Sudetenland
moet 1 October
oorlog of vrede"
overgedragen zijn
Hitiet UetUaaii zijn
„Benesj heeft
te beslissen:
RAM®
DINSDAG 27 SEPTEMBER 1938
HAARLEM'S DAGBI3AD
5
IN zijn Maandagavond gefiouden rede heeft Adolf Hitler
herhaald, dat Duitschland op 1 October het Sudeten
Duitsche gebied in bezit moet hebben.
„Dit is de laatste eisch, dien ik in Europa te stellen heb, doch
bet is de eisch, waarvan ik niet afwijk. „Benesj," zoo zeide
de Führer, „zal óf de Duitscliers in Tsjecbo-Slowakije de
yrijheid geven óf wij zullen die zelf gaan balen."
Het Duitsche memorandum is, volgens Hitier, niets anders
dan de verwezenlijking van datgene, wat Benesj reeds beloofd
had.
Hitier wilde er in toestemmen de orde en de veiligheid in de
betrokken gebieden te laten handhaven door de organisatie
der Britsclie oud-strijders in plaats van een bezetting door de
Duitsche troepen.
[Ten aanzien van Italië zeide Hitier, dat hij de vriend
schappelijke houding van dit land nooit zal vergeten en dat
Duitschland Italië te hulp zal snellen, indien het ooit in een
soortgelijke situatie mocht raken.
Maandagavond te acht minuten over acht
•kwam Adolf Hitler, vergezeld van Goering, in
het Sportpaleis te Berlijn aan, toegejuicht
door een ontelbare menigte.
Te kwart over acht opende minister Goeb-
bels de vergadering.
„In dit beslissende uur is uw volk eensge
zind en vastberaden om u verzameld. Vaak
hebben wij het in de groote uren der natie
gezegd en gezworen, en nu, op het uur van
de ernstigste beslissing hei halen wij het:
Leider, beveel, wij volgen!" Luid „heil" ge
roep volgde op deze woorden.
Te half negen besteeg Hitleir het spreekge
stoelte voor het uitspreken van zijn rede. Hij
begon met er aan te herinneren, dat hij 22
Februari j.l. in den Rijksdag voor het eerst
zijn eischen heeft gesteld. Het land heeft dit
gehoord en heeft de eischen begrepen. Ten
tweeden male heeft hij de eischen gesteld in
den Rijkspartijdag te Neurenberg. Vandaag
treedt spreker evenwel voor het geheele volk
'en spreekt hij tot het geheele volk, zooals in
'de dagen van strijd.
Er enag thans geen twijfel meer bestaan.
Op het oogenblik spreekt geen leider of een
man, doch het geheele Duitsche volk. Spre
ker weet, dat het geheele volk woord voor
woord met hem instemt. De andere staatslie
den mogen bij zichzelf te rade gaan, of dit ook
bij hen het geval is.
Het vraagstuk, dat op het oogenblik
de wereld bezig houdt, is niet Tsjecho
Slowakije, doch „de heer Benesj". In
dezen naam is alles vereenigd, wat
heden millioenen menschen vervult.
Nog eenmaal wil spreker in het kort het
doel van de Duitsche buitenlandsche politiek
Uiteenzetten. Het Duitsche volk wil geen an
dere volken onderdrukken, het wil geen an
dere volken onder zich zien.
Spreker herinnerde vervolgens aan het ver
drag van Versailles en wees er op, dat Duitsch
land thans weer groot en sterk is en dat het
dit alleen dankt aan zijn eigen kracht.
De buitenwereld heeft gepoogd Duitschland
zoo lang mogelijk te onderdrukken. Het Duit
sche volk koestert evenwel geen haat tegen
andere landen.
De Duitsche liefde tot den vrede is bekend.
Nauwelijks was de Führer begonnen met de
actie voor de gelijkberechtiging van Duitsch
land, of hij heeft een reeks voorstellen ge
daan tot het beperken van de bewapening.
Indien de anderen dit ook zouden doen, wilde
Duitschland geheel ontwapenen. Men heeft
hierover zelfs niet gesproken.
Vervolgens heeft spreker voorgesteld, indien
de anderen hierin eveneens zouden toestem
men, het leger te beperken tot 200.000 man,
ook dit werd afgewezen. Daarna is voorgesteld
alle zoogenaamde aanvalswapens, zooals
vechtwapens, bombardementsvliegtuigen en
zware artillerie, af te schaffen. Dit werd even
eens afgewezen.
Spreker ging verder en stelde voor
een leger van driehonderdduizend
man voor alle staten. Ook dit werd
afgewezen, evenals alle andere voor
stellen tot beperking van de bewape
ning. En na twee jaar steeds afge
wezen te zijn, gaf spreker het bevel
de Duitsche weermacht op te bouwen
en thans is een leger gereed, zooals de
wereld nog niet heeft gezien. Milliar-
den zijn hiervoor uitgegeven. Het le
ger is met de meest moderne wape
nen uitgerust.
Spreker zeide vervolgens, dat hij een prac-
tische vredespolitiek heeft gevoerd.
Ik heb, aldus spreker, al die schijnbaar on
oplosbare problemen ter hand genomen met
den vasten wil, ze, indien eenigszins mogelijk,
op te lossen, zelfs op gevaar af van meer of
minder ernstige Duitsche concessies. Ik ben
zelf oudstrijder en weet, hoe zwaar de oorlog
is. Ik wilde het Duitsche volk hiervoor sparen.
Het moeilijkste probleem, waarvoor ik
mij gesteld zag, was de verhouding
van Duitschland tot Polen. Ik weet
zeer goed, dat het mij alleen niet ge
lukt zou zijn, wanneer destijds Polen
een democratische grondwet zou heb
ben gehad.
In Polen was echter geen democratie, doch
een man. Met hem gelukte het in nauwelijks
een jaar een overeenkomst te sluiten, die
voorloopig voor den tijd van tien jaar het ge
vaar van een botsing uitschakelde. Wij allen
zijn er van overtuigd, dat dit verdrag echter
een duurzame vrede ten gevolge zal hebben.
Ik heb in dien tijd ook getracht, met de
andere naties geleidelijk goede en duurzame
betrekkingen tot stand te brengen. Wij heb
ben er in het geheel geen belang bij, op
eenigerlei wijze den vrede te verstoren.
Hitler's aanbiedingen
aan Engeland en Frankrijk
Ik ben verder gegaan en heb Engeland de
hand geboden. Ik heb er vrijwillig van afge
zien, ooit weer in een vlootconcurrentie te
treden. Een ding is hier voorwaarde. Het gaat
niet aan, dat het eene deel zegt: ik wil nooit
meer oorlog en tot dit doel bied ik u aan, dat
ik vrijwillig mijn bewapening tot 35 procent
beperk, terwijl het andere deel verklaart: van
tijd tot tijd zal ik toch weer oorlog voeren,
wanneer het mij schikt. Dat gaat niet. Zulk
een overeenkomst is moreel slechts dan mo
gelijk, wanneer de beide volken elkaar plech
tig beloven nooit meer met elkaar oorlog te
voeren. Duitschland heeft dezen wil. Wij wil
len hopen, dat in het Engelsche volk diegenen
de overhand krijgen, die van denzelfden wil
zijn.
Ik ben verder gegaan. Ik heb Frankrijk di
rect na de teruggave van het Saargebied aan
Duitschland verklaard, dat er thans in het
geheel geen geschillen tusschen Frankrijk en
ons bestaan. Ik heb gezegd, dat Elzas Lotha
ringen voor ons niet meer bestaat. Hier zijn
twee groote volken, die willen arbeiden en zij
willen beide leven, en zij zullen het beste
leven als zij samenwerken.
Ik heb mij hierna op een nieuw probleem
geworpen, dat gemakkelijker op-te lossen was
als de andere, de verhouding van Duitschland
tot Italië. Deze verhouding is over verdragen
en verbonden heen tot een werkelijk krachtig
verbond geworden. Boven alles staat bij ons
tenslotte het belang van onze volken als ge
heel. Dit belang echter heet: in vrede te kun
nen arbeiden.
Twee problemen waren overgebleven. Hier
moest ik 'n voorbehoud maken. Tien millioen
Duitschers bevonden zich buiten de rijks
grens. Dit getal van tien millioen is geen
kleinigheid.
Het gaat om een vierde van het aantal, dat
Frankrijk als inwoners telt en wanneer
Frankrijk veertig jaar lang aansprakelijkheid
op de paar millioen Franschen in Elzas Lotha
ringen nooit opgegeven heeft, dan hebben wij
het recht onze aanspraken op deze tien mil
lioen Duitschers te handhaven en nergens is
er een grens waar de toegeeflijk
heid moet ophouden, daar zij anders tot een
verderfelijke zwakte zou worden. Hier was
de grens, die ik niet voorbij kon.
Thans «taan wij voor het laatste
probleem, dat opgelost worden moet
en opgelost worden zal. Het is de laat
ste territoriale eisch, dien ik in Europa
te stellen heb, doch het is de eisch,
waarvan ik niet afwijk, en dien ik zoo
God wil, zal vervullen.
Hitier sprak vervolgens over de geschiede
nis van de totstandkoming van Tsjecho Slo
wakije. Deze Tsjechische staat, aldus Hitier,
begon met den eersten leugen.
De vader van dien leugen van destijds
heette Benesj.
Deze heer Benesj trad destijds te Versailles
op en begon met te verzekeren, dat er een
Tsjecho Slowaaksche natie bestaat. Hij moest
dezen leugen bedenken om aan het schamele
aantal van zijn eigen volksgenooten een wat
grooteren en daardoor meer gerechtvaardig
den omvang te geven. Zoo hebben de Tsje
chen om te beginnen door Benesj Slowakije
geannexeerd. Daar deze staat niet levensvat
baar scheen, nam men gewoonweg tegen hun
zelfbeschikkingsrecht en hun zelfbeschik-
kingswil drie en een half millioen Duitschers
er bij.
Daar ook dit niet voldoende was, moesten
er nog meer dan een millioen Hongaren bij
komen, dan Karphaten-Russen en eindelijk
nog een paar honderd duizend Polen.
Hitier beschuldigde vervolgens Benesj er
van, zijn belofte den Tsjecho Slowaakschen
staat naar het voorbeeld van Zwitserland in
kantons te verdeelen, niet te zijn nagekomen.
In scherpe bewoordmgen laakte hij de „ter
reur" waaraan de Duitschers hebben bloot
gestaan. De heer Benesj, aldus spreker, was
vastbesloten het Deutschtum eenvoudig ge
leidelijk uit te roeien. En hij heeft dit ook op
zekere hoogte bereikt. En tezelfdertijd werd
men zich, internationaal gezien, bewust van
de taak van dezen staat.
Men maakte er in het geheel geen geheim
van, dat de staat er toe voorbestemd was, zoo
noodig, tegen Duitschland in het veld te wor
den gebracht. Van dezen staat bedient
zich thans het bolsjewisme als van een toe
gangspoort. Deze staat, die slechts een min
derheid als regeering bezit, dwingt de na
tionaliteiten deel te nemen aan een politiek,
die haar eens er toe leidt op de eigen broe
ders te moeten schieten. In den staat van
den heer Benesj zijn de gevolgen voor de na
tionaliteiten gruwelijk geweest. Ik spreek
slechts voor de Duitschers, maar ik heb ook
oog voor de Slowaken, Hongaren en Polen.
Italië kan op
Duitschland rekenen
In de geheele wereld en heden ten dage
zien wij slechts een groote mogendheid en
aan het hoofd daarvan één man, die begrip
toont voor den nood van dit volk. Hij is een
groot vriend: Benito Mussolini. Wat hij in
dezen tijd gedaan heeft, en de houding, die
dit Italiaansche volk aanneemt, zullen wij
niet vergeten.
en wanneer eenmaal het uur van
eenzelfden nood voor Italië aanbreekt,
dan zal ik het Duitsche volk aanspo
ren dezelfde houding aan te nemen.
Ook dan zullen niet twee staten
zich verdedigen, doch een blok.
Met betrekking tot de toestanden
in Tsjecho Slowakije vervolgde spre
ker: ik heb op 22 Febr. in den Rijks
dag verklaard, dat dit anders moest
worden. Benesj heeft het ook anders
gedaan. Er begon nog grootere ter
reur. Benesj voelde zich gedekt door
Frankrijk en Engeland, en vooral:
Sovjet-Rusland. Zoo kwam tenslotte
mijn eisch te Neurenberg. Deze eisch
was volkomen duidelijk. Ik heb het
toen voor de eerste maal gezegd, dat
thans het zelfbeschikkingsrecht voor
deze 3Vz millioen Duitschers eindelijk
bijna twintig jaar na de verklaringen van
president Wilson van kracht moest worden.
Benesj heeft het antwoord gegeven: nieuwe
dooden, nieuwe gevangenzettingen, nieuwe
arrestaties.
En daarna kwam Engeland. Ik heb tegen
over den heer Chamberlain ondubbelzinnig te
kennen gegeven, wat wij thans als eer.ige
mogelijkheid eener oplossing beschouwen. Ik
heb er geen twijfel over laten bestaan, dat
het een eigenschap van onze Duitsche men
taliteit is, lang en steeds weer geduldig zich
iets te laten welgevallen, doch dat eens het
oogenblik komt, waarop het daarmee uit is.
En thans heeft Engeland, en Frankrijk
heeft, zich daarbij aangesloten, aan Tsjecho
Slowakije den eenig mogelijken eisch gesteld
het Duitsche gebied eindelijk vrij te laten en
aan Duitschland af te staan, Benesj vond een
uitweg. Hij gaf toe: deze gebieden moeten
worden afgestaan. Wat deed hij:
Niet het gebied stond hij af, doch
de Duitschers drijft hij thans uit.
En thans geloof ik, dat het tijdstip
gekomen is, om het eens goed te zeg
gen. Wanneer iemand het geduld
toont, zooals wij het hebben gedaan,
kan men niet zeggen, dat wij belust
zyn op oorlog. Dan tenslotte: Benesj
heeft zeven millioen Tsjechen, doch
hier staat een volk van meer dan 75
millioen.
Het laatste en
definitieve voorstel
Ik heb thans een memorandum met
een laatste en definitief Duitsch voor
stel aan de Britsche regeering ter be
schikking gesteld. Dit voorstel be
oogt niets anders dan de verwezen
lijking van wat Benesj reeds beloofd
heeft. De inhoud van dit voorstel is
zeer eenvoudig: elk gebied, dat naar
het volk Duitsch is en naar zijn wil
tot Duitschland wil behooren, komt
thans aan Duitschland, weliswaar
niet dan, wanneer Benesj er in ge
slaagd is wellicht een of twee millioen
Duitschers verdreven te hebben, doch
thans, en wel direct.
Ik heb thans hier de grens gekozen, die op
grond van het sedert tientallen jaren be
schikbare materiaal over de verdeeling der
volken en talen in Tsjecho-Slowakije, recht
vaardig is. Des ondanks echter ben ik recht
vaardiger dan Benesj en wil ik niet de macht
die wij bezitten, misbruiken. Ik heb derhalve
van te voren vastgesteld, dit gebied wordt on
der de Duitsche souvereiniteit geplaatst, daar
het feitelijk in elk geval door Duitschers be
woond wordt. De definitieve vaststelling van
de grens laat ik over aan den wil van de zich
daar bevindende volksgenooten, d.w.z. ik heb
vastgelegd, dat ondanks alles in dit gebied
een volksstemming moet worden gehouden
en opdat niemand kan zeggen, dat het niet
billijk kan toegaan, heb ik het Saarstatuut
van het Saarplebisciet als basis voor deze
volksstemming gekozen. Ik ben thans bereid
en was bereid, wat mij betreft in ge
heel Tsjecho-Slowakije te laten stemmen,
doch daar maakten Benesj en zijn vrien
den bezwaar tegen. Goed: slechts in bepaal
de gevallen.
Ik zeide Chamberlain: wanneer ge be
paald wilt, dat slechts in eenige omstreden
gebieden gestemd wordt mijnentwege. In
elk geval dan aan deze en aan gene zijde
van de grens. Ik was ook bereid, de stemming
door internationale commissies te laten con
troleeren. Ik was bereid, de vaststelling van
de grens over te laten aan een Duitsch-Tsje-
chische commissie of door een internationale
commissie.
Ik was voorts bereid, tijdens deze
volksstemming zelfs de troepen terug
te trekken, en ik heb mij thans be
reid verklaard voor dezen tijd het
Britsche legioen van oud-strijders
uit te noodigen, dat mij het aanbod
heeft gedaan, zich naar deze gebieden
te begeven en daar de orde en rust te
handhaven.
En ik was bereid er in toe te stemmen, dat
dan een internationale commissie de defini
tieve grens vaststelt, en ik was bereid alle
modaliteiten over te laten aan een uit Duit
schers en Tsjechen bestaande commissie.
Ik heb thans verlangd dat nu, na 20
jaar, Benesj eindelijk gedwongen
wordt, zich aan de waarheid te hou
den. Hij zal op den eersten October
dit gebied aan ons moeten afstaan.
Benesj denkt nog steeds zich aan de nako
ming van dezen plicht te kunnen onttrekken
Hier kan ik slechts één ding zeggen: thans ko
men twee mannen tegenover elkaar te staan
ginds Benesj en ik hier. En wij zijn twee
verschillende personen. Toen Benesj tijdens
den grooten volkerenstrijd door de wereld
zwalkte, heb ik als fatsoenlijk Duitsch sol
daat mijn plicht gedaan. En thans sta ik
tegenover dezen man weer als de soldaat van
mijn volk.
Ik heb, zoo vervolgde Hitier. slechts weinig
te verklaren. Ik ben mr. Chamberlain dank
baar voor al zijn bemoeiingen. Ik heb hem
verzekerd dat het Duitsche volk niets anders
wil dan vrede, alleen dat ik niet de grens van
ons geduld kan overschrijden.
Ik heb verder de verzekering gege
ven en herhaal deze hier, dat, wan
neer dit probleem opgelost is voor
Duitschland geen teftitoriaal pro
bleem in Europa meer bestaat.
En ik heb verder verzekerd, dat op het
oogenblik. waarop Tsjecho-Slowakije het
vraagstuk oplost, d.w.z., de Tsjechen de ge
schillen met hun andere minderheden gere
geld hebben en wel op vreedzame wijze en
niet door onderdrukking, ik in een Tsjechi-
schen staat geen belang meer stel. En dat
wordt hem gegarandeerd. Wij wenschen hee-
lemaal geen Tsjechen.
Alleen wil ik nog voor het Duitsche
volk verklaren dat met betrekking tot
het Sudeten-Duitsche vraagstuk mijn
geduld thans ten einde is Ik heb Be
nesj een voorstel gedaan. Het is niets
anders dan de verwezenlijking van
datgene wat hij zelf beloofd heeft.
Hij heeft het thans in zijn hand:
Vrede of oorlog. Hij zal óf dit aanbod
thans aanvaarden en den Duitschers
eindelijk de vrijheid geven, óf wij
zullen deze vrijheid zelf gaan halen.
Wij zijn vastbesloten, aldus besloot
Hitier. Benesj mag thans kiezen.
Japan neemt nieuwe economische
maatregelen.
O.a. bevordering van den exporthandcl.
TOKIO. 26 September. De Japansche
minister van financiën, Ikeda, heeft in ver
band met het conflict met China een uit 10
punten bestaand economisch programma op
gesteld. nJ.:
1. Het in evenwicht brengen van Japans
internationale betalingen door het bevor
deren van «en uitvoerhandel.
Het verkrijgen van oorlogsmateriaal door
het voeren van een positieve zoowel als
negatieve politiek.
3. Het aanmoedigen van goudverschepmgen
naar het buitenland door het opvoeren
van de goudproductie
4. Door succesvol opereeren met het buiten-
landsch valutafonds de noodige fondsen
te verkrijgen voor het aankoopen van
grondstoffen in het buitenland.
5. De organisatie van een industrie voor
surrogaten.
6. Een nieuwe aanpassing der prijzen.
7. Succesvolle inschrijvingen op de uit te
geven regeeringsobligaties.
8. Streven naar spaarzaamheid.
9. Door de regeering in te voeren bezuini
gingen.
10. Verlichting der werkloosheid. (A-N.P.)
Treinbotsing in Spanje.
Vijftig dooden.
BARCELONA, 26 Sept. In den af-
geioopen nacht zijn bij Gelida. op 30
K.M. ten Westen van Barcelona, twee
personentreinen met elkander in bot
sing geweest Er zijn tot nu toe dertig
dooden en vijftig gewonden. Het on
geluk schijnt veroorzaakt te zijn door
slecht zicht, wegens den hevigen
regen. (Havas).
VIER DOODEN EN TWINTIG GEWONDEN
BIJ SPOORWEGONGELUK IN ITALIë.
Bij Sperone is gisterochtend, naar Stefani
meldt, een personentrein wegens een verkeer
den signaalstand op een goederentrein geloo-
pen. Er zijn vier dooden en twintig gewonden.
IX VEILIGHEID
Die laatste twee woorden
heeft de wijsgeer vergeten,
maar voor de meeste men
schen op straat kan het
geen kwaad om ze er nog
even bij te zetten!
PRDERIMMA
WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1938.
HILVERSUM 1, 1875 M.
VARA-Uitzending. 10.0010.20 v.m. VPRO.
6.30—7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonplaten. (Om 8.16 Berich
ten). 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Mor
genwijding. 10.20 Voor Arbeiders in de Con
tinubedrijven. 11.40 Causerie „Wat bracht de
3e Dinsdag in September?" 12.00 Gramofoon
platen. (Om 12,15 Berichten). 12.451.45
VARA-Orkest en gramofoonmuziek. 2.00 Voor
de vrouw. 3.15 Voor de kinderen. (5.00—5.05
Pauze): 5.30 „Esmeralda" en gramofoonplaten.
6.30 Causerie „De strijd om de vrijheid in onze
dagen". 7.00 Gelukwenschen. 7.06 Koorzang.
7.30 Lezing „De waardeering van den arbeid
door de eeuwen". 8.00 Herhaling SOS-berich-
ten. 8.30 Berichten ANP., VARA-Varia. 8.15
Revue-uitzending. (Gr. opn.) 9.00 Radiotoo-
neel. 10.00 Berichten ANP., 10.05 VARA-or-
kest. 11.00 Eugenetische causerie. 11.3012.00
.Fantasia", en gramofoonplaten.
HILVERSUM II, 301.5 en 415.5 M.
NCRV-uitzending. 6.307.00 Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart.
8.00 Schriftlezing, meditatie, 8.15 Berich
ten. gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Geluk
wenschen). 10.30 Morgendienst.. 11.00 Gra
mofoonplaten. 11,15 Ensemble van der Horst.
12.00 Berichten. 12.15 Gramofoonplaten.
12.30 Orgelspel. 1.30 Gramofoonplaten. 2.00
Ensemble van der Horst en gramofoonplaten.
3.00 Christelijke Lectuur. 3.30 Het Haag-
sche Trio. en gramofoonplaten. 4.35 Gramo
foonplaten. 4.45 Felicitaties. 5.00 Kinder
uurtje. 5.45—5.55 Gramofoonplaten. 6.00 Land
en tuinbouwchuserie. 6.30 Taalles en cause-
7.00 Berichten. 7.15 Causerie: „Onze
actie voor de Christelijke bibliotheek." 7.35
Gramofoonplaten. 7.45 Reportage, eventueel
gramofoonmuziek. 8.00 Berichten ANP.,
Herhaling SOS-berichten. 8.15 Gramofoon
platen. 8.45 Causerie ..Wat zich in de Sand-
jak Alexandrette heeft afgespeeld". 9.15 Arn-
hemsche Orkestvereeniging en solist. 10.10
Berichten ANP.. 10.15 Sonora-kwintet. 10.45
Gymnastiekles. 11.00 Vervolg concert. 11.30
Gramofoonploten., Ca. 11.5012.00 Schriftle
zing.
DROÏTW1CH, 1500 M.
11,2511.50 Gramofoonplaten. 12.10 Piano
voordracht. 12.35 Uit Stockholm: Sven
Sköld's orkesten strijkkwartet. 1.20—2.20 Gra
mofoonplaten. 3.10 Julius Kontrovitch en zijn
orkest. 3.50 Populair concert. 4.20—5.10 Ves
per. 5.20 Gramofoonplaten. 5 40 Bram Mar
tin en zijn dansorkest en solisten. 6.20 Be
richten. 6.45 Charles Ernesco en zijn kwintet
en solist. 7.20 Juridische causerie. 7.40 Solis
tenconcert. 8.20 Radiotooneel. 9.159.55
BBC-Symphonie-orkest. 10.00 Berichten.
10.25 Declamatie. 10.45 BBC-Harmonie-or-
kest. 11.30 Michael Flome en zijn Band. 11,50-
12.20 Jazzmuziek (Gr. pl.)
RADIO PARIS. 1648 M.
8.10, 9.00. 10.35 en 11.20 Gramofoonmuziek.
12.35 Militair orkest. 3.05 Gramofoonmuziek.
4.20 Zang. 4.35 Vioolvoordracht. 5.20 Can-
trelle-orkest. 6.50 Gramofoonmuziek. 7.20
Piaiovoordracht. 7.35 Zang. 8.50 Cello en
piano. 9.20 Gevarieerd programma. 10.50—
11.05 Gramofoonmuziek.
KEULEN, 456 M.
6.50en 7.30 Amusementsorkest. 8.50 Gra
mofoonplaten. 12.20 Fabrieksorkest. 1.35 Om-
roepklein orkest. 2.30 Populair concert. 4.10
Gramofoonplaten. 4.20 Omroepkleinorkest en
solist 7.35 Populair trioconcert. 8.30 Omroep
orkest en solist. 10.35 Gramofoonplaten.
BRUSSEL. 322 M.
,12.20 Gramofoonplaten. 12,50 en 1.30 Om-
roepdansorkest. 1 50—2.20 Gramofoonplaten.
5.20 Pianovoordracht. 5.50 ij 6.50 Gramo
foonplaten. 7.20 Omroep-dansorkest. 8.20
„Sepp' 1" aperette. 10.30—11.20 Gramofoon
platen.
BRUSSEL, 484 M.
12.20 Gramofoonplaten. 12.50 en 1.30 Om
roeporkest. 1.50—2.20 Gramofoonplaten. 5.20
en 6.00 Omroeporkest. 6.30 en 7.35 Gramofoon
platen. 8.20 Radio-tooneel. 10.3011.20 Gra
mofoonplaten.
DKI TSUIILANDSENDER 1571 M.
8.30 Voor Duitschers in den vreemde. 8.50
Dresdener orkest en solist. 10.05 Gramofoon
muziek. 10.20 Berichten. 10.50 Pianovoor
dracht. 11.05 Berichten. 11.20—12 20 Het
Weensche Amusementsorkest en solisten.