fl!
Boomen in Haarlem's Plantsoenen.
o
DIE ZIT GOED
CR A VEN PLAIN
BEOENK
KLEEDING VERKOOP CENTRALE
VRIJDAG 1 JULI 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
5
Het Kenaupark, de voormalige Hortus Medicus.
IN het Kenaupark bevinden we ons op
historischen bodem. Vroeger bevond
zich hier namelijk de Stadstuin of
Hortus medicus, voornamelijk ten
dienste van de heeren doktoren en apothe
kers, om al de gewassen die om hun genees
kracht geteeld werden gemakkelijk te leeren
kennen.
Wij ontleenen hierover aan Allan's „Ge
schiedenis van Haarlem":
In 1696 werd de Hortus Medicus aangelegd,
deze had toen een omtrek van ongeveer 1100
roeden; ten Z. W., en N.W. was de tuin door
de stadswallen omsloten. Verder was de tuin
omringd door hagen van Liguster en taxus.
Ir. het midden van den tuin bevond zich een
ronde waterkom van 90 voet middellijn die
volgens voorschrift met de gewone moeras-
en waterplanten beplant moest zijn en „waar
binnen het grimmelde van velerhande Vissen,
gewent op 't geven van Brood, den Aan-
schouweren te vermaken".
De tuin was in 38 vakken of perken ver
deeld; één vak werd bestemd voor de dokto
ren en apothekers 'en beplant met 314 ge
wassen welke beteekenis hadden voor de
pharmacie. In den tuin bevonden zich voorts
16 borstbeelden van oude wijsgeeren en ge
leerden, namelijk van Hippocrates, Galenus,
Forestus, Fernelius, Theophrastus. Vesalius,
Clusius. Dodonaeus, Herophilus, Democritus,
Spigelius, Dioscorides, Aristoteles, Plato, Car-
tesius en Boy ie.
Er waren hof wetten opgesteld welke o.a.
het volgende inhielden: De Hof was voor
ieder toegankelijk tegen betalmg van twee
stuivers.
Doktoren en apothekers en hun knechten
hadden gratis toegang op vertoon van hun
genummerde penningen en wel de eerstge-
noemden op Maandag en Donderdag van
24 uur en de knechten op de zelfde dagen
van 46 uur.
Er was een hovenier aangesteld tegen een
salaris van f 350 in het jaar; voorts ontving
hij jaarlijks 20 tonnen turf en had vrij
wonen.
De stuivers die van de bezoekers van den
tuin ontvangen werden, mocht hij ook be
houden. Maar al het werk zooals spitten,
snoeien enz. moest de hovenier zelf doen, hij
had alleen de hulp van twee jongens voor het
lichtere werk.
7 October 1707 werd een nieuw reglement
vastgesteld en tevens een ervaren botanicus
aangesteld. 14 jaar later, in 1721 werd de
Hortus Medicus naar den tuin van het Prin
senhof verplaatst, waarvan we nu nog een
klein gedeelte terugvinden in den tuin van
het Gymnasium. Eerst in 1869 kreeg het park
den tegenwoordigen naam.
Zoo heeft dus het Kenaupark in dubbelen
zin historische beteekenis, zoowel in het ge
bruik dat vroeger van het terrein gemaakt
werd, als in den naam welke voor Haarlem
onafscheidelijk verbonden is met de ver
schrikkelijke periode tijdens Alva's schrik
bewind.
Veel van wat de vroegere bezoekers voor
hun twee stuivers in den Hof te zien kregen
zullen we nu niet meer in het tegenwoordige
park aantreffen, doch een bezoek aan het
Kenaupark loont nog ruimschoots de moeite
en we hebben dit voor, dat we er zonder
eenige betaling naar hartelust mogen rond
wandelen.
We wenden onze schreden allereerst naar
de oude kers (1) die ons ieder voorjaar weer
verrast met haar rijke bloesempracht. Deze
bloemen zijn gevuld en we kunnen dan ook
nooit vruchten verwachten, want dit gevuld
worden gaat ten koste van de meeldraden en
stampers die voor de bevruchting zorg moe
ten dragen. Naar de heer Springer mij mede
deelde, is deze zoete kers (Prumus avium var.
pléna) ongeveer 80 jaar oud. De zoete kers
heeft haar oorsprong in de landen van Zuid-
Europa en West-Azlë. We vinden in het park
nog twee jongere exemplaren van deze kers
eveneens met het cijfer 1 aangeduid.
De meidoorn.
Een eindje verder staat een mei
doorn (Crataégus monógyna, 2). De
meidoorn treffen we bij ons overal in
het wild aan, maar dan niet zoo
netjes op een stam zooals hier, want
dat doen de kweekers. Ieder jaar weer
begroeten we met vreugde de heer
lijk geurende meidoornbloesems; ini
het laat-lente-bloemenfestijn nemen
de bloesems van den meidoorn een
belangrijke plaats in. Bij de oude vol
ken stond de meidoorn dan ook in
hoog aanzien. De Grieken beschouw
den hem als een boom van goede
voorspeiling en als een symbool van
het echtelijk verbond.
De oude Germanen maakten hun brand
stapels van meidoornhout en wijdden deze
met een houten hamer, het zinnebeeld van
den god Thor. Zij geloofden dat met de vlam
men, die uit het hout opschoten, de zielen
van de overledenen naar den hemel gevoerd
werden.
Bij vele volken heerscht het geloof dat de
meidoorn het hout geleverd heeft, waarvan
de doornenkroon van Christus zou zijn ge
maakt; in Frankrijk heet hij daarnaar wel
l'Epine noble.
Het verspreidingsgebied van den meidoorn
is vrij groot, namelijk Europa, West-Azië en
Noord-Afrika.
Van dezen meidoorn langs het perk in zui
delijke richting gaande, ontmoeten we eerst
de Hollandsche linde (Tilia vulgaris, 3) en
even verder de paardekastanje (4). Bij deze
kastanje staande valt ons een boom op,
waarvan de stam en de dikke takken groote
lichtgroene vlekken vertoonen. Die vlekken
worden veroorzaakt, doordat de schors in
plakken afvalt en de zich daaronder bevin
dende lichter gekleurde schors zichtbaar
wordt.
Het is een typisch kenmerk voor den pla
taan; want dezen hebben we voor ons. Het is
de Platanus aceroides (5), een bastaard van
den Oosterschen plataan (P. orientalis) en
den Westerschen plataan <P. occidentalis)
uit Noord-Amerika. Deze soort wordt verre
weg het meest aangeplant; de beide stam
vormen, vooral de Westersche plataan, zijn
zeer zelden in de cultuur. Van den Ooster
schen plataan kunnen we enkele boomen vin
den op den grasberm van de Raamvest.
De den naast den plataan is de Oostenrijk-
sche den (Pinus nigra var. austriaca, 6). Het
is gebleken dat de Oostenrijksche den uit
stekend bestand is tegen den zeewind en in
de kuststreken worden zij dan ook allerwege
aangeplant. In de duinen werd dit en wordt
het nog, in het groot gedaan. De boomen
vormen daar mooie gesloten bestanden met
rechte stammen en een aan alle zijden regel
matig ontwikkelde kroon. Zulks in tegenstel
ling met den groven den (Pinus silvestris)
waarvan in de kuststreken de .scheef gewaai
de" vorm karakteristiek is. Aardig zijn in het
voorjaar de groeischeuten van den Oosten-
rijkschen den; het is dan alsof de boom
rondom met kaarsen getooid is. De dennen
worden tegenwoordig pijnboom genoemd.
Naast den Oostenrijkschen den staat een
vleugelnoot (Pterocarya fraxinifólia, 7) en
vlak bij het halfronde bloemperk vinden we
een zuilvormige iep (ülmus foliacea var.
Wrédéi, 8).
Van hieraf hebben we een mooi gezicht op
de groep moerascypressen (Taxódium disti-
chum. 12). die als een slanke zuil uit het gras
veld oprijst. En Noord-Amerika groeien deze
cypressen langs de rivieren in de overstroom
de gebieden, waar zij tot 50 M. hoog worden.
Het geslacht Taxodium is zeer oud; in de
krijtperiode kwamen reeds tal van soorten
van dit geslacht in Amerika voor. De breede,
platte naalden worden in den herfst bruin
rood en vallen dan af.
Voorbij het bloemperk ontmoeten we den
meerstijligen meriboom (Crataegus oxyacan-
tha, 9) die overigens veel op den voorgaande
(Cr. monógyna) lijkt en ongeveer het zelfde
verspreidingsgebied heeft als deze.
We komen nu voorbij de groep Rhododén-
dron (10) en slaan dan het smalle pad in dat
de vakken I en II scheidt. Het vak links van
ons is voor het meerendeel beplant met zo-
mereiken (Quércus róbur): enkele andere
boomen zijn nog: bruine beuk (1), eschdoorn
(2), Hollandsche linde (5) en de zachtharige
berk tBétula pubéscens, 6).
Aan het einde van dit pad zien we rechts
een groep platanen (5); ongeveer tusschen
deze platanen en de Taxodium-groep bevindt
zich een Japansche kers (Prunus serrulata
var. albo-pléna, 11) met zooals de varie-
teitsnaam aanduidt dubbele witte bloe
men, die in April of Mei verschijnen. De bla
deren van deze soort zijn scherp ingesneden.
Verder Noordwaarts de bocht volgend ko
men we langs een partij iepen, die voor het
meerendeel vormen van de Hollandsche iep
zijn. Het is dikwijls zeer moeilijk, de iepen
met hun juisten naam te benoemen; bijna
alle boomen uit de cultuur zijn bestaarden,
die uit kruisingen van verschillende soorten
zijn ontstaan. De Hollandsche iep is een
bastaard van Ulmus glabra en Ulmus fo
liacea; de zaailingen daarvan vertoonen
echter allerlei terugslagen, zoodat ze nu weer
op den èenen dan weer op den anderen stam
vorm gelijken. Een tweetal van deze iepen is
op het kaartje met het cijfer 15 aangeduid.
Een eindje verder treffen we de geelbonte
eschdoorn aan (Acer pseudoplatanus var.
Lepoldii, 16) en op den hoek staat een kor
noeljestruik (Córnus sanguinea, 18), waarvan
de takken in den winter mooi rood gekleurd
zijn.
De drie groote struiken zijn gouden regens
maar niet de gewone gouden regen (Labur
num anagywides), doch een bastaard, ont
staan uit dezen en den Alpen-goudenregen
(Laburnum alpmum), die men den naam
Laburnum Wateri (20) heeft toebedacht.
We begeven ons nu nog even naar het
plantsoen, aangeduid met het Romeinsche
cijfer III. De domineerende boom is hier weel
de zomereik (1). De boom met de fraai inge
sneden, van onderen zilverwitte bladeren is
de zilvereschdoorn (Acer saccharinum, 6)
die zijn vaderland in Noord-Amerika heeft.
Verder zuidelijk treffen we een tweetal
exemplaren aan van de vroeger reeds bespro
ken bestaard van de meidoorn en de mispel
Crataegomespilus grandiflóra (9). Hier ech
ter niet op stam maar heestervormig. Verder
vinden we in dit vak o.a. nog: haagbeuk
(Carpinus Bétulus, 12), paardekastanje (2)
en Italiaansche populier (Pópulus nigra var.
fastigiata, 4).
De dennenachtige boom aan de westzijde
van vak V is de gewone Lork (Larix decidua,
1). Het zal ons opvallen, dat de boom een
kwijnend bestaan voert, wat wel te wijten is
aan het feit, dat de Larix zich in ons klimaat
niet thuis gevoelt. Bovendien heeft de Larix
nogal van kanker te lijden. De Japansche
larix heeft daar minder last van en deze
soort wordt dan ook veel meer aangeplant.
De naalden van de lorksoorten zijn niet blij
vend doch vallen ieder najaar af, zoodat de
boomen 's winters kaal zijn.
BRAM V. SABBEN
EEN BRIL VAN
OPTICIEN STIENS
GIERSTRAAT 27. Lever. a. Z.fondsen.
Ook in Londen, waar de mach
tige Towerbridge zich welft over
de Theems, zal de Engelsche win
kelier U vragen welke U kiest:
Craven "A" (met kurken mondstuk)
of Craven Plain (zonder mond
stuk). Uit zeldzaam zachte Virgi
nia tabakken, vol aroma, voor
treffelijk van smaak, worden de
ongeëvenaarde Craven "A" en
Craven Plain sigaretten gefabri
ceerd.
„Indeed Sir, a jolly good ciga-
10 stuks 17'/> cent
20 stuks 35 cen{
(Adv. Tngez. Med.)
(Adv. Ingez. Med.)
GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN.
Armband; Meeuwenoord, Haitsma Mulierstraal
18. Armband; Stein, Schoterweg 140rood. Badpak
met badmuts; Robbé, Steenbokstraat 5. Badpak met
handdoek; Montauban, Marnixstraat 30. Broche;
Bendel. Landzichtlaan 59. Heemstede. Beursje met
inhoud; Boekelaar, Pepijnstraat 41. 2 etui's inh.
schaartje; Fabriek „Bega", Kampersingel 44. Hond
(gladh. zwarte); Venings, Tesselschadestraat 61.
Hond (bruin-zwart)ScholtenUbbing, Rembrandt-
laan 8 te Heemstede. Hamer; Ploeg. Korte Hofstraat
7. Bruin kinderjasje; Politiebureau Smedestraat.
Halsketting: v. d. Scheer, Ipenrodestraat. Mantel;
B. Eijkhof, Heerensingel 27. Porlemonnaie; v. Luit,
Smedestraat 8rood. Rijwielplaatje: de Vries, Lcid-
schevaart 116. Racket in hoes; v. Keulen, Zuid-
Brouwerstraat 8. Speldje (veilig verkeer); Jelsma,
Gasthuislaan 170.
BRIDGECLUB „HAARLEM 1932".
Tot besluit van het seizoen organiseerde de
B. C. „Haarlem 1932" voor haar leden Woens
dag in café rest. „Lido" een bridgedrive vol
gens Howell-systeem.
Vooraf had de uitreiking plaats van den
HJ).
Diplomatie.
door J. P. Baljé.
ALLO, Kees!"
Kees Sanders zat aan de leesta-
en legde het tijdschrift neer,
.waarin hij juist aan het bladeren
was. Oprechte verbazing kwam er in zijn
oogen. toen hij zag, wie hem begroette.
„Oscar, kerel, jij hier. Verdraaid zeg, wist
je den weg naar onze goeie oude „Monopole"
nog te vinden? Ik had iedereen hier ver
wacht, behalve jou."
Oscar Van Laer plofte op een stoel naast
Kees Sanders neer en keek een beetje ver
stoord.
„Zoo? Waarom dat? Mag ik soms niet meer
in een café komen?"
Kees fronste even de wenkbrauwen. Er was
wat aan de hand met Oscar. Moeilijkheden?
„Natuurlijk, kerel, natuurlijk. Maarre
nou jajij en Maryje weet immers
jullie waren de tortelduifjesenne
„Hou alsjeblieft op". Het klonk geïrriteerd.
Met veel misbaar haalde Oscar een sigaret
tenkoker te voorschijn, klopte langer dan noo-
dig was zijn sigaret vast, stak die aan en zei
toen plotseling, tusschen twee trekjes in:
„We gaan scheiden!"
„Hè?" Kees Sanders floot en schoof het
tijdschrift definitief op zij. „Jullie gaan schei
den?"
Strijdlustig keek Oscar hem aan. „Ja schei
den. Is dat zoo'n wonder? Is daar iets bij
zonders aan? Of hoor je misschien ook
bij dat troepje, dat het me met kracht en ge
weld uit het hoofd wil praten, dat steeds
maar zanikt, dat Mary toch zoo'n lief goed
vrouwtje is, dat we zoo prachtig bij elkaar
passen, dat we een voorbeeld waren voor
iedereen, dat ik een stomme ellendeling ben,
om zoo'n vrouwtje in den steek te laten
Hij hield op en keek Kees Sanders aan,
„Noubegin je predicatie! lederen dag
van de laatste week heb ik er al vier, vijf moe
ten aanhooren".
Kees Sanders 'glimlachte. Hij stak z'n vriend
de hand toe. „Gefeliciteerd, Oscar! Van harte
hoor!"
Een tikje wantrouwig drukte deze de hem
aangeboden hand. „Nou ja", zei hij weifelend
„dat is nou ook weer overdreven".
„Welnee, kerel,, welnee, protesteerde Kees.
„het is het verstandigste wat je doen kon. Ik
heb het je natuurlijk nooit eerder willen zeg
gen, maarjullie hoorden niet bij elkaar.
Vaak van die kleine ruzietjes zeker, hè? Spel-
deprikjes eerst, later venijnige houwen, 't
Was te voorzien! Is 't niet zoo?"
„Jawel.zeker.maar.
„Natuurlijk, natuurlijk", viel Kees hen
weer in de rede, „iemand met een beetje kijk
op de menschen had Je dat kunnen voorspel
len. Jullie karakters harmonieeren immers
totaal niet. Jij bent niet van de gemakke
lijkste* en Marynu kan ik het je wel
zeggen, Mary is au fond een- klein, vinnig
katje. Lief, o ja, fluweelig, maar met heel
scherpe nageltjes. Ze kan krabben, niet?"
Kees Sanders lachte en hij klopte Oscar op
de schouder. Deze keek gemelijk. ,,In 't begin
waren we heel goed met elkaar. We konden
best opschieten", zei hij scherp, „en dat jij
gezien zou hebben, dat we niet bij elkaar
past is onzin. Mary heeft kuurtjes, maar
zooals jij zegt, is ze niet. Ik kèn Mary ten
slotte beter, dan jij, amice".
Nog luider werd Kees' lach. „Toch fideel
van je, Oscar, dat je haar nog verdedigd.
Als gentleman behoor je dat natuurlijk te
doen, maar heusch, kerel, mij draai je geen
rad voor de oogen. Jullie waren niet geschikt
voor elkaar. Kijk, ik heb een heel ander ka
rakter dan jij, ik zou met Mary anders zijn
omgegaan, ik zou haar geleid hebben, en met
mijof met een ander, zou Mary haar
kuurtjes wel kwijt zijn geraakt. Daar heb je
bijvoorbeeld Daan van Mierlo. Weet je dat
die „vues" op Mary had, voor ze met jou ging?
Hij heeft zich bescheiden teruggetrokken,
maar is nog niet getrouwd, 't Zou me niets
verwonderen, als die weer werk van haar ging
maken, nü! Aardige kerel, die Daan. Die zou
Mary vermoedelijk wel weten te kneden...
vlotte jongen als hij is'..
„Je bent wel vriendelijk!" zei Oscar nog
donkerder.
„Trek het je niet aan, beste jongen, „jij
hebt andere kwaliteiten. Mary en jij waren
polen, die elkaar moésten afstooten. Dat zag
een kind, jongen. Nou ik smeer 'm eens gauw.
'k Heb nog wat te doen van avond. Zie ik je
morgenavond misschien? Dan drinken we er
een op je verstandige daad, jongen".
Mary van Laer keek vreemd op, toen Kees
Sanders dien avond „even bij haar kwam
oploopen", zooals hij zei.
„Graag 'n kopje thee, ja", beantwoordde hij
haar vraag, „en dan, beste Mary, kwam ik je
feliciteeren. Jaja, ik hoorde er van, 't werd
tijd dat je oogen opengingen, kind, jij en Os
cardat kon immers niet goed gaan op den
duur. 'k Wil niets kwaads zeggen van Oscar
hoor, 'k mag hem graag, maarrehij is
wat wispelturig, hè, lastig en knorrig. Groot
gelijk. Mary dat je den knoop hebt doorge
hakt. Je had zeker wat met hem te stellen
den laatsten tijd niet?"
Onzeker keek Mary hem aan. ..Tja", aarzelde
ze. „we hadden dikwijls ruzie en dan was Os
car onmogelijk onredelijk. Hij kon zoo bruut
opvliegen, vroeger was hij zoo heel anders
„Schijn, kindje schijn. Den waren Oscar
heb je nu leeren kennen. Oscar is een beste
kerel, maar met een vrouwtje als jij weet hij
niet om te gaan. Die oppervlakkige vlinder
tjes, waar hij voor zijn trouwen mee flirtte, dat
was meer in zijn lijn. Hij had met één van
die anderen moeten trouwen, zoo eentje als
Toettie de Waal. Daar had hij mee op kunnen
trekken. lederen avond een ander pretje, voor
al nooit thuis, vooral geen ernsig, denkend
vrouwtje als iii. Oscar, die nooit vóór 1 uur
uit de kroeg te krijgen wasen dan plotse
ling een gedegen hokvast huisvaderneen.
dat had ik je wel kunnen voorspellen, kind,
dat werd niets! Goed, dat je het nog hebt in
gezien. 't Zou me niets verwonderen als hij je
wel eens geslagen had
Er kwam een kleur op Mary's gezicht. „Dat
is niet netjes van je, Kees. Oscar is je vriend!
En zooals jij hem afschildert, is hij heelemaal
niet. En die Toettiebah, dat je ook maar
kunt veronderstellen dat zij iets voor hem had
kunnen beteekenen. Hoe kóm je erbij? 't Is
werkelijk absurd. Zeker, we hadden wel tens
meeningsverschillen maar misschienmis
schien had ik ook wel eens ongelijk. En Oscar
is toch heelemaal geen bruut
je hebt een heel siechte kijk op zijn karakter,
Kees
Zonder dat ze het gemerkt hadden, was de
deur zachtjes achter hen open gegaan. Een
schampere lach deed hen opzien. In de deur
opening stond Oscar.
„Het komt me voor dat Kees een heel slecht
menschenkenner is", klonkOscar's stem scherp
„en ik geloof, dat ik hem doorzie. Plotseling
nog wat te doen, niet, Kees? Jij zou immers
zoo best bij Mary passen? Jij moest Mary vlug
gaan opzoeken, wat? En mij zwart maken!
Onrust stoken in een goed huwelijk. Ja, ze
ker" ging hij feller verder, toen hij het scham
pere glimlachje zag van Kees Sanders, „een
goed huwelijk! Wij houden van elkaar! En
we hooren bij elkaar! En een onruststoker als
jij zal ons niet kunnen scheiden! Dat zal je
niet lukken, Kees Sanders!"
De blos op Mary's wangen was vuriger ge
worden. „Oscar" zei ze, en ze was al naast
hem. Beschermend legde hij zijn arm om
haar schouder, zonder Kees Sanders uit het
oog te verliezen.
..Je hebt je spelletje verloren, Sanders. Zou
het niet het beste zijn, dat je heenging?"
Sanders haalde zijn schouders op. „Blind
zijn jullie", opperde hij nog, „twee vulkanen.
Jullie hooren niet bij elkaar. Morgen, over
morgen hebben jullie weer herrie
,,'t Komt me voor, dat je het beter aan ons
kunt overlaten, wat ons te doen staat", zei Os
car van Laer ruw, „ik geloof niet, dat Mary
een Daan van Mierloof een Kees Sanders
noodig heeft, om gelukkig te zijn".
Vast drukte hij Mary tegen zich aan.
„En Oscar zal het heel best zonder Toettie
kunnen stellen", troefde Mary.
„Je vindt de uitgang wel! Bonjour San
ders!"
Kees Sanders maakte een spijtig gebaar.
Dan liep hij langzaam de kamer uit
Bedachtzaam roerde Sanders in zijn
cognacgrocje en hij staarde op het blad,
waarvan hij alleen de zwarte lettertjes maar
geen woorden zag.
Dommee heethoofden", dacht hij, „het heeft
me hun vriendschap gekost, om hen weer tot
ikaar te brengen, maar er was geen anderp
nethodc.
(Nadruk verboden. Auteursrecht voorbehou
den.)
zilveren wisselbeker voor het kampioenspaar
van de afd. A. Deze beker werd dit seizoen
gewonnen door den heer en mevr. G. Boetje.
Tevens werd aan de nummers 1 van de afd.
B, de heeren L. F. van Loo en Th. Reeders'
die daardoor promoveerden naar de afd. A,
een zilveren herinneringsspeld uitgereikt.
Vervolgens had de wedstrijd plaats, die een
vlof en prettig verloop had. Er werd gespeeld
in twee groepen van elk vijf tafels, met voor
elke groep 27 spellen. De leiding van den heer
J. Burger was uitstekend.
Voor groep Rood luidt de uitslag:
le prijs de heer en mevr. J. A. de Wijs met
63 m. p.
2e prijs de heer en mevr. W. N. J. Bakker
met 611/2 ni. p.
3e prijs mevr. T. Jolink en de heer A. W.
V. Hoepermans met 61 m. p.
In groep Geel was het resultaat:
le prijs de heer en mevr. H. M. v. d. Worm
met 44 m. p.
2e prijs de heer en mevr. P. Breedveld met
39'/2 m. p.
3e prijs de heer en mevr. J. F. Fieggen met
37 m. p.
Deze slotdrive was een waardig besluit van
dit seizoen.
Als gij ook uw kleeding op gemakke
lijke conditiën wilt koopen, U dit
het beste kunt doen bij:
DE KLEEDING s^te
U F P U rt fl P Uitsluitend kleeding
V re n. V \J r dus ruime keuze.
fTMTD&l F Groote omzet dus lage
I K A L t prijzen v.a. p. w.
Buitengewone aanbieding maatcost. v.a. ƒ40.
Palmbeach of Sportcostuum n. m. v.a... ƒ27.50
Vraagt hiervoor coupeursbezoek met stalen.
U belt 17275 of brieven. Tevens hebben wij:
Sportcostuums in'alle kleuren vanafƒ19.75
Gabardine mantels en jassen vanaf19.75
Tweedjassen en fantasiecostuums vanaf 27.50
Gabardine voor jongens en meisjes v.a. ƒ10.75
longensplusfourcostuums vanaf ƒ10.75
Komt U eens passen? U koopt prettiger bij
DE
Schagchelstr. 19 c, naast Slagers Verfh., Tel. 17275
(Adv. Ingez. Med.j
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP ZATERDAG
2 JULI 1938.
Progr. III. Keulen 8.00, 8.20, 8.30, 8.50, 9.35,
10.05. Parijs Radio 10.20, 11.05. Radio P. T. T.
Nord 11.20. Keulen 12.20. Ned. Brussel 1.20,
1.30. Keulen 2.20, 2.30. Londen Regional 3.35.
Fransch Brussel 3.50. Keulen 4.20. Londen
Regional 6.20, 7.05. Keulen 7.40, 8.20. Ned.
Brussel 10.20. Pauze 10.3010.35. Keulen 10.35,
10.50.
Progr. IV. Ned. Brussel 8.00, 8.20, 8.30, 8.40,
8.45, 9.00. Diversen 9.2010.35. Londen Regio
nal 10.35, 10.50, 11.05. Droitwich 11.50, 12.20,
12.50. Londen Regional 1.20. Droitwich 2.20,
2.50, 6.20, 6.50, 7.05, 7.50, 8.20, 9.20. Londen Re
gional 9.30. Pauze 9.509.55. Droitwich 9.55.
Londen Regional 10.55. Droitwich 11.35.
Progr. V. 8.007.00 diversen. 7.00 Eigen
gramofoonplaten concert. Verzoekprogramma.
8.00—12.00 diversen.
VRIJWILLIGE BURGERWACHT
De bewakingsoefening van het Duinwater
leidingbedrijf te Overveen op 27 Juni. werd
wegens slechte weersomstandigheden afgelast;
die zal gehouden worden op Maandag 4 Juli
aanstaande.
Aan den op 24 en 25 Juni j.l. gehouden 24-
uurs oefenrit, uitgeschreven door de Vrijwillige
Burgerwacht Amsterdam, werd door de vol
gende leden der Haarlemsche Burgerwacht
deelgenomen
Automobielen: A. J. Moorman, le maal, A.
Hartog, 2e maal. J. Meyer, 3e maal, J. H. v d.
Eisen 5e maal.
Motorrijwielen: H. A. Overbeek, le maal, F.
P. v. Rumpt, le maal, N. v. Keeken, 2e maal,