Peek Cloppenburg OSS. MARECHAUSSEE KOMT ZELF AAN HET WOORD. ZOMER-COSTUMES IVO ROL -ió v&oiukkettjk! Mishandeling en onjuist optreden ontkend. Amsterdam blijft voor zijn luchthaven strijden. Spelen met revolver kost jong leven. V K I JD A G 24 J U N I 1938 HAARLEM'S DAGBEAD 3 Procureur-generaal legt eveneens getuigenis af. Gistermiddag heeft het Ambte narengerecht in den Haag de behandeling voortgezet van de bekende zaak van de marechaussee te Oss. In deze zitting zijn zoowel de wachtmeesters gehoord als de Procu reur-generaal uit 's Hertogenbosch. Eerste getuige was wachtmeester de Gier. Deze getuige zegt op 8 Maart met een an deren wachtmeester hij den officier van ju stitie van den Burg te zijn geweest, om aangifte te doen van verduistering door zeke ren B. en ook te hebben medegedeeld, waarin de verduistering bestond. Hij heeft daarbij niet gesproken van een civielrechtelijke vordering. De grens is volgens getuige tusschen straf zaken en civiele zaken soms zeer moeilijk te trekken, en wanneer getuige de overtuiging had gehad, dat het een zuivere civiele kwestie zou betreffen, zou hij geen aangifte hebben gedaan. Getuige verklaart voorts, dat de gang van zaken het wel eens noodzakelijk kan ma ken om een zeer langdurig verhoor af te nemen, en dan de betrokkenen een tijdlang vast te houden. Ook de arbeider de W. is een nacht vastgehouden. Over mishandeling van de W. heeft getuige niets gehoord, terwijl evenmin de W. bij ge tuige daarover heeft geklaagd. Getuige verklaart voorts met wachtmeester van Renes bij den officier te zijn geweest om te spreken over de zaak van den bankier van der H. De officier wilde toen zoo spoedig mo gelijk van der H. laten arresteeren en de administratie in beslag nemen doch van R. heeft aangeraden om nog even daarmede te wachten, omdat hij nog meer bewijs zou kun- nen krijgen. President: Hebt u, toen van der H. weer vrijgelaten was, aan dezen gevraagd: hebt u nog klachten? Getuige: Dat heb ik gevraagd in mijn kwa liteit van brigadecommandant. President: Waarom wordt dat gevraagd? Dat ligt toch niet voor de hand? Getuige: Dat geschiedt overeenkomstig de voorschriften. President: Ik zie de ratio van zoo'n vraag niet in, want iemand die gearresteerd wordt, en dan weer moet vrij gelaten, zal altijd daarover wel niet te spreken zijn. Getuige: De heer van der H. heeft op mijn vraag geantwoord, dat hij integendeel correct was behandeld en dat hij in dit opzicht niet te klagen had. President: De heer van der H. heeft ver klaard, dat u hem gevraagd heeft: „hebt u het hier goed gehad" en dat hij daarop heeft geantwoord: integendeel. Getuige: Ik blijf bij mijn verklaring en ik kan mij het gesprek zeer goed herinneren. Mr. Meyes constateert, dat de getuige niet kan zeggen, waar het voorschrift in zake het vragen te vinden is. Opperwachtmeester Curfs gehoord. Vervolgens wordt gehoord de opperwacht meester Curfs. Mr. James vraagt aan dezen getuige: heeft u aan wachtmeester van Hennes geadviseerd, om met den officier overleg te plegen in zake de arrestatie van van der H. Getuige: Ik had het verbaal van van Renes gelezen, doch de zaak was mij niet geheel duidelijk, en omdat ik niet zeker wist of de gronden, waarop de aanhouding zou moeten geschieden, wel geheel juist waren, heb ik van Renes naar den officier verwezen. Daarna heeft van Renes een nader onder zoek ingesteld en het resultaat daarvan was. dat ook getuige toen van meening was, dat de arrestatie moest geschieden. In overleg met den officier is die arrestatie dan ook geschied. Daarna komt de kwestie van de oplichters bij de werkverschaffing ter sprake. President: Waarom is u, toen u opdracht van den officier had gekregen, om de zaak ter kennis te brengen van den burgemeester, toch door gegaan met het hooren van andere getuigen. Getuige: Ik moest eerst de verbalen nog opmaken, doch heb geen nieuwe getuigen meer gehoord. President: Uit uw verbalen blijkt echter het tegendeel, want u zegt in uw verbaal zelf: ,,op 16 October kreeg ik van den officier opdracht de zaak ter kennis te brengen van den burgemeester. Daarna hoorde ik op 16 October nog de volgende getuigen". Eerst op 19 October is u bij den burgemees ter geweest. Heeft de burgemeester toen ge zegd, dat u voorzichtig moest zijn en er reke ning mee moest houden, dat die menschen de beschikking hadden over die tuintjes? Getuige: Neen, dat weet ik zeker. Van groo- te porties, welke ze mee mochten nemen, heeft de burgemeester zeer zeker niet ge sproken, wel over een „kooksel". Wat het onderzoek tegen de beide geeste lijken betreft, zegt getuige, dat hij hierover bij den officier is geweest, die tegen hem zegd heeft, met het onderzoek door te gaan en rapport uit te brengen en zoonoodig over tegaan tot het opmaken van een proces verbaal. President: Het lijkt me toch niet waar schijnlijk. dat de offiicer u zou opdragen een rapport uit te brengen, ook al zouden er geen strafbare feiten zijn. Getuige: Dat gebeurt wel meer. Ik krijg zooveel opdrachten van den officier om rap porten over bepaalde personen uit te brengen Volgende getuige is wachtmeester Van Renes. Deze is op 12 Maart met de Gier bij den Officier geweest om te spreken over den bankier van der H. Toen is ook over de gees telijken gesproken. De officier van den Burg heeft daarbij gezegd, dat de Gier, maar door moest gaan en alles moest onderzoeken. Hij voegde daaraan toe, dat we ook reke ning moesten houden met den geestelijken stand en dat ook wanneer de zaak niet tot een strafrechterlijke vervolging zou leiden, het toch wel goed zou zijn alles ter kennis te brengen van de kerkelijke autoriteiten. Verder heeft getuige met dit onderzoek niet te maken gehad. Wel is hij belast geweest met het onder zoek in de zaak van bankier van der H. Ook toen het opsporings-onderzoek aan getuige was ontnomen, kwamen nog verschillende menschen bij hem, die aangifte wilden doen. Getuige heeft toen de klacht van een juf frouw opgeschreven, door haar laten onder teekenen, en haar daarmede naar de ge meentepolitie verwezen. Hierbij heeft getuige gehandeld in het algemeen belang. De wachtmeester-titulair van den Berg, ontkent de W. te hebben mishandeld. Wat nog de arrestatie van Van der H. be treft, zegt getuige, dat er geen belangstel ling bij deze arrestatie was en dat daarna langs buitenwegen naar de kazerne is ge reden. De marechaussee Van Ree verklaart, dat de officier in zijn tegenwoordigheid aan de Gier opdracht heeft gegeven door te gaan met het verzamelen van de feiten tegen de beide geestelijken. Met de Gier is getuige daarna naar Den Haag geweest om daar een dame te hooren Getuige marechaussee van Essen zegt, dat Van der H. bij zijn vrijlating heeft gezegd, dat hij zoo goed was behandeld, dat hij daar over een stukje in de krant wilde zetten. Ook bood hij eenige sigaren aan, welke getuige niet, doch de wachtmeester wel heeft aan genomen. Bij het vertrek gaf Van der H. ieder een hand. Getuige marechaussee Van Kuilenborg zegt, dat op verzoek van wachtmeester Renes. Van der H. op Zondagavond bij getuige in zijn kamer heeft doorgebracht en daar een sigaar heeft gerookt en de krant heeft gele zen. Van der H. was over de behandeling niet ontevreden. Procureur-Ceneraai als getuige. N,a een pauze van tien minuten werd als getuige-deskundige gehoord de procureur- generaal bij het Gerechtsshof te 's-Hertogen- bosch, Baron Speyart van Woerden, z z Spr. zette de reden uiteen, welke aanlei ding is geweest voor de opdracht aan den officier van Justitie om op 15 November 1937 de brigade te Oss haar opsporingsbe voegdheid te ontnemen in zake gemeentelijke aangelegenheden. Deze opdracht heeft spr. ontleend aan art.40 wetboek van strafvordering, nadat hem ver schillende zaken ter kennis waren gekomen, waarbij de marechaussee optrad zonder dat er aanleiding was van eenig strafbaar feit. Steeds weer kwamen echter de marechaus see op die zaken terug, omdat zij meende, dat het hier ging om een mindere waardeering van haar arbeid, waarbij nog kwam de ge dachte, dat het de bedoeling van den burge meester was, om die zaken in den doofpot te stoppen. Deze gang van zaken heeft groote be langstelling getrokken en aanleiding gege ven tot een uitgebreide perscampagne, vooral de kwestie bij de werkverschaffing. Een on derzoek, dat spr. in deze zaak, ook op ver zoek van den betrokken minister, heeft inge steld, heeft uitgewezen, dat er hier niets on regelmatigs was gebeurd en dat er geen enkel strafbaar feit was gepleegd. Toch ging de marechaussee door met haar onderzoek en toen eenige jongens, die een aantal aardappelen aan familieleden hadden gegeven, voor eenigen tijd waren geschorst, heeft wachtmeester de Gier zich bij die jon gens vervoegd en hen nader ondervraagd. Ook werden nog andere jongens, in totaal ongeveer 50, gehoord, en deze verklaringen moesten strekken tot een aanklacht tegen het beleid van den burgemeester en de gemeentepolitie, die misstanden bij de werkverschaffing voor de jeugd zouden willen goedpraten. Ook uit een onderzoek, ingesteld door amb tenaren van het departement van sociale za ken, is gebleken, dat er geen enkele aanwijzing was van eenig strafbaar feit. Zoo waren er nog meer zaken ,en het voort durend wantrouwen van de marechaussee te gen het gemeentelijk beleid is voor spr. aan leiding geweest om te beslissen, dat het daar mee uit moest zijn. Toen is de opdracht van 15 November gegeven Nieuwe reeks feiten. Eenigen tijd bleef het daarna rustig, totdat een nieuwe reeks van feiten zich voordeed. Het eerste was dat van 21 Maart j.l., toen spr. uit de ochtendbladen las van de arrestatie van den bankier, waarbij de marechaussee betrok ken was. Spr. acht het personeel van de mare chaussee voor het instellen van een onderzoek als noodig is om fraude bij een bankier te con stateren. niet in staat en hij verwacht dat ook niet van hen. Direct heeft spr. zich toen met den officier in verbinding gesteld, om na dere inlichtingen te vernemen. De stukken waren er toen niet en de officier was van al les niet op ae hoogte doch op den 25sten heeft spr. met den officier het dossier nagegaan en daaruit is direct gebleken, dat er geen enkele reden was om den bankier te arresteeren. Wat het optreden van den officier betreft, citeert spr. een stuk van den wachtmeester, waai*uit blijkt, dat men geen tijd meer had om over de arrestatie nog nader overleg met den officier te plegen. Uitvoerig ging spr. daarna de in de proces sen-verbaal opgenomen feiten na, welke mee- rendeels reeds verjaarde feiten waren. In vele opzichten leden deze processen-ver baal aan ernstige fouten. Naar spr. meening heeft hier de gedachte voorgezeten, dat v. d H wel een groote schurk moest zijn, en dat wan neer men maar eenmaal in zijn papieren zou kunnen grasduinen, er wel iets gevonden zou worden, dat z»jn arrestatie rechtvaardigde. Toen de rechtbank te beslissen had over de gevangenhouding, heeft spr. den president op gebeld en hem er op gewezen, dat men met deze zaak voorzichtig moest zijn. i Zoo heeft de zaak-van der H. een einde ge- j nomen, niettegenstaande het zeer ondeskun dig optreden van het personeel der Ossche brigade. Wat de zaak tegen de geestelijken betreft, zegt spr. opgebeld te zijn door den bisschop van den Bosch, die zeide bezoek te hebben ge had van twee geestelijken, die hem mededeel den. dat er een onderzoek tegen hen word in gesteld wegens beweerde zedenmisdrijven Onmiddellijk heeft spr. toen mr. van den Burg opgebeld, en deze zeide, dat hem bekend was, Koel en luchtig. Gevoerd en ongevoerd. HAARLEM: GROOTE HOUTSTRAAT 38-40 (Adv. Ingez. Med.) dat er een onderzoek gaande was. Spr. heeft toen inzage gewenscht van de stukken en daarop is de opdracht van den officier ge volgd om een rapport in te dienen. Uit dat rapport bleken slechts verklaringen, welke in geen enkel verband stonden met het wetboek van strafrecht. Spr. heeft zich toen weder afgevraagd, uit welken hoofde de marechaussee de bevoegd heid ontleende op eigen gelegenheid hier een onderzoek in te stellen. De marechaussee heeft jin deze zaak een onderzoek ingesteld, waarbij tal van kinderen werden ondervraagd in verband met art. 248 bis, zoodat vele ouders daaraan niet hebben willen medewerken. Over deze wijze van optreden was spr. in hooge mate ontstemd, en hij heeft, wachtmees ter de Gier bij zich laten komen. Het onder houd met de Gier toen heeft inderdaad lang geduurd en aan het eind daarvan heeft de Gier de bekende verklaring onderteekend. Op verzoek van den president breekt spr. hier zijn rede af. De president verdaagt hierna de zitting tot heden 10 uur. (Voor het verslag der zitting van heden zie men elders in dit nummer). Grijpautomaat geen hazardspel. Koopman door Gerechtshof te Arnhem vrijgesproken. ARNHEM, 23 Juni. Het gerechtshof te Arnhem heeft vandaag uitspi'aak gedaan in de zaak tegen J. L., koopman te Amster dam, die door de rechtbank te Almelo was veroordeeld tot f 500 boete of 30 dagen hech tenis, wegens het gelegenheid geven tot ha zardspel. Hij had in een automatiek te Hen gelo een grijpautomaat voor het publiek neer gezet. Het gerechtshof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en den verdachte vrij gesproken. Het Hof overwoog, dat niet is bewezen, dat het toeval invloed oefende op het bemachti gen van voorwerpen uit de automaat door middel van den grijper, voorts dat uit de ver klaringen van getuigen en deskundigen is gebleken, dat de spelers door behendigheid invloed kunnen oefenen op het bemachtigen van voorwerpen uit de automaat, zoodat vrij wel elk voorwerp daaruit kan worden ge haald. TANDPASTA (Adv. Ingez. Med.) Schiphol moet Schiphol blijven! SCHIPHOL*. GUNSTIGE LIGGING TEN OPZICHTE VAN HET IN WORDING ZUNDE WEGENNET. AFSTANDEN VANUIT AFSTANDEN VANUIT SCHIPHOL NAAD: LEIDEQDORP NAAR: AMSTERDAM 40 K.M. AMSTERDAM 36 K.M. HAARLEM 46 HAARLEM 36 DEN HAAG A7 DEN HAAG 22 ROTTERDAM 57 ROTTERDAM 36 - LEIOEN SS LEIDEN 3 UTRECHT 44 UTRECHT 50 Dienstplichtige doodelijk getroffen. Ongeluk in Chassee-kazerne te Breda. Gistermiddag omstreeks kwart voor drie is de dienstplichtige v. D. uit Tilburg in dc Chassee- kazerne te Breda getroffen door een revolverschot, dat door een anderen dienstplichtige, eveneens uit Tilburg, die in de meening verkeerde, dat het wapen niet geladen was, op van D. werd afgevuurd. De kogel ging dwars door den schedel van laatstgenoemde waardoor hij zwaar gewond werd en eenigen tijd later overleed. Beide dienstplichtigen behooren tot het eer ste bataljon, zesde regiment infanterie. On middellijk na het gebeurde werd geneeskun dige- en geestelijke hulp ingeroepen. De ge troffene is later aan de gevolgen van de ver wondingen overleden. De dienstplichtige, die het ongeluk veroor zaakt heeft, dacht niet anders, dan dat de revolver ongeladen was. Hij richtte spelender wijs het wapen op zijn kameraad en trok de haan over met het bovengemelde noodlottige gevolg. Hij was zoo geschrok-ken. dat hij be wusteloos op den grond viel. Het slachtoffer, dat in d evan Heutzstraat te Tilburg woont, was het eenige kind der familie van D., werkmeester der Nederl. Spoorwegen aldaar. Hij was pas enkele maanden in dienst bij I 6 R.I. Het droevig ongeval heeft bij het geheele garnizoen een grooten schok te weeg gebracht en algemeen is het medeleven met de betrokkenen. Overwerk worde zooveel mogelijk ingekrompen. Aandrang tot beperking. De regeeringspersdienst deelt mede: In verband met het belang, dait in de hui dige tijdsomstandigheden gelegen is in een verdeeling van de beschikbare hoeveelheid werk over een zoo groot mogelijk aantal ar beiders, treedt de wensehelijkheld naar vo ren, bij het verleenen van vergunningen tot afwijking van den wettelijk 'toegestanen ar beidsduur naar nog grootere beperking te streven dan tot dusverre reeds het geval is. Uit den aard der zaak zullen zich steeds gevallen voor blijven doen. waarbij overwerk niet te vermijden is, doch het moet niet on mogelijk worden geacht, den omvang van het jaarlijks verrichte overwerk tot kleiner proporties terug te brengen, zulks niet alleen voor zooveel betreft vergunningen van in- dividueelen aard. doch ook wat aangaat de collectieve en de seizoenvergunningen (b.v. voor het kleedingbedrijf). Ten einde het ontstaan van moeilijkheden zooveel mogelijk te voorkomen, moet. het raadzaam worden geacht, dat allen, die van het instituut der overwerkvergunningen ge bruik maken, trachten door het toepassen van andere middelen, als het tijdig ter oplei ding in dienst nemen van meer personeel, het bedingen van ruimer leveringstijden e.d., de noodzakelijkheid van werktijdverruiming te beperken. Binnenlandsche lijnen der K. L. M. trekken. Wethouder Kropman tegen de regeeringsplannen. „Gij weet het allen mijne heeren: Amster dam maakt zich in deze dagen ernstig bezorgd. Het is dan ook begrijpelijk, dat het gemeen tebestuur niet nalaat groepen belangstellen den uit te noodigen met het doel haar deelge- nooten te maken van die bezorgdheid. Daarbij is het steeds een groot genoegen te mogen vaststellen, dat unaniem wordt verklaard, dat de regeering met haar plannen ten aanzien van een centraal vliegveld te Leiderdorp op den verkeerden weg is. Dit heeft het gemeen tebestuur gesterkt in de overtuiging, dat niets mag worden nagelaten om te trachten de regeering duidelijk te maken, dat haar plan nen onjuist zijn en dat het niet alleen een be lang van de hoofdstad, maar tevens een na tionaal belang is. dat Schiphol blijve Schiphol" Met deze woorden leidde de wethouder der handelsinrichtingen te Amsterdam, mr. G. L. J. D. Kropman, Woensdagochtend een even enthousiast, als uitvoerig gedocumenteerd plei dooi in, dat hij hield ten aanhoore van ver tegenwoordigers der Nederlandsche pers, die gevolg laadden gegeven aan de uitnoodiging van het Amsterdamsche gemeentebestuur zich te overtuigen van het feit, dat op dit oogenblik gewerkt wordt aan de voltooiing van een dei- belangrijkste stadia van uitbreiding, welke Schiphol tot nu toe heeft ondergaan. In den herfst van dit jaar zoo vervolgde de heer Kropman zal het landingsterrein driemaal de tegenwoordige oppervlakte heb ben. Het zal dan 180 H.A. in plaats van 60 H.A. groot zijn. de geheele luchthaven is dan vergroot tot 210 H.A. Sedert 1935 wordt aan deze uitbreiding gewerkt. 210 KM. draineer- buizen zijn op het nieuwe terrein aangelegd, de Nederlandsche Heidemaatschappij kweekte er een grasmat op. In den westelijken hoek wordt een groote boerderij gesloopt in het be lang van een betere inzweefmogelijkheid ter plaats. De voltooing van het verharde banen stelsel is in vollen gang. Er wordt van 's mor gens vier tot 's avonds tien uur aan gewerkt In October zal Schiphol beschikken over het modernste- en mooiste banenstel van Europa. Groote bouwwerken bevinden zich bij de ge meente in uitvoering. De kantoren van den IC. L. M.-vliegdienst aan loods b worden ver dubbeld. De motorenwerkplaats wordt met T50 vierk. meter uitgebreid, een vijfde vlieg- tuigloods met een stallingsoppervlakte van 4000 vierk. meter is in aanbouw, met ruime bijgebouwen voor verbeterde vestiging van de op Schiphol gecentraliseerde K.L.M.-diensten. Spr. wees er verder op. dat op het gebied der verlichting te Schiphol pionierswerk wordt verricht en hoe de verbindingswegen met Schiphol steeds weer worden verbeterd. Dat het internationaal verkeer aan Neder land zal voorbijgaan, kan volgens spr. worden voorkomen door een taakverdeeling tusschen de luchthavens, daarvoor behoeft geen cen traal vliegveld te Leiderdorp te komen. Men moet niet letten op het geografisch middel punt. maar op het verkeers-economisch zwaar tepunt. Thans heeft men in Nederland niet de keus tusschen twee gelijkwaardige luchthavens want er is één primaire (Schiphol) en één secundaire luchthaven (Waalhaven) De besparing, welke men zich voorstelt met één centraal vliegveld door de K. L. M. te kunnen bereiken zou slechts verkregen wor den door een belangrijken achteruitgang in de service aan de gebruikers van het luchtverkeersmiddel, de veel hoogere kosten van het vervoer langs den weg mogen hier ook niet uit het oog worden ver loren. Men gaat er echter ten onrichte van uit. dat de omvang van het verkeer door op heffing van Schiphol en Waalhaven en ver vanging dezer beide havens door een lucht haven op veel grooteren afstand dezer steden niet ongunstig beinvloed zou worden. De juist heid dezer verwachting ontkende de wethouder ten stelligste. De lading, welke Leiderdorp zou kunnen verwerven, zou aanmerkelijk ge ringer zijn dan de gezamenlijke lading van Schiphol en Waalhaven. De verdere ontwikkeling van het Nederland sche luchtverkeer zoo besloot de heer Krop man zijn betoog zou bovendien geremd wor den, wanneer de beide belangrijkste steden van Nederland: Amsterdam en Rotterdam, de nabijgelegen luchthavens verliezend, niet lan ger door de directe aanraking van haar bevol king met de luchtvaart de Luchtvaartgezind heid van ons volk zouden kunnen stimuleeren. Aan de hand van een aantal statistieken heeft de directeur der handelsinrichtingen, de heer L. Boogers, het pleidooi van den heer Kropman nader toegelicht. Morgen in vollen omvang in gebruik. Zaterdag a.s. zullen de binnenlandsche lijnen van de K.L.M. in vollen omvang in ge bruik zijn. Heden wordt de lijn op Zeeland tot Knocke doorgetrokken en morgen zal de lijn op Leeuwarden worden geopend. Voor deze lijn heeft zich als eerste passagiere aangemeld een zeventigjarige Friezin in gewestelijke dracht, de oorijzers niet uitgesloten. Wij vernemen dat sinds de tariefverlaging met ingang van de zomerdienst het binnen landsche luchtverkeer veel belangstelling van de zijde van het publiek ondervindt. Het ge middeld aantal passagiers ligt tusschen 150 en 175 per dag voor de binnenlandsche lijnen te zamen, Oranje-Nassau-mijnen maakten ruim 2 millioen winst. Produotie in 1937 aanmerkelijk hooger dan in 1936. Aan het jaarverslag over 1937 der N.V. Maatschappij tot Exploitatie van Limburg- sche steenkolenmijnen, genaamd Oranje- Nassau mijnen, gevestigd te Heerlen, wordt het volgende ontleend: De opbrengst van het product vertoonde een aanmerkelijke stijging; in overeenkom stige richting bewoog zich de kostprijs, hoofdzakelijk als gevolg van het oploopen der prijzen van de meeste bedrijfsbenoo- digdheden en van verhoogingen van loonen, salarissen en sociale lasten. De netto-productie bedroeg in 1937 2.930.340,50 ton en is vergeleken met die van het vorige jaar met 653.530 ton gestegen. De eletcrische centrale leverde 83.678.009 Kwh. Het vaste arbeiderspersoneel telde op 31 December 1937: bovengronds 1809 man, on dergronds 4168 man,, totaal 5977 man. De vennootschap bezit in eigendom 1212 arbeiders- en 189 beambtenwoningen. Aan sociale lasten werd o.a. uitgegeven: bijdragen aan het beambtenfonds f120.631.79; bijdragen aan het Algemeen Mijnwerkers fonds van de steenkolenmijnen in Limburg en premién voor de invaliditeits- en de ziekteverzekering f 690.222,29: buitengewone bijdrage aan het Algemeen Mijnwerkersfonds van de steenkolenmijnen in Limburg tot tij delijke verbetering van de pensioenen in ver band met de stijging van de kosten van het levensonderhoud f 167.989.14; kosten van on gevallen f 326.893.97: gezinstoelagen, f 383 457.62; verlof met behoud van loon. f 181.692.86; verlies op aan het personeel ver strekte kolen f 49.696,48. Aan nieuwe werken werd uitgegeven een bedrag van f 440.046.13. Na afschrijving van een bedrag van. f 2.390.141.57 sluit de winst- en verliesreke ning met een saldo-winst van f 2.120.353,78, Het dividend werd bepaald op 12 pet. van het geplaatste maatschappelijke kaüitaaL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5