Interpellatie Albarda gehouden.
Sint Nicolaas 1938
Minister Colijn zegt, dat gedaan
wordt wat kan.
Onclerwijsbegroofing
goedgekeurd.
NEDERLANDSCHE
riANOEL-MAATSCHAPPIJ, n.v.
ALLE BANK- EN
EFFECTENZAKEN
Kerst-inzameling
vaat de sliiêe atmett
Een beroep
ZATERDAG 3 DECEMBER 1938
H A A R E E M'S D 'A~ G B E 'A D
3
TWEEDE KAMER
DEN HAAG Vrijdag.
Ten tweeden male staakten de stemmen
(thans 4545) over het amendement-Moller
om de post onvoorziene uitgaven met f 1 te
verminderen, dit in verband met de aanne
ming gisteren (met 1 stem meerderheid) van
't amendement van dienzelfden afgevaardigde,
waardoor met 't oog op de R K. Handeis-
hoogeschool de door de Regeering voorgestelde
begrootingspost met fl werd verhoogd. Inge
volge art. 109 van de Grondwet gold het amen
dement, waarover heden opnieuw de stemmen
staakten, als verworpen. Zoodoende is de
„principieele" gulden voor subsidieering van
de R.K. Handelshoogeschool wel zeer zwevend
geworden. De conclusie is dan ook gerecht
vaardigd, dat er thans zelfs geen moreele
plicht meer bestaat voor het Kabinet om
straks voor te stellen wat de R.K. en A.R.
fracties ten aanzien van Tilburg zoo gaarne
hadden zien gebeuren.
Bij de afdeeling „Kunst en Wetenschappen"
werd gepleit, ja zelfs in een motie-v. Sleen
(s.d.) is dat pleidooi neergelegd, voor subsi
dieering van het Rotterdansche Philharmo-
nisch Orkest. Met den heer v. L i e n d e n (s.d.)
kwamen o.a. mevr. mr. BakkerNort (v.d.)
en Mr. W e n d 1 a a r (lib.) op voor verhooging
van de bestaande subsidieering van overige
orkesten. In dit verband maakten mevr.
BakkerNort en Mr. Wendelaar met name ook
gewag van de Haarlemsche Orkest Vereeniging.
De Minister gaf het geenszins verrassende
antwoord, dat er helaas geen geld voor
beschikbaar is. De heer v. Sleen betoogde nog
eens, dat het onbillijk was één, het Rotter-
damsche, orkest heelemaal van subsidie uit te
sluiten. Maar gezien de slechte kansen voor
z'n motie, gaf hij er de voorkeur aan haar in
te trekken.
Voor de eindstemming over de begrooting
van Minister Slotemaker de Bruïne verklaarde
de heer Woudenberg (nat. soc.) dat zijn
fractie tegen zou stemmen wegens de weiger
achtige houding van den bewindsman inzake
wijziging van de leerlingenschaal.
Dr. Mo lier (R.K.) legde 'n verklaring af,
waaruit bleek, dat de door den vorigen spre
ker kenbaar gemaakte verwachting, dat de
R.K. fractie net zoo zou handelen, niet in ver
vulling zou gaan. Reeds uit de lijdelijke hou
ding, door den Minister in zijn Memorie van
Antwoord aan den dag gelegd, had de fractie
der R.K. Staatspartij geconcludeerd, dat het
nutteloos was met dezen bewindsman het
overleg voort te zetten. Niettemin zou ze in
de huidige omstandigheden om zeer belang
rijke redenen (dit doelde natuurlijk op de
Kabinetscrisis welke verwerping dezer be
grooting zou hebben veroorzaakt) haar stem
aan dit hoofdstuk niet onthouden. Ir. Al b a r-
da (s.d.) verklaarde, dat zijn fractie, evenals
't vorige jaar, stemmende tegen deze begroo
ting, wegens de kwestie van de leerlingen-
schaal, haar afkeuring wilde uitspreken over
dit onderdeel van het Kabinets-beleid. Met
6130 (sociaal-democraten, communisten, nat.
socialisten, christen-democraten, Staatk. Ge
reformeerden) ging de begrooting van Onder
wijs, K. en W. er door.
De geheele verdere middag was aan het
vluchtelingen-vraagstuk gewijd. Dat de inter-
pellatie-Albarda nuttig is geweest, was ook de
eindconclusie van den aan den tand gevoelden
Minister-President terecht had de interpel-
lant zich tot hem gericht, want in deze aan
gelegenheid hebben we met beleid en opvat
tingen van de Regeering in haar geheel te
doen die begrijpelijkerwijze met zekere vol
doening kon vaststellen, dat verschillende
sprekers openlijk hun instemming met 't ge
voerde beleid hadden kenbaar gemaakt en dat,
voor zoover er kritiek was uitgeoefend, die niet
goo heel „zwaar" was.
Dr. Bierema (lib.) had gelijk, toen hij
tot de slotsom kwam, dat er omtrent het be
sproken probleem en de te dien opzichte ge
voerde politiek, tusschen de Regeering en de
diverse groepen in de Kamer geen -principieel
verschil bleek te bestaan. Want ook degenen,
die gaarne wat meer vluchtelingen toegelaten
zouden zien, dan de Regeering, haar verant
woordelijkheid voelende, geneigd is toe te laten,
waren het met Dr. Colijn eens, dat beperking
bepaald noodzakelijk is. Het ging dus in
hoofdzaak om meer of minder en dan kwam
bovenal het verlangen tot uiting sneller groo-
tere aantallen kinderen op te nemen.
De Premier vestigde de aandacht op een drie
tal overwegingen, die in belangrijke mate de
opvatting beinvloeden, dat slechts beperkte toe
lating dient plaats te hebben. Ten eerste heeft
men er zich rekenschap van te gevenzoo gaf
hij te kennen dat er sedert 1933 ongeveer
25.000 emigranten uit Duitschland naar ons land
zijn gekomen, waarvan er zich thans nog (ruw
geschat) 16 a 17.000 hier bevinden, te weten 8
a 9 duizend Joden, vermoedelijk ruim 2500 half-
Joden en voorts 4500 a 5000 lieden, welke in ze
kere terminologie vol-Ariërs heeten. Met die
ruime toelating staan wij aan de spits van alle
andere landen. Ja, verhoudingsgewijze blijken
we dan b.v. ook veel en veel gastvrijer dan En
geland geweest te zijn.
Tweede overweging, die noopt de grenzen nu
niet onbeperkt open te stellen: de vooruitzichten
om de thans toegelaten of nog toe te laten
vluchtelingen weer naar elders te kunnen door
geven, zijn voorshands verre van mooi, zoodat
althans op dit oogenblik wel te bedenken
valt, dat er meer sprake is van te verleenen
blijvende, dan tijdelijke gastvrijheid. Minister
Colijn liet in dit verband, conform de betreffen
de vraag van den interpellant, het lijstje der van
België, Zwitserland en Engeland verkregen ant
woorden de revue passeeren. Frankrijk had
heelemaal nog niet geantwoord op een voorstel
nadere faciliteiten te verleenen voor toelating
van vluchtelingen uit Duitschland. Voorts ver
namen we, dat we met Amerika over dit onder
werp nog in contact zijn, Denemarken zou vrij
wel volkomen afwijzend geantwoord hebben (Ir.
Albarda's inlichtingen luidden hier anders),
kortom het aspect is niet bepaald mooi.
En de derde overweging is, dat het bij onbe
perkte openstelling onzer grenzen geenszins al
leen bij de 600 duizend Duitsche Joden zou
blijven.
En wat nu aangaat, hetgeen Nederland zelf
gedaan heeft, zoo kwam Dr. Colijn tot de glo
bale berekening, dat er sedert de gruwelen in
Duitschland aanvingen, ongeveer 4000 menschen
hier zijn opgenomen, en 130 kinderen, terwijl
weldra 't aantal van deze laatste categorie eenige
honderden zal bedragen en hij ook berekende, dat
er thans gemdideld 1000 personen per week bin
nenkomen. Dat vond hij niet gering, want zou
den we op dien voet doorgaan, dan zouden we er
binnenkort 10.000 hier hebben. In tweede in
stantie gaf de Premier dan ook nog eens te ken
nen, dat op die manier het tijdstip, waarop Ne
derland de deur heelemaal zou moeten sluiten,
niet meer veraf kan zijn. Tenzij we, zoo voegde
hij er aan toe, weten, dat de volwassenen weldra
ook weer naar elders kunnen gaan, gelijk met
de kinderen het geval is, zoodat ten aanzien van
dezen dan ook veel minder beperkend wordt op
getreden.
Als men weet, dat op het oongenblik voor
vluchtelingen van middelbaren leeftijd slechts
700 plaatsen, te weten 400 in de quarantaine-
inrichting te Rotterdam en 300 in een kampe
ment te Hoek van Holland, beschikbaar zijn
naar andere onderdakgelegenheden is nog een
onderzoek gaande dan blijkt uit deze door den
Minister zelf verstrekte gegevens, dat dus op 't
oogenblik de overgroote meerderheid van de
vluchtelingen bij particulieren te gast zijn!
Winkeliers prefeeren
courantenreclame.
Dat het meerendeel der Neder-
landsche winkeliers het liefst ziet
dat er courantenreclame wordt ge
maakt voor de merkartikelen die
zij verkoopen, maakte eenigen tijd
geleden een enquête hier te lande
uit.
Thans wordt dit feit nog eens
bevestigd door de uitkomsten van
een Amerikaansch onderzoek
75 c/c van een aantal leiders van
groote zaken, die werden gevraagd
naar de meest effectieve reclame
voor merkartikelen, gaven de
voorkeur aan courantenreclame.
Verder is het uit Amerika be
kend, dat de winkeliers daar 95
van hun reclamebudgetten in cou
ranten beleggen. En ook in Neder
land gebruiken de winkeliers voor
verreweg het grootste deel cou
rantenreclame.
De interpellant had ook geïnformeerd naar de
egels t. a. v. de toelating. Regels zijn nu een
maal noodig, orde en organisatie is onmisbaar
zoodra men er van uitgaat, dat slechts beperkte
toelating mogelijk is. Aldus de Premier, die ver
klaarde dat de grens in het algemeen gesloten is,
maar dat binnen mogen komen:
1. Zij die een vergunning hebben van den Mi
nister van Justitie.
2. Vluchtelingen, die een werkelijk bewijs
hebben dat ze naar elders kunnen en voor wie
dus ons land alleen als transito-land dienst doet.
3. Uiterste nood-gevallen, waaromtrent dan
de grensbewaking en de vreemdelingendienst
telefonisch overleg pleegt met het Departement
van Justitie.
Mr. Jo ekes (v. d.) wees er op, dat groep 2
niets bijzonders is, dat het juist ten aanzien van
groep 1 op nadere definitie aankomt en hij somde
toen eenige categorieën op, die z.i. zulk 'n ver
gunning moesten verkrijgen; daaronder b.v. de
menschen, welke een zgn. „affidavit" hebben,
wat zekerheid biedt, dat ze na een bepaalden
tijd naar Amerika kunnen gaan. Met 't oog op
de derde groep, die van de noodgevallen be
pleitte hij meer tot beslissing bevoegde hulp aan
de grens (b.v. een of twee Regeeringscommis-
sarissen), voorts sterkere tijdelijke bezetting
van het overbelaste, tot diep in den nacht wer
kende Departement van Justitie, en barakken
aan de grens voor hen, wier papieren niet ter
stond in orde zijn, gedachten waarvoor ook Ir.
Albarda en Dr. Bierema (lib.) pleitten.
Dan komen er 1000 in plaats van 100 per
dag en bovendien kunnen ze vervolgens, als
de papieren tenslotte niet in orde zijn, niet
meer terug naar Duitschland, zoo wierp de
Premier tegen, van wiens beantwoording der
verschillende vragen verder nog gerelevered
zij, dat heelemaal niet in „uiterste noodge
vallen" en ook in andere gevallen van
ministerieele vergunning tot het binnen
komen aan den eisch van 't bezit van de
noodige papieren wordt vastgehouden; die zijn
wel noodig voor transmigratie.
In 't debat was ook nog gewezen op het
rapport van de commissie-Orion c.s. De Mi
nister noemde de wijze waarop dat aan de
Regeering was toegezonden, zonder ook maar
eenigen naam of eenigen datum te bevatten,
een schandaal. „Wie klaohten heeft kome tot
mij of mijn ambtgenoot van Justitie om ons
behoorlijk en tijdig de grieven ter kennis te
brengen", zoo riep hij uit, terwijl hij niet na
liet tegen fantastische verhalen te waar
schuwen. Zo bleek ook, dat verblijfsontzeg-
ging in de bewakingsgebieden (en wat vreem
delingen betreft, uitwijzing) alleen is toe
gepast tegen personen die zich bezig hielden
met het tegen grof geld per auto of ou
andere wijze illegaal over de grens brengen
van vluchtelingen. Veroordeelingen wegen-
onderdak verleening aan vluchtelingen zender
de vereischte opgave aan de autoriteiten t?
doen, hebben er niet plaats gevonden.
Dr. Deckers (R.K.), die den communis)
de Visser welke voor vel ruimere toelating
had gepleit de pijnlijke vraag stelde, hoe
Rusland tegen de Joodsche vluchtelingen op
treedt en die een treffende vergelijking
makte met de Christen-vervolgingen in den
tijd der Romeinsche Keizers, wees er op, dat.
als men barmhartigheid betracht, toch ook
de plicht blijft bestaan, opgave aan de over
heid te doen. Rekening houdende met het
feit, dat niet 't hart alleen mag spreken,
was deze afgevaardigde evenmin als de heer
S m e e n k (a.r.) en Dr. Bierema (lib.) niet
ontevreden met de meegedeelde cijfers.
Hij drong er bij de Regeering op aan vooral
te bevorderen, dat wie inlichtingen vraagt
deze vlot verkrijgt en voorts dat ze van tijd
tot tijd gegevens ter griffie van de Kamer zal
deponeeren.
Ook de nat.-socialisten lieten zich hooren.
De heer W udenberg door te beweren dat
zij hetgeen in Duitschland geschiedt, afkeuren
en al eerder hebben afgekeurd, de heer
ri'Ansembourg ter aanbeveling van het
NB.B.-plan voor een Joodsch Tehuis, neer
komende op ter beschikkingstelling van
Fransch, Engelsch en Nederlandsch Guyana
(Suriname), waarvoor wij dan iets van Portu-
geesch-Afrika en Portugal weer iets van
België's koloniaal gebied moeten terugkrijgen
In een hoogstaand betoog, dat bravo's op ver
schillende banken deed klinken, zeide Prof
v. Gelderen (s.d.) dat men hier te doen
had met een bedriegelijken schijn waarvan
het oogmerk maar al te duidelijk was; het
droeg z.i. het kenmerk van den oorsprong
van de onmenschelijkheid, waaruit de rassen
leer voortkomt. Wat de N.S.B. opwierp zou
neerkomen op het in ballingschap sturen van
Joden naar 'n duizendvoudig Duivelseiland
waar eens 'n Dreyfus zat. Vestiging van Euro
peanen en zulks in massa in zuiver tropische
gebieden, beteekent een met stelligheid prijs
geven van de aldus uitgebannenen aan epi
demieën, aan uitsterven.
Verschillende andere sprekers, (Dr.
D e c k e r s, Dr. Bierema. Mr. J o e k e s
en de A.R. S m e e n k) spraken nog hun ver
ontwaardiging over de anti-semietische ophit
serij van de N.S.B. uit.
De minister-president onderschreef de
scherpe kritiek van prof. v. Gelderen op het
zgn. plan van de N.S.B. ten volle en wees er
op, dat hij zelf minister Weiter eens had laten
nagaan wat er eventueel in Suriname te
doen ware voor de vluchtelingen. Resultaat
van het onderzoek: alleen 100 a 120 perso
nen zouden er zich als kleine ondernemers op
landbouwgebied kunnen vestigen, met elk dan
13 a 20.000 gulden kapitaal. „Dat is de betee-
kenis van het Guyana-plan", aldus de Pre
mier, die aan het slot der debatten welke
ïr. Albarda nog niet heelemaal gevredigd
hadden omdat z.i. de Regeering toch nog meer
moet doen het den plicht van Nederland
noemde barmhartigheid te betrachten. Doch
zoo voegde hij er aan toe 't barmhartig-
heidsgevoel alleen laten werken, met uit
sluiting van het verstand zou zeer misplaatst
zijn.
E. v. R.
En nog steeds speelt Mars ieder jaar weer voor Sint
AGENTSCHAP HAARLEM
Gr Houtstr./Gi Markt
Tel. 13990 (3 lijnen)
lAao tnyez. Alea.j
op onze
lezers
Ook dit jaar zal aoor ons Comité wederom
een inzameling worden gehouden voor de
Stille Armen.
Wij stellen ons, zooals bekend is. ten doel,
gedurende de komende Kerstdagen vreugde te
brengen in de talrijke gezinnen van z.g. Stille
Armen, die bijzonder zwaar zijn getroffen,
omdat zij betere dagen hebben gekend en nu
feitelijk niet meer in hun onderhoud kunnen
voorzien. Er komen onder deze categorie vele
uiterst tragische gevallen voor. Personen, die
voor de buitenwereld nog een schijn van wel
stand weten te behouden, lijden in werkelijk
heid dikwijls de bitterste armoede.
Het is onze bedoeling, een inzameling te
houden, die zooveel mogelijk allen, die in
staat zijn, iets te doen. omvat. Zoowel groote
als kleine bedragen zijn welkom. Willen wij
ons doel kunnen bereiken, aan zal er door
allen een offer moeten worden gebracht. Uit
ervaring weten wij, dat de vorige jaren met
het ingezamelde geld zeer veel leed verzacht
is. Als de gevers dit ook eens hadden kunnen
zien, zouden zij ook nu weer met groote blij-
moeidgheid hun bijdrage geven, dankbaar
dat zij in staat zijn om iets voor hun zwaar
getroffen medemenschen te doen.
In verband hiermede doen wij een zeer
dringend beroep op uw weldadigheid. Wij ver
trouwen, dat ook dit jaar de gaven wederom
ruimschoots zullen toevloeien. Wij hebben in
deze een reputatie te handhaven.
Bijdragen kunnen worden bezorgd aan het
kantoor van dit blad, ook kunnen zij worden
gestort op postrekening No. 38810 van dit
blad. onder het motto ..Voor de stille armen".
De verdeeling der ingekomen gelden zal door
ons Comité geschieden met medewerking en
onder controle van den Armenraad.
HET COMITé VOOR DE STILLE
ARMEN
Mevr. A. A. baronesse Röell, geb. baronesse
De Vos van Steenwijk, beschermvrouwe, mevr.
G. W. baronesse de Vos van Steenwrijkvan
Foyen. eere-presidente, mr. dr. W. P. Vis,
voorzitter, S. Bakker, mevr. A. Del Baere
Jiskoot. mr. R. C. Bakhuizen van den Brink.
H. J. M. Bekkers, ds. M. G. Blauw, A. G. Boes,
ds. A. M. Boeylnga. C. ten Boom. F. A. v. d.
Breggen. ds. C. M. Briët, mr. A. Bruch. mevr.
Chr. J. Cohen TervaertKoch, mr. F. A. Da
vidson, J. C. Dirks. mevr. Is. DroogDeckers,
ir. F. C. Dufour. ds. G. J. Duyvendak. D. van
Egmond, mr. A. J. Enschedé, F. J. A. M. Haak
man van den Bergh, dr. A. H. Haentjens. mr.
J. N. J. E. Heerkens Thijssen, notaris N. J.
Hoe flake, dr. C. B. Hylkema, W. Kelder, dr.
L. C. Kersbergen, P. J. van Kessel Gzn., mevr.
M. E. Land—de Vries, B. W. Lasschuit, W. J.
B. van Liemt. mevr. T. van Löben SeisLu-
cardie, mevr. M. C. Lucassen van Idsinga, Ph.
A. Mees, mevr. N. I. MouthaanZimmerman,
G. M. Nieuwenhuis, pastoor C. F. Nieuwen-
huyzen, J. H. van Oosten, ds. C. J. van Paas-
sen. R. Peereboom, mevr. N. H. M. Pliester
de Vries, jhr. J. van Reigersberg Versluys, M.
A. Reinalda, mevr. C. Roeters van Lennep, A.
Ph. Romeyn. dr. J. Roorda, mevr, E. A. J.
ScheltemaConradi, F. H Smit. Deken H. C.
J. Sondaal, L. Speet, dr. C. Spoelder, S. Staal,
mevr. C. H. SteenhuisPolman. H. J. Steensel
van der Aa, H. B. Swarte, J. C. Tadema, jhr.
F. Teding van Berkhout Jr.. P. J. M. van
Tetering. J. J. Thöne. H. D. Tjeenk Willink Jr.,
E. v. d. Wall, dr. J. Weener, mr. Th. A. Wesstra,
mevr. de wed. dr. C. W. J. WestermanKoch,
mr. Th. Westerwoudt, notaris G. Wolzak, mr.
P. E. Barbas, secretaris.
fee fit ten Plaat
Het Is een prettig
Geschenk te ge
ven en dankbaar
het te ontvangen.
RADIO- EN GRAMOFOON SPECIALIST
GR. HOUTSTR. 108 - TEL. 13046 - HAARLEM
(Adv. Ingez. Med.)
Geen collecte te Barneveld.
Nooden van eigen inwoners gaan voor.
De burgemeester van Barneveld, de heer
J. Westrik. heeft officieel medegedeeld, dat hij
geen toestemming heeft verleend voor het
houden van de collecte voor de Joodsche
vluchtelingen. Dit besluit berust op de over
weging, dat dezer dagen in de gemeente een
inzameling wordt gehouden voor behoeftige
Barnevelders, welke door andere collecten niet
geschaad mag worden.