Mi De uitbreiding van Heemstede Vergadering van Haarlemsche kleinhandelaren. Steradent Vergadering Kamer van Koophandel. WOENSDAG 1? JUNI 1938 HAARLEM'S DAGBLAD 7 Elk jaar worden voldoende nieuwe woningen gebouwd. ALHOEWEL hier ter plaatse op ver schillende gedeelten der ge meente momenteel gebouwd wordt, lijikt het toch niets meer op cle groote bedrijvigheid in de bouw vakken die er heersohte direct na den grooten oorlog en die na enkele jaren haar hoogtepunt bereikte, om daarna geleidelijk te verminderen en tenslotte de laatste jaren in vertraagd tempo voortging. Al liet het zich aanzien, dat nog korten tijd geleden, de actie der hypotheekbanken om geen geld voor hypotheken meer beschikbaar te stellen, de geheele woningbouw over al dreigde stop te zetten, toch is van deze actie in Heemstede weinig be merkt en is het vrijwel alleen de algemeene economische toestand, die het vertraagd tempo op haar ge weten schijnt te hebben. Maar het minder bouwen te Heemstede is niet verontrustend, want zooals uit de offici- eele gegevens van Bouw- en Woningtoezicht blijkt, is er b.v. in 1937 nog zéér behoorlijk gebouwd en merkwaardig is Ihet wel, dat in dat jaar het aantal voltooide woningen over eenkwam imet het aantal hier gevestigde ge zinnen in dat jaar; de noodzakelijke speling van leegstaande woningen bleef dus ongeveer hetzelfde als van de voorgaande jaren en bedraagt nog steeds een normaal percentage. Gezien de gestadige bevolkings-toeneming van Heemstede en de grootte der gemeente, zooals zij heden is, zal volgens de ons ver strekte inlichtingen ongeveer in het jaar 2000 het maximum aantal inwoners bereikt zijn, dat Heemstede zul kunnen bergen. Hierbij is dan aangenomen, dat in de komende 50 jaren ongeveer 25% minder gebouwd wordt per jaar dan het gemiddelde van de laatste 20 jaren. Bij het bepalen van bovenstaande globale percentages is men o.i. zéér terecht van de veronderstelling uitgegaan, dat Heemstede altijd haar aantrekkingskracht zal blijven uitoefenen als woonplaats voor een categorie welgestelde forensen; zelfs indien er de be- lastingvoordeelen zouden verminderen. Hier toch heeft men een geheel vrije woning voor een zelfde huurprijs, waarvoor men in de groote steden slechts een woonverdieping heeft, zoodat zij die vrij zijn in de keuze van woonplaats, de voordeelen van het buiten en ruimer wonen gaarne ruilen voor de enkele bezwaren, die het „forens" zijn met zich mee brengt. Kenmerkend voor Heemstede is het, dat meestal op verschillende punten der gemeente wordt gebouwd en de huizen ook in den regel spoedig worden bewoond. Dit vindt natuurlijk zijn oorzaak daarin, dat achtereenvolgens dié gedeelten in exploi tatie zijn en nog wonden gebracht, die uit een bouw-strategisch oogpunt de meeste kansen geven op een spoedige bewoning, door het aanwezig zijn van goede spoor- en tram- of bus verbindingen. Hoe spoedig was niet de om geving van het station aan de Zandvoortsche laan bebouwd en bewoond, toen dat station daar eenmaal gesticht was. Eveneens was dit het geval met al die gedeelten die door tram UW KUNSTGEBIT wordt als nieuw door dagelijlcsche behandeling met Door 10.000 tandartsen aanbevolen (Adv. Ingez. Med.) of bus verbonden zijn, of daar vlak bij liggen. Het Bronsteepark, dat feitelijk een beetje ver van deze verbinding af lag', ondervond dat be zwaar terdege gedurende langen tijd, maar momenteel in het aantal daar on ver huurde woningen zeer gering en blijken andere voor deelen die aan het daar wonen zijn verbon den, wel tegen dat bezwaar op te wegen. Zonder goede verbinding is thans feitelijk alleen het complex aan den Heerenweg, de z.g. rivierenbuurt: Rijnstraat, enz. Ook het in aanbouw zijnde gedeelte aan de Hugo de Grootlaan kan nog niet op een goede verbin ding bogen, maar zoodra het achtergelegen gedeelte daarvan bebouwd wordt, krijgt dat een kwakel over de Leidsche Vaart en is de verbinding met het Station aan de Zand voortsche laan tot stand gebracht. Zoo ondergaat Heemstede in een thans rus tig tempo haar uitbreiding en onwillekeurig vraagt men zich af, wat of er eigenlijk van het natuurschoon in de toekomst zal overblij ven, gezien de steeds toenemende bebouwing. Dat lang niet alles zal verdwijnen staat nu reeds vast; we denken hierbij direct aan het mooie wandelbosch Groenendaal dat niet aan zijn bestemming kan onttrokken worden en bovendien de onder de beschermde natuur monumenten vallende buitenplaatsen Eiken rode. Huize te Manpad, Hertenduin, Dennen heuvel, Meer en Berg, Boschbeek, Kennemer- duin, Kennemeroord, Berkenrode, Oud-Berken rode en nog enkele andere, Hoe of het met de buitenplaats Meer en Berg zal gaan is nog steeds een vraag waar voor elk rechtgeaard Heemstedenaar zich in teresseert. Liefst bonden we 't zien bijgetrok ken als wandelbosch aan Groenendaal maar of dit ooit werkelijkheid zal worden is een open vraag. Vast staat, dat volgens het hui dige uitbreidingsplan een gedeelte ervan kan bebouwd worden, maar die bebouwing is dan toch ook wel zóó ruim gehouden, dat bij een goede verzorging der architectuur van de ge projecteerde villa's, dit geen schade behoeft te beteekenen voor het geheel. Mooier zou het natuurlijk zijn, indien het geheel in onge schonden toestand zou kunnen blijven en ook het daarin^staande fraaie heerenhuis een bestemming' kreeg. Wat zou dit niet een prachtige gelegenheid zijn als rustoord voor ouden van dagen of als herstellingsoord. Het zou ook een ideaal oord kunnen zijn voor een strandbad, mits men het in een beschaafde sfeer wist te houden. Hoe zal de bebouwing zijn? Gezien het reeds aangehaalde betoog, dat over ongeveer 60 jar Heemstede volgebouwd zal zijn, is het natuurlijk een belangrijke fac tor, hoe het dan bebouwd zal zijn en daarom is het wel interessant om na te gaan, wat of nu reeds het uitbreidingsplan daarvan aangeeft In 1912 is dat plan voor de geheele gemeente vastgesteld en is vooral voor de gedeelten, waarvan men toen kon verwachten, dat ze 1 de eerste 40 jaren niet zouden worden be bouwd, zéér ruim opgevat. Dat is zéér goed gezien want het bood in elk geval gelegen heid, om telkens zonder veel moeilijkheden, wijzigingen aan te brengen, naar gelang de omstandigheden dat vereischten. Een goed uitbreidingsplan moet eigenlijk meer als een handleiding beschouwd worden, dat de groote lijnen aangeeft en dat zoodra een gedeelte rijp is voor uitvoering, in details nader be paald wordt. En ook bij het vastleggen der groote lijnen moet er op eenige soepelheid in de uitvoering gerekend worden. Want wie had bijv. in 1912 he groote eischen kunnen voor zien welke heden gesteld worden aan den wegenaanleg, zoowel wat breedte-afmetingen betreft als richting en juiste plaats. Men kon toen nog niet geheel voox'zien, dat het uit breidingsplan van een gemeente slechts een onderdeel zou vormen van een streekplan (hier bijv. het streekplan van Kennemerland) en dit weer een onderdeel van het Nationale plan, waarin primaire en secundaire wegen factoren zijn, die het geheel' beheerschen en waaraan thans de gemeentelijke uitbrei dingsplannen zich hebben aan te passen vol gens de zich in den loop der jaren gevormde inzichten. Veel „groenstrooken". Tlfans reeds begint er duidelijk teekening te kómen in het typische beeld dat Heem stede in de toekomst zal bieden. De gedeelten welke meer of minder intensief bebouwd zijn, worden afgewisseld door onbebouwde gedeel ten, plantsoen, park, weiland, bosch, welke men nader aanduidt als .groenstrooken". Geeft het oorspronkelijk uitbreidingsplan daarvoor reeds het principe aan, het is thans mogelijk door herzieningen dat idee gelei delijk meer te ontwikkelen, juist naar gelang de omstandigheden dat eischen. Niet steeds heeft men op het juiste mo ment dat principe doorgevoerd of kunnen doorvoeren, want ware dat het geval geweest, dan zou b.v. de Indische buurt zeker niet zijn gebouwd in den huidigen vorm, alhoewel als verontschuldiging toch wel zal moeten gel den, dat de 'toenmaals heerschende woning nood wel meerdere mislukkingen in den lande op zijn geweten heeft. In elk geval gaat men nu méér systema tisch te werk en kunnen we constateer en, dat in het algemeen de bebouwingscoëffi- cient kleiner wordt ten opzichte van de bouw terreinen, niettegenstaande men de bebou wing thans meer doelbewust concentreert. En dit laatste is hiet alleen om meer open ruimte te sparen, maar ook omdat de pu blieke dienst steeds meer ruimte vraagt voor wegen, parken, plantsoenen, sportterreinen kinderspeelplaatsen, begraafplaatsen, enz. Van de noodzakelijkheid en het nut van al deze zaken is men de laatste jaren steeds meer en meer overtuigd geworden en het is inderdaad welbesteed geld wat hieraan is en wordt uitgegeven. Vroeger had men daar in het algemeen geen geld voor over en daar aan zijn dan ook die troostelooze, dichtbe bouwde wijken aan te wijten, zonder eenig plantsoen of grasveld. Dank zij echter de mogelijkheid tot herzie ning der uitbreidingsplannen, bestaat de mo gelijkheid dergelijke euvelen te voorkomen en kan men, naargelang de stedebouwkun- dige inzichten groeien, de plannen hiernaar regelen, terwijl ook omstandigheden een groote rol kunnen spelen bij het bepalen der herzieningen. Men mag verwachten, dat niet uit'het oog verloren zal worden dat het behoud van een breede groenstrook langs het Spaarne aan vaar-d zal moeten worden, als respect voor datgene wat een dergelijke breede stroom aan schoons op zich zelf reeds biedt en waar in het uiterste geval slechts een enkele villa of landhuis, maar dan ook werkelijk passend in het landschap, getolereerd kan worden, mogelijk juist ter accentuatie van dat land schap. Denken we ons verder die groenstrook door langs de Ringvaart, aansluitend aan de Sportparken en doorgaand tot de grens van Bennebroek, hier en daar met uitloopers zoo als Groenendaal, Meer en Berg en andere buitenplaatsen, welke niet of met een zeer open bebouwing zijn aangegeven, en welke weer tevens doorgaande groenstrooken vor men met de open te laten gedeelten gelegen aan de Westzijde van den Heerenweg. dan kan, bij een Zorgvuldig afstemmen der be bouwing en het reserveeren van groenstroo ken langs de Leidsche Vaart -toch in de toe komst een geheel verkregen worden, den toets zal kunnen weerstaan en waarbij dan tevens rekening is gehouden met de practi- sche mogelijkheden. Geldt bovenstaande in hoofdzaak voor de begrenzing der Gemeente, ook de meer centrale gedeelten zullen bij na dere beschouwing, het resultaat van een wel overwogen plan blijken te zijn. Men moet er maar eens de aandacht aan schenken, hoe vooral de laatste jaren moeite is gedaan om toch vooral te woekeren met het mooie, dat een vaart, sloot of waterpartij in het bebouwingsbeeld ons bieden kan. Om dit door den aanleg van plantsoenen en gras- partijen zoo voordeelig mogelijk te doen uit komen, is waarlijk geen geringe verdienste van hen, die met het maken der plannen en met de uitvoering daarvan, belast zijn. De heer J. J. Swens over de werk-objecten in Haarlem. Dinsdagavond kwam de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Haarlem en Om streken in openbare vergadering bijeen on der leiding van den voorzitter, den heer J. J. Swens. Ir. F. C. Dufour gehuldigd. De Voorzitter herinnerde aan het be langrijke besluit van ir. F. C. Dufour, om af te treden als directeur van de Haarlemsche Machinefabriek voorheen Figee. „De heer Du four is 42y2 jaar bij deze firma werkzaam ge weest, waarvan 37 jaar als directeur. Het is dus te begrijpen, dat iemand zulk een besluit niet neemt zonder rijpe overpeinzing en zorg vuldige overweging. Gij hebt met veel energie; nauwgezetheid en kennis de zaken geleid. Wij verheugen ons in het succes, dat u geoogst hebt. En voor u moet het een aangename ge dachte zijn, te weten dat u de zaak goed achterlaat. We hopen dat u nog vele jaren moogt genieten vanneen, niet van uw rust, want die kent ge niet. Laat ik dus zeg gen van de veranderde levenswijze, die van uw besluit het gevolg is. Ook hopen we, dat u nog vele jaren het lidmaatschap van de Kamer mag bekleeden". (Applaus). Eenige ingekomen stukken werden voor kennisgeving aangenomen. De werk-objecten In Haarlem. Den Voorzitter deed het een genoegen, te kunnen mededeelen, dat de omlegging van de Oostsingelgracht, de verbetering van den Ouden Weg, zoomede het doen uitvoeren van drie zeer belangrijke werkverschaffingsobjec- ten, binnen afzienbaren tijd een feit zullen worden. Vooral de omlegging van de zoo juist ge noemde gracht en de verbetering van den Ouden Weg zijn uit den aard der zaak van buitengewoon groot belang. Zij toch schep pen de mogelijkheid om de reeds begonnen onderhandelingen met bepaalde industrie- bedrijven over het vestigen in Haarlem voort te zetten, waarbij de leiders dezer bedrijven attent gemaakt kunnen worden op de voor treffelijke ligging van de industrie-terreinen en op de zekerheid, dat de besprekingen van overheidswege thans in een dusdanig stadium zijn gekomen, dat de totstandkoming van het haven- en industrieterrein als zeker be schouwd kan worden. Spreker voegde er aan toe, dat de onderhandelingen inzake de ver betering van het groote verkeer in de onmid dellijke omgeving van Haarlem op zeer toe te juichen wijze verloopen, waardoor vooral de nauwe binnenstad te zijner tijd verlost zal worden van het zoo moeilijk te verwerken snelverkeer, waarmede ongetwijfeld het be lang van onze stad zal worden gediend. Subsidies. Het Bureau stelde voor, niet te voldoen aan het verzoek om subsidie van: de Liedertafel „Haarlem's Zanggenot"; van de Internationa le Vereeniging voor financieel en fiscaal recht te 's-Gravenhage; van de Nederlandsche Ver eeniging van Gieterij technici te Amsterdam. Een subsidie van f 50 werd verleend aan het Nationaal Bureau voor onderwijs op eco- nomischen grondslag te Amsterdam: van f 25 aan het Onderwijsfonds voor de Scheep vaart te Amsterdam, en van 10 (bestemd voor een medaille) aan de Vereeniging Voor uit te Hoofddorp. De heer De Breuk merkte op, dat hoewel het pas half Juni is, het bedrag bij de begroo ting voor subsidies vastgesteld, nu reeds is overschreden. Dit kan het gevolg hebben, dat andere subsidie-aanvragers, die bijvoorbeeld in September ook voor een nuttig doel bij de Kamer komen, met een minder vriendelijk oog zullen worden bekeken. Die zouden dus wel eens teleurgesteld kunnen worden. Daar om vroeg spreker, in het begin van het jaar wat zuiniger met het verleenen van subsidies te willen zijn. De Voorzitter antwoordde, dat het hier meestal subsidies voor het volgend jaar be treft. Het verleenen van subsidies is altijd een precair punt. waarover wel eens wrijving ont staat. Het is vaak moeilijk om een verzoek om subsidie botweg af te wijzen. Het ligt echter in de bedoeling van het Bureau, te trachten met het verleenen van subsidies binnen het raam van de begrooting te blijven. De heer De Breuk dankte voor deze toe zegging. Goedgekeurd werd een verzonden brief aan de Tweede Kamer betreffende de Omzetbe- lastingwet: concept-brief aan den Minister van Waterstaat betreffende de tunnelverbin ding te Velsen; concept-brief aan den minis ter van Economische Zaken betreffende den export van bloembollen; concept-brief aan B en W. van Haarlem betreffende opleiding voor het Middenstandsdiploma Handelskennis concept-brief aan de directie der Nederland sche Spoorwegen inzake de treinaansluiting Hoek van Holland-Alkmaar. De heer De Breuk achtte de klacht van een inwoner van Beverwijk wel wat overdre ven. De kwestie van negentien minuten latei- pas in Beverwijk te kunnen arriveeren achtte spreker niet belangrijk genoeg om er een adres voor aan de directie van de Spoorwegen te richten. De Voorzitter antwoordde, dat aan het Bureau geadviseerd was, het toch maar te probeeren en dat de kans bestond dat het ver zoek zou worden ingewilligd. Men zal dus het antwoord maar afwachten Rondvraag. De heer TedingvanBerkhout ves tigde de aandacht op het belang, dat ook Haarlem bij het behoud van Schiphol heeft. Hij zou in overweging willen geven, het adres van de Amsterdamsche Kamer van Koophan del tot de regeering te steunen. De Voorzitter antwoordde, dat hij over deze aangelegenheid in besloten zitting het een en ander zou mededeelen. De heer Hooy vroeg of het niet mogelijk is. dat het Borgstellingsfonds voor Kennemer land niet wat meer helpend kan optreden. De financieele toestand laat het volgens hem toe en zoo kan het fonds zijn waardig werk voort zetten. Mr. Ver heus, de adjunct-secretaris, merkte op, dat de regeering dat verbiedt. Er mag alleen op zakelijkheid gelet worden. Uit breiding naar de zijde van liefdadigheid mag niet plaats hebben. Daar heeft het fonds de bevoegdheid niet toe en daar zijn andere in stellingen voor. De heer Hooy vond, dat men wel wat heel voorzichtig is. Hij vroeg of het niet mogelijk was, wat soeper op te treden, of anders aan de regeering te vragen, de voorschriften wat soepeler te maken. De heer Klein Schiphorst deed als penningmeester van het fonds eenige mede- deelingen. Het Borgstellingsfonds mag geen verlengstuk van Maatschappelijk Hulpbetoon worden. Alleen middenstanders mogen gehol pen worden. Iemand die 100 vraagt om met een negotie te beginnen is geen middenstan der. Zoo kweekt men juist concurrenten. Er is getracht menschen te helpen, die het waard zijn. Spreker kan geen andere houding aan nemen. De heer Mathot onderstreepte volkomen het betoog van den heer Klein Schiphorst. Spreker acht het heel goed, dat een nauw keurige selectie toegepast wordt. De heer Hooij erkende, van de practïjk van het fonds niet op de hoogte te zijn. maar hoopte toch, dat het zoo soepel mogelijk zou worden. Hierna ging de Kamer in geheime zitting, 1 De nieuwe, „overvette" Rinso wordt door alle vooraanstaande wasmachinefabrikanten aanbevolen voor het gebruik in huri machines. Eén pak Rin op 30 liter water geeft een onge lofelijke hoeveelheid sop. En door het bijzonder hogi gehalte is het Rinso sop zo volmaakt reinigend, dat wasgoed een ongekende helderheid krijgt en U, na witte goed, ook nog het gekleurde goed in hetzelfde so| prachtig schoon wast. De nieuwe Rinso is werkelijk een wonder van doelmatigheid en zuinigheid! En nii alleen in elke wasmachine, maar ook in elke tobbe Bovendien op elk pak een bon voor fraaie geschenken. „OVERVETTE" RINSO. SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE R 40-0309 (Adv. Ingez. Med.) Sterke organisatie is thans dringend gewenscht. Wettelijke regeling voor markt- en straathandel binnenkort te wachten, - IDDENSTANDERS organi seert u. Dat was naast de verschillende onderwerpen, het hoofdmotief van de drie sprekers die gisteravond in ge bouw St. Bavo het woord voerden op een bijeenkomst die belegd was door organisaties van Haarlemsche klein handelaren op velerlei gebied. Na de opening door den heer A. Vermeer, besprak allereerst de heer H. Zoutendijk het onderwerp: de wettelijke regeling van den markt- en straathandel. Nu de minister van Economische Zaken bekend heeft gemaakt dat binnenkort een wettelijke regeling der markt en straathan delaren te wachten is. is het nuttig om zich af te vragen waarvoor een dergelijke x-ege ling door de betrokkenen is gevraagd. Hiertoe hebben twee redenen aanleiding gegeven; men hoopt daardoor een einde te maken aan het te gi-oote aantal van marktkooplieden dat door de crisis sterk toegenomen is en verder om een goede uitvoering van de ves tigingswet op het kleinbedrijf mogelijk te maken. t Door vele gemeenten is getracht door ventverordeningen het aantal straatventers en kooplieden te beperken, doch veel succes is hiermede niet bex-eikt. Nooit kan de vestigingswet op het klein' bedrijf in werking gesteld worden voor het groenten- en het vischbedrijf. Deze bedrijven zijn namelijk voor ongeveer 90 pet. op den straathandel aangewezen en alleen het kleine percentage van handelaren die uitsluitend op den winfeel ver koop zijn aangewezen zouden hierdoor worden getroffen. Toch is ook een wettelijke regeling van den markt- en straat handel noodig. Het uitoefenen van het be drijf van marktkoopman of venter zou ver boden moeten zijn zonder een erkenningsbe- wijs van den minister. De leeftijdsgrens zou hier op 18 jaar gesteld moeten worden, ook warenkennis zal men echter moeten eischen. Verder "zouden zij, die marktkoopman of venter willen worden over eenig kapitaal moeten kunnen beschikken. Als dan nog het behoefte-element wordt ingeschakeld kan een goede en doeltreffende regeling tot stand komen. De gemeenten zullen verplicht moeten wor den om plaatselijke verordeningen vast te stellen, die tevens het maximum aantal uit te geven verguixningen aan moeten gevexx. Alleen in Amsterdam is dat thans reeds het geval. De erkenning zal verder alleen aan klein handelaren mogen worden verstrekt waar door de huidige uitwassen zooals het uitoefe nen van den markthandel door groothande laren enz. niet meer mogelijk zullen zijn. Voor een markt is het niet noodig om een bepaald aantal vergunningen vast te stellen daar de oppervlakte hier uiteraard al beper kend werkt. Ook de eisch van warenkennis, met uitzondering van de levensmiddelen, zal aan de marktkooplieden niet gesteld kun nen worden. Er zijn in ons land momenteel 70.000 ven ters en 15.000 marktkooplieden, de komende wettelijke regeling zal dat veel te groote aan tal niet onmiddellijk sterk doen vercninde- ren. Na eenige jaren zullen echter de vruch ten van een dergelijke regeling geplukt kun nen worden. Te groot optimisme is echter niet gewenscht daar de crisis nog steeds de hoofdfactor van den tegenwoordigen slechten toestand is. De heer Zoutendijk besloot zijn rede met een krachtige aansporing tot de aanwezigen om zich te organiseeren. De heer L. Presser zette hierna uiteen dat de kleine zelfstndigen meer steun behoeven. Zonder effect en weinig doeltreffend. De ambtenaren van de maatschappelijke instellingen zijn dikwijls niet voldoende op de hoogte van de moeilijkheden van deze groepen en de hulp die wordt verleend is verre van doeltreffend. De eindelooze steunuitkeeringen blijven bi>na zonder eenig effect. Alleen Amsterdam betaalt per jaar 25 mil- lioen gulden aan maatschappelijken steun uit. Kleine winkeliers zouden tegen een laag percentage gelden uit het borgstellingsfonds moeten kunnen leenen om daardoor hun zaken intensief te kunnen voeren. In de moeilijke maanden December, Januari, Februari en Maart zou men de marktkooplieden en venters een behoorlijken bijsteun moeten verleenen en bovendien in April een handels- geld. De organisaties zouden bereid zijn om hieraan mede te werken, waardoor de steun- verleening op de Juiste wijze zal geschieden. Ook de heer Presser weer nog eens nadrukke lijk op de noodzaak om de organisaties sterk te maken. De laatste spreker de heer Tj. Reitsma be sprak de overheidsdistributie en de gevolgen hiervan voor het kleinbedrijf- Geen overheidsdistributie. De overheid moet de distributie niet zelf ter hand nemen doch heeft hier slechts een toe ziende taak. De verschillende economische moeilijkheden hebben de overheid aanleiding gegeven ook zelf als distribuant op te tre den. Aan de werkloozen werden als compensatie voor de verminderde steun goedkoope levens middelen ter beschikking gesteld. De regeling die werd getroffen is voor vele kleine zelfstandigen echter zeer nadeelig. Het gaat er hier niet om dat den werkloozen geen steun en hulp wordt gegund, doch dit moet dan op de juiste wijze geschieden. De overheid neemt thans de taak van den kleinen nering doenden over waaixloor deze in groote moei lijkheden komen. De distributie wordt, waar mogelijk, door de kleine zelfstandigen, on danks de sobere betaling zelf waargenomen om niet het contact met de klanten te ver liezen. In de rayons waar de overheid zelf lokalen van goedkoope levensmiddelen heeft in gericht vermindert het aantal klanten van de kleine winkeliers op schrikbarende wijze. De gemeente Utrecht maakt hierop een gun stige uitzondering. De voorziening van goed koope levensmiddelen geschiedt daar uitslui tend door kleine zelfstandigen. Verschillende concepten die een andere dis- triebutieregeling bevatten zijn door de lande lijke organisaties aan den minister gezonden zonder dat echter een verandering tot stand is gekomen. Er is een contact-commissie in gesteld die den Minister in deze zaak van advies moet dienen. Men begint, ook in deze commissie thans meer doordi-ongen te worden van de groote nooden van de kleine zelfstan digen en hopelijk komt dus binnenkort in de bestaande regeling een wijziging waardoor deze grief weer in de distributie wordt ingescha keld en de plaats krijgt die haar ook krach ten de historische ontwikkeling toekomt. Evenals de voorgaande sprekers zette ook de heer Reitsma nog eens het nut van een sterke organisatie uiteen. HOUTRUST - DEN HAAG 18 JUNI - 3 JULI 1938 Op 20 en 24 JUNI 's middags uitsluitend toegankelijk voor Congresleden. (Adv. Ingez. Med.) Boottrein van Hock van Holland. De aansluiting naar Beverwijk. In een brief van het Bureau der Kamer van Koophandel en Fabrieken aan de Directie der Nederlandsche Spoorwegen wordt opgemerkt, dat één der ingeschrevenen in het Handels register der Kamer, te Beverwijk wonende, de aandacht er op vestigt, dat de boottrein uit Hoek van Holland des morgens te 7.34 uur te Haarlem op het eerste perron aankomt. Precies op hetzelfde tijdstip vertrekt de trein van Haarlem naar Beverwijk, zoodat passagiers voor deze richting de aansluiting missen. Het Bureau vraagt naar aanleiding daarvan aan genoemde directie, bedoelde treinverbinding naar Beverwijk korten tijd later uit Haarlem te doen vertrekken. VEILING VEREENIGING „EENDRACHT" v/h „HET NOORDEN". GRONINGEN. Aanvoer 20.000 kippeneieren f 2.90—3.43 ier 100 stuks. Kuikeneieren f 2.763.00. Kleinhandel-prijs 80 cent per 20 stuks. Officieele ciernoteering Groningen. Groothandelprijs kipeieren f 3.20, iets hoo- g^r. Kuikeneieren f 2.75 per 100 stuks. Kleinhandelprijs 80 cent per 20, onver anderd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 11