De wilde Zwanen Uit Haarlem's Gemeenteraad. DOK DERDAG 15 SEPTEMBER 1938 HAARLEM'S DAGBLAD 4 De Raad keurde zooals enkele leden vaststelden „onder protesthet voorstel van B. en Wgoed om te voldoen aan het verlangen der regeering om de opcenten op de Personeele Belasting te verhoogen van 185 op 195. Het voorstel om de propaganda voor de Malthusiaansche middelep strafbaar te stellenwerd opnieuw aangehouden. De raad zal voortaan als regel om de drie weken vergaderen. Adviezen voor het verleenen van ventvergunningen Woensdagmiddag vergaderde de ge meenteraad van Haarlem. De heer Bouman was wegens ziekte verhin derd de vergadering bij te wonen. PUNT 1. Mededeelingen en ingekomen stukken. Mej. E. G. J. Clason vraagt met 1 Nov. eervol ontslag als onderwijzeres aan de Mon tessorischool. Wordt verleend. Schrijven van het college van regenten van het St.-Elisabeth's Gasthuis over het aanblij ven van den directeur, Dr. L. C. Kerssbergen, tot 1 Juli 1939. Wordt voor kennisgeving aangenomen. Winkelopschriften in vreemde talen. De heer B ij v o e t (R.K.) vroeg wat B. en W. willen doen met het verzoek van het Alg. Ned. Verbond om opschriften in een vreemde taal te belasten. De Voorzitter: het voornemen van B. en W. is niet daaraan bijzondere aandacht te wijden. De heer B ij v o e t wees er op. dat het aan tal zaken met buitenlandse he opschriften sterk toeneemt. Voor beteugeling is wel iets te zeggen. De wet maakt dat ook mogelijk. Het nadeel der vreemde woorden burgert helaas meer in. Wie zich de luxe van een buiten- landsch opschrift voor zijn zaak wil getroos ten, moet er maar een financieel offertje voor over hebben. Er is dus wel aanleiding om het verzoek eens nader te bekijken. De Voorzitter: dan hebben B. en W. niets tegen een praeadvies. De heer Noordhoff (S.D.A.P.) ik wensch het college van B. en W. sterkte bij hun studie. Het is een zee om te drinken maar ook om te verdrinken Is kapperssalon ook niet geoorloofd? De heer De Braai (A.R.)Men moet het kwaad niet bestrijden met het te belasten. Hamerstukken. Voorstel van B. en W. tot het beschikbaar stellen van gelden voor leermiddelen voor de bijzondere school aan de Louise de Coligny- laan. Goedgekeurd. Voorstel van B. en W. tot verhooging van het crediet voor het nieuwe gebouw van den Geneeskundigen Dienst. Goedgekeurd. Voorstel van B. en W. tot verkoop van grond. a. Middenlaan (J. Verhagen). b. Ten Katestraat (N.V. Bredero's bouw bedrijf.). c. Planetenlaan (A, P. Winnubst). d. Harmenjansweg (N.V. ten Berge's confec- tie-ündustrie, a, t> en c werden aangenomen, d wordt aangehouden. Voorstel van B. en W. tot aankoop van grond: a. ten Z. van de Brouwersvaart. b. in den Veerpolder. c. Ten N. van de Kleverlaan en ten W. van de Delft. Goedgekeurd. Voorstel van B. en w. om den aanleg van het Rosenhagenplein te wijzingen. Goedgekeurd. Voorstel van B. en W. om het beroep van W. Geerts, inzake de weigering van een vergun ning vor den bouw van een loods aan de Dubbele Buurt af te wijzen. Goedgekeurd. Voorstel van B. en W.om, in verband met de door het rijk gemaakte regeling, premies beschikbaar te stellen voor de verbetering van arbeiderswoningen. Goedgekeurd. Vaste raadscommissies. Voorstel van B. en W. om de vaste raads commissie voor den duur van 4 jaar te ver kiezen. De heer Klein (r.k.) wees er op, dat vroe ger bij de verkiezingen van leden der vaste commissiën uitsluitend gelet werd op de speciale bekwaamheid der raadsleden. Later werd getracht zooveel mogelijk alle fracties In de commissies op te nemen. Dit laatste is moeilijk in verband met het aantal leden der commissie voor de subsidies. Laat de raad in de toekomst bij het verkiezen van leden daar aan denken. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Het houden van raads ver gad erin gen Voorstel van B. en W. om het reglement van orde voor de raadsvergadering zoo te wijzigen, dat in het vervolg als regel om de 3 weken zal' worden vergaderd. Op een vraag van den heer Noordhoff (s.d.a.p) antwoordde de voorzitter dart het de bedoeling is onmiddellijk met de toe passing te beginnen. Vandaag over 3 weken zal de. raad dus opnieuw vergaderen. De raad vereenigde zich met het voorstel van B. en W. Zuigelingenzorg. Er zal vrij veel geld aan de verbouwing be steed worden, waardoor gezegd kan worden dat de verbetering afdoende is. Er komt niet alleen een wachtkamer, maar ook een kleed kamer voor de kinderen. De zaal waar de kin derwagens zullen komen te staan, wordt ver warmd. iets wat vroeger niet het geval was. De heer Peper handhaafde zijn bezwaren niet. Daarop werd het voorstel van B. en W. aan genomen. Opcenten op de Perso neele Belasting. Voorstel van B. en W. om, ingevolge de aanschrijving van de regeering, voor 1938 het aantal opcenten op de Personeele Belas ting van 185 op 195 te brengen. De heer B ij v o e t (r.k.i vond dat een pijn lijke zaak. Hij heeft zich verzet tegen voorstel len om de opcenten op de Personeele Belas ting te verhoogen. De Personeele Belasting is een belasting die onbillijkheden met zich mee brengt. Wat moet de raad doen? De regeering heeft eenmaal beslist, dat de opcenten van 185 op 195 worden gebracht. Daartoe had zij de bevoegdheid in verband met de aanvraag van de gemeente voor een extra subsidie uit het Werkloosheidssubsidie- fonds. De raad moet nu beslissen, of de gemeente gevaar loopt dat de regeering de extra sub sidie niet aan Haarlem geeft. Spreker voelt zich in een dwangpositie ge plaatst. Daarom moet de minst kwade geko zen worden, dus bewilligen in de verhooging der opcenten. Spreker uit evenwel zijn groote spijt over het feit, dat de regeering geen gehoor ge geven heeft aan de dringende en klemmende waarschuwing van het college van B. en W. tegen die opcenten-verhooging. (Bovenstaande is reeds in een deel der vorige oplage opgenomen.) Spreker is steeds spaarzaam geweest met critiek op de landsregeering, maar hier kan hij niet zwijgen. De regeering heeft beslist, dat de opcenten moeten verhoogd worden, terwijl het misschien wel mogelijk was geweest de in- De heer Castricum (r.k.) vond de Per soneele belasting ook een onbillijke heffing. Haarlem wordt omringd door gemeenten die met lagere belastingen kunnen volstaan.. Er bestaat gevaar voor uittocht. De raad moet bij zijn houding volharden en de verhooging van de opcenten weigeren. Mevrouw Scheltema (V.B.) betreurde ook het feit dat tot verhooging der opcenten moet worden overgegaan. Hoeveel zal de verhooging opbrengen? Er worden te Haarlem ook nog belastingen geheven die niet door de regeering worden voorgeschreven. Is het nu niet moge lijk als tegenprestatie tegenover de burgerij de straatbelasting te verlagen? De heer Peper (communist) zei dat hij niets tegen de belastingvex-hooging zou hebben als het geld besteed kon worden om de bezuinigingen op personeel, enz., sinds de crisis ingevoerd, ongedaan te maken. Daarvan kan evenwel geen sprake zijn. Bovendien heeft spreker bezwaar tegen de uitvoering van het voogdijschap van de re geering over de gemeente. Daarom zal hij tegen het voorstel stemmen. Met steeds toe geven komt de raad er niet. De heer Westerveld (s.d.a.p.) wees ook op de dwangpositie waarin de raad verkeert. Als er belastingverhooging noodig is, moet allereerst de Gemeentefondsbelasting verhoogd worden, want dat is een belasting naar draag kracht. Wij weten evenwel dat het college van B. en W. maandenlang gevochten heeft tegen deze belastingverhooging. Het heeft evenwel niet geholpen. Daarom kan de raad niet anders doen dan onder protest voor het voorstel van B. en W. stemmen. De heer van der Wall (C.H.)wethouder, zei. dat het standpunt van B. en W. voldoende bekend is. Men kan niet steeds blijven door gaan met het verhoogen van een belasting, want dan komt het gevaar dat er alleen op papier een meerdere ontvangst komt. De Personeele Belasting is niet meer een belasting naar draagkracht, omdat verschil lende ingezetenen gedwongen zijn huizen te bewonen met een hoogere huur dan zij kunnen betalen, gelet op hun inkomen. De gemeenteraad kan niet anders dan de verhooging aanvaarden, omdat anders de extra bijdragen uit het Werkloosheidssubsidiefonds niet betaald worden. De 10 extra opcenten op de Personeele Be lasting zullen voor 1938 ongeveer f 50.000 op brengen. Wat de concurrentie der buitengemeenten betreft, kan er op gewezen worden, dat de huren in Haarlem in het algemeen iets lager zijn dan in de omstreken. Er dreigt ook nog een verhooging van de op centen op de Gemeentefondsbelasting van 55 op 75. Daarover onderhandelen B. en W. nog met Den Haag. Spreker hoopt, dat die alsnog gunstig zullen verloopen. Het voorstel van B. en W. werd aangeno men, alleen de heeren Castricum en Peper stemden tegen. Daarna kwam aan de orde het ontwerp van de Rechtsgeleerde commissie om propa ganda in het openbaar voor Nieuw Malthu siaansche middelen in de Algem. Politiever ordening strafbaar te stellen en het door de heeren Mr. Bijvoet c.s. daarop ingediende amendement. Dit voorstel werd aangehouden omdat de heeren Drilsma (s.d.a.p.) verhinderd was deze vergadering bij te wonen. Markten straathandel. In verband met het voorstel Noordhoff c.s. om vertegenwoordigers van de organisaties van den markt- en den straathandel in de ambtelijke commissie inzake de verleening van ventvergunningen op te nemen, deelen B. en W. mede, dat zij het raadzaam achten, de door de Regeering in uitzicht gestelde wet telijke regeling van het venten af te wachten. De heer Noordhoff (s.d.a.p.) kan zich met het preadvies van B. en W. vereenigen, maar kan de bedoelde commissie voorloopig niet volstaan met het plegen van overleg met de bedoelde organisaties. De heer Van Dam (V.D.) gaf in overwe ging om aan de commissie opdracht te geven advies in te winnen van de organisaties. De heer Van Kessel (r.-k.) meende, dat B. en W. meer in de motie-Noordhoff gelezen hebben dan er in staat. Spreker geeft in over weging in te gaan op het denkbeeld van Mr. van Dam. De voorzitter zei. dat onder het uit brengen van het praeadvies van B. en W. een landelijke federatie van organisaties van kleinhandelaren en venters is gevormd. Deze federatie is door de regeering erkend. Dit feit was voor B. en W. aanleiding om de con tact-commissie voor de voedselvoorziening in de zaak te betrekken. Aan deze contact commissie zou een vertegenwoordiger van deze federatie opgenomen kunnen worden. De contactcommissie kan dan aan B. en W. adviseeren. en als het college er dan aanlei ding toe vindt, kunnen de instructies van de ambtelijke commissie voor de ventvergunning eventueel gewijzigd worden, De heer Noordhoff verklaarde voor een oplossing in dezen geest veel te gevoelen. Evenzoo de heer Van Kessel. Benoemingen. Benoemd werden: Tot leden der commissie van toezicht op den Stadsschouwburg Prof. Dr. P. H. v. Moerker ken en D. J. A. Westerveld. Tot lid der commissie voor de ve z-rek- schriften (vacature P. Voogd) de heer Blok dijk. Tot lid der subsidie-eomm\-«vacature S. N. Posthumus) de heer Doornebosch. Tot lid der commissie van toezicht op de Stads Bibliotheek en leeszaal (vacature P Voogd) de heer Vliegen. Tot iid der commissie voor de lichamelijke opvoeding (vac. W. J. Bartels) de heer v. d. Winden. Copyrlgh) P. L8. 8of o Cocon De arme kleine Elize zit in het kamertje van den boer. Zij speelde met een groen blad, want ander speelgoed had zij nu niet meer. Met haar vinger prikte zij een gat in het blad, toen ging zij op haar knieën voor de kleine ramen zitten en keek door het gat in het blad naar de zon. Het was net of zij in de heldere oogen van haar broeders keek en telkens wanneer de warme zonne stralen haar wangen beschenen, was het of voelde zjj hun kussen. De eene dag ging voorbij als de andere. Wanneer de wind langs de groote geurende rozenhagen, die voor het huis stonden, streek, fluisterde hij tegen de rozen: „Wie is eigenlijk mooier dan jullie?" Maar dan schudden de rozen neen en antwoordden: „Elize is nog veel mooier!" Zat de oude vrouw Zondags voor haar deur in haar psalmenboek te lezen, dan sloeg de wind de bladen om, fluisterend tegen het boek: „Wie is vromer dan jullie?" „Elize is nog vromer", ant woordde het boek dan. En wat de rozen en het psalmboek zeiden was waar. (Adv. Ingez. Med.) De moord in het souterrain Naar het Engelsch PETER F. DORAN. ENEER SNIJDERS zat voor het raam van zijn vrijgezellenkamer. De avond viel over de stad. Zijn blikken dwaal den als gewoonlijk naar het raam van het souterrain van het huis tegenover hem, dat bewoond werd door een ouden man. Wat den kijker al dagenlang bezig hield, was dat de man. ofschoon zeer royaal met het gebruik van vuur, zeer zuinig was met zijn licht, want de lamp in het lage vertrek kon niet sterker zijn dan 15 Watt. De man scheen te werken aan een tafel, die tegen den buitenmuur stond. Het ergerde meneer Snijders, dat hij den aard van het werk niet kon ontdekken. Ook nu vroeg hij zich af, zooals hij al vaker had gedaan, wat de man toch uitvoerde. Was het wettig of onwettig werk? Was hij een heler? Maar waarvoor diende dan de altijd brandende kachel? Misschien was hij een valsche munter of smolt hij gestolen goud en zilver?! Met bijziende oogen turend naar het sche merig verlichte vertrek, kon meneer Snijders juist de vage omtrekken onderscheiden van het hoofd en de romp van een jongen man, die op tafel lag. De oude man liep naar de kachel en nam er een donker voorwerp af, dat hij bij zijn wang hield, om te voelen hoe warm het was. Vervolgens naderde hij de tafel en drukte het voorwerp op de keel van den jongen man. Met een kreet van afgrijzen sprong meneer Snijders overeind. Hij wilde iets roepen, maar de woorden stokten in zijn keel. „Ik moet da delijk een agent zoeken!", mompelde hij. Hij holde de straat op. In de verte hoorde hij den regelmatigen tred van een agent. Hij draafde in de richting van dat geluid en had den agent weldra ingehaald. „Er is een moord gepleegd", hijgde hij, snakkend naar adem door het harde loopen. De agent keek hem aan en zag zijn opge wondenheid. „Wat praat U over een moord?" „Hoek MeeuwenlaanLijsterbesstraat. Ik weet het nummer niet. Er woont een oude man De belangstelling van den agent scheen ge wekt te zijn. „Arme oude man. Ik kende hem. Een kleermaker, geen Nederlander, geloof ik". De agent stootte deze woorden uit terwijl ze naast elkaar terug draafden. „En Duitscher, geloof ik. Men zegt dat hij rijk is geweest, doch alles heeft verloren door de crisis. Werd hij vermoord?" „Neen, neen, hij heeft een jongen man vermoord. Leek erg ziekelijk. Wilde misschien een eind aan zijn lijden maken. Maar het was wreed". „Wat hebt U eigenlijk gezien?" In korte, afgebeten zinnetjes schetste meneer Snijders het drama, dat zich voor zijn bij ziende ooèen had afgespeeld. De agent was verbaasd. „Dat is nieuw voor mij. Bent u er zeker van, dat hij geen ander wapen dan dat strijkijzer gebruikte?" „Ik geloof, dat ik eerst een ander voor werp in zijn hand zag. Het kan een mes ge weest zijn. Maar ik ben er niet geheel zeker van; ik ben erg bijziende". „Dus u hebt den eigenlijken moord niet ge zien?! Wat gebeurde er met het lijk?" „Ik zag genoeg. Toen viel ik flauw. Zoodra ik bij kwam, ben ik u gaan zoeken". „Arme kerel. U bent zooiets niet gewoon". Er klorfk sympathie in de stem van den agent. Ze hadden de Meeuwenlaan bereikt. De voor deur van het hoekhuis was gesloten. De agent zette zijn rechterschouder een paar centimeter onder het slot en duwde uit alle macht. De grendels bezweken langzaam en deur zwaaide bijna geruischloos open. Zij traden binnen. De agent draaide het licht aan en liep vlug het portaal door, naai- de deur van het sou terrain. In het midden van het vertrek was een man bezig krachtig het kale linoleum te boenen. Hij keek verrast naar zijn bezoekers. „Goeden avond heeren, wat is er van uw dienst?" Hij sprak gebroken Hollandsch. „Waar is het lijk?" vroeg de agent streng. De moordenaar keek vragend van den een naar den ander. Het was duidelijk, dat hij de vraag niet begrepen had. „Ik vraag waar het lijk is", herhaalde de agent. „Wat hebt u er mee uitgevoerd?" Hij haalde zijn aan- teekenboekje te voorschijn. De oude man sidderde. Toen haalde hij moedeloos de schouders op. Hij schudde het hoofd. „Ich verstehe Sie nicht". „Probeer het eens met eenvoudiger woor den", stelde meneer Snijders voor. De agent dacht na. „Wat heeft u met de gestalte op de tafel gedaan?" vroeg hij ten slotte. De oude man scheen het eindelijk te begrij pen. Hij lachte. „Oh, de gestalte? David? Zijn nek was te lang. Die heb ik wat ingekort, kijk!" Uit een la van de tafel nam hij een lang mes. De beide mannen deinsden achter uit. Meneer Snijders' walging keerde terug. De agent moest zich zichtbaar vermannen. De moordenaar was ongetwijfeld gek. „Wie was David?" vroeg de agent. „Ikhoe zal ik het zeggen? Ik pikte hem op bij het Amstelveld. Maar zijn hals was te lang". De beide mannen sidderden bij zooveel koel bloedigheid. „Waar is David nu?" De stem van den agent was schor. Vergenoegd wreef de moordenaar in de handen. „Hier heeren!" Hij opende een kastdeur. Eén blik was voor den agent voldoende. Hij sloeg zijn boekje dicht, keek spottend naar zijn metgezel en verliet haastig de kamer. komsten-ver hooging op een andere wijze te vinden. Het is slechts met groot leedwezen dat spre ker voor het voorstel van B. en W. zal stem- Nieuw Malthusiaansche middelen. Voorstel van B. en W. tot verbouwing van het gebouwtje voor Zuigelingenzorg in de Haarlemmerliedestraat De heer Peper (communist) achtte de voorgestelde oplossing onvoldoende. Er blijft te weinig ruimte in het gebouw. Het is veel beter wat meer geld uit te geven en te kijken naar een ander gebouwtje. In de wachtkamer moeten geen banken, maar stoe len geplaatst worden. De heer Reinalda (s.d.a.p.) wethouder, zei dat B. en W. dit laatste verzoek zullen over wegen. Toen Elize vijftien jaar oud was, moest zij thuis komen. Maar niet zoodra had de Koningin gezien hoe mooi het prinsesje was geworden, of haat en afgunst kwamen b}j haar boven. Hoe graag Wordt morgen vervolgd.) Auteursrecht voorbehouden). had zij Elize ook niet in een zwaan veranderd, evenals zij hei met haar broeders had gedaan. Maar d&t durfde zij nu nog niet aan, want de Koning wilde zijn dochtertje zien. Mijnheer Snijders stond als aan den grond genageld. Versuft, den mond wijd open, staarde hij naar het lichaam van een jongen man met blond haar, een dwazen, onnoozelen glimlach op het bleeke gelaat eneen diepe wonde in ren halshandig gerepa reerd met een warm kleermakers-strijkijzer. „Wilt u hem koopen?", vroeg de oude man beminnelijk, terwijl hij de wassen étalagepop voorzichtig uit de kast haalde. (Nadruk verboden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 6