OFFICIEREN-BEËEDIGING
HET MYSTERIE
VAN SUNNY SIDE.
Een aardig detail van het groote bloemencorso, dat Woens
dag door de V.V.V. te Bergen (N.H.) in het Van Reenenpark
werd georganiseerd
De commandant der Koloniale Reserve heeft Woensdag te Nijmegen een
aantal sergeant-cadetten, die tot tweede luitenant bij het Kon. Ned. Indische
Leger benoemd zijn, beëedigd. Tijdens de plechtigheid
Het sein voor het middagmaal tijdens
de Fransche legermanoeuvres in de
omgeving van den «Col du Lautaret"
De steiger voor het groote raam van
de Nieuwe Kerk op den Dam te Am
sterdam wordt afgebroken, nu de
restauratie van het raam gereed is
De bruggenbouwer aan het werk tijdens de zandwedstrijden voor Ook Den Haag bereidt zich voor op de viering van het veertigjarig
de jeugd, welke Woensdag te Zandvoort werden georganiseerd regeeringsjubileum van H. M. de Koningin. De Houtrusthal wordt voor de
door de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer aanstaande feestelijkheden in gereedheid gebracht
De geschenken van de Fransche jeugd voor de
Engelsche Prinsesjes zijn naar Groot Brittanië
verscheept. Het transport woog twee ton
De aankomst te Den Helder
van de deelnemers aan het
derde zeekamp van het Natio
naal Jongeren Verbond te
Den Oever
De deelnemers aan den grooten historischen optocht te Amsterdam bij het
a.s. regeeringsjubileum, hebben Woensdagavond op de binnenplaats van de
Oranje Nassaukazerne hun eerste oefeningen «in burger" gehouden
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
van
HECTOR JENNINGS.
22)
Luister, zei ze, terwijl ze midden in de
kamer bleef staan en zich aan mij vastklemde;
juffrouw Rachel, het is de geest van den
dooden man, die daar aan het kloppen is!
Nu hoorde ik zelf ook een dof „klop-klop-
klop", niet ver van ons vandaan. Het klonk
gedempt; ik voelde het eigenlijk meer dan ik
het hoorde en het was moeilijk te zeggen waar
het precies vandaan kwam; Het eene oogen-
blik dacht ik dat de bron van het geluid on
der den vloer zat, drie kloppen en dan een
pauze, maar toen wij het weer hoorden, leek
het van achter den muur te komen.
Een geest is het niet, zei ik gedecideerd;
het lijkt er meer op alsof iemand probeert
het huis binnen te komen.
Liddy beefde over al haar leden. Ik vroeg
haar mijn pantolffels te krijgen, maar ze
kwam met een paar handschoenen aandragen,
dus haalde ik z°lf wat ik noodig had en
ging de kamer uit om Halsey te roepen.
De hall Lag in duister, doch de nachtlamp
brandde en ik vond den weg' naar Halsey's
kamer.
Ik kon me ternauwernood realiseeren wat
ik vreesde, maar ik vond het een heele op
luchting dat zijn deur open was en dat hij
rustig lag te slapen.
Word eens wakker, Halsey, fluisterde ik,
fcerwjij ik hem door elkaar schudde.
sliep vast, was niet gemakkelijk wakker
te krijgen en bewoog zich alleen een beetje.
Liddy stond op den drempel; in haar angst
om alleen te blijven, was ze me nageloopen.
Maar opeens kwam er een onderdrukte kreet
over haar lippen; ze halde de kamer binnen
en greep zich vast aan het voeteneind van het
bed. Halsey was nu meteen wakker.
Ik heb den geest gezien, kreunde Liddy;
een vrouw heelemaal in het wit, beneden in
de hall.
Ik negeerde het gejammer en zei tegen
Halsey: Er is iemand aan het inbreken.
Het is ons huis toch niet, zei hij slaperig,
maar toen drong het tot hem door, dat hij
handelen moest.
Goed tante Ray, vervolgde hij nog ga
pend, dan zal ik toch wat moeten aantrek
ken
Het geklop, dat even opgehouden had, begon
weer, maar nu minder duidelijk. Halsey kwam
na een paar minuten bij me en luisterde waar
het geklop vandaan kwam.
Geef me mijn revolver, tante Ray, vroeg
hij.
Hij dacht er aan dat Louise nu alleen was.
Ik zal wel op onderzoek uitgaan, tante
Ray, zei hij. wilt u dan naar Louise gaan?
Misschien is ze wel wakker geworden en
maakt ze zich ongerust.
Niettegenstaande haar hevige protesten liet
ik Liddy alleen en ging naar den oostelijken
vleugel." Ik geloof dat ik bij het duistere ga
pende gat van de wenteltrap vlugger door
liep. Ik hoorde Halsey voorzichtig de hoofd
trap afgaan. Het kloppen of hameren of wat
het' was. had opgehouden; de stilte was bijna
pijnlijk. Toen opeens, vlak beneden mij, hoorde
ik een vrouw gillen. Het was een angstkreet
die even plotseling afgebroken werd als hij
begonnen was. Ik stond als aan den grond
genageld; ik had het gevoel alsof iedere drop
pel bloed uit mijn gezicht wegtrok. In de be
klemmende stilte hoorde ik mijn hart bonzen
Ik slaagde er in hoe weet ik zelf niet
Louise's kamer binnen te wankelen. En daar
wachtte mij een nieuwe, verbijsterende ont
dekking: ze was weg!
Hoofdstuk XVI.
IN DEN VROEGEN MORGEN.
Ik stond wezenloos naar het leege bed te
kijken. De dekens waren teruggeslagen en
Louise's rose zijden kinomo, die aan het
voeteind gelegen had, was verdwenen. De
nachtlamp brandde laag, ik nam ze op, maar
mijn handen beefden zoo dat ik ze weer moest
neerzetten. Met moeite bereikte ik de deur.
Er waren stemmen op de gang en Gertrude
kwam naar me toerennen.
Wat is er?, riep ze, wat was dat ge
luid? Waar is Louise?
Ze is niet in haar kamer, antwoordde ik
dof: ik geloof dat zij het was die gilde.
Liddy kwam bij ons, ze droeg een lamp. We
stonden dicht bij elkaar boven aan de wentel
trap en keken naar beneden; maar we zagen
niets. Toen hoorden we Halsey de hoofdtrap
opkomen en even later was hij bij ons.
Geen spoor van een inbreker, maar ik
dacht dat ik iemand hoorde gillen, wie was
dat?
Onze ontstelde gezichten vertelden hem de
waarheid.
Het kwam van beneden, zei ik, en
Louise is niet in haar kamer.
Halsey nam snel de lamp uit Liddy's hand
en halde de wenteltrap af.
Ik volgde hem in langzamer tempo. Ik
was in een soort verdooving geraakt, ik kon
haast niet loopen. Beneden aan de trap liet
Halsey een uitroep hooren en zette het licht
neer.
Tante Ray!, riep hij met een angstige
stem.
Beneden aan de trap, met het hoofd op de
onderste trede, lag Louise Armstrong, zij zag
doodsbleek; de eene mouw van haar kinomo
was van haar schouder gegleden.
Ze was niet dood; Halsey legde haar in een
^makkelijke* houding en begon haar koude
handen te wrijven, terwijl Liddy en Gertrude
opwekkende middelen haalden. Ik zeif ging op
een tan de treden vftn die vrees el ij ke wentel
trap zitten; mijn knieën weigerden mij den
dienst.
Louise was nog steeds bewusteloos, maar
haar ademhaling ging geregeld en ik stelde
voor haar naar bed te dragen voor ze bij
kwam. Er was iets lugubers in om haar bijna
in dezelfde houding en op dezelfde plaats te
zien liggen waar het lichaam van haar stief
broeder gevonden was en als om deze onheil
spellende gedachte nog te onderstreepen, sloeg
de klok in de hall juist drie uur.
Het was vier uur voor Louise weer geheel
helder van geest was en toen de eerste stralen
van het morgenlicht door de ramen van haar
kamer, die op het Oosten lagen, naar binnen
vielen, vertelde ze ons bij stukjes en beetjes
wat er gebeurd was. Ze lag in bed, haar rug
gesteund door kussens en Halsey zat, zonder
dat zij zich er tegen verzette, naast haar en
hield haar hand vast terwijl zij praatte.
Ik kon niet goed slapen, begon Louise
haar mededeelingen. waarschijnlijk doordat
ik 's middags geslapen had. Liddy bracht mij
om tien uur een glas warme melk en daarop
sliep ik tot twaalf uur. Toen werd ik wakker
en alles en nog wat spookte door mijn hoofd,
zoodat ik niet meer in slaap kon komen. Ik
pijnigde mijn hersens ai met de vraag waar
om ik niets meer van Arnold gehoord had
sedert sedert ik hem dien nacht voor het
laatst in de tuinmanswoning heb gezien. Ik
was bang dat hij ziek geworden was. omdat
hij beloofd had iets voor mij te zullen doen en
niet teruggekomen was. Het moet drie uur ge
weest zijn toen ik iemand hoorde kloppen. Ik
ging overeind zitten en luisterde ingespannen
om zeker te zijn dat ik goed gehoord had. Het
werd heel voorzichtig gedaan en ik wilde juist
Liddy roepen, toen ik opeens bedacht wat het
was. De Oostelijke ingang en de wenteltrap
werden altijd door Arnold gebruikt als hij
laat thuis kwam en soms, als hij zijn sleutel
vergeten had, klopte hij en liet ik hem bin
nen. Ik dacht dat hij teruggekomen was om
mij te spreken, dat hij midden in den nacht
kwam, vond ik niet zoo vreemd, want hij
was altijd nogal ongeregeld. Het kloppen hiekl
niet op en toen ik Liddy wilde roepen om me
te helpen, rende ze de kamer door en de gang
in. Toen stond ik op. ik voelde mij zwak en
duizelig en deed mijn kimono aan. Als het
Arnold was moest ik hem spreken. Het was^
overal erg donker, maar ik vóst natuurlijk
den weg. Ik tastte naar de leuning en ging
zoo vlug als ik met mijn zwakke beenen kon
naar beneden. Het kloppen had opgehouden
en ik was bang dat ik te laat was gekomen.
Eindelijk kwam ik bij de deur op de Oostelijke
veranda en ik zag dat die op een kier stond
Alles was zwart, binnen en buiten, en ik voelde
mij vreeselijk raar en beverig worden. Ik
dacht dat Arnold misschien toch zijn sleutel
gevonden had. Op het moment dat ik op de
onderste treden was, lieten mijn krachten mij
in den steek; ik kon haast niet meer staan
en wist nauwelijks wat er met mij gebeurde.
Ik voelde dat er iemand naar de trap toe
kwam en het volgend oogenblik werd een
hand op de mijne gelegd, waarmee ik de
leuning vasthield. Iemand, dien ik niet kende,
schoof langs me heen en ik gilde. Daarop
moet ik flauw gevallen zijn.
Ik twijfelde geen oogenblik aan de waarheid
van Louise's verhaal en wat het voor mij zoo
verschrikkelijk maakte was het feit. dat het
arme kind naar beneden gegaan was op het
kloppen van een broer, die nooit meer van
haar vriendelijke hulp gebruik zou kunnen
maken. Overigens was dit nu de tweede keer
dat een of andere geheimzinnige persoon door
den Oostelijken ingang het huis binnenge
komen was, ongehinderd door het huis rond-
geloopen had en weer even ongemerkt ver
dwenen was als hij gekomen was. Was deze
bezoeker er nog een derden keer geweest, in
den nacht dat Arnold Armstrong vermoord
was, of zelfs een vierde maal toen meneer Ja-
mieson iemand in den waschkoker had opge
sloten?
(Wordt vervolgd)