Regeering blijft tegen verlaging leerlingenschaal. Aspirin De doodehands-belasting voor één jaar verlengd Het vluchtelingen vraagstuk. Des boekbesprekers lot. „Ijsvogel"-ramp door motordefect veroorzaakt? Eén der schroeven zou in vaanstand zijn geraakt. Kunst in Haarlem en daarbuiten. WOENSDAG 16 NOVEMBER 1938 HAARDE M'S D A GBE'AD 3 TWEEDE KAMER. DEN HAAG Dinsdag Nadat nog eenige sprekers gerepliceerd hadden, kwam de Regeering ten tweeden ma le aan het woord. Het belangrijkste, dat de normale politieke vraagstukken betreft, was wel de uitdrukkelijke verklaring van den Minister-President dat het Kabinet een stemmig van oordeel is, dat het thans geen gelden kan beschikbaar stellen voor verlaging van de leerlingenschaal. Of er. met behoud van het eindcijfer, iets te doen ware voor kweekelingen met acte, zal men nog eens bij Hoofdstuk VI kunnen bespreken. Dr. Colijn gaf te kennen, dat het politieke lafheid ware alleen het ministerieele leven van Minister Slotemaker de Bruine te willen belagen; dien bewindsman kan men van het verdere Kabi net niet los maken. Wat nu het extra-acuut geworden vraag stuk der Joodsche vluchtelingen aangaat had aanvankelijk Ir. Al bar da (s.d.) Minister Patijn willen interpellee- ren over hetgeen gedaan is om andere Regeeringen tot gemeenschappelijke behandeling van de toe lating dier vluchtelingen te brengen en de heer De Visser (comm.) v^nschte de Regeering te interpeileeren omtrent uitbreiding van het asyl- recht.. President v. S c h a i k stelde voor dit alles nu, bij het algemeen debat, te behandelen, waarmee de s.d. fractieleider zich wel, de communistische afgevaardigde zich niet kon vereenigen. Met 693 (commu nisten) wees de Kamer diens verzoek een in terpellatie te mogen houden, af. Minister Colijn kon er op wijzen, dat reeds terstond, toen vorige week de Jodenvervol ging in Duitschland losbrak, van de zijde onzer Regeering de noodige activiteit aan den dag is gelegd. Hij maakte gewag van toege laten kindergroepen, vermeldde, dat zij die onder den druk van hetgeen er in het Oosten geschiedde aan onze grenzen stonden, toege laten waren. Maarhet buitenland houdt zijn grenzen potdicht. En dus kunnen wij de onze niet onbeperkt openzetten. Intusschen zijn er een tweetal barakkenkampen in voor bereiding. Onze gezanten te Londen, Parijs, Bern, Kopenhagen, Brussel hadden de vorige week al opdracht gekregen daar te vragen hoe men er staat tegenover het denkbeeld van gemeenschappelijk overleg over regeling van het acute vluchtelingen-probleem. Aan gezien heden nog geen uitsluitsel was verkre gen, is er thans telegrafisch op spoed aange drongen. Nadat o.m. Mr. J o e k e s (v.d.) Dr. Deckers (R.K.) Dr. Bier erna (lib.), Mr. Rutgers v. Rozenburg (c.h.) nogmaals op groote soepelheid hadden aangedrongen, verzekerde Dr. Colijn, dat de Regeering zoover als moge lijk is wil gaan en ook gaat. Hoever zich dat nu precies zal uitstrekken, hoeveel vluchtelingen zij thans extra zal op nemen, valt niet te zeggen: elk oogenblik kunnen zich trouwens weer nieuwe situaties voordoen. De Regeering is de eenige, die ten slotte kan beoordeelen wat mogelijk is. Men vergete niet, dat er aan een en ander ge duchte moeilijkheden vastzitten. Men moet kampen oprichten: waar dat het beste kan ge schieden dient te worden nagegaan. Bij de toelating van vele vluchtelingen heeft men verder o.m. met vragen op hygiënisch gebied rekening te houden, want er dient toch ook gewaakt te worden voor de volksgezondheid en dus zal men op zijn qui vive moeten zijn tegen besmettelijke ziekten: Nogmaals, we zijn be gonnen met terstond een aantal binnen te la ten, n.l. hen, die aan de grens stonden en de Regeering overweegt, ook menschen uit an dere deelen van het Rijk hier op te nemen, maar alweer, dit dient binnen de grenzen van het mogelijke te geschieden. We kregen den indruk, dat het toch wel denkbaar is, dat men ten onzent een paar duizend vluchtelingen zal gaan opnemen: daarvoor zijn dan die kampen. Na afloop van het algemeen begrootings- debat kreeg de Kamer een reeks belasting maatregelen van bij zonderen tijdelijken aard te verlengen. Mr. Rutgers v. Rozenburg (c.h.) wenschte bij de doode handsbelasting, de kerkelijke goederen niet meer onder de voor gestelde verlenging met een termijn van 3 jaar te doen vallen. Mr. Teu- lings (R.K.) en Ds Kersten (St. Ger.) gingen nog verder ver makelijk was, hoe dit keer Ds. Kersten het eens was met de door hem steeds zoo bestreden Ka- a tholieken en wensch- ten van heel de verlen ging niets te weten. Toen kwam Minister De Wil de plots met een com promis-voorstel. Hij zou de 3 jaar tot 1 jaar terugbrengen, maar dan ook voor alles wat thans ouder de belasting op de doode hand valt. Na dat jaar komt hij niet nog eens met 'n verlengings-ontwerp aanzetten: de 2 mil- lioen, die deze belasting oplevert, zal hij dan wel halen uit zijn geheele stel belastingver- hoogingen. Met 3833 «alle R.K. en alle C.H. afgevaardigden waren in de oppositie) won de Minister het pleit: de doorslag gaven de nationaal-socialisten en de communisten, welke den bewindsman aan 'n nederlaag hiel pen ontkomen! Avondvergadering. Het begon zoo poëtisch, over het pittoreske van het Abdijplein te Middelburg, over de be koorlijke sfeer van Hotel „De Abdij", dat de Regeering onteigend wil zien met het oog op zijn noodzakelijke uitbreiding van ruimte voor de griffie en voor 't Rijksarchief. De heeren Mr. Mes (R.K.) en v. d. Sleen (s.d.) achtten andere oplossingen beter en denk baar. de heer Krijger (c.h.) viel den Minis ter bij, die Donderdag a.s. vermoedelijk wel 'n meerderheid voor 't onteigeningsontwerp zal krijgen. Het prozaische gedeelte van den avond, die tot nacht, werd. kwam aan de orde bij de be handeling van de P. T. T.-begrooting, welke 14 sprekers in het vuur bracht. Menigeen hunner maakte bezwaar, dat men 't bedrijf 8>/2 millioen winst laat opleveren te koste van het publiek (te hooge tarieven) en van het personeel (te veel arbeidscontractanten). Voorts hoorden we als van ouds allerlei klach ten over een te kort op 't gebied van de plat telandsbestelling, over niet voldoende tele fonische aansluitingen enz. op 't platteland Minister v. Boe yen, die verklaarde dat 8Vfe millioen winst op een omzet van 90 millioen buitengewoon laag is, (vooral ook vergeleken bij de winsten van verschillende gemeente lijke nuttigheidsbedrijven), gaf natuurlijk meteen te verstaan, dat de Rijksmiddelen die winst niet kunnen missen. Als nog vermeld is, dat de Minister uit 't feit, dat de vakbon den zeer weinig kritiek over de personeels- toestanden laten hooren, conculdeerde, dat men dan toch vermoedelijk nog niet met zulk een slechten werkgever te maken heeft, kun nen we 't- voor heden hierbij laten E. v. R. Gisteren was ik op bezoek bij mijn vriend den boekencriticus. Aan zijn huisdeur hing een bordje waarop: „STILTE!" stond, en daaronder was met potlood geschreven: „de beroepsziekte is zeer ontvlambaar, werp dus niet achteloos brandende of gloeiende woor den op mijn gemoed". Ik tikte bescheiden op het voordeur-ruitje. Een verpleegster deed open. „Meneer maakt het naar omstandig heden redelijk wèl", fluisterde ze, ..die ijszak op zijn hoofd doet hem goed, maar de patiënt is nog uiterst prikkelbaar." Voorzichtig deed ik de deur van zijn werk kamer open en het tafereel ofschoon mij van ieder jaar om dezen tijd wel bekend deed mij ontstellen. Er stond een muur van boeken. Een hooge dikke muur van opeenge stapelde boeken. Zij was in twee muren ver deeld. In de smalle spleet ertusschen zat een grauw heer, een ijszak op het hoofd, van slechte-mayonaise-gele huidskleur. Wolken rook hingen om zijn zeer zorgelijk gerimpeld voorhoofd, een ochtendjas hing achteloos om zijn al te magere borst, een kist sigaren, twin tig doozen sigaretten, een batterij van twaalf pijpen en twee tabakspotten stonden voor hem. Hij stond op. Vreemd balanceerde zijn hoofd den ijszak. Hij stak mij een magere hand toe en mompelde: „Zeg niets, waarde vriend, alles wat je zoudt willen zeggen is verspilde energie, want alles wat de menschen zouden kunnen zeggen is in deze vierhonderd nieuwe Nederlandsche boeken gezegd. Deze muur links heb ik reeds gelezen en deze muur rechts bevat de boeken, die ik nog moet lezen, lederen dag gaan er zes af en iederen dag komen en tien bij. Neen, zeg niets! Alle goede, troostende, lieve, wijze, wanhopige, vroolijke, smartelijke, gezellige, vleiende, barsche, opwekkende, ver- Adv. Inqez Med.) heffende en neerslachtige woorden, die een sterfelijk mensch verzinnen kan, staan hier in. In dezen linker muur. En vertel mij niets van onze tantes, nichten, maagden en moeien. Haar lot. haar avontuur haar wensch en haar werkelijkheid zijn reeds honderdvoudig be schreven in deze vierhonderd maal drie hom derd is 120.000 bladzijden, ieder bevattend vijfhonderd woorden. Zou jij aan deze 60.000.000 gedrukte woorden nog een paar honderd gesprokene willen toevoegen? Neen, vertel me niets van het ongeluk van Jeanne Dreuvelweide, wier verloving af is. Dertig on- gelukkige-Jeanne-boeken heb ik gelezen en er wachten er nog zestig. En tracht mij niet op de hoogte te brengen van de ziele-moei- lijkheden van je heef Antoon Lampenist. In den linkermuur bevinden zich acht-en-vijftig boeken met ziels-moeilijkheden. Zij tieren in de barsche Noorsche natuur, in het lachende Italiaansche landschap, in Friesche weiden, Groninger dorpsleven en Afghanistaansche marktafereelen. Ik nam reeds kennis van conflicten in het binnenste van advertentie reizigers. biscuit-fabrikanten, aapjeskoetsiers, staatslieden, postzegelhandelaars, diploma ten, ijscolieden en anderen. Dacht je dat ik dan nog belangstelling zou hebben voor het leven van Antoon Lampenist? Neen, zwijg stil, amice. Vertel mij niet van de reis die je gemaakt hebt. Ik ben deze week, via dien muur hier, in Thibet, in Ankara, in Syrië, op de toppen van de Himalaya en aan de Ivoren Kust geweest, ik heb bevers ge vangen in Canada, gezeild over de Friesche meren en ananassen geplukt in Californië. Reisbeschrijving genoeg. Waarom zou ik dan jouw gezanik over vijf dagen in Parijs nog moeten aanhooren? „Ik"begon ik. „Niks te Ikken. Heelemaal geen ik. Er zijn driehonderd en drie boeken over ik versche nen. Ik heb met driehonderd en drie ikken kennis gemaakt. Ik stik in ik. Ik wordt misse lijk van ik. Hou je mond over ik. Ik interes seert me niet. De situatie zou pijnlijk geworden zijn, ware het niet dat de verpleegster binnen trad. Zij gaf me een wenk dat ik ongemerkt moest verdwijnen. „De zenuwen van meneer. zei ze. „Niks zenuwen! In naam der muren: praat niet over zenuwen! Hier liggen 280 boeken over complexen „Hier is uw nieuwe ijszak, meneer Boekbe spreker", zei de zuster, en er is een groot pak bezorgd. Ik heb het maar voor U open ge maakt. Twee en vijftig nieuwe Nederlandsche romans.Mr. E. ELIAS. Alom waardering in ons land... voor Maggi's Aroma! Hoe kan het ook anders voor een middel dat zo uitstekend voldoet, om vele gerech ten in een oogwenk smakelijker te maken. Een kleine toevoeging is reeds voldoende voor een verrassend resultaat. Daardoor is Maggi's Aroma ook voordelig in het gebruik. MAGGI' AROMA Let op de geel-rode etiketten en de fabrieksmerken: de n MAGGI en de Kruisster (Adv. Ingez. Med.) Zooals te verwachten was, is het wrak van de verongelukte K.L.M.-machine „Ijsvogel" in den Riekerpolder Dinsdag nog niet vrij gegeven, in verband met het onderzoek, dat de directeur van den luchtvaartdienst op grond van de lucht vaart rampenwet naar de oorzaak van het on geval heeft gelast. Nadat de op Schiphol gedetacheerde ingenieur van den luchtvaartdienst, ir. Von Baumhauer, Dinsdagmorgen op de plaats van de ramp den toestand nader in oogenschouw had genomen, heeft de commissie van "onderzoek ger ui men tijd ter plaatse vertoefd om alle gegevens te ver zamelen, welke ter reconstructie van het onge luk zouden kunnen leiden. Deze commissie be staat uit de heeren De Winter en dr. ir. Van der Maas van het nationaal luchtvaartlaborato rium en den als leider van het luchtverkeer op Schiphol gestationneerden inspecteur van den luchtvaartdienst. Dekker. Ook van justitieele zijde is een onderzoek in gesteld. In den loop van den dag hebben verschillende autoriteiten aan de directie van de K.L.M. hun deelneming betuigd. Veronderstellingen over de oorzaak. Begrijpelijkerwijze zijn er zeer vele veronder stellingen geuit over de oorzaak van de ramp. Gedacht is aan een eventueel mankement aan den hoogtemeter, waardoor deze niet de juiste hoogte zou hebben aangewezen, zoodat de piloot veel lager vloog dan hij volgens den stand van zijn instrumenten kon vermoeden. Voor zoover tot nu toe bekend, heeft de radio tot het laatste oogenblik gewerkt. Wel heeft Schiphol het toestel opgeroepen en geen ant woord meer ontvangen, doch men houdt daarbij rekening met de mogelijkheid, dat het ongeluk op dat moment reeds was geschied. Het is tot nu toe nl. niet mogelijk gebleken den juisten tijd vast te stellen, waarop de „Ijsvogel" is vergaan. Schroef in vaanstand geraakt? „Het Volk" schrijft uit betrouwbare bron te hebben vernomen, dat met vrijwel algeheele ze kerheid kan worden aangenomen, dat het onge luk van de „Ijsvogel" is veroorzaakt doordat de schroef van den rechtermotor, die van het vliegtuig werd weggeslingerd, in z.g.n. vaan stand zou zijn geraakt. De propellers van de „Ijsvogel" konden in spoedgang en in vaanstand worden gezet. Staat de schroef in vaanstand, dan wil dit zeggen, dat de bladen evenwijdig staan met de vliegvch- ting en de wind dus, zonder de propejler in be weging te kunnen brengen, langs de bladen strijkt. Men past de vaanstand toe bij motor defect, opdat de schroef niet, als windmolen werkend, den motor in beweging zal brengen. De „Ijsvogel" vloog vlak voor het ongeluk zeer laag en had snelheid noo- dig om hooger te komen. Door een fout of een andere oorzaak zou, terwijl juist grootere snelheid noodig was, de rech- ter-propeller volgens het blad in vaan stand zijn geraakt, waardoor het vlieg tuig onbestuurbaar werd en neer moest storten. De „Ijsvogel" was de eenige D.C. 3, op deze wijze uitgerust. Er werden proeven genomen met de vaanstand, ook om te onderzoeken, of de an dere Douglas-toes tellen aldus zouden worden voorzien. De inlichtingen, welke ons omtrent de slacht offers door het A.N.P. waren verstrekt, behoe ven eenige verbetering. Van de familie Silber- stein is de echtgenoote niet overleden, doch ernstig gewond, de heer Silberstein werd licht gewond en het dochtertje had geen noemens waardig letsel. Van de familie Weidemann zou voorts de Ontaardmaar veel waard. Zoo nu en dan bereiken de buitenwereld be richten dat de huidige machthebbers in Duitschland, kunstwerken, die zij eerst door hun bedienden als producten eener ontaarde kunst hebben doen brandmerken, deze na ver loop van tijd in het buitenland tegen zeer hooge prijzen van de hand doen. Het is een zeer eigenaardig en bovendien goedkoop systeem om aan geld te komen, doch daarover willen we het in een kunstkroniekje liever niet heb ben. Alleen de kunstwerken zelf hebben hier onze aandacht. Het ging bij die berichten meest over Fransche impressionisten en nu kortelings over een museumstuk door Van Gogh. Die zetten, op de internationale markt, natuurlijk nog wel zoden aan den dijk. Maai' vragen we ons af hoe zouden al die schil derijen van kunstenaars, die de laatste dertig jaar beroemd en gezocht worden door Duitsche liefhebbers en musea, het thans maken, nu ze in depots, als in picturale concentratiekampen zijn opgeborgen? De kunstkenners, die thans de regeering van advies dienen, weten waar schijnlijk best, dat onder de ontaarde kunst hunner landgenooten nog wel het een en ander schuilt, waarvoor buiten de grenzen geld te maken is en dat het demonstratief vernieti gen, goedkooper met minder Europeesch-ge- waardeerde producten kan geschieden. Wat geschiedt er bij voorbeeld met het werk van.en nu zijn we waar we wezen wil den. Want al is de moderne Duitsche kunst bij het Hollandsch publiek nooit zoo hoog in aan zien geweest als de eigen productie of die van Frankrijk, namen als Franz Mare Klee, Feininger, zeggen ons toch altijd genoeg om niet het bestaan eener schilderkunst in het buurland totaal te negeeren, of de ontaarding eener gansche periode maar critiekloos te slikken. We zouden daarom eens willen over zien wat er de laatste veertig jaar in Duitsch land aan belangrijks gepresteerd is, en daarbij niet de oogen willen sluiten voor de periode van werkelijke anarchie in de kunst, die on middellijk op den oorlog volgde en door chaos, armoede en honger, in het volksleven, veroor zaakt werd. Veertig jaar geleden was in Duitschland het impressionisme modern. Max Liebermann is direct met het Fransche en Hollandsche im pressionisme verbonden door zijn studie in Parijs en zijn verblijf in de kringen der Hage naars. Max Slevogt en Loois Corinth zijn de groote mannen in die richting voor een Duit sche ontwikkeling van dat impressionisme; Slevogt brengt er een overmaat van forsch- heid toe mee, Corinth in zijn laatste werken reeds een element van germaansch gephilo- sopheer, waarvan de eerste impressionisten geen last hadden. In de eerste jaren dezer eeuw werkt een volgende generatie weer in Parijs: zoo Hans Purrmann, Levy, Grossmann etc. en een deel van die jongeren komt daar onder de bekoring van Matisse. Maar een typisch eigen wezen ontplooit zich in de Duitsche schilderkunst, in twee groepen kunstenaars, die zich van het impressionisme hebben afgewend. Het zijn de lieden van de „Brücke" (Nolde en Kirchner hoofdzakelijk) en de groep van de „Blaue Reiter" (Mare, Kandinsky en Klee als hoofdtypen). Het zijn deze groepen die werken in expressionistischen zin. die geen afbeelding geven der werkelijk heid zooals ze die via hun temperament gezien hebben, doch een synthese van die werkelijk heid, zooals ze die verstandelijk door afkor ting en samentrekking der belangrijkste vorm verschijnselen construeeren. Een der meest interessante artisten in die richting is wel Lyonel Feininger. Amerikaan van geboorte, doch geheel in Duitschland opgevoed. Het ligt voor de hand dat waar thans zoo half officieel geleeraard wordt dat die schil derkunst alleen recht van bestaan heeft, welke met de exacte weergave van een fotografie kan wedijveren, voor het expressionisme schijn noch schaduw van waardeering kan bestaan Maar daarom is die kunst nog niet ontaard. Franz Mare Herten in bosch. omdat ze voor velen onbegrijpelijk en anderen onwelgevallig is. De ontaarding vertoont zich elders; er is inderdaad door geestelijk-zieken genoeg geschilderd en geschreven, maar de bediende gooit thans het kind met het wasch- water weg. En dat is jammer In de Blaue Reiter groep zat een overwegend muzikaal element, waardoor ze maar dat is weer een persoonlijke geneigdheid van den beginne af aan mijn belangstelling heeft gehad. De reëele dingen om te zetten in ab stracties en die in beeld te brengen zoo dat men in kleurklankverhoudingen het object waarvan de veronderstelling uitging, weer terugvindt, dat is iets waarin vooral Franz Mare prachtige dingen heeft bereikt. Ons plaatje van deze week geeft een idee van zulk een klankencompositie waarvoor herten in een bosch het motief hebben geleverd. Men moet nu niet direct zeggen dat er geen boom op te zien is, maar liever opmerken hoe zelfs in dit enkel wit-en-zward reproductietje nog de elegant-bewegelijke verdeeling van licht en donker is aangebracht, hoe geestig nog in de gestyleerde vormen der herteb'eestjes het mouvement bewaard bleef, hoezeer 'dat dy namische. het leven-brengende, door de enkele constructie der hoofdlijnen al is voelbaar ge maakt. In de schilderij zelf wordt dat alles door de kleur bovendien ondersteund. Ook meene men niet dat hierin geen schilderkunst, doch slechts constructief lineaalwerk te waar- deeren valt, de muzikaliteit die in deze voor stelling schuilt, valt met passer en lineaal alleen, niet te bereiken. Mare heeft trouwens, vóór hij tot deze dingen kwam. impressionis tisch geschilderd en geteekend, en dat wel buitengewoon goed. Wij zagen wel dierstudies katten vooral van hem, die in natuurlijk heid en typeering, al waren ze weer anders, met die van Steinlen kunnen wedijveren. Hij is zonder twijfel een kunstenaar van beteeke- nis geweest en toen hij met zijn vriend August Macke reeds in 1916 bij Verdun sneuvelde leed de Duitsche kunst een groot verlies. Wie vóór 1914 wel in Duitschland heeft rondgekeken en er het kunstleven heeft gevolgd, zal zich thans afvragen, waar die dingen die hem toen interesseerden, thans „geborgen" zijn. en het misschien betreuren dat er toen ten onzent niet een klein beetje meer aandacht aan die bewegingen gegeven is, zoodat er. zelfs als documentaire vertegenwoordiging, in open bare collecties zoowat niets in ons land van te vinden is en men zijn kennis erover uit boeken en reproducties putten moet. Verwarrende veelzijdigheid óf te beperkt exclusivisme zijn vaak de kenmerken van ver zamelingen van kunstwerken. Systeem ont breekt veelal, ook daar waar een systematisch overzicht de uitgesproken bedoeling behoorde te zijn. Mocht van wat nu heet ontaard, nog het een en ander blijven bewaard! J. H. DE BOLS. vrouw lichtgewond zijn. Dit berust op een mis verstand; de vrouw is overleden. De familie Weidemann had geen dochtetrje bij zich. Voorts werd gesproken over den heer Muller- heim; dit moest zijn de heer Mühlenheim, die zwaar gewond is. Verder waren er in het vliegtuig twee heeren Winter uit Tsjecho-Slowakije, woonachtig te Amsterdam, die beiden vrijwel ongedeerd zijn. De zwaargewonde mevrouw Cleymann staat verkeerd genoemd als mevr. Vleymann. Voorts blijkt in het toestel nog een Engelsch passagier de vlucht uit Berlijn te hebben mee gemaakt, nl. de heer Fairclough, die zwaar ge wond is. De toestand der gewonden liet zich gistermid dag over het geheel gunstig aanzien. Voor de zwaar gewonden bestond er geen direct levens gevaar meer. Velen hunner zullen echter, en vooral zij, die fracturen hebben opgeloopen, ge- ruimen tijd in het ziekenhuis moeten worden verpleegd. Een passagiere vertelt. Gistermiddag heeft het Alg. Hbld. in het Wilhelminagasthuis te Amsterdam een kort onderhoud gehad met een der passagiers van het nabij Schiphol verongelukte vlieg tuig „Ijsvogel". Het was miss C. Cleyman, correspondente van de „Daily Telegraph" te München. die van Berlijn naar Londen vloog voor een bespreking, welke zij aldaar met de directie van haar blad zou hebben. Miss Cleyman is bij dit ongeluk vrij ernstig gewond. Gelukkig was haar toestand sinds Maandagavond veel verbeterd. Zij vertelde eenige bijzonderheden van het ongeval, voor zoover zij het bemerkt had. „Wij hadden het vliegveld reeds zien liggen, maar de steward vertelde ons. dat wij nog niet konden landen, omdat juist een ander vliegtuig, ik geloof uit Londen, een landings manoeuvre uitvoerde, maar ik herinner mij het niet zoo precies meer. Dit maakte op mij volstrekt geen vreemden indruk, te meer daar ik kon zien dat er een vrij sterke mist hing, die het grondzicht benam. Daar ik reeds meermalen gevlogen heb, wist ik dus wel, dat men onder deze omstandigheden niet zonder meer kon landen. Ook aan andere dingen merkte ik niet, dat er iets niet In orde zou zijn, en dus maakte ik mij gereed mijn boeken welke ik geduren de de reis had gebruikt, op te bergen. Toen kwam plotseling het eerste vreemde moment. Zonder eenige voorbereiding, begon de „Isvogel" ineens ontzettend snel door te zakken. Sneller dan ik ooil in een vliegtiug heb meegemaakt en hoewel ik de mogelijk heid, dat wij onverwacht dicht bij het terrein waren gekomen niet uitsloot, bekroop mij toch een groote angst. Maar voor ik iets kon doen, volgde de eerste slag. Vermoedelijk is dat de eerste aanraking met den grond ge weest, want even daarna schoten wij weer omhoog en onmiddellijk daarna volgde de tweede klap. Deze momenten zal ik nooit vergeten. Het leek alsof de hel was losgebroken; het lawaai van de neerstortende machine over stemde het geschreeuw in de cabine. Iedereen verkeerde in paniekstemming. Wat daarna gebeurde herinner ik mij niet goed meer. Wel bemerkte ik, dat het vlieg tuig uit elkaar werd gerukt, maar voor ik mij dit goed gerealiseerd had, was alles stil Daarna weet ik pas weer, dat ik op het wel land werd gelegd. Toen ik het wrak van het vliegtuig zag, vroeg ik mij af, hoe ik het er nog levend heb afgebracht". Een raadgeving voor allen: Zorg Aspirin In huis te hebbent HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEPI 20 tabletten in een buisje 75 cent. (Adv. Ingez. Med.) Paard en wagen door Dieseltrein aangereden. Dinsdagmiddag omstreeks half twee heeft een van den Haag komende extra-dieseltrein met leeg materieel nabij Nootdorp op den onbewaakten overweg een daar passeerenden met een paard bespannen wagen aangere den, welke met galantierie-artikelen was geladen. De galanteriehandelaar N., uit Delft, stak loopend den overweg over, terwijl hij het paard aan de teugels leidde. Plotseling werd de wagen door den trein gegrepen. N. werd tegen den grond gesmaakt en de wagen met inhoud eenige honderden meters meegesleurd en totaal verbrijzeld. De man, die per ziekenauto naar zijn woning is overgebracht, had eenige kneuzingen opge loopen. terwijl hij bovendien een zenuwschok heeft gekregen. Het paard werd licht gekwetst. N. had bij het oversteken van den overweg de grootst mogelijke voorzichtigheid betracht zoodat dit ongeluk alleen is toe te schrijven aan den mist. De trein, waarvan het voorste treinstel aan den neus werd beschadigd, had een kwartier vertraging.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5