65 PRACHTIGE ZILVERVOSSEN Rusland heeft een actieve handelsbalans. H.D. Muurtjes. moeien gewonnen woraen in ae PALMOLIVE VOSSENJACHT DOXDERDX'G T SEPTEMBER 1938 HÏARCE M'S DAGBGA'D Import en export zeer verminderd. De Sovjet-Unie beslaat ongeveer 1/6 ge deelte van de aardoppervlakte en telt ver moedelijk 160 tot 170 millioen inwoners. De rijkdommen van dit uitgestrekte gebied zijn buitengewoon groot. De exploitatie dezer rijk dommen laat nog in menig opzicht te wen- schen over. In de Sovjet-Unie bestaat reeds zeer geruimen tijd een uitgesproken autar kisch streven. De opperste leiding wenscht zich zooveel mogelijk onafhankelijk te maken van het buitenland. Met begrijpelijken trots heeft de volkscommissaris van den buiten- landschen handel Sjwjalew, er dan ook op gewezen, dat de export van Sovjet-Rusland in waarde uitgedrukt, op dit oogenblik slechts 1 procent van de totale productie van dit ge- heele gebied uitmaakt, welke percentages in 1913 en 1930 resp. 11.6 en 3.5 warenè Het klinkt in dat verband dan ook wel wat vreemd, wan neer deze zelfde functionaris verklaart, dat Rusland geen autarkische neigingen heeft, omdat het land naar vrede streeft en de han delsrelaties met andere landen wenscht te be vorderen. Bovengeciteerde cijfers wijzen toch wel degelijk in de richting van selfsupporting". En Rusland behoeft zich in dat opzicht toch niet te verontschuldigen. Ook andere mis schien wel alle landen zijn aan deze autar kische neigingen niet vreemd en daaronder zijn er een groot aantal, welker rijkdommen aan grondstoffen enz. ongetwijfeld veel en veel kleiner zijn dan in Rusland. De buiten- landsche handel van Sovjet-Rusland is ge heel en al in handen van den Staat. Verhalen die zelfs nu nog wel de ronde doen, alsof in die principieele verhouding wijziging ge komen zou zijn, moeten categorisch worden tegengesproken. De buitenlandsche handel is een staats-handel. Deze dateert van 1918, al was er toen natuurlijk geen sprake van, dat deze nieuwe vorm geheel kon worden inge voerd en toegepast. Op dit oogenblik is er een 20-jarige ervaring en kan men de resultaten overzien. Het .systeem is in die twintig jaren ook gewijzigd. In de eerste jaren, tot ongeveer 1928, was er aan den particulieren handels man in de Sovjet-Unie nog een zekere rol toebedeeld, al was de beteekenis daarvan be trekkelijk gering. Het was de periode, die be kend staat als de jaren der NE.P. (Nieuwe Economische Politiek). Een radicale wijziging kwam in 1928 tot stand, het beginjaar van het Eerste Vijfjarenplan (1928—1932). De periode van de bevordering der groot-industrie. Toen ik enkele jaren geleden zelf gedurende een maand door de Sovjet-Unie reisde, heb ik herhaaldelijk geïnformeerd bij onze vriende lijke begeleiders, waarom het eerste Vijf jarenplan zich niet met de voedingsmiddelen en de kleedingindustrie bezig had gehouden. Het daarop ontvangen antwoord was vrijwel overal hetzelfde. Omdat men bevreesd was voor Japan. Hoe het zij, in 1928 namen de regeeringsinstanties den buitenlandschen handel geheel over en was het met het par ticuliere zaken-doen afgeloopen. De industrialisatiejaren kenmerkten zich door import van machines, technische krach ten enz., export van Russische granen, ter wijl groote credieten werden verstrekt. Uit eigen ervaring weet ik, dat in die jaren ook reeds de autarkische neiging in Rusland over- heerschte en dat aan menigen technischen buitenlandschen medewerker was aangezegd, dat hij over een bepaalden tijd Rusland moest verlaten, omdat men dan voldoende bekwame arbeidskrachten uit het eigen land zou heb ben. Zoo werd de nieuwe vijf-jarige periode Ingeluid, de jaren 1933—1937, die men de land- bouw-jaren zou kunnen noemen en waarin de mechanisatie op dat gebied voortschreed. Of daarbij de resultaten wel in overeenstemming waren met de gekoesterde verwachtingen valt te bezien. Inmiddels wist Sovjet-Rusland in 1933 een actieve handelsbalans en in 1935 een actieve betalingsbalans te bereiken. Blijkens de statistische gegevens, welke het Russische bureau voor de Statistiek ver strekt, ontwikkelde het Russische handelsver keer zich als volgt: 1933-1937 1928-1932 1918-1928 Export 8.696.9 18.175.3 12.023.9 Import 6.294.1 20.592.5 14.429.0 Saldo 2.402.3 2.417.2 2.405.1 (in millioenen Roebels) De financieele positie is gunstig, indien men bedenkt, da't alle wissels werden voldaan en de schulden, tot 1937 gemaakt, zijn gedelgd. De buitenlandsche handel van Sovjet-Rusland is op het oogenblik op contante basis inge steld. Ontegenzeggelijk hebben ae beide Vijf jarenplannen ook niet nagelaten radicale wij zigingen tot stand te brengen in de positie van het Russische handelsverkeer. Ons land en Rusland. Hoe heeft zich nu het handelsver keer ontwikkeld tusschen Sovjet-Rusland en ons land met zijn overzeesche ge bieden? Onze regeering onderhoudt zooals bekend, geen officieele relaties met Rusland. Eenerzijds is bij herhaling betoogd, dat daar door het handelsverkeer ongunstig is be ïnvloed. anderzijds staan zij, die van oordeel zijn. dat daarvan geen sprake is. In het afgeloopen jaar nam Nederland de vierde plaats in, met een percentage van 7.8 van d^n Russischen Import en 6.5 procent van den Russischen export. Ons land importeert uit Rusland in hoofdzaak: granen, hout. ge droogde vruchten, petroleum enz. en expor teert baggermolens, schepen, machines, che mische producten, haring enz., terwijl onze overzeesche gebieden in hoofdzaak thee. ki nine. rubber enz. invoeren. De poging van Ne- derlandsche zijde gedaan om Rusland te in teresseeren voor den afzet onzer land- en tuinbouwproducten zijn mislukt. De belang stelling gaat in de eerste plaats uit naar in- dustrieele producten en de sedert September 1937 vei'kregen opdrachten tot een waarde van circa 29 millioen gulden beteekenen voor ons land een belangrijke werk-verruiming. Het artikel haring maakt daarop een uitzonde ring. Hoe de ontwikkeling van het handelsver keer in de komende jaren zal zijn, is moeilijk te voorspellen. De verbetering van het indus- trieele apparaat in Rusland, de geleidelijke opbouw van het agrarische leven en de nei ging tot zelf-voorziening zullen ongetwijfeld hun invloed uitoefenen. Niemand kan met eenige zekerheid voorspellen, of de Russische theecultuur binnen afzienbaren tijd in staat zal blijken te zijn onze Indische thee van de Russische markt te verdrijven, al komt het mij voor, dat de Russische aanplantingen, welke ik in de Kaukasus-omgeving bezocht, ver achter staan bij de goed verzorgde on dernemingen in onze Preanger regentschap pen. Intusschen kunnen wij zeker dankbaar zijn, dat op dit oogenblik Rusland voor bepaalde nationale producten nog altijd een niet te versmaden afzetgebied is. MOLLERUS. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP VRIJDAG 2 SEPT Progr. 1: Hilversum II. Progr. 2: Hilversum I. Progr. 3: 8.— Keulen 10.20 Parijs Radio 11.20 Droitwich, 12.05 Radio PTT Nord, 12.20 Ned. Brussel 1.50 Droitwich 5.50 Keulen, 6.20 Droit wich, 6.45 Fransch Brussel, 7.20 Keulen, 8.20 Fransch Brussel 9.20 Ned. Brussel 10.50 Keulen Progr. 4: 8.— Ned. Brussel 9.20 Diversen 10.35 London Regional 12.50 Droitwich 1.20 London Regional 5.20 Parijs Radio, 6.20 Ned. Brussel 7.05 Droitwich. Progr. 5 8.007.00 Diversen. 7.Eigen gramofoonplatenconcert. Zangprogramma 1. The girl in the little green hat. The Rhythm Kings. 2. Un violin dans la nuit. Miss Bartira. 3. Wo ist der Mann, Marlène Dietrich 4. Trees, Alfred Piccaver. 5. Ce sont des mots, Cora Madon 6. Ungeduld, Joseph Schmidt 7. Ein Lied aus meiner Heimat, Rich. Tauber 8. New Moon, Light Opera Company. 9. If I'm dreaming. Denis Gonet. 10. Ich habe vielleicht noch nie geliebt, Zarah Lean der 11. Seven little steps to heaven, The Rhythm Kings. 12. Chante Gitana, Miss Bartira 13. Te dis pourquoi je t'aime, Cora Madon 14. The song of songs, Alfred Piccaver 15. Warum warum hast du mir Weh ges tan, Tatjane Birkigt. 16. Standchen, Joseph Schmidt. 17. Es war einmal ein Baby, Rich. Tauber. 18. Merci mon ami, Zarah Leander. 8.0012.Diversen. Geslaagde excursie van Mannen koor „Caecilia" naar België. Men schrijft ons: Het mannenkoor „Caecilia" heeft, zooals sommigen onzer lezers reeds bekend zal zijn, een drie-daagsche tocht naar de Ardennen on dernomen, die in meer dan een opzicht volkomen geslaagd is. Zondag j.l. werd met drie comfortabele bussen van de „Storm vogels" te IJmuiden vertrokken. Nadat te Eindhoven de lunch was gebruikt en te Luik op aangename wijze een half uurtje was ver poosd, bereikte het gezelschap tegen zessen Bomal, het einddoel van de reis. „Caecilia" werd daar opgewacht door den burgemeester en wethouders en door het bestuur van de plaatselijke Vereeniging voor Vreemdelingen verkeer. Onze zangers en zij, die hen vergezel den, werden in een speciaal daarvoor inge richte localiteit officieel door het Gemeente bestuur ontvangen. De burgemeester hield een toespraak, waarin hij hen in de eerste plaats welkom heette, er zijn voldoening over uit sprak, dat juist zijn gemeente als einddoel was uitgekozen en verder uitweidde over de betee kenis, die excursies als „Caecilia" thans had ondernomen, konden hebben voor de goede betrekkingen tusschen Holland en België. De voorzitter van „Caecilia", de heer Broek- meyer, dankte in zijn wederwoord voor de hartelijke ontvangst en voor de groote wel willendheid en voorkomendheid, die van de zijde van de Vereeniging voor Vreemdelingen verkeer ontvangen was. Nadat de eerewijn was rondgegaan, begaf het gezelschap zich naar het kleine kerkje, waar de heer Broekmeyer, namens „Caecilia" bloemen neerlegde ter plaatse, waar een ge denkplaat was aangebracht voor die inwoners van Bomal, die in den wereldoorlog gebleven waren. De oogenblikken van stilte, die volg den, waren treffend en ontroerend Nadat 's ochtends een wandeling gedaan was door de naaste omgeving van Bomal, werd 's middags een autotocht ondernomen door de Ardennen. Te Durbuy, waar men de komst van „Caecilia" vernomen had, werd gepauzeerd en op verzoek wat gezongen. Er was juist ker mis, doch dat maakte geen bezwaar. De elec- trische stroom werd even uitgeschakeld, zoo dat alles stil stond en ieder kwam luisteren naar den zang van ons mannenkoor. Het be stuur werd daarna ontvangen door den bur gemeester en de Vereeniging voor Vreemde lingenverkeer. Teruggekomen te Bomal werd aan de boor den van de Ourthe gezongen. Den 3Gsten werd de terugtocht weer aan vaard. Na een oponthoud te Namen en een geanimeerde lunch te Brussel, bereikte het ge zelschap Rotterdam waar een wei-verzorgde tafel wachtte. Er werden natuurlijk nog eenige hartelijke woorden gesproken en te middernacht bereikte het gezelschap, mis schien wel wat vermoeid, maar toch zeer vol daan, weer Haarlem. „Caecilia" dat, zij het op bescheiden wijze, iets van den goeden Hollandschen geest, te Bomal heeft overgebracht, hoopt het volgende jaar de Hollandsche kleuren te verdedigen op het groote internationale concours dat te Luik gehouden wordt. Er zijn reeds besprekingen gevoerd en, wanneer de voorteekenen niet bedriegen, zal het volgende jaar weer een vreedzame driedaagsche veldtocht naar onze Zuidelijke buren worden ondernomen. Dat het bezoek van „Caecilia" wel sterk de aandacht getrokken heeft, moge blijken uit het volgende berichtje in de Luiksche bladen: Dans le Luxembourg. Visite d'une chorale hcllandaise. Dimanche 28, a 17 heures, une chorale hollandaise sera regue officiellement par les autorités locales. Suivra une cérémo nie au mémorial de la guerre. Cette réception est plagée sous le signe de l'amitié belgo- hollandaise. (Uit Luxemburg. Bezoek van een Hollandsch zangkoor. Zondag 28 Augustus te 5 uur zal een Hollandsch zangkoor officieel door het ge meentebestuur worden ontvangen. Vervolgens zal een plechtigheid bij het oorlogsgedenktee- ken plaats vinden. Deze ontvangst zal geschie den ter versteviging van de Hollandsch-Bel- gische vriendschap). „J. J. Cremer". Toestand In 1937 gaf voldoening. Maandagavond had in hotel „Lion d'Or" de jaarlijksche algemeene vergadering plaats van de Kon. Letterlievende Vereeniging „J. J. Cre mer" onder leiding van den heer W. Kruys- hoop. Na een openingswoord van den voorzitter bracht de secretaris, de heer H. E. Bakker, een uitvoerig verslag uit van den toestand en de werkzaamheden der Vereeniging over het 36e vereenigingsjaar, waarin o.a. werd geme moreerd het verscheiden van mevrouw douairière H. van Riemsdijkde la Bassecour Caan als eere-lid en den heer H. K. M. Koo- renblik, lid van verdienste. Niettegenstaande de tijdsomstandigheden voor het vereenigingsleven nog steeds moeilijk zijn, mocht „Cremer" met voldoening op het afgeloopen jaar terugzien. Het ledental toon de neiging tot vooruitgang. Voorts werd hulde gebracht aan de werkende leden voor hunne buitengewone prestatie, getuige het groote succes behaald in de tooneelwedstrijden te Medemblik en 's-Gravenhage. Uit het financieel verslag van den penning meester kon geconstateerd worden, dat de fi nancieele positie der vereeniging gunstig was, zoodat het seizoen-programma volledig ten uitvoer kon worden gebracht. Aan secretaris en penningmeester werd, on der instemming der vergadering, dank ge bracht voor hun werkzaamheden. De begrooting voor 1938 39 werd goedge keurd en was gebaseerd op 5 voorstellingen in den Stadsschouwburg, benevens een kien- avond, alle gevolgd door bal in het Kegel gebouw. De periodiek aftredende bestuursleden K. Bakker, J. S. de Bruyn en P. de Wit werden bij enkele candidaatstelling herkozen, terwijl in de bestaande vacature tot nieuw bestuurs lid werd gekozen de heer C. J. Landman. HAARLEMSCHE HUISHOUD- EN INDUSTRIE SCHOOL De opleidingen en cursussen der Haarlem- sche Huishoud- en Industrieschool beginnen weer met Sept. Er bestaat nog gelegenheid om leerlingen op te geven. Een loterij, waarbij geen niet bestaat, Want aller prijs, dat is de goede daad Verloting Brederode-duin (Adv. ingez. Med.) Afscheid Voorgoed. door Quien Sabe. IN het huis was het enerveerende gerucht van vele menschen, die zoo stil mogelijk onvermijdelijke werkzaamheden verrich ten. Zijn zuster en zijn buurvrouw waren nog boven, bij zijn vrouw, bij wat zijn vrouw geweest was. De bejaarde dokter kwam juist de trap af. Gaat u voor, wees hij den arts met een rustig gebaar. De dokter greep hem ech ter bij den arm en schoof hem voor zich uit de kamer in. Zachtjes sloot hij de deur. Alsof mijn vrouw anders wakker zou worden, dacht hij. „Ga nu maar even zitten", zei de dokter. Hij keek den ander met bezorgde oogen aan. Hij kende die starre zenuwspanning, die ge broken moet worden, wil zij geen letsel ver oorzaken voor het verstand, uit een jaren lange beroepservaring. „Toen was zij zeker nog héél jong?" pro beerde hij, wijzend op het groote schilderij, dat boven het dressoir hing. De ander keek naar het schilderij alsof hij het nog niet eerder gezien had. Het toonde een smal gezicht met een glimlach, die nooit voltooid scheen te zullen worden, om de hoe ken van den kleinen mond. Het gewelfde voorhoofd werd vrijgelaten door de donkere, even-gekrulde haren, de oogen schenen hem met een zekere verstandhouding aan te zien. „Negentien jaar", antwoordde hij dan. Hij voelde, dat hij heel langzaam moest spreken. Toen men hem des middags had op gebeld, dat zijn vrouw van haar fiets was ge vallen, vlak voor hun woning, en ernstig aan het hoofd gewond was binnengedragen, was er iets in hem bevroren. Hij had toen geen antwoord kunnen geven, al zou hij graag heb ben gevraagd, of zij dood was. Hij was ge gaan zonder iets te zeggen, het personeel had hem bevreemd nageziea. later door omwo nenden ingelicht. Ontsteld hadden zij den verderen dag allen arbeid gestaakt, maar dat wist hij niet. Als een goed geolied mechaniek was hij huiswaarts gegaan, vlug, maar niet overhaast. Hij wist innerlijk toch met groote zekerheid haar niet meer levend te zullen zien. Thuis was de dokter hem tegemoet getre den, achter hem stonden de buurvrouw en de meid, rood behuild, snikkend, haar ontstel de monden verborgen achter haar handen. Als ik nu maar kan praten, dacht hij en hij probeerde het. „Is zij dood?" vroeg hij en hij hoorde zelf den vreemden klank in zijn stem, een heeschheid aan de grens van overslaan naar een falset. De dokter knikte. „Zij is zoo juist gestorven", sprak hij zachtjes. Hij was naar boven gegaan, gevolgd door den ouden huisarts alleen. Zijn hart klopte hoog in zijn keel toen hij de slaapkamer bin nen trad, automatisch even met zijn knie de deur beroerend, omdat deze klemde. Op het kussen lag het hoofd van zijn vrouw, heel anders dan wanneer zij sliep. Zij placht te slapen op haar zijde, haar beenen hoog op getrokken, weggedoken tusschen kussen en de kens. Nu was zij, hij zag het, neergelegd. Haar gelaat was ongerept, bleek, blauw de le den over de geloken oogen. het haar van voorhoofd en slapen weggestreken. Hoe kan zij nu dood zijn, dacht hij, zij is niet eens gewond. En zonder haar aan te raken, zijn oogen gevestigd op het vertrouwde gezicht, dat nu zoo vreemd geworden was, vroeg hij den dokter, zich weer dwingend langzaam te spreken: „Waarom is zij dood?" „Het was een schedelbaslsbreuk", ant woordde de arts. En omdat hij dat gewoonlijk zeide voegde hij er aan toe: „Ze is direct be wusteloos geweest en zonder het te weten In geslapen". Hij had geknikt en de kamer voorzichtig verlaten. Van alles had hij vervolgens gere geld, hij had haar en zijn familie In kennis gesteld, de zoon van zijn buurman had wat telegrammen weggebracht, hij zelf had links en rechts getelefoneerd, heel rustig, alsof het hem eigenlijk niet zeer aanging, doch met een wonderlijk gevoel van een kille leegte ergens binnen in hem, maar dat merkte, meende hij, niemand. Dat gevoel van leegte verwonderde hem niet, hij dacht, zij hebben daar mijn vrouw weggenomen. Doch het was alsof hij een ander analyseerde. Zelf herinnerde hij zich niet eens haar stem meer, stond terzijde als een gepreoccupeerde toeschouwer, kramp achtig, doch tevergeefs het verdriet begeerend in ruil voor de vreugde, die zijn vrouw hem bij haar leven had geschonken. Doch dit ver lossende verdriet was niet gekomen. Nu keek hij naar het schilderij en zeide: „Toen waren we net verloofd". De dokter knikte peinzend. Als er nu maar tranen kwamen, dacht hij. Nu moest hij gaan, maar straks, overlegde hij plichtsgetrouw bij zichzelf, kom ik terug. Hij was meer dan an ders begaan met dezen verstrakten man, die niet huilen kon. „Ik laat u uit", kondigde de ander aan. In de gang hield hij den korten jekker van den arts op. En terwijl hij den al wat strammen, ouden man in zijn jas hielp keek hij naar de smet- teloos-wit gelakte tochtdeur naar de vesti bule. Hij keek naar een paar zwarte krassen en strepen, onderaan bij den hoek en bedacht hoe zij dien morgen toen zij hem uitliet, de laatste maal dat zij elkaar zagen, de deur weer met den voet had opgeduwd, omdat zij haar kimono aan haar hals gesloten placht vast te houden. Voor de zooveelste maal, ter wijl hij haar zoo dikwijls had gewaarschuwd de verf toch te sparen. Hij hoorde Zichzelf vanmorgen zeggen: „Gebruik toch eens eindelijk je handen voor die deur!" „Je verstand bedoel je!" had zij, glim lachend als een betrapt kind geantwoord. En toen had hij haar zijn gewone afscheidskus gegeven. Hij keek naar die krassen in de witte verf en "opeens drong het tot diep in hem door dat er nooit meer een kras bij zou komen. Heet welden de tranen op in zijn starende oogen, zij vulden de leegte en verwarmden de kilte in hem, moeilijk wrongen de snikken zich uit zijn borst. Opgelucht en toch geschrokken keerde de dokter zich om, hij legde zijn arm om zijn schouders, hij had hem al onder behandeling gehad toen hij nog maar een jongen was. Hij hield hem zwijgend in vasten greep en terwijl de ander bij hem, grijzen man, zijn leed uit huilde, bedacht hij hoe hij de doode vrouw daar boven indertijd zelf nog ter wereld had geholpen, het was zoo'n nietig kind geweest. En samen weenden zij daar in de half-don- kere gang, de oude arts verscholen, de ander onbedwongen, voluit, overstelpt door de ein- j delijke wetenschap dat hij nu zoo alleen was achtergebleven. (Nadruk verboden. Auteurs recht voorbehouden). Een actueel onderwerp in zooverre, dat wé binnenkort weer volop in het najaar, dus in de veranderingen en verbeteringen van den tuin zitten. Terwijl de zomervacantie met al de nieuwe indrukken, ook op tuingebied, nog maar juist achter ons ligt. Misschien hebben we ergens zoo'n aardig muurtje gezien mis- schen ook hebben we ons geërgerd aan de domme manier, waarop men hier of daar een tuin probeerde te „moderniseeren" en onbe wust tot wonderlijke resultaten kwam Makkelijk is het immers lang niet, het ma ken van een muurtje. Zoo vaak vergeten we, dat een muurtje zin moet hebben; dat het aansluiten moet bij een bestaand bouwwerk, of ver van het huis af beteekenis moet hebben, als keermuur, om een terras op te vangen, als afsluiting van een verdiepten tuin. „Zoo maar" een eindje muur tusschen de planten blijft een mal ding. Maar hoe vaak vergeten we dit? Er zijn twee soorten muurtjes. Echte, los staande en muurtjes die een ruggesteun van grond hebben doordat ze een terras afsluiten. Met de begroeiing van de eerste soort, die trou wens het minste voorkomt, is niet zoo gemak kelijk wat te beginnen, tenzij de achterkant permanent in de schaduw staat. Dan zullen misschien in de klei, waarmee de steenen ge voegd zijn en in de kleiproppen, die de ruimte van een hier en daar weggelaten steen vullen, wel enkele heel sterke rotsplanten willen groeien. Maar in 99 van de 100 gevallen gaat het om een stapelmuurtje in een verdiepten tuin, dus een muurtje met grond achter zich. Hierin vinden de planten voldoende vocht en voedsel en zulke muurtjes kunnen er na een paar jaar alleraardigst uit gaan zien. Maarhet is niet ieders werk, zoo'n sta pelmuur te bouwen. Het begin van alles moet zijn een solide fundament; zonder dat gaat alles na een jaar of wat verzakken en krijgen de eerst strakke lijnen der voegen een golvend aspect. Een goed fundament dus, met kalk gevoegd, en daa~v de steenen; in de lengte want het wordt een halfsteens muur. Een. steensmuur zou veel te dik worden en de plan ten zouden nooit met hun wortels de achter liggende aarde kunnen bereiken. Nu moeten we zorgen, dat de staande voegen nooit alle in een lijn komen te liggen en om het muurtje niet te saai van uiterlijk te maken nemen we af en toe eens een steen met het kopeinde naar voren; dat geeft tegelijk wat stevigte en sa menhang met den grond erachter. Hoe hoo- ger we komen, hoe hooger de grond erachter ook wordt opgevuld; stevig aandrukken, want als er verzakkingen komen of holten waarin zich later ongedierte komt vestigen zijn we nog niet gelukkig. Van de tweede of derde laag steenen af beginnen we meteen de plantjes te plaatsen. Plat, met uitgespreide wortels leg gen we ze op de steenen, vooral zoo dat de wor telhals niet buiten het verticale vlak steekt; zoodra we in de volgende laag boven het plantje komen, laten we een halve steen vrij. Daar we tegelijk met het bouwen van het muurtje den grond erachter opvullen, krijgt het plantje direct voldoende aarde. De wortels liggen dus grootendeels in de aarde achter het muurtje, de wortelhals bevindt zich zoowat in de vrijgelaten muurholte en het plantje zelf hangt eruit. Nu spreekt het wel vanzelf, dat we bij het bouwen van ons muurtje, zoodra we aan de hoogte toe zijn dat we plantjes gaan inleggen, geen kalkspecie gebruiken, maar een mengsel van klei, koemest en wat water, zoodat er een taaie brij ontstaat. Dit mengsel laat, in tegen stelling met kalkspecie, toetreding van lucht toe en de voegen worden ook niet te smal; spoelen de regens er misschien wat van weg, dan kunnen we met wat slappe klei de zaak gemakkelijk weer bijvullen. En tenslotte moet ons muurtje wat achter over hellen; dus tegen den achterliggenden grond aan. Dat is beter voor den regen en ook met het oog op het werken van den grond er achter. Het slot is, dat we het muurtje afwer ken met een (met kalkspecie gemetselde) rol laag. Daar kunnen we dan later plantjes vlak achter in den grond zetten, die er over heen gaan hangen. Het mooiste materiaal is en blijft baksteen, en dan bij voorkeur iets van een mooie oude afbraak; kleine, oude verweerde steenen. De moderne handvorm-steenen met hun mooie donkere kleur en gegroefd opper vlak zijn ook goed bruikbaar. L. S. "T\e schitterende hoofdprijzen van deze groote Palmolive wedstrijd zijn gemakkelijk te winnen! Ook morgen moet iemand Dit is alles wat U te doen heeft 1Maak slechts deze zin af (maximum dertig woorden) Ik geej de voorkeur aan Palmolive zeep 2. Haal bij Uw winkelier vijf stukken Palmolive zeep van 12 y2 cent. U ontvangt van hem een inschrijf-formulier. 3. Stuur het ingevulde formulier aan Palmolive, Postbus 635, Amsterdam C., met 5 zwarte Palmolive-bandjes. 4. Elke inzender die twee postzegels van 5 cent bijvoegt, ontvangt behalve zijn kans op de hoofdprijzen het omdatin kleuren gedrukte Uitknipboek Er wordt niet gelet op mooi proza. Vertel het ons in Uw eigen woorden. van de Vijfltng Dionnc, nieuwe uitgave (waarde 25 cent). Wacht nu nietHaal vandaag nog Uw inschrijf-formulier (Adv. Ingez.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 12