Drie mannen en hun Noodlot
FEUILLETON
41)
Naar net Engesch
door
A. J. HUISMAN.
(Nadruk verboden).
Ze waren de tunnel onder de East River
gepasseerd. Ze reden nu verder door het ge
bied van Brooklyn en langzamerhand werd
het aantal passagiers minder. O'Malley vond
het thans noodlg voorzichtiger te zijn. Een
maal zag hij dat Mc Girk zijn kant uitkeek,
maar hij draaide zich nog bijtijds om. Ein
delijk waren er zitplaatsen vrijgekomen. Mc
Girk nam er een in en O'Malley wandelde
naar het dichtstbijzijnde balcon. vanwaar hij
zijn prooi door het tusschenraam kon gade
slaan.
Tenslotte, in een der buitenwijken van
Brooklyn stond Mc Girk op en verliet de
trein. O'Malley wachtte tot het laatste nip
pertje en stapte eveneens uit, juist toen de
deur weer dicht ging. Gelukkig was Mc Girk
een eind vóór hem en keek niet om. want zij
waren de eenige twee passagiers, die hier uit
den trein waren gestapt.
De Ier haastte zich de trappen van het
station op en zag Mc Girk nog net verderop
een zijstraat inslaan. Hij hield zich schuil in
den stationsingang tot Mc Girk geheel uit
het gezicht verdwenen was. Toen ging hij hem
vlug~ achterna en sloeg omzichtig den hoek
om.
Behoedzaam bleet hij Mc Girk volgen
eenige blokken en enkele hoeken om. O'Mal
ley had den naam van het station in zijn ge-
beugen geprent en hü nam de namen van
de straten waar hij door liep geod in zich
op. De eerste huizen die zij voorbijkwamen
waren roodsteenen rijen huizen. Maar verder
voerde de weg langs twee aan twee gebouwde
villatjes en nog verder stonden kleine houten
landhuizen, omgeven door tuinen.
Nog steeds liep Mc Girk vooraan. O'Malley
bleef een heel eind achter en hij vroeg zich
af of de ander wist dat hij gevolgd werd en
hem maar in den wilde liet rondloopen. En
toen ging de man opnieuw een hoek om en
liep een straat in, die naar het open veld
voerde
Heel langzaam kwam O'Malley achter hem
aan en keek naar den naam van deze laatste
straat. Deze was niet op het hoekhuis aange
bracht, maar stond op een bordje dat aan
een paal was bevestigd. Mc Girk had nu het
open veld bereikt, maar O'Malley bleef achter
een hoekhuis uit het gezicht. Een vreugdige
flits schoot door zijn geest: hij geloofde dat
hij het raadsel van den tweeden brief met de
groene inktvlek een heel eind verder tot zijn
oplossing had gebracht. Immers de laatste
straat die Mc Girk had doorgeloopen heette
Arthur street A-s.! Er was wel geen twijfel
aan of de mededeeling moest gelezen wor
den:
Taxi zeven (de tijdsaanduiding voor het
ontvoeren van Claudia) Hunt A.S. (dat
kon niet anders beteekenen dan Arthur
Street!)
De daarop volgende C.H. bleef nog duister
maar daar zou hij nu wel spoedig achter
komen, vertrouwde O'Malley. „C.H. Huis" was
zoo goed als zeker de aanduiding van het door
Arthur street te bereiken huis, waar "het
meisje gevangen werd gehouden.
Eindelijk waagde O'Malley's het verder te
gaan. Mc. Girk was nu een heel eind van
hem verwijderd en overgestoken naar den
anderen kant van de halfbebouwde, aan één
zijde door het open veld begrensde straat.
Voor het eerst viel O'Malley's oog nu op een
klein houteij huis, ver weg en afzonderlijk
staande in het veld. Het geheimzinnige „C.H.-
HuLs?"
Het leek van wel, want Mc Girk richtte zijn
schreden erheen.
O'Malley bleef kijken tot hij zag hoe de
man, een kleine figuur in de verte, naar de
voordeur van het huisje liep en in de scha
duw van een kleine veranda verdween. Mc
Girk was in het niet verzonken.
Het was een moeilijke dag voor O'Malley
Binnen de vier muren van dat huisje moest
Claudia zich bevinden, in gevangenschap en
doodelijken angst. Hij snakte ernaar haat
te bevrijden. Maar daartoe op klaarlichten dag
een poging te doen zou gekkenwerk zijn. En
de politie erin halen zou Barrett's plannen in
de war sturen.
Nu hij haar gevangenis ontdekt had, zat er
niets anders op, dan zich tot geduld te dwin
gen en de wacht te houden. Dat was niet zoo
gemakkelijk. Als hij naar het open veld ging
zou hij gevaar loopen van uit het huisje ge
zien te worden: terwijl als hij hier op den
hoek bleef staan, dit spoedig ongewenschte
aandacht zou trekken. Maar toch durfde hij
hqt huis niet uit het oog te verliezen.
Hij bleef een paar minuten op den hoek
staan treuzelen om na te denken, draaide
zich toen om en liep langzaam den weg terug
dien hij gekomen was. Dicht bij den volgenden
hoek vond hij wat hij gezocht had, een leeg
huis, waarvan de achterramen uitkeken op
het houten huisje dat Mc Girk zoo juist was
binnengegaan. Hij ging naar den overkant
van de straat en keek om zich heen. Verder
op speelden een paar kinderen buiten, maar
voor zoover hij kon zien was er niemand in
een der dichtstbijzijnde huizen die op hem
lette. Snel stak hij de straat weer over, liep
naar de deur van het leege huis, haalde zijn
sleutelbos uit den zak en deed alsof hij een
van de sleutels in het slot stak. Daarop pro-
öeerde hij ongeduldig den knop, opnieuw om
zich heen kijkend. Het huis dat het dichtste
bij was stond vijftien meter verder. Er was
niemand te bekennen. Dan, terwijl het hart
hem in de keel klopte, deed O'Malley een
stap achteruit en, met zijn schouder naar
voren drukte hij de weinig solide deur in. Met
een luid gekraak vloog het slot open en de
deur draaide naar binnen.
O'Malley pakte den deurknop en, terwijl hij
buitenbleef, trok hij snel de deur weer dicht.
Ingeval iemand hem gezien had, wilde hij
niet in het huis gesnapt worden. Hij inspec
teerde nu de straat en de omliggende huizen
aandachtiger. Maar niemand keek zijn kant
uit. Er was geen mensen te zien, alleen een
vrouw, die een eind verderop een kleedje uit
het raam klopte. Thans ging O'Malley het
huis binnen en sloot de deur achter zich
dicht.
Hij ging direct op onderzoek uit, liep op zijn
teenen de stoffige trap op en begaf zich naai
de achterkamers. Uit de ramen daarvan had
hij een onbelemmerd uitzicht op Claudia's
gevangenis. Het mysterieuze „C.H. Huis"
uit den Brief. Met den vromen wensch dat de
makelaar weg zou blijven, vervolgde hij zijn
speurtocht tot hij een oude kist vond, het
eenige in het leege huis dat zich leende om
op te gaan zitten. Hij zette het armzalige
meubelstuk voor een der vensters boven, in
stalleerde zich erop en wachtte.
Uur na uur bleef hij op post, gemarteld
door visioenen van wat het meisje uitstond.
Maar niemand kwam het huis binnen en
verliet het.
Tegen drieën, toen honger en dorst hem
kwelden-, ging hij naar beneden en liep, toen
zich een gunstige gelegenheid voordeed, de
straat op. Na verscheidene blokken geloopen
te hebben vond hij iets wat voor een restau
rant moest doorgaan en verorberde in snel
tempo een maal, overtuigd dat ze het meisje
niet bij daglicht uit het houten huis zouden
durven vervoeren. Hij liet een paar sand
wiches inpakken, kocht in een melkinrichting
een flesch melk en keerde weer naar zijn
wachtpost van straks terug. Nu speelden een i
paar kinderen voor het onbewoonde huis, dus
liep hij naar den hoek door. Het volgende
half uur bleef hij in de buurt rondhangen,
onderwijl beide huizen in het oog houdend.
Toen het vier uur was geworden, liep hij een
drogisterij binnen die een telefooncel rijk was
en belde de Plaza op.
Toen hij verbinding had vroeg hij de tele
foniste of miss Hunt zich ook in de hall be
vond. De heele zaak kon wel een misverstand
zijn. Ook was het best mogelijk dat Barrett
hem om persoonlijke redenen wilde wegheb-
ben en hem daarom op een hersenschimmige
expeditie had uitgestuurd. Hij was overtuigd
dat Claudia haar afspraak met hem zou na
komen als ze kon.
Na verscheidene minuten deelde de tele
foniste xan de Plaza hem mee dat er geen
miss Hunt in de hall was. Nu zekerder van
zijn zaak, ging O'Malley naar het leege' huis,
waarvoor nu geen kinderen meer speelden,
stak voor de leus even een sleutel in het slot
en verdween naar binnen.
Omstreeks zes uur werd O'Malley's wachten
beloond. Er kwam iemand uit het houten
huisje, liep naar den hoek van de halfbe
bouwde straat en naderde de leege woning,
maar met een omweg. Na een oogenblik ver
dween de man achter den muur van een na-
bijzij nd huis en O'Malley vloog naar de ramen
aan den voorkant. Weer kwam de man in het
gezicht en liep voorbij het huis waar O'Malley
de wacht hield. De Ier grinnikte grimmig.
Het was het individu dat Claudia die avond
achterna had gezeten.
O'Malley bleef aan de voorzijde wachten
en na een paar minuten zag hij den man
terugkomen, den arm vol pakjes uit een na-
burigen delicatessenwinkel. Uit het achter
raam staarde hij de kleinere wordende ge
stalte van Mc. Girks handlanger na. zag hem
naar het huisje terugkeeren en er in verdwij
nen. En OMalley ging weer zitten en wachtte
tot het donker ging worden.
(Wordt vervolgd).
Op ziekenbezoek. Koningin-weduwe Mary van Engeland bij
een der patiënten van het Manor House hospitaal te Londen,
van welk ziekenhuis zij deze week de uitbreiding opende
Tijdens zwaren mist liep de logger _Sch. 12" ter hoogte
van Terheyde op het strand. Het schip in zijn benarde
positie
Engeland neemt strenge maatregelen tegen de opstandige elementen in Palestina.
Gevangen genomen Arabieren worden onder militair escorte weggeleid
De groote vijver van Sonsbeek te Arn-s
hem is Dinsdag vanwege de Ned. Heide
maatschappij afgevischt. Er was genoeg
belangstelling voor deze karpervangst
in het groot
Model-bommen van meer dan vier meter
hoogte worden op verschillende plaatsen
in Amsterdam aangebracht ter gelegen
heid van de Luchtbeschermingstentoon
stelling .Lubeto", welke 1 November
in de hoofdstad geopend wordt
De motorboot Hunze 13", die onlangs tijdens storm op het IJsselmeer verging
en na eenige dagen gelicht werd, is Dinsdag met behulp van sleepbooten in
de Amsterdamsche haven teruggekeerd. Het schip aan de kade
De nieuwe startbanen op Schiphol zijn gereed en
zullen Zaterdag a.s. in gebruik worden genomen.
Men is thans bezig met het monteeren der landings
lampen, welke een lichtsterkte hebben van 900.000
kaars elk
Toen Canton nog niet in Japansche handen was.
Een officier der Chineesche strijdkrachten werft
mannen, die de stad tegen den vijand willen
verdedigen