zc
Hommen Co.
De Mode in
Veertig jaren
PLAKT
ER MEE?
MENU VAN DE WEEK
Recepten
Jokt Uw kindje?
DONDERDAG 8 'SEPTEMBER' '1938
HAAREEM'S DAGBEAD
11'
Wie de tentoonstelling van foto's en her
inneringen uit de veertig jaren regeering van
onze Koningin in de Tijdingzaal van ons blad
bezokt, komt onder meer tot de conclusie hoe
zeer de mode zich in dien tijd gewijzigd heeft.
Dat is niets bijzonders, elk overzicht van
eenige tientallen jaren brengt dergelijke gron
dige wijzigingen met zich mee. maar meestal
is men slechts zelden in de gelegenheid zoo'n
duidelijk overzicht te krijgen, als nu het ge
val is.
Het meest opvallende element zijn bij zoo'n
opeenvolging van verschillende modes altijd
de hoeden.
Hoe heb ik ooit zooiets mals op mijn hoofd
kunnen zetten denkt men' en vergeet dat
dit over tien jaar van de mode van vandaag
weer met evenveel verbazing wordt uitgeroe
pen.
Deze omlijsting van het gezicht, die voor een
groot deel het haar bedekt en daardoor het
uiterlijk al sterk verandert, balanceert bij de
eene mode bovenop het hoofd en is nog ge
kroond door een completen bloementuin, ter
wijl ze in een ander tijdperk tot diep over de
oogen wordt getrokken en daardoor een to
taal ander effect teweeg brengt.
Toen onze Koningin geboren werd, droegen
de dames tournures met sleepen, waar zij „de
straat mee veegden", zooals er door de nieuw
lichters van dien tijd, die voetvrije rokken en
verder losvallende kleeding propageerden,
werd beweerd.
Toen het prinsesje elf jaar was, droeg zij
lang, achterovergekamd haar met pony, het
welbekende en voor zoo'n jong meiske zeer ko
ninklijk portret dat op de geldstukken uit die
dagen staat afgebeeld
Lage schoenen kende men in dien tijd niet,
hooge knoopschoenen voor dames waren de
aangewezen dracht: de schoenenwinkeliers
behoefden zich weinig bezorgd te maken om
variaties in uiterlijk, als de modellen maar
goed waren kwam het allemaal op hetzelfde
neer.
In 1895 werden strakke voiles om de hoe
den gedragen: het „credietlapje" werd het
weieens spottend betiteld, en de japonnen ver
toonden een wijde bovenmouw en een nauw
sluitende ondermouw, Twee jaar later is dat
langzamerhand veranderd in een geheel glad
de mouw met een kop er bovenop.
Zooals we dat nu kennen zult u wel
licht denken, maar onze mode geeft een ver
breeding van den schouder, die van 1897 een
verhooging.
Na 1900 wordt de mode stijf en stijver: hooge
boorden, wijde mouwen, vallend over een lange,
nauwsluitende manchet, en bovenal kantbe
legsels, een mode die èn de opgenaaide kant èn
de stof daaronder grof maakt, en die in dien
tijd niet door iedereen slaafs werd nage
volgd. Wie het aandurfde, knipte de stof on
der kant en belegstukken en tusschenzetsels
weg, wat een veel luchtiger indruk maakte.
Om en bij 1908 verschenen toen de schuiten
van hoeden, de veelbespotte, die, met ettelijke
lange hoeden&pelden vastgelegd, toch nog
uitermate wankel op het hoofd balanceerden.
1911 zag de kleinere pothoeden en de zeer,
zeer nauwe rokken verschijnen, die soms nau
welijks ruimte tot loopen lieten, alleen maar
zoo'n beetje trippelen.
En toen kwam de oorlog die met al het an
dere in het leven, ook de mode grondige wijzi
gingen deed ondergaan. Het vrouwelijke ele
ment ging eruit, we werden practisch: hemd
jurken, dat wil zeggen rechte hesjes, die door
een ceintuur eenig model moesten verkrijgen,
een tijdje zelfs imitatie van heerenkleeding,
korte en kortere rokken, lage taille, kortge
knipte jongenshoofden.
Dat op al dit onflatteuze, hoogstens alleen
practische gedoe een reactie moest volgen,
spreekt vanzelf, en wie om zich heen kijkt, kan
zonder eenige moeite constateeren. hoeveel
vrouwelijker de mode van heden is, waarbij ze
toch sportief is gebleven.
Hiermede bedoel ik allerminst, dat onze mode
nu het ideaal zou zijn: ten eerste bestaat dit
niet en bovendien zullen wij ons over vijftien
jaar ook weer over deze mode verwondei-en.
Maar daarbij mogen wij niet vergeten, dat de
mode ontspruit aan den geest die in dat be
paalde tijdvak heerscht, waardoor zij altijd
een reëeler achtergrond heeft, dan men op
pervlakkig weieens zou vermoeden.
Wie de mode beschouwt, beschouwt de geest
van den tijd, en daarom kunnen wij het toe
juichen dat de mode van vandaag weer een
uitgesproken vrouwelijk element heeft en niet
het jongensachtige, dat een zoutelooze imita
tie is van de mode van de andere sexe.
Zoo is er op modegebied in veertig jaren dus
heel wat gebeurd: al deze gebeurtenssen val
len onder de schaduw van de vele en belang
rijke voorvallen in de regeeringsperiode van
onze Koningin, en zij zijn op hun wijze een
uiting van den geest der gebeurlijkheden.
E. E. J.—P.
Hoe we van oud nieuw maken
Nieuw vestje in japon van 't vorige jaar.
Onze serie ideetjes om van oud nieuw te
naken zetten we deze week voort. Wie een
veel gedragen jurk in de kast heeft hangen
kan deze gemakkelijk .als nieuw" maken door
er een aardig vestje in te zetten en wel zoo.
dat het nog altijd zoo moderne bolero-idee
wordt gevormd. De revers worden aan het
vestje geknipt. De knoopen kiest men in de
kleur van de japon.
Een collectie
practisch e
opbergdoozen,
gemakkelijk
zelf te maken
U
Een gezellige rol behang, een rolletje enqua-
dreerband in een bijpassende kleur, wat kra
len of een paar draden raffia, een stel oude
schoenendoozen en het materiaal is er, om
onze bezittingen met een collectie genoeglijke
en practische opbergdoozen uit te breiden.
Schaar, liniaal, potlood en een pot goede
kleefstof worden er bij gehaald en we gaan
aan het werk.
Zullen wij eerst de toiletwattendoos onder
handen nemen? Hiervoor moeten 4 rechthoe
ken van carton geknipt worden van 10 x 16
cM, en 2 vierkanten van 10 x 10 c.M. (één
hiervan moet ongeveer een halve centimeter
langer zijn, dit wordt n.l. deksel. Met strookjes
enquadreerband ter lengte van 10 c.M. wor
den nu de rechthoekjes aan het onderkant
vierkantje geplakt. Het beste gaat dit door
het strookje dubbel te vouwen in de breedte
waarvoor het op beide cartonnetjes even breed
komt te zitten. De nu ontstane wiekenvorm
wordt op den achterkant van het behang ge
legd, nageteekend en nauwkeurig uitgeknipt.
Nu nog een keer, doch thans moet aan één
der rechthoekjes van 10 x 16 c.M. nog een
lengte van 20 c.M. voor het dekseltje aange
knipt worden. Het strookje wordt dus daar
10 x 36 cM. Wij laten het behang weer even
met rust en plakken met strookjes van 16 c.M.
de wanden aan elkaar en daarna het dekseltje
erop. Wanneer de strookjes heel mooi har
monieeren met het behang, worden ook de
hoeken aan den buitenkant zoo omplakt; is
dit echter niet het geval, dan moeten hier
voor reepjes van behangselpapier geknipt wor
den. Ook de zijkanten van het deksel en de
bovenkanten van de doos krijgen een omge
vouwen strookje. De eigenlijke bekleeding
volgt dan: eerst de enkele wiekenvorm aan
den achterkant besmeren met de kleefstof en
heel voorzichtig in de doos aanbrengen. Daarna
de grootere- op den buitenkant, waarbij het
aangeknipte stukje aan den. dekselkant moet
komen en dubbelgevouwen op 10 c.M., met
voldoende vrijheid voor het openklappen, om
het dekseltje heen wordt geplakt. Een aardige
kraal of een gefestonneerd lusje van raffia
zal de finishing touch zijn.
De groote ruime doos voor shawls en mut-
_m is al heel gemakkelijk voor U. U be
houdt den ouden vorm zonder te verknippen:
alleen het deksel wordt veranderd. Dit moet
aan de doos komen te zitten, waarvoor wij
één der lange kanten los maken van de zij
kantjes. Met de nu verkregen nietjes (dit zijn
de ijzeren haakjes, die u er voorzichtig uit
haalde) maken wij den langen kant vast aan
de doos. Dit wordt nog extra versterkt met
strooken enquadreerband en nu hebt u een
prachtig sluitend deksel. Bij het behang knip
pen en plakken moet nu echter wel rekening
gehouden worden met de opstaande randjes,
die aan het deksel zitten.
Voor het vierkanten zakdoekendoosje, dat
verre boven de sachets te prefereeren is. kun
nen wij in de winkels wel iets geschikt krijgen.
Ceintuurs of boorden worden er doorgaans
in bewaard en het zal u graag afgestaan wor
den. Indien U er echter geen zoudt kunnen
bemachtigen, dan moet er weer een oude
schoenendoos aan te pas komen; de maten
zijn 20 x 20 x 6 cJVI.
Met een flink diepe handschoenendoos van
32 x 14 c.M. en een hoogte van 10 c.M. wordt
onze collectie gecompleteerd.
Wanneer U nu nog in iedere doos een heer
lijk geurende sachet aanbrengt zult u ze steeds
met plezier gebruiken.
Zondag:
Nierbroodjes
Blinde vinken.
Andijvie
Aardappelen
Pruimencompote
Maandag:
Gestoofd poulet
Rijst
Gebakken tomaten
Wentelteefjes van
beschuit.
Dinsdag:
Tomatensoep.
Kalfsrollade
Postelein
Aardappelen
Vruchten.
Woensdag:
Vleeschschelpen.
Kropsla.
Eieren
Botersaus
Aardappelen
Rijstebrij.
Donderdag:
Gevulde komkommers.
Biefstuk.
Snijboonen.
Aardappelen
Beschuit met
bessensap
Vrijdag
Gekookte schelvisch.
Aardappelen
Botersaus
Wortelen.
Appelkoekjes
Zaterdag:
Groentesoep.
Broodschotel met
gember
VEGETARISCHE MENU'S.
3. Spiegeleieren
Spinazie,
Gebakken aardappelen
Griesmeelpudding
Bessensapsaus
4. Groentesoep,
Rijstrand met
gestoofde paddestoelen
Appelmoes met
beschuit.
1. Roerei met
peterselie
Gebakken brood
Bloemkool met
tomatensaus
Aardappelen
Vruchten.
2. Risotto,
Kropsla
Pannekoekjes met
gestoofde kwetsen.
Schuimpjes.
Benoodigdheden: 2 eiwitten, 120 gr. suiker,
frambozenessence of mokka-essence.
Bereiding: De eiwitten stijf kloppen in een
kom, de suiker er door roeren en de kom in
een pan met kokend water op het vuur zetten
(au bain Marie). Zoolang blijven kloppen tot
het eiwit heel taai is en niet meer van de
garde afdruipt. De essence er doorroeren. Een
bakblik met boter insmeeren en met bloem
bestrooien. Met een boterspuit of spuitzakje
kleine torentjes spuiten doch bij elkaar op 't
blik. Ze een half uur laten staan op een warme
plaats, dan in een lauwen oven in pl.m. 1 uur
licht van kleur en bros laten worden. Van
binnen moeten ze nog taai zijn.
Geheel naar maat en naar
ieder gewenscht model geknipt
Anegang 38-40
Speciaalhuis inDamesstoffen
(Adv. Ingez. Med.)
Wat wij voor jokken houden, is vaak
slechts een onschuldig en „eerlijk"
fantaseeren.
Ik heb een leelijk trekje
Ontdekt in 't kleine hart
Van ons aanvallig bekje
Dat baart mij groote smart!
OO dichtte reeds de Genestet in een
tijd, toen een bepaalde groep van
godsdienstige menschen de overtui
ging was toegedaan, dat de mensch
van nature goed was. Welk een schrik dus voor
dezen innig liefhebbenden, romantischen va
der, toen hij het bovengenoemde trekje
zou het een leugentje, een driftbuitje, een ge
baar van grof egoïsme zijn geweest? ont
dekte
Wij zijn in dit opzicht wel wat zakelijker en
misschien ook wat reëeler geworden: er zijn
weinigen meer onder ons. die gelooven, dat
hun kinderen in aanleg engeltjes zijn. die dan
gaandeweg door de booze wereld worden be
dorven. tenzij zij het verhoeden!
We schrikken niet zoo hevig meer van een
leelijk trekje, dat wij bij onze kinderen tot
uiting zien komen en misschien staan we zelfs
wel geheel op den bodem der werkelijkheid en
weten we. dat de mensch, en dus ook het klei
ne kind. ja zélfs ook ons kind. van nature ge
neigd is tot alle kwaad. En dat we dus van
een- werkelijk heel leelijk gebrek evenmin mo
gen schrikken als vanonze eigen booze.
minderwaardige en kleinzielige gedachten,
waarvan wij ons zeiven niet kunnen verlossen.
Wanneer we dit weten, hebben we voor de
opvoeding van onze jongste kinderen al veel
gewonnen
Jokt uw kindje? Vertelt het lange verhalen,
waarvan geen woord waar is? Noemt het wit
zwart en zwart wit en dat, terwijl het u met
een paar groote, onschuldige oogen aankijkt?
Vooral met het beschuldigen van een leugen
moeten wij bij kleuters zeer voorzichtig zijn,
We mogen nooit vergeten, dat het kind eerst
moet weten wat jokken is, vóór we hem het
jokken kunnen aanrekenen.
Het rijk der fantasie.
Het jokken bij onze kleuters kan vaak on
rustbarende en verbluffende proporties aan
nemen maar vóór we gelooven, dat ons kindje
werkelijk ingeroest oneerlijk is, moeten we dit
„trekje" eens rustig en zakelijk beschouwen.
Veel van wat voor leugen wordt aangezien,
is fantasie, ja zelfs dichterlijke fantasie van
het kind en het dient deze als werkelijkheid
op. niet omdat het ons wil bedriegen, maar
uitsluitend, omdat het zelf op dat moment ge
looft dat het werkelijkheid is. Het jonge kind
mist nog het vermogen, fantasie en werkelijk
heid scherp te onderscheiden en we mogen
hem dus in de meeste gevallen zeer zeker de
onwaarheden in zijn verhalen niet als leugens
aanrekenen. Frits, vier jaar oud. gaat op een
morgen met een oom en tante wandelen langs
de rivier. Ook Wally. het aardige dashondje
van oom dat Frits' lieveling is. gaat mee. Nu
komt het baasje thuis en vertelt aan zijn
ouders een lang verhaal over alles wat hij
beleefd heeft. Toen ze langs den waterkant-
liepen. dreef een stuk hout voorbij en Wally
die zooveel van zwemmen houdt, sprong in de
rivier om het te pakken. Maar de stroom was
vreeselijk sterk: de hond worstelde tegen de
golven op. maar kon niet meer aan den kant
komen.
Eindelijk sprong een meneer in het water en
wist Wally met levensgevaar te redden. Een
opwindend verhaal, waarover de ouders met
recht verbaasd zijn! Maar als ze den volgen
den dag Oom en Tante spreken, blijkt, dat er
heelemaal niets van waar Is. Fritsje heeft 't
verhaal maar verzonnen en hij zit er nog bij
te lachen bovendien en kijkt onschuldig-ver-
baasd, als Vader hem een schijnbaar wel
verdiende klap toedient.
Is Fritsje zoo'n vreeselijke leugenaar? Neen.
want een oogenblik later bedenkt Tante zich,
dat zij op een plek, waar de stroom heel sterk
Appelkoekjes.
Benoodigdheden: 125 gr. zelfrijzend bak
meel, 2 d.L. melk, 4 mooie zure appelen, zout,
suiker en kaneel, boter of slaolie.
Bereiding: De appelen schillen, boren en in
plakken snijden van 3/4 c.M. dikte.
De bloem aanmengen met het grootste deel
van de melk tot- een dik beslag, het zout toe
voegen en alle klontjes er uit roeren. Dan de
rest van de melk er bij doen. maar zorgen
dat het beslag niet te dun wordt. De plakjes
appel, die er ingedoopt worden, moeten goed
door het beslag gedekt zijn, het mag er niet
te veel af loopen.
De schijven appel door het beslag halen,
boter of slaolie in de koekepan bruin of goed
heet laten worden, de koekjes er in leggen en
niet te vlug bruin en gaar bakken. De appel
moet van binnen zacht zijn. Als ze nog warm
zijn met kaneel en suiker bestrooien.
Risotto (eenvoudig recept.
Benoodigdheden: y2 pond rijst, 6 a 7 d.L.
water, zout, 1 ons boter, 1 groote ui, 1 flinke
eetlepel tomatenpuree, ons geraspte oude
kaas, zout, peper.
Bereiding: De ui heel fijn hakken en in de
helft van de boter lichtgeel fruiten. De gewas-
schen rijst er bij doen en meebakken tot- ze
geel begint te worden. Dan het water en wat
zout toevoegen en de rijst gaar koken (30 mi
nuten). Van het vuur de rijst met een vork
omroeren en vermengen met de rest van de
boter, de tomatenpuree en een lepel van de
kaas. De massa nog even goed verwarmen en
opdoen met een flinke hoeveelheid geraspte
kaas, die op het bord over de risotto gestrooid
wordt. Of met 4 d.L. tomatensaus, die op de
volgende manier gemaakt wordt:
Benoodigdheden: 1 pond tomaten, 1 lepel
boter, maïzena, 4 dU. water (bouillon), pe
per. zout, citroensap.
Bereidin: De tomaten wasschen. in stuk
ken snijden en in de boter 10 minuten smo
ren. Het water (bouillon) toevoegen en de
tomaten gaar koken. Ze door haren zeef wrij
ven en binden met wat aangemengde maizena.
Opsmaak afmaken met peper, zout en citroen
sap.
Risotto (als vleeschpudding).
Benoodigidheden. 2 ons rijst, V» L. bouillon,
30 gr. boter. 1 ui, 50 gr. geraspte kaas. V2 blikje
tomatenpuree.
Voor het vulsel: 1pond ham of 1% ons ham
en 1 ons koud kalfsvleesch, l 1/2 dL. bouil
lon. 15 gr. bloem, 15 gr. boter, zout, peper,
noot, citroensap.
Bereiding: De fijngehakte ui in boter licht
geel fruiten, de rijst meebakken tot ze ook
geel is. de bouillon toevoegen en de rijst gaar
koken uur). Ze vermengen met de ge
raspte kaas en de tomatenpuree tot een sa
menhangende massa. Alles goed warm hou
den.
Voor het vulsel een saus maken van boter,
bloem en bouillon. De klein gesneden ham en
het gesneden kalfsvleesch er door roeren en
alles op smaak afmaken met peper, noot, zout
en citroensap.
De rijst in een vrij dikke laag tegen bodem
en wand van een goed beboterden, gladden,
warmen puddingvorm aanleggen. Het vulsel er
in leggen tot 1 c.M. onder de rijst, een laag
rijst er opleggen en stevig aan de kanten aan
drukken. De risotto dadelijk keeren op een
verwarmden schotel en de tomatensaus (4
d.L.) er bij geven.
was, gezegd heeft: „we mogen wel oppassen,
dat Wally er niet in valt, want hij zou hier
vast niet kunnen zwemmen en dan moest er
nog iemand in het water springen om hem er
uit te halen".
Deze opmerking, bijna alweer vergeten en
voor de volwassenen van weinig belang, heeft
diepen indruk op het kind gemaakt. Hij houdt
toch zooveel van Wally, verbeeldt je eens, dat
het hondje werkelijk in 't water gevallen was!
En van dat moment af is zijn fantasie begin
nen te werken en is het heel verhaal ontstaan,
dat Fritsje thuis verteld heeft. Hij weet wer
kelijk niet meer dat het niet waar gebeurd is.
En nu een ander voorbeeld. Een klein meisje
speelt met een stuk hout, dat ze in een doek
heeft gewikkeld en vertelt aan iedereen, dat
dit haar liefste pop is. Gisteren is ze toch zoo
ongerust geweest, want de pop was erg ziek.
Maar toen heeft de dokter haar weer beter
gemaakt en nu zit ze er weer heelemaal ge
zond uit. .Kijk maar: ze heeft roode kleur
tjes!"
De ouders en kennissen praten natuurlijk
met het kindje mee. Ze vinden het een lief
spelletje en denken er niet aan. het meisje
van jokken te beschuldigen.
En toch moeten in werkelijkheid het verhaal
van den bijna verdronken hond en van de
zieke pop precies gelijk wordea beoordeeld.
Beide kinderen jokken niet. maar fantaseer
den. 't Eenige verschil is. dat het verhaal van
het meisje zóó onwaarschijnlijk is, dat de vol
wassenen het eenvoudig voor een grapje hou
den en dat het verhaal van den jongen waar
had kunnen zijn. Daarom wordt in 't laatste
geval aan een leugen gedacht.
Zoo beoordeelen groote menschen de zaak.
maar het kind denkt zoo niet. Fritsje gelooft
aan de geschiedenis met den hond. het kleine
meisje gelooft aan de ziekte van de pop. Beide
kinderen pn overigens alle kinderen le
ven In een droomwereld, waarin fantasie en
werkelijkheid onscheidbaar zijn dooreenge-
mengd. Dit moeten we goed bedenken, vóór we
onze kinderen van regelrechte leugens be
schuldigen I
Zijden babyjurkjes
Dit aardige babyjurkje (6 tot 8 maanden)
is gemaakt van twee strengen lichtgroen zij
den garen en met pennen no. 2l/2.
Onderaan met het voorpand te beginnen
zetten we 120 st. op en breien 6 pennen recht.
Dan beginnen we met het open patroon en
wel: 4 st. recht, omslaan, dubbel minderen
(1 st. afhalen, 2 tezamen breien, omsl. en de
afgehaalde er overheen), 1 r. omsl., d. minde
ren, omsl., 8 recht en dit telkens herhalen met
8 st. recht tusschen het open patroon. Aan het
eind komen weer 4 st. recht. We breien tel
kens recht terug, de lussen ook. Als we 8 rib
bels boven de onderste streep hebben, minde
ren we in de 8 rechten, door de middelste 2
tezamen te breien en dit herhalen we 5 x tel
kens om de 8 ribbels. Na 46 ribbels beginnen
we met het pasje dat geheel recht gebreid
wordt. We breien eerst 8 pennen recht en
kanten dan voor het armsgat aan weerszijden
5 st. af (2—2—1). Nu nog 34 pennen recht
breien en dan kanten we in het midden voor
den hals 30 st. af en breien de 20 st. aan
weerskanten 6 x op.
De achterkant is gelijk aan den voorkant,
alleen breien we in het midden van het pasje
een splitje.
Mouw
Voor den mouw zetten we 33 st. op en
breien het patroon met 3 rechten tusschen de
open steek. We meerderen om de pen 1 steek
voor en achter aan de pen tot we 53 st. op dc
pen hebben. Vervolgens maken we ineens voor
en achter in st. bij en hebben dan dus 73 st.
Nu breien we nog 14 pennen van het patroon
en minderen in de volgende pen als volgt: 2
tezamen. 1 r., 2 tezamen, 1 r., enz. Nu breien
we nog 6 pennen recht en kanten af.
Kraagje.
Hiervoor zetten we 130 steken op en breien
14 pennen van het patroon met 3 rechten tus
schen de open streep. Nu zoo strak mogelijk
afkanten.
Opmaak.
De deelen worden gestreken en in elkaar ge
stikt op de machine. Voodat het kraagje op
het jurkje wordt gezet moet het eerst mooi
rond worden gelegd en gestreken. Onder het
jukstukje rijgen we een zijden lint waarvan
de einden worden gestrikt.
SP.-TH. j