HET MYSTERIE
VAN SUNNY SIDE.
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
van
HECTOR JENNINGS.
20)
Dan is het voorbij, zei hij met een die
pen zucht, de mooie plannen die we ge
maakt hebben, onze toekomstdroomen
alles voorbij! Maar ik ben geen klein kind en
ik maak me volkomen van je los op het oogen-
blik dat je zegt: ,.ik houd niet van jeik
houd meer van een ander"
Dat kan ik niet zeggen, zuchte ze,
maar ik ga al heel gauw trouwenmet een
ander.
Ik hoorde Halsey's diepen, triomfantelijken
lach.
Ik tart hem. Liefste, zoo lang je van mij
houdt ben ik niet bang!
De wind sloot zacht de deur tusschen de
beide kamers en ik kon niets meer hooren.
Een heele poos later ging ik voorzichtig in de
slaapkamer kijken en vond Louise alleen. Ze
keek met droeve oogen naar den cherub, die
op het plafond boven haar bed geschilderd
was en omdat ze er zoo vermoeid uitzag,
stoorde ik haar maar niet.
Hoofdstuk XIV.
EIER-COGNAC EN EEN TELEGRAM.
Dinsdagavond hadden we Louise in de tuin
manswoning ontdekt. Woensdag had ik het
bovenvermelde gesprek met haar gehad, van
Donderdag en Vrijdag valt niets bijzonders te
vermelden, behalve dan dat onze patiente
merkbaar vooruitging. Gertrude zat zoo on-
•geveer den heelen dag bij haar en de twee
meisjes waren al spoedig groote vriendinnen
geworden. Maar een paar onaangenaamheden,
die onvermijdelijk moesten komen, beklemden
me: het onderzoek van den coroner naar de
oorzaak van Arnold Armstrong's dood, dat
Zaterdag zou worden gehouden, en de komst
van mevrouw Armstrong en dr. Walker met
het lijk van den overleden directeur van de
Handelsbank. Louise was nog steeds onkundig
van den dood van allebei.
Bovendien todbe ik over de kinderen. Met
hun moeders erfdeel weggespoeld in de schip
breuk van de bank en hun verwikkelde lief
deshistorie, kon de toestand nauwelijks erger
zijn. En afsof het hun er om te doen was om
mijn gemoedstoestand nog meer te verstoren,
hadden Liddy en ae keukenmeid een ernstig
geschil over de beste wijze om de bouillon voor
Louise te bereiden, met het natuurlijk gevolg
dat de keukenmeid op staanden voet vertrok.
Dien Donderdag belde Harton, de advocaat
van de familie Armstrong, uit de stad op. Hij
had bericht gekregen, vertelde hij, dat mevr.
Armstrong met het lijk van haar man op weg
was en Maandag zou aankomen. Met eenigen
schroom, ging hij voort, moest hij mijn aan
dacht vestigen op het feit, dat hij instructie
had ontvangen om mij te vragen of ik zou wil
len afzien van mijn verder recht op Sunnyside,
omdat mevrouw Armstrong het zoo graag
direct zou willen betrekken.
Ik wist niet wat ik hoorde.
Dat moet u mis hebben, meneer Harton,
zei ik. Ik zou zeggen dat mevrouw Arm
strong. na hetgeen hier een paar dagen ge
leden gebeurd is, nooit van haar leven meer
een voet in dit huis zou zou willen zetten.
Toch is ze er buitengewoon op gesteld
direct, in het huis te trekken. Wat ze me ge-
seiu-o heeft, luidt woordelijk aldus: „Wend
alle middelen aan, om Sunnyside onbewoond
te krijgen. Wil er direct heen".
Meneer Harton, zei ik gemelijk, Ik
denk er eenvoudig niet aan. Ik en de mijnen
hebben al genoeg oaangenamheden gekregen
door die familie. Ik heb het huis gehuurd
voor een buitensporig hoog bedrag en er mijn
halve hebben en houden heengesleept. Boven
dien ligt mijn huis in de stad overhoop en
zijn er allerhande werklieden bezig. Ik ben
hier nu een week en in die week heb ik geen
enkelen nacht ongestoord kunnen slapen. Ik
ben van plan eerst eens een beetje op mijn
verhaal te komen voor ik weer aan een ver-
huizerij begin. En dan is er nog iets wat ik
niet begrijp: meneer Armstrong is op z'n
zachtst gezegd, straatarm gestorven; zijn
weduwe moest blij zijn dat ze op die manier
van een huis afkomt dat zoo duur in onder
houd en bewonen is.
De advocaat schraapte zijn keel.
Het spijt me erg, dat u gemeend hebt
dit besluit te moeten nemen, zei hij plecht
statig, maar iets anders, juffrouw Innes.
Mevrouw Fitzhugh heeft me verteld, dat
Louise Armstrong bij u is.
Dat is inderdaad zoo.
Is zij al op de hoogte van ditdit
dubbele verlies?
Nog niet. Ze is erg ziek geweest; misschien
kunnen we het haar vanavond vertellen.
Het is heel droevig, heel droevig. Ik heb
een telegram voor haar, juffrouw Innes. Zal
ik het laten doorseinen?
Kunt u hot niet openmaken en het mij
voorlezen?, stelde ik voor. Als het belang
rijk is, spaart dat tijd.
Er was even een pauze terwijl meneer Har
ton het telegram opende. Daarop las hij het
mij voor, heel bedachtzaam.
„Kijk uit naar Nina Carrington. Maandag
thuis", onderteekening F. L. W.
Hm! zei ik, kijk uit naar Nina Car
rington, Maandag thuis. Goed, meneer Harton,
ik zal het haar zeggen, maar ze is niet in een
conditie om naa iemand te kijken.
Dank u voor uw moeite, juffrouw Innes.
Ais u nog mocht besluiten van het huis af te
zien, laat u het mij dan weten alstublieft.
Ik ben niet van plan er voorloopig van
af te zien, zei ik. U moet daar volstrekt niet
op rekenen.
En uit de manier waarop hij den hoorn op
hing,, kon ik merken hoe geërgerd de kleine
rechtsgeleerde was.
Ik maakte een copie van het telegram om
dat ik bang was dat ik het anders vergeten
zou en nam mij voor aan dr. Steward te vra
gen wanneer Louise de vreeselijke waarheid
mocht worden meegedeeld. Het gevaar was
niet denkbeeldig dat zij het nieuws anders op
een of andere manier onverwacht te hooren
zou krijgen en dat zou nog veel erger zijn.
Onze vriendelijke dokter kwam tegen een
uur of vijf en hij droeg zijn leeren tasch met
groote voorzichtigheid naar binnen. Onder
aan de trap maakte hij haar open om mij
een dozijn groote eieren te laten zien, die
voorzichtig genesteld lagen tusschen een paar
flesschen.
Ziet u, dat zijn eieren, zei hij trotsch,
niet van die bloedarme winkeleieren zooals
jullie die in de stad hebt, maar het echte
spul, weet u. Zoo van onder de kip vandaan!
De man straalde van voldoening en hij
stond er op om voor hij wegging eigenhandig
in de dienkeuken voor zijn patiënte een eier-
cognac te bereiden. En terwijl hij daaraan
zijn krachten wijdde, praatte hij voortdurend
tegen mij.
Ik zei tegen mijn vrouw, bekende hij,
dat u me waarschijnlijk wel een oude klets
kous zult vinden, na wat ik u verteld heb
over Walker en juffrouw Louise.
Geen sprake van, protesteerde ik be
leefd.
De zaak is, vervolgde hij als om de
kleineerende bewering over zichzelf te recht
vaardigen, dat we deze informatie hadden
gekregen zooals we zooveel te hooren krijgen,
via het keukendepartement! De chauffeur van
Walker Walker is moderner dan ik, die rijdt
de buurt rond in een mooie Buick zijn
chauffeur, dan, was bij ons om een praatje te
maken met het dienstmeisje en deed haar
toen het heele verhaal. Het leek me nogal ge
loofwaardig, omdat Walker den vorigen zo
mer, toen de familie op Sunnyside was, ver
bazend veel werk van het meisje heeft ge-
maakt, en bovendien had Riggs, dat is Wal
ker's chauffeur, een verhaal over een huis
dat de dokter zou laten bouwen op het terrein
van meneer Armstrong, juist aan den voet
van den heuvel. De suiker, alsjeblieft!
De eiercognac was voltooid, een schilderij
van goud en wit. De dokter keek er naar met
de vreugde van 'n kunstenaar, die een volein
digde schepping gadeslaat.
Hij bleek er zeer op gesteld den drank zelf
naar boven te brengen, maar onder aan de
trap bleef hij staan. Riggs zei, dat de tee-
kening van het huis al klaar was, vulde hij
zijn mededeeling van zooeven aan, gemaakt
door architect Huston in de stad. Dat was een
reden te meer om hem te gelooven.
Toen de dokter weer beneden kwam, vroeg
ik hem:
Dokter, kent u hier in de buurt ook
iemand die Carrington heet. Nina Carring
ton?
Carrington?, herhaalde hij en fronste
nadenkend de wenbrauwen, Carrington?
Neen, dien naam heriner ik mij niet. Ik ken
wel een familie Covington in de buurt van de
kreek.
De naam waarnaar ik vroeg was Carring
ton, zei ik droog, en we stapten van het on
derwerp af.
Gertrude en Halsey maakten een lange
wandeling en Louise was in slaap gevallen
vermoedelijk het gevolg van de eiercognac.
Dus had ik niets te doen dan in een gemak-
kelijken stoel te gaan zitten enna te
denken over het mysterie dat mij omringde,
iets wat ik de laatste dagen bijna voortdurend'
deed, En het resultaat van mijn overdenkin
gen was dat ik resoluut opstond en naar de
telefoon liep. ik had een onoverwinnelijken
afkeer gekregen van dien dokter Walker, een
man dien ik nooit had gezien en die door de
menschen in de buurt gedoodverfd werd als
de aanstaande echtgenoot van Louis Arm
strong.
(Wordt vervolgd)
De herstelwerkzaamheden aan het seminarie „Rijsenburg", dat kortgeleden door
brand geteisterd werd, vorderen snel, om het gebouw bij den aanvang van het
nieuwe leerjaar op 15 September a.s. gereed te hebben. De eerste nieuwe
ijzeren spanten worden op het dak van den rechtervleugel geplaatst
C
Verhuizen langs de zee. Nieuwe bewoners van het tentenkamp aan het Noord
zeestrand doen hun intrede, vergezeld van de gebruikelijke bagage
De nieuwe Alexanderkazerne aan de Van
Alkemadelaan te Den Haag wordt op 15
Augustas a.s. door het tweede halfregiment
huzaren betrokken. De verhuizing van den
inboedel is beqonnen
Dr. ir. P. E. Verkade is
benoemd tot hoogleeraar
in de scheikundige techno
logie aan de Technische
Hoogeschool te Delft
In de Manege Klebe te Amsterdam vonden Maandagavond onder leiding van Johan de Meester de
eerste voorbereidingen plaats voor den historischen optocht, welke bij het a.s. regeeringsjubileum zal
worden gehouden
De „zand-kunstenaar" aan het Sche-
veningsche strand. Eenige specimina
van zijn werk ter bewondering voor
de duizenden bezoekers en bezoeksters
der badplaats
Het gebouw van het Gerechtshof te Den Haag wordt in verband met het regeeringsjubileum
van H. M. de Koningin geïllumineerd, waarmede Maandag een aanvang is gemaakt
Op het kerkhof van het Dominicaner
klooster Albertinum te Nijmegen is het
stoffelijk overschot van wijlen pastoor
L. H. Perquin, in leven voorzitter van
den K.R.O., ter aarde besteld. De
plechtigheid aan de groeve