Belangrijke wijzigingen van Vereenigingsrecht gewenscht? Enorm prestatievermogen der Karimata. jentje geeft 'n bilabiale click. DONDERDAG 21 JULI 1933 HAARLEM'S DAGBLAD Vele Kamerleden achten nadere motiveering noodig. „ER WORDT GESTOLEN. Mandie waarschuwde, stal zelf De kwestie van het repressief toezicht. Bij het afdeelingsonderzoek van het wets ontwerp tot wijziging en aanvulling van de wet van 22 April 1855, tot regeling en beper king der uitoefening van het recht van ver- eeniging en vergadering, en van eenige daarmede verband houdende artikelen van de wetboeken van strafrecht en strafvordering verklaarden verscheidene leden, dat zij van de noodzakelijkheid van elk der daarin voor gestelde wijzigingen nog geenszins overtuigd waren. Gaarne zouden zij nader worden in gelicht over de gronden, waarop de regee ring tot de indiening van het ontwerp geko men is. In het bijzonder zouden zij het op prijs stellen te mogen vernemen of bepaalde toestanden of gevallen de regeering tot het inzicht gebracht hebben, dat in de wet van 1855 de voorgestelde wijzigingen moeten wor den aangebracht, en zoo ja, welke toestanden of gevallen dat geweest zijn. Met name meenden deze leden te moeten twijfelen, of een verscher ping van het repressief toezicht in den vorm van den omvang als thans wordt voorgesteld door de feiten ge wettigd wordt. Tegen twee van de verdere grondgedach ten van het ontwerp, n.l. dat deelneming van vreemdelingen aan Nederlandsche staatkun dige vereenigingen niet wenschelijk is, en dat Nederlandsche staatkundige vereenigin gen haar werkzaamheden niet tot het bui tenland behooren uit te breiden, hadden zij in beginsel geen bezwaar, integendeel, zij konden deze gedachten wel als juist aan vaarden. Reeds dadelijk wilden zij er echter op wijzen, dat de wijze, waarop die gedachten zijn uitgewerkt en in het bijzonder de vage en rekbare terminologie van het ontwerp, aanleiding mot geven tot zoo groote moei lijkheden, dat het ontwerp op deze punten huns inziens zeker niet ongewijzigd tot wet mag worden verheven. Zou dit toch geschie den, dan zullen bona-fide vereenigingen ten zeerste in haar werk worden gehinderd, ter wijl niettemin ernstige misbruiken als sub- sidieering van extremistische groepen door buitenlandsche organisaties nauwelijks zullen worden belemmerd. Voorts verklaarden zij ernstig bezwaar te hebben tegen de voorgestelde uitbreiding- van de bevoegdheden der politie en tegen het in het ontwerp opgenomen volstrekte verbod voor vreemdelingen om het woord te voeren in vergaderingen, waarin uitsluitend of mede de Nederlandsche staatkunde wordt be handeld. Vele andere leden hadden de in diening van dit wetsontwerp met in stemming begroet. Zij waren van oordeel, dat de vrijheid van vereeni- ging en vergadering, welke zij op zich zelf als een groot goed beschouw den, beschermd moet worden door misbruik van die vrijheid beter te keeren dan onder de werking van de thans geldende wet mogelijk geble ken is. Misbruik van de vrijheid van vereeniging en vergadering kan thans ernstiger gevolgen hebben dan de wetgever van 1855 voor oogen stonden. Enkele leden zagen in dit wetsontwerp een bewijs, dat de regeering, die bij de grondwets herziening van verleden jaar vergeefs ge poogd heeft om de macht der huidige poli tieke partijen blijvend te vestigen, thans tracht dit doel langs anderen weg te berei ken. Het ontwerp beschouwden zij als een nieuwen stap naar het staatsabsolutisme, in het bijzonder van de Roomsch-Katholieke Staatspartij, volgens het systeem-Schusch nigg. Tegen deze beschouwing kwamen zeer vele leden met kracht op. Van verschillende zijden betreurde men het standpunt der regeering, dat dit wets ontwerp niet de plaats is tot het treffen van een regeling omtrent, staatkundige organi saties van vreemdelingen hier te lande, welke geen betrekking hebben op de staatkunde van Nederland, doch op die van het eigen lang. Zulke organisaties van buitenlanders, zoo meende men, kunnen bezwaarlijk langer ongemoeid worden gelaten. Van verschillende zijden werd er de aan dacht op gevestigd, dat, al moge de regee ring bij de behandeling van dit wetsontwerp omtrent alle punten, die tot moeilijkheden aanleiding kunnen geven, geruststellende verklaringen afleggen, de rechter, die de nieuwe bepalingen zal hebben toe te passen, aan zulke verklaringen niet gebonden zal zijn. ïware straf tegen amanuensis geëischt. De Officier van Justitie bij de Am- sterdamsche rechtbank, mr. A. L. F. van Dullemen requireerde tegen een ex-amanuensis, werkzaam in het Wil- minagasthuis wegens diefstal een ge vangenisstraf van twee en een half jaar. De man is geruimen tijd in dienst geweest en thans stond hij voor de vacantiekamer der arr. rechtbank terecht wegens diefstal van geld uit de kastjes van de doctoren. Wanneer de artsen in het ziekenhuis werkzaam waren, hadden zij de gewoonte hun colbertjasjes tegen een operatiejas te verwisselen. Hun kleedingstukken hingen zij in kastjes die met een sleutel waren afgesloten. Reeds geruimen tijd misten de doctoren geld uit hun porte feuille of portemonnaie. De amanuensis, die hen herhaaldelijk gewaarschuwd had, dat er gestolen werd, bleek tenslotte zelf niet vreemd te zijn aan deze misdrijven. Hij had sleutels nagemaakt en soms brak hij de kastjes open. De officier had slechts enkele gevallen ten laste gelegd die door den verdachte werden bekend. De verdediger mr. M. O. Cahen .bepleitte clementie. Toen zij haar bloemen water wilde geven. Aan de Ruysdaelkade te Amsterdam is Woensdagavond een 38-jarige dame van een ongeveer 16 meter hoog dak gevallen. Zij kwam op een steenen binnenplaats terecht en is in ernstigen toestand met zware inwendige kneuzingen naar het Wilhelminagasthuis ver voerd, waar zij ter verpleging is opgenomen. Het slachtoffer wilde haar bloemen water jeven, welke stonden op een platje naast den zolder. Via een zolderraam en langs een smal trapje is het platje te bereiken. Toen zij op het trapje stond is vrouw blijkbaar het even wicht kwijtgeraakt met het gevolg, dat zij naar beneden stortte. Groote gezinnen worden door den fiscus niet vergeten. Voorloopig nog geen rijtijden besluit? Wachten zou zijn op reglement autovervoer van goederen. De heer Van Braambeek heeft de volgende vragen gericht tot den minister van sociale zaken Is het juist, dat de minister van plan is de uitvaardiging van het rijtijdenbesluit, geba seerd op de wet van 9 November 1936 (St.bl. 802) te verschuiven, totdat een reglement auto vervoer van goederen zal zijn in werking ge treden? Indien dit inderdaad juist is, welke is dan de reden om dit rijtijdenbesluit, hetwelk reeds ruim anderhalf jaar op zich laat wachten, tot dat tijdstip uit te stellen, waar het zich toch volstrekt niet tot de vrachtauto's bepaalt? Is de minister niet van oordeel, dat de vei ligheid op den weg, geheel afgescheiden van alle sociale wenschelijkheden daartoe, een spoedige invoering van het rijtijdenbesluit noodzakelijk maakt? Indien het antwoord op de laatste vraag' bevestigend luidt, wanneer kan uitvaardiging dan tegemoet worden eezien? Vrouw van 16 Meter hoog dak gevallen. Enkele eerste levensbehoeften en toekomst vrij van Omzetbelasting? De minister van Financië schrijft in de Memorie van Antwoord inzake de herziening van de omzetbelastingwet het niet eens te zijn met die Eerste-Kamerleden die van oordeel zijn, dat de omzetbelasting het zwaarst drukt op dat deel dei- bevolking, hetwelk dien druk het minste kan lijden. Verschillende van de in de wet vervatte voorzieningen hebben im mers juist de strekking om, binnen het ka der van het mogelijke, den druk der belasting op de minder draagkrachtigen, in verhou ding tot dien op het overige deel der bevol king, te verlichten. Het onderhavige ontwerp van wet behelst geen bijzondere maatregelen strekkende tot verlichting van de lasten, drukkende op de groote gezinnen, al zullen die gezinnen onder bepaalde omstandigheden van de tijdens de behandeling in de Tweede Kamer bij amen dement in het ontwerp opgenomen vrijstellin gen van fruit en van gerookte haring kun nen profïteeren De minister kan intusschen mede- deelen, dat in een mogelijk ontwerp tot verhooging van het heffingsper centage der omzetbelasting enkele nieuwe vrijstellingen van eerste le vensbehoeften niet zullen ontbreken. Met betrekking tot de meer algemeene vraag betreffende de behartiging van de belangen van het groote gezin op het geheele gebied der belastingwetgeving, brengt de minister in herinnering dat, ten einde deze aangelegen heid in algemeen verband onder de oogen te zien, in den loop van het vorig jaar de com- missie-Fleskens is ingesteld Deze commissie is met haar arbeid nog niet gereed gekomen, doch de minister verwacht, dat zulks nog in den loop van dit jaar zal geschieden. Met betrekking tot hetgeen in het verslag is opgemerkt nopens de mededeeling van den minister tijdens de omndelinge behandeling van het ontwerp in de Tweede Kamer aan gaande de vrijstelling van machines, moge er zulks ter voorkoming van misverstand, op worden gewezen, dat de door den minister overwogen vrijstelling niet op de omzetbelas ting of het bijzonder invoerrecht doch op het gewone invoerrecht betrekking heeft. Het ligt in de bedoeling dit punt bij de thans in over weging zijnde herziening van de tariefwet 1934 tot een oplossing te brengen. Nederland betaalt de bouwkosten. Exploitatiekosten van Indische maritieme defensie voor rekening der Koloniën. Ingediend is een aanvullingsbegrooting voor 1938 van het departement van Koloniën, in zake de verdeeling der vlootkosten over Ne derland en Indië. In het kort samengevat komen de hoofdbe ginselen in groote lijnen hierop neer dat van de uitgaven voor de Indische maritieme de fensie de aanbouwkosten van schepen en vliegtuigen voor rekening van Nederland ko men, terwijl Indië de exploitatiekosten be taalt. Het aanbouwplan-1936 omvatte o.a. een 33- tal bommenwerpers voor de landmacht. Te- rugkeerende tot de traditie, dat Indië zijn le- geruitgaven zelf betaalt, meent de regeering van de gelegenheid, dat nieuwe richtlijnen worden getrokken, gebruik te moeten maken om de bekostiging van deze vliegtuigen ten laste van Indië te laten. Als gevolg hiervan kan het betreffende artikel met f 1.326.000 worden verlaagd. Ten aanzien van de vraag of met betrek king tot de vlootkosten voor 193-8 behoefte be staat aan toepassing van het correctief, gele gen in de toekenning van een bijdrage van het eene gebiedsdeel aan het andere, is de regeering te rade seworden dat laatstgenoemd gebiedsdeel een bijdrage in de bedrijfskosten niet kan ontberen. Zij meent deze bijdrage te moeten stellen op f 5.000.000, welk bedrag in het wetsontwerp wordt uitgetrokken. KON. NED. MIDDENSTANDS. BOND BLIJFT VOORUITGAAN. Voorstellen voor contributie- verhooging teruggenomen HET CONGRES TE ZEIST. Onder voorzitterschap van den heer Ed. G. Schürmann is Dinsdag te Zeist het congres van den Kon. Ned. Middenstandsbond begon nen. De voorzitter zeide in zijn openingswoord o.m.: Onder de nog niet bereikte desiderata is in de eerste plaats de wensch tot verlaging dei- vaste lasten. Juist in moeilijke tijden, met te geringe koopkracht van het publiek druk- wen deze vaste lasten loodzwaar op het be drijfsleven. Het cadeaustelsel, waartegen de organisatie reeds jaren lang strijd voert, werkt nog steeds op volle kracht, ofschoon, indien niet alle voorteekenen bedriegen, het inzicht hierom trent van den middenstand langzamerhand veld wint bij de regeering en ook zelfs bij de z.g.n. gevers van cadeaux. Op den duur zal het cadeaustelsel moeten verdwijnen. Een spoedige herziening van de wet inzake het uitverkoopen en opruimen en een in het leven roepen van een wettelijke regeling van het veilingwezen zijn van het grootste belang voor het middenstandsbedrijfsleven. Volle aandacht verdient in de naaste toe komst het werkloosheidsvraagstuk, daar net den middenstand niet onverschillig kan zijn, dat zoo talrijke verbruikers inkomsten uit eigen arbeid moeten ontberen en daardoor in plaats van de koopkrachtige vraag te ver sterken en de bedrijvigheid in de distributie te verhoogen, gedoemd zijn om ten koste van de gemeenschap te leven. De bondssecretaris de heer L. de Groot heeft over de werkzaamheden van den bond ge durende het eerste halfjaar 1938 nog eenige mededeelingen gedaan in aansluiting aan het verslag over het kalenderjaar 1937. Dankbaar wordt vermeld, dat op ruime schaal het vijfde lid van arftikel 1 van de vestigingswet werd toegepast, waardoor voor de schoenbranche, den kantoorboekhandel, het kruideniersbedrijf en het automobiel- en garagebedrijf op voorstel van den midden- standsraad een tijdelijk vestigingsverbod van kracht werd. In het jaar 1937 telde de K.NM.B. (volgens de gegevens per 1 Januari 1937) 200 af- deelingen en middenstandsvereenigingen in Ned. Oost-Indië, 55 vakorganisaties, 24 jonge renorganisaties, 5 buitengewone leden-ver- eenigingen met 34740 leden. Twintig nieuwe afdeelingen, tellende 838 leden, traden toe alsmede dertien vakorgani saties met 3172, zeven jongerenorganisaties met 116 (A.M.J.O.'s) en epn buitengewoonlid- ver-eeniging met 1600 leden. Na afvoering van uitgetredenen is de netto toename drie en twintig organisaties met 1527 leden. Langdurig werd gediscussieerd over den fi- nancieelen toestand van den bond. De voorstellen tot contributie-verhooging werden in zooverre teruggenomen, dat als overbruggingsmaatregel eenmaal een bijdrage van f 0.25 per lid van de organisaties zal worden geheven. Bij acclamatie werd de heer J. K. W. F. van Bommel te 's Gravenhage, oud-penning- meester op voorstel van het hoofdbestuur be noemd tot eerelid. De heer van Bommel is het eerste en eenige eerelid, dat de K.N.MB. kent. De bondsvoorzitter sprak den heer van Bommel toe en bood hem een oorkonde aan. Ten zeerste geroerd dankte het nieuwe eere lid voor deze onderscheiding. In den middagvergadering hield de heer F. L. van der Leeuw, directeur van het bonds- bureau een inleiding over de verhouding tusschen groot- en kleinbedrijf. Spr. beschouwde het vraagstuk objectief Krijgen kleine tuinders geen z.g. B-steun? Vragen aan den minister van Sociale Zaken. De heer Van der Sluis heeft aan den minis ter van sociale zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de z.g. B-steun (steun in den vorm van schoeisel, kleeding en dekking), waarvoor de kleine boeren in aan merking komen, gedurende het jaar 1938 niet aan de kleine tuinders wordt toegekend? 2. Als de eerste vraag bevestigend woi'dt be antwoord, is de minister dan bei'eid om alsnog te bevorderen, dat ook de kleine tuinders in 1938 van deze aanvullenden steun kunnen profiteeren? De civiele zittingen. Gedeeltelijke waarneming door een rechter. Van 1 September a.s. af zal natuurlijk ook voor Haarlem de wet van 9 December 1937 worden ingevoerd, die betrekking heeft op de waarneming der civiele zittingen van de Arr. Rechtbank door één rechter. Zooals bekend worden op het oogenblik nog ook de civiele zittingen waargenomen door een pre sident en twee rechters. Van 1 September a.s. af zal nu de regeling der civiele zittingen als volgt zijn. De presi dent en twee rechters zullen eerst de extra- judicieele zaken behandelen, n.l.: faillisse mentsaanvragen, familie verhooren, reques- ten. Daarna neemt verder één rechter de an dere zaken waar: het aanhooren van de ver zoeken der procureurs betreffende hun za ken: vragen om uitstel en aanhouding, het nemen van enkele conclusies enz. zonder conclusie te trekken. Spr. somde de factoren op, waardoor het gi-ootwinkel- en filiaalbedrijf een voorsprong had. Daartegen over heeft het middenstandsbedrijf weer eco nomische voordeelen. Het kleinbedrijf brengt een betere ai'beids- verdeeling. De maatschappij heeft meer belang bij een breede welvarende middengroep dan bij een kleine groep rijkaards. De heer v. d. Leeuw besprak vervolgens de verwermiddelen. Spr. wilde fiscale ge lijkstelling. De ovex-heid mag de groot be-1 drijven niet voortrekken. Spreker zeide geschrokken te zijn van de ongelijkheid ge schapen in het vestigingsbesluit broodbe- di'ijven waarbij 1940 aan filiaalbeheerders lichtere exameneischen worden gesteld dan aan zelfstandigen. Nadat verschillende leden het woord hadden gevoerd werd besloten, dat het hoofdbestuur op korten termijn een rapport over dit on derwerp zal uitbrengen, waarop de vakraad en distiicten hun standpunt kunnen bepalen en tenslotte de bondsraad een besluit zal nemen. Veiwolgens deelde de heer C. S. Th van Gink secretaris van het natioxxaal comité tot be teugeling van het cadeaustelsel mede, dat eenige dagen geleden dit comité via de com missie van overleg der drie Nederlandsche middenstandsbonden de verzekering mocht ontvangen, dat de strijd tegen het cadeau stelsel krachtig zal worden voortgezet. Als de normale distributie in de juiste banen wordt geleid en de handelrijvertde middenstand zich daarvoor offers moet getroosten, ma; deze verwachten, dat ook de uitwassen, de abnormale distributievormen verdwijnen. De handelswetgeving is er echter niet op inge steld deze uitwassen uit te schakelen en dat wreekt zich iederen dag. Hiervan noemde spr. een treffend voor beeld. Terwijl de bonafide handel niet in vol doende mate, beschikking krijgt over con senten voor Tsjechisch glas, porcelein en aardewerk en niet in staat is de publieke vraag, welke naar artikelen van die soort uitgaat, volledig te bevredigen, zijn zij, die in de basisjaren enorme hoevelheden glas, por celein en aardewerk uit Tsjecho-Slowakije invoerden ten behoeve van het cadeaustelsel, thans in het bezit van ruime consenten. IJzeren platen worden doorgesneden. Dezen zomer niet meer naar Indië. (Van onzen specialen verslaggever). WEST-TERSCHELLING, 20 Juli. Wij spraken vandaag eenige deskundigen, die van meeixing waren dat hetgeen de Ka rimata presteert, haast aan het ongelooflijke grenst. Deze week worden eei-st recht de ca paciteiten van 's werelds grootsten tinbagger molen gedemonstreerd. Zooals men weet is de molen thans gestuit op de resten van den toren van Beckers, van welk gevaarte nog pl.m. 50.000 K.G. ijzer op den zeebodem aan wezig was. Bij stukken en brokken wordt dit ijzer thans opgehaald. De emmers snijden door de ongeveer 2 c.M. dikke platen als een mes door de koek. Er zullen nog wel 3 a 4 dagen verloopen, voor alles wat herinnert aan de poging van den heer Beckers van den zeebodem is ver dwenen. Het is duidelijk, dat het verwijderen van de duizenden K.G. ijzer minder snel vor dert dan het baggeren in zand en klei.. Maar ook deze hinderpaal wordt vlot overwonnen en reeds is men een flink stuk gevorderd. Des ïxachts. werkt de molen naast de resten van den toren, daar het gewenscht is het moei lijke werk van het omhoog halen der stuk ken ijzer bij daglicht te verrichen. Dc groote vraag. De groote vraag, welke men zich van den aanvang af heeft gesteld: wanneer komt men op de plaats, waar de schat gevonden kan worden? is hoe kan het anders nog steeds niet te beantwoorden. De menschen op het eiland, die bij vroegere pogingen betrok ken zijn geweest, zijn van oordeel, dat men nog niet op de plek is. waar men zijn moet. Maar zekerheid daaromtrent bestaat pr na tuurlijk in geen "nkel opzicht. Het is een nief -p miskenre - feit dat mor vroeger op deze plèk steeds zonder succes heeft gewerkt. Ook de heer Beckers meende zijn toren daar m moeten neerlaten. Maar in elk geval staat vast, dat men nu vlak boven een der wrakstukken van de Lu- tine is. Vandaag werden weer eenige kogels, ballastbroodjes en stukken wrakhout opge haald. Het is zoo goed als zeker, dat de molen thans boven het voorschip werkt Algemeen wordt echter aangenomen dat in het achter schip de schatten waren geborgen, Vermoe delijk ligt, daar de Lutine uit elkaar is gesla gen, het achterschip een eind verder in zee. Merkwaardig is het intusschen, dat ook vroeger van dit achterschip zoo goed als nooit iets is opgehaald. Alleen heeft men een st-uk van het roer gevonden. Zou. er toch iets waar zijn van de geruchten, dat dit achterschip een eind is weggesleept? De plannen van Beckers onuitvoerbaar. Thans blijkt zonneklaar hoe fantastisch en feitelijk onuitvoerbaar de plannen van den heer Beckers zijn geweest. Hij liet zijn toren neer op een plaats waarvan niemand met eenige zekei-heid wist, dat er de schatten kon den worden gevonden Het onderste deel van den toren, waarin gewerkt moest worden, be sloeg slechts een heel kleine oppervlakte en honderd tegen een, dat men niet op de goede plaats was. Bij voorbaat waren die plannen eigenlijk reeds tot mislukking gedoemd. Vandaag was de Karimata op een diepte van pl.m. 19 Meter gekomen. Het is écht Lu- tine-weer geworden. Een blauwe hemel koe- pelt over Terschellixxg. Het dorp is vol van het beweeg van fleuióg en luchtig gekleede zomergasten; een zacht windje brengt eenige verkoeling. Het is inmiddels eind Juli geworden. Wan neer de Karimata nog dezen zomer naar In dië zou vertrekken, zou dit begin Augustus moeten geschieden. Uit goede bron vernemen wij. dat het zoo goed als uitgesloten moet worden geacht, dat de molen nog dit jaar de lange reis naar Billiton zal aanvaarden. Men werkt nistig door op de Terschellinger gron den en na beëindiging van djt werk keert de Karimata voorloopig naar Kinderdijk terug om het volgend jaar naar Indië te worden gesleept. G. P. D. Kent u het blad „Onze Taaltuin"? Wanneer u het precies weten wilt: het is een maand blad voor de taal als volksuiting, nationale cultuurschat en instrument voor schoone kunst en officieel orgaan van de dialecten commissie der Koninklijke Nederlandsche Akademie van Wetenschappen (hè, hè Wanneer u het nóg preciezer weten wilt: re dacteur is prof, dr. Jac. van Ginniken, met medewerking van dr. J. Grauls, prof. dr. J. Wille en P. J. Meertens. Dat is dus best in orde. En bovendien is het werkelijk een heel interessant blad, waaruit altijd wat te leeren valt. Het hoofdartikel van het nummer van Juli 1938 draagt tot titel „De Smak- of Zuig- klanken" en een gewoon mensch staat ver baasd over de terreinen, waarop de weten schappen in het algemeen en derzelver dienst willige dienai-en zeer in het bijzonder zich bewegen. Wie bij mijn taxxte Johanna zou aankomen met een verhandeling over de smak- of zuigklanken zou niet als weten schappelijk man aandachtig worden aange hoord, doch als onbeschaafd pei'soon tante Johanna's onroerend goed onvei'biddelijker- wijs hebben te verlaten. Maar nu de knappe Nijmeegsche prof. Van Gimxiken er mee in de Taaltuin verschijnt, hooren wij hem vol aandacht en wetenschappelijke belangstel ling aan. De prof. vertelt ons héél veel over de smak- en zuigklanken. Niet die. welke wij beluisteren wanneer wij een reisgezelschap aan den maaltijd aantreffen en welker moge lijke wetenschappelijke beteekenis ons ontgaat, doch de zoogenaamde „clicks" wat de taalkun dige benaming voor zulke onoirbare geluiden blijkt te zijn. Het vervelende is dat voor de wetenschap geen enkel ideaal veilig is. want is het niet ontnuchterend van prof. van Ginniken (zie pagina 82 van dit Julinummer van De Taal tuin) te vernemen. „Onze kus is niets anders als de bilabiale click der Boschjesmannen"? Het staat er letterlijk zóó. („niets anders sschijnt professoraal Taaituinderij te zijn voor het goed Nederlandsche „niets an ders danmaar daar heb ik het niet over). Ik heb het in navolging en op gezag van prof. vair Ginniken over het feit, dat onze kus de bilabiale click van den Boschjesman is en ik moet tot mijn spijt en teleurstelling zeggen, dat met deze wetenschap een groot deel van mijn plezier in het kussen veixïwe- nen is. Ik kan nu geen argelooze omhelzing meer plegen. Iix stede van het even guitige als schalksche gevoel te hebben een kusje te ste len, zie ik mijzelf als zoo'n enge Boschjesman en hóór ik mijzelf als die lieve Lientje we tenschappelijk. taalkundig en min of meer historisch bilabiaal te clicken. Wanneer tante Johanna boven-gememo- reerd, mij haar tuitmondje toesteekt om mij ter gelegenheid van mijn verjaardag bilabiaal te beclicken, deins ik oixwillek.eurig achteruit omdat ik mij verbeeld met een Boschjesman te doen te hebbenwaar tanteliefs uiterlijke verschijning trouwens toe bijdraagt). Ik bedoel dat de hooggeleerde Nijmeegsche taaltuinier mij door zijn wetenschappelijke mededeeliixg een zeer goed deel mijner hei- melijkste levensvreugden heeft ontroofd, want wie aan bilabiale clicks en Boschjes mannen moet dexxken op die levensoogenblik- ken. die men teedere momenten noemt, dat is een vei-armd man. Men moest dunkt mij die Taaltuin verbie den voor reguliere stervelingen. En zijn pa den alleen betreedbaar stellen voor hoogge leerde heeren. Want de hooggeleerdheid is uit haar aard en wezen allicht een beetje onge voeliger voor de precieuze momenten die wij kusjes noemen en die zij bilabiale clicks noemt. Waarom, o wetenschap, moet gij ons onze illusies ontnemen? Ge hebt oixs de bombar deervliegtuigen, de ondex-zeeërs, de radio, de telefoon, de auto, de snelheid, het spektakel gebracht moet nu zelfs het poëtische kusje door u om zeep gebracht worden? Een bilabiale clickStel je voor! En dan nog van de Boschjesmannen Dat is niet aardig van u, professor. Dat neem ik u hoogst kwalijk, professor. Ik vind uw tuin heelemaal niet poëtisch, pi-ofessor. Een bilabiale click van een boschjesman. nou moe! Een bilabiale clickhoe bestaat t.... Volkstuinders wenschen Overheids steun. O.m. door het beschikbaar stellen van gronden. Op initiatief van het bestuur van het Alge meen Verbond van Volkstuin Ver. in Neder land, kwam een aantal personen bijeen in het gebouw American te Amsterdam ter be spreking, wat gedaan zou kunnen worden om het Volkstuinwerk te bevorderen. De vooi'zitter leidde het doel van de sa menkomst in en liet uitkomen, dat de Volks tuinen. waarvan er meer daxx 100.000 in ons land zijn, zonder uitzondering de entrée van elke groote stad meer ontsieren dan ver fraaien Goede voorbeelden zijn er te vinden, echter veel te gering in aantal. Spr. meende dat voor dit werk, evenals voor allerlei Sport beoefenaars. gelegenheid moet bestaan, op vaste plaatsen hun liefhebberij te kunnen botvieren aan het kweeken van bloem en plant. De inrichting van Volkstuingroepen. ook al geschiedt dit door de gegadigden zelf, eischt financieele offers, waar de betrokkenen niet over beschikken. Het doel dezer bijeenkomst is te komen tot stichting van een comité dat zal trachten het financieel mogelijk te maken, dat leeningen tegen geen of zeer lage rente zullen kunnen worden verstrekt. Bij de discussie waaraan velen deelnamen bleek men het nut vaxx een Nat. Comm. in te zien. Echter was men van meening dat van Re- geeringswege aan gemeentebesturen voortge schreven moest worden, dat voor Volkstuinen gi-onden beschikbaar gesteld dienen te wor den. Dan zal de taak van het Comité zijn, het Alg. Verbond te steunen, door de midde len te verschaffen aan de inrichting van Volkstuingroepen, op de wijze die het Alg. Verbond te steunen, door de middelen te ver schaffen aan de inrichting van Volkstuin- gx-oepen, op de wijze als het Alg. Verbond voorstaat. Besloten werd binnen niet al te langen tijd opnieuw bijeen te komen en dan tot stich ting van het Comité over te gaan. In het voorloopig Comité namen zitting de heeren, H v. d. Masch—Spakler, G. Wolters, Mr. J. J. Romein. Mr. K Jansma

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5