Zwitsersche Dieselmotoren
voor de „Oranje".
Benzinedampen
ontploften.
Opkomst van dienst
plichtigen.
Bliksem richt groote
verwoesting aan.
Moutfabriek ingestort.
Twee broertjes
DINSDAG 4 OCTOBER 193S
HAAREEM'S DA'GBEAD
3
Enorme afmetingen
en enorme capaciteit.
Naar wij vernemen, zijn dezer dagen
in de fabrieken van Gebr. Sulzer A. G.
te Winterthur (Zwitserland) de mo
toren voor het nieuwe vlaggeschip
van de stoomvaart maatschappij „Ne
derland", de „Oranje", die op 8 Sep
tember j.i. door H.M. de Koningin
werd te water gelaten, gereed geko
men en draaien deze thans in te
genwoordigheid van Nederlandsche
deskundigen proef.
Met de in Winterthur gebouwde
machine-installatie zal de „Oranje"
een der grootste en snelste motor
schepen ter wereld worden. De be
rekende snelheid zal minimum 21 zee
mijlen per uur bedragen.
De machine-installatie van de „Oranje"
zal bestaan uit drie zelfstandig werkende Die
selmotoren voor de voortstuwing en vijf hulp
motoren.
De groote Dieselmotoren zullen elk een
kracht ontwikkelen van 12500 P.K. bij 145
omwentelingen per minuut. De Stoomvaart
maatschappij „Nederland" bestelde voor de
„Oranje" tweetakt-motoren, die in hun soort
de grootste zijn, welke ooit gebouwd werden.
Elk der motoren heeft een lengte van 20.285
M. een hoogte van 8.14 M. en een bredte van
3.89 M. Dergelijke afmetingen kende men tot
dusver nog slechts voor dubbele scheepsmo
toren. In dit opzicht houdt de volgens Sulzer-
licentie gebouwde motor van het Italiaansche
motorschip „Saturnia" met een dieselmotor
van 20.000 P.K. het record.
De bijzonderheid van de voor het motor
schip „Oranje" bestemde motoren is echter
niet uitsluitend de buitengewone en impo-
neerende omvang. Een groote bijzonderheid
voranen de twaalf cylinders. Cylinders van
een dergelijke afmeting een boring van 760
mM. werden tot nu toe niet gebouwd en
een speciale studie was noodig om tot den
bouw van deze twaalf cylinder»motoren met
zoo groote capaciteit te komen.
Bij den bouw van de motoren zijn ver
scheidene nieuwe vindingen toegepast. Een
daarvan betreft het trillingsvraagstuk, dat
vooral voor een passagiersschip van groot
belang i.s Door een gewijzigde constructie van
het frame, waarin de cylinders zijn geplaatst,
verwacht men dat de „Oranje" geheel trilling-
vrij zal zijn.
Deze week worden de motoren gedemon
teerd en tegen het einde van de maand zul
len de onderdeelen van de geweldige machine-
installatie naar Amsterdam worden gezonden
om daar in de „Oranje" opnieuw gemonteerd
te worden.
(Adv. Ingez. Med.)
Britsch postcontract voor de
K. L. M.?
Voor den nachtelijken luchtvrachtdienst
Sch ipholCroydon.
Bij het ingaan van den winterdienst der
K. L. M. is Maandag in den vroegen ochtend
de nieuwe luchtvrachtdienst der K. L. M. tus-
schen Londen en Amsterdam geopend.
Voor dezen dienst, die uitsluitend vracht
goed en post vervoert, is speciaal ingericht
het D.C. 2 toestel PHAKN, (de Nachtegaal)
uit welker cabine de stoelen verwijderd zijn,
terwijl het interieur geschikt is gemaakt voor
het vervoer van goederen.
Voor de eerste maal in dezen dienst vertrok
de Nachtegaal Maandagochtend te 5 uur G.
N. T. van Croydon naar Schiphol, met niet
minder dan 900 K.G. vracht en post aan
boord.
Daarbij was van principieele beteekenis, dat
de Britsche posterijen de post aan de K1.M.
hadden toevertrouwd. Tot nog toe werd de
mail op dit traject verzorgd door de Engelsche
luchtvrachtonderneming. International Air
Freight Ltd., welke evenwel haar dienst tus-
schen Londen en Amsterdam heeft gestaakt.
Uit het feit, dat de K.L.M. in den nacht
van Zondag op Maandag de Britsche mail
heeft meegekregen, mag worden afgeleid, dat
in plaats van de International Air Freight Ltd.,
de K.L.M. het postcontract met de Britsche
posterijen voor het vervoer van post tusschen
Engeland en het continent op de lijn Londen—
Amsterdam zal krijgen.
Maandagavond te 11.15 vertrok de Nachte
gaal van Schiphol naar Croydon, vanwaar het
toestel hedenmorgen te 5 uur is gestart om
te 7.20 op Schiphol terug te keeren
Tegen verlaging der spoorweg
pensioenen.
De vakgroep gepensionneerden der Neder
landsche Vereeniging van Spoor- en tramweg
personeel, heeft in een Maandag te Utrecht ge
houden druk bezochte vergadering, de volgende
motie aangenomen: „Gehoord de uiteenzettin
gen ter zake van de bestuursleden P. C. Orgers
en H. J. Kanne, van oordeel dat de in 1936 in
gevoerde verlaging der pensioenen van het
spoorwegpersoneel als een groot onrecht moet
worden beschouwd, verder van oordeel, dat het
in bijzondere mate onbillijk is, deze pensioenen
te verlagen, nu de verlaging der rijkspensioe
nen niet is voltrokken en die van de Indische
pensioenen weer is vervallen, spreekt de hoop
uit, dat bij het thans in behandeling zijnde
wetsontwerp tot wijziging van de pensioenwet
voor de spoorwegambtenaren 1925 de artikelen
80a en 80b weer uit deze wet zullen worden
weggenomen en de reeds verlaagde pensioenen
weer op het oorspronkelijk peil zullen worden
gebracht en gaat over tot de orde van den dag".
Al wie WAARBOII(;.KLEEni\G kent
is er bijster mee content
Ulid
JJAl
\m 1-1* J k:
(Adv. Ingez. Med.)
Mag een politie-agent in burger
buiten dienst een gummistok
dragen
Advocaat-generaal meent van niet.
De wapenwet, waarbij is verboden het dra
gen van diverse wapenen, waaronder ook de
gummistok wordt genoemd, zondert in art. 3
sub 2 die gevalen uit, waarin het wapen be
hoort tot de uitrusting van o.a. den politie
beambte.
Nu was de Bossche politie-agent F. de L.
op zekeren dag in zijn vrijen tijd en buiten
uniform aanwezig te Vught, waar hij zich
tegen een aanvaller had verdedigd met den
gummistok, dien hij bij zich droeg. Afgezien
van de kwestie welk gebruik de L. van dien
stok had gemaakt welke zaak afzonderlijk
is berecht had hij zich voor den Bosschen
kantonrechter te verantwoorden op grond van
de omstandigheid, dat hij met het dragen van
den wapenstok buiten dienst de wapenwet zou
hebben overtreden.
De kantonrechter evenwel ontsloeg den
agent van rechtsvervolging, oordeelende, dat
deze politieman, hoewel in burgerkleeding in
een andere gemeente vertoevend, niettemin
„in dienst" (van de gemeente 's-Hertogen-
bosch) was.
Nadat de ambtenaar van het Openbaar Mi
nisterie beroep had aangeteekend bevestigde
de Bossche rechtbank de kantonrechterlijke
uitspraak.
Daartegen teekende de officier van justitie,
die een veroordeeling had geëischt, cassatie
aan.
De advocaat-generaal bij den hoogen raad,
mr. Rombaoh, was van meening, dat men van
een gemeentepolitieman, die zich buiten eenig
verband met zijn dienst (met tijdelijk verlof
bijv.) buiten zijn gemeente bevindt, wel kan
zeggen, dat hij deel blijft uitmaken van de
politie eener gemeente, maar niet dat het
wapen, dat hij bij zich heeft, tot zijn uit
rusting behoort.
Hij mist onder die omstandigheden immers
elke politioneele bevoegdheid en mag om die
reden van zijn wapen geen gebruik maken.
Iiij heeft tijdelijk zijn functie van politieagent
afgelegd en kan dus niet meer als zoodanig
zijn uitgerust.
Mr. Rombach concludeerde daarom tot ver
nietiging van het vonnis der rechtbank en
tot verwijzing van de zaak naar het gerechts
hof te 's-Hertogenbosch.
De Hooge Raad zal 31 October arrest wijzen.
Drie meisjes min of meer
ernstig gewond.
Maandagmiddag omstreeks kwart voor vier
werden de voorbijgangers op de Schiekade
O.Z. te Rotterdam opgeschrikt door een hevi-
gen knal, welke werd veroorzaakt door een
ontploffing in pand 172, waar gelijkvloers is
gevestigd de N.V. Eerste Nederlandsche Siga
renfabriek van den' heer Jacq. W. Hakkert.
Toen alom hulpvaardigen toescho
ten, bleek, dat drie meisjes min of
meer ernstig met brandwonden over
dekt waren. De 15-jarige G. Brusse
rende, hevig geschrokken, het huis
uit en sprong luid gillend in de
Schie. Met vereende krachten bracht
men het meisje op het droge. Het
bleek brandwonden aan armen en ge
laat te hebben opgeloopen, evenals de
17 jarige F. van Rooyen. Beide meisjes
werden met een wagen van den met
drie auto's uitgerukten geneeskundi
gen dienst naar het ziekenhuis aan
den Bergweg overgebracht. Het derde
slachtoffer de 26-jarige mej. A. Kros
was er ernstiger aan toe, haar ge-
heele lichaam was overdekt met
brandwonden. Mej. K. werd in het
ziekenhuis aan den Coolsingel opge
nomen.
De ravage, die in het oorspronkelijk als
heerenhuis gebouwde pand werd aangericht,
was aanzienlijk. Door de ontploffing ontstond
brand in den kelder en op het middenalarm
rukten vele slangenwagens uit, terwijl de mo
tor reservewagen onder leiding van den heer
Keizer goede diensten bewees. Het brandje
werd met twee stralen op de waterleiding
gebluscht..
De niet gewonde, maar hevig geschrokken
meisjes van het personeel werden bij de bu
ren ondergebracht.
De bouwpolitie stelt een onderzoek in.
De politie heeft de oorzaak van de
ontploffing spoedig kunnen vaststel
len.
Het 15-jarige meisje Brusse wilde met
een van haar collega's een mand-
flesch met 25 liter benzine in den
kelder brengen. Samen droegen de
meises de zware flesch door het kan
toortje en over de gang naar het trap
je, dat toegang tot den kelder geeft.
Ongelukkigerwijze struikelden de
meisjes daar, en tot haar grooten
schrik viel de zware flesch in scherven
op den steenen vloer, tengevolge
waarvan de benzine direct den kelder
vloer blank zette.
Een ontploffing was toen niet meer te ver
mijden, want op slechts enkele passen afstand
van de plek, waar de flesch was gevallen,
brandde de groote kachel van de centrale
verwarming. De meisjes trachtten nog, inder
haast de benzine op te dweilen, doch het was
reeds te laat!
Met een ontzettenden slag ontploften de
benzinedampen.
Op 10 October.
De regeeringspersdienst meldt, dat
de opkomst ter inlijving van hen, die
bestemd waren om op 4 October 1938
te worden ingelijfd, en de opkomst van
hen, die als gevolg van verleend uit
stel enz. wel zijn ingelijfd, doch op 4
October 1938 de eerste oefening moes
ten aanvangen, thans op 10 October
1938 moet plaats hebben. Dit geldt ook
voor hen, die bestemd waren om op 4
October 1938 op te komen voor op
leiding tot reserve-officier.
Op 10 October moet de opkomst ge
schieden, op plaats en uur, zooals voor
4 October was bepaald, ook al -wordt
geen nieuwe oproeping ontvangen. De
genen, die voor vrij vervoer naar de
plaats van opkomst een vervoerbewijs
noodig hebben en niet in het bezit zijn
van een bewijs, geldig voor 10 Octo
ber, kunnen zoodanig bewijs aanvragen
ter gemeente-secretarie van hun woon
plaats, bureau voor militaire zaken.
Ten aanzien van de herhalingsoefe
ningen van de dienstplichtigen, voor wie
het opkomen voor deze oefeningen in
verband met de buitengewone omstan
digheden werd uitgesteld, is nog geen
beslissing genomen.
Hollandsclie Bank-Unie handhaaft
6% dividend.
Winstcijfer vrijwel gelijk aan vorig jaar.
Aan het jaarverslag van de Hollandsclie
Bank-Unie over de periode 1 Juli 1937 tot 30
Juni 1938 ontleenen wij het volgende.
Dat ondanks alles, onze Instelling met een
behoorlijk resultaat voor den dag kan komen
gelijk uit de winst- en verliesrekening blijkt,
waarvan de cijfers slechts zeer weinig verschil
len van die, welke ten vorlgen jare aan aan
deelhouders konden worden voorgelegd
stemt tot groote tevredenheid.
De groote, steeds voortgaande, uitbreiding
onze relaties droeg in belangrijke mate bij tot
dit bevredigende resultaat.
Voorgesteld wordt over het thans afgeloopen
boekjaar dezelfde winstuitkeeringen vast te
stellen als vorig jaar (6 pet. dividend), waar
bij afschrijvingen en reserveeringen op het
zelfde peil kunnen worden gehandhaafd.
Het batig saldo der winst- en verliesrekening
bedraagt f 749.749 (f 758.903).
Wij stellen voor, het dividend van de Hol-
landsche Bank-Unie N.V. over het boekjaar 1
Juli 193730 Juü 1938 te bepalen op 6 pet.
waardoor de uitkeering aan houders van op-
richtersbewijzen f 1.66 per stuk zal bedragen.
Evenals wij zulks in vorige jaren deden, zou
den wij ook thans weder ter verdere verster
king van de positie onzer Bank, van de winst
een bepaald bedrag willen bestemmen voor
toevoeging aan de niet afzonderlijk opgevoer
de reserve tegen eventueele risico's. Dit bedrag
stellen wij u voor wederom te bepalen op
f 200.000 waarnaast wij op gebouwen ca.
f 123.000 zouden wenschen af te schrijven.
In verband hiermede stellen wii de volgen
de winstverdeeling voor:
Toevoeging aan de reserve tegen eventueele
risico's f 200.00 (onv.), afschrijving op gebou
wen f 123.449 (130.778) dividenduitkeering aan
aandeelhouders f 360.000 (onv.), uitkeering
aan houders van oprichtesbewijzen f 6640
(onv.) dividendbelasting f 44.180 (36.847) saldo
op nieuwe rekening f 15.480 (24.637).
Maar deert wonderlijk genoeg
niemand.
De bliksem heeft Maandagmor
gen om vijf uur op zeldzaam vreem
de wijze huisgehouden in de woning
van den landbouwer K. Hooyveld aan
den Veenhuizermiddenweg te Heer-
hugowaard.
Tijdens een kort onweer sloeg de bliksem
in de woning en richtte een enorme ravage
aan. In het dak werd een gat geslagen van
ongeveer tien vierkante meter en op hetzelf-
1 de oogenblik werden alle pannen weggesla
gen en tot vijftig meter in den omtrek ver
spreid. De bliksem veroorzaakte vervolgens
een ruïne in alle kamers: geen raam bleef
heel, geen meubelstuk bleef op zijn plaats.
Het echtpaar Hooyveld was door-den harden
slag wakker geworden en voelde plotseling
een hevige luchtdruk. Het ledikant werd uit
eengereten. Man en vrouw lagen te midden
van glasscherven, die in het bed terecht ge
komen waren. Boven sliepen vier kinderen,
driemeisjes van zeven, zes en vier jaar en
een jongen van vijf jaar. Geen van hen was
gewond, hoewel de ledikanten waren ver
splinterd en een zware dakspant boven hun
hoofden was omgebogen.
Nadat een begin van brand met een emmer
water was gebluscht, konden de bewoners een
onderzoek in het huis instellen. In de keuken
waren de emmers als blik in elkaar gedrukt.
Sommige kozijnen waren niet meer te vinden.
Deuren op de verdiepingen waren in duizend
stukjes versplinterd. Alleen de klok en een
portret was onbeschadigd gebleven. Ook de
halfsteensmuur, waarmede de woning was
opgetrokken, bleek intact gebleven te zijn.
Doodelijk gewond arbeider twee uur
lang bedolven.
Maandagmiddag omstreeks twee
uur heeft te Swalmen een instor
tingsongeluk plaats gehad in de
mouterij der firma J. Hendrickx
Crijns,
De moutfabriek bestaat uit twee gedeelten,
een oud en een nieuw. In dit laatste deel, dat
drie jaar geleden gebouwd werd en een op
pervlakte bestrijkt van vijftig bij dertig me
ter, is het ongeluk gebeurd.
Twee arbeiders waren daar aan het werk.
Zij waren bezig met het „omzetten" van
gerst. Eén van hen, P. Walenberg bevond zich
op de bovenste étage van het uit vier ver
diepingen bestaande gebouw, Even vóór de
instorting, voelde hij den grond lichtelijk
trillen. Hij schonk daaraan echter weinig
aandacht. Op een gegeven oogenblik evenwel
hoorde de man een hevig gekraak. Tegelijker
tijd zakte de grond onder hem weg. Geluk
kig bezat hij nog de tegenwoordigheid van
geest zich aan een balk vast te grijpen, welke
slechts langzaam doorzakte. Hierdoor be
reikte deman zonder letsel den beganea
grond.
De tweede arbeider, de 32-jarige H. Geer-
lings, die zich op het gelijkvloersche gedeel
te bevond, werd onder het vallende hout en
ijzer bedolven. Op zijn hulpgeroep en het la
waai, waarmede de instorting gepaard ging,
schoten de arbeiders uit het oude fabrieksge-
deelte onmiddellijk te hulp.
Men begon dadelijk met het reddingswerk,
waaraan ook werd deelgenomen door enkele
inwoners van Swalmen. de rijks- en gemeen
tepolitie en den burgemeester van Swalmen,
dien men spoedig na het ongeluk gewaar
schuwd had.
Het reddingswerk ging evenwel met groote
moeilijkheden gepaard, aangezien men een
ijzeren balk en twee houten dwarsbalken
electrisch moest doorzagen om het slacht
offer te bereiken. Met dit karwei was meer
dan twee uur gemoeid. Inmiddels had het
slachtoffer kans gezien zich zoodanig los te
werken, dat zijn lichaam vrij kwam.
De man bleek een bekkenfractuur te heb
ben opgeloopen, terwijl zijn rechterbeen bij
na geheel verbrijzeld was. Verder had hij een
bloedende wonde aan het hoofd. Het slacht
offer werd naar het Sint Laurentiuszieken-
huis te Roermond overgebracht, waar hij gis
teravond is overleden.
Omtrent de oorzaak van de instorting tast
men in het duister. Op den zolder van het
nieuwe gedeelte lag een hoeveelheid gerst van
80.000 K.G. opgeslagen. Het parket uit Roer
mond kwam' eenigen tijd na het ongeluk ter
plaatse om een onderzoek in te stellen.
door vrachtauto aangereden.
Een van hen op slag gedood.
De vijftienjarige Evert Jan van de
Hoef was Maandagmorgen met zijn
tienjarig broertje Willem aan het
aardappelrooien geweest en wilde om
half een per fiets huiswaarts keeren.
Toen zij van het land af de Gelder-
schekade tusschen Ede en Veenendaal
wilden oprijden de jongste broer zat op
den stang naderde juist een vracht
auto van de firma Nab uit Ederveen.
De chauffeur kon een aanrijding niet
meer voorkomen. De oudste jongen
werd in de sloot langs den weg geslin
gerd en was op slag dood, zijn broertje
kreeg zware verwondingen aan hoofd
en lichaam.
Dr. de Waard uit de Klomp verleen
de eerste hulp en liet den jongen naar
het Diaconessenhuis te Arnhem over
brengen.
Uit het onderzoek van gemeente- en
rijkspolitie uit Ede is komen vast te
staan, dat den chauffeur van de
vrachtauto geen schuld treft.
Grensbeveiligingstroepen
keeren terug.
HET AUTO-ONGELUK OP DEN MUIDER-
STRAATWEG.
Bij het auto-ongeluk, dat Zondagnacht op den
Muiderstraatweg heeft plaats gehad, werd de
personenauto niet bestuurd door den heer Blij-
denstein, maar door den heer v. Lanschot
Leiden's Ontzet herdacht.
Feestelijke intocht.
Heden zijn de troepen, welke op last van de
regeering onder de wapenen zijn geroepen ter
versterking van de grensbeveiliging, naar de
mobilisatie-centra teruggekeerd, waar een fees
telijke intocht heeft plaats gehad en voor de
militaire en burgerlijke autoriteiten is ge
defileerd.
De territoriale bevelhebbers, die in hun ge-
zagsgebied met de grensbeveiliging zijn be
last, hebben het défilé in verschillende plaatsen
afgenomen.
Donderdag 6 October zal op overeenkomstige
wijze de terugkeer van de grensbataljons in
hun garnizoenen plaats «vinden.
BEGROOTING NOORD-
HOLLAND.
Een verlaging van opeenten.
Een Hutspot-Estafetterace.
Gisteren heeft de Sleutelstad haar ontzet
herdacht, Des morgens waren er de gewone
feestelijkheden van elk jaar. Haring en brood,
benevens koffie en tabak, werd aan rond 2200
personen uitgereikt. Een groot succes vormde
de Hutspot-estafetterace.
Het hoogtepunt in de feestviering was de
groote historische, allegorische optocht, welke
den geheelen middag door bijkans alle straten
van de stad trok. Het onderwerp van den op
tocht was „In en om het Leidsche Stadhuis"
volgens het plan van den oudgemeente-archi
varis vqn Leiden, mr. dr. J. W. Verburgt. De
teekeningen en artistieke verzorging waren
toevertrouwd aan den Haagschen architect Jan
de Quack, en de heer R. van Eecke had voor
het schilderwerk gezorgd.
Pluvius was den deelnemers niet gunstig ge
zind, want een uur na den aanvang viel de re
gen bij stroomen omlaag. Wel is waar duurde
dit natte intermezzo niet lang, doch de costu
mes werden ,er vanzelfsprekend niet mooier
door. En v& die costumes was dit jaar zoo
bijzonder veel werk gemrtfakt.
De verschillende groepen waren verdeeld
over een tijdsverloop van 1413 af tot heden ten
dage.
Tegen vijf uur werd de optocht ontbonden
en toen kwam dê hutspot met klapstuk op ta
fel, want de inwendige mensch moest extra
aangesterkt worden voor het avondprogramma
waarvan het „hossen en deinen" op het gere
serveerde gedeelte van het feestterrein op het
Schuttersveld een onmisbaar bestanddeel
vormt. Wie niet zoo dartel aangelegd was, be
gaf zich naar de cabaretvoorstelling in de
Stadsgehoorzaal of naar den Schouwburg,
maar waar ieder zich ook vermaakte, het groot-
sche vuurwerk sloeg niemand over, en toen om
11 uur de eerste pijl de lucht in schoot, was
het overal zwart van de menschen.
WAT DE PROVINCIE DOET VOOR
WERKLOOSHEIDSBESTRIJDING.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
hebben de financieele begrooting voor 1939
opgemaakt. De eindcijfers zijn f51.553.400.
In de toelichting wordt gezegd:
Het bedrag, waarop wij de opbrengst van
één opcent hebben kunnen ramen, overtreft
aanzienlijk het bedrag, dat uit dien hoofde
naar raming aan de vorige begrooting ten
goede komen kon. Het totaal van de op
brengst op alle daarvoor in aanmerking ko
mende belastingen hebben wij. gezien de ons
door de rijksadministratie verstrekte gegevens
op f220.500,— kunnen stellen. In verband
hiermede hebben wij een voorstel tot verla
ging van het te heffen aantal opcenten en
wel met 2, zoowel voor de grondbelasting als
voor de belastingen naar inkomsten en ver
mogen, gerechtvaardigd geacht. Het totaal
der raming van de opbrengst der opcenten
gaat dan nog eenigszins het deswege op de
vorige begrooting geraamde te boven.
Er zullen dus nu geheven worden 18 op
centen op de gebouwde eigendommen, 18 op
de ongebouwde, 18 op de Inkomstenbelasting
en 18 op de Vermogensbelasting.
Hierbij mag niet over het hoofd gezien wor
den, dat, terwijl op grond van de thans be
kende gegevens verwacht mag worden, dat
het voor 1938 geraamde bedrag door de wer
kelijkheid zal worden overtroffen (met het
gevolg, dat de dienst van dat jaar weder met
een batig saldo sluiten zal), het thans ge
raamde bedrag voor de verwachting van eene
meevallende werkelijkheid geen speling
laat.
Van het fonds tot gedeeltelijke reservee
ring van batige saldi wordt thans het restant
verbruikt f250.000 ten behoeve van de bestrij
ding .van de werkloosheid.
Ged. Staten hebben, mede gelet op de door
hen in de tweede gewone zitting van de Prov.
Staten van 1937 overgenomen motie van de
leden F. van de Walle e.a., waarin op uit
breiding van werkgelegenheid werd aange
drongen, de vraag onder het oog gezien op
welke wijze de provincie, naast haar be
staande bemoeienis, hare medewerking ter
zake het beste zou kunnen verleenen.
Overweging van deze vraag heeft Ged.
Staten tot de overtuiging gebracht, dat uit
breiding van de gelegenheid tot werkver
schaffing in deze provincie op eenigszins uit
gebreide schaal het best zou kunnen geschie
den door het ter hand nemen van droogleg
ging en verbetering van complexen gronden,
ten einde aldus de oppervlakte cultuurgrond
in deze provincie te vergrooten. Door dien ge-
dachtengang geleid, hebben zij voor eenige
maanden reeds een uitgewerkt plan tot
droogmaking en ontginning van een uitge
strekt complex gronden in deze provincie aan
den Minister van Sociale Zaken doen toeko
men mee verzoek de uitvoering daarvan te
willen bevorderen.
Gelet op diverse uitspraken van de zijde
van de Regeering, waarbij als geschikte
objecten voor werkverschaffing in het bij
zonder werden genoemd werken, welke bij
dragen tot verhooging van het voortbren-
gingsvermogen van den bodem en daardoor
leiden tot blijvende werkgelegenheid, meen
den Ged. Staten de kansen op uitvoering van
een dergelijk plan door het Rijk als gunstig te
mogen beschouwen.
Al hebben Ged. Staten omtrent bedoeld plan
nog geen bericht van den voornoemden Mi
nister ontvangen, de in troonrede en millioe-
nennota gegeven bevestiging van bedoelde
uitspraken wettigt onzes inziens het vertrou
wen, dat het Rijk bereid zal zijn, in samen
werking met de provincie tot uitvoering van
dat plan en van andere thans nog in voor
bereiding zijnde plannen van soortgelijken
aard over te gaan.
Dat. gelet op de zeer hooge bedragen, welke
met deze werken zijn gemoeid (de kosten van
het ingezonden plan zijn begroot op f 6.400.000)
alleen het Rijk zich met de uitvoering daar
van zal kunnen belasten, staat voor Ged.
Staten wel vast.
Dat echter ook van de provincie voor de uit
voering van deze werken een geldelijk offer
zal worden gevraagd, b.v. in den vorm van
een bijdrage in de z.g. bijkomende kosten of
in het geraamde uiteindelijk tekort, achten
Ged. Staten, mede gelet op ter zake gevoerde
officieuse voorbesprekingen, waarschijnlijk.
Ged. Staten achten dit ook niet onredelijk,
daar toch ook de provincie bij een verhoo
ging van de opbrengst van uitgestrekte com
plexen gronden binnen haar gebied blijvend
zal zijn gebaat b.v. door verhoogde belasting
opbrengst.
Bovendien zal het verleenen van bijdragen
door de Provincie er ongetwijfeld toe mede
werken het Rijk tot uitvoering van ontgin
ningswerken in deze provincie, welke met
het oog op de gesteldheid van den bodem in
het algemeen kostbaarder zijn dan soortge
lijke werken in het Oosten des lands, te be
wegen.
Ged. Staten meenen nu, dat voor de uitvoe
ring van dergelijke werken van de zijde der
provincie in totaal een bedrag beschikbaar
gesteld zou kunnen worden van f 500.000, en
dat dit bedrag ten laste van de gewone mid
delen van den dienst 1939 zou kunnen worden
gebracht.
Daar niet te voren is na te gaan, in welken
omvang en wanneer van Rijkswege tot uitvoe
ring van dergelijke werken in deze provincie
zal worden overgegaan en op de geldmidde
len van de provincie daarvoor een beroep zal
worden gedaan, achten Ged. Staten het het
meest gewenscht, voornoemd bedrag van
f 500.000 te storten in een te vormen fonds
voor ontginningswerken, waaruit dan door de
Prov. Staten bijdragen voor de bovenomschre
ven doeleinden kunnen worden verleend.
Op de begrooting is daarvoor een post op
genomen „Storting in een fonds voor ontgin
ningswerken": f 500.000.
De post voor onvoorziene uitgaven is
f 582.640.