•HGti 'm 't Hod
DEN EM ARKENNEDERLAN D.
SHELL-SERVICE
waarborg;
WYABBOBG
KBEYMBOBG
VRIJDAG 21 OCTOBER 1938
HAARJE M'S DAGBEAD
Ome voetbal-prijsvraag De verrassingen van Zondag j.l.
en te laat berouw der oplossers Afdeeiing I het moeilijkst
te schatten De wedstrijd EngelandContinentDe waar
schijnlijke samenstelling van de Engelsche ploeg Wales zal
fel van zich afbijten Het oordeel van een Franschman over
fietsend Holland.
U bent natuurlijk ook een van de 528 lezers,
die aan onze voetbal-prijsvraag heeft deelge
nomen. Welnu, dan zult u het met ons eens
zijn, dat het niet zoo eenvoudig was, als het op
hei eerste gezicht wel leek. Wilde men immers
met eenige kans op succes tot een oplossing
komen, dan was het zaak, aan de hand van het
bij den aanvang van het seizoen in ons blad
gepubliceerde K.N.V.B.-programma voor het
tijdvak van 18 September tot en met 27 No
vember en afgaande op de door de clubs reeds
behaalde resultaten, de waarschijnlijkheden en
mogelijkheden tegen elkaar af te wegen.
De Duitsche doelverdediger Raftl is een der
beide candidatcn voor de plaats tusschen de
palen van het Continentale elftal.
worden gegeven om een beter resultaat te kun
nen bereiken.
Men weet, dat Wales genoodzaakt is, haar
team te kiezen uit landslieden, die voor Engel
sche League-clubs uitkomen, omdat de Welsh
League van weinig beteekenis is en nog op
geen stukken na met de derde divisie der En
gelsche competitie kan worden vergeleken.
Waarschijnlijk zullen drie Arsenal-voorwaart-
sen de kleuren van Wales verdedigen, te weten
Leslie Jones, Bryn Jones en de jeugdige links
buiten Cumner. De sportcorrespondent van een
Nederlandsch dagblad krijgt derhalve gelijk
met zijn bewering, dat het wel lang zou duren,
alvorens Bryn Jones voor Engeland zou spelen.
Inderdaad, want blijkbaar- was het hem niet
bekend, dat Jones een Welshman is, die sinds
1935 in tien internationale wedstrijden voor zijn
land is uitgekomen en vanzelfsprekend nim
mer voor Engeland kan worden gekozen.
Een Fransch sportjournalist vertelt in een
met vele amusante foto's verlucht artikel over
het fietsen in Nederland. Niet over het fietsen
als sport, doch als middel tot verplaatsing, zoo
als dat in ons land nog steeds meer als surro
gaat voor het natuurlijke loopen wordt toege
past.
Het is den schrijver opgevallen, dat, zooals
hij het uitdrukt, bijna niemand in Nederland
alleen fietst. De Hollander, statig op zijn hooge,
zware fiets gezeten, welk vervoermiddel men
in dit geval met het volste recht een stalen ros
kan noemen, beziet van zijn verheven positie
af de wereld rondom hem met welgevallen.
En geen wonder! Immers steeds is hij in ge
zelschap, hetzij van een vriend of collega, het
zij van verloofde of echtgenoote, die hem ver
trouwelijk de hand op den arm legt, als bevon
den zij zich rustig voortschrijdend op een stil
landweggetje. De schoolmeisjes en andere jon
ge dames beschouwen dit „hand-opleggen"
slechts als een halven maatregel: zij preferee-
ren het elkaar een arm te geven of met den
arm om eikaars schouders geslagen de intiem
ste geheimpjes te fluisteren.
Men ziet, onzen Franschen collega ontbreekt
het niet aan verbeeldingskracht.
Hij slaat echter den spijker op den kop, als
hij beweert, dat genoemde paartjes en jonge
dames zich van het overige verkeer vaak niets
aantrekken en als waren zij op een onbewoond
eiland, rustig vrijwel midden op den rijweg
voortpeddelen.
De fiets dient in Holland (constateert onze
Franschman verder) echter niet uitsluitend,
zooals iedereen zou denken, als vervoermiddel
voor één persoon, doch op dit stalen gevaarte
vindt ongeveer het geheele familie-kroost een
plaats. Op de bagage-drager, in een rieten
stoeltje, op de middenstang, ja zelfs op het
stuur weet vader, als ware het een rijdend ho
tel, zijn nazaten een ruime en gemakkelijke
zetel te verschaffen, zonder dat hij zelf er in
het minst onder gebukt gaat. Integendeel, hij
zit fier recht op met zijn neus in den wind,
terwijl hij bovendien nog gelegenheid vindt,
zijn echtgenoote liefderijk bij de hand mee te
voeren.
Men staat veelal versteld van de massa-fi
guren der acrobaten-troepen, doch wie de fiet
sende families in Holland heeft gezien, kan
nog slechts noode bewondering gevoelen voor
de equilibristen van het circus.
DAMMEN.
DAMCLUB HAARLEM.
Uitslagen van de Woensdag gespeelde par
tijen voor den onderlingen wedstrijd om het
clubkampioenschap, tevens wedstrijd ter vie
ring van het 35-jarig bestaan der club:
A. P. de ZwartP. Mollema Jr. 20
L. P. Huges—H. A. v. Abs 0—2
C. F. VisseC. Dikkeboom 20
A. RussJ .Holm 20
F. H. VerpoortenR. C. Broekmeijer 11
G. P. HeckP. v. Wamel 02
G. P. Roet—F. Mollema 0—2
C. F. Visse—J. Holm 2—0
A. RussF. H. Verpoorten 20
R. C. BroekmeijerR. Groos 02
WIE SLIPPEN WIL WEREN,
Laat zijn banden ADERISEEREN.
ABSOLUUT SLIP-VRIJ.
A'damschevaart 322 - Tel. 16773
POSTDUIVEN.
KAMPIOENSCHAPPEN HAARLEMSCHE
POSTD ÜIVENBOND.
Oostvlucht tot Stendal: 1. L. Glmbrere 574
pnt.; 2. Th. Heinsbergen 572 pnt.; 3. H. J.
Handgraaf 555 pnt.; 4. A. v. Zadel 532 pnt.; 5.
P. J. v. Daalen 520 pnt.; 6. J. Staphorst 461
pnt.; 7. H. V. Roosdorp 456 pnt.; 8. J. v. Duijn
Sr. 451 pnt.; 9. Th. Verdonk 443 pnt.; 10. P.
Dik 430 pnt.
Zuid vlucht tot Limoses. 1. P. J. v. Daalen
1144 pnt.; 2. L. Gimbrere 1123 pnt.; 3. Th.
Verdonk 1072 pnt.; 4. A. v. Zadel 942 pnt.; 5.
J. Staphorst 897 pnt.; 6. A. C. J. Sweerts 884
pnt.; 7. H. V. Roosdorp 875 pnt.; 8. P. Dik 867
pnt.; 9. C. Krop 855 pnt.; 10. F. de Leeuw
850 pnt.
Oude duiven. 1. L. Gimbrere 1697 pnt.; 2.
P. J. v. Daalen 1664 pnt.; 3. Th. Verdonk 1515
pnt.; 4. A. v. Zadel 1474 pnt.; 5. H. J. Hand-
graaf 1388 nnt.; 6. J. Staphorst 1358 pnt.; 7. H,
V. Roosdorp 1331 pnt.; 8. P. Dik 1297 pnt.: 9
F. de Leeuw 1259 pnt.; 10. C. de Waard 1193
punten.
Jonge duiven tot Arlon. 1. H. J. Handgraaf
VOETBAL.
De eerste Nederlandsche ploeg tegen
Deensche spelers.
Een stukje geschiedenis.
De ivedrtrijd van Zondag
De tijd, dat Denemarken in het continentale
voetbal den toon aangaf, ligt reeds lang achter
ons. Dat was aan het einde van de vorige en
het begin van deze eeuw. Toen kwam er nog
wel niet een Deensch vertegenwoordigend elf
tal in het veld aan dergelijke wedstrijden
dacht men op het vasteland toen nog niet
doch Denemarken had toen in de „Boldklub-
KREYMBORG)
IS
Het kwam er vooral op aan, na te gaan, hoe
veel en welke uitwedstrijden de in aanmerking
komende clubs nog hadden te Spelen en of zij
de sterkste tegenstanders in thuis- of uit-
matches moesten bekampen. Het toeval heeft
bovendien gewild, dat de wedstrijden van Zon
dag 1.1., meer dan het normale aantal verras
sende resultaten hebben opgeleverd, die van
zelfsprekend niet meer in de oplossing van de
prijsvraag Herwerkt konden worden.
Weinigenzullen toch hebben verwacht, dat
K.F.C. op eigen veld van H.D.V,S. en dat R.C.H
van W.F.C. zou verliezen en ook de nederlagen
van Sparta en Kennemers kwamen vrij onver
wacht.
Het beoordeelen van de kansen op de boven
ste vijf plaatsen in afdeeiing I (de afdeeiing
van Stormvogels) zal ongetwijfeld de meeste
moeilijkheden hebben opgeleverd, omdat de
clubs in die sectie elkaar in kracht maar heel
weinig ontloopen. En we hebben een vermoe
den, dat vele voetbal-lezers, die afgaande op
de twee groote overwinningen van Blauw Wit
op H.D.V.S. en H.B.S., den Amsterdammers
de bovenste plaats hadden toegekend, na het
gelijke spel van de Stadion-club tegen Storm
vogels bedenkelijk hebben gekeken en zich
thans afvragen, waarom zij niet meer ver
trouwen in A.D.O. hebben gesteld.
Voorloopig zullen we thans geduldig moeten
afwachten, hoe de clubs op de voorspellingen
van onze voetbal-helderzienden zullen reagee-
ren en menigeen zal op de eerstkomende Zon
dagen na een blik op onze uitslagen-borden te
hebben geworpen, heimelijk het afschrift van
zijn prijsvraag-oplossing raadplegen, om te zien,
of zijn kans op één der prijzen gedaald of ge
stegen is.
Het is nog steeds niet met zekerheid te zeg
gen, of de komende match tusschen Engeland
en het Continent de volle belangstelling van
het Britsche en vooral het Londensche publiek
zal trekken. Natuurlijk kan men op Highbury
ten allen tijde zeker zijn van een 30.000 toe
schouwers. doch het feit, dat Engeland tegen
een combinatie in plaats van een landsploeg
ten strijde trekt, brengt den Britschen voetbal
enthousiast tot de volgende overpeinzing:
„Wat voor een kans heeft een ploeg, die sa
mengesteld is uit elf spelers, die elkaar voor
het grootste deel nauwelijks kennen en die
door hun verschillenden stijl, spelopvatting en
temperament bezwaarlijk een eenheid kunnen
vormen, tegen een vertegenwoordigend En-
gelsch team, dat vier dagen tevoren (te Cardiff
tegen Wales) in bijna dezelfde formatie een
voor Engelsche begrippen veel belangrijker
landemvedstrijd heeft gespeeld?"
De lezer zal zich herinneren, hoe er aanvan
kelijk van F.I.F.A.-zijde op aangedrongen werd,
dat het Continentale elftal tegen een Britsch
team, d.w.z. een ploeg, samengesteld uit En-
gelschen. Schotten, Welshmen en Ieren, zou uit
komen. Om financieele redenen, doch meer
nog om redenen van speltechnischen aard, wilde
de F.A. daar niet op in gaan. Het zal een ieder
duidelijk zijn. dat de bedoeling van het En
gelsche Bondsbestuur voorzat, een sterk elftal
in het veld te brengen en het is logisch, dat
een team, bestaande uit de beste Engelsche
spelers (waarvan de meesten te Berlijn tegen
Duitschland uitstekend voldeden) sterker moet
worden geacht en een beter geheel zal vormen
dan een combinatie van de vier bovengenoem
de „nationaliteiten".
Men zal wellicht tegen deze redeneering wil
len aanvoeren, dat ook in de Engelsche League-
clubs vele Schotten en Welshmen een plaats
vinden, doch men verliest dan uit het oog, dat
deze enkelingen in den specialen stijl van de
club worden ingewerkt en dat het desondanks
in den regel zes tot acht weken duurt, vóór zij
zich aan het nieuwe milieu hebben aangepast.
Het Engelsche elftal moet Zaterdag dus eerst
tegen Wales spelen, een wedstrijd die nog lang
niet gewonnen is. De Welshmen toch zijn in
eigen omgeving zeer moeilijk te verslaan, want
zij worden daar door 60.000 zeer enthousiaste
toeschouwers tot een prestatie ver boven hun
«emiddelden vorm opgezweept en zij spelen
«iet een geweldig élan Twee jaar geleden i De Amerikaansche cowboys zijn misschien ae beste inters iet wereldmaar als zij op een
moest Engeland te Cardiff met 2—1 de vlag Rodeo een volkomen oningebroken paard moeten berijden, wordt het zelfs hun vaak te
strijken en ook ditmaal zal het uiterste moeten machtig.
Zoo schrijft de
Arabier 't woord
dat hij alleen gebruikt voor din
gen, van wier betrouwbaarheid hij
absoluut overtuigd is.
De naam van betrouwbaar te zijn
in prijs en kwaliteit heeft de
WAAR fiSOBG-KLEEDIIVG
zich door zijn aparte coupe, mooie
modellen en degelijke stof over
heel Nederland veroverd.
Heeft U de
nieuwsteW aar-
borg-jassen al
gezien in de
Kreymborg-
etalages en
ook de prijzen?
Is dat niet geweldig?
Waarborg-Kleeding alléén bij
Bij goed kijken
en vergelijken
zal Waarborg-kleeding
U de beste blijken
(Adv. Ingez. Med.)
(Adv. Ingez. Med.)
816 pnt.; 2. Th. Verdonk 815 pnt.; 3. J. Th.
Bakker 788 pnt.; 4. Joh. Broek 744 pnt.; 5. J
J. Petri 709 pnt.; 6. G. v. Zutphen 669 pnt.; 7.
P. Kroon 660 pnt.; 8. P. Dik 638 pnt.; 9. L.
Gimbrere 633 pnt.; 10. P. J. v. Daalen
576 pnt.
Generaa.l kampioen. 1. Th. Verdonk 2331
pnt.; 2. L. Gimbrere 2330 pnt.; 3. P. J. v. Daa
len 2240 pnt.; 4. H. J. Handgraaf 2204 pnt.;
5. P. Dik 1935 pnt.; 6. J. Staphorst 1826 pnt.;
7. H. V. Roosdorp 1784 pnt.; 8. A. v. Zadel
1766 pnt.; 9. Joh. Broek 1744 pnt.; 10. G. v.
Zutphen 1670 pnt.
Navlucht tot Oldenzaal. 1. Joh. Broek 588
pnt.; 2. G. v. Zutphen 569 pnt.; 3. H. J. Bel-
froid 556 pnt.; 4. G. Kors 535 pnt.; 5. H.
Schrievers 532 pnt.; 6. S. de Weers 524 pnt.;
7. P. H. Boeree 499 pnt.; 8. J. Leest 494 pnt.;
9. P. J. v. Daalen 492 pnt.; 10. D. Kofferman
443 pnt.
ben van 93" een zeer sterk clubelftal, dat zelfs
voor Engelsche profploegen een ernstige tegen
partij was. Die Deensche club heeft ook een
bezoek aan ons land gebracht. Het hoofdunm-
mer van die toer was de op 13 April 1903 ge
speelde wedstrijd tegen een Nederlandsch elf
tal, eindigende in een 63 overwinning voor
de onzen, die een prachtigen wedstrijd hadden
gespeeld. Nederland had toen een voorhoede
in het veld, die niet alleen de kunst verstond
kansen te maken, maar ook ze te aanvaarden.
Dat laatste is wel een zeer bijzondere kunst,
bij heel wat eerste klassers in den laatsten tijd
blijkbaar verloren gegaan. Maar de aanval van
dat Nederlandsche elftal, bestaande uit Twaan
van Renterghem, John Stol, Jan van den Berg
de welbekende Haarlemmer Kees Bekker
en Albert van Renterghem, was die kunst
machtig; 6 doelpunten, waarvan de eerste 4
minuten van den wedstrijd er reeds 3 oplever
den, waren daarvan het bewijs. Het verdere
contact tusschen Nederland en Denemarken
werd voorloopig uitsluitend onderhouden door
toerende clubs, die te Kopenhagen zeer gast
vrij werden ontvangen en er sterke tegenstan
ders aantroffen.
Aan interlandwedstrijden waagde Denemar
ken zich eerst in 1908 en wel ter gelegenheid
van de Olympische voetbalwedstrijden te Lon
den. De Deensche voetballers hadden zooveel
verplichtingen aan den Engelschen V. B., dat
ze het verzoek om aan de Londensche wed
strijden deel te nemen, niet konden weigeren.
Het bleek, dat de Denen, na Engeland, de
sterkste ploeg hadden. Nederland werd in dit
tournooi derde. Nederland had daarvóór reeds
met succes verschillende internationale wed
strijden gespeeld. De Denen namen ook deel
aan de Olympische voetbalwedstrijden te
Stockholm in 1912, waar ze in den eindstrijd
van Engeland met 42 verloren, na in den
halven eindstrijd onze ploeg met 41 gesla
gen te hebben. Ook hier werd Nederland der
de. Die eerste officieele landemvedstrijd tus
schen Denemarken en Nederland had wel een
eenigszïns geflatteerd resultaat, daar onze spe
lers in het veld gingen in de vaste overtuiging,
dat ze met flinke cijfers zouden worden ge
slagen. En dat wel in de eerste plaats omdat
onze ploeg enkele goede spelers moest mtesen.
Zoo was aanvoerder de Korver in den eersten
wedstrijd te Stockholm verwond geraakt en
verder had men Feith als achterspeler opzette
lijk niet opgesteld daar men dacht, dat op een
modderig veld zou worden gespeeld. Het veld
was echter prachtig; het gemis van Feith werd
zeer gevoeld! De groote reputatie van Dene
marken, dat o.m. kort te voren een Engelsch
vertegenwoordigend elftal van amateurs had
geslagen en dat in het Stockholmsche tournooi
met een reserveploeg Noorwegen had gadegesla
gen met 7-0 deed de rest en zoo was onze ploeg
reeds geslagen vóór dat ze in het veld kwam.
Het was de verdienste van Nico Bouvy
in H.F.C. kringen nog wel voldoende bekend
dat hij in de pauze een anderen geest in de
spelers wist te brengen, door duidelijk te ma
ken, dat onze ploeg heelemaal niet zwakker
was dan de Denen, al hadden die door ons wei
nig overtuigend spel een 30 voorsprong ver
overd. Ons elftal tapte daarna uit een geheel
ander vaatje, maar men bleek toch niet in staat
te zijn den achterstand in te halen. In de twee
de helft speelde men 11, zoodat het een 41
nederlaag werd.
De tweede wedstrijd in 1914 te Kopenhagen
gespeeld, werd een 43 nederlaag. Met de
pauze had ons elftal met 31 de leiding; het
is onbegrijpelijk, dat men dien voorsprong niet
heeft kunnen behouden.
Na den oorlog was Denemarken het eerste
land, dat weer internationaal contact met ons
kreeg. Op 5 April 1920 speelde de Deensche
ploeg te Amsterdam. Het werd een welverdien
de 20 overwinning voor oranje, waarbij dui
delijk bleek, dat het Deensche voetbal niet
meer stond op het peil van vóór den oorlog.
Merkwaardig was het nog, dat er ter elfder ure
geen neutraal scheidsrechter was, zoodat de
heer Mutters den wedstrijd heeft geleid. Tot
1928 heeft men vrijwel jaarlijks een wedstrijd
tusschen Nederland en Denemarken gehad,
waarbij onze ploeg slechts een enkele maal
werd geslagen en wel in 1926 te Kopenhagen
met 41.
Daarna speelde ons elftal nog tweemaal te
gen de Denen, eerst werd te Amsterdam ge
wonnen met 20 en wel in 1931 en daarna, in
1935, te Amsterdam met 30. z zz
Van de 11 wedstrijden heeft Nederland 6
gewonnen, 2 gelijk gespeeld en 3 verloren. Het
doelgemiddelde is 22 doelpunten voor en 16
tegen.
De wedstrijd van Zondag.
Het elftal, dat a.s. Zondag tegen de Denen
zal uitkomen, heeft, met enkele invallers, te
gen York City een goeden wedstrijd gespeeld,
waarin vooral de voorhoede goed werk heeft
gedaan. Vooral' dat laatste stemt tot vreugde,
omdat men tot dusver nog maar niet de goe
de oplossing voor de bezetting van de midden
voorplaats had weten te vinden. Het komt ons
voor, dat men daarin eindelijk is geslaagd. Du-
mortier is in den laatsten tijd sterk vooruit
gegaan; hij speelde tegen de Engelsche profs
uitstekend, zóó goed zelfs, dat we vermoeden,
dat de commissie voorloopig op dit punt geen
zorgen zal hebben. De commissie heeft boven
dien de Leur Jr., een clubgenoot van Dumor-
tier, als rechtsbuiten opgesteld, wat ons een
daad van wijs beleid lijkt te zijn. De Leur is
een handig speler, doch hij zou mogelijk zijn
plaats in de nationale ploeg toch niet waard
zijn, indien hij niet zoo uitstekend met Dumor-
tier samenwerkte. Heel wat doelpunten van
Dumortier kwamen van voorzetten van de
Leur, tal van lastige gevallen wist Dumortier
met succes op te lossen, door den bal naar zijn
rechtsbuiten te trappen, wat gewoonlijk weer
een aanval op het doel tengevolge had.
Zoolang Smit nog niet speelt, lijkt ons de
Vroet een bruikbaar plaatsvervanger. Van der
Veen en de Harder completeeren dezen aanvaL
De laatste' twee hebben aan het slot van het vo
rig seizoen reeds een plaats in de ploeg, gekre
gen, doch de drie anderen komen voor het
eerst in een officieelen landenwedstrijd uit.
Dat men, ondanks deze drie debutanten in den
aanval, den wedstrijd te Kopenhagen wel met
optimisme tegemoet ziet, pleit in de eerste
plaats voor de nieuwe spelers maar het pleit
ook voor het vertrouwen, dat men heeft in onze
uiterst geroutineerde en solide verdediging.
De 6 spelers van de verdediging, waarbij we
ook de middenlinie rekenen, hebben met elkaar
in totaal reeds 175 maal voor ons vertegen
woordigend elftal gespeeld, wat wel bewijst dat
dit spelers zijn, die het volle vertrouwen hebben
en dat ook waard zijn.
Van Heel is wel de man met de grootste er
varing. Die heeft nu reeds 62 maal in de oranje
trui gespeeld. Op hem volgt Anderiesen met
40, Weber met 25, Bas Paauwe met 21, Calden-
hove met 18 en van Male, de Benjamin, met
9 wedstrijden.
Bij den laatsten wedstrijd tegen de Denen,
in 1935, speelden onze backs en onze halfs in
dezelfde opstelling van thans. Halle stond toen
tusschen de palen en het oude vijftal: Wels,
Vente, Bakhuys, Smit en Mijnders vormde den
aanval.
In de Deensche ploeg van thans, zitten 4
spelers, die in '35 ook te Kopenhagen speelden.
De beste van de ploeg is ongetwijfeld de spil
Jörgensen; hij speelde in 1935 als back. Op een
enkele uitzondering na de middenvoor
Christensen hebben alle spelers reeds eer
der internationaal gespeeld. Van de kracht van
het elftal is echter heel weinig te zeggen, daar
de Deensche ploeg in den laatsten tijd al zeer
afwisselend heeft gespeeld. Zoo was het ge
lijke spel tegen Noorwegen een mooi resultaat,
doch de ploeg heeft ook enkele zwakke wed
strijden gespeeld.
Ondanks het feit, dat er drie debutanten in
onze voorhoede spelen, zien we de ploeg toch
met vertrouwen naar het Noorden trekken.
Speelt oranje zoo, als men mag venvachten,
dan moet het o.ï. wel een ovenvinning wor
den.
C. J. GROOTHOFF.
KORFBAL
HAARL. KORFBALBOND.
ADSPIRANTENWEDSTRIJDEN VOOR
ZATERDAG.
Het volgende programma is vastgesteld:
In de eerste klasse wordt slechts één wed
strijd gespeeld en wel Animo-ReadyOnder
Ons, dat winnen kan.
In de tweede klasse gaat Haarlem b naar
Watervliet en ontvangt T.H.B. Meerlebosch a;
we houden het op de thuisclubs.
In de derde klasse waarin nu zeven twaalf
tallen uitkomen, lijkt Meerlebosch b te kunnen
winnen van O. K. c en is Haarlem c iets sterker
dan Meerlebosch c.
BILJARTEN.
„D. E. S."—„V. O. G."
De ontmoetingen tusschen „D.E.S." en „V.
O. G." werden Donderdagavond in het clublo
kaal van „D.E.S." voortgezet. Het resultaat was,
dat „D.E.S." 369 en „V.O.G." 635 caramboles
behaalde. Hierdoor werd de totaalstand ge
bracht op,: „D.E.S." 1123 en „V.O.G." 1585 pun
ten, zoodat „V.O.G," 357 punten voorsprong
heeft. Op Donderdag 3 November heeft de eind
strijd plaats bij „D.E.S.", waarna de prijsuit-«
reiking plaats heeft.