Mi
De uitbreiding van Heemstede
Vergadering van Haarlemsche
kleinhandelaren.
Steradent
Vergadering Kamer van Koophandel.
WOENSDAG 1? JUNI 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
7
Elk jaar worden voldoende
nieuwe woningen gebouwd.
ALHOEWEL hier ter plaatse op ver
schillende gedeelten der ge
meente momenteel gebouwd
wordt, lijikt het toch niets meer op
cle groote bedrijvigheid in de bouw
vakken die er heersohte direct na den
grooten oorlog en die na enkele jaren
haar hoogtepunt bereikte, om daarna
geleidelijk te verminderen en tenslotte
de laatste jaren in vertraagd tempo
voortging. Al liet het zich aanzien,
dat nog korten tijd geleden, de actie
der hypotheekbanken om geen geld
voor hypotheken meer beschikbaar te
stellen, de geheele woningbouw over
al dreigde stop te zetten, toch is van
deze actie in Heemstede weinig be
merkt en is het vrijwel alleen de
algemeene economische toestand, die
het vertraagd tempo op haar ge
weten schijnt te hebben.
Maar het minder bouwen te Heemstede is
niet verontrustend, want zooals uit de offici-
eele gegevens van Bouw- en Woningtoezicht
blijkt, is er b.v. in 1937 nog zéér behoorlijk
gebouwd en merkwaardig is Ihet wel, dat in
dat jaar het aantal voltooide woningen over
eenkwam imet het aantal hier gevestigde ge
zinnen in dat jaar; de noodzakelijke speling
van leegstaande woningen bleef dus ongeveer
hetzelfde als van de voorgaande jaren en
bedraagt nog steeds een normaal percentage.
Gezien de gestadige bevolkings-toeneming
van Heemstede en de grootte der gemeente,
zooals zij heden is, zal volgens de ons ver
strekte inlichtingen ongeveer in het jaar 2000
het maximum aantal inwoners bereikt zijn,
dat Heemstede zul kunnen bergen. Hierbij is
dan aangenomen, dat in de komende 50 jaren
ongeveer 25% minder gebouwd wordt per jaar
dan het gemiddelde van de laatste 20 jaren.
Bij het bepalen van bovenstaande globale
percentages is men o.i. zéér terecht van de
veronderstelling uitgegaan, dat Heemstede
altijd haar aantrekkingskracht zal blijven
uitoefenen als woonplaats voor een categorie
welgestelde forensen; zelfs indien er de be-
lastingvoordeelen zouden verminderen. Hier
toch heeft men een geheel vrije woning voor
een zelfde huurprijs, waarvoor men in de
groote steden slechts een woonverdieping
heeft, zoodat zij die vrij zijn in de keuze van
woonplaats, de voordeelen van het buiten en
ruimer wonen gaarne ruilen voor de enkele
bezwaren, die het „forens" zijn met zich mee
brengt.
Kenmerkend voor Heemstede is het, dat
meestal op verschillende punten der gemeente
wordt gebouwd en de huizen ook in den regel
spoedig worden bewoond.
Dit vindt natuurlijk zijn oorzaak daarin,
dat achtereenvolgens dié gedeelten in exploi
tatie zijn en nog wonden gebracht, die uit een
bouw-strategisch oogpunt de meeste kansen
geven op een spoedige bewoning, door het
aanwezig zijn van goede spoor- en tram- of bus
verbindingen. Hoe spoedig was niet de om
geving van het station aan de Zandvoortsche
laan bebouwd en bewoond, toen dat station
daar eenmaal gesticht was. Eveneens was dit
het geval met al die gedeelten die door tram
UW KUNSTGEBIT
wordt als nieuw door dagelijlcsche
behandeling met
Door 10.000 tandartsen aanbevolen
(Adv. Ingez. Med.)
of bus verbonden zijn, of daar vlak bij liggen.
Het Bronsteepark, dat feitelijk een beetje ver
van deze verbinding af lag', ondervond dat be
zwaar terdege gedurende langen tijd, maar
momenteel in het aantal daar on ver huurde
woningen zeer gering en blijken andere voor
deelen die aan het daar wonen zijn verbon
den, wel tegen dat bezwaar op te wegen.
Zonder goede verbinding is thans feitelijk
alleen het complex aan den Heerenweg, de
z.g. rivierenbuurt: Rijnstraat, enz. Ook het in
aanbouw zijnde gedeelte aan de Hugo de
Grootlaan kan nog niet op een goede verbin
ding bogen, maar zoodra het achtergelegen
gedeelte daarvan bebouwd wordt, krijgt dat
een kwakel over de Leidsche Vaart en is de
verbinding met het Station aan de Zand
voortsche laan tot stand gebracht.
Zoo ondergaat Heemstede in een thans rus
tig tempo haar uitbreiding en onwillekeurig
vraagt men zich af, wat of er eigenlijk van
het natuurschoon in de toekomst zal overblij
ven, gezien de steeds toenemende bebouwing.
Dat lang niet alles zal verdwijnen staat nu
reeds vast; we denken hierbij direct aan het
mooie wandelbosch Groenendaal dat niet aan
zijn bestemming kan onttrokken worden en
bovendien de onder de beschermde natuur
monumenten vallende buitenplaatsen Eiken
rode. Huize te Manpad, Hertenduin, Dennen
heuvel, Meer en Berg, Boschbeek, Kennemer-
duin, Kennemeroord, Berkenrode, Oud-Berken
rode en nog enkele andere,
Hoe of het met de buitenplaats Meer en
Berg zal gaan is nog steeds een vraag waar
voor elk rechtgeaard Heemstedenaar zich in
teresseert. Liefst bonden we 't zien bijgetrok
ken als wandelbosch aan Groenendaal maar
of dit ooit werkelijkheid zal worden is een
open vraag. Vast staat, dat volgens het hui
dige uitbreidingsplan een gedeelte ervan kan
bebouwd worden, maar die bebouwing is dan
toch ook wel zóó ruim gehouden, dat bij een
goede verzorging der architectuur van de ge
projecteerde villa's, dit geen schade behoeft
te beteekenen voor het geheel. Mooier zou het
natuurlijk zijn, indien het geheel in onge
schonden toestand zou kunnen blijven en
ook het daarin^staande fraaie heerenhuis een
bestemming' kreeg. Wat zou dit niet een
prachtige gelegenheid zijn als rustoord voor
ouden van dagen of als herstellingsoord. Het
zou ook een ideaal oord kunnen zijn voor een
strandbad, mits men het in een beschaafde
sfeer wist te houden.
Hoe zal de bebouwing zijn?
Gezien het reeds aangehaalde betoog, dat
over ongeveer 60 jar Heemstede volgebouwd
zal zijn, is het natuurlijk een belangrijke fac
tor, hoe het dan bebouwd zal zijn en daarom
is het wel interessant om na te gaan, wat of nu
reeds het uitbreidingsplan daarvan aangeeft
In 1912 is dat plan voor de geheele gemeente
vastgesteld en is vooral voor de gedeelten,
waarvan men toen kon verwachten, dat ze
1 de eerste 40 jaren niet zouden worden be
bouwd, zéér ruim opgevat. Dat is zéér goed
gezien want het bood in elk geval gelegen
heid, om telkens zonder veel moeilijkheden,
wijzigingen aan te brengen, naar gelang de
omstandigheden dat vereischten. Een goed
uitbreidingsplan moet eigenlijk meer als een
handleiding beschouwd worden, dat de groote
lijnen aangeeft en dat zoodra een gedeelte
rijp is voor uitvoering, in details nader be
paald wordt. En ook bij het vastleggen der
groote lijnen moet er op eenige soepelheid in
de uitvoering gerekend worden. Want wie had
bijv. in 1912 he groote eischen kunnen voor
zien welke heden gesteld worden aan den
wegenaanleg, zoowel wat breedte-afmetingen
betreft als richting en juiste plaats. Men kon
toen nog niet geheel voox'zien, dat het uit
breidingsplan van een gemeente slechts een
onderdeel zou vormen van een streekplan
(hier bijv. het streekplan van Kennemerland)
en dit weer een onderdeel van het Nationale
plan, waarin primaire en secundaire wegen
factoren zijn, die het geheel' beheerschen
en waaraan thans de gemeentelijke uitbrei
dingsplannen zich hebben aan te passen vol
gens de zich in den loop der jaren gevormde
inzichten.
Veel „groenstrooken".
Tlfans reeds begint er duidelijk teekening
te kómen in het typische beeld dat Heem
stede in de toekomst zal bieden. De gedeelten
welke meer of minder intensief bebouwd zijn,
worden afgewisseld door onbebouwde gedeel
ten, plantsoen, park, weiland, bosch, welke
men nader aanduidt als .groenstrooken".
Geeft het oorspronkelijk uitbreidingsplan
daarvoor reeds het principe aan, het is thans
mogelijk door herzieningen dat idee gelei
delijk meer te ontwikkelen, juist naar gelang
de omstandigheden dat eischen.
Niet steeds heeft men op het juiste mo
ment dat principe doorgevoerd of kunnen
doorvoeren, want ware dat het geval geweest,
dan zou b.v. de Indische buurt zeker niet zijn
gebouwd in den huidigen vorm, alhoewel als
verontschuldiging toch wel zal moeten gel
den, dat de 'toenmaals heerschende woning
nood wel meerdere mislukkingen in den
lande op zijn geweten heeft.
In elk geval gaat men nu méér systema
tisch te werk en kunnen we constateer en,
dat in het algemeen de bebouwingscoëffi-
cient kleiner wordt ten opzichte van de bouw
terreinen, niettegenstaande men de bebou
wing thans meer doelbewust concentreert.
En dit laatste is hiet alleen om meer open
ruimte te sparen, maar ook omdat de pu
blieke dienst steeds meer ruimte vraagt voor
wegen, parken, plantsoenen, sportterreinen
kinderspeelplaatsen, begraafplaatsen, enz.
Van de noodzakelijkheid en het nut van
al deze zaken is men de laatste jaren steeds
meer en meer overtuigd geworden en het is
inderdaad welbesteed geld wat hieraan is en
wordt uitgegeven. Vroeger had men daar in
het algemeen geen geld voor over en daar
aan zijn dan ook die troostelooze, dichtbe
bouwde wijken aan te wijten, zonder eenig
plantsoen of grasveld.
Dank zij echter de mogelijkheid tot herzie
ning der uitbreidingsplannen, bestaat de mo
gelijkheid dergelijke euvelen te voorkomen
en kan men, naargelang de stedebouwkun-
dige inzichten groeien, de plannen hiernaar
regelen, terwijl ook omstandigheden een
groote rol kunnen spelen bij het bepalen der
herzieningen.
Men mag verwachten, dat niet uit'het oog
verloren zal worden dat het behoud van een
breede groenstrook langs het Spaarne aan
vaar-d zal moeten worden, als respect voor
datgene wat een dergelijke breede stroom
aan schoons op zich zelf reeds biedt en waar
in het uiterste geval slechts een enkele villa
of landhuis, maar dan ook werkelijk passend
in het landschap, getolereerd kan worden,
mogelijk juist ter accentuatie van dat land
schap.
Denken we ons verder die groenstrook door
langs de Ringvaart, aansluitend aan de
Sportparken en doorgaand tot de grens van
Bennebroek, hier en daar met uitloopers zoo
als Groenendaal, Meer en Berg en andere
buitenplaatsen, welke niet of met een zeer
open bebouwing zijn aangegeven, en welke
weer tevens doorgaande groenstrooken vor
men met de open te laten gedeelten gelegen
aan de Westzijde van den Heerenweg. dan
kan, bij een Zorgvuldig afstemmen der be
bouwing en het reserveeren van groenstroo
ken langs de Leidsche Vaart -toch in de toe
komst een geheel verkregen worden, den
toets zal kunnen weerstaan en waarbij dan
tevens rekening is gehouden met de practi-
sche mogelijkheden. Geldt bovenstaande in
hoofdzaak voor de begrenzing der Gemeente,
ook de meer centrale gedeelten zullen bij na
dere beschouwing, het resultaat van een wel
overwogen plan blijken te zijn.
Men moet er maar eens de aandacht aan
schenken, hoe vooral de laatste jaren moeite
is gedaan om toch vooral te woekeren met
het mooie, dat een vaart, sloot of waterpartij
in het bebouwingsbeeld ons bieden kan. Om
dit door den aanleg van plantsoenen en gras-
partijen zoo voordeelig mogelijk te doen uit
komen, is waarlijk geen geringe verdienste
van hen, die met het maken der plannen en
met de uitvoering daarvan, belast zijn.
De heer J. J. Swens over de
werk-objecten in Haarlem.
Dinsdagavond kwam de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Haarlem en Om
streken in openbare vergadering bijeen on
der leiding van den voorzitter, den heer J. J.
Swens.
Ir. F. C. Dufour gehuldigd.
De Voorzitter herinnerde aan het be
langrijke besluit van ir. F. C. Dufour, om af
te treden als directeur van de Haarlemsche
Machinefabriek voorheen Figee. „De heer Du
four is 42y2 jaar bij deze firma werkzaam ge
weest, waarvan 37 jaar als directeur. Het is
dus te begrijpen, dat iemand zulk een besluit
niet neemt zonder rijpe overpeinzing en zorg
vuldige overweging. Gij hebt met veel energie;
nauwgezetheid en kennis de zaken geleid. Wij
verheugen ons in het succes, dat u geoogst
hebt. En voor u moet het een aangename ge
dachte zijn, te weten dat u de zaak goed
achterlaat. We hopen dat u nog vele jaren
moogt genieten vanneen, niet van uw
rust, want die kent ge niet. Laat ik dus zeg
gen van de veranderde levenswijze, die van
uw besluit het gevolg is. Ook hopen we, dat
u nog vele jaren het lidmaatschap van de
Kamer mag bekleeden". (Applaus).
Eenige ingekomen stukken werden voor
kennisgeving aangenomen.
De werk-objecten In Haarlem.
Den Voorzitter deed het een genoegen, te
kunnen mededeelen, dat de omlegging van de
Oostsingelgracht, de verbetering van den
Ouden Weg, zoomede het doen uitvoeren van
drie zeer belangrijke werkverschaffingsobjec-
ten, binnen afzienbaren tijd een feit zullen
worden.
Vooral de omlegging van de zoo juist ge
noemde gracht en de verbetering van den
Ouden Weg zijn uit den aard der zaak van
buitengewoon groot belang. Zij toch schep
pen de mogelijkheid om de reeds begonnen
onderhandelingen met bepaalde industrie-
bedrijven over het vestigen in Haarlem voort
te zetten, waarbij de leiders dezer bedrijven
attent gemaakt kunnen worden op de voor
treffelijke ligging van de industrie-terreinen
en op de zekerheid, dat de besprekingen van
overheidswege thans in een dusdanig stadium
zijn gekomen, dat de totstandkoming van het
haven- en industrieterrein als zeker be
schouwd kan worden. Spreker voegde er aan
toe, dat de onderhandelingen inzake de ver
betering van het groote verkeer in de onmid
dellijke omgeving van Haarlem op zeer toe
te juichen wijze verloopen, waardoor vooral
de nauwe binnenstad te zijner tijd verlost zal
worden van het zoo moeilijk te verwerken
snelverkeer, waarmede ongetwijfeld het be
lang van onze stad zal worden gediend.
Subsidies.
Het Bureau stelde voor, niet te voldoen aan
het verzoek om subsidie van: de Liedertafel
„Haarlem's Zanggenot"; van de Internationa
le Vereeniging voor financieel en fiscaal recht
te 's-Gravenhage; van de Nederlandsche Ver
eeniging van Gieterij technici te Amsterdam.
Een subsidie van f 50 werd verleend aan
het Nationaal Bureau voor onderwijs op eco-
nomischen grondslag te Amsterdam: van
f 25 aan het Onderwijsfonds voor de Scheep
vaart te Amsterdam, en van 10 (bestemd
voor een medaille) aan de Vereeniging Voor
uit te Hoofddorp.
De heer De Breuk merkte op, dat hoewel
het pas half Juni is, het bedrag bij de begroo
ting voor subsidies vastgesteld, nu reeds is
overschreden. Dit kan het gevolg hebben, dat
andere subsidie-aanvragers, die bijvoorbeeld
in September ook voor een nuttig doel bij de
Kamer komen, met een minder vriendelijk
oog zullen worden bekeken. Die zouden dus
wel eens teleurgesteld kunnen worden. Daar
om vroeg spreker, in het begin van het jaar
wat zuiniger met het verleenen van subsidies
te willen zijn.
De Voorzitter antwoordde, dat het hier
meestal subsidies voor het volgend jaar be
treft. Het verleenen van subsidies is altijd een
precair punt. waarover wel eens wrijving ont
staat. Het is vaak moeilijk om een verzoek om
subsidie botweg af te wijzen. Het ligt echter in
de bedoeling van het Bureau, te trachten met
het verleenen van subsidies binnen het raam
van de begrooting te blijven.
De heer De Breuk dankte voor deze toe
zegging.
Goedgekeurd werd een verzonden brief aan
de Tweede Kamer betreffende de Omzetbe-
lastingwet: concept-brief aan den Minister
van Waterstaat betreffende de tunnelverbin
ding te Velsen; concept-brief aan den minis
ter van Economische Zaken betreffende den
export van bloembollen; concept-brief aan B
en W. van Haarlem betreffende opleiding voor
het Middenstandsdiploma Handelskennis
concept-brief aan de directie der Nederland
sche Spoorwegen inzake de treinaansluiting
Hoek van Holland-Alkmaar.
De heer De Breuk achtte de klacht van
een inwoner van Beverwijk wel wat overdre
ven. De kwestie van negentien minuten latei-
pas in Beverwijk te kunnen arriveeren achtte
spreker niet belangrijk genoeg om er een
adres voor aan de directie van de Spoorwegen
te richten.
De Voorzitter antwoordde, dat aan het
Bureau geadviseerd was, het toch maar te
probeeren en dat de kans bestond dat het ver
zoek zou worden ingewilligd. Men zal dus het
antwoord maar afwachten
Rondvraag.
De heer TedingvanBerkhout ves
tigde de aandacht op het belang, dat ook
Haarlem bij het behoud van Schiphol heeft.
Hij zou in overweging willen geven, het adres
van de Amsterdamsche Kamer van Koophan
del tot de regeering te steunen.
De Voorzitter antwoordde, dat hij over
deze aangelegenheid in besloten zitting het
een en ander zou mededeelen.
De heer Hooy vroeg of het niet mogelijk
is. dat het Borgstellingsfonds voor Kennemer
land niet wat meer helpend kan optreden. De
financieele toestand laat het volgens hem toe
en zoo kan het fonds zijn waardig werk voort
zetten.
Mr. Ver heus, de adjunct-secretaris,
merkte op, dat de regeering dat verbiedt. Er
mag alleen op zakelijkheid gelet worden. Uit
breiding naar de zijde van liefdadigheid mag
niet plaats hebben. Daar heeft het fonds de
bevoegdheid niet toe en daar zijn andere in
stellingen voor.
De heer Hooy vond, dat men wel wat heel
voorzichtig is. Hij vroeg of het niet mogelijk
was, wat soeper op te treden, of anders aan
de regeering te vragen, de voorschriften wat
soepeler te maken.
De heer Klein Schiphorst deed als
penningmeester van het fonds eenige mede-
deelingen. Het Borgstellingsfonds mag geen
verlengstuk van Maatschappelijk Hulpbetoon
worden. Alleen middenstanders mogen gehol
pen worden. Iemand die 100 vraagt om met
een negotie te beginnen is geen middenstan
der. Zoo kweekt men juist concurrenten. Er
is getracht menschen te helpen, die het waard
zijn. Spreker kan geen andere houding aan
nemen.
De heer Mathot onderstreepte volkomen
het betoog van den heer Klein Schiphorst.
Spreker acht het heel goed, dat een nauw
keurige selectie toegepast wordt.
De heer Hooij erkende, van de practïjk
van het fonds niet op de hoogte te zijn. maar
hoopte toch, dat het zoo soepel mogelijk zou
worden.
Hierna ging de Kamer in geheime zitting, 1
De nieuwe, „overvette" Rinso wordt door alle vooraanstaande
wasmachinefabrikanten aanbevolen voor het gebruik in huri
machines. Eén pak Rin op 30 liter water geeft een onge
lofelijke hoeveelheid sop. En door het bijzonder hogi
gehalte is het Rinso sop zo volmaakt reinigend, dat
wasgoed een ongekende helderheid krijgt en U, na
witte goed, ook nog het gekleurde goed in hetzelfde so|
prachtig schoon wast. De nieuwe Rinso is werkelijk een
wonder van doelmatigheid en zuinigheid! En nii
alleen in elke wasmachine, maar ook in elke tobbe
Bovendien op elk pak een bon voor fraaie geschenken.
„OVERVETTE" RINSO. SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE
R 40-0309
(Adv. Ingez. Med.)
Sterke organisatie is thans dringend gewenscht.
Wettelijke regeling voor
markt- en straathandel
binnenkort te wachten,
- IDDENSTANDERS organi
seert u. Dat was naast de
verschillende onderwerpen,
het hoofdmotief van de
drie sprekers die gisteravond in ge
bouw St. Bavo het woord voerden op
een bijeenkomst die belegd was door
organisaties van Haarlemsche klein
handelaren op velerlei gebied.
Na de opening door den heer A. Vermeer,
besprak allereerst de heer H. Zoutendijk het
onderwerp: de wettelijke regeling van den
markt- en straathandel.
Nu de minister van Economische Zaken
bekend heeft gemaakt dat binnenkort een
wettelijke regeling der markt en straathan
delaren te wachten is. is het nuttig om zich
af te vragen waarvoor een dergelijke x-ege
ling door de betrokkenen is gevraagd. Hiertoe
hebben twee redenen aanleiding gegeven;
men hoopt daardoor een einde te maken aan
het te gi-oote aantal van marktkooplieden
dat door de crisis sterk toegenomen is en
verder om een goede uitvoering van de ves
tigingswet op het kleinbedrijf mogelijk te
maken. t
Door vele gemeenten is getracht door
ventverordeningen het aantal straatventers
en kooplieden te beperken, doch veel succes
is hiermede niet bex-eikt.
Nooit kan de vestigingswet op het klein'
bedrijf in werking gesteld worden voor het
groenten- en het vischbedrijf. Deze bedrijven
zijn namelijk voor ongeveer 90 pet. op den
straathandel aangewezen en alleen het kleine
percentage van handelaren die uitsluitend op
den winfeel ver koop zijn aangewezen zouden
hierdoor worden getroffen. Toch is ook een
wettelijke regeling van den markt- en straat
handel noodig. Het uitoefenen van het be
drijf van marktkoopman of venter zou ver
boden moeten zijn zonder een erkenningsbe-
wijs van den minister. De leeftijdsgrens zou
hier op 18 jaar gesteld moeten worden, ook
warenkennis zal men echter moeten eischen.
Verder "zouden zij, die marktkoopman of
venter willen worden over eenig kapitaal
moeten kunnen beschikken. Als dan nog het
behoefte-element wordt ingeschakeld kan
een goede en doeltreffende regeling tot
stand komen.
De gemeenten zullen verplicht moeten wor
den om plaatselijke verordeningen vast te
stellen, die tevens het maximum aantal uit
te geven verguixningen aan moeten gevexx.
Alleen in Amsterdam is dat thans reeds
het geval.
De erkenning zal verder alleen aan klein
handelaren mogen worden verstrekt waar
door de huidige uitwassen zooals het uitoefe
nen van den markthandel door groothande
laren enz. niet meer mogelijk zullen zijn.
Voor een markt is het niet noodig om een
bepaald aantal vergunningen vast te stellen
daar de oppervlakte hier uiteraard al beper
kend werkt. Ook de eisch van warenkennis,
met uitzondering van de levensmiddelen, zal
aan de marktkooplieden niet gesteld kun
nen worden.
Er zijn in ons land momenteel 70.000 ven
ters en 15.000 marktkooplieden, de komende
wettelijke regeling zal dat veel te groote aan
tal niet onmiddellijk sterk doen vercninde-
ren. Na eenige jaren zullen echter de vruch
ten van een dergelijke regeling geplukt kun
nen worden. Te groot optimisme is echter
niet gewenscht daar de crisis nog steeds de
hoofdfactor van den tegenwoordigen slechten
toestand is.
De heer Zoutendijk besloot zijn rede met
een krachtige aansporing tot de aanwezigen
om zich te organiseeren.
De heer L. Presser zette hierna uiteen dat
de kleine zelfstndigen meer steun behoeven.
Zonder effect en weinig doeltreffend.
De ambtenaren van de maatschappelijke
instellingen zijn dikwijls niet voldoende op de
hoogte van de moeilijkheden van deze groepen
en de hulp die wordt verleend is verre van
doeltreffend. De eindelooze steunuitkeeringen
blijven bi>na zonder eenig effect.
Alleen Amsterdam betaalt per jaar 25 mil-
lioen gulden aan maatschappelijken steun uit.
Kleine winkeliers zouden tegen een laag
percentage gelden uit het borgstellingsfonds
moeten kunnen leenen om daardoor hun zaken
intensief te kunnen voeren. In de moeilijke
maanden December, Januari, Februari en
Maart zou men de marktkooplieden en
venters een behoorlijken bijsteun moeten
verleenen en bovendien in April een handels-
geld. De organisaties zouden bereid zijn om
hieraan mede te werken, waardoor de steun-
verleening op de Juiste wijze zal geschieden.
Ook de heer Presser weer nog eens nadrukke
lijk op de noodzaak om de organisaties sterk
te maken.
De laatste spreker de heer Tj. Reitsma be
sprak de overheidsdistributie en de gevolgen
hiervan voor het kleinbedrijf-
Geen overheidsdistributie.
De overheid moet de distributie niet zelf ter
hand nemen doch heeft hier slechts een toe
ziende taak. De verschillende economische
moeilijkheden hebben de overheid aanleiding
gegeven ook zelf als distribuant op te tre
den.
Aan de werkloozen werden als compensatie
voor de verminderde steun goedkoope levens
middelen ter beschikking gesteld.
De regeling die werd getroffen is voor vele
kleine zelfstandigen echter zeer nadeelig. Het
gaat er hier niet om dat den werkloozen geen
steun en hulp wordt gegund, doch dit moet
dan op de juiste wijze geschieden. De overheid
neemt thans de taak van den kleinen nering
doenden over waaixloor deze in groote moei
lijkheden komen. De distributie wordt, waar
mogelijk, door de kleine zelfstandigen, on
danks de sobere betaling zelf waargenomen
om niet het contact met de klanten te ver
liezen. In de rayons waar de overheid zelf
lokalen van goedkoope levensmiddelen heeft in
gericht vermindert het aantal klanten van
de kleine winkeliers op schrikbarende wijze.
De gemeente Utrecht maakt hierop een gun
stige uitzondering. De voorziening van goed
koope levensmiddelen geschiedt daar uitslui
tend door kleine zelfstandigen.
Verschillende concepten die een andere dis-
triebutieregeling bevatten zijn door de lande
lijke organisaties aan den minister gezonden
zonder dat echter een verandering tot stand
is gekomen. Er is een contact-commissie in
gesteld die den Minister in deze zaak van
advies moet dienen. Men begint, ook in deze
commissie thans meer doordi-ongen te worden
van de groote nooden van de kleine zelfstan
digen en hopelijk komt dus binnenkort in de
bestaande regeling een wijziging waardoor deze
grief weer in de distributie wordt ingescha
keld en de plaats krijgt die haar ook krach
ten de historische ontwikkeling toekomt.
Evenals de voorgaande sprekers zette ook
de heer Reitsma nog eens het nut van een
sterke organisatie uiteen.
HOUTRUST - DEN HAAG
18 JUNI - 3 JULI 1938
Op 20 en 24 JUNI 's middags uitsluitend
toegankelijk voor Congresleden.
(Adv. Ingez. Med.)
Boottrein van Hock van Holland.
De aansluiting naar Beverwijk.
In een brief van het Bureau der Kamer van
Koophandel en Fabrieken aan de Directie der
Nederlandsche Spoorwegen wordt opgemerkt,
dat één der ingeschrevenen in het Handels
register der Kamer, te Beverwijk wonende, de
aandacht er op vestigt, dat de boottrein
uit Hoek van Holland des morgens te 7.34 uur
te Haarlem op het eerste perron aankomt.
Precies op hetzelfde tijdstip vertrekt de trein
van Haarlem naar Beverwijk, zoodat passagiers
voor deze richting de aansluiting missen. Het
Bureau vraagt naar aanleiding daarvan aan
genoemde directie, bedoelde treinverbinding
naar Beverwijk korten tijd later uit Haarlem
te doen vertrekken.
VEILING VEREENIGING „EENDRACHT"
v/h „HET NOORDEN". GRONINGEN.
Aanvoer 20.000 kippeneieren f 2.90—3.43
ier 100 stuks.
Kuikeneieren f 2.763.00.
Kleinhandel-prijs 80 cent per 20 stuks.
Officieele ciernoteering Groningen.
Groothandelprijs kipeieren f 3.20, iets hoo-
g^r.
Kuikeneieren f 2.75 per 100 stuks.
Kleinhandelprijs 80 cent per 20, onver
anderd.