6dfe desc kap Dr. Euwe bengelt onderaan KOKSKLEEDING :remer Branies achter Tralies. Het grootmeesters schaaktournooi. DONDERDAG 17 november 1938 HAARDE M'S DAGBtAD 3 Ve'iwgd GROOTMEESTERS SCHAAKTOURNOOI UITSLAGEN DER HANG PARTIJEN. Vierde ronde KeresReshevsky 10 Vijfde ronde AljechinKeres V*y2 ReshevskyCapablanca Vift EuweReshevsky FtthrBotwinnik AljechinFine Zevende ronde: FineKeres ReshevskyFlohr ft—1 y2 0—1 0—1 1—0 (De partij BotwinnikAljechin wordt eerst Vrijdagavond uitge speeld.) De helft van het A.V.R.O.-schaaktournooi Is thans gespeeld. Nog slechts één afgebroken partij uit de zevende ronde is nog niet ge eindigd, nl. die tusschen Botwinnik en Alje chin. welke partij, naar algemeen aangeno men wordt., door Botwinnik zal worden ge wonnen. De partij Aljechin—Keres uit de vijfde ronde werd na 44 zetten remise gegeven. Flohr deelde mede. niet verder te willen spe len. zoodat Reshevsky een gemakkelijk winstpunt behaalde. Fine verloor, zooals verwacht werd, van Keres. Woensdagavond werden 2 partijen verder ge speeld nl. Aljechin—Keres en Reshevsky Flohr. Flohr gaf de partij op zonder verder te spe len; in de partij AljechinKeres werden tot groot-e verbazing der vele aanwezigen slechts vier zetten gedaan. Het bleek, dat de in de enveloppe afgegeven zet van Aljechin niet de beste was, niette genstaande hij daarover vijftig minuten had nagedacht. Toen de wereldkampioen zich er van had overtuigd, dat Keres de juiste ver dediging gevonden had, gaf hij het op om verder op winst te spelen. Zij besloten tot re mise. Tenslotte wei-d de belangrijke partij Fine— Keres uit de zevende ronde hervat. Daar Keres drie pionnen voor de kwaliteit bezat, was een overwinning voor hem vrijwel zeker. Keres scheen echter vermoeid te zijn; zoo zag hij niet den gemakkelijken weg, die onmiddellijk tot winst geleid zou hebben. Hij verzuimde zijn looper naar f 4 te brengen, zooals hij later demonstreerde. Gelukkig voor hem was zijn positie zóó sterk, dat er geen ontkomen voor Fine mogelijk was. Fine rekte de partij tot den 57en zet en gaf toen op. Dit is Fine's eerste nederlaag in dit tour- nooi; Keres is tot nu toe de eenige deelnemer, die nog ongeslagen is. DE PARTIJ FINE—KERES. De afgebroken stand van de partij Fine- Keres uit de zevende ronde luidde: Wit: Kdl, Tbl. pionnen f3 en h2. Zwart: Kf8, Ld6, pionnen b2, c3, f5, g7, h7. De ingesloten zet van wit (Fine) was 42. Kti3c2. Er volgde: 42Ld6xh2; 43. Tbl—hl. Lh2—e5, juist was 43Lf4; 44. T hlxh7. Kf8—f7; 45. Th7—hl. g7—g5; 46. Thl—el, Kf7—f6; 47. Tel—glom te beletten, dat zwart zijn pion opspeelt; 47Kf6g6; 48. Tglel, Le5—f6; 49. Tel—gl,verhindert schijn baar g5g4. 49g5g4! Dus toch. Zwart offert tij delijk een pion om op fg4: zijn f-pion door te schuiven. Later kan hij den witten g-pion veroveren. 50. f3xg4. f5—f4; 51. g4—g5, Lf6—d4; na tuurlijk niet Lg5: wegens Kc3: waarna ook de b-pion verloren zou gaan. 52. Tgldl, Ld4 e3; offert den c-pion op om zijn kans te zoe ken in de twee vrijpionnen op verschillende vleugels. 53. Kc2xc3, Le3—cl; 54 Tdl—d6t, Kg6xg5; 55 Pd6—b6. 14—f3; 56. Kc3—d3 Kg5— 14. Na dertig minuten besloot wit tot 47. Tb6 b3 en na 57Kf4—g3 gaf wit het op. HOE FINE VAN ALJECHIN WON. De partij tusschen Aljechin en Fine uit de zesde "ronde (Haarlem) was afgebroken in een stelling, waarin de wereldkampioen iets beter stond. Het werd een heel mooi eindspel. Beide meesters manoeuvreerden prachtig met hun toren en paard. In het vervolg der partij bleek, dat de opstelling der zwarte pionnen beter was dan die van Aljechin. De vrije g-pion dreigde op te marcheeren, terwijl Alje chin eenzelfde poging deed met zijn b-pion. Intusschen was de wereldkampioen een pion achter geraakt, waardoor hij verlies (de g- pion werd nu verbonden met den f-pion) niet meer voorkomen kon. Schitterend eindspel van Fine heeft tot dit resultaat geleid. DE STAND. De stand luidt thans: Fine 5 ft. Keres 5. Capablanca 31/». Aljechin 3 en 1 afgebroken party. Botwinnik 3 en 1 afgebroken partij. Reshevsky 3. Euwe 2. Flohr 2. ACHTSTE RONDE. Hedenavond worden te Utrecht de volgende partijen voor de achtste ronde gespeeld: KeresEuwe. CapablancaFlohr. Reshevsky- Aljechin en BotwinnikFine. NEGENDE RONDE. De negende ronde wordt Zaterdag te Arn hem gespeeld. Het programma luidt als volgt: BotwinnikKeres, FineReshevsky, AljechinCapablanca en FlohrEuwe. Voor de drukke dagen slaagt U zeker en goed bij HENSEN BUIZEN 2.00 PANTALONS „2.25 In barets, sloven en hals doeken verscheidene mo dellen en maten. RftARwSrclS'^MlWRiËB (Adv. Ingez. Med.) HET NEDERLANDSCHE BOEK 1938. Het bestuur van den Nederlandschen Uit geversbond heeft voor den 15en keer een cata logus van het Nederlandsche boek samenge steld. Het illustratieve register vormt een ge riefelijke wegwijzer in het domein van 't Ne derlandsche boek, zoowel wat romans be treft als gedichten, tooneelwerkenkinder boeken, boeken op het gebied van godsdienst, geschiedenis, wetenschap, wijsbegeerte, enfin praetisch alles wat men zich maar denken kan. In een inleiding schrijft Jan Greshoff hoe of de boekschrijver over boeken van anderen denkt. Over „De geleerde en het Boek" zegt Frof. Dr. J. van der Hoeve het een en ander. De heer H. P. Gelderman bepaalt het stand punt van den industrieel t.a.v. het boek. En tenslotte verklaart „een gewoon mensch", waarom of hij leest. In de catalogus staan bo vendien de voorwaarden afgedrukt van een prijsvraag, uitgeschreven door den Neder landschen Uitgeversbond. Leerlingen van scholen voor uitgebreid la ger onderwijs en van de lste, 2de en 3de klassen van gymnasia, hoogere burger scholen en lycea, moeten om een kans te heb ben deze prijsvraag te winnen in ten hoogste 300 woorden toelichten- welk oorspronkelijk Nederlandsch boek ze het mooist vinden. HET TOONEEL VOOR 5.— PER JAAR STEMT F. MOLENAAR PIANO's om de 3 mnd. op toon. Orgels repareeren. SCHALKBURGERGRACHT 38, H.N., Tel. 13795 (Adv. Ingez. Med.) Het was gisteren de derde maal, dat onze Kon. Letterlievende Vereeniging' Cremer gast vrijheid verleende aan den Leidschen auteur H. de Wilde. Er is iets sympathieks in deze geste om aan een bevriend dilettant-collega de gele genheid te bieden zijn stukken hier te introdu- ceeren maar er schuilt toch ook vooral in dit geval een gevaar in, daar het repertoire van Cremer zoo langzamerhand bijna uitsluitend uit snikken van Bakker en de Wilde gaat bestaan. Men ontkomt hierdoor niet aan éénzijdigheid, vooral omdat de stukken van deze twee auteurs veelal van den luchtigen en kluchtigen kant zijn. En als men mij vraagt, of de stukken van den heer De Wilde deze voorkeur verdienen, kan ik dat moeilijk bevestigend beantwoorden. Ze zijn louter voor het dilettantentooneel geschreven en staan over het algemeen heel wat beneden het werk van Henk Bakker. Eén zoo'n klucht.a la bonne heure, maar drie lijkt mij toch wel wat te veel. Men bedenke, dat er altijd ook nog vele leden zijn. die nu en dan ook eens ernstiger werk wenschen te zien. Ik vernam, dat Cremer het plan heeft in dit seizoen nog Westerman en Zoon van Bakker en mevrouw Christien van Bommel-Kouw te spelen. Al is dat dan ook weer een „halve Bakker", zoo zal dit stuk, dat uitste kende kwaliteiten bezit en van een veel ernsti ger gehalte is, zeer zeker ook hen bevredigen, die van het tooneel meer vragen dan enkel op pervlakkig amusement. En nu het stuk van gisteravond. De heer De Wilde maakt het zich wel wat erg gemakkelijk als auteur. Het is waar, dat hij zijn Branies achter Tralies eerlijk annonceert als een klucht, maar zou hij van het lang niet onaardige gege ven met wat moeite en ernst niet veel meer hebben kunnen maken dan een zoo goedkoope klucht? „Het is geen satire", lazen wij in het programma. Nee, dat is het zeker niet, maar wij nemen het den auteur 'n beetje kwalijk, dat het dit niet geworden is. Want hier was nu juist de stof voor een geestige, scherpe satire aanwezig. Maar alle kansen daarvoor heeft de heer De Wilde zich laten ontgaan. Het imaginaire plaatsje Mora zal om bezuinigingsredenen zijn gevangenis moeten verliezen, wanneer er niet minstens 84 pension- naires zijn. En dat getal is in Mora niet hooger dan 59. Met alle moeite en inspanning weet men het getal gevangenen op te voeren tot 82. Hierin in deze pogingen lag reeds de stof opge hoopt voor de satire, maar de heer De Wilde heeft het blijkbaar niet gezien of wat ook mogelijk is niet aan gekund. Hij weet niet anders te bedenken dan dat de burgemeester en de commissaris van politie zich offeren voor him stad en al is het dan ook tijdelijk als no. 83 en 84 het gestreepte gevangenispak aantrek ken. En daarmee zitten wij tegelijk in de dood gewone klucht. Ook in de teekening van den omkoopbaren minister, die door zijn „vriendinnetje" op zwart zaad zit en daarom Mora steunt in haar pogin gen de gevangenis te behouden, blijft De Wilde louter aan den kluchtigen kant. Men bedenke eens wat een Fransch auteur daarvan gemaakt zou hebben. In het begin voelen wij iets van spot met de departementale slaapziekte, maar dat gedeelte is al heel erg mat en De Wilde keert zich ook al zeer spoedig van de satire af om dadelijk linea recta de haven van de klucht in te zeilen. Als klucht heeft „Branies achter Tralies" wel eenige grappige vondsten bijvoorbeeld het slot, waarin de minister zelf als no. 85 wordt ingepikt maar het geheel blijft nog al laag bij den grond en toont nu niet bepaald een rijkdom aan fantasie. Wij gelooven zeker, dat de heer De Wilde beter kan. Zijn dialoog bijvoorbeeld is soms wel grap pig, een enkelen keer zelfs geestig. Maar het lijkt mij voor Cremer wenschelijk met de ver dere opvoering van De Wilde's stukken te wach ten, tot hij dat betere geleverd heeft. De zeer volle zaal heeft zich overigens, naar ik meen, wel met deze klucht vermaakt. Er is tenminste nog al veel en soms ook hartelijk ge lachen. De wei-kende kring van Cremer heeft onder de leiding van den auteur ongetwijfeld al les gedaan om het stuk aan een succes te hel- In het gebouw van den Geneeskundigen Dienst In het gebouw van den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst werd hedenmorgen een frescoschildering van den schilder M. J. Lau, te Bergen, aan de gemeente overgedragen. pen. Er is vlot, levendig en in den juisten klucht- speltoon gespeeld. De Wilde had zelf de rol van den corrupten minister op zich genomen en hij toonde zich weer een acteur, die op de planken volkomen thuis is. Toch meen ik, dat De Wilde wat te veel op zijn routine vertrouwt. Zijn bui tengewoon vlotte wijze van spelen verzekert hem in een dilettanten-kring al gauw succes, maar er zou van dezen minister toch nog wel meer te maken zijn geweest. Zijn spel bleef al door gelijk, of hij tegenover zijn vrouw of zijn vriendinnetje stond en het slot als hij in de klem zit zou hij zeker veel komischer heb ben kunnen uitspelen. Uitstekend vond ik mej. Koorenblik als An- nabella. Deze zure ministersvrouw werd heel raak, zonder kluchtige accenten getypeerd en mej. Koorenblik bewees hiermee, dat zij voor zulk soort werk alle geschiktheid bezit. Emmy Fuchs was als het „vriendinnetje" heel verleidelijk en als 't zijn moest canailleus. Ook uiterlijk gaf zij volkomen de illusie van de vrouw, die in staat is een minister ten val te brengen. Het driemanschap van Mora werd zeer ko misch gespeeld door de heeren Crombouw, Not- telman en Tuninga, en Henk Bakker gaf een kluchtspelboef, waaraan niets ontbrak. Hij kwam zoo uit een Duitsch Witzblad gestapt En een bijzonder compliment verdient ook de heer Oostwald voor zijn cipier. Dat was wel een dei- best gespeelde rollen van den avond. Aan het slot werden de spelers in een aardige speech door den heer Dr. Spoelder gehuldigd namens de „vrijwilligers van Spuit 10" en ont ving mevrouw De Wilde bloemen van het be stuur. Vermelden wij nog, dat de tweede ver dieping weer geheel bezet was door het „garni zoen", dat zich ook in de pauzes tijdens de muziek niet onbetuigd liet en dus de vroolijk- heid in de zaal hielp verhoogen. J. B. SCHUIL. Aljechin zakt af. - Schaaktemperament. - Keres doet van zich spreken. IJSHOCKEY. H.H.IJ.C.C.P.A. (ANTWERPEN) IS—2. Woendagavond behaalde H.H.IJ.C. op de Haagsche Kunstijsbaan een groote overwin ning op U. P. A. uit Antwerpen. De uitslagen der drie speeltijden waren 4—0, 51 en 7—1, zoodat het resultaat 16—2 voor de Hagenaars werd. (Van onzen specialen medewerker). Nu er, doordat de vele hangpartijen uitge speeld zijn, weer eenige klaarheid in de situatie is gekomen, en de eerste helft van het A. V. R. O.-tournooi achter den rug is, is het oogenblik gekomen om even bij de be reikte resultaten te blijven stilstaan. Hoewel Fine nog steeds de bovenste plaats inneemt, zijn er toch belangrijke wijzigingen in den stand ingetreden: de Amerikaan heeft in Paul Keres een ernstigen concurrent ge kregen. terwijl de wereldkampioen liefst een paar plaatsen is afgezakt. Ook in den staart hebben zich groote verschuivingen voorge daan, vooral doordat Reschewsky achtereen volgens van dr. Euwe en van Flohr heeft we- ten~ te winnen. Terwille van het overzicht volgt hier de stand van het tournooi, na ze ven ronden dus: LFine 5ft pnt.: 2. Keres 5 pnt.; 3. Botwin nik 3 s pnt.; 4. Capablanca 3ft pnt.; 5. Alje chin 3* pnt.; 6. Reschewsky 3 pnt.; 7. en 8. Euwe en Flohr 2 pnt. Beteekent afgebroken partij; bij de volg orde is rekening gehouden met het feit, dat Botwinnik zijn hangparty tegen Aljechin waarsclhjnlijk zal winnen). Dat Fine nog altyd eerste is heeft hij eigen - hjk te danken aan den wereldkampioen, die net zoo lang op winst gespeeld heeft tegen hem, tot Ihj zelf glad verloren stond. Dat is een merkwaardig geval met Aljechin: zooals hy zelf indertijd by de Amsterdamsche acht- kamp waaraan, behalve dr. Euwe en hij. oja.. Kmoch en Grünfeld deelnam eens verklaard heeft, ontbreekt hem daartoe de psychologie: hy kan niet, na een party lang geloofd te hebben, dat hij zou winnen, op het kritieke moment „omschakelen" en verder op remise gaan aansturen. Op remise spelen ligt hem überhaupt niet zeer goed. tenminste wanneer dat in de gegeven stelling op een passieve manier moet gebeuren. Daar ligt zonder twijfel zijn zwakste punt; dat is waar schijnlijk wel het eenige onderdeel van de schaaktechniek, dat hij niet meer beheerscht In den grond van de zaak is zijn achteruit gang dus aan hetzelfde verschijnsel te wy- ten, als de aftakeling van Bogoljubow, n.l. aan een niet meer zoo strakke beheersching van zijn emoties. In zyn partij tegen Botwinnik stond hy weliswaar voortdurend slecht, zoodat van om schakelen geen sprake was, maar zyn stelling was na een twintigtal zetten van dien aard: dat hy door zorgvuldige, rustige verdediging toch ongetwijfeld de veilige remisehaven had kunnen bereiken. Hy kon echter zyn „activi teitsdrang" niet baas blijven en speelde een zet, waaraan verder waarschijnlijk wel nie mand in de zaal had gedacht. Natuurlijk zat daar wel degelijk een diepe gedachte achter maar een erg gezonde gedachte was dat niet. De eigenlijke reden, waarom hij tot den be- treffenden zet overging, was, dat hy niet kón nalaten iets te ondernemen. Aljechin behoort wel heel duidelijk tot de „actieven" onder de schakers en deze catego rie is gedoemd een vrijwel onafgebroken strijd te voeren met hun temperament. Eenerzijds is het een voordeel voor hen, dat zij het heb ben, anderzijds moeten zy het telkens weer in toom houden. En de geweldige energie, die daarvoor nooaig is, kan men veel gemakkelij ker in zyn jonge jaren, dan later opbrengen. Men vergelijke eens het uiterdijk van Keres, tijdens een party, met dat van den wereld kampioen! Onder de oppervlakte brandt het by den Estlander evenzeer als by Aljechin op het punt van temperament geven zy el kaar niet veel toe maar dat biykt uit geen enkel gebaar bij den een, uit ieder gebaar bij den ander. Wie goed toeziet kan ook Keres wel aanzien, dat hy in spanning verkeert. Maar laat ons ter zake terugkeeren. De groote gebeurtenis van de beide laatste ronden was niet zoozeer het fa:en van Alje chin, als wel de opkomst van Keres. Hy heeft het klaargespeeld achtereenvolgens twee „on overwinnelijke" Amerikanen in het zand te doen by ten. Twee gevechten in grooten stijl waren het. twee partyen, die „klassiek" zullen worden. Zyn stijl is buitengewoon aantrekke lijk, vooral nu de al te wilde tijd voorbij schijnt te zyn. Hij speelt tegenwoordig geen ongezonde openingen meer, daar hij waar schijnlijk. terecht, tot de conclusie is geko men. dat men ook binnen de perken van het gezonde genoeg nieuws kan vinden, en zijn fantasie genoeg te doen kan geven. Toen ik hem na afloop van de partij vroeg, hoe ver hij de combinatie, beginnend met Pd5: had doorgerekend, kreeg ik ten antwoord: „Tot cb3: zoowat; de stelling met die twee vrij pionnen moest wel op de een af andere manier to winnen zyn. leek me." Dat zijn zeven zetten dus; de combinatie was dus niet eens zoo diep, Men moet daarbij echter twee dingen niet ver geten: in de eerste plaats het feit, dat men behalve de ges-peelde variant ook alle andere essentieele vertakkingen moet berekenen, en, in de tweede plaats, het feit, dat de moeilijk heid van het combineeren niet alleen in het aantal zetten, maar vooral ook in de kwali teit van de zetten ligt. Men moet maar op het idee komen, een pion te nemen, die gedekt staat, of een aangevallen stuk te laten staan. In negen van de tien gevallen kan men een gedekten pion niet nemen, en moet men een aangevallen stuk terugtrekken of verdedigen en daardoor heeft zich bij den geroutineer- den schaker de gewoonte gevormd, een ge- dekten pion niet te nemen en een aangeval len stuk te redden. Dergelijke denkgewoonten te overwinnen: dat is de eigenlijke moeilijk heid van het combineeren, en daarvoor heeft men de zoo vaak gereleveerde fantasie noodig. Wanneer men zijn partijen naspeelt, krijgt men sterk den indruk met een even typischen geboren schaker als bijv. Aljechin is, te doen te hebben, misschien ook wel van even groot formaat Maar het is natuurlijk aan hemzelf, te toonen dat hij „de man van de toekomst" is en juist dit tournooi geeft hem de gelegenheid te laten zien, wat hij kan. Wie tenslotte eerste zal worden is ook nu nog niet te zeggen. Fine maakt natuurlijk een goede kans, temeer, daar hij gewoonlijk nogal constant speelt en zich niet licht uit zijn evenwicht laat brengen Hij is een buiten gewoon goed verliezer en een even goed win ner; het een noch het ander brengt hem uit zijn gewone doen. Hij behoort bij nader inzien ook tot de „actieven": zij npartijen in dezen wedstrijd zijn vrijwel zonder uitzondering zeer doelbe wust opgezet. Zijn stijl doet wel eenigszins aan dien van dr. Euwe denken, is alleen zakelijker, meer technisch georiënteerd. Echte „afwach- ters" zijn alleen Capablanca, Flohr en Reschewsky. Tot slot nog een enkel woord over den strijd om de onderste plaats. Helaas is hier onze kampioen één van de candidaten geworden en heel Nederland is daar bezorgd over. Wat de oorzaak van zijn slechte resultaten vier ver liespartijen is, weet niemand, maar zeker is het, dat hij onder zijn kracht gespeeld heeft Intusschen is er nog niet zóó veel "verloren, dat het niet mogelijk zou zijn voor onzen land genoot om nog een behoorlijk eindresultaat tc behalen. Wat Flohr betreft: hij is altijd de man met de regelmatige score-tabellen winnen tegen de zwakkeren, remise met de sterkeren en nu beweren booze tongen, dat hij hier bij ge brek aan zwakkeren, zijn toevlucht tot een nder „systeem" heeft genomen: remise me' .vit en verliezen met zwart! A D. DE GROOT. Hedenmorgen had de overdracht plaats eener fresco schildering in het gebouw van den Geneesk. Dienst, door den schilder Lau be langeloos vervaardigd, en der gemeente aan geboden. Nadat de schilder een uiteenzetting van het procédé waarvan hij zich hier be diende, gegeven had en den heeren Friedhoff en Maas, onderscheidenlijk hoofdingenieur en directeur van Openbare Werken, had dank gezegd voor de hem geboden gelegenheid hier een fresco schildering tot stand te brengen, nam laatstgenoemde namens het gemeente bestuur, het in een der wachtkamers aange brachte kunstwerk over en verzocht hij den Directeur van den Gem. Geneesk. Dienst, den heer Smit, arts, de zorgen er voor op zich te willen nemen, waartoe deze zich met eenige hartelijke woorden tot den kunstenaar, be reid verklaarde. De voorstelling is die van drie hoofdmomen ten uit het leven van St. Julièn l'Hospitalier die na een leven van aarzeling tusschen bezit, kennis en genot besluit zich aan den dienst van God te wijden en als veerman zijn boete te volbrengen. Dan krijgt hij eenmaal een melaatsche over de rivier te zetten en hoewel, ongedacht, die taak hem steeds zwaarder wordt en hij den zieke zijn laatste krachten, zijn brood, zijn kleeren offert, zal deze tocht zijn laatste beproeving blijken. Want in de gedaante van den melaatsche heeft zich de Verlosser aan hem geopenbaard en Julièn wordt in het Koninkrijk der Hemelen opge nomen. Deze in dit gebouw zeer passende legende werd door den schilder in een harmonieus beeld omgezet, waar rust en wijding van uit gaan. Het is als kleurwerking iets van groote aantrekkelijkheid en voornaamheid geworden, die reeds den bezoeker van het bovenportaal van waar men eenigen afstand nemen kan imponeert. Het fresco is 2.75 M. hoog en 2.25 M. breed. De schilder M. J. Lau te Bergen had zich reeds geruimen tijd met de bestudeering der fresco-schildering bezig gehouden en kon verheugd zijn toen hem gedurende den bouw van den zetel van den Gem. Geneesk. Dienst te Haarlem, de gelegenheid geboden werd het resultaat zijner studiën in praktijk te brengen. Het al fresco schiledren heeft zijn eigenaar dige bezwaren en moeilijkheden en is, 0111 deze en andere redenen, vooral in de Noordelijke landen in geringe mate gebruikelijk gewor den. In hoofdzaak komt het procédé hier op neer, dat met geprepareerde waterverf op de natte kalklaag van een muur geschilderd wordt, waarbij ook voor die kalklaag zelf, te voren zeer omzichtige maatregelen getroffen zijn. Nu is een der moeilijkheden dat bij het indrogen de kleur zich wijzigt, lichter of don kerder wordt en daardoor de samenklank der voorstelling kan verstoren. De kunstenaar moet dus, als het ware, van iederen toets dien hij zet van te voren kun nen berekenen hoe de kleur worden zal als de muur en de verf droog zijn. Al ziet hij wat hij doet, hoe het worden gaat. ziet hij alleen in den geest. Wel moet hij een gedegen vak man zijn om voor dit werk ambitie te hebben. Zeer groote artisten hebben teleurgesteld hun eigen arbeid bekeken, toen die zoo anders bleek uit te vallen, dan ze verwacht hadden. Van Böcklin wordt verteld dat zijn Bazel- sche fresco's hem wanhopig maakten toen ze goed en wel ingedroogd waren. Want bij dit moeilijk procédé is. om dezelfde reden het retoucheeren onmogelijk: wat staat, staat, en daarmee uit. Fresco's die voortdurend aan de buitenlucht zijn blootgesteld zijn bovendien onderhevig aan chemische werkingen van kalk- en verf lagen, waardoor het aspect bedreigd wordt. De schilder-chemicus prof. Ostwald vond daarin tenminste al veertig jaar geleden een motief om de fresco-schildering op buitenmuren bij een antieken postwagen te vergelijken, dien niemand meer gebruikte, nu er betere midde len van vervoer aanwezig waren. Maar Intusschen heeft ook de chemische wetenschap weer nieuws gevonden, waar de kunstenaar van onzen tijd "op zijn beurt reke ning mee houdt en zullen Ostwald's bedenkin gen op hun beurt antiek zijn geworden. In ieder geval kan uit het voorgaande blijken, dat de schilder Lau. die zich tot deze, mis schien moeilijkste der technieken aangetrok ken gevoelt, een kunstenaar is met groote lief de voor het pure vakmanschap. De gemeente Haarlem is door deze samen werking, toevalligerwijze ontstaan, tusschen kunstenaar, architect en gemeentelijk beheer, in het bezit geraakt van een zeldzaam werk stuk. Want. al wordt de droge verfopdracht bij muurschilderingen nog wel toegepast, de zuivere arbeidswijze in de natte materie is thans in ons land vrijwel een unicum. J. H. DE BOIS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 14