Het kampleven voor den modernen mensch Waarin ligt de charme van het kampeeren? Aartsluiaards kunnen beter thuis blijven. ....en het puikje van de nieuwe Sumatra- Oogst is weer voor de Ritmeester-Rookers Litteraire Kantteekeningen. F RAMS PERQUin Centrale Verwarming HohUl TEL. 15597 ZXTERDXG 11 JUNI 1938 HA'A RE EM'S DXGBEAD Indien men zich openstelt vóór men op reis gaat, keert men een stuk rijker terug. U de groote wijde zomer weer aange broken is met zijn heerlijke va- canties, hebben de kampeerliefheb- bers hun kampbenoodigdheden op gezocht en nagekeken. Bij het eerste behoor lijke weekend reeds zijn de meest enthousias ten stilletjes de stad uit en de natuur inge trokken Waar toch ligt de charme van dit leven, dat zoo velen en ieder jaar meer het verkie zen boven een vacantie met gegarandeerd comfort? Voor sommige menschen is deze vraag inderdaad een onoplosbaar raadsel. Het begrip „kampeeren" is voor hen synoniem met: mieren en spinnen, kou, hard liggen, blikgroenten en op je knieën in het natte gras rondkruipen, in één woord, het „aller- ongenoegelijkst"! Nu geldt dit in de meeste gevallen voor personen, die nog nooit eenigen tijd in een tent doorbrachten. Zij beoordee- len van buitenaf en zoo'n oordeel is natuurlijk Diets waard. in één woord, met alleronge- noeglijksf' Waar ligt dan de charme van dit leven voor een raskampeerder? Dit is moeilijk met een paar woorden te omschrijven. Want de waardeering van het kampeeren hangt uit sluitend af van de geestesgesteldheid van den persoon die het doet. Slechts indien je open staat voor de wisse lende stemmingen in de natuur, als je verrukt kunt zijn over het gekweel van een vogeltje boven de tent, het rhytmisch gekabbel van de golfjes tegen de cano of den oever, het fluis teren van den wind in het Tietover het licht der zon in de boomen of de immense rust en wijdheid van den nachtelijken sterren hemelJa, dan is het kampeeren op zich zelf eigenlijk niet eens meer het doel; het is het middel om geheel één te zijn met de na tuur. En hier uit kan dus ook de gevolgtrek king gemaakt worden, dat men kampeert om een tijdlang de min of meer gevoelde opge schroefdheid van het dagelijksch leven af te kunnen leggen. om zich te bezinnen op het groote wonder van een ontluikend bloemetje, Dit alles geldt voor de geestelijke waardee ring. Indien je van nature gezond bent, kan het buitenleven ook slechts het lichaam ten goede komen. Het is uitstekend voor de spieren eens een tijdje niet zoo zacht te lig gen 's nachts, het stroobed went trouwens gauw genoeg! Het is zeer goed met donker in de veeren (in het stroo?!) te liggen en op te staan wanneer de zon boven den horizon komt gluren. Het is prachtig een paar weken niets aan frissche lucht in te ademen en zon op je huid te hebben. Kampeeren is gezond. Maardit geldt alleen wanneer men bepaalde dingen in acht neemt. Indien men een aartsluiaard is, kan men beter niet gaan kampeeren, want dan komt men er toe weinig zorg aan het eten te besteden. Blikgroenten zijn erg gemakkelijk nu en dan. regelmatig gebruik is echter abso luut verkeerd. 'Nu noemen we nog niet eens de luiaards, die denken het geheel met brood te kunnen stellen!) Ook het zich niet aan vaste tijden houden met eten werkt ongezond heid in de hand. En dan komt men er n.b. toe het kampeeren de schuld te geven, wan neer men, door al deze zorgeloosheid waar het de maag betreft, flink van streek raakt! De gezondheid eischt eveneens goede klee ding en goed kampmateriaal. Men kan zich aan al voor één twee nachten willen behel pen. op den duur kan men door bijv. onvol- cioede grondbedekking rheumatiek en andere iare dingen oploopen tenzij men een ijzeren gestel heeft of zeer gehard is. Naast de be langrijkheid van goed voedsel kampeer ma teriaal en kleeding. zijn er nog twee dingen die noodig zijn, wil een kampeertocht slagen. Men moet zich tot het werkelijk noodzakelijke kunnen beperken bij het meenemen van dingen en kleeding enmen moet in het bezit zijn van een behoorlijk humeur. Waar schijnlijk is er niemand die van zichzelf erkennen zal dat hij een slecht humeur heeft! En toch is het van groot belang bij het kampeeren geen „buitjes" mee te brengen of althans zich van te voren op dit punt on derzocht te hebben. Heusch, indien je ge wend bent met 't verkeerde been uit bed te stappen, maak je in het kamp een allertreu rigst figuur. Voor het kampleven moet men over een even wichtig humeur beschikken. Want stel dat er tegenslagen komen! Die komen soms. Regen in het kamp. IPj E Regen! Er is waarschijnlijk niets in het jL/ gewone leven hetgeen een mensch dermate op zijn humeur beproeft als regen in het kamp. En nu hangt het er maar van af hoe je hier tegenover staat: laat je oogenblikke- lijk den kop hangen, evenals de bloemen in het natte gras rond je tent, of weet je het je zelf en de anderen in de tent ook nu nog ge- noegelijk te maken met gebabbel, snoeperij tjes en spelletjes? Natuurlijk is dit niet dagen lang uit te houdeniedere raskampeerder zal wel kunnen verhalen hoe hij eens naar huis geregend is. Het komt er slechts op aan welke geestesgesteldheid je tegenover de ge beurlijkheden aanneemt. Behalve regen zijn er meer vaste kamp- ongerieven. De wind kan het je wel eens flink lastig maken bij het koken en sommige in secten verkiezen halsstarrig den kortsten weg te gaan, ook al voert deze dwars door je bord heete soepDe bordjes beelden zich soms in, wagentjes van een tobogan te zijn en Nu de zomer weer is aangebrokenzoeken tallooze kampeerders de natuur op, om daar, vrij van alles, te leven in een zelf gebouwde tent en de weldaden van het buitenleven zoo intens mogelijk te ge nieten. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want voor het kampleven van den modernen mensch komt heel wat kijken. Machteld den Hertog vertelt in een drietal prettig geschreven en door haar zelf geïllustreerde artikelen, waarvan wij hier het eerste publiceeren hoe men het meest van dit kampleven kan profitee- ren door medeneming van nuttige voor werpen enachterlating van overbo- digen ballast. schieten derhalve met je hellingafwaarts. Muggen weten juist altijd dat eene gaatje in het tentdoek te vindende kikkers in de slooten houden 's nachts een gratis concert. O ja, indien je wilt, zijn er dingen genoeg te vinden, die een buitenstaander bij het hooren alleen al ervan doen uitroepen: afgrijselijk! Waar heb je lust in! En toch, als je hier voor open staat, bieden de natuur en het kampeeren zooveel heerlijks, dat je al die ongeriefjes op den koop toe neemt. Bovendien wen je aan al deze dingen. Den eersten dag zal men waarschijnlijk om de minuut overeind springen met verwoed slaande armen en beenen, bij het zien van de mieren bij de tentNa een paar dagen tenzij je je linnen huis boven op het mierenpaleis bouwdel heb je bemerkt dat een mierenbect toch bijna niet voor komt tenzij je natuurlijk je linnen huis bovenop het mierenpaleis bouwde! En daar raken we een nieuw punt van belang: in het kamp moet je je oogen kunnen gebrui ken. Kampeeren moet geleerd worden. Hf eer zeker moet men het zien in het kamp- 'Lj leven door ervaring leeren. Vrijwel een ieder, die de eerste maal van zijn leven in een tent doorbrengt, zal zich niet al te zeer op zijn gemak voelen, al het nieuwe zal hem waarschijnlijk verwarren. Laat hij den moed niet opgeven. Als hij wat gewend is en zich niet meer voelt als een kat in een vreemd pakhuis, zal hij bemerken, welk een geweldi ge vreugde in dit simpele leven besloten ligt Maar laat hij beginnen, vóór hij er met tent en slaapzak gewapend op uit trekt, met zich zelf te toetsen op zijn humeur en zijn bereid heid om aan te pakken. Dan verzekert hij zich en de anderen een heerlijke vacantie. Een kampeerder heeft natuurlijk ook ver plichtingen tegenover de omgeving, waarin zijn tent staat. Het valt den uittrekkenden stedeling meestal moeilijk te begrijpen, dat de buitenmenschen een andere mentaliteit hebben dan zij, hoe zij weinig gesteld zijn op overdreven luidruchtigheid en dergelijke meer, vooral op de Zondagen. En waar zij zoo vriendelijk zijn toestemming tot kampopzet- ten te verleenen, daar moeten de kampeer ders toch ook een beetje rekening kunnen houden met hun gevoelens. Een goed kampeerder zorgt er verder voor. dat hij geen brand kan veroorzaken door het wegwerpen van brandende sigaretten of het stoken van vuurtjes en hij is zoo beleefd alle papieren, etensresten en ander afval te be graven, zoodat de eigenaar van het terrein wanneer hij na het vertrek van zijn gasten eens komt kijken, niet behoeft te denken op een vuilnisbelt verdwaald te zijn! Bij elkaar lijkt het dus of de kampeerder een ideaal mensch moet zijn, voor hij er op uit trekt! Stel dat ideale menschen tot de mogelijkheden behooren (waarschijnlijk zou den zij eerder „onmogelijk" zijn), een kampeerder behoeft daar heusch niet naar te streven. Het gaat er maar om dat hij zich zelf openstelt voor hij op reis gaat. Open voor de schoonheid der natuur, open voor de be langen van zijn medemenschen en open om flink op te treden, aan te pakken waar dat noodig mocht zijn. En dan zal hij geweldig veel leeren en een stuk rijker terugkeeren tot het gewone leven. Een voordeel van het kam peeren is bovendien: de geringe kosten die ermee gemoeid zijn; dat is te zeggen: indien men reeds in het bezit is van een behoorlijke uitrusting. MACHTELD DEN HERTOG. Volgende week plaatsen wij een artikel met practische wenken voor het kampeeren, op het gebied van tentkeuze, kleeding, eenige gemakkelijke, gezonde gerechten, enz. JUBILEUM J. FIEGE. Donderdag 16 Juni hoopt de heer J. Fiege den dag te herdenken dat hij 25 jaar geleden benoemd werd tot besteller bij de P. T. T. Van dezen tijd was de jubilaris vele jaren waar nemend hoofdbesteller en gedurende eenige jaren secretaris van de Woningbouwvereeni- ging „De Voorzorg", in welke functies hij zich vele vrienden heeft verworven. (Adv. Ingez. Med.) Anthonie Donker. Onvoltooide symphonie. Arnhem, Van Loghum Slaterus. Hcnriette Roland Holst- van der Schalk. Keur uit de gedichten, verzameld en ingeleid door S. A. Jansen Baelde. 2e druk. R'dam Brusse. Annie de Hoog Nooy. Silhouetten levensliederen en gedichten, Am sterdam Albert de Lange. Enkele gedichtenbundels liggen al enkele weken rustig bij elkaar op een aankondiging te wachten. Wij kijken er zoo nu en dan naar met een zekere bedeesdheid. Wij stellen het graag nog eventjes uit, er aan te begin nen. Gedichten zijn zulke vreemde dingen. Ze kunnen soms ontroeren maar even vaak iemand aan het lachen maken. Als het bij voorbeeld volmaakt onbegrijpelijk is waarom een schrijver zich al die moeite van vorm gebondenheid en rijmzoekerij getroost, als hetgeen hij vertelt in goed verzorgd proza beter tot zijn recht zou komen. Het is met dichters en gedichten al onge veer als met schilders en schilderijen: er zijn er meer die er op gelijken, dan die het wer kelijk zijn. En tusschen die twee groepen zijn weer zooveel nuances mogelijk, dat het schif ten en ordenen wel heel moeilijk wordt. Over Anthonie Donker's dichterschap be staat geen twijfel. Bij zijn debuut reeds ging hij met den Domprijs voor Poëzie strijken, een onderscheiding die hem door de andere dichters van zijn generatie en die zijn critisch en lastig niet betwist werd. Ook in ons blad is zijn groote roman ..Scha duw der Bergen" zeer waardeerend bespro ken, maar voor zeer velen is Donker als dichter nog belangrijker dan als prozaïst. Wij wagen het niet daarin te beslissen, maar zeer zeker is de sonnettenreeks, die hij pas als onvoltooide symphonie publiceerde, weer een dichtwerk van beteekenis. In de eerste plaats al. omdat de dichtvorm hier volkomen door den inhoud, de telkens van aspect wisselende leegte, ontstaan door een verloren gegane liefde, gemotiveerd is. Het in beeldende taal omgieten van gevoelens en gewaarwordingen, door die al of niet per soonlijke ervaring ondergaan, vereischt den bezonken, gebonden vorm. althans wordt daardoor beter gediend dan voor een hoe mooi ook geschreven prozastuk, waaraan een onvermijdelijke nuchterheid zou kunnen schaden. Hoe gemakkelijk de broze stemming zelfs van den dichter verbroken wordt, zou men met een enkele regel uit dit gedicht kun nen bewijzen waar woorden plots een wen ding nemen die ze uit den toon doet vallen. Die toon is die eener verkropte droefenis, die zich achter hardheid verschuilen wil: „Zorg dat gij nooit om iets, om iemand treurt. „Ga tot de grens der kwetsbaarheid, niet nader". Maar dat gelukt den dichter immers nim mer volkomen. Wat verder dicht hij: „Liefde begint weer als men afscheid neemt" En hij zal zich tenslotte moedig te weer stellen: „Probeer de scheuren maar niet meer te krammen En weet het eens voor altijd, stuk is stuk. En schrijnt de pijn van het doorboord geluk Te diep, zeg dat het striemen zijn en schrammen". Donker's onvoltooide symphonie is een mooi gedicht. Een kleine, volstrekt niet on gewone tragedie van den geest, waarvan een rijp man zich, al schrijvend, bevrijdt. De keur uit de gedichten van Henriëtte Roland Holst, in tweeden druk, vermeerderd verschenen, bewijst dat men althans deze waar lij ke dichteres voldoende leest. Zoo er gens. dan ervaart men juist bij deze schrijf ster dat verstechniek en vormgelegenheid te verwaarloozen factoren zijn, wanneer het geen rhytmisch tot uiting kwam zoo regel recht uit het hart zijn weg naar de men schen zoekt. De groote innerlijke bewogen heid dezer schrijfster verleent haar werk die kracht tot ontroeren, waarbij alle prosodische vrijheden veroorloofd zijn. Die bovendien meer in de hoorspelen enz. dan in de lyriek zouden kunnen aangewezen worden en dan nog van geen beteekeniss zijn omdat even als een schilder als Van Gogh soms zijn eigen techniek vond. een dichteres als mevr. Holst de hare mag vormen naar welbehagen. De inleiding tot deze bloemlezing lijkt ons zeer geslaagd, omdat ze in beknopten en toch overzichtelijken vorm de evoluties van den geest der dichteres schetst, en op die wijze werkelijk tot het imposante oeuvre dezer Hollandsche vrouw inleidt. Voor wie er reeds Vreeseftjk eenvoudig: 'nV-vormig verkeers bord beteekent, dat u 'n Voorrangsweg nadert, waarop het verkeer voorrang heeft, onverschillig of bet voor u van links of von rechts komt. Let op de V-borden: 't is voor uw eigen veiligheid! meer mede vertrouwd waren bestaat er trou wens en dat zal hun bekend zijn vol doende uitvoeriger litteratuur over. Mevrouw Annie De Hoog-Nooy moet in dit dit toevallige trio wel met een zeer beschei den plaats genoegen nemen. Haar gedichten behooren ln een ander loket van onze lit teraire brandkast. Een zekere mate van lieve hartelijkheid zal men dezen uitingen niet willen ontzeggen, de maat is nergens kapot en het rijm staat op zijn plaats. Bovendien heeft men telkens neiging, voor een goeden ouden bekende eerbiedig den hoed te lichten. Zoo voor ons zeventiend' eeuwsch „Colom- bijntje', zalig keindje" als we bij mevr. De Hoog lezen: „Wiegekindje, zeg. wat vind je" of wanneer we Frederik van Eeden's „Mij is gemeenzaam, wie even eenzaam" meenen te herkennen in „We zijn niet eenzaam zoolang gemeenzaam" enz. Wij mochten hier eeni gen tijd geleden een prozawerk dezer schrijf ster bespreken, dat ons verdienstelijker voor kwam dan deze dichtkundigheden, welke die van Clinge Doorenbos slechts in geringe mate overtreffen Diet Kramer. Karakters en ge beurtenissen. A'dam Uitg. Mij. Holland. Van de begaafde schrijfster van „Begin" en ..De Bikkel" hebben wij pas „Roeland Westwoud" besproken. Nu bieden haar uit gevers ons een bundel met vijf korte verha len aan die blijkbaar tusschen 1929 en '35 geschreven zijn en waarvan de drie middel ste episodes uit het kinderleven behandelen, de eerste en de laatste juist vaak tragische accenten in het leven van oudere menschen belichten. Alle verhalen hebben de verdien ste op grondige wijze zoowel van de jeugd als van den ouderdom passende karakteris tiek te geven en al schijnen de gegevens niet absoluut nieuw, ik zou toch de verhalen over de ouderen om hun toon prefereeren. Niet dat de andere drie zooveel minder zijn. doch een stille ontroering als de schrijfster ons in „Laatste Kerstfeest" bezorgt, maakt dat ver haal wel tot iets heel bijzonders. Het eerste gegeven, dat van den ouden blinden vader die op zijn verjaardag een brief van zijn zoon verwacht, maar die uitblijft en vervangen wordt door een gefingeerden brief, dien de oude mama voor haar man in elkaar zet is misschien wel al eens meer. met kleine variatie, behandeld. Maar Diet Kramer deed het toch wel heel fijntjes en de woordloozc overgangen in de aandoeningen van den ouden man, eerst de onzekerheid of er een brief zou zijn, dan de vreugde dat er een is. daarna de twijfel aan de echtheid, die in zekerheid overgaat, om tenslotte te berusten in een alles opvangende liefde voor zijn vrouw, die hem wilde sparendat alles is, gelijjc reeds gezegd, heel fijntjes uitgeplozen' en weer saamgesteld Diet Kramer bewijst ook in deze korte verhalen, een uitmuntend vertelster te zijn. L H. DE BOIS. rZi| KunriEn. OP Hun UUWEPEn T3U3TEn? WANT Zl| IS EST E LD EN TtOEft DE LAAGST* XOM6f3PRl|ZCr< kolEM mj: TELEFOON 10212. (Adv. Ingez. Med.) Nationale Burgerwacht-Landdag. Het instituut van de Burgerwacht bestaat 20 jaar. Op Zaterdag 18 Juni 1938 zal, in ver band met het 20-jarig bestaan van het Burgerwacht-Instituut op Ypenburg (Rijs wijk) een groote Nationale Burgerwacht- Landdag worden gehouden. De Burgerwacht afdeelingen zullen naar het landdagterrein, het vliegveld „Ypenburg" opmarcheeren. De opening zal om 14.30 uur geschieden. De nationale vlag wordt dan geheschen. Het ope ningswoord wordt door den bondsvoorzitter Jhr. mr. C. J. A. den Tex gesproken. Daarna wordt een vaandelgroet gebracht door vaan dels en fanions der Burgewachten. De minister van binnenlandsche zaken H. van Boeyen, zal vervolgens een toespraak houden. Dan wordt een demonstratie gegeven be staande uit: gesloten exercitiën, stilstaande en marcheerende; voorbereidende schietoefe ningen, zonder gebruik van patronen en gymnastiek met het geweer. Voor 1, evenals voor 2 en 3 tezamen word een tijd van 10 mi nuten beschikbaar gesteld. Aan deze demon stratie wordt deelgenomen door de burger wachten Alphen a.d. Rijn, Barneveld, Delft, Gendringen, 's-Gravenhage, Helmond, Lei- dene, De Lier, Rotterdam, Voorburg (Z.H.), Bloemendaal, Nieuwer-Amstel, Utrecht en Zwolle. Voorts worden verschillende oefeningen tegelijkertijd gehouden, o.a. seinen, scher men, colonne geweer, E.H.B.O., vrije gym nastische oefeningen en wat de Burgerwach ten in dien geest gaarne zelf wenschen te demons treeren. Een toespraak van pater Borromeus de Greeve O.F.M. volgt. Na een demonstratie van vendelzwaaien komt de sluitingsrede. Aan het défilé kan worden deelgenomen door: geüniformeerde gewapende Burger- wachtafdeelingen, geüniformeerde ongewa pende, niet-geuniformeerde gewapende en niet-geuniformeerde ongewapende afdeelin gen. Bevordering: Met ingang van 31 Mei 1938 werd bevorderd tot Hopman bij de Bewa- kingsafdeeling, de Ploegcommandant L. Lam. OLIESTOOKINRICHTING. - NATUURLIJK VAN m ADR. STOOPPLEIN 24 (Adv. Ingez. Med.) Het Neelerlandsche Roode Kruis. Prinses Juliana aanwezig op dc jaar vergadering te Bergen op Zoom. In dc sociëteit Thalia" te Bergen op Zoom heeft 't Nederlanudsche Roode Kruis Vrijdag zijn jaarlijksche algemeene vergadering ge houden. onder voorzitterschap van H. K. H. Prinses Juliana. De Prinses opende de vergadering, waarbij zij welkomstwoorden sprak en verzocht daar na den eersten onder-voorzitter de leiding der vergadering te willen overnemen. De eerste onder-voorzitter mr. W. J. baron van Lijnden, stelde daarop voor een tele gram van hulde en verknochtheid te richten aan H. M. de Koningin (applaus). Aan het jaarverslag ontleenen wij het vol gende: Het aantal transportcolonnes beweegt zich nog steeds in stijgende lijn. Nadat in het begin van Februari 1937 over eerste hulp bij ongelukken langs de verkeers wegen het overleg had plaatsgevonden met de verkeersbonden, werd het plan tot uitbrei ding van het postennet met een 200-tal nieu we posten aan den minister van waterstaat voorgelegd. De minister hechtte daaraan zijn goedkeuring en het in uitzicht gestelde be drag van f 30.000 uit het voordcelig saldo van het centraal bureau voor de afgifte van be wijsstukken van rijvaardigheid kwam ter be- schikkinig van het hoofdbestuur ter uitvoe ring van het omvangrijke project. Met vol doening kon aan het einde van het verslag jaar worden geconstateerd, dat het geheele werk zoo goed als voltooid was en Nederland daarmee in het bezit van een net van hulp posten is, dat aan de meeste andere landen ten voorbeeld kan strekken. Door het houden van lezingen, het beleg gen van groote vergaderingen en het voeren van besprekingen is krachtige propaganda gevoerd tot uitbreiding van het aantal Roode Kruis bloedtransfusiediensten. Aan 39 afdee lingen is thans zulk een dienst verbonden. Het aantal donors steeg van 1290 tot 1800. In het algemeen moet de opmerking wor den gemaakt, dat de medewerking van de af deelingen nog niet is wat zij in het belang van dezen tak van dienst behoorde te zijn. Moge de toekomst daarin spoedig verbetering brengen. Na de verdere behandeling der agenda punten werden de deelnemers door het ge meentebestuur van Bergen op Zoom op het stadhuis ontvangen, waar zij werden toege sproken door den burgemeester, mr. drs. P. A. F. Blom. Prinses Juliana heeft de rede van den burgemeester beantwoord.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 13