ln de-toekomst weee wh fadtyel'?
Dekking van het tekort moeilijk.
Vtoktwilwdqtfep,
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
'Aspirin
Dagboek van een
H.B. S.-er
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1938
HAAREEM'S DAGBEXD'
3
DE Rijksbegrooling voor 1939 vermeldt de volgende
tolaaleijfers:
GEWONE DIENST:
Uitgaven 744.830.033
Inkomsten 602.153.493
Nadeelig saldo 142.676.540
KAPITAALDIENST
Uitgaven 263.910.005
Inkomsten 25.350.150
Nadeelig saldo 238.559.855
De begrooting voor 1938 vertoonde op den
gewonen dienst een nadeelig saldo van 13.639.840
Voor 1939 worden de uitgaven hooger ge
raamd dan voor 1938 ƒ41.239.918.
Voor 1939 worden de inkomsten lager
geraamd 87.796.782
Zoodat liet nadeelig saldo voor 1939 moet
worden gesteld op ƒ142.676.540
Verlenging van eindigende
heffingen.
Bij de beschouwing van dit aanzien
lijke tekort moet in aanmerking wor
den genomen, dat in de raming van
öe middelen voor 1939 een aantal heffingen
niet of slechts tot een belangrijk lager be
drag kon worden begrepen, dan voor 1938,
omdat de wetten, waarop deze heffingen
steunen, met ingang van 1 Januari 1939. c.q.
J Mei 1939, zullen vervallen.
Een wetsontwerp tot verlenging dezer hef
fingen wordt thans den Staten-Generaal
mede aangeboden.
Wamieer deze verlenging kracht van wet
zal verkrijgen, zal in totaal meer kunnen
Worden geraamd f 114.565.000.
Deze heffingen betreffen: grondbelasting,
inkomsten- en vermogensbelasting, verdedi
gingsbelasting I, dividend- en tantième
belasting, bijzonder invoerrecht op benzine,
accijns op wijn, op gedistilleerd, op suiker,
op tabak, zegelrechten, registratierechten,
successierechten, doode hand en couponbe
lasting.
Verder wordt voorgesteld de bijdrage aan
de sociale verzekeringsfondsen, zooals deze
thans is geraamd, alsnog te verlagen met
f 2.500.000.
Met dit alles rekening houdende, kunnen de
verschillen tusschen de eindcijfers van de
ontwerp-begrooting 1939 en de begrooting
1938 als volgt worden opgesteld:
1. Berekend tekort 1938 13.639.840
2. Hoogere raming der uitga
gaven 1939 in vergelijking met
1938 38.739.918
52.379.758
3. Hoogere raming der midde
len 1939 in vergelijking met 1938 26.768.218
Nadeelig saldo voor 1939 25.611.540
De toestand van 's Rijks financiën.
In de millioenennota voor de begrooting
1938 heeft de minister getracht den werke-
lijken toestand van 's rijks financiën zoo juist
mogelijk weer te geven.
De toestand van de overheidsfinanciën
bleek verre van gunstig te zijn.
Het reëele tekort op den ge
wonen dienst.
Het reëele tekort op den gewonen dienst
moest na een periode van 7 jaren, waarin
het jaar 1937 buiten beschouwing gelaten
het evenwicht in steeds ernstiger mate was
verstoord, gesteld worden op niet minder
dan f 84,7 millioen.
In de jaren 1931 tot en met 1936 hebben de
gewone diensten niet alleen een tekort opge
leverd van circa f234 millioen (na aftrek dan
nog van overschotten van 1929 en 1930), doch
in diezelfde periode zijn tal van uitgaven
buiten de begrooting van den gewonen dienst
gesteld en derhalve ongedekt gebleven. In dit
verband wordt de aandacht gevestigd op de
tekorten op de begrootingen van het werk
loosheidssubsidiefonds, op tal van naar hun
aard gewone uitgaven, welke ten laste van
den kapitaaldienst werden gebracht, alsmede
op de nagelaten stortingen in de sociale ver
zekeringsfondsen en het spoorwegpensioen
fonds ter dekking' van de op die fondsen ge
legde verplichtingen.
De slechte gang van zaken der laatste jaren
demonstreert zich voor een deel in een aan
zienlijke stijging van de Nederlandsche
staatsschuld, welke stijging van eind 1930 tot
eind 1935 na aftrek van de stijging van de
schuldvordering op Nederlandsch-Indië
niet minder beliep dan circa f 700 millioen,
d. i. een toeneming in die periode met circa
30 pet., in het verdwijnen uit de begrooting
van de reserves, welke daarin voorheen aan
wezig' waren en in het ontstaan van zeer
hooge schuldverplichtingen aan de fondsen.
In deze omstandigheden een budget met
een groot deficit en een door intering sterk
gestegen nationale schuld, waarbij dan nog
bovendien te bedenken valt, dat vele ge
meenten, waaronder verschillende groote, in
een toestand van groote financieele moeilijk
heden waren komen te verkeeren was het
noodig vele millioenen beschikbaar te stellen
voor de defensie.
Er deden zich evenwel twee omstandighe
den voor, welke eenig perspectief op een lang
zaam herstel konden openen:
1. De middelenopbrengsten konden voor
1938 aanmerkelijk hooger worden geraamd
dan voor 1937 en
2. Er was aanleiding voor de verwachting.
dat de ingetreden afneming der werkloosheid
zich zou voortzetten.
Uit de cijfers der thans aangeboden ont
werp-begrooting blijkt helaas, dat het mid
delenaccres, waarop thans uitzicht bestaat,,
betrekkelijk gering is en geheel onvoldoende
voor dekking van het accres der uitgaven.
Precaire positie werkloos
heidssubsidiefonds.
Op de tweede verwachting, welke vorig jaar
werd gekoesterd, de vermindering van de
lasten der werkloosheid, en als gevolg daar
van de saneering van de precaire positie van
het werkloosheidssubsidiefonds en van de
gemeenten kan evenmin langer worden
gebouwd.
De gewone dienst van de begrooting van het
fonds voor 1938 had, afgezien van een nadeelig
beginsaldo van een vorig jaar, in feite een de
ficit van f 8.5 millioen. Thans moet een be
grooting voor 1939 worden opgesteld, welke,
weder buiten beschouwing latende het nadee-
lige beginsaldo, een tekort vertoont van circa
f 21.6 millioen!
Het behoeft geen betoog, dat in dezen toe
stand van het fonds niet langer kan worden be
rust. Hierbij is bovendien in acht te nemen, dat
de gemeenten wegens den financieelen nood,
welke ook daar heerscht, niet in staat kunnen
worden geacht voor een grooter deel, dan zij
reeds dragen, in het fonds te participeeren en
dat niet langer sprake is bij het werkloosheids
vraagstuk van voorziening in een zeer tij de-
lijken nood, doch in een nood, welke zich nog
vele jaren kan doen gevoelen.
In de gegeven omstandigheden kan naar de
meening van den minister niet langer in af
wachting van betere tijden in de huidige po
sitie van het budget worden berust.
Deze overtuiging plaatst de regeering voor
het uitermate moeilijk op te lossen probleem,
om door verlaging van uitgaven en nieuwe of
verhoogde heffingen binnen afzienbaren tijd
tot een sluitend budget te komen.
Streven naar reëele
begrootingsopstelling.
Allereerst is het dan echter noodzakelijk, dat
het tekort, waarin voorziening geboden is,
nauwkeurig wordt gekend. Zooals ook uit de
millioenennota voor de begrooting 1938 kan
blijken, geeft de begrooting de laatste jaren
den werkelijken toestand niet juist weer, om
dat dat budget onder den druk der moeilijk
heden op verschillende wijzen tijdelijk ontlast is.
Ook de thans aangeboden begrooting gaat
aan dit euvel nog mank.
Het ligt evenwel in het voornemen van den
minister de wijzigingen daarin te bevorderen,
welke noodig zijn om tot een reëele begrootings-
opstelling te komen.
Daartoe heeft hij de verschillende maatrege
len, in afgeloopen jaren tot ontlasting van de
gewone begrooting genomen, als gevolg waar
van de begrooting niet langer den werkelijken
toestand van het budget juist weergaf, opnieuw
getoetst, speciaal met het oog op de vraag, of
intrekking daarvan in feite tot reservevorming
zou leiden, dan wel, dat een onmisbaar be
standdeel van het gewone budget zou worden
hersteld.
Het is uiteraard voor een juiste be
oordeeling: van de financieele positie
van het rijk wel van belang nauwlet
tend in het oog te vatten de mate, waar
in de reserves zijn aangetast, omdat
herstel daarvan op den duur noodig zal
zijn, voor en aleer weder van gezonde
financiën sprake kan zijn, doch in de
huidige omstandigheden behoort zelfs
bijeen reëelen opzet de bcgrooting geen
posten wegens herstel van reserves te
bevatten.
Het resultaat van de berekeningen
van den Minister is. het reëele tekort
op de begrooting 1939, waarin voorzie
ning noodig is, is te stellen op f56.210.540
Voor de saneering der gemeentelijke
financiën komt hier nog een bedrag van
rond f 5 millioen bij, zoodat het reëele
tekort dan bedraagt f 61.210.540.
De Minister moet nog eens nadrukke
lijk vaststellen, dat, hoewel de begroo
ting een reëel karakter heeft, zij toch
volledig wat de scheiding tusschen gewone
en kapitaalsuitgaven aangaat, een cri
sisproduct is. Reserves van zoodanigen
aard en omvang als in een normale be
grooting behooren voor te komen, moes
ten worden geweerd: op den kapitaal-
dienst is meer gebracht dan in normale
omstandigheden verantwoord zou zijn.
De zoo nuttige en tot op zekere hoogte
noodzakelijke hallast van reserves, e.d.
kon derhalve niet aan boord worden ge
nomen. Wel kan men zeggen, dat, in
dien het bedrag van het tekort ad circa
f 61 millioen zal zijn gedekt, de verdere
intering en uitholling van de financieele
positie tot stilstand is gebracht.
Hierbij moet op tweeërlei punt nog
een voorbehoud worden gemaakt. In de
eerste plaats kunnen de stortingen in
de sociale verzekeringsfondsen nog niet
worden hervat. In de tweede plaats ver
hinderen de zware verplichtingen,
welke ten laste van den kapitaaldienst
moeten worden aanvaard, nog steeds
het vast aanzetten van de remmen ten
einde een verder wegglijden te voor
komen.
De stijging van liet nadeelige saldo van de
thans aangeboden begrooting ten opzichte van
de primitieve begrooting voor 1938, bedraagt
f 24.6 millioen. Deze stijging is de resultante
van:
een stijging der inkomsten met f 26.8 millioen
een stijging der uitgaven met 51.4
Bij de beoordeeling hiervan neme men in de
eerste plaats in aanmerking, dat de defensie
uitgaven, welke voor de uitbreiding van het
contingent en voor de verlenging van den eer
sten oefeningstijd moeten worden gedaan, wel
in de ontwerp-begrooting voor 1939, niet ech
ter in de primitieve begrooting voor 1938 waren
verwerkt: daartegenover zijn echter in de ont
werp-begrooting voor 1939 ook reeds verwerkt
de opbrengsten van de in dit jaar ingevoerde
opcenten rijksinkomstenbelasting; opcenten di
vidend- en tantièmebelasting en wijziging van
de omzetbelasting, welke met het doel dekking
voor de defensie-uitgaven te verkrijgen, zijn
voorgesteld.
Geen nationaal defensiefonds.
De stijging van de defensie-uitgaven beloopt
f 24.5 millioen, welk bedrag voor f 15.4 millioen
gedekt wordt door de genoemde nieuwe belas
tingopbrengsten. In dit verband moge de mi
nister opmerken, dat de heroriëntatie ten aan
zien van het financieel beleid, waartoe hij door
den loop der omstandigheden gedwongen werd,
de noodzakelijkheid heeft aangetoond van een
zeer spoedig herstel van het budgetair even
wicht. In deze omstandigheden bestaat er even
wel geen aanleiding meer gevolg te geven aan
het voornemen door middel van een nationaal
defensiefonds een jaarlijksch evenwicht tot
stand te brengen tusschen de uitgaven, welke
voor de nieuwe defensie-maatregelen moeten
worden gedaan en de daarvoor gecreëerde in
komsten.
Ten aanzien van de samenstelling van het overig
accres der uitgaven ad f 26.9 millioen kan het
volgende worden opgemerkt
Dit accres is beïnvloed als gevolg van de
omstandigheid, dat in de vorige begrooting eeni-
ge uitgaven waren opgenomen, waarmede thans
niet of niet meer in dezelfde mate gerekend be
hoeft te worden.
Deze zijn:
Kosten deelneming wereldtentoonstelling
New-York f 500.000
Uitgaven voor de spoorwegen f 11.400.000
Perspectiefbesparingen thans gerealiseerd
tot een bedrag van f 800.000
Bijdragen voor de noodlijdende gemeenten
f 500.000
Het bedrag voor nieuwe of hoogere uitgaven
is, afgezien van het defensie-accres, derhalve
te stellen op f 26.9 millioen plus f 13.2 millioen,
is f 40.1 millioen.
In dit accres is echter begrepen:
Wegens hoogere storting in de sociale verze
keringsfondsen, welke hoogere storting voort
vloeit uit de wettelijke bepalingen f 5.850..000
Wegens uitgaven voor de saneering van het
werkloosheidssubsidiefonds en van de gemeen-
tefinanciën f 18.100.000
Wegens uitgaven in verband met de wijziging
van de verdeeling der vlootkosten tusschen Ne
derland en Ned.-Indië ongeveer f 4.700.000
Totaal f 28.650.000
zoodat overigens het accres van uitgaven op de
hoofdstukken der begrooting, weder met uit
zondering van het defensie-hoofdstuk, beloopt
circa f 11.3 millioen.
De kapitaaldienst geeft, wanneer de kapi
taalverstrekkingen aan de staatsbedrijven
alsmede de voorschotten aan derden, welke
zullen worden terugontvangen, terzijde wor
den gesteld, een totaal aan nieuwe kapitaals
uitgaven aan van rond f 159 millioen. De na
tionale schuld zal dus uit hoofde van deze
verplichtingen met dit bedrag toenemen, ter
wijl daartegenover een bedrag van 58.4 mil
lioen (ook weer zonder te rekenen met de
aflossing van de in de staatsbedrijven ge-
één stapl Daarom op
gepast en ook bi) de ge
ringste verkoudheid on
middellijk Aspirin nemenl
HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEPI
20 tabletten in een buisie 75 cent.
(Adv. Ingez. Med.)
investeerde kapitalen) zal worden afgelost. Dit
is de begrootingspositie voor 1939 op zichzelf
bezien
Beziet men haar in verhouding tot de ver
moedelijke rekeningsuitkomsten 1937 en de
begrootingspositie 1938 dan vertoont de be
grooting voor 1939, zoowel voor den gewonen
als voor den kapitaaldienst een aanmerkelij-
ken achteuitgang.
Vergrooting der belastingopbrengst.
Een aanmerkelijke verbetering kan
al-leen komen van een vergrooting der
belastingopbrengst, gepaard met een
verlaging van de op het budget zoo
zwaar drukkende uitgaven voor de
werkloosheidsvoorziening. Deze ver
betering kan alleen van een op
leving van het bedrijfsleven worden
verwacht. De huidige situatie op eco
nomisch terrein laat echter niet toe
met zoodanige opleving bij het vormen
van een oordeel over de resultaten van
de eerstvolgende begrootingsjaren
rekening te houden.
Het is thans stellig niet te pessimistisch
van een gelijkblijvenden toestand uit te gaan.
Men zal dan in acht hebben te nemen, dat in
de volgende twee jaren, 1940 en 1941, waar
toe de minister zich beperkt, wederom nieuwe
lasten op het gewone budget zullen drukken.
Voor de defensie zal in 1940 circa 8 millioen
meer noodig zijn dan in 1939, terwijl 1941 op
nieuw een stijging met 5 millioen zal laten
zien.
Men moet, als met alle omstandigheden
rekening wordt gehouden, een stijging van het
tekort tot circa 84 millioen in 1940 en tot
97 millioen in 1941 verwachten. Hier
moet echter wel direct aan worden toege
voegd, dat de mogelijkheid van een normaal
middelenaccres hierbij buiten beschouwing is
gebleven en dat ook overigens zich tal van
omstandigheden kunnen voordoen, welke
deze ruwe berekening volkomen kunnen wij
zigen.
Niettemin achtte de minister het gewenscht
even het oog te richten op het toekomstig
verschiet, hoe nevelig dit thans ook is, om
de aandacht te vestigen op de hoogere uit
gaven, welke zich thans reeds wel duidelijk
afteekenen. Opgemerkt moge nog worden, dat
in de opgestelde berekening van het tekort
voor 1940 en 1941 het herstel van de stortingen
in de sociale verzekeringsfondsen niet is be
grepen.
Het is naar het ooi-deel van de regeering
ten eenenmale onverantwoord nog langer in
afwachting van een economisch herstel toe te
zien, dat de jaarlijksche uitgaven aanzienlijk
de jaarlijksche inkomsten overtreffen.
Het accres van de uitgaven voor 1939 ten
opzichte van 1938 is daarom door de regee
ring, zooveel zulks thans mogelijk was, be
perkt. En de regeering is voornemens haar
streven naar uitgaven-beperking met kracht
voort te zetten.
Daarnaast stelt zij zich voor een complex
van nieuwe belastingmaatregelen aanhangig
te maken.
BIJ HET SPOELEN VAN DE WASCK TE
WATER GERAAKT EN VERDRONKEN.
Dinsdagmiddag om half drie was de 32-
jarige mej. C. J. van Oorschot bezig met het
spoelen van de wasch in de Zuidwillemsvaart
te Helmond. Op een gegeven oogenblik ver
loor zij haar evenwicht en viel voorover in het
water. Nog even wist zij zich drijvende te hou
den, doch voordat hulp aanwezig was, ver
dween zij in de diepte. Nadat tien minuten
gedregd was, werd het stoffelijk overschot
opgehaald.
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal in
Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom
van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet, het
bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt verstopt. Uw
lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U el
lendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slecht3 lapmiddelen. U
moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een
liter gal vrij te doen stroomen en U zjult weer geheel
fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen
om de gal te doen stroomen. Eischt Carter's Lever
pilletjes bij apothekers en drogisten. L 0.76.
(Adv. Ingez. Med.)
De begrooting voor liet Staats-
visschershavenbedrijf.
Hoewel de toestand in het visscherijbedrijf
m het algemeen een lichte verbetering te zien
geeft, ziet de minister van Waterstaat voor
de toekomst nog weinig reden tot optimisme.
In de begrooting van het Staatsvisschers-
havenbedrijf te IJmuiden voor 1939 wordt
derhalve eenige voorzichtigheid betracht.
Voor 1937 bleek de retributie van de verkoch
te visch ruim f 150.000 te hebben opgeleverd,
hetgeen neerkomt op een omzet van onge
veer f 7.500.000 terwijl de raming van den om
zet f 6.500.000 beliep. Voor 1938 werd de omzet
op f 7.500.000 geraamd. Dit ramingscijfer
wordt ook voor 1939 aangehouden, zoodat dus
ook de opbrengst van de retributie voor den
verkoop van de visch voor dat jaar op
f150.000 blijft geschat. Het nadeelig saldo
wordt geraamd op f 331.810. Het exploitatie
overschot van f 144.490 is weliswaar ruim
schoots voldoende om de normale afschrij
vingen van f 126.000 te dekken, de extra
afschrijvingen, die ten bedrage van f 165.000
worden voorgesteld, gevoegd bij het bedrag
aan rente van f 185.300, veroorzaken echter
het tekort.
Extra afschrijvingen zijn noodig voor de
grondige verbouwing van 'n vischhal, die nog
voor f 191.000 te boek staat en waarvan bij de
verbouwing niet veel meer dan de fundamen
ten over zullen blijven, en voor de buiten
dienststelling in 1939 van een droogdok, dat
voor f 208.000 te boek staat, doch nog slechts
sloopwaarde heeft. Voorgesteld wordt de af-
schij vingen te verdeelen over twee jaren.
Rechtspositie van emigranten
De president van de rechtbank te Amster
dam mr. A. J. van Royen heeft in kort ge
ding vonnis gewezen in een zaak waarbij hem
de vraag werd voorgelegd of van een uitgewe
ken Joodschen Duitscher verlangd mag wor
den, dat hij gebonden blijft aan een arbitraal
beding, opgenomen in statuten van een Oos-
tenrijksche vereeniging, waarvan het bestuur
en de arbitrage-commissie na den Anschluss
gelijkgeschakeld zijn.
De president heeft het geenszins uitgeslo
ten geacht, dat in de hoofdzaak de rechtbank
op grond van den radicalen omkeer welke in
het recht in Oostenrijk heeft plaats gehad,
vergeleken met het recht, dat daar gold toen
gedaagde in 1931 het arbitraal beding aan
ging, van oordeel zal zijn, dat de goede trouw
eischt, dat deze gedaagde niet meer aan dat
beding gebonden is. Het ging hier om de vol
gende quaestie: een Duitsche componist en
tekstschrijver is aangesloten bij een Oosten-
rijksche auteursrechtvereeniging, die naar
zijn meening in gebreke bleef met hem af te
rekenen. Ondanks het bestaan van het arbi
traal beding in de statuten heeft de compo
nist in Nederland conservatoir derde beslag
laten leggen en de hoofdvordering aan
hangig gemaakt bij de rechtbank te Amster
dam. Tegen dat beslag is de auteursrechtver
eeniging in kort geding in verzet gegaan met
het resultaat, dat de president weigerde het
beslag op te heffen.
Als je nu die vloeistof gaat koken....
Max, jij maar eens. Wat gebeurt er dan?
Ik wist het niet.
Wat is het verschil tusschen mercantilis-
ten en physiocraten? Jij Max.
Ik had geen flauw benul.
Als je hier nu den sinusregel toepast....
Max, hoe is die ook weer?
Ik was het vergeten.
Sie, Max, wie haben Sie diesen Satz über-
setzt?
Ik had 'm niet übersetzt.
Het was het vierde uur van den Maandag
morgen. Voor scheikunde, geschiedenis en go-
nio had ik al een onvoldoende te pakken. Nu
liep het met Duitscli ook nog mis.
Ik heb dien zin niet, meneer.
Laat je schrift eens zien.
Ik slingerde mij langzaam uit de bank.
Vooruit, schiet een beetje op.
Toen zei ik het maar.
Ik kan net zoo goed blijven zitten, meneer.
Er staat toch niets in.
Heb je je vertaling niet gemaakt?
Nee meneer.
Waarom niet?
Daar moest ik eerst eens over peinzen. Waar
om had ik dat ding eigenlijk niet even in mekaar
gedraaid? Ik wist het waarachtig niet precies
meer. Dus begon ik maar zooals we altijd alle
maal beginnen:
We hadden zooveel.
En moest dan juist Duitsch er weer bij
inschieten?
Dat zijn van die gemeene vragen. Als je „ja"
zegt, is het natuurlijk donderen. En „nee" kan
je niet zeggen, want hij heeft allang gemerkt
dat Duitsch er bij ingeschoten is. Scheikunde
trouwens ook en geschiedenis ook en gonio ook.
Ik zuchtte dus maar eens'en zei niets.
Krijg ik antwoord, Max?
Wat is dat nou beroerd. Anders is de Duit
scher wel een geschikte vent, maar hij heeft
zeker ook last van den Maandagmorgen.
Je hebt toch anderhalven dag den tijd ge
had?
Ik wist dat het komen zou. Dat hoor je eiken
Maandag een keer of wat. Net of je Zaterdag
middag dadelijk aan het werk zult gaan. En
's avonds hadden we bridgen bij Huug. Hij had
nieuwe gramofoonplaten ook. Zondagochtend
wil je wel eens uitmaffen. Daar krijg je de
heele week de kans niet voor. 's Middags was
er een voetbalwedstrijd, nou dien kan je toch
niet overslaan voor een Duitsche vertaling? En
als je den halven dag in de openlucht bent ge
weest en je hebt je een ongeluk geloopen ach
ter dien bal, dan heb je 's avonds geen herse
nen meer voor huiswerk. En zoo is het Maan
dag voor je er aan denkt. Maar dat heele ver
haal kon ik toch niet gaan ophangen? Het zou
niets geholpen hebben ook.
Blijf om twaalf uur maar even zitten. Dan
zullen we het er nog eens over hebben.
Dat was een ongelooflijk zwijntje, want
leearen zijn onder vier oogen altijd veel men
schelijker dan in de klas. Gelukkig wist ik een
paar dingen die de anderen fout hadden, om
dat ik ze me nog van verleden jaar herinnerde.
En dat maakte de booze bui van den Duitscher
wat minder. Eigenlijk toch stom dat ik die ver
taling 's morgens nog niet even gefokt had.
Het is goed afgeloopen. Alleen een „ernstige
vermanning" en „niet voor de tweede maal
door de vingers zien".
En toch weet ik zeker dat het nog wel eens
zal gebeuren. Want de fout zit wel een beetje
bij mij, maar veel meer bij de school. Als we
het eens zoover konden boksen, dat we voor
Maandag geen huiswerk meer opkregen, dan
was toch immers de heele zaak voor elkaar!
Arbeiders hebben ook hun vrijen Zaterdagmid
dag en Zondag, dus waarom wij niet? Wat zou
het onze ouders, onze leeraren en ons zelf niet
een hoop moeilijkheden en gezanik schelen, als
we dat heele huiswerk voor Maandag over-
1 boord konden gooien. Het zou den eersten dag
van de week dragelijk maken en dat is hij nu
niet. Er is geen jongen op onze school die niet
zou juichen als het gebeurde. Dan willen we
desnoods de andere dagen nóg een beetje har
der werken. Anders komen we niet door de
„stof" heen. Alles op school is „stof". Je hebt
Nederlandsche stof on economische stof, plant
kundige, algebraïsche en weet-ik-wat-voor-
andere stof. Is het dan te verwonderen dat wij
soms een beetje een stoffigen smaak in onzen
mond krijgen?
Maar de Maandag, als we die konden veran
deren, dat zou een moordverbetering zijn. Zoo
dra ik minister van onderwijs word.verder
weet u het wel
MAX.