevers van de liefelijke Voulzie verwisselde
zij echter van vermomming. In het frissche
boerenmeisje dat via Bas-sur-Aube, Lotha
ringen, Luxemburg en België naar Ostende
reisde zou niemand de beruchte Mme de la
Motte, nog veel minder de in mannenkleeren
ontvluchte gevangene der Salpêtrière her
kend hebben.
4 Augustus 1787 kwam zij behouden in En
geland aan en voegde zij zich bij haar echt
genoot. die gedurende de maanden van een
zame ballingschap de opbrengst van het be
faamde halssnoer er vrij volledig had „door
gelapt". Rooskleurig was hun financieele staat
allerminst. Waren een Engelsch edelman en
de beruchte Charles-Alexandre de Calonne,
oud-controleur van financiën de man die
later Marie-Antoinette den genadeslag zoai
geven niet bijgesprongen, de groote cata
strophe zou wellicht eerder zyn gekomen.
Het geestelijk evenwicht van deze gevaarlijke
intrigante was er na het schokkende proces
en de maanden van gevangenschap niet be
ter op geworden. Herhaaldelijk poogde zij
zelfmoord te plegen. Graaf de la Motte ver
telde hoe het reeds tweemaal was gebeurd
dat hij zijn vrouw nog juist bij de kleeren kon
vatten toen zij op het punt stond uit het
venster te springen.
Lasterlijk'
e memoires.
"TN haar lasterlijke mémoires, die zij ging
schrijven, vond Jeanne rijkelijk gelegen
heid al haar haat tegen het Fransche konings
paar den vrijen teugel te laten. En voor zoo
ver haar toespelingen niet duidelijk genoeg
mochten zijn voorzag de illustere Calonne het
manuscript nog van de noodige toevoegingen,
waarin de Kroon niet minder wraakzuchtig
door het slijk werd gesleurd dan in Jeanne's
„bekentenissen". Men behoeft slechts het pi
kante hoofdstuk over de „Salon van Venus"
na te slaan in het beruchte „Leven van Jeanne
de Valois" waarin Marie-Antoinette open
lijk beticht werd van herhaalde samenkomsten
met den kardinaal de Rohan om te begrij
pen hoezeer het Fransche hof door dit leugen
achtig relaas in opschudding werd gebracht.
Zelfs haar Engelsche beschermer, aanvankelijk
begaan met het lot van het ..arme slacht
offer der gerechtelijke dwaling", trok bij het
verschijnen der perfide mémoires zijn toe
lage in.
De een na den ander verloor de la Motte
haar vrienden: tijdens het kaartspel kreeg zij
een zoo heftigen twist met de Calonne dat
ook deze „beschermer" haar in den steek liet.
De Graaf de la Motte pakte al in Augustus 1789
z'n biezen en verdween naar Parijs; alle goed
bedoelde pogingen van Jeanne's zuster Marie-
(Adv. Ingez. Mcd.)
Anne, haar terug te voeren op het pad der
deugdzaamheid, werden beantwoord met de
vinnigste schimpscheuten en dc lasterlijkste
toespelingen.
Tegen het einde van 1789 had Mme de la
Motte twee vurig gestelde pamfletten uitge
geven, die in Parijs door het revolutionnaire
kamp dankbaar uitgebuit werden en zelfs
gretig navolging vonden in libellen met de
volgende fraaie titels: ..La vie privée. liber
tine et scandaleuse de Marie-Antoinette", of
.Lettre de Mme de la Motte aux Francais.
Toen het gerucht ging dat de furie van de Sal
pêtrière opnieuw aan een schotschrift werkte,
achtte men in Fransche royalistische kringen
het oogenblik gekomen de liefelijke de la Mot
to. die halsstarrig weigerde naar Frankrijk
terug te keeren, in Engeland onder controle te
stellen
Mme de la Motte's vreeselijk einde.
1T])E vertrouwensman, belast met de uitocfe-
ning van dat toezicht, een zekere Bertrand.
had op geen tragischer oogenblik op de plaats
van bestemming kunnen aankomen. Juist had
Mme de la Motte, die de in opdracht van een
schuldeiseher binnendringende politie had zien
komen, zich in een vlaag van wanhoop uit het
venster der tweede verdieping op straat laten
vallen. Buiten bewustzijn, met gebroken lede
maten, werd zij door een zekeren Warren op
genomen en diens woning binnengedragen.
Ver van al haar vroegere vrienden, verguisd
en vergeten, wachtte de verminkte in bijna
onduldbare pijnen, den dood twee maanden
lang. De Graaf de la Motte verwaardigde zich
niet, eenig antwoord te geven op de dringende
brieven van Warren, waarin deze aandrong
op een tegemoetkoming in de verplegings- en
onderhoudskosten.
23 Augustus 1791 overleed zij, Jeanne Saint-
B. Stroman. Vrouwe-polder. Den
Haag - Leopold's U.M.
Elisabeth Zernike. Morgen weer
licht. Amsterdam - Querido.
Twee goede boeken uit den oogst van dit
voorjaar, waarvoor het aangenaam werk is. de
aandacht te vragen. Ook verrassend, omdat
beide auteurs zich in deze, hun jongste pro
ducten, van een kant laten kennen, die wij in
vroeger werk niet hadden opgemerkt. Stro
man. wiens cinematographischen stijl wij toch
in ..Stad" bijvoorbeeld wel konden bewonde
ren, geeft thans in Vrouwe-polder een
vloeiend-gebonden proza met een ondergrond
van symboliek en vol dichterlijke beelding. die
men nu juist van dezen schrijver niet dadelijk
verwachten zou.
Terwijl mevrouw Zernike haar rustig ge
observeerde familieverwikkelingen van meest
al religieuzen huize voor ditmaal verlaten
heeft om ons in een gedroomd koninkrijk bin
nen te leiden, waar ze aanvankelijk en dich
terlijk alweer, een voorvaderlijk landleven en
daarna, in de stad, de opkomst en botsing
van nieuwe inzichten schlidert. Realiteit en
verbeelding zijn juist in de tweede helft op
zeer bijzondere wijze bij de schrijfster werk
zaam geweest. De lezer krijgt zoo nu en dan
den indruk eener verlate emotie, alsof som
mige dingen eerst laat tot de schrijfster zijn
doorgedrongen, maar toch door haar als iets
vreemds, iets nieuws ondergaan zijn, op een
wijze die geheel de haar eigene is.
Vrouwe-polder is het kleine dorp op het
prachtige Walcheren, in de buurt van Veere.
waar Han en Clara zijn heengetrokken; hij
om zijn boek af te maken dat hij bezig 's te
schrijven over den onbekenden schilder van
een Middeneeuwscli Mariabeeld dat in de kerk
in den polder bewaard werd en waarheen
druk bezochte bedevaarten gehouden werden
om den steun af te smeeken van „Maria Vol-
maeckt, onze Lieve Vrouwe in den Polder'
waarover de oude Zeeuwsche kronieken be
richten. Clara verwacht daar haar eerste
kindje en is intusschen haar man behulpzaam
bij zijn werk, dat behalve uit het boek m wor
ding, ook uit liet schrijven van artikelen voor
dc pers bestaat. Als zij zich in het kleine huis
bij den dijk geïnstalleerd hebben en heel
langzaam aan zich met de dorpelingen ver
trouwd hebben gemaakt, geven kleine tochten
over het eiland en beider mijmerijen over het
geluk dat op komst is. den schrijver aanleiding
tot werkelijk prachtige bladzijden natuurbe
schrijving en innige wederzijdsche gemoeds
peiling. Zij voelen zich gelukkig door op te
gaan in den geest van dit mysterieuze volk,
zwijgzaam en argwanend, trouw en geloovig,
met in de lucht nog, voor wie het hooren wil,
de nagalm van den zang der middeneeuwsche
bedevaartgangers. Het zal een goed boek wor
den dat Han schrijven gaat. Maar er gaat
storing komen in hun evenwichtig geluk als
een vriend uit de stad. een schilder, in de
buurt opduikt om er den zomer schilderend
door te brengen. Chris zoo heet hij staat
anders tegenover deze omgeving dan Han en
Clara. Niet deemoedig, maar opgewonden is
zijn enthousiasme dat kapot slaat tegenover
die „houten koppen" der boeren en vervliegt
In die eindelooze stilte, die in den avond over
de schorren en dijken valt. Als dan daar nog
bij komt de historie van een verzwegen dra
ma. waarin Chris' huisbaas, boer Hubrechtse.
de steeds zwijgende hoofdrol vervult, doch op
een gegeven moment aan Chris den sleutel
er van openbaart, dan wordt dat alles voor
Chris een obsessie; hij vernielt zijn werk en
verdwijnt, omdat hij bovendien in zijn schil
derij Hiibrechtse's geheim verraden had. En de
boer steekt zelf zijn huis. waarin Chris woon
de, in brand en staat er lachend bij. nadat hij
het blusschen verboden heeft. Stroman
schreef dit verhaal zonder ook maar in het
minst op gegriezel zijner lezers te speculeeren,
wel deed hij het boeiend en met een volkomen
overgaaf aan het karakter van landschap en
menschen in den polder, door Heer Wolffaert
van Borsselen drooggelegd en met een kerk
begiftigd. Schoon zal ook het boek zijn dat
Han schrijvende is. over de non Sybille van
Borsselen en haar schuldige liefde voor den
onbekenden schilder van het Mariabeeld.
Een zoo poëtische stof te behandelon, had
den wij ik zeide het reeds van Stroman
niet in de eerste plaats verwacht. Hij deed het
daarenboven voorbeeldig en bewijst nogmaals
een uiterst bekwaam schrijver te zijn, Een
enkele maal kan het ons voorkomen dat hij
wel wat al te precieus is in zijn beeldkeus. Op
éénzelfde pagina f211 vinden wij bijvoorbeeld
een brandend rood en vage vermoedens
ook van geel" en een zacht rood dat in
een roomig wit vervloeit naar een weifelende
herinnering aan blauw". Ala Stroman den
avondhemel beschrijft, gezien door de oogen
van Han en Clara, op den dijk naar Veere,
dan is een vaag vermoeden van geel en een
weifelende herinnering aan blauw misschien
een ietsje te veel in de kleurensymphonie aan
het uitspansel. En als we op pagina 2, zoowel
als op pag. 97 lezen: „toch zochten zij zich al
tijd weer een blanke zilvermeeuw, uit een ten
avond loome vlucht van vele meeuwen en zij
volgden al haar wendingen", dan bekruipt ons
de lust dat niet als symbool van begin en
einde hunner ervaringen te zien, doch er
meer de koestering van een eenmaal gesmeede
frase in te ontdekken. Doch met dat al blijft
Vrouwe-Polder een prachtig stukje litteratuur,
waarvan men volop genieten kan.
„Morgen weer licht" Ik liet het reeds
doorschemeren trof mij in de eerste drie
hoofdstukken het meest. Als schrijfkunst dan.
bedoel ik. want voor wie het verhaal alleen
om het verhaal leest, gebeurt er in de rest van
het boek veel meer met Meta. het fijne kind-
meisje uit het boeren-gezln in dit imaginaire
koninkrijk.
Als zij later in de stad Lars Numen weer
ontmoet, die op de hoeve haar leeraar was ge
weest, doch een eerzuchtig hoveling geworden
Is, aan het zuivere leven van den buiten ont
groeid, dan geeft Elisabeth Zernike ons d
conflicten van zoo'n meisjesziel op boeiende
wijze weer. Ook verder, wanneer Numen haar
niets meer te zeggen heeft en in haar wezen
door Von Wandseck den revolutionairen pro
pagandist voor wereldvrede en nieuwe levens
leer is vervangen, blijft Meta een interessante
en sympathieke vrouwenfiguur, wier beeltenis,
door de schrijfster in zachte pastelkleuren ge
schilderd. den lezers geruimen tijd zal bij
blijven. Dat de gedroomde evoluties in het
koninkrijk dat ergens in Noord Europa zou
kunnen liggen alweer voor ons vieux jeu
schijnen, heeft met de litteraire waarde van
het boek betrekkelijk weinig te maken. Daar
voor heeft men het criterium te zoeken in
den toonaard van het verhaal, den cadans der
zinnen, de juiste karakteristiek der personen
en die zijn gaaf en onderling harmonieerend
zooals van een begaafd auteur als deze fe
verwachten viel. Zij heeft zich ditmaal een
uitstapje ln het rijk der fantasie veroorloofd
en de grenzen ervan ruimer getrokken dan
haar bewonderaars van haar gewend zijn
Niettemin zullen zij dit jongste werk evenzeer
waardeeren en naar het ons voorkomt, niet
ten onrechte.
J. H. DE BOLS
Rémy de Valois, afstammelinge der Fransche
koningen. Vijf en dertig jaar oud was zij toen
zij na een onbeschrijfelijk lijden afscheid van
het leven nam. Zij werd ter aarde besteld in
het kerspel van Sainlc-Marie de Lambeth.
C. J. E. DINAUX.
Een postraket ging met veel geraas
dc lucht in.
Maar kwam niet heel weer op
den grond.
Samenstellers toch over het resultaat
tevreden.
Donderdagmiddag Is te Rotterdam op het
achterterrein van het Feijenoordstadion een
interessante proefneming gehouden met een
postraket.
Zooals men weet hebben den laats ten tijd,
o.a. bij Katwijk, in de duinen dergelijke proef
nemingen plaats gehad, welke geen van alle
geslaagd mogen heeten. Donderdagmiddag
echter is het den heeren dr. A j. do Bruyn en
den constructeur H. W. Deering bij hun 323ste
poging gelukt hun moeitevollen arbeid met
althans hoopvolle resultaten bekroond te zien.
Daar de electrischc spanning waarmede men
de lading tot ontbranding wilde brengen, niet
hoog genoeg was. duurde het een vol uur. eer
de lading tot ontbranding kwam. Toen startte
de raket, die ongeveer 60 c.M. lang en zeppe-
linvormig is, op vlotte wijze.
Met een oorverdoovenden knal schoot de
raket van de startbaan het luchtruim ln, vol
gens den constructeur met circa 600 K.M. snel
heid. Tot zoover scheen de proefneming te
zullen slagen. Toen echter de raket nog niet
ten volle de startbaan verlaten had. moet de
bodem van de ladingkamer het begeven heb
ben. waardoor de 40Ö gram lading geen noe
menswaardige uitwerking meer had. De raket
bereikte een hoogte van circa 400 meter, alleen
gedreven dus door een startpatroon, duikelde
eenige malen over den kop. werd door den
wind afgedreven en slechts het stalen binnen
werk. bestaande uit een Mannesmann-buis van
vliegtuigstaai. viel in een veld in de onmid
dellijke nabijheid van het stadion neer.
Bij onderzoek bleek, dat de bevestigde para
chute. die er voor dienen moest, de raket na
het uitwerken van de lading veilig te doen
landen, reeds bij den start was weggeslingerd.
De uit vijftien brieven bestaande post was ten
deele verbrand en werd verspreid in de om
geving van de startbaan gevonden.
Dc heer de Bruyn beschouwt deze proefne
ming. ondanks dezen tegenslag, als gedeeltelijk
geslaagd. Hij is van plan binnen twee maan
den een tweede raket, waaraan hij reeds werkt,
te beproeven. Het eenige. waarvoor hi) thans
nog een methode zoekt, is een betrouwbare
constructie van de ladingkamer.
ZIT EEN BRIL VAN
OPTICIEN STIENS
GIERSTRAAT 27. Lever. a. Z.fondsen.
(Adv. Ingez. Med.)
Ontvreemd goud en zilver
opgekocht.
AMSTERDAM, 6 Mei. De rechtbank ver
oordeelde een bekenden Amsterdamschen he
ler. die kostbare gouden sieraden en tafel
zilver. afkomstig van een inbraak in een villa
te Heemstede had gekocht, conform den eisch
tot twee-en-een-half jaar gevangenisstraf.
De man bevindt zich thans in net huis van
bewaring te Utrecht, verdacht van heling van
een deel van het goud, dat eenige maanden
geleden is gestolen uit dc tandheelkundige
kliniek te Utrecht.