ln de-toekomst weee wh fadtyel'? Dekking van het tekort moeilijk. Vtoktwilwdqtfep, SCHUDT UW LEVER WAKKER 'Aspirin Dagboek van een H.B. S.-er WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1938 HAAREEM'S DAGBEXD' 3 DE Rijksbegrooling voor 1939 vermeldt de volgende tolaaleijfers: GEWONE DIENST: Uitgaven 744.830.033 Inkomsten 602.153.493 Nadeelig saldo 142.676.540 KAPITAALDIENST Uitgaven 263.910.005 Inkomsten 25.350.150 Nadeelig saldo 238.559.855 De begrooting voor 1938 vertoonde op den gewonen dienst een nadeelig saldo van 13.639.840 Voor 1939 worden de uitgaven hooger ge raamd dan voor 1938 ƒ41.239.918. Voor 1939 worden de inkomsten lager geraamd 87.796.782 Zoodat liet nadeelig saldo voor 1939 moet worden gesteld op ƒ142.676.540 Verlenging van eindigende heffingen. Bij de beschouwing van dit aanzien lijke tekort moet in aanmerking wor den genomen, dat in de raming van öe middelen voor 1939 een aantal heffingen niet of slechts tot een belangrijk lager be drag kon worden begrepen, dan voor 1938, omdat de wetten, waarop deze heffingen steunen, met ingang van 1 Januari 1939. c.q. J Mei 1939, zullen vervallen. Een wetsontwerp tot verlenging dezer hef fingen wordt thans den Staten-Generaal mede aangeboden. Wamieer deze verlenging kracht van wet zal verkrijgen, zal in totaal meer kunnen Worden geraamd f 114.565.000. Deze heffingen betreffen: grondbelasting, inkomsten- en vermogensbelasting, verdedi gingsbelasting I, dividend- en tantième belasting, bijzonder invoerrecht op benzine, accijns op wijn, op gedistilleerd, op suiker, op tabak, zegelrechten, registratierechten, successierechten, doode hand en couponbe lasting. Verder wordt voorgesteld de bijdrage aan de sociale verzekeringsfondsen, zooals deze thans is geraamd, alsnog te verlagen met f 2.500.000. Met dit alles rekening houdende, kunnen de verschillen tusschen de eindcijfers van de ontwerp-begrooting 1939 en de begrooting 1938 als volgt worden opgesteld: 1. Berekend tekort 1938 13.639.840 2. Hoogere raming der uitga gaven 1939 in vergelijking met 1938 38.739.918 52.379.758 3. Hoogere raming der midde len 1939 in vergelijking met 1938 26.768.218 Nadeelig saldo voor 1939 25.611.540 De toestand van 's Rijks financiën. In de millioenennota voor de begrooting 1938 heeft de minister getracht den werke- lijken toestand van 's rijks financiën zoo juist mogelijk weer te geven. De toestand van de overheidsfinanciën bleek verre van gunstig te zijn. Het reëele tekort op den ge wonen dienst. Het reëele tekort op den gewonen dienst moest na een periode van 7 jaren, waarin het jaar 1937 buiten beschouwing gelaten het evenwicht in steeds ernstiger mate was verstoord, gesteld worden op niet minder dan f 84,7 millioen. In de jaren 1931 tot en met 1936 hebben de gewone diensten niet alleen een tekort opge leverd van circa f234 millioen (na aftrek dan nog van overschotten van 1929 en 1930), doch in diezelfde periode zijn tal van uitgaven buiten de begrooting van den gewonen dienst gesteld en derhalve ongedekt gebleven. In dit verband wordt de aandacht gevestigd op de tekorten op de begrootingen van het werk loosheidssubsidiefonds, op tal van naar hun aard gewone uitgaven, welke ten laste van den kapitaaldienst werden gebracht, alsmede op de nagelaten stortingen in de sociale ver zekeringsfondsen en het spoorwegpensioen fonds ter dekking' van de op die fondsen ge legde verplichtingen. De slechte gang van zaken der laatste jaren demonstreert zich voor een deel in een aan zienlijke stijging van de Nederlandsche staatsschuld, welke stijging van eind 1930 tot eind 1935 na aftrek van de stijging van de schuldvordering op Nederlandsch-Indië niet minder beliep dan circa f 700 millioen, d. i. een toeneming in die periode met circa 30 pet., in het verdwijnen uit de begrooting van de reserves, welke daarin voorheen aan wezig' waren en in het ontstaan van zeer hooge schuldverplichtingen aan de fondsen. In deze omstandigheden een budget met een groot deficit en een door intering sterk gestegen nationale schuld, waarbij dan nog bovendien te bedenken valt, dat vele ge meenten, waaronder verschillende groote, in een toestand van groote financieele moeilijk heden waren komen te verkeeren was het noodig vele millioenen beschikbaar te stellen voor de defensie. Er deden zich evenwel twee omstandighe den voor, welke eenig perspectief op een lang zaam herstel konden openen: 1. De middelenopbrengsten konden voor 1938 aanmerkelijk hooger worden geraamd dan voor 1937 en 2. Er was aanleiding voor de verwachting. dat de ingetreden afneming der werkloosheid zich zou voortzetten. Uit de cijfers der thans aangeboden ont werp-begrooting blijkt helaas, dat het mid delenaccres, waarop thans uitzicht bestaat,, betrekkelijk gering is en geheel onvoldoende voor dekking van het accres der uitgaven. Precaire positie werkloos heidssubsidiefonds. Op de tweede verwachting, welke vorig jaar werd gekoesterd, de vermindering van de lasten der werkloosheid, en als gevolg daar van de saneering van de precaire positie van het werkloosheidssubsidiefonds en van de gemeenten kan evenmin langer worden gebouwd. De gewone dienst van de begrooting van het fonds voor 1938 had, afgezien van een nadeelig beginsaldo van een vorig jaar, in feite een de ficit van f 8.5 millioen. Thans moet een be grooting voor 1939 worden opgesteld, welke, weder buiten beschouwing latende het nadee- lige beginsaldo, een tekort vertoont van circa f 21.6 millioen! Het behoeft geen betoog, dat in dezen toe stand van het fonds niet langer kan worden be rust. Hierbij is bovendien in acht te nemen, dat de gemeenten wegens den financieelen nood, welke ook daar heerscht, niet in staat kunnen worden geacht voor een grooter deel, dan zij reeds dragen, in het fonds te participeeren en dat niet langer sprake is bij het werkloosheids vraagstuk van voorziening in een zeer tij de- lijken nood, doch in een nood, welke zich nog vele jaren kan doen gevoelen. In de gegeven omstandigheden kan naar de meening van den minister niet langer in af wachting van betere tijden in de huidige po sitie van het budget worden berust. Deze overtuiging plaatst de regeering voor het uitermate moeilijk op te lossen probleem, om door verlaging van uitgaven en nieuwe of verhoogde heffingen binnen afzienbaren tijd tot een sluitend budget te komen. Streven naar reëele begrootingsopstelling. Allereerst is het dan echter noodzakelijk, dat het tekort, waarin voorziening geboden is, nauwkeurig wordt gekend. Zooals ook uit de millioenennota voor de begrooting 1938 kan blijken, geeft de begrooting de laatste jaren den werkelijken toestand niet juist weer, om dat dat budget onder den druk der moeilijk heden op verschillende wijzen tijdelijk ontlast is. Ook de thans aangeboden begrooting gaat aan dit euvel nog mank. Het ligt evenwel in het voornemen van den minister de wijzigingen daarin te bevorderen, welke noodig zijn om tot een reëele begrootings- opstelling te komen. Daartoe heeft hij de verschillende maatrege len, in afgeloopen jaren tot ontlasting van de gewone begrooting genomen, als gevolg waar van de begrooting niet langer den werkelijken toestand van het budget juist weergaf, opnieuw getoetst, speciaal met het oog op de vraag, of intrekking daarvan in feite tot reservevorming zou leiden, dan wel, dat een onmisbaar be standdeel van het gewone budget zou worden hersteld. Het is uiteraard voor een juiste be oordeeling: van de financieele positie van het rijk wel van belang nauwlet tend in het oog te vatten de mate, waar in de reserves zijn aangetast, omdat herstel daarvan op den duur noodig zal zijn, voor en aleer weder van gezonde financiën sprake kan zijn, doch in de huidige omstandigheden behoort zelfs bijeen reëelen opzet de bcgrooting geen posten wegens herstel van reserves te bevatten. Het resultaat van de berekeningen van den Minister is. het reëele tekort op de begrooting 1939, waarin voorzie ning noodig is, is te stellen op f56.210.540 Voor de saneering der gemeentelijke financiën komt hier nog een bedrag van rond f 5 millioen bij, zoodat het reëele tekort dan bedraagt f 61.210.540. De Minister moet nog eens nadrukke lijk vaststellen, dat, hoewel de begroo ting een reëel karakter heeft, zij toch volledig wat de scheiding tusschen gewone en kapitaalsuitgaven aangaat, een cri sisproduct is. Reserves van zoodanigen aard en omvang als in een normale be grooting behooren voor te komen, moes ten worden geweerd: op den kapitaal- dienst is meer gebracht dan in normale omstandigheden verantwoord zou zijn. De zoo nuttige en tot op zekere hoogte noodzakelijke hallast van reserves, e.d. kon derhalve niet aan boord worden ge nomen. Wel kan men zeggen, dat, in dien het bedrag van het tekort ad circa f 61 millioen zal zijn gedekt, de verdere intering en uitholling van de financieele positie tot stilstand is gebracht. Hierbij moet op tweeërlei punt nog een voorbehoud worden gemaakt. In de eerste plaats kunnen de stortingen in de sociale verzekeringsfondsen nog niet worden hervat. In de tweede plaats ver hinderen de zware verplichtingen, welke ten laste van den kapitaaldienst moeten worden aanvaard, nog steeds het vast aanzetten van de remmen ten einde een verder wegglijden te voor komen. De stijging van liet nadeelige saldo van de thans aangeboden begrooting ten opzichte van de primitieve begrooting voor 1938, bedraagt f 24.6 millioen. Deze stijging is de resultante van: een stijging der inkomsten met f 26.8 millioen een stijging der uitgaven met 51.4 Bij de beoordeeling hiervan neme men in de eerste plaats in aanmerking, dat de defensie uitgaven, welke voor de uitbreiding van het contingent en voor de verlenging van den eer sten oefeningstijd moeten worden gedaan, wel in de ontwerp-begrooting voor 1939, niet ech ter in de primitieve begrooting voor 1938 waren verwerkt: daartegenover zijn echter in de ont werp-begrooting voor 1939 ook reeds verwerkt de opbrengsten van de in dit jaar ingevoerde opcenten rijksinkomstenbelasting; opcenten di vidend- en tantièmebelasting en wijziging van de omzetbelasting, welke met het doel dekking voor de defensie-uitgaven te verkrijgen, zijn voorgesteld. Geen nationaal defensiefonds. De stijging van de defensie-uitgaven beloopt f 24.5 millioen, welk bedrag voor f 15.4 millioen gedekt wordt door de genoemde nieuwe belas tingopbrengsten. In dit verband moge de mi nister opmerken, dat de heroriëntatie ten aan zien van het financieel beleid, waartoe hij door den loop der omstandigheden gedwongen werd, de noodzakelijkheid heeft aangetoond van een zeer spoedig herstel van het budgetair even wicht. In deze omstandigheden bestaat er even wel geen aanleiding meer gevolg te geven aan het voornemen door middel van een nationaal defensiefonds een jaarlijksch evenwicht tot stand te brengen tusschen de uitgaven, welke voor de nieuwe defensie-maatregelen moeten worden gedaan en de daarvoor gecreëerde in komsten. Ten aanzien van de samenstelling van het overig accres der uitgaven ad f 26.9 millioen kan het volgende worden opgemerkt Dit accres is beïnvloed als gevolg van de omstandigheid, dat in de vorige begrooting eeni- ge uitgaven waren opgenomen, waarmede thans niet of niet meer in dezelfde mate gerekend be hoeft te worden. Deze zijn: Kosten deelneming wereldtentoonstelling New-York f 500.000 Uitgaven voor de spoorwegen f 11.400.000 Perspectiefbesparingen thans gerealiseerd tot een bedrag van f 800.000 Bijdragen voor de noodlijdende gemeenten f 500.000 Het bedrag voor nieuwe of hoogere uitgaven is, afgezien van het defensie-accres, derhalve te stellen op f 26.9 millioen plus f 13.2 millioen, is f 40.1 millioen. In dit accres is echter begrepen: Wegens hoogere storting in de sociale verze keringsfondsen, welke hoogere storting voort vloeit uit de wettelijke bepalingen f 5.850..000 Wegens uitgaven voor de saneering van het werkloosheidssubsidiefonds en van de gemeen- tefinanciën f 18.100.000 Wegens uitgaven in verband met de wijziging van de verdeeling der vlootkosten tusschen Ne derland en Ned.-Indië ongeveer f 4.700.000 Totaal f 28.650.000 zoodat overigens het accres van uitgaven op de hoofdstukken der begrooting, weder met uit zondering van het defensie-hoofdstuk, beloopt circa f 11.3 millioen. De kapitaaldienst geeft, wanneer de kapi taalverstrekkingen aan de staatsbedrijven alsmede de voorschotten aan derden, welke zullen worden terugontvangen, terzijde wor den gesteld, een totaal aan nieuwe kapitaals uitgaven aan van rond f 159 millioen. De na tionale schuld zal dus uit hoofde van deze verplichtingen met dit bedrag toenemen, ter wijl daartegenover een bedrag van 58.4 mil lioen (ook weer zonder te rekenen met de aflossing van de in de staatsbedrijven ge- één stapl Daarom op gepast en ook bi) de ge ringste verkoudheid on middellijk Aspirin nemenl HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEPI 20 tabletten in een buisie 75 cent. (Adv. Ingez. Med.) investeerde kapitalen) zal worden afgelost. Dit is de begrootingspositie voor 1939 op zichzelf bezien Beziet men haar in verhouding tot de ver moedelijke rekeningsuitkomsten 1937 en de begrootingspositie 1938 dan vertoont de be grooting voor 1939, zoowel voor den gewonen als voor den kapitaaldienst een aanmerkelij- ken achteuitgang. Vergrooting der belastingopbrengst. Een aanmerkelijke verbetering kan al-leen komen van een vergrooting der belastingopbrengst, gepaard met een verlaging van de op het budget zoo zwaar drukkende uitgaven voor de werkloosheidsvoorziening. Deze ver betering kan alleen van een op leving van het bedrijfsleven worden verwacht. De huidige situatie op eco nomisch terrein laat echter niet toe met zoodanige opleving bij het vormen van een oordeel over de resultaten van de eerstvolgende begrootingsjaren rekening te houden. Het is thans stellig niet te pessimistisch van een gelijkblijvenden toestand uit te gaan. Men zal dan in acht hebben te nemen, dat in de volgende twee jaren, 1940 en 1941, waar toe de minister zich beperkt, wederom nieuwe lasten op het gewone budget zullen drukken. Voor de defensie zal in 1940 circa 8 millioen meer noodig zijn dan in 1939, terwijl 1941 op nieuw een stijging met 5 millioen zal laten zien. Men moet, als met alle omstandigheden rekening wordt gehouden, een stijging van het tekort tot circa 84 millioen in 1940 en tot 97 millioen in 1941 verwachten. Hier moet echter wel direct aan worden toege voegd, dat de mogelijkheid van een normaal middelenaccres hierbij buiten beschouwing is gebleven en dat ook overigens zich tal van omstandigheden kunnen voordoen, welke deze ruwe berekening volkomen kunnen wij zigen. Niettemin achtte de minister het gewenscht even het oog te richten op het toekomstig verschiet, hoe nevelig dit thans ook is, om de aandacht te vestigen op de hoogere uit gaven, welke zich thans reeds wel duidelijk afteekenen. Opgemerkt moge nog worden, dat in de opgestelde berekening van het tekort voor 1940 en 1941 het herstel van de stortingen in de sociale verzekeringsfondsen niet is be grepen. Het is naar het ooi-deel van de regeering ten eenenmale onverantwoord nog langer in afwachting van een economisch herstel toe te zien, dat de jaarlijksche uitgaven aanzienlijk de jaarlijksche inkomsten overtreffen. Het accres van de uitgaven voor 1939 ten opzichte van 1938 is daarom door de regee ring, zooveel zulks thans mogelijk was, be perkt. En de regeering is voornemens haar streven naar uitgaven-beperking met kracht voort te zetten. Daarnaast stelt zij zich voor een complex van nieuwe belastingmaatregelen aanhangig te maken. BIJ HET SPOELEN VAN DE WASCK TE WATER GERAAKT EN VERDRONKEN. Dinsdagmiddag om half drie was de 32- jarige mej. C. J. van Oorschot bezig met het spoelen van de wasch in de Zuidwillemsvaart te Helmond. Op een gegeven oogenblik ver loor zij haar evenwicht en viel voorover in het water. Nog even wist zij zich drijvende te hou den, doch voordat hulp aanwezig was, ver dween zij in de diepte. Nadat tien minuten gedregd was, werd het stoffelijk overschot opgehaald. ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en U zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal in Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U el lendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zijn slecht3 lapmiddelen. U moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en U zjult weer geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen om de gal te doen stroomen. Eischt Carter's Lever pilletjes bij apothekers en drogisten. L 0.76. (Adv. Ingez. Med.) De begrooting voor liet Staats- visschershavenbedrijf. Hoewel de toestand in het visscherijbedrijf m het algemeen een lichte verbetering te zien geeft, ziet de minister van Waterstaat voor de toekomst nog weinig reden tot optimisme. In de begrooting van het Staatsvisschers- havenbedrijf te IJmuiden voor 1939 wordt derhalve eenige voorzichtigheid betracht. Voor 1937 bleek de retributie van de verkoch te visch ruim f 150.000 te hebben opgeleverd, hetgeen neerkomt op een omzet van onge veer f 7.500.000 terwijl de raming van den om zet f 6.500.000 beliep. Voor 1938 werd de omzet op f 7.500.000 geraamd. Dit ramingscijfer wordt ook voor 1939 aangehouden, zoodat dus ook de opbrengst van de retributie voor den verkoop van de visch voor dat jaar op f150.000 blijft geschat. Het nadeelig saldo wordt geraamd op f 331.810. Het exploitatie overschot van f 144.490 is weliswaar ruim schoots voldoende om de normale afschrij vingen van f 126.000 te dekken, de extra afschrijvingen, die ten bedrage van f 165.000 worden voorgesteld, gevoegd bij het bedrag aan rente van f 185.300, veroorzaken echter het tekort. Extra afschrijvingen zijn noodig voor de grondige verbouwing van 'n vischhal, die nog voor f 191.000 te boek staat en waarvan bij de verbouwing niet veel meer dan de fundamen ten over zullen blijven, en voor de buiten dienststelling in 1939 van een droogdok, dat voor f 208.000 te boek staat, doch nog slechts sloopwaarde heeft. Voorgesteld wordt de af- schij vingen te verdeelen over twee jaren. Rechtspositie van emigranten De president van de rechtbank te Amster dam mr. A. J. van Royen heeft in kort ge ding vonnis gewezen in een zaak waarbij hem de vraag werd voorgelegd of van een uitgewe ken Joodschen Duitscher verlangd mag wor den, dat hij gebonden blijft aan een arbitraal beding, opgenomen in statuten van een Oos- tenrijksche vereeniging, waarvan het bestuur en de arbitrage-commissie na den Anschluss gelijkgeschakeld zijn. De president heeft het geenszins uitgeslo ten geacht, dat in de hoofdzaak de rechtbank op grond van den radicalen omkeer welke in het recht in Oostenrijk heeft plaats gehad, vergeleken met het recht, dat daar gold toen gedaagde in 1931 het arbitraal beding aan ging, van oordeel zal zijn, dat de goede trouw eischt, dat deze gedaagde niet meer aan dat beding gebonden is. Het ging hier om de vol gende quaestie: een Duitsche componist en tekstschrijver is aangesloten bij een Oosten- rijksche auteursrechtvereeniging, die naar zijn meening in gebreke bleef met hem af te rekenen. Ondanks het bestaan van het arbi traal beding in de statuten heeft de compo nist in Nederland conservatoir derde beslag laten leggen en de hoofdvordering aan hangig gemaakt bij de rechtbank te Amster dam. Tegen dat beslag is de auteursrechtver eeniging in kort geding in verzet gegaan met het resultaat, dat de president weigerde het beslag op te heffen. Als je nu die vloeistof gaat koken.... Max, jij maar eens. Wat gebeurt er dan? Ik wist het niet. Wat is het verschil tusschen mercantilis- ten en physiocraten? Jij Max. Ik had geen flauw benul. Als je hier nu den sinusregel toepast.... Max, hoe is die ook weer? Ik was het vergeten. Sie, Max, wie haben Sie diesen Satz über- setzt? Ik had 'm niet übersetzt. Het was het vierde uur van den Maandag morgen. Voor scheikunde, geschiedenis en go- nio had ik al een onvoldoende te pakken. Nu liep het met Duitscli ook nog mis. Ik heb dien zin niet, meneer. Laat je schrift eens zien. Ik slingerde mij langzaam uit de bank. Vooruit, schiet een beetje op. Toen zei ik het maar. Ik kan net zoo goed blijven zitten, meneer. Er staat toch niets in. Heb je je vertaling niet gemaakt? Nee meneer. Waarom niet? Daar moest ik eerst eens over peinzen. Waar om had ik dat ding eigenlijk niet even in mekaar gedraaid? Ik wist het waarachtig niet precies meer. Dus begon ik maar zooals we altijd alle maal beginnen: We hadden zooveel. En moest dan juist Duitsch er weer bij inschieten? Dat zijn van die gemeene vragen. Als je „ja" zegt, is het natuurlijk donderen. En „nee" kan je niet zeggen, want hij heeft allang gemerkt dat Duitsch er bij ingeschoten is. Scheikunde trouwens ook en geschiedenis ook en gonio ook. Ik zuchtte dus maar eens'en zei niets. Krijg ik antwoord, Max? Wat is dat nou beroerd. Anders is de Duit scher wel een geschikte vent, maar hij heeft zeker ook last van den Maandagmorgen. Je hebt toch anderhalven dag den tijd ge had? Ik wist dat het komen zou. Dat hoor je eiken Maandag een keer of wat. Net of je Zaterdag middag dadelijk aan het werk zult gaan. En 's avonds hadden we bridgen bij Huug. Hij had nieuwe gramofoonplaten ook. Zondagochtend wil je wel eens uitmaffen. Daar krijg je de heele week de kans niet voor. 's Middags was er een voetbalwedstrijd, nou dien kan je toch niet overslaan voor een Duitsche vertaling? En als je den halven dag in de openlucht bent ge weest en je hebt je een ongeluk geloopen ach ter dien bal, dan heb je 's avonds geen herse nen meer voor huiswerk. En zoo is het Maan dag voor je er aan denkt. Maar dat heele ver haal kon ik toch niet gaan ophangen? Het zou niets geholpen hebben ook. Blijf om twaalf uur maar even zitten. Dan zullen we het er nog eens over hebben. Dat was een ongelooflijk zwijntje, want leearen zijn onder vier oogen altijd veel men schelijker dan in de klas. Gelukkig wist ik een paar dingen die de anderen fout hadden, om dat ik ze me nog van verleden jaar herinnerde. En dat maakte de booze bui van den Duitscher wat minder. Eigenlijk toch stom dat ik die ver taling 's morgens nog niet even gefokt had. Het is goed afgeloopen. Alleen een „ernstige vermanning" en „niet voor de tweede maal door de vingers zien". En toch weet ik zeker dat het nog wel eens zal gebeuren. Want de fout zit wel een beetje bij mij, maar veel meer bij de school. Als we het eens zoover konden boksen, dat we voor Maandag geen huiswerk meer opkregen, dan was toch immers de heele zaak voor elkaar! Arbeiders hebben ook hun vrijen Zaterdagmid dag en Zondag, dus waarom wij niet? Wat zou het onze ouders, onze leeraren en ons zelf niet een hoop moeilijkheden en gezanik schelen, als we dat heele huiswerk voor Maandag over- 1 boord konden gooien. Het zou den eersten dag van de week dragelijk maken en dat is hij nu niet. Er is geen jongen op onze school die niet zou juichen als het gebeurde. Dan willen we desnoods de andere dagen nóg een beetje har der werken. Anders komen we niet door de „stof" heen. Alles op school is „stof". Je hebt Nederlandsche stof on economische stof, plant kundige, algebraïsche en weet-ik-wat-voor- andere stof. Is het dan te verwonderen dat wij soms een beetje een stoffigen smaak in onzen mond krijgen? Maar de Maandag, als we die konden veran deren, dat zou een moordverbetering zijn. Zoo dra ik minister van onderwijs word.verder weet u het wel MAX.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5