De Sprong in het Leven
In het Concertgebouw woonden Z. M.
Koning Leopold en H. M. de Koningin
Dinsdagavond het gala-concert bij, dat
door de gemeente Amsterdam aan
haar hooge gasten werd aangeboden.
In het midden de vorstelijke personen
In het Vredespaleis te Den Haag wordt
de derde internationale radio-conferentie
gehouden, waaraan door vijftien landen
wordt deelgenomen
Mussolini legde te Rome den eersten
steen voor een der nieuwe regeerings-
gebouwen ter gelegenheid van de
opening der Italiaansche autarkie-ten-
toonstelling
Selma Lagerlöf ontvangt gelukwenschen bij haar
80sten verjaardag. De Zweedsche schrijfster in de
bloemen
President Lebrun in gezelschap van Koning Carol van Roemenië
tijdens de jachtpartij, welke de Fransche president te Rambouillet
ter eere van zijn gast hield
Tijdens het bezoek, dat Z. M. Koning Leopold en H. M. de Koningin Dinsdagmiddag aan het Rijksmuseum
te Amsterdam brachten. De directeur, dr. F. Schmidt Degener (links) diende de vorstelijke personen van
voorlichting tijdens den rondgang
Z. M. Koning Leopold van België heeft Dinsdagmiddag het Belgisch monument te
Amersfoort officieel namens zijn volk aan Nederland overgedragen. Koning Leopold
legt bloemen aan den voet van het monument
De Koninklijke Familie poseerde Dinsdag met Z. M.
Koning Leopold ten paleize Soestdijk vóór het ver
trek naar Amersfoort welwillend voor de fotografen.
V.l.n.r.: Z. M. Koning Leopold, H. K. H. Prinses Juliana
met Prinses Beatrix op den arm, Z. K. H. Prins Bern-
hard en H. M. de Koningin
FEUILLETON
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
FELICIA CORDEA.
8)
Zijn kapitaal groeide bestendig en na vier ja
ren had hij het meer dan verdrievoudigd. Ver
schillende ondernemingen, waarbij hij zich door
zijn vader liet raden, vermeerderden zijn ver
mogen. Aan enkelen, die voor hem alleen te
groot waren, nam zijn vader deel. Doch ten
slotte liet de ouderdom zijn rechten gelden en
brak het oogenblik aan. dat de oude Verschuur
zijn tijd liever in zijn grooten tuin bij zijn tul
pen en rozen zoek bracht, dan met geldspecula
ties. Hij liet het beheer van zijn vermogen aan
zijn zoon over.
De ontwikkeling van den jongen man nader
de zijn voltooiing.
Op dezen succesvollen en vermogenden man
stortte zich nu freule Irene Dumaer. Ze deed dit
echter zoo, dat haar vertwijfelde poging, hem
aan den haak te slaan, den indruk van een min
zaam toegestane hofmakerij maakte.
De Dumpers hehoorden tot de ouds"> Holland-
sche families. Irene's vader had in Arnhem bij
de Gele Rijders gediend en nooit geleerd zuinig
met f»1'* te gaan waarbij nog kwam. dat zijn
vrouw deze kunst al evenmin verstond. Hun
dochter Irene had zoodoende een oovoeding ge
noten die haar wel in staat stelde uitstekend
net mannen «m geld om te gaan. doch
niets anders. Ze werd zeer gefêteerd en waar de
mooie Irene was, daar waren ook de jonge Gele
Rijders-officieren te vinden.
Zuinigheid was een eigenschap, die ook bij
haar door een totale afwezigheid schitterde en
toen Papa Dumaer stierf, bleef er voor zijn
vrouw en dochter niets anders anders over, dan
een goed klinkende naam, een reeks schulden
en een volkomen ontoereikend pensioen.
Een paar jaar gelukte het de beide vrouwen,
niettegenstaande deze handicaps den schijn op
te houden, doch spoedig werd dit een hopelooze
taak. De familie vertrok naar Den Haag en
Irene werd er op uitgezonden een rijken man
in haar netten te verstrikken.
Dit was echter gemakkelijker gezeffd, dan ge
daan, want de jeunesse dorée van Den Haag
ging wel heel graag met haar om, maar aange
zien de financieele omstandigheden van de Du-
maers geen geheim waren, evenmin als de re
putatie, die Irene genoot, bleven huwelijksaan
zoeken uit.
Bij een tennispartij op de Metsbanen te Sche-
veningen werd de jonge Verschuur aan haar
voorgesteld. Met een echt vrouwelijk instinct
vermoedde Irene terstond een prooi in hem.
En Verschuur werd werkelijk haar prooi.
Tijdens de huwelijksreis bleven ze eerst een
poosje in Parijs om de groote harddraverijen te
Auteuil te bezoeken Daar vernamen ze toeval
lig. dat een van de kleinere renstalbezitters in
geldnood verkeerde en zijn stal te koop aanbood.
Op aandringen van Irene kocht Verschuur dezen
renstal. Ze brachten toen een jaar door in die
plaatsen in Europa en Engeland waar harddra
verijen gehouden werden. Tot Irene's groote
vreugde won een van Verschuur's paarden zelfs
hier en daar een race.
Na een jaar besloot Verschuur echter naar
huis terug te keeren en Irene deed haar intocht
in de weliswaar niet bijzonder groote, maar
toch uiter=t aantrekkelijke villa, van haar man,
die niet ver van die van zijn vader gelegen was.
Een poosje ging alles tamelijk goed. Verschuur
verheugde er zich over, weer in eigen land en
huis teruggekeerd te zijn.
Irene daarentegen begon spoedig het leven
tusschen paarden-eigenaars. aristocratie en geld.
in dure hotels en mondaine badplaatsen door
gebracht te misser» Er kwam bovendien nog iets
anders bij. Haa- man hield ervan waar
schijnlijk was het een erfdeel van zijn oerdege
lijke afkomst een paar avonden in de
week rustig met zijn vrouw thuis te blijven.
Irene had hier echter een andere meening
over. Ze had er niets tegen, dat haar man net
zoolang en zooveel thuis bleef, als hij zelf ver
koos en ze zou hem daartoe ook niets in den
weg leggen, als zij zich in den tusschentijd maar
amuseeren kon. Toen hadden de eerste ernstige
botsingen tusschen hen plaats.
Ze bracht het tot stand haar leven geheel vol
gens haar eigen inzichten in te deelen, zonder
zich aan haar man te storen. Ze had een uit-
gebreiden vriendenkring, gaf veel geld uit en
deed met alles mee.
L'n het duurde niet lang, of het oogenblik brak
aan, dat ze opnieuw speciale vrienden koos. De
eerste was een jeugdvriend, een officier van de
Gele Rijders, die zijn vacantie in Den Haag door
bracht. Anderen volgden.
Spoedig werd haar gedrag een publiek ge
heim. dat, zooals gewoonlijk slechts door den
echtgenoot niet gedeeld werd. Voorloopig wist
Verschuur alleen, dat hij een groote niet in de
huwelijks-loterij getrokken had. En hij wijdde
zich meer en meer aan zijn groote speculaties
"li ondernemingen.
Zoo hadden zij jaren naast elkaar voort kun
nen leven, indien Irene niet behalve voor paar
den ook een zwak voor Angorakatten had ge
had. Men zou misschien ook kunnen zeggen, in-
lien niet een van Verschuurs studievrienden een
zwak voor Skye-terriers had gehad. Deze stu
dievriend nu, moest op reis en aangezien Ver
schuur een van de weinige personen was, waar
zijn zeer eenkennige hond van hield, wilde hij
zijn hond bij niemand anders achterlaten dan
bij Verschuur, die den hond mee naar huis nam.
Nauwelijks was het dier echter de deur binnen
gekomen, of hij zag een van Irenes' prachtige
katten. In het volgende oogenblik ontstond er
een wilde jacht. Een hevig verschrikte, be
kroonde Angorakat vluchtte voor een luidkeels
blaffende, niet minder bekroonde grijsharige
Skye-terrier, die zichzelf blijkbaar gezworen
had het dier in den kortstmogelijken tijd. zoo
mogelijk levend te vierendeelen. Met een luid
geblaas was de kat gevlucht en toen Verschuur
den hond te pakken had, bevond de poes zich
met recht overeind staande Angoraharen boven
op een kast. De vaas echter, die er eenige oogen-
blikken tevoren op gestaan had, lag in stukken
op den grond en tusschen de scherven lag een
bundeltje brieven.
Verschuur had het bundeltje in zijn zak ge
stoken, den hond bij zijn halsband gepakt cn
naar den chauffeur gebracht. Daarna was hij
naar zijn kamer gegaan waarvan hij de deur had
afgesloten. Toen bleek hij het handschrift op den
bovensten brief.en wist, van wien ze afkom
stig waren. Zoo'n handschrift kwam iemand
maar een keer in zijn heele leven onder oogen.
En hij was het tegen gekomen. Hij had kort ge
leden van den schrijver 'n zakenbrief ontvangen.
De man was een rijk, uiterst elegante Roemeen,
die groote, internationale handelsbetrekkin
gen had. Totulescu heette en in Den Haag woon
de. Deze brieven waren echter geen zakenbrie
ven. Wie zou er bijvoorbeeld ooit een zakenbrief
beginnen met „Adorée" of „Ange de mon Ame"?
Verschuur sloot de brieven in zijn muursafe
weg en belde de kamenier van zijn vrouw.
.,Pak mevrouws kleeren en verder alles wat
haar toebehoort. Mevrouw moet onverwacht op
reis".
Het meisje verbergde met moeite haar verba
zing en deed wat haar gezegd was.
Toen Irene laat in den middag thuis kwam.
was het grootste gedeelte van haar bezittingen
reeds gepakt. Haar man liet haar verzoeken bij
hem te komen.
Met een kloppend hart ging ze naar hem toe.
Haar gepakte koffers, het verhaal van de kat en
de vaas deden haar beseffen, wat haar te wach
ten stond. Haar man had de brieven! Er uit
moest ze! Opnieuw in de geld zorgen. Wederom
van de hand in den tand leven!
Totulescu haar trouwen?! Dat soort mannen
trouwt niet! Bovendien had ze daar ook zelf
niet veel zin in.
Wat een strop, die geschiedenis met den hond.
Wat een ellendig beest!
Misschien gelukte het haar nog haar man te
overtroeven De poging was in ieder geval de
moeite waard. Maar de poging mislukte. Volko
men!
Verschuur van zijn kant had het besluit ge
vat, zijn zelfbeheersching niet te verliezen. Voor
al geen scènes! Kalmte!
Zoo hadden ze tegenover elkaar gestaan. Zij,
met het vaste voornemen nog zooveel mogelijk
voor zichzelf te redden. Hij. met het besluit zoo
gauw mogelijk van haar af te zijn. Hij was een
te degelijk man om deze vrouw langer in het
bezit van zijn naam en in zijn huis te dulden.
Irene moest het huis uit.
Verschuur ging naar Mr. Furné toe, die reeds
raadsman van zijn vader geweest was en die ook
reeds menig zaakje voor hem zelf had opge
knapt, ofschoon weliswaar tot nu toe geen echt
scheidingen. Hij had hem medegedeeld, dat hij
zoo mogelijk een minnelijke schikking wenschte.
Hij wilde zijn vrouw een uitlceering geven, maar
niet de belachelijk hooge, die zij eïschte.
Zoo stonden de zaken, toen hij Elvi bij Furné
tei'ug zag. Had deze jongedame wat meer in zijn
richting gekeken, dan had ze kunnen opmerken,
dat haar binnenkomen een groote en niet on
aangename verrassing voor hem geweest was.
Hier had hij stellig niet verwacht het slanke,
blonde meisje terug te zien, wier beeld na die
eene amusante ontmoeting nooit geheel uitge-
wischt was.
En daar stond ze plotseling voor hem. Even
koel en afwijzend als toen hij haar voor het
eerst ontmoette, maar daarbij zoo alleraardigst
verward en verlegen.
„Wat een verschil tusschen haar en Irene! De
eene zoo ingetogen en afwijzend, de andere zoo
geraffineerd", dacht hij, toen Elvi de deur ach
ter zich gesloten had en hij weer eenigszins van
haar antwoord bekomen was. „Twee uitersten.
Zoo, ze werkt dus bij Furné! Straks voorzich
tig het gesprek op haar brengen! In ieder geval
weet ik nu, waar ik haar vinden kan". Maar
Verschuur sprong geërgerd overeind toen hij
plotseling besefte, dat dit jonge meisje alle bij
zonderheden moest afweten van de aangelegen
heid, die hem bij Furné gebracht had. Deze ge
dachte maakte hem razend. Ze vermeerderde d®
wrok jegens zijn vrouw.
(Wordt vervolgd).