Drie mannen en hun Noodlot FEUILLETON Naar net Engesch door A. J. HUISMAN. (Nadruk verboden). 45) Een oogenblik later stopte een „blauwe" taxi vlak voor hem een auto waarin ze geen onplezierige avonturen hoefden te vreezen. De chauffeur kwam van zijn plaats en opende het portier. OMalley hielp het meisje instap pen en richtte zich tot den bestuurder. „Hoek Eighty Third street en Riverside Drive", gaf hij als adres op en voegde er de vraag aan toe: „Heb je benzine genoeg?" De man keek een beetje twijfelachtig naar het bloote hoofd en de gekreukelde kleeren van den adspirant-passagier en haalde de schouders op. „Meer dan genoeg meneer. Maar het zal u drie dollar kosten. Ik was op weg naar huis". „Ik zal je vijf dollar geven", besliste O'Mal ley, „als je er ons vlug heen brengt en geen banden pech krijgt. Schiet maar op". „Uitstekend meneer", antwoordde de chauf feur, heel wat vriendelijker nu. O'Malley stapte nu ook in er. sloot het por tier. Claudia maakte plaats voor hem naast zich en terwijl ze door de duisternis reden naar de verre lichten van Brooklyn, keerde ze zich naar hem toe en legde de hand op zijn arm. Mi-. O'Malley", zei ze zacht en een tikje aar zelend, „het was werkelijk enorm van u! Ik tan me eenvoudig niet voorstellen hoe u me gevonden hebt! En ik weet niet hoe ik u be danken moet Ze zweeg eensklaps, trok haar hand weg en staarde ernaar. Bij het licht van een straat lantaarn zag Claudia dat haar vingers rood waren en glommen van het bloed. „U bent gewond!", riep ze onthutst. „Hij heeft u geraakt! En ik wist niet u hebt niet gezegd „Het heeft niets te beteekenen", loog O'Mal ley. „Ik had het glad vergeten". Maar hij begon zich toch wel wat licht in het hoofd te voelen. Hij had meer dan nor maal was van zijn krachten gevergd en bo vendien heel wat bloed verloren. Zijn mouw was ermee doordrenkt. „Dat is onzin dat het niets te beteekenen heeft", protesteerde het meisje. „Doet het erg pijn?". In haar bezorgdheid had ze zich naar voren gebogen en zijn anderen arm gegrepen. Haar mooie gezichtje vragend, naar het zijne op geheven, was heel dicht bij hem en O'Malley zijn bezinning verliezend, vergat dat hij ver ondersteld werd een gentleman te zijn en handelde op een wijze, die buitengewoon na tuurlijk, maar desondanks onvergeeflijk was onder deze omstandigheden. Hij trok haar dicht tegen zich aan en kuste haar. „Gelukkig je bent veilig", fluisterde hij terwijl hij haar vrij liet. Claudia was wat van hem weggeschoven, maar niet ver. „Mr. OMalley!", hijgde ze. 0:Malley staarde naar haar. Hij had een gevoel of er vuur brandde in zijn aderen; in zijn hoofd dwarrelde alles dooreen. Plotseling strekte hij zijn armen uit en ofschoon haar kleine handen in afweer tegen zijn borst ge drukt werden, trok hij haar opnieuw naar zich toe. „Claudia! Ik houd van je, ik houd van je, hoor je?", fluisterde hij heesch. „Ik kan er niets aan doen. En ik geel' je weer een kus!" Een moment streefde ze nog tegen. Toen verslapte haar verzet, haar hoofd gleed ach terover en ze sloot de oogen. Tot O'Malley's verrukking beantwoordden haar zachte lippen flauw zijn kus. „Mr. OMalley!", fluisterde ze. „Van nu af Terrance", was het gelukkige wederwoord. „Wanneer wil je met me trou wen?" Claudia bevrijdde zich en ging rechtop zit ten. „Kalm aan een beetje", waarschuwde ze. „U kent me nog geen week! En doe nu uw jas uit, dat ik uw arm kan verbinden". HOOFDSTUK XXI. Wat er dien avond gebeurde. Claudia was O'Malley's eerste liefde en hij was net ;een groote jongen. „Claudia", fluisterde hij, „wil je met mij trouwen? Mag je me een beetje? Ik houd zoo vreeselijk veel vai jou! Ik had er geen idee van wat liefde eigenlijk wasJa, ik zal mijn jas uittrekken als je mij geant woord hebt!" Het meisje naast hem schaterlachte plotse ling. Toen werd ze opeens ernstig. „Ik mag u zeker, mr. OMalley", zei ze toen langzaam. ,,Ik mag u zelfsvreeselijk graag. En na tuurlijk ben ik u heel dankbaar. Maar we kennen elkaar pas „Dankbaarheid speelt geen rol", meende O'Malley. „Pas een heel korten tijd", vulde ze rustig aan. „En dan moet ik aan Ward den ken. Ik kan niet aan trouwen denken voor dat mysterie is opgehelderd. Ziet u dat zelf niet in?" „Och, jawel", knikte O'Malley weifelend „Maar als het opgehelderd is, wil je dan met me trouwen?" Claudia keerde het hoofd af. „Ochdan.... dan.... kunt u het nog eens vragen, als u wilt", klonk het zacht. En daarmee moest hij zich tevreden stel len. Hij deed zijn jas uit en samen onderzochten zij zijn arm. De kogel was langs de binnen zijde daarvan juist boven den elleboog ge schuurd en had een korte groef in het vleesch gemaakt van niet meer dan 1 centi meter diep. Maar er was een tamelijk groote ader geraakt en daar door had de wond hevig gebloed. Claudia vouwde O'Malley's zakdoek dubbel en bond deze stevig om den arm. Ze had de met bloed dorodrenkte mouw van zijn over hemd tot ongeveer den schouder openge scheurd om de wond te kunnen bereiken. Op O'Malley's verzoek trok ze de mouw er heele- maal af, zoodat hij gemakkelijker met den arm weer in zijn jas kon komen. Ze huiverde een paar maal toen voorbijflitsende lichten de donkere plekken op den arm zichtbaar deden worden en hij was nog juist op tijd om zijn manchetknoop te redden, toen ze de vochtige, bevlekte mouw uit het raampje wierp. „Daar gaat een geheimzinnig spoor", lacht O'Malley. ,,Een mooie puzzle voor de politie waar die bebloede mouw vandaan komt, als ze hem vinden!" Een oogenblik later sloten zijn vingers zich om een kleine, zachte hand. Claudia liet haar afwezig in zijn greep. „Heb je 't erg beroerd bij die schooiers ge had?", vroeg hij. „Eerst niet. Maar ik wist niet wat er met mij gebeuren zou. Ik wilde het niet laten merken, maar ik was te angtsig om te eten. Gisteravond heb ik het laatst gegeten. Ont beten heb ik echter niet en 's middags heb ik ook vrijwel niets gehad en dat gaf me het idee van hongerstaking. O, wat heb ik een honger!" „Nu, liefste, we zijn zoo thuis", troostte OMalley vroolijk. Claudia nam als een soort protest haar hand weg en er viel even een zwijgen. Dp hand viel van Claudia's schoot, lag tusschen hen in en het volgend oogenblik nam OMal ley er weer bezit van. Het is allemaal te voren dikwijls gebeurd, maar voor OMalley en Claudia was het nieuw. „Weet je waarom ze je gevangen hielden?" vroeg hij. ,Neen. Ik vroeg het hen,, maar ze lachten alleen maar. Ze zeiden dat mij niets zou ge beuren als ik niet schreeuwde of probeerde weg te komen. Ze vertelden mij dat ik zou worden vrijgelaten als mijn broer me kwam halen. Maar dat leek me een uitvlucht". Claudia drukte plotseling zijn vingers. „Zou hij in de taxi hebben gezeten straks? Wat dacht u?" „Dat is niet uitgesloten. Wie zal het zeg gen? We konden moeilijk het risico nemen om dat te onderzoeken. Maar vertel eens, hoe ben je daar in dat huis gekomen?" „Dat ging gemakkelijk genoeg", antwoord de Claudia met een somber lachje. „Toen ik thuis kwam lag er een telegram voor mij: „Taxi komt je om zeven uur halen; heb je hulp noodig; kom alsjeblieft; chauffeur weet waar". De onderteekening was „Ward". Na tuurlijk dacht ik er geen oogenblik aan dat het van een ander dan van mijn broer zou kunnen zijn. Het was juist zeven uur toen ik het las en ik ging direct naar beneden. Een taxi wachtte voor de deur. Ik had den chauf feur nooit eerder gezien. Hij vroeg mij of ik miss Hunt was en toen ik dat bevestigde, opende hij het portier voor mij. Ik stapte in en we reden weg". „Heb je hem niets gevraagd?" (Wordt vervolgd). De keeper van D.O.S, in actie tijdens den te Utrecht ge- Te Amsterdam zijn Zaterdag aan de leden van het politiecorps herinneringskruisen voor Een prooi der vlammen. Geholpen door den beruchten „mistral" verwoestte speelden wedstrijd tegen Feyenoord, welke door de Rot- bewezen diensten tijdens de jubileumfeesten uitgereikt. Burgemeester De Vlugt ontvangt, de brand, welke het warenhuis „Les Nouvelles Galleries" te Marseille in terdammers met 4 3 verloren werd als hoofd van de politie, uit handen van mr. Trip het eeremetaal lichterlaaie zette, ook een tweetal aangrenzende hotels De brandcatastrofe te Marseille. Vele slachtoffers zijn te betreuren bij den geweldigen brand, welke het warenhuis „Les Nouvelles naileries verwoest heeft. Tijdens het blusschingswerk Het voor Engelsche rekening in aanbouw zijnde vracht- en passagiersschip „Denbighshire is Zater- dag van de werf der Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam te water gelaten. Het schip in zijn element Burgemeester De Vlugt heeft Zaterdag het vergroote landingsterrein met de nieuwe startbanen op Schiphol offi cieel in gebruik gesteld. De burgemeester geeft het startsein Het door J. G. Weijand geschilderde portret van den oud-burgemeester van Anna Paulowna, den heer G. J. Lovink, dat hem door de burgerij is aangeboden In deomgeving van Arnhem is Zater dag de jaarlijksche cross country van Beekhuizen ge houden. Een hin dernis wordt ge nomen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 12