Geweldige brand te Marseille Maatregelen tegen Poolsche onderdanen in Duitschland Berlijn en Warschau in onderhandeling DEKENS Uit het land van den broederkrijg De herfst O.a. hotel Noailles, waar Daladier en Bonnet vertoefden j/etscUeid'M stackioffets ZATERDAG 29 OCTOBER 1938 H A A R L E M'S DA'GBE'AD 5 Duizenden Poolsche Joden naar de grens vervoerd Van officieuze zijde wordt uit Berlijn aan het A.N.P. medegedeeld, dat op grond van een onlangs door de Poolsche regeering uitge vaardigde verordening Poolsche buitenland- sche paspoorten door de buitenlandsche ver tegenwoordigers van Polen moesten worden geviseerd, daar de bezitters anders niet meer op het gebied van den Poolschen staat worden toegelaten. In Duitschland bevinden zich naar schatting 150.000 Poolsche onderdanen. In geval zij het visum niet krijgen, zouden zij voor altijd ten laste komen van Duitschland en zou de Duitsche regeering niet meer de mo gelijkheid hebbén van het overigens in alle staten tegenover buitenlanders bestaande recht tot over de grenszetting van lastige bui tenlanders. Aangezien een Duitsch voorstel van Poolsche zijde niet werd aanvaard en aangezien slechts tot 29 October gerekend kon worden op een overneming door de Pool sche regeering van door de Duitsche regee ring uitgewezen Poolsche onderdanen op grond van hun vroegere paspoorten, moesten de Duitsche autoriteiten maatregelen nemen om het aantal te verminderen dergenen, die waarschijnlijk geen Poolsch visum zouden ontvangen. In verband hiermede zijn eenige duizenden Poolsche onderdanen, die door de Duitsche autoriteiten als ongewenscht worden beschouwd, Vrijdag naar de Poolsche grens gezonden om over die grens het land te ver laten. Volgens aanwijzingen uit Poolsche 1 kringen te Berlijn zouden alle Pool sche Jooden bevel hebben gekregen Duitschland in 24 uur tijds te ver laten. Gistermorgen zouden naar schatting ongeveer 20.000 personen ge arresteerd zijn. Zij moesten plotseling hun woning verlaten en hun zaken achterlaten. Slechts 10 R. M. mochten zij meenemen. In dezelfde kringen wijst men erop, dat de uitzettingen in de ge bieden rondom Leipzig, waar ongeveer 50.000 Poolsche Joden wonen, aanleiding geven tot hartverscheurende tooneelen. Door tusschen- komst van de Poolsche consulaire autoriteiten zijn zekere uitsluitingsmaatregelen uitgesteld ten aanzien van arische vrouwen, die gehuwd zijn met Joden, voorts ten aanzien van zieken en grijsaards. In het algemeen onthouden de met de uitvoering der maatregelen belaste personen zich van onnoodige strengheid. Van Poolsche zijde rechtvaardigt men de door de Poolsche regeering genomen maat regel betreffende de verplichte speciale visa voor alle in het buitenland afgegeven pas poorten door er op te wijzen, dat sinds ver scheidene maanden, vooral sedert den Anschluss van Oostenrijk en de aanhechting der Sudetengebieden, talrijke Joodsche ele menten, voorzien van valsche passen, zich be roepen hebben op Poolsche nationaliteit. De Poolsche regeering zag zich hierdoor gedwon gen te doen overgaan tot een nauwkeurige controle op alle door de Poolsche consulaten in het buitenland uitgegeven paspoorten. Men doet bovendien in Poolsche kringen te Berlijn opmerken, dat er in Polen 50.000 Duitsche burgers leven, wier bezittingen over het alge meen van belang zijn en dat naar het lijkt de Poolsche autoriteiten moeilijk onverschillig zouden kunnen blijven ten opzichte van het lot, dat men sommigen Poolschen onderda nen in Duitschland aandoet. Een nader Havas-telegram meldt uit Berlijn: De onderhandelingen, die op initiatief der Poolsche regeering geopend zijn in verband met het be sluit der Duitsche autoriteiten om binnen 24 uur ruim 70.000 Poolsche Joden uit Duitschland te zetten wor den voortgezet. Volgens welingelichte kringen zou den deze onderhandelingen gister avond een gunstige wending hebben genomen, welke de mogelijkheid van een oplossing in zicht brengen. Lord Runciman in het Engelsche kabinet? Sir John Anderson genoemd als hoofd van den in te stellen „nationalen dienst". Lord Runciman. In politieke kringen te Londen acht men het volgens Havas uiterst waarschijn lijk, dat Lord Runciman weer deel zal gaan uitmaken van de regeering. Men weet niet of hij Lord Privy Seal zal worden, minister voor de Dominions dan wel of men een departement in het leven zal roepen, waarvan hij dan de leiding zou krijgen. Eveneens acht men het waarschijnlijk, dat Sir John Anderson, de vroegere gouverneur van Bengalen, belast zal worden met de organisatie der passieve verdediging of van een „na tionalen dienst" welke door de openbare mee ning gevraagd wordt. Men weet nog niet. of de ministerieele hervormingen, welke door Cham berlain overwogen worden, rog uitgebreider zullen zijn. Een beslissing daaromtrent zal waar schijnlijk begin volgende week genomen wor den. Het lijkt, waarschijnlijk, dat een aanmer kelijke verzachting zal worden aangebracht in de toepassing der maatregelen, waartoe was besloten, totdat een definitieve overeen stemming tot stand zal zijn gekomen. Te middernacht werd te Warschau met stelligheid verklaard, dat de Duitsche autoriteiten nog geen Pool sche Joden over de grens hadden ge zonden. „Eenheid aller republikeinen". Resolutie van het radicaal socialistische congres te Marseille. De ontworpen-motie over de algemeene po litiek, die gisteravond op het Congres der radi caal-socialisten is opgesteld door de commissie van redactie en die aan het einde der werk zaamheden aan het congres der radicaal socia listische partij zal worden voorgelegd, is opzet telijk zeer beknopt. Zij beperkt zich er toe te herinneren aan de radicale stelling van eenheid aller republiekeinen rondom een nationale re geering zonder eenig reactionnair compromis en er op te wijzen, dat de communistische partij alle regeeringen bestreden heeft sedert de vor ming van het volksfront. De motie verleent mandaat aan de radicaal socialistische gedele geerden voor de eerstvolgende bijeenkomst van het volksfront om deze houding der communis tische partij te behandelen. In een paragraaf wordt zelfs de wensch geformuleerd, dat de re geering in de Kamer gesteund zal worden door een republikeinsche meerderheid, bij gebreke waarvan er aanleiding zou zijn een beroep te doen op het land. Deze paragraaf zal echter wel licht niet gehandhaafd worden bij de slotstem- ming over de motie. Japanseh rapport over het bombardement op de Sandpiper. „De beschadiging is toevallig". De persafdeeling van het Japan- sche ministerie van Marine deelt het resultaat mede van het onderzoek naar het incident met de Britsche kanonneerboot Sandpiper. Verklaard wordt dat de schade aan de Sandpiper mo gelijk veroorzaakt is door scherven granaten, welke Chineesche jonken hebben getrof fen. De Japansche bommenwerpers konden niet vermoeden, dat zich buitenlandsche oorlogsschepen bij Tsjangtsja zouden be vinden. De beschadiging is dus toevallig, aldus deze mededeeling. Pact Londen—Rome vermoedelijk 1 November aan het Lagerhuis voorgelegd. Parlement zal dart den datum der inwerking treding vernemen. Het schijnt volgens den diplomatie- ken correspondent van Reuter te Lon den aan weinig twijfel onderhevig, dat de Britsche regeering na de onder handelingen met de Italiaansche re geering verwacht, op 1 November in staat te zullen zijn, de goedkeuring van het parlement te vragen voor de inwerkingstelling van het Britsch-Ita- liaansche pact. Men verklaart, dat de procedure zal zijn, dat de regeering het Lagerhuis in kennis zal stel len van den datum, waarop zij voorstelt, het pact van kracht te doen worden, en van de voorwaarden, waaronder zij dit ingevolge de afspraak met Italië zou doen. Ofschoon men te Londen niet beschikt over officieele gegevens omtrent de basis, welke de regeering voor de inwerkingstelling voldoende heeft geoordeeld, zijn er aanwijzingen, dat over meer gesproken is of wordt dan alleen de tot standkoming van het pact in ruil voor het te rugtrekken van 10.000 Italiaansche vrijwilli gers. Arbitrage in het Tsjechisch- Hongaarsclie geschil. Praag en Boedapest wenden zich tot Duitschland en Italië. De Tsjecho-Slowaaksche regee ring heeft gisteren aan de Duitsche en Italiaansche regeeringen een nota gezonden, waarin zij haar verzoekt arbitrage te verleenen in de kwestie der bepaling der grenzen tusschen Hongarije en Tsjecho-Slowakije. Tezelfdertijd werd mededeeling gedaan van deze aanvrage aan de Italiaan sche en Duitsche legaties te Praag. Het verzoek om arbitrage heeft betrek king op net geheel der omstreden gebie den. Zooals men weet, had Hongarije den wensch geuit, dat de gebieden, welke Tsjecho- Slowakije toegestemd had af te staan, onmid dellijk overgedragen zouden worden, terwijl de arbitrage voor het overige gebied zou worden gegeven. De regeering te Praag wijst thans opnieuw een plebisciet af. Blijkens een Reuterbericht heeft ook de Hongaarsche regeering aan Duitschland en Italië al het verzoek gedaan, zoo spoedig mo gelijk in het Tsjechisch-Hongaarsche ge schil te arbitreeren. N.V. WED. OOSTEN ZOON'S COMPLETE WONINGINRICHTING. BARTELIORISSTRAAT 15—17 HAARLEM. (Adv. ingez Medj Indrukken uit den refugio (Van onze medewerkster te Campello). NA langen tijd dwingen noodzakelijke boodschappen mij weer eens tot een bezoek aan onze provinciale hoofd stad. Maar och. wat is er thans wei nig over van het zonnige en riante van Ali cante met zijn concerten onder de palmen en zijn vroolijke, welgekleede menschen! De trein brengt ons niet meer tot het eindstation aan de haven, dat zou te gevaarlijk zijn, want juist de haven wordt voortdurend gebombar deerd. Neen. we stappen nu al uit aan een stationnetje een kwartier vóór het centrum van de stad en te voet gaan we dan verder de stad in. Een indruk van verwoesting en ver latenheid bevangt me. Op de heele, een paar kilometer lange, palmenallee langs de haven, geen mensch! Bommengaten, afgebroken pal men, ingestorte huizen, puinhoopen. Dat be reikt men met een broederkrijg, dat het eigen mooie land verwoest wordt. In gedachten ben ik op een bank gaan zitten en laat mijn oogen gaan naar een vreemd schip, dat op geringen afstand voor mij uitgeladen wordt. Wat moet men toch een respect hebben voor de eenvoudige menschen, die dag in dag uit, telkens maar weer, bij het grootste gevaar voor eigen leven, dat werk doen! Waarachtig, dat zijn helden! want immers juist in de allereerste plaats op hen zijn de bommen van de vliegers gericht en talloos zijn dan ook de slachtoffers in hun rijen, die immer maar weer worden aangevuld. En dan vraag ik me af, wat zal dat vreemde schip ons brengen van de vele dingen, die we vandaag zoo dringend van noode hebben? Maar, terwijl ik zoo zit te peinzen, daar gaat opeens alweer het bekende alarmsignaal, de sirene. Och ja, hoe kon ik zoo onverstandig zijn, nu juist hier te gaan zitten. Nu maar zoo vlug mogelijk naar een „refugio" een bomvrije ondergrondsche schuilplaats: 't zal nog juist gaan. Overal zijn deze „refugios" thans ingericht, groote borden met richtings pijlen wijzen het publiek, waar ze zijn Ik kom onder de safe deposit van een bankge bouw terecht. Het bankpersoneel is er al ver zameld. Er is weinig van schrik te bemerken op de gezichten van deze Spanjaarden, die rustig hun sigaret draaien en waarvan de meesten hun courant hebben meegebracht. Ze raken langzamerhand aan het gevaar, dat hen dagelijks omgeeft, gewend, de arme men schen. die hier al zoo vaak moesten schuilen, terwijl boven hun hoofden de moordwerktui gen door de lucht gierden, soms meermalen daags en uren lang. Men went immers aan alles tenslotte en zoo gaan ook deze bank employés er rustig bij zitten en hebben geen bezwaar tegen de paar vrije uurtjes. Want uit den aard der zaak verlaat men de schuil plaats niet, voordat alle gevaar geweken kan heeten. Alleen ik, bewoonster van het platteland, be smet met de angst der dorpsvrouwen, die maar niet aan het brommen in de lucht wen nen kunnen en al gauw „madre mia" roepen, ben niet heelemaal op mijn gemak. Ik vind de atmosfeer in dit onderaardsche gewelf al dadelijk beklemmend en 't zal daarmede nog wel erger worden, want nog steeds stroomen menschen toe. Haast allen hebben een stompje kaars meegebracht men kan 't immers niet weten, of er iets met de lichtleiding gebeurt en velen steken het maar vast aan. Zoo wappert en flakkert en roet 't ook nog aan alle kanten. Aan den langen wand tegenover me ontdek ik een kooitje met een kanarie, die er zich niets van aantrekt, dat tamelijk in de buurt het warenhuis, dat te twee uur aan het werk was gegaan, kon tijdig gered worden. Een afdeelingschef echter werd door rook bedwelmd en is levend ver brand, terwijl twee jonge vrouwen naar het ziekenhuis moesten worden gebracht, waar zij overleden. Een jeugdige verkoopster, die uit het raam van de vierde verdieping sprong is eveneens omgekomen. Congres der radicaal socialisten verdaagd Verscheidene deelnemers aan het radicaal- socialistisch congres, waaronder minister president Daladier en minister Bonnet, logeer den in hotel Noailles, dat derhalve door een speciale commissaris werd bewaakt. Te kwart voor drie in den middag sloeg deze alarm. Op dit oogenblik bevonden zich geen officieele personen in het gebouw. De commissaris begal' zich naar de vertrekken van minister-presi dent Daladier en minister Bonnet en wist de dossier, welke hier lagen in veiligheid te brengen. Op verzoek van Daladier werden de werkzaamheden van het congres in verband met den brand tot heden verdaagd. Daladier begaf zich bij het bekend worden van den brand naar de prefectuur waar hij zijn intrek zou nemen. Ten behoeve van de redaciaal-socialistische congressisten, die vertoefden in het hotel Noailles, het Grand hotel en het hotel Asto ria, dat eveneens door het vuur werd aange tast, heeft de Compagnie der Massageries Maritimes hutten beschikbaar gesteld aan boord van de thans te Marseille liggende schepen „Patria" en „Artagnan". In het buitenland aldus Havas heeft men tendentieus verband gelegd tusschen den grooten brand en de verklaring van Dala dier ten aanzien der communisten. De brand zou het werk zijn van extremis tische elementen. Dit is niet in overeenstem ming met de eerste vaststellingen. De brand is niet in het hotel van Daladier uitgebroken, maar door den mistral van de Nouvelles Ga leries overgeslagen naar het dak van het hotel Noailles. zware projectielen neerkomen en een beetje verderop streelt een oude vrouw haar pape gaai. die volgens haar zich wel bang maakt en die zij maar steeds troostende woordjes toespreekt. Mijn burvrouw vertelt mij. dat de beice vogels elkaar bij elk bombardement hier weer ontmoeten en dat de opwinding van de papegaai het gevolg is van antipathie tegen den kanarievogel, die telkenmale weer tot uiting komt. Maar ik geloof aan een veel een voudiger verklaring voor de nervositeit van de papegaai, want ik meen met zekerheid gezien te hebben, dat Pepito de liftjongen. achter den bediende om. die naast het grootmoedertje zit, mogelijk is ook deze in het geheim het dier voortdurend bij den staart trekt. Juist zie ik weer hoe hij zoo venijnig mogelijk Lorre in zijn teenen knijpt, terwijl het dier een vervaarlijk geschreeuw aanheft, dat zelfs de meest aandachtige krantenlezer laat op zien, om te weten wat er gaande is. Maar Pe pito in zi.jn keurige uniformpakje zit weer zoo onschuldig te kijken naar de walmende kaars van zijn buurman, dat wel niemand aan eenige euveldaad van hem denken zal. Dat spelletje kan nog een heelen tijd doorgaan en ik hoop. ook in het belang van Lorre dus. dat we maar weer gauw in de frissche lucht mogen. Maar, ook verder, is dit zeer wenschelijk, want ik verspil op deze manier, hier onder den grond mijn' heelen morgen. Om één uur sluiten de winkels sommige thans al vroe ger en voor zoover ze 's middags nog weer open maken, is dit toch eerst na vieren en dan moet ik lang weg zijn. 't Is een typische eigenschap van onze Spaansche vrienden, dat ze nooit haast hebben en zoo installeert men zich ook in een refugio, om er desnoods uren te zitten, maar daar ben ik blijkbaar toch nog niet Spaansch genoeg voor. UIT DE STAATSCOURANT. Bij Kon. besluit van 25 October 1938, is met ingang van 1 November benoemd tot burge meester der gemeente Baarland: J. C. Vogelaar. KRUIDENIERSEXAMEX VESTIG INGSWET. Deze week werden voor de candidaten uit Haarlem en omgeving te Amsterdam en Alk maar de examens gehouden ter verkrijging van het diploma Vakbekwaamheid kruide niers. Aan de volgende dames en heeren werd het vakdiploma uitgereikt: Mej G. Hartge- rink. mej. B. v. Riet. mej. C. Wit. mej. M. Kranendonk, mej. H. Brakel. mej. C. Jansen, mej J. Hollink. H. G. Tons. C. B v. Dam, J. Metten. J. Post. L. Coret. J. Kranendonk. R. ter Haar. J. Verhagen, W. C. E. Smink. J. C. Revendam, allen te Haarlem, G. J. Teunissen te Koog a.d. Zaan. B. v. Arragon te Amster dam. A. Vaarwerk te Zandvoort. 2 Candida ten werden afgewezen. Al deze candidaten zijn opgeleid op een cursus Warenkennis welke hier gegeven wordt vanwege de kruideniers-organisaties te Haarlem en welke cursus geleid wordt door den heer A. Hoefnagel, keurmeester bij den keuringsdienst. is zoo mooi geweest De herfst is zoo mooi dit jaar. De herfst is al jaren zoo mooi en de zomer is meestal leelijk, maar de menschen zijn traditioneeler dan de natuur. Zij houden nog altijd vacan- tie in den zomer en juist wanneer de zon gaat schijnen en de bloemen op haar mooist zijn en de boomen hun verbijsterend-kleurige sterfgewaad gaan aantrekken en alles vrede- op-aarde ademt (behalve de mensch zélf; maar die is immers achter bij de natuur» dan gaan we weer op onze kantoorkruk zitten en jaartallen leeren en ons verstoppen in de duisternissen van onze werkplaatsen Waarom gaan wij daar nu niet eens krachtdadig mee breken"? Juist nu zijn de duinen op hun mooist en de bosschen op hun kleurigst; er ligt een jjlte over het water die tot diep in het gemoed zijn vredigen weemoed dringt en mijn geliefde kleine plantsoenen zijn zoo stil, dat ge zoudfc gaan vermoeden, dat de heele wereld zoo stil is maar wanneer de eenden kwaken gaan, denkt ge weer aan de menschen. die ook nooit hun mond kunnen houden en die ook altijd met hetzelfde misbaar dezelfde zinnetjes zeg gen, maar de eenden steken hun kop nog wel eens diep in het water en dat doen de meeste menschen bijna nooit, tenminste niet diep genoeg, waaruit u weer kunt zien, dat men schen geen eenden zijn. Ik vind trouwens, dat over onze steden ge durende deze milde herfstdagen iets van die grijze vreedzaamheid is, die zoo heerlijk is voor den mensch, die zich blindgestaard heeft op al te felle kleinigheid en die zich doof ge luisterd heeft naar al te schel en luidruchtig misbaar. Zooals dat breede Stadhuis staat te glanzen in de middagzon: een vreemd sprookjeskasteel uit een wonderbaarlijk oud verhaal, heelemaal geen huis des arbeids, waar de politiek en de begrooting en de zorg voor de burgerij zich in het zweet huns aanschijns baden en hetzelfde is het met het Provinciehuis, waar ge veeleer ruiters, trekkend ter valkenjacht, it verwacht te zien komen dan de hupsche mmissaris.die zijn belangstelling gaat be- toonen voor een opening of een jubileum. Zoo dien mooien herfst staat alles in een vreemd, ijl licht. De menschen. de huizen, de straten en de geest die in dit alles is óók wel. De grachten doen mij aan Venetië denken en het zou mij heelemaal niet verwonderen, wanneer ik er een bekend Gemeenteraadslid per gondel zag wiegelen op de baren, „O sole Mio" zingend voor een vrouwelijke collega. Zij hebben iets van het Canale Grande en wan neer ik den burgemeester tegen kom buig ik nog eerbiediger voor hem, als ware hij de Doge zelf. De pleinen krijgen tegen de vroege scheme ring de sfeer van een ouden hof, waar zoo dadelijk de Postkoets onder luid halali-halall zal binnen ratelen om lieve freulekes op de kasseien af te zetten en wanneer lk dan mij zelf dwars over zoo'n plein zie gaan. kost het mij weinig moeite in dezen man den schoonen. jongen edelman te zien om wiens gunst die frêle freuletjes zullen gaan dingen bij kout en snarenspel. Kortomik zie in deze heerlijke herfstdagen de heele stad en al haar menschen veel rozi ger, veel teederder. veel eleganter en liefe lijker dan anders. Het is of er een waas van goedheid over de menschen ligt en of er een zucht van een klein lied over de pleinen en de straten waart. Mij vrienden zijn zoo aar dig en mijn vijanden zijn eigenlijk zoo kwaad nog niet en de lieden die mij onverschillig waren zijn allemaal zoo sympathiek Ik hou van een herfst als deze. Als de torens zich in de klare ijlte heffen, de eenden gigak- ken en de nevel der wijsheid de luidheid van het menschenleven terugdringt tot haar ware onbeduidendheid. MR. E. ELIAS. Te Marseille is gistermiddag een ontzettende brand uitgebroken, welke een oppervlakte van een kwart mijl in 't vierkant, in vlammen heeft gezet. Het groote warenhuis „Nouvelles Gale ries" en de twee grootste hotels der star, „Noailles" en „Grand" aan de Canebière zijn geheel uitgebrand Met ontzettende snelheid greep het vuur om zich heen. De krachtige wind de z.g. mistral, wakkerde het vuur aan en binnen een uur tijd was de brand reeds overgeslagen op de overzijde van de straat. Helaas zijn er ook slachtoffers gevallen. Volgens de laatste berichten zijn er vijf dooden gevallen, waarvan vier niet te identificeeren, en dertien ern stig gewonden. Zeventien personen werden licht gewond. De slachtoffers zijn voornamelijk employés van het warenhuis, voorts twee bezoekers van dit warenhuis, twee vrijwilligers en een brandweerman. Het vuur brak uit in de „Nouvelles Gale ries". Binnen enkele minuten reeds sloeg het over op de aangrenzende huizen. De hitte was onbeschrijfelijk. Alle maatregelen wer den genomen, het geheele brandweercorps werd gemobiliseerd en van alle kanten viel men het vuur aan. Intusschen werden uit Lyon met een extra- trein speciale brigades gezonden. De drijvende brandspuit „Alerte", een der grootste ter wereld, werd in de oude haven gestationneerd en pompte door speciale hooge-drukslangen het water naar het bedreigde blok, dat vier honderd meter van de haven ligt. Binnen een uur had de brand zulk een om vang aangenomen, dat de huizen aan de over zijde begonnen te blakeren en vlam vatten. De beide hotels werden aangetast en ter nauwernood kon men 'net ontruimen, voor het vuur oversloeg op de bovenste verdieping. Kort daarop stonden de gebouwen in lichter laaie. Zoo groot was de hitte van het vuur, dat het onmogelijk was te naderen tot op meer dan vijftig meter. Spoedig gaf men de hoop op, de gebouwen te redden en beperkte zich tot het beschermen der aangrenzende huizen blokken. Het geheele district werd ontruimd, deta chementen Senegalezen zetten de straten af en de mobiele garde nam de bewakingsdienst in handen. Alle winkels in de omgeving van den brand werden gesloten en de verlichting uitgescha keld. Eenige huizen, welke grenzen aan de „Nouvelles Galeries" in de boulevard Du gom- mier vatten eveneens vlam. De brandweer begon onmiddellijk met het blusschingswerk. Een traanverwekkende en verstikkende rook vulde de straten in de omgeving, doch deze kon de nieuwsgierigen niet verdrijven Zij dachten er niet aan zich terug te trekken. De straten staan blank van het blusch- water, dat zonder ophouden in het vuur wordt gespoten. Havas meldt dat volgens verklaringen van een arbeidster de brand zou zijn uitgebroken op een stelling op de tweede verdieping in het warenhuis. Het vuur greep zoo snel om zich heen, dat de werklieden slechts met behulp van een touw uit een raam konden ontvluch ten. Het grootste deel van het personeel van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9