De arbeidstijd der mijnwerkers. H' Richard Wagner en de nationaal- socialistische wereldbeschouwing. W OEN'SD'AG 8 JUNI '1938 HAA'REEM'S C'A'GBCAD Een nieuwe Geneefsche conferentie over den arbeidstijd der mijnwerkers. Zal in 1939 na tien jaren het beoogde doel eindelijk worden bereikt? (Van onzen Geneefschen correspondent) r ET zal het volgend jaar juist tien jaar geleden zijn, dat de Volken- bondsvergadering op voorstel van de op dat tijdstip socialistische Engel sche regeering een uitnoodiging tot het Int. Arbeidsbureau richtte om een poging aan te wenden, opdat althans in de voornaamste steenkolenvoortbrengende landen van Euro pa de arbeidstijd der mijnwerkers op gelijke wijze geregeld zou worden. Een voor alle lan den geldende internationale conventie over den arbeidsduur in de steenkolenmijnen zou de mijnwerkers tegen een onredelijk langen arbeidstijd uit angst voor buitenlandsche concurrentie moeten bescherme. De Engelsche regeering verklaarde zich ertoe bereid het da- gelijksche verblijf der mijnwerkers in de mijnen tot 7 3/4 u. te beperken, als zij ervan verzekerd zou kunnen zijn, dat ook in de andere belang rijke steenkolenvoortbrengende landen van Europa (België, Duitschland, Frankrijk, Ne derland. Polen en Tsjecho-Slowakije) niet langer dan 7 3/4 uur per dag zou worden ge werkt, zoodat Engeland niet te vreezen zou hebben, dat deze Europeesche concurrenten dank zij een langeren arbeidstijd bij gelijk dagloon hun steenkolen tegen een lage- ren prijs, dan in Engeland na de verkorting van den arbeidstijd mogelijk zou zijn, zouden te koop aanbieden. Sinds het Internationale Arbeidsbureau in 1929 de opdracht ontving zich met dit sociale en economische vraagstuk bezig te houden, zijn bijna tien jaren verloopen, zonder dat het door de Engelsche regeering beoogde doel bereikt is. Aan pogingen van de Int. Arbeidsorganisatie dit doel te bereiken heeft het in die bijna tien jaren zeker niet ontbroken. De Internatio nale Arbeidsconferentie heeft in 1930, 1931, 1935 en 1936 antwerpconventies over den ar beidstijd in de mijnen behandeld. Vijf voor bereidende conferenties, om de taak der alge- meene jaarlij'ksche Internationale Arbeids conferentie te vergemakkelijken, zijn in deze jaren gehouden: in 1930, 1932, 1933, 1934 en thans weder in 1938. De Raad van Beheer van het Internationale Arbeidsbureau heeft in bijna iedere kwartaalzitting het onderwerp besproken. En hoeveel uren de bekwaamste ambtenaren van het Internationale Arbeids bureau aan deze strijdvraag besteed hebben de kwestie van alle zijden te bestudeeren en door uitvoerige objectieve rapporten, den ge delegeerden op de bovengenoemde conferenties de noodige voorlichting te geven, valt niet uit te rekenen, doch het aantal uren zou stellig in de duizenden loopen! Op papier is al dit streven, om de moeilijk heden te overwinnen, die zich aan het in wer king treden eener internationale regeling in zake den arbeidstijd der mijnwerkers in den weg stelden, niet geheel vergeefsch gebleven. De Internationale Arbeidsconferentie van 1931 slaagde erin een conventie tot beperking van den arbeidsduur tot 7 3,4 uur per dag inderdaad tot stand te brengen. Wijlen mgr. Nolens, die zijn laatste levenskrachten aan dit sociale werk wijdde, had een groot aandeel in dit succes der conferentie. Doch spoedig daarna werd de socialistische Britsche regee ring door een nationale vervangen, die tegen enkele onderdeelen der conventie zulke be zwaren had, dat zij haar niet kon ratificeeren. En daar de andere Europeesche staten zich natuurlijk niet zonder medewerking van En geland tot 'n bepaalden maximum-arbeidstijd wilden verbinden, bleef deze conventie een stuk dood papier en moest men wel beproeven door wijziging der conventie de Britsche be zwaren uit den weg te ruimen. |N het jaar 1935 gelukte dit pogen einde- JLlijk. De conventie van 1931 werd op en kele punten herzien; de Engelsche regeering verklaarde zich bereid de herziene conventie, die van 1935, te ratificeeren. Op één voor waarde: dat alle bovengenoemde „voornaam ste Europeesche steenkolenvoortbrengende staten" dit eveneens zouden doen! En deze voorwaarde werd door het intussehen plaats vindende uittreden van Duitschland uit den Volkenbond en de Internationale Arbeids organisatie niet vervuld. Zoo bleef ook de con ventie van 1935 dood papier. Weldra kwam het bovendien aan het licht, dat deze conventie van 1931, herzien in 1935, nog een ander gebrek had dan de weigering der Europeesche staten, om haar te ratificee ren! Zij was niet met den tijd medegegaan. Terwijl zij nog van een ongeveer 46-urige ar beidsweek uitging, had de arbeidersbeweging de leuze van verkorting van den arbeidstijd in het algemeen tot niet langer dan 40 uur per week aangeheven! Waar iedereen erkent, dat de mijnwerkers door het ongezonde en gevaarlijke van hun arbeid zeker niet langer dan de andere arbeiders te werken moeten hebben, was het duidelijk, dat men zich in dentijd van het streven naar de 40-urige arbeidsweek voor alle takken van bedrijf niet meer warm kon maken voor het tot leven wekken van een oude conventie, die nog op den grondslag van de 46-urige arbeidsweek was opgebouwd! De Internationale Arbeidsconferentie van 1936 besloot dus, dat een nieuwe poging zou moeten gedaan worden, om een meer moder ne conventie over den arbeidstijd der mijn werkers tot stand te brengen. Weliswaar waarschuwde de Nederlandsche regeering bij monde van Prof. Aalberse tegen dit onder nemen, dat vrijwel nutteloos scheen, aange zien Duitschland ook hier niet zou willen mededoen, zoodat het groote bezwaar, dat in 1935 tegen de ratificatie der conventie van dat jaar bestond, zich opnieuw zou voordoen. De groote meerderheid de regeeringen stapte echter over dit practische Nederlandsche be zwaar heen en wilde de mijnwerkers, die met kracht op een nieuwe poging aandrongen, met teleurstellen. Hf 00 hebben wij dan in Mei hier een ^nieuwe voorbereidende conferentie ge kregen, die tien dagen geduurd heeft. Behalve de voornaamste Europeesche steenkolen voortbrengende staten (Duitschland natuur lijk uitgezonderd!! waren ook de Vereer.ig- de Staten van Amerika door een driezijdige delegatie, bestaande uit afgevaardigden der regeering, der mijndirecties en der mijnwer kers, vertegenwoordigd. Het gevolg der besprekingen is geweest, dat de Internationale Arbeidsconferentie van 1939 nogmaals een ontwerp-conventie tot verkorting van den arbeidstijd der mijnwer kers te behandelen zal hebben. Een groote strooming op de voorbereidende conferentie bleek het daarheen te willen leiden, dat de Arbeidsconferentie van 1939 dan een nieuwe conventie zal aannemen, die weliswaar den dagelijkschen arbeidstijd op het in de nooit in werking getreden conventies van 1931 en 1935 vastgestelde maximum van 7 3/4 uur zal handhaven, doch daarnaast een maximum duur voor den arbeidstijd per week zal vast leggen, en wel op 383/4 uur. hetgeen dus zou neerkomen op slechts 5 dagen arbeid per week. Een overgangstijd van twee jaren zou den staten echter worden toegestaan, waarin nog 42 uur per week zou mogen worden ge werkt. De beraadslagingen op de gehouden voor bereidende conferentie maakten den indruk, dat voor een nieuwe conventie van dezen in houd de vereischte twee-derden-meerderheid van stemmen wellicht wel zal worden ver kregen. De groote vraag blijft echter, wat de Europeesche regeeringen na de aanneming van een zoodanige conventie zullen doen. in dien, zooals te voorzien is, Duitschland wei geren zal zich aan te sluiten. Indien Enge land en de andere Europeesche staten de conventie niet ratificeeren willen zonder me dewerking ook van Duitschland. dan zal het geheele werk der Internationale Arbeids conferentie van 1939, om een conventie met de 38 3 4-urige arbeidsweek in de mijnen te doen aannemen, toch slechts nutteloos mon nikenwerk zijn! Het is dan ook geen wonder, dat de mijn- werkersgroep zich sterk deze opvatting van .slechts met Duitschland tezamen!" gewend heeft. De woordvoerders der mijnwerkers ont kenden, dat de kwestie van de productie kosten van zooveel belang op de prijsbepa ling der steenkolen en op de afzetmogelijk heid zijn zou, als de mijndirecties het voor stelden. De vertegenwoordigers der mijnwer kers wezen verder erop, dat in dezen tijd van militaire voorbereidingen, van bijzondere han delsverdragen en clearing-overeenkomsten de prijs van steenkool geen overwegende rol speelt. Geheel andere overwegingen als die over den prijs bepalen thans, waar men steenkolen koopen zal! De woordvoerders der mijnwerkers ontkenden dus de kracht der economische argumenten, die zich tegen een ratificatie eener arbeidstijd-conventie zou den verzetten, indien niet ook Duitschland ratificeeren zou. Bovendien wezen zij echter erop, dat het in strijd met den geheele op zet der Internationale Arbeidsorganisatie zijn zou. indien de regeeringen zouden toe laten. dat de arbeidsvoorwaarden van hun eigen arbeiders ongunstiger zouden worden omdat in één land sociaal-achterlijke toe standen zouden heerschen, zooals thans in het Duitsche steenkolenbedrijf, waar de mijn- wekers als regel 9 uur per dag en 6 uur per week moeten werken! De mijnwerkers der gansche wereld zouden zich met alle kracht ertegen verzetten, dat hun arbeidsvoorwaar den zouden worden omlaag gedrukt tot het peil in het land, waar zij voor den arbeider het ongunstigst zijn! De regeeringen hebben thans tot Juni 1939 tijd, om zich te bedenken, of zij door een vasthouden aan hun opvatting „ratificeeren slechts met Duitschland tezamen" de verbit tering hunner mijnwerkers en stellig ook andere arbeiders zullen willen veroorzaken. De vraag, of Duitschland (en Italië) door afzijdig blijven internationalen vooruitgang zullen kunnen tegenhouden, zal men zich niet uitsluitend met betrekking tot den arbeids tijd der mijnwerkers te stellen hebben! B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. De afkomst van den componist in het geding. (Van onzen Berlijnschen correspondent). UITSCHLAND vierde het feit, dat Richard Wagner 125 jaar geleden geboren werd. niet met den gloed, waarmee het Derde Rijk reeds ge woon is bijzondere herdenkingsdagen der Grooten op Duitsch cultuurgebied officieel te vieren. En toch rekent het hem niet alleen tot de eersten der Duitsche toonkunstenaars, maar ook tot de grootsten onder de voorloo- pers der nationaal-socialistische revolutie, al bleef hij. naar de opvatting van den bewus- ten nationaal-socialist onzer dagen niet vrij van de smetten der dwalingen van zijn tijd zijn oude vriend Nietzsche is er hem om gaan haten De kleine, doch geestdriftige man onder de aanhangers van het ontlui kend natlonaal-soclalisme zag in Wagner's Germaansch-mythische muziekdrama's een prachtig Ersatz voor de oude kerkelijke mu ziek. De poging onder leiding van ernstige mannen, op de basis van den ouden Ger- maanschen mythos een kerkgenootschap op te richten, die haar cultus zou opluisteren me de Wagneriaansche kunst der Oud-Ger- maansche drama's, is niet gelukt. Wij bedoelen nu, minder een eigen waar deering te geven van den grooten revolution- nairen musicus, dichter en denker Richard Wagner dan wel een weergave van waardee ringen van trouwe zonen van het Derde Rijk, die onder elkaar in „nationaal socialistische wereldbeschouwing" nog even vrijmoedig verschillende opvattingen huldigen als voor de algemeene Germaansche bewustwording onder ijzeren hand. Tsjaikowski verwierp Beethoven, de toon- kunst-revolutionnair van onzen tijd. Stra- winski is het met den Rus gloeiend eens. even zeer als in diens vereering van Mozart. Wagner moest om zijn revolutionnaire op vattingen naar Frankrijk uitwijken, waar de eerste opvoering van zijn „Tannhauser" een échec met groot schandaal werd, een lot, dat ook de première van „Carmen" beschoren was, de later en steeds nog zoo geliefde en herhaaldelijk opgevoerde opera van den be gaafden Bizet, die aan de smart over de mis kenning van zijn meesterwerk ten gronde ging. Wagner was van krachtiger natuur, zijn teleurstellingen hebben hem niet doen wan kelen. Toen zijn koninklijke vriend Lodewijk van Beieren hem naar Duitschland had te ruggeroepen, werden zijn werken met hun zeer kostbare aankleeding onder bescher ming van den koning „in besloten kring" op gevoerd. Bij hun verschijning voor het kunst minnend publiek werden zij met jubel en af keer begroet. De atonale muziekconstructeurs eener la tere periode hebben betrekkelijk langen tijd troost gezocht in dé teleurstellingen, die Wagner- moest beleven door de verwerping van zijn eigen nieuwe toonkunst, die later al gemeen als hooge kunst zoozeer bewonderd en genoten zou worden. Alleen het genie vindt tenslotte waardeering. Weber, Bellini. Berlioz, zijn schoonvader Liszt de een meer de ander minder „wild revolutionnair" in hun kunst, hebben de toonkunst voorbereid, waarin Wagner zijn grootste werken schiep. Ook Beethoven, dien hij boven allen ver eerde. zou zijn kunst beïnvloed hebben. Door de fabels van E. T. A. Hoffmann kwam de dichter Wagner tot het mystieke. En hier komen we tot de verschillende waardeerin gen der zonen van het Derde Rijk. Evenals zij allen verrukt schijnen over het nationaal- socialisme. zijn ze in vervoering voor Wag ner's muziek. Wij hebben ze al voorgesteld als het ideaal der nationaal-soclalisten van de eerste dagen voor hun Wodan-cultus. Hij is voor hen de wegbereider van de zuiver Germaansche levensbeschouwing, de beste illustrator van Rosenberg's belijdenis. .Er 1st unser"! betuigen zij. Maar de dichter en denker Wagner heeft ook nog andere tonen laten hooren in zijn schriften, die in strijd zijn met Germaansche mythosbelijdenls en de leer van „Bloed en Bodem". Zij, die in de nationaal-socialistische broe dergemeenschap van andere meening zijn, kibbelen niet met hun Rosenbergsche volks- genooten. maar laten op dezen gedenkdag Richard Wagner zelf spreken uit zijn schrif ten en zeggen met de anderen: „Ja! er 1st unser". Wagner schrijft over het christen dom. dat de pers de Partij minder rigoreus maar even fel bestrijdt als het Jodendom: „de Partij is de Staat! „De Stichter van het christendom was geen „Wijze". Hij was goddelijk. Zijn leer was de daad van het vrij willig lijden. In hem gelooven is hem navol gen en op verlossing hopen is vereenlging met Hem zoeken. Erkennen wij. met den Ver losser in 't hart, dat niet hun daden, maar hun lijden de menschen uit het verleden ons nader bréngt en ons gedenken waardig maakt. In de natuur, die ons omgeeft, in het geweld der oer-elementen, 'n de lage wils uitingen, die zich onveranderlijk doen gel den. ja in het insect, den worm. dien wij on achtzaam vertreden, zal steeds weer de ge weldige tragiek van dit wereldbestaan tot bewustzijn komen en dagelijks zullen wjj den blik op den Verlosser aan het kruis als laat ste verheven toevlucht te richten hebben. De ontzettende schuld van al het bestaande nam een onschuldig goddelijk wezen op zich en verzoende ze door zijn eigen smartelijken dood. Door dezen zoendood mag alles wat ademt en leeft zich verlost weten, zoodra hij als voorbeeld ter navolging begrepen wordt". ÏN de „Allgemeine Musikzeifung" tracht een professor Richard Wagner schoon te wasschen van Joodsche smetten. De muzi kale schrijver doet dit op een manier, die ons die er niets van wisten heeft doen weten, dat Richard Wagner van Joodsche afkomst is. Nietzsche schreef „zijn vader was een tooneelspeler, Geijer genaamd. Een Geijer gier is bijna een adelaar". Deze Geijer was van Joodsche afkomst, Wagner zelf heeft het nooit tegengesproken. De pro fessor laat een stamboom van Geijer zien, die tot 1630 rij kt. Het is wonderlijk van dezen eenvoudigen man zoofi langen stamboom te zien. Er moet uit blijken, dat Ludwig Geijer sedert 1630 tot voorouders had 7 school meesters, 4 muzikanten, 2 kosters, 4 beamb ten. 3 geestelijken, 1 soldaat, 4 molenaars en bakkers, 3 leerlooiers, 1 tooneelspeler, 1 kok en 2 handwerkslieden. „Wie vindt daar een Jood uit?" vraagt de professor. Elk oprecht „nationaal-socialis tisch menschenkind moet 't met den profes sor eens zijn: „niemand!" Direct na het stellen van zijn vraag, gaat de professor voort: „Evenzoo gaat het met de innerlijke gronden, die dikwijls tegen Wagner's „Deutschtum" in het veld gevoerd worden". Wagner's muziek heeft als symptoom van vreemden smet veel zinnelijkheid. „Alsof de ariër niet zinnelijk kan zijn", roept de professor uit. „Wie muziek als arisch er kent, omdat ze preutsch en vervelend is, heeft geen idee van het wezen der muziek. Muziek is een afbeelding van den wil, die evenzeer ae oorzaak van de menschelijke handelingen is als die der heele natuur. Wie dezen wil in verheven innerlijke beschou wing het best weergeeft is de beste musicus. En de kracht van zulk een alzijdige inner lijke beschouwing is juist iets arisch, Richard Wagner heeft ze gehad als geen ander", zegt prof. dr. A. Lorenz en meent hiermee en met zijn stamboom bewezen te hebben, dat 't met den Joodschen grootvader van Richard Wagner alles laster en leugen is! Dit en het direct voorafgaande was het meest „kenmerkende" in de literatuur van dezen herdenkingsdag. H. L. Bond voor Staatspcnsioimeering. Binnen afzienbarcn tijd 100.000 leden? De bond voor staatspensionneering heeft Dinsdag te Amsterdam zijn jaarlijksche alge meene vergadering gehouden. In zijn openingsrede merkte de voorzitter van het hoofdbestuur de heer G. van Roekei op. dat de bond met den dag groeit. Hij is op weg naar de 100.000 leden, het tempo der ac tie wordt steeds versneld en de ernstige wil is er om in de groote steden en in de deelen van het land, waar geen afdeelingen zijn, een intensieve propaganda aan te vatten Het jaarverslag van den secretaris, den heer D. A. van Krevelen, hierna uitgebracht en goedgekeurd, sprak van een bloeiend bonds- leven. Het financieel overzicht van 1937 vermeld de een batig saldo van f 3544,28. De begrooting voor 1939 is vastgesteld op f 20.269.28. Aan de orde kwamen vervolgens enkele voorstellen van afdeelingen en federaties. Van de voorstellen van den beschrijvings brief werd ingetrokken een voorstel Eelde- Paterswolde om de leden van het hoofdbe stuur eenmaal herkiesbaar te stellen. Wat betreft wijziging van de contributie afdracht werd een commissie benoemd, die een rapport zal uitbrengen. In het hoofdbestuur werder. herkozen de heeren D. A. van Krevelen (Hilversum). P. A. Vis (Heelsum) en T. G. Thyssens (Gro ningen). Ten slotte werd een motie aangenomen met algemeene stemmen, waarin de regeering verzocht werd de betreffende wettelijke voor stellen bij de Staten Generaal aanhangig te maken. Bergen op Zoom iu feest stemming. H. M. de Koningin bezoekt dc Markiezaats- fccsten. Dinsdag was een hoogtepunt van de Mar- kiezaatsfeesten, welke sinds Zaterdag in Ber gen op Zoom worden gevierd H.M. de Ko ningin heeft door een bezoek aan de stad ter bijwoning van een gedeelte der feesten dc groote historische optocht van haar hooge belangstelling doen blijken. Het oude stadje aan de Schelde leverde in verband met dit koninklijk bezoek vandaag een nog kleuriger aanblik op dan de vooraf gaande dagen. De straten droegen een feest tooi van vlaggendoek in vele kleuren waarin naast het rood-wit-blauw en oranje het rood en wit der stadskleuren domineerden. Het prachtige zomerweer zette het feest vooral op dezen dag nog meer luister bij. Tegen de middaguren werd het nadat het des morgens na de drukke Pinksterdagen vrij rustig was geweest voortdurend leven diger in de gemeente. De drukte concentreer de zich in hoofdzaak bij het station en langs de route, welke H.M. de Koningin bij haar rondrit door de stad zou volgen. Aankomst H.M. de Koningin. Met een extra-trein is de Koningin gister middag te 14.25 uur in Bergen op Zoom aan gekomen. Direct na aankomst maakte H.M. de Ko ningin een korte rondrit door de versierde stad met als eindpunt het gerestaureerde stadhuis, waar de officieele begroeting van H.M. de Koningin door het gemeentebestuur plaats had. De historische optocht. Na de plechtigheid namen HM de Ko ningin en haar gevolg en de autoriteiten op het bordes van het stadhuis plaats om van daar den historischen optocht voorbij te zien trekken. De optocht, waarvoor men aanvan kelijk de adviezen had ingeroepen van den inmiddels overleden Antwerpschen beeldhou wer Jules Baetes, en die verder ontworpen is door de kunstenaars Frans Proost en L. Ivo. werd geopend door een inleidende groep van trommelaars en landsknechten achter een spandoek .Bergen op Zoom door de eeuwen heen" en een ruiter met de stedelijke vlag. omgeven door ruiters met lansen, de wilde mannen met het stadswapen en Bergsche stedemaagden. Hierop volgde een praalwagen met de hei lige Gertrudis. de patrones der stad. omgeven door maagden en engelen. In bonte kleuren volgden de wapenschilden der heeren en markiezen van Bergen, een groep, voorstellende Jan I van Brabant met zijn gemalin, met dertiende eeuwsche ede len en poorters, drossaards, schout en sche penen uit de veertiende eeuw. Een volgende groep is gewijd aan de na gedachtenis van groote Bergenaars, die van beteekenis zijn geweest voor het cultureele leven van heel ons volk, nl. Erasmus, die er weliswaar niet geboren Is maar er dikwijls vertoefde, en Jacob Obrecht. In dit gedeelte van den stoet liep het koor Schola Cantorum mee, dat op enkele plaatsen onder leiding van den zeereerw. pater rector van de Peet S.C.J. eenige korte motetten van Obrecht ten ge- hoore bracht. In bonte mengeling van kleuren en costu mes. telkens onderbroken door in passenden stijl gekleede muziekcorpsen volgden de oude gilden van Bergen op Zoom, de Prinsen Maurits en Frederik Hendrik enz. Het beschaafde geheel was een verzorgde en artistieke parafrase op het verleden van de stad. H.M. de Koningin volgde alles met veel aandacht en gaf meermalen uiting aan haar bewondering. Toen de stoet voorbij was heeft zij in de groote hal van het stadhuis de notabelen der stad aan zich doen voorstellen. Te half vijf vertrok H.M. per auto naar het station, wederom langs de route door de enthousiaste menigte toegejuicht. Even later vertrok haar trein naar Arnhem vanwaar een auto haar naar Het Loo bracht. Tribune ingestort. Bij het vertrek van H.M. de Koningin heeft zich een klein incident voorgedaan. Toen de Koningin in de deur van het stadhuis ver scheen. stonden de toeschouwers op de tri bune aan den overkant allen tegelijk op, het geen blijkbaar voor de houten stellage teveel was: met een luiden plof zakte de tribune over de geheele lengte in. Het was een vreemd gezicht de schuin omhooggaande menschen rijen plotseling in de diepte te zien verdwij nen doch het incident had op het eerste ge zicht geen enkelen invloed op de aandacht van de menigte, want onmiddellijk na den plof zag men de menschen. die op dc tribune hun plaatsen hadden, weer even druk wui ven en juichen als kort te voren Bij nadere beschouwing bleek het echter, dat er toch hier en daar een enkeling niet geheel zon der schrammen was afgekomen: de trans portcolonne van het Roode Kruis had een tiental voetkwetsuren te behandelen; vijf ge wonden, wier toestand zich aanvankelijk ernstiger liet aanzien zijn in het gasthuis onderzocht. Van deze vijf bleken twee hun ner een beenbreuk te hebben opgeloopen. De oorzaak van de instorting schijnt in zekeren zin te wijten te zijn aan het enthou siasme van het publiek dat achter de tribune stond, en dat zich van eenige kruislatten had meester gemaakt teneinde een eigen stellage op te bouwen. Dc hechte constructie van de tribune schijnt hiervoor zoo te zijn ondermijnd dat het geheele geval als een harmonica in elkander zakte. NED. R.K. BOND VAN OVERHEIDS PERSONEEL ST. PAULUS. De Nederlandsche Roomsch Katholieke Bond van Overheidspersoneel St. Paulus is Dinsdagochtend elf uur voor zijn tweedaag- sche bondsvergadering in hei Kurhaus te Scheveningen bijeengekomen onder voorzit terschap van den heer H. A. Vulink, uit Am sterdam. Blijkens mededeeling van den bondssecre- taris bedraagt het aantal leden van St. Pau lus thans 5811 hetgeen een vermeerdering sinds 1 Januari j.l. met 45 leden beteekent. De bond telt 126 afdeelingen, 34 correspon dentschappen en 22 verspreide leden. Voorts werden de gebruikelijke verslagen behandeld, waarna diverse voorstellen van hoofdbestuur en afdeelingen aan de orde kwamen. De directeuren van de ontwikkeiings-ccn- trale, dr. S. Stokman o. f. m„ hield een cau serie over de „R K. arbeidersbeweging en de geestesstroomingen van onzen tijd", spr. noemde het een plicht van de R.K. stands- organisaties om de Katholieke beginselen hoog te houden en onze democratische staats instellingen met haar rechten en vrijheden te helpen beschermen. AUTOBOTSING BIJ HAKKELAAR. MUIDEN. 8 Juni. Gisteravond heeft op den Rijksweg even voorbij de Hakkelaar een bot sing plaats gehad tusschen twee auto's be stuurd door de heeren A. v. W. te Amsterdam en H. v. O. te Santpoort. De beide wagens kwa men van de richting Bussum en hielden niet voldoende onderling afstand, zoodat. toen de heer v. W. even moest stoppen, de heer v. O. met zijn wagen eerstgenoemden auto aanreed. De schok was hevig en de dame, die naast den heer v. O. zat, botste zoodanig met het hoofd tegen de voorruit dat zij een verwonding bo ven een der oogeen kreeg. Een van de achterin den wagen zittende dames brak een arm. Dr. Niekerk van Muiden heeft de eerste medische hulp verleend; dc laatstbedoelde dame werd naar het Burger ziekenhuis te Amsterdam ver voerd. Van de inzittenden in den aangereden wagen werd niemand gewond. Deze auto kreeg aan de achterzijde eenige schade, doch kon nog op eigen kracht rijden. De wagen van de n heer v. O. was echter zóó gehavend, dat deze moest worden weggesleept. HOLLANDAMERIKA LIJN. Nieuw Amstex-dam Rotterdam n. New York p. 6 Kaap Race. Bilderdijk Norfolk n. R'dam 5 te Three Riv. Rotterdam 4 v. New York n. West-Indië. Blommersdijk R'dam n. Tamp. 6 te Vera Cruz. Veendam R'dam n. Nek York p. 5 Lizard. Drechtdijk Vancouver R'dam 5 v. Los Angeles. Tridentes R'dam n. Baltimore p. 5 Pr. Pt. Edam 7 v. Philadelphia te R'dam. Boschdijk New Orleans n. R'dam via Ldn. 5 480 mij! W.Z.W. van Scilly. Burgerdijk N. Orleans n. R'dam 3 te Houston Binnendijk R'dam n. New Orleans 5, 55 mijl Z.O. van Niton. Damsterdijk R'dam n. Vanc. 5 v. St. Lucia. Volendam 7 v. New York te R'dam. HALCYON LLJN. Flensburg 5 v. Vlaardingen te arvik. Stad Haarlem n. Pt. Said p. 5 Dungen. Stad Dordrecht 5 v. Vlaardingen te Lulea. Stad Amsterdam 5 v Vlaard. te Stockh. Stad Zaandam 5 v. R'dam te Bilbao. Stad Zwolle 4 van Vlaard. te Bilbao. Rozenburg 8 v.m. v. Bilbao te Vlaard. verw. Rozenburg Bilbao n. Vlaard. p. 7 Dungeness HOLLAND—AFRIKA LIJN Randfontein 5 v. Beira te R'dam. Jagersfontein 7 v. Beira te R'dam. Bloemfontein (thuisr.) 7 v. Dar es Salaam. Boschfontein (ultr.) 4 v. Dakar. Heemskerk 4 v. Antwerpen te Hamb. vertr. 7 n. Beira. Nijkerk (thuisr.) 4 v. Kaapstad. HOLLANDWEST-AFRIKA. Maaskerk (thuisr.) 4 v. Port Bouefc. Reggestroom (uitreis) 4 te Accra. HOLLAND—BRITSCH-INDIë LIJN. Hoogkerk 7 v. Bremen n. Hamburg. HOLLAND—OOST-AZIë LIJN. Gaasterkerk 7 v. Dairen n. R'dam. Meerkerk (uitr.) 7 te Hongkong. Serooskerk (uitr.) p. 6 Gibraltar. Zulderkerk 5 v. A'dam te Hbg. vertr. 10 n. R'dam. HOLLAND—AUSTRALIë LIJN. Aagtekerk (thruisr.) 6 v. Duinkerken via Londen. Marken (thuisr.) 5 v. Melbourne. Meliskerk (thuisr.) 5 te Antw. vertr. 7-8. Enggano (uitr.) pass. 5 Ouessant. KONINKLIJKE/SHELL. Agnita Amst. n. Fayal v. o. p. 5 Beachy Hd. KON. NEDERL. STOOMBOOT MIJ Bodegraven 4 van Talcahuano n. Lebu. Breda, 6 van Amsterdam te Hamburg. Oranje Nassau 8 (11 v.m.) te Amst. verw. Alkmaar, 3 van Paita naar Balboa. Achilles, 7 v. Oran n. Genua. Nereus, Oporto n. Amst. p. 7 Beachy Head. Orpheus 7 v. Aarhuus n. Gothenburg. Ajax, 6 van Stettin te Amsterdam. Ariadne, Tanger n. Malta p. 4 Gibraltar. Aurora, Napels n. Amst. p. 6 Finisterre. Bacchus, 7 v. N.-York naar La Guayra. Barneveld, Amst. n. Chili. p. 5 Pr. Point. Berenice, Curasao n. Amst. p. 6 Azoren. Costa Rica. 5 v. Barbados te Amsterdam. Deucalion, 7 v. Constantza te Amsterdam. Hermes, 5 v. Rotterdam te Amsterdam. Irene, 6 v. Amsterdam te .Gdynia. Juno, 5 v. Hamburg te Amsterdam. Merope 6 v. Amst. te Hamburg. Odysseus, 6 v. Gdynia te Amsterdam. Pericles, 5 v. Hamburg te Amsterdam. Perseus 6 v. Amsterdam te Odense. Pluto, 5 v. Kopenhagen te Amsterdam. Rhea, 4 van Malta naar Rotterdam. Saturnus 4 v. Izmir naar Algiers. Stella, 5 v. Tunis te Alexandrië. Theseus, 5 v. Kopenhagen te Stettin. Titus. 4 v. Genua te Savona. Venus, Constantia n. Catania p. 5 Stamboul Vesta 6 v. Yerakini naar Cephalonia Vulcanus, 6 v. Stamboul n. Lefkandi. Trajanus, Rotterd. n. Tunis p. 5 Ouessant. Fauna, Rotterd. n. Lissabon p. 6 Ouessant. Ulysses, Rott. n. Constantza. p. 6 Ouessant. KON. HOLLANDSCHE LLOYD Amstelland (thuisr.) 4 v. Rio de Janeiro. Zaanland (uitr.) 6 te Rio de Janeiro. Montferland (thuisr.) 5 van Las Palmas. MEIJER EN CO.'S SCHEEPV. MIJ, City of Lyons n. Rott. 4 te Shanghai. Memnon 3 v. Yokohama n. Rotterdam. Benarty, Japan n. Rott. 4 te Hongkong. Polydorus, Batavia n Amst. 6 v. Padang. Patroclus, Japan n. Rott. 5 v. Hongkong. Bennevis. Kohsichang n. Rott. 31 te Manilla Gleniffer, Japan n. Amst 3 v. Belawan. Glenfinlas. Japan n. Rott. 6 te Londen. C. of Pittsburg n. Rott. p. 5 Ouessant. C. of Wellington, n. Rott. 6 v. Penang. Eurymedon, Batavia n. Amst. p. 7 Gibraltar Polyphemus, 4 v. Batavia te Hamburg. Sarpedon, Japan n. Rott. 5 van Marseille. Benvorllch, Japan n. Rott. 6 v. Penang. Bengloe. Kohsichang n Rott. p. 6 Ouessant ROTTERD. LLOYD. Slamat (ultr.) 6 van Marseille. Blitar (uitr.) p. 6 Ouessant. Garoet (uitr.) p. 5 Kaap Bon. Soekaboemi (thuisr.) p. 6 Finisterre. Slantar 6 v. Rotterdam te Batavia. ROTT. ZUID AMERIKA LIJN. Aludra (th.) 6 van Bahia. Alpherat (uitr.) 5 te Montevideo. Alhena v. Hamburg n. Rotterdam. Alcyone (th.) 5 van Montevideo. STOOMVAART MIJ, NEDERLAND. Christiaan Huygens 7 v, Batavia te Amst. Marnix (uitr.) p. 6 Gibraltar. Poelau Bras (uitreis) 4 var. Genua. Soemba (thuisreis) 6 te Liverpool Salabangka (thuisreis) 6 te Banjoewangl. Tarakan (uitreis) 7 te Belawan. Johan de Witt (uitreis) 7 te Soerabaja. J. P. Coen (uitreis) 7 te Sabang. Joh. van Oldenbarnevclt (th.) 5 van Sabang. Poelau Laut (thuisreis) 4 v. Batavia. WIJK LIJN. Zonnewijk 4 v. Louisburg n. Rotterdam. Katwijk 4 van Rotterdam te Bilbao. Winterswijk 4 v. Sydney C.B. n. Antwerpen. Naaldwijk Rott. n. Bilbao p. 5 Ouessant.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 11