Geweldige
brand te
Marseille
Maatregelen tegen Poolsche
onderdanen in Duitschland
Berlijn en Warschau
in onderhandeling
DEKENS
Uit het land van den
broederkrijg
De herfst
O.a. hotel Noailles, waar Daladier
en Bonnet vertoefden
j/etscUeid'M
stackioffets
ZATERDAG 29 OCTOBER 1938
H A A R L E M'S DA'GBE'AD
5
Duizenden Poolsche
Joden naar de
grens vervoerd
Van officieuze zijde wordt uit Berlijn aan
het A.N.P. medegedeeld, dat op grond van een
onlangs door de Poolsche regeering uitge
vaardigde verordening Poolsche buitenland-
sche paspoorten door de buitenlandsche ver
tegenwoordigers van Polen moesten worden
geviseerd, daar de bezitters anders niet meer
op het gebied van den Poolschen staat worden
toegelaten. In Duitschland bevinden zich naar
schatting 150.000 Poolsche onderdanen. In
geval zij het visum niet krijgen, zouden zij
voor altijd ten laste komen van Duitschland
en zou de Duitsche regeering niet meer de mo
gelijkheid hebbén van het overigens in alle
staten tegenover buitenlanders bestaande
recht tot over de grenszetting van lastige bui
tenlanders. Aangezien een Duitsch voorstel
van Poolsche zijde niet werd aanvaard en
aangezien slechts tot 29 October gerekend
kon worden op een overneming door de Pool
sche regeering van door de Duitsche regee
ring uitgewezen Poolsche onderdanen op
grond van hun vroegere paspoorten, moesten
de Duitsche autoriteiten maatregelen nemen
om het aantal te verminderen dergenen,
die waarschijnlijk geen Poolsch visum zouden
ontvangen. In verband hiermede zijn eenige
duizenden Poolsche onderdanen, die door de
Duitsche autoriteiten als ongewenscht worden
beschouwd, Vrijdag naar de Poolsche grens
gezonden om over die grens het land te ver
laten.
Volgens aanwijzingen uit Poolsche 1
kringen te Berlijn zouden alle Pool
sche Jooden bevel hebben gekregen
Duitschland in 24 uur tijds te ver
laten. Gistermorgen zouden naar
schatting ongeveer 20.000 personen ge
arresteerd zijn.
Zij moesten plotseling hun woning verlaten
en hun zaken achterlaten. Slechts 10 R. M.
mochten zij meenemen. In dezelfde kringen
wijst men erop, dat de uitzettingen in de ge
bieden rondom Leipzig, waar ongeveer 50.000
Poolsche Joden wonen, aanleiding geven tot
hartverscheurende tooneelen. Door tusschen-
komst van de Poolsche consulaire autoriteiten
zijn zekere uitsluitingsmaatregelen uitgesteld
ten aanzien van arische vrouwen, die gehuwd
zijn met Joden, voorts ten aanzien van zieken
en grijsaards. In het algemeen onthouden de
met de uitvoering der maatregelen belaste
personen zich van onnoodige strengheid.
Van Poolsche zijde rechtvaardigt men de
door de Poolsche regeering genomen maat
regel betreffende de verplichte speciale visa
voor alle in het buitenland afgegeven pas
poorten door er op te wijzen, dat sinds ver
scheidene maanden, vooral sedert den
Anschluss van Oostenrijk en de aanhechting
der Sudetengebieden, talrijke Joodsche ele
menten, voorzien van valsche passen, zich be
roepen hebben op Poolsche nationaliteit. De
Poolsche regeering zag zich hierdoor gedwon
gen te doen overgaan tot een nauwkeurige
controle op alle door de Poolsche consulaten
in het buitenland uitgegeven paspoorten. Men
doet bovendien in Poolsche kringen te Berlijn
opmerken, dat er in Polen 50.000 Duitsche
burgers leven, wier bezittingen over het alge
meen van belang zijn en dat naar het lijkt
de Poolsche autoriteiten moeilijk onverschillig
zouden kunnen blijven ten opzichte van het
lot, dat men sommigen Poolschen onderda
nen in Duitschland aandoet.
Een nader Havas-telegram meldt
uit Berlijn: De onderhandelingen, die
op initiatief der Poolsche regeering
geopend zijn in verband met het be
sluit der Duitsche autoriteiten om
binnen 24 uur ruim 70.000 Poolsche
Joden uit Duitschland te zetten wor
den voortgezet.
Volgens welingelichte kringen zou
den deze onderhandelingen gister
avond een gunstige wending hebben
genomen, welke de mogelijkheid van
een oplossing in zicht brengen.
Lord Runciman in het Engelsche
kabinet?
Sir John Anderson genoemd als hoofd van den
in te stellen „nationalen dienst".
Lord Runciman.
In politieke kringen te Londen acht men
het volgens Havas uiterst waarschijn
lijk, dat Lord Runciman weer deel zal
gaan uitmaken van de regeering. Men
weet niet of hij Lord Privy Seal zal
worden, minister voor de Dominions
dan wel of men een departement in het
leven zal roepen, waarvan hij dan de
leiding zou krijgen.
Eveneens acht men het waarschijnlijk, dat
Sir John Anderson, de vroegere gouverneur van
Bengalen, belast zal worden met de organisatie
der passieve verdediging of van een „na
tionalen dienst" welke door de openbare mee
ning gevraagd wordt. Men weet nog niet. of de
ministerieele hervormingen, welke door Cham
berlain overwogen worden, rog uitgebreider
zullen zijn. Een beslissing daaromtrent zal waar
schijnlijk begin volgende week genomen wor
den.
Het lijkt, waarschijnlijk, dat een aanmer
kelijke verzachting zal worden aangebracht
in de toepassing der maatregelen, waartoe
was besloten, totdat een definitieve overeen
stemming tot stand zal zijn gekomen.
Te middernacht werd te Warschau
met stelligheid verklaard, dat de
Duitsche autoriteiten nog geen Pool
sche Joden over de grens hadden ge
zonden.
„Eenheid aller republikeinen".
Resolutie van het radicaal socialistische
congres te Marseille.
De ontworpen-motie over de algemeene po
litiek, die gisteravond op het Congres der radi
caal-socialisten is opgesteld door de commissie
van redactie en die aan het einde der werk
zaamheden aan het congres der radicaal socia
listische partij zal worden voorgelegd, is opzet
telijk zeer beknopt. Zij beperkt zich er toe te
herinneren aan de radicale stelling van eenheid
aller republiekeinen rondom een nationale re
geering zonder eenig reactionnair compromis en
er op te wijzen, dat de communistische partij
alle regeeringen bestreden heeft sedert de vor
ming van het volksfront. De motie verleent
mandaat aan de radicaal socialistische gedele
geerden voor de eerstvolgende bijeenkomst van
het volksfront om deze houding der communis
tische partij te behandelen. In een paragraaf
wordt zelfs de wensch geformuleerd, dat de re
geering in de Kamer gesteund zal worden door
een republikeinsche meerderheid, bij gebreke
waarvan er aanleiding zou zijn een beroep te
doen op het land. Deze paragraaf zal echter wel
licht niet gehandhaafd worden bij de slotstem-
ming over de motie.
Japanseh rapport over het
bombardement op de Sandpiper.
„De beschadiging is toevallig".
De persafdeeling van het Japan-
sche ministerie van Marine deelt het
resultaat mede van het onderzoek
naar het incident met de Britsche
kanonneerboot Sandpiper. Verklaard
wordt dat de schade aan de Sandpiper mo
gelijk veroorzaakt is door scherven granaten,
welke Chineesche jonken hebben getrof
fen. De Japansche bommenwerpers konden
niet vermoeden, dat zich buitenlandsche
oorlogsschepen bij Tsjangtsja zouden be
vinden. De beschadiging is dus toevallig, aldus
deze mededeeling.
Pact Londen—Rome vermoedelijk
1 November aan het Lagerhuis
voorgelegd.
Parlement zal dart den datum der inwerking
treding vernemen.
Het schijnt volgens den diplomatie-
ken correspondent van Reuter te Lon
den aan weinig twijfel onderhevig,
dat de Britsche regeering na de onder
handelingen met de Italiaansche re
geering verwacht, op 1 November in
staat te zullen zijn, de goedkeuring
van het parlement te vragen voor de
inwerkingstelling van het Britsch-Ita-
liaansche pact.
Men verklaart, dat de procedure zal zijn, dat
de regeering het Lagerhuis in kennis zal stel
len van den datum, waarop zij voorstelt, het
pact van kracht te doen worden, en van de
voorwaarden, waaronder zij dit ingevolge de
afspraak met Italië zou doen.
Ofschoon men te Londen niet beschikt over
officieele gegevens omtrent de basis, welke de
regeering voor de inwerkingstelling voldoende
heeft geoordeeld, zijn er aanwijzingen, dat over
meer gesproken is of wordt dan alleen de tot
standkoming van het pact in ruil voor het te
rugtrekken van 10.000 Italiaansche vrijwilli
gers.
Arbitrage in het Tsjechisch-
Hongaarsclie geschil.
Praag en Boedapest wenden zich tot
Duitschland en Italië.
De Tsjecho-Slowaaksche regee
ring heeft gisteren aan de Duitsche
en Italiaansche regeeringen een nota
gezonden, waarin zij haar verzoekt
arbitrage te verleenen in de kwestie
der bepaling der grenzen tusschen
Hongarije en Tsjecho-Slowakije.
Tezelfdertijd werd mededeeling gedaan
van deze aanvrage aan de Italiaan
sche en Duitsche legaties te Praag.
Het verzoek om arbitrage heeft betrek
king op net geheel der omstreden gebie
den. Zooals men weet, had Hongarije den
wensch geuit, dat de gebieden, welke Tsjecho-
Slowakije toegestemd had af te staan, onmid
dellijk overgedragen zouden worden, terwijl de
arbitrage voor het overige gebied zou worden
gegeven. De regeering te Praag wijst thans
opnieuw een plebisciet af.
Blijkens een Reuterbericht heeft ook de
Hongaarsche regeering aan Duitschland en
Italië al het verzoek gedaan, zoo spoedig mo
gelijk in het Tsjechisch-Hongaarsche ge
schil te arbitreeren.
N.V. WED. OOSTEN ZOON'S
COMPLETE WONINGINRICHTING.
BARTELIORISSTRAAT 15—17
HAARLEM.
(Adv. ingez Medj
Indrukken uit den refugio
(Van onze medewerkster te Campello).
NA langen tijd dwingen noodzakelijke
boodschappen mij weer eens tot een
bezoek aan onze provinciale hoofd
stad. Maar och. wat is er thans wei
nig over van het zonnige en riante van Ali
cante met zijn concerten onder de palmen en
zijn vroolijke, welgekleede menschen! De
trein brengt ons niet meer tot het eindstation
aan de haven, dat zou te gevaarlijk zijn, want
juist de haven wordt voortdurend gebombar
deerd. Neen. we stappen nu al uit aan een
stationnetje een kwartier vóór het centrum
van de stad en te voet gaan we dan verder de
stad in. Een indruk van verwoesting en ver
latenheid bevangt me. Op de heele, een paar
kilometer lange, palmenallee langs de haven,
geen mensch! Bommengaten, afgebroken pal
men, ingestorte huizen, puinhoopen. Dat be
reikt men met een broederkrijg, dat het eigen
mooie land verwoest wordt.
In gedachten ben ik op een bank gaan
zitten en laat mijn oogen gaan naar een
vreemd schip, dat op geringen afstand voor
mij uitgeladen wordt. Wat moet men toch een
respect hebben voor de eenvoudige menschen,
die dag in dag uit, telkens maar weer, bij het
grootste gevaar voor eigen leven, dat werk
doen! Waarachtig, dat zijn helden! want
immers juist in de allereerste plaats op hen
zijn de bommen van de vliegers gericht en
talloos zijn dan ook de slachtoffers in hun
rijen, die immer maar weer worden aangevuld.
En dan vraag ik me af, wat zal dat vreemde
schip ons brengen van de vele dingen, die we
vandaag zoo dringend van noode hebben?
Maar, terwijl ik zoo zit te peinzen, daar
gaat opeens alweer het bekende alarmsignaal,
de sirene. Och ja, hoe kon ik zoo onverstandig
zijn, nu juist hier te gaan zitten. Nu maar zoo
vlug mogelijk naar een „refugio" een
bomvrije ondergrondsche schuilplaats: 't zal
nog juist gaan. Overal zijn deze „refugios"
thans ingericht, groote borden met richtings
pijlen wijzen het publiek, waar ze zijn Ik
kom onder de safe deposit van een bankge
bouw terecht. Het bankpersoneel is er al ver
zameld. Er is weinig van schrik te bemerken
op de gezichten van deze Spanjaarden, die
rustig hun sigaret draaien en waarvan de
meesten hun courant hebben meegebracht.
Ze raken langzamerhand aan het gevaar, dat
hen dagelijks omgeeft, gewend, de arme men
schen. die hier al zoo vaak moesten schuilen,
terwijl boven hun hoofden de moordwerktui
gen door de lucht gierden, soms meermalen
daags en uren lang. Men went immers aan
alles tenslotte en zoo gaan ook deze bank
employés er rustig bij zitten en hebben geen
bezwaar tegen de paar vrije uurtjes. Want uit
den aard der zaak verlaat men de schuil
plaats niet, voordat alle gevaar geweken kan
heeten.
Alleen ik, bewoonster van het platteland, be
smet met de angst der dorpsvrouwen, die
maar niet aan het brommen in de lucht wen
nen kunnen en al gauw „madre mia" roepen,
ben niet heelemaal op mijn gemak. Ik vind
de atmosfeer in dit onderaardsche gewelf al
dadelijk beklemmend en 't zal daarmede nog
wel erger worden, want nog steeds stroomen
menschen toe. Haast allen hebben een stompje
kaars meegebracht men kan 't immers niet
weten, of er iets met de lichtleiding gebeurt
en velen steken het maar vast aan. Zoo
wappert en flakkert en roet 't ook nog aan
alle kanten.
Aan den langen wand tegenover me ontdek
ik een kooitje met een kanarie, die er zich
niets van aantrekt, dat tamelijk in de buurt
het warenhuis, dat te twee uur aan het werk
was gegaan, kon tijdig gered worden.
Een afdeelingschef echter werd
door rook bedwelmd en is levend ver
brand, terwijl twee jonge vrouwen
naar het ziekenhuis moesten worden
gebracht, waar zij overleden. Een
jeugdige verkoopster, die uit het raam
van de vierde verdieping sprong is
eveneens omgekomen.
Congres der radicaal
socialisten verdaagd
Verscheidene deelnemers aan het radicaal-
socialistisch congres, waaronder minister
president Daladier en minister Bonnet, logeer
den in hotel Noailles, dat derhalve door een
speciale commissaris werd bewaakt. Te kwart
voor drie in den middag sloeg deze alarm.
Op dit oogenblik bevonden zich geen officieele
personen in het gebouw. De commissaris begal'
zich naar de vertrekken van minister-presi
dent Daladier en minister Bonnet en wist de
dossier, welke hier lagen in veiligheid te
brengen.
Op verzoek van Daladier werden de
werkzaamheden van het congres in
verband met den brand tot heden
verdaagd.
Daladier begaf zich bij het bekend worden
van den brand naar de prefectuur waar hij
zijn intrek zou nemen.
Ten behoeve van de redaciaal-socialistische
congressisten, die vertoefden in het hotel
Noailles, het Grand hotel en het hotel Asto
ria, dat eveneens door het vuur werd aange
tast, heeft de Compagnie der Massageries
Maritimes hutten beschikbaar gesteld aan
boord van de thans te Marseille liggende
schepen „Patria" en „Artagnan".
In het buitenland aldus Havas heeft
men tendentieus verband gelegd tusschen
den grooten brand en de verklaring van Dala
dier ten aanzien der communisten.
De brand zou het werk zijn van extremis
tische elementen. Dit is niet in overeenstem
ming met de eerste vaststellingen. De brand is
niet in het hotel van Daladier uitgebroken,
maar door den mistral van de Nouvelles Ga
leries overgeslagen naar het dak van het hotel
Noailles.
zware projectielen neerkomen en een beetje
verderop streelt een oude vrouw haar pape
gaai. die volgens haar zich wel bang maakt
en die zij maar steeds troostende woordjes
toespreekt. Mijn burvrouw vertelt mij. dat de
beice vogels elkaar bij elk bombardement hier
weer ontmoeten en dat de opwinding van de
papegaai het gevolg is van antipathie tegen
den kanarievogel, die telkenmale weer tot
uiting komt. Maar ik geloof aan een veel een
voudiger verklaring voor de nervositeit van de
papegaai, want ik meen met zekerheid gezien
te hebben, dat Pepito de liftjongen. achter den
bediende om. die naast het grootmoedertje
zit, mogelijk is ook deze in het geheim
het dier voortdurend bij den staart trekt.
Juist zie ik weer hoe hij zoo venijnig mogelijk
Lorre in zijn teenen knijpt, terwijl het dier
een vervaarlijk geschreeuw aanheft, dat zelfs
de meest aandachtige krantenlezer laat op
zien, om te weten wat er gaande is. Maar Pe
pito in zi.jn keurige uniformpakje zit weer zoo
onschuldig te kijken naar de walmende kaars
van zijn buurman, dat wel niemand aan eenige
euveldaad van hem denken zal. Dat spelletje
kan nog een heelen tijd doorgaan en ik hoop.
ook in het belang van Lorre dus. dat we maar
weer gauw in de frissche lucht mogen.
Maar, ook verder, is dit zeer wenschelijk,
want ik verspil op deze manier, hier onder
den grond mijn' heelen morgen. Om één uur
sluiten de winkels sommige thans al vroe
ger en voor zoover ze 's middags nog weer
open maken, is dit toch eerst na vieren en dan
moet ik lang weg zijn. 't Is een typische
eigenschap van onze Spaansche vrienden, dat
ze nooit haast hebben en zoo installeert men
zich ook in een refugio, om er desnoods uren
te zitten, maar daar ben ik blijkbaar toch nog
niet Spaansch genoeg voor.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit van 25 October 1938, is met
ingang van 1 November benoemd tot burge
meester der gemeente Baarland: J. C. Vogelaar.
KRUIDENIERSEXAMEX VESTIG INGSWET.
Deze week werden voor de candidaten uit
Haarlem en omgeving te Amsterdam en Alk
maar de examens gehouden ter verkrijging
van het diploma Vakbekwaamheid kruide
niers. Aan de volgende dames en heeren werd
het vakdiploma uitgereikt: Mej G. Hartge-
rink. mej. B. v. Riet. mej. C. Wit. mej. M.
Kranendonk, mej. H. Brakel. mej. C. Jansen,
mej J. Hollink. H. G. Tons. C. B v. Dam,
J. Metten. J. Post. L. Coret. J. Kranendonk.
R. ter Haar. J. Verhagen, W. C. E. Smink. J. C.
Revendam, allen te Haarlem, G. J. Teunissen
te Koog a.d. Zaan. B. v. Arragon te Amster
dam. A. Vaarwerk te Zandvoort. 2 Candida
ten werden afgewezen.
Al deze candidaten zijn opgeleid op een
cursus Warenkennis welke hier gegeven
wordt vanwege de kruideniers-organisaties te
Haarlem en welke cursus geleid wordt door
den heer A. Hoefnagel, keurmeester bij den
keuringsdienst.
is zoo mooi geweest
De herfst is zoo mooi dit jaar. De herfst is
al jaren zoo mooi en de zomer is meestal
leelijk, maar de menschen zijn traditioneeler
dan de natuur. Zij houden nog altijd vacan-
tie in den zomer en juist wanneer de zon gaat
schijnen en de bloemen op haar mooist zijn
en de boomen hun verbijsterend-kleurige
sterfgewaad gaan aantrekken en alles vrede-
op-aarde ademt (behalve de mensch zélf;
maar die is immers achter bij de natuur» dan
gaan we weer op onze kantoorkruk zitten en
jaartallen leeren en ons verstoppen in de
duisternissen van onze werkplaatsen Waarom
gaan wij daar nu niet eens krachtdadig mee
breken"?
Juist nu zijn de duinen op hun mooist en de
bosschen op hun kleurigst; er ligt een jjlte
over het water die tot diep in het gemoed zijn
vredigen weemoed dringt en mijn geliefde
kleine plantsoenen zijn zoo stil, dat ge zoudfc
gaan vermoeden, dat de heele wereld zoo stil is
maar wanneer de eenden kwaken gaan,
denkt ge weer aan de menschen. die ook nooit
hun mond kunnen houden en die ook altijd
met hetzelfde misbaar dezelfde zinnetjes zeg
gen, maar de eenden steken hun kop nog wel
eens diep in het water en dat doen de meeste
menschen bijna nooit, tenminste niet diep
genoeg, waaruit u weer kunt zien, dat men
schen geen eenden zijn.
Ik vind trouwens, dat over onze steden ge
durende deze milde herfstdagen iets van die
grijze vreedzaamheid is, die zoo heerlijk is
voor den mensch, die zich blindgestaard heeft
op al te felle kleinigheid en die zich doof ge
luisterd heeft naar al te schel en luidruchtig
misbaar.
Zooals dat breede Stadhuis staat te glanzen
in de middagzon: een vreemd sprookjeskasteel
uit een wonderbaarlijk oud verhaal, heelemaal
geen huis des arbeids, waar de politiek en
de begrooting en de zorg voor de burgerij zich
in het zweet huns aanschijns baden en
hetzelfde is het met het Provinciehuis, waar
ge veeleer ruiters, trekkend ter valkenjacht,
it verwacht te zien komen dan de hupsche
mmissaris.die zijn belangstelling gaat be-
toonen voor een opening of een jubileum.
Zoo dien mooien herfst staat alles in een
vreemd, ijl licht. De menschen. de huizen, de
straten en de geest die in dit alles is óók wel.
De grachten doen mij aan Venetië denken
en het zou mij heelemaal niet verwonderen,
wanneer ik er een bekend Gemeenteraadslid
per gondel zag wiegelen op de baren, „O sole
Mio" zingend voor een vrouwelijke collega. Zij
hebben iets van het Canale Grande en wan
neer ik den burgemeester tegen kom buig ik
nog eerbiediger voor hem, als ware hij de
Doge zelf.
De pleinen krijgen tegen de vroege scheme
ring de sfeer van een ouden hof, waar zoo
dadelijk de Postkoets onder luid halali-halall
zal binnen ratelen om lieve freulekes op de
kasseien af te zetten en wanneer lk dan mij
zelf dwars over zoo'n plein zie gaan. kost
het mij weinig moeite in dezen man den
schoonen. jongen edelman te zien om wiens
gunst die frêle freuletjes zullen gaan dingen
bij kout en snarenspel.
Kortomik zie in deze heerlijke herfstdagen
de heele stad en al haar menschen veel rozi
ger, veel teederder. veel eleganter en liefe
lijker dan anders. Het is of er een waas van
goedheid over de menschen ligt en of er een
zucht van een klein lied over de pleinen en
de straten waart. Mij vrienden zijn zoo aar
dig en mijn vijanden zijn eigenlijk zoo kwaad
nog niet en de lieden die mij onverschillig
waren zijn allemaal zoo sympathiek
Ik hou van een herfst als deze. Als de torens
zich in de klare ijlte heffen, de eenden gigak-
ken en de nevel der wijsheid de luidheid van
het menschenleven terugdringt tot haar ware
onbeduidendheid.
MR. E. ELIAS.
Te Marseille is gistermiddag een
ontzettende brand uitgebroken, welke
een oppervlakte van een kwart mijl
in 't vierkant, in vlammen heeft gezet.
Het groote warenhuis „Nouvelles Gale
ries" en de twee grootste hotels der
star, „Noailles" en „Grand" aan de
Canebière zijn geheel uitgebrand
Met ontzettende snelheid greep het
vuur om zich heen. De krachtige wind
de z.g. mistral, wakkerde het vuur aan
en binnen een uur tijd was de brand
reeds overgeslagen op de overzijde
van de straat. Helaas zijn er ook
slachtoffers gevallen.
Volgens de laatste berichten zijn er
vijf dooden gevallen, waarvan vier
niet te identificeeren, en dertien ern
stig gewonden. Zeventien personen
werden licht gewond. De slachtoffers
zijn voornamelijk employés van het
warenhuis, voorts twee bezoekers
van dit warenhuis, twee vrijwilligers
en een brandweerman.
Het vuur brak uit in de „Nouvelles Gale
ries". Binnen enkele minuten reeds sloeg het
over op de aangrenzende huizen. De hitte
was onbeschrijfelijk. Alle maatregelen wer
den genomen, het geheele brandweercorps
werd gemobiliseerd en van alle kanten viel
men het vuur aan.
Intusschen werden uit Lyon met een extra-
trein speciale brigades gezonden. De drijvende
brandspuit „Alerte", een der grootste ter
wereld, werd in de oude haven gestationneerd
en pompte door speciale hooge-drukslangen
het water naar het bedreigde blok, dat vier
honderd meter van de haven ligt.
Binnen een uur had de brand zulk een om
vang aangenomen, dat de huizen aan de over
zijde begonnen te blakeren en vlam vatten.
De beide hotels werden aangetast en ter
nauwernood kon men 'net ontruimen, voor
het vuur oversloeg op de bovenste verdieping.
Kort daarop stonden de gebouwen in lichter
laaie.
Zoo groot was de hitte van het vuur, dat het
onmogelijk was te naderen tot op meer dan
vijftig meter. Spoedig gaf men de hoop op,
de gebouwen te redden en beperkte zich tot
het beschermen der aangrenzende huizen
blokken.
Het geheele district werd ontruimd, deta
chementen Senegalezen zetten de straten af
en de mobiele garde nam de bewakingsdienst
in handen.
Alle winkels in de omgeving van den brand
werden gesloten en de verlichting uitgescha
keld. Eenige huizen, welke grenzen aan de
„Nouvelles Galeries" in de boulevard Du gom-
mier vatten eveneens vlam. De brandweer
begon onmiddellijk met het blusschingswerk.
Een traanverwekkende en verstikkende
rook vulde de straten in de omgeving, doch
deze kon de nieuwsgierigen niet verdrijven
Zij dachten er niet aan zich terug te trekken.
De straten staan blank van het blusch-
water, dat zonder ophouden in het vuur wordt
gespoten.
Havas meldt dat volgens verklaringen van
een arbeidster de brand zou zijn uitgebroken
op een stelling op de tweede verdieping in het
warenhuis. Het vuur greep zoo snel om zich
heen, dat de werklieden slechts met behulp
van een touw uit een raam konden ontvluch
ten. Het grootste deel van het personeel van