i
HET MYSTERIE
VAN SUNNY SIDE.
j*\ De vorstelijke familie woonde Woensdagavond in het gebouw
van Kunsten en Wetenschappen te Den Haag de gala-première
van .1813" bij
Op het Helden der Zee-plein te Den Helder had Woensdag een groote
parade plaats, waarbij de troepen door den commandant der marine, schout
bij-nacht H. Jolles geïnspecteerd werden
Een scène uit „1813", van welk stuk bij het Resi
dentie Tooneel Woensdagavond in het Gebouw
van Kunsten en Wetenschappen te Den Haag de
gala-première ging in tegenwoordigheid van de
koninklijke tamili*
Een getrouwe copie van de
vloot, waarmede Piet Hein in
1628 uitvoer en de Zilver
vloot veroverde, ging Woens
dag te Rotterdam voor anker
Op het peristyle van den Stadsschouw
burg aan het Leidscheplein te Am
sterdam werd Woensdagmorgen ter
inleiding van Koninginnedag koraal-
muziek ten gehoore gebracht
In de studio van het hoofdkantoor der
P.T.T. te Den Haag. Links naast H. M.
de Koningin, die Haar radio rede uit
sprak, onderscheidt men dr. ir. M. H.
Damme, directeur-generaal der P.T.T.
De jaarlijksche parade, welke op Koninginnedag op het Malieveld te Den
Haag werd gehouden, werd door vele autoriteiten bijgewoond, onder wie de
commandant van het veldleger, luit generaal J. J. G. baron van Voorst tot
Voorst (links)
De vorstelijke familie met den burgemeester van Den Haag, mr. S.
J. R. de Monchy op het balcon van het paleis aan het Lange Voor
hout in de residentie tijdens de aubade voor H. M. de Koningin
Een der grootste Rotterdamsche kranen, die geheel „verzilverd" is en als
eerepoort bij het bezoek van H. M. de Koningin zal dienst doen, werd
Woensdag naar haar ligplaats op de Maas gesleept
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
HECTOR JENNINGS.
40)
Woensdagavond, dus den avond nadat Riggs
bij ons was geweest, ontmoette Jamieson, die
pogingen gedaan had om Louise te spreken te
krijgen, maar niet geslaagd was, bij het hek
van Sunnyside een man, die er net zoo vuil en
haveloos uitzag als het heerschap, dat in Alex'
handen was gevallen. De man kende den
detective en hij gaf hem een groezelig stukje
papier, waarop de volgende woorden gekrab
beld waren: „Hij is in het Stadsziekenhuis in
Johnsvüle".
De landlooper die het papier bracht deed
het voorkomen, alsof hij verder van niets
afwist. Hij had het papiertje door bemid
deling van een kameraad uit Johnsvllle ge
kregen met de opdracht om het hier af te
geven.
Jamieson belde het ziekenhuis op. terwijl
wij om hem heen stonden en toen er geen
twyfel meer mogelijk was aan het feit dat
Halsey zich inderdaad daai bevond en dat hij
waarschijnlijk herstellen zou. lachten en
schreiden wil tegelijk Tk gaf Liddy -en zoen
en ik heb vreeselijke oogenblikken doorge
maakt, toen ik mij later herinnerde dat ik in
mijn verbouwereerdheid Jamieson ook gekust
had.
Dienzelfden avond nog, om ell uur. ging
Gertrude met den nachttrein op weg naar
iakuaaville, drie honderd tachtig mijl weg:
Rosie vergezelde haar. Het personeel bestond
nu alleen uit Mary Anne en Liddy, terwijl de
vrouw van den hulptuinman zoo nu en dan
een handje kwam helpen. Warner en de
detective woonden in de tuinmanswoning,
zoodat die niet veel last gaven. Uit hoogach
ting van Liddy waschten zij eens per dag het
vaatwerk om en zij kookten zoo'n beetje hun
eigen potje.
Toen Gertrude en Rosie weg waren, de an
deren zich teruggetrokken hadden en Winters
zijn post aan de wenteltrap betrokken had,
kwam Jamieson met een gewichtig gezicht
op mij af.
Juffrouw Innes, zei hij, terwijl hij me
staande hield, toen ik naar boven wilde gaan,
hoe is het vanavond met uw zenuwen ge
steld?
Ik voel niet, dat ik die bezit, zei ik opge
wekt; nu Halsey terecht is en buiten ge
vaar is, zijn mijn zorgen voorbij.
Ik bedoel, vervolgde hij, of u zich
sterk genoeg voelt om iets heel ongewoons te
ondernemen
Voor mij zou het meest ongewone een
rustige nacht zijn. Maar als er iets gebeuren
gaat. bij ik van de partij.
EU* gaat iets gebeuren, zei hij, u bent
de eenige vrouw die ik ooit bij zooiets zou
meenemen. Vraagt u mij niets, juffrouw In-
nes. Trek stevige schoenen aan en oude don
kere kleeren en bereidt u zich er op voor over
niets verbaasd te zijn.
Liddy sliep den slaap der .rechtvaardigen
toen ik boven kwam en zonder haar wakker
te maken, verkleedde ik mij. Jamieson wachtte
in de hall en tot mijn verbazing zag ik dokter
Steward bij hem staan Ze stonden vertrouwe
lijk met elkaar te praten, maar toen ze my
zagen aankomen, zwegen ze. Er moesten nog
enkele dingen gedaan worden: alle sluitingen
nog eens nagezien. Winters moest dubbele
waakzaamheid worden ingeprent en nadai
we het licht in de hall uitgedraaid hadden
slopen wij in de duisternis door de voordeur
naar buiten.
Ik vroeg niets. Ik voelde dat ik het als een
onderscheiding moest beschouwen, dat ik aan
dezen tocht mocht deelnemen en ik wilde de
twee heeren toonen, dat ik even zwijgzaam
kon zijn als zij. We liepen de velden door;
baanden ons een weg door struikgewas, klom
men zoo nu en dan over een hek en stapten
soms over smalle slooten. Eenmaal slechts gaf
een van ons drieën geluid en dat was dokter
Steward, die een onderdrukten kreet slaakte,
toen hij tegen prikkeldraad aanliep.
Na een minuut of vijf voegde zich een derde
man bij ons, die zwijgend naast den dokter
voortstapte. Hij droeg iets over den schouder,
maar ik kon niet zien wat. Zoo liepen we een
minuut of twintig voort en ik had er geen
flauw idee van waar we ergens waren en wat
het doel van deze nachtelijke expeditie kon
zijn. Eenmaal maakte ik een misrekening toen
ik over een sloot moest springen en ik kwam
met mijn teenen in het water terecht. Maar
ik was zoo vervuld van het avontuur dat ik
welgemoed voortliep terwijl het water uit mijn
schoenen siepelde.
De dokter hijgde toen we eindelijk bleven
staan aan den rand van een vlak stuk terrein,
dat rondom begroeid was met dennen. Ik zag
hier en daar een monument schemeren of een
zuil. Ik hield mijn adem in; we waren op het
kerkhof van Casanova!
Nu herkende ik ook den man die zich bij
ons gevoegd had en wat hij droeg. Het was
Alex, gewapend met twee schoppen. Ik moet
zeggen dat ik mij na den eerste schok van
verbazing heel koel en rustig voelde. We lie
pen achter elkaar de rijen grafzerken door en
in de schaduw van de pas geplaatste granie
ten zuil op het graf van Paul Armstrong
bleven we staan. Ik geloof dat de dokter
neiging had om mij terug te sturen.
Dit is geen plaats voor een vrouw, hoorde
ik hem mopperen, maar de detective zei dat
de toestemming van de autoriteiten vooi deze
onderneming verleend was onder voorwaarde
dat hij getuigen zou meenemen en dat hij zich
geen betrouwbaarder en zakelijker getuige kon
voorstellen dan mij. Bovendien had ik wel
getoond niet tegen een kleinigheid op te zien.
De dokter gaf zich ten slotte gewonnen en
hij trok zijn jas uit en legde die op een steen,
zoodat ik kon gaan zitten.
De drie mannen keken scherp om zich heen,
maar er waren geen ongewenschte toeschou
wers te bespeuren.
Alex en Jamieson staken de schoppen in
het gras en ik moet bekennen dat mijn koel
bloedigheid mij toen verliet en ik mijn gezicht
in de handen verborg. Het was een gruwelijk
oogenblik toen de zware lijkkist opgegraven"
werd; ik voelde dat mijn zenuwen me dreig
den in den steek te laten, maar met een bijna
bovenmenschelijke inspanning beheerschte ik
me.
Toen hoorde ik een zachten uitroep van
den detective en ik voelde den druk van de
hand van den dokter op mijn arm.
Nu, juffrouw Innes, zei hij zacht, als
u even wilt meekomen
Het kostte mij moeite op te staan; leunend
op zijn arm kwam ik bij het geopende graf. De
kist was geopend en een zilveren plaat op
het deksel vermeldde denzelfden naam als op
den grafsteen stond gebeiteld.
Maar het gezicht dat we in het licht van de
lantaarn zagen, was dat van een man, die geen
van ons ooit gezien had. De doode, die hier
te ruste was gelegd, was niét Paul Armstrong!
HOOFDSTUK XXXI.
TUSSCHEN TWEE SCHOORSTEEN EN.
Na de opwinding van den luguberen nach
telijken tocht en de vermoeienis van de wan
deling naar huis met natte schoenen en mod
derige rokken, was ik absoluut op. Ik brak
mijn hoofd met het probleem wat ik met
myn verdronken schoenen moest beginnen
want er was geen plekje in huis dat veilig
was voor Liddy's spiedende blikken en ik besloot,
ze den volgenden morgen „stilletjes" in het
gat te gooien, dat de „geest" in den muur
van de kofferkamer had gemaakt.
Ik viel spoedig in slaap, een slaap vol ver
warde en naargeestige droomen het was
inderdaad geen wonder maar niettegen
staande mijn uitputting was ik weer vroeg
wakker.
En onmiddellijk was ik met mijn gedach
ten weer midden in de tragedie en drongen
allerlei vragen zich aan mij op. Wie was Alex?
Ik geloofde niet langer, dat hij een gewone
tuinman was. Wie was de man wiens lichaam
opgegraven was? Waar was Paul Armstrong?
Was hij er al veilig vandoor met de anderhalf
millioen, die hij gestolen had? Waren Louise
en haar moeder op de hoogte van dit schan
delijk bedrog? Welk geheim had Thomas mee
genomen. in zijn graf en wat wist juffrouw
Watson. Wie was Nina Carrington en welke
rol had zijn gespeeld?
Deze laatste vraag, leek het mij toe, was
beantwoord. Die vrouw had waarschijnlijk iets
gemerkt van het bedrog met het lijk en gepro
beerd daar voordeel uit te slaan. Het "stond
voor mij vast, dat zij bij het gesprek in de
bibliotheek, waarvan Warner een gedeelte had
gehoord, aan Halsey verteld had wat ze wist.
Halsey was 's avonds naar dokter Walker ge
gaan om opheldering te vragen; er had na
tuurlijk een scène plaats gehad en daarna
was hij in de richting van het station gereden
om Jamieson op te wachten en dezen te ver
tellen wat hij gehoord had. De dokter was
lichamelijk en geestelijk een actief man en
was. misschien begeleid door Riggs, wiens ge
weten niet al te nauwgezet was geweest uit
vrees voor ruzie met den dokter, naar de
spoorlijn geloopen en door vlak voor de auto
over te steken of Halsey op een andere manier
aan het schrikken te maken was hij oorzaak
geweest van het ongeluk. En daarop hadden
hy en zijn helpers Halsey in den goederenwagen
neergelegd. Riggs had wel verklaard, dat "hij
daaraan niet „debet" was. maar dat bewees
niets.
.{Wordt vervolgd)