VERSCHIL VAN ONDERWIJS SCHUDT UW LEVER WAKKER DAMPO Volkshuisvesting in het geding. IN AMERIKA EN NEDERLAND UW KINDJE C>VERKOUDEN Er is nog veel te doen DONDERDAG 8 DECEMBER 1938 H A" A'ECE M'S DAGBEAD 3 Conclusies waartoe ver gelijkingen bij L. O. en M. O. aanleiding geven. In de twee vorige artikelen maakten wij vergelijkingen tusschen het L.O. en het M.O. in Nederland en Amerika: Het groote voordeel van het Amerikaan- sche onderwijs systeem is, dat de overmatige druk door examens uitgeoefend daar ver meden wordt. Men zou zich kunnen afvragen op welke wijze de beoordeeling der Ameri- kaansche leerlingen dan wel plaats heeft. Een uniforme regeling bestaat hiervoor niet. Het is mij echter wel opgevallen, dat de beoordeeling niet uitsluitend betrekking heeft op de intel- lectueele prestaties. Gezien het feit, dat het peil van het onderwijs overal aan de intellec- tueele vermogens der individueele leerlingen aangepast wordt, is dat ook logisch. Een van de meest bekende Amerikaansche systemen van beoordeeling trof ik aan op de Highschool in Stockton (Cal.). Ik moet er echter bij vertellen, dat dit systeem op andere plaatsen nogal afgekeurd werd. Het geeft echter een goed inzicht over de heerschende opvattingen. Bij de bedoelde highschool wer den aan alle leerlingen een zeker aantal pun ten of merits toegekend. Bij den aanvang van het schooljaar bedroeg dit 100. De leerling kon nu op verschillende manieren extra merits verwerven. Dat was altijd, door zich op een of andere wijze verdienstelijk ten opzichte van het gemeenschapsleven op de school te maken. De voorzitter der schoolvereeniging kreeg tien punten extra. De leiders des disputen vijf punten. Er was een schema vastgesteld, waar op verder aangegeven was hoeveel extra pun ten de leerlingen kregen, die werkzaam waren in de schoolbibliotheek, die in de klassen de borden schoonmaakten, die de gangen aan- stoften, die meespeelden in het footballteam. Extrapunten verdienden ook de leerlingen die werkzaam waren in het cafetaria van de school, als kok, keJlner, barhouder of borden- wasscher. Het geheele systeem had de bedoeling het versterken van de democratische gedachte. De leerlingen moesten leeren samenwerken en inzien, dat elk soort arbeid noodig en nuttig is en daardoor zijn speciale waarde krijgt, namelijk als noodzakelijk onderdeel van het geheel. Niemand mag zich laten voorstaan op zijn speciale capaciteiten en positie. Speciaal sterk tot uiting komt dat in het cafetaria der school. De meeste leerlingen hebben geen tijd tusschen de morgen- en middaguren naar huis te gaan en gebruiken hun maaltijd in het cofétaria. Er is daardoor tusschen de middag uren een drukte van belang in deze inrichting en bij de toonbanken waar men de verschil lende etenswaren kan verkrijgen, moet men vrij langdurig in de rij staan. De leeraren moeten even goed in de rij staan als de leer lingen en worden precies op hun beurt be handeld. Een leeraar, die voorrang zou ver langen op grond van zijn positie, zou zich een ernstige berisping van den directeur der school op den hals halen, want zijn optreden zou in strijd zijn met de democratische opvattingen zijn, welke door de school gepropageerd worden. Bij dit alles zal de lezer zien, dat intellec- tueele prestaties niet extra beloond worden. Van den leerling wordt vernacht, dat hij dat gene presteeren zal, wat in overeenstemming- is met zijn aanleg. Schiet hij in dit opzicht te kort, dan kan de leeraar hem straffen, door hem een aantal merits te ontnemen. De leeraar is echter verplicht daarvan mededee- ling te doen aan den betrokken leerling en wel met redenen omkleed. De leerling mag echter nooit den indruk krijgen, dat hij wat dit punt betreft overge leverd zou kunnen zijn aan de willekeur der leeraar. Hij moet leeren, dat in een goed ge ordende samenleving recht te verkrijgen is, mits hij zijn aanspraken op behoorlijke wijze naai' voren brengt. Derhalve kan hij zich, wanneer hij meent niet billijk behandeld te zijn tot een commissie van beroep wenden. In deze commissie hebben twee leeraren, twee leerlingen en de directeur der school zitting. Deze commissie laat leeraar en leerling voor komen en doet na verhoor en wederverhoor uitspraak. De leeraar, die lichtvaardig straf- punten uitdeelt wordt onherroepelijk in het ongelijk gesteld. Er wordt niet de minste rekening gehoud en met eventueel prestige verlies. Het belangrijke punt is, dat wanneer het gaat om een kwestie van zuiver recht ieder gelijk bercchtigd is en ook een leeraar geen voordeelen boven den leerling geniet. De lezer zal na al deze uiteenzettingen wel begrepen hebben, dat een directe vergelijking van het Amerikaansche en Nederlandsche on derwijssysteem feitelijk onmogelijk is. De basis waai-van men uitgaat is geheel verschillend. Bij ons komt het uitsluitend aan op beoordee ling der intellectueele prestaties. In Amerika zijn deze secundair. Hoofdzaak is daar op voeding en karaktervorming. Zuiver intellectueel beschouwt staat ons on derwijs hooger als gemiddelde dan het Ameri kaansche. In Amerika wordt den leerlingen de gelegenheid geboden om zich intellectueel te ontwikkelen. De redeneering is, dat de leer lingen met studiebegaafdheid vanzelf zullen profi Beren van de geboden gelegenheid, ter wijl «iet niet erg is, dat de niet-begaafden minder opsteken, want voor studie zijn ze toch niet geschikt. Als een nadeel van het Amerikaansche onderwijs zal een Nederlander altijd de zeer vroegtijdig en sterk doorgevoerde specialisatie aanvoelen. De Amerikaan beheerscht slechts één vak goed, ook zij die de universiteit af- geloopen hebben. Meestal heeft hij zich op een bepaald onderdeel van zijn vak gespecialiseerd en kent hij de verdere onderdeelen zeer opper vlakkig. De Amerikaan vindt dit heelemaal geen bezwaar. Hij heeft op de lagere en mid delbare school geleerd, dat hij moet samen werken met anderen. Heeft hij dus gegeven noodig, die vallen buiten zijn eigen speciaal gebied, dan wendt hij zich tot een specialist op dat andere gebied en die kan hem alle ge- wenschte inlichtingen geven en vermoedelijk ook nog wel beter dan hij ze ooit zelf zou hebben kunnen vergaren. Men zou er dagen over kunnen praten hoe veel er nu terecht komt in de praktijk van al de mooie beginselen, die door het onderwijs in Amerika gepropageerd worden, maar dat is vruchteloos. Amerika is in wezen nog steeds een staat in wording. Naast vele misstanden zijn schitterende instellingen en eigenschap pen aanwezig en het is niet mogelijk in kort bestek een oordeel over de waarde te geven. T Wel is zeker, dat de belangstelling voor onderwijs in Amerika zeer groot is. Dat geldt zoowel voor de rnenschen, die direct bij het onderwijs betrokken zijn als ook voor buiten staanders. Op alle scholen, die ik persoonlijk bezocht, werd èn door leeraren èn door leerlingen opgewekt gewerkt. De verhouding tusschen leerkrachten en leerlingen is zeer vriendschappelijk. Op een der middelbare scholen, die ik bezocht viel het mij op, dat de leerlingen een van de leeraren waarmede ik over de terreinen der school liep, steeds bij het begroeten aanspraken met den voornaam. Ik was zeer nieuwsgierig te zien hoe de leeraar hierop reageerde. Eerlijk gezegd had ik ver wacht, dat hij dat niet goed zou keuren, maar aan zijn gezicht was te zien, dat hij zwol van trots. Het deed hem echt genoegen, dat nu ook een vreemdeling eens zag hoe uit stekend hij wel kon opschieten met zijn leer lingen. Veel leerlingen, die geen geld hebben voor studiemateriaal werken in hun vrijen tijd als huisbediende bij een van hun leeraren en dat gaat ook allemaal uitstekend. Het is geenszins de bedoeling van deze paar artikels geweest om het idee te propageeren, dat wij goed zouden doen het Amerikaansche systeem bij ons over te nemen. Het onderwijs in het algemeen is een product van plaatse lijke omstandigheden en behoeften. Het is dan ook heelemaal niet een bij voorbaat vast staand feit, dat een systeem dat op de eene plaats goed voldoet, ock elders goede resulta ten zal hebben. De omstandigheden in Ame rika zijn zeker anders dan bij ons en een na volgen zonder meer zou beslist verkeerd zijn. Maar wel hebben deze artikelen een andere bedoeling en wel deze: het is mogelijk om een goed werkend onderwijs-stelsel te hebben, zonder dat daaraan verbonden is de geweldige overlading die bij ons gebruikelijk is. Het is mogelijk goed onderwijs te geven zonder de leerlingen te berooven van hun jeugd. Vroeg of laat zullen bij ons de inwendige spanningen zoo groot worden, dat het anders moet en dan kunnen wij veel leeren van hetgeen in Amerika gebeurt. Wij zullen niet kunnen doorgaan met het probeeren steeds grooter wordende groepen leerlingen allen op te voeren tot eenzelfde peil. Ook wij zullen moeten komen tot een verlichting van het programma, een vermindering van het aantal vakken een meer aapassen van de middel bare scholen aan de geaardheid der leerlin gen. Het is te hopen, dat deze aanpassing, die bij ons op zeer bescheiden schaal begint, in een sneller tempo doorgevoerd zal worden. En voor de leerlingen zelf en voor hun ge zinnen zal dat een geweldige opluchting geven. Dr. E. A. KREIKEN. ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN en zult 's morgens „kiplekker" uit bed springen. lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal ln uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet het bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt verstopt.' Uw lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U el lendig en ziet alles somber in. De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. O moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen om de gal te doen stroomen. Eischt Carter's Lever» pilletjes bij apothekers en drogisten, f. 0.75. (Adv. ingez. Med Tocht naar Caïro vlot verloopen. Stemming aan boord van „De Reiger" uitstekend. Reeds voor half twaalf (plaatselijke tijd) heeft de Reiger te Athene een tusschenlanding gemaakt, nadat de passagiers ruimschoots in de gelegenheid waren gesteld van de lucht uit de „Acropolis" te zien. Na de lunch vloog het toestel naar Cairo door, waar het om 14.37 uur (Ned. tijd) is geland. Gezagvoerder Scholte meldde, dat alles wel is aan boord en dat de stemming, mede dank zij het prachtige weer, uitstekend is. „Rotterdam zal nimmer kunnen berusten.'' De kwestie van het centrale vliegveld. In de Dinsdagmiddag gehouden vergade ring van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Rotterdam heeft de voorzitter, mr. K. P. van de Mandele. een verklaring af gelegd ten aanzien van de vliegveldkwestie. In de Septembervergadering van de Kamer heeft hij uitvoerig de argumenten uiteengezet waarom de nieuwste plannen van den minister van Waterstaat om het centrale vliegveld naar Schiphol te verleggen, voor Rotterdam niet aanvaardbaar waren. Sedertdien heeft hij met den voorzitter van het vliegveldcomité het gemeentebestuur vergezeld op een audiën tie bij den minister, waarin de hoogst ernstige bezwaren tegen deze oplossing van het vlieg- veldvraagstuk uitvoeriger werden uiteengezet. Het schijnt dat deze bezwaren niet den min sten indruk op den minister hebben gemaakt. Zij worden in de memorie van antwoord op de Waterstaatsbegrooting althans zonder meer terzijde gesteld. Men mag hopen en verwach ten dat de volksvertegenwoordiging den minis ter op dezen weg niet zal volgen. Nog altijd zijn er met goeden wil en bereid heid tot samenwerking oplossingen te vinden, die aan allen recht doen wedervaren. Maar onaanvaardbaar is, dat het geheele havenge bied van de Maasdelta met één millioen rnen schen feitelijk van het internationale lucht verkeer wordt afgesneden. Rotterdam zal het geldt een levensbelang nimmer hierin kunnen berusten. De uit Spanje gekomen Neder landsche vrijwilligers. De heer van Rappard heeft aan den minis ter-president de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat blijkens een bericht, voor komende in de „Nieuwe Rotteidamsche Cou rant" van 6 December j.!. ochtendblad, aan de uit Spanje terugkomende Nederlandsche vrijwilligers na hun visitatie te Roosendaal, in de eerste klasse-restauratie aldaar van re- geeringswege een warme maaltijd is verstrekt, nadat zulks eveneens was geschied te Cerbère, terwijl de regeering hun proviand tot Parijs had doen medegeven? 2. Zoo ja. welke redenen brachten de regee ring daartoe? 3. Was de regeering bij bedoelde maaltijden officieel vertegenwoordigd? Wrijf dan keel, rug en borstje in met Dampo. Wonderlijk zooals dat helpt' Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct. (Adv. Ingez. Med.j Valsche-muntershende staat terecht. Zware straffen tegen de daders gecischt. Voor de Rotterdamsche rechtbank hebben terecht gestaan de 25-jarige matroos A. W. de J., de 43-jarige kraanmachinist H. M.. en de 44-jarige Kr. KL, havenarbeider, allen wonen de te Rotterdam en gedetineerd. Deze zaak werd behandeld met gesloten deuren. De mannen stonden terecht terzake van het feit, dat zij gezamenlijk valsche rijks daalders, guldens en kwartjes hebben gefabri ceerd en uitgegeven. De politie heeft, toen zij de lucht kreeg van wat gebeurde, in September een inval gedaan in een pand aan de Transvaalstraat, bewoond door De J. en M. en daar trof men een com plete installatie aan ter vervaardiging van valsche munten. Onder een schoorsteenlooper vond men nog een valschen rijksdaalder, ter wijl op M., op wien men tegelijkertijd de hand kon leggen, vier valsche kwartjes werden ge vonden. Overigens bleek al het geld niet te achterhalen, maar er kon toch wel op eenige geldstukken beslag worden gelegd. Ter terechtzitting bleek, dat Kl. de hoofd- aanlegger van de winstgevende „zaak" was: vhn een Belg, zoo verklaarde hij, had hij het „recept" gekregen en zoowaar, bij huiszoeking trof de politie een enveloppe aan, op den ach terkant waarvan met potlood geschreven stond: „ciankali en matrijzen, ingrediënten voor valsche munterij". Inderdaad bekent Kl. dat hij deze enveloppe aan De J. en M. over handigd had, maar in het geheel niet met de bedoeling, dat zij er vaisch geld mee zouden vervaardigen. Zelf had hij nooit vaisch geld in handen gehad. Het O. M. eischté tegen De J. een gevange nisstraf van 4 jaar, tegen M. een gevangenis straf van 3 jaar en tegen den hoofdaanlegger Kl. een gevangenisstraf van 6 jaar. Uitspraak over veertien dagen. De afsclirijvingspolitick bij de Staatsmijnen. Naar stabiliteit wordt gestreefd. Omtrent de gevolgde afschrijvingspolitiek bij de staatsmijnen, merkt de minister van Waterstaat in een nota naar aanleiding van het verslag over de aanvullingsbegrooting van de staatsmijnen voor 1937 o.a. het volgende op: Met reden mag wc«rden verlangd, dat van het in de staatsmijnen gestoken kapitaal een redelijk rendement verkregen wordt en dat. indien de positie van het bedrijf gaandeweg verbetert, een hoogere uitkeering mag wor den te gemoet gezien. Dat dit ook in werke lijkheid het geval is, moge uit de volgende cijfers blijken. Over 1933 en 1934 werd, het vaste rente dragende obligatiekapitaal niet medegerekend. geen dividend uitgekeerd, over 1935 3 procent, over 1936 5 procent, en over 1937 8 procent. Van ae betere resultaten komt dus mede een niet te verwaarloozen aandeel aan de algemeene landsmiddelen ten goede. Voor 1937 is de uitgekeerde winst het dubbele van de raming, hetgeen een extra voordeel van f 1.720.000 voor 's rijks kas op leverde. Een voorzichtige en evenwichtige bedrijfs- politiek wordt gevolgd, zoowel bij de verster king van het bedrijf door afschrijving en reserveering als bij het bevorderen van een bevredigende dividenduitkeering, hetgeen ook mede ten goede komt aan een stabiliseering van de arbeidsvoorwaarden en van de sociale voorzieningen. Het wordt dan ook zoowel in het uiteindelijk belang der rijksmiddelen als in dat der arbeidsvoorwaarden en sociale voorzieningen noodzakelijk geacht, dat op den ingeslagen weg van ruime afschrijvingen en reserveeringen wordt voortgegaan tot de obligatieleening, welke recto f 17.COO.OOO be draagt, geheel is afgelost en de boekwaarde der activa op een volstrekt veilige basis is ge steld MAN IN HET RUIM GEVALLEN. Aan boord van het mailschip „Chr. Huy- gens". liggende voor de loodsen van de Mij. Nederland is Woensdag een ernstig ongeval gebeurd. Men was bezig arbeid in het ruim te verrich ten. Een man stond op een touwladder, welke in het ruim was neergelaten. Op een gegeven oogenblik brak het ijzeren handvat, waarmee de ladder was bevestigd en de man stortte in het ruim. De ongelukkige liep een hersenschudding op en brak beide armen. Hij is in ernstigen toe stand naar het Binnen Gasthuis vervoerd. Een arbeider, die in het ruim stond, kreeg het. vallende ijzeren voorwerp op het hool'd en liep eenige lichte verwondingen op, welke ter plaatse konden worden verbonden. Amsterdam's Raad keurt begrooting van 1939 goed. AMSTERDAM. 7 'December. De gemeente, raad van Amsterdam heeft Woensdagavond de begrooting voor het dienstjaar 1939 met op éép na algemeene stemmen aangenomen. Het eenige lid. dat tegenstemde, was de heer C. Kitsz (R.S.A.P.i. De begrooting vermeldt als eindcijfer een bedrag van 134.297.255. De raad heeft voor de behandeling in totaal 18 zittingen noodig gehad. TWEEDE KAMER Trekt landsdrukkerij teveel werk tot zich? DEN HAAG Woensdag. De Kamer heeft nog heel wat werk voor den boeg. eer het Kerstreces aanbreekt. Zooveel, dat de voorzitter het noodig achtte te doen besluiten met ingang van de volgende week reeds 's ochtends om 11 uur (Dinsdag alleen om 12 uur) te beginnen; zoodoende hoopt hij anderzijds nachtzittingen te kunnen vermij den. Vanmiddag kwam men door Binnenland- sche Zaken heen, waarbij dit keer de Minister gelukkig minder lang van stof was, dan ge meenlijk met hem het geval is. De afdeeling ..Armenzorg" gaf den heer Drees <sd.) aanleiding gewag~te maken van allerlei moeilijkheden die er voor de gemeen- telijke kassen in verband met steunverleening aan kleine zelfstandigen ont staan, die z.i. eigenlijk niet onder armenzorg hooren te vallen, maar op soort gelijke wijze als de kleine boeren en tuinders gehol pen zouden moeten wor den. Daarom drong hij aan op nader overleg hier omtrent met den Minister van Sociale Zaken, denk beeld dat ook de heer v. de Brule (RJK.) aanhing. Ds. v. d. Z a a 1 (ar.) behandelde het probleem van ondersteuning aan behoeftige Nederlan ders in 't buitenland, de heer Posthuma (chr. dem.) had het over afschuiving van armlas tigen door verschillende gemeentebest-uren, de heer K i e v i t s (s.d.) pleitte - wat vele anderen met hem deden voor de werklooze schip pers, waax-voor z.i. een goede steunregeling noodig is. Nu, de Minister kan meedeelen dat in het wetsontwerp over het domicilie van schip pers (onderwerp door Mr. Wendelaar (lib.) aangeroerd), dat op komst is, ook bepalingen betreffende den steun voorkomen. Wat de kleine zelfstandigen betreft, wees minister v. Boeyen er op, dat door de instellingen van maatschappelijk hulpbetoon het contact met de behoeftigen niet wordt losgelaten. Het wenschte overleg met zijn collega Romme stelde de bewindsman in uitzicht, terwijl hij er voorts o.m. nog op wees, dat het in dezen gevoerde beleid beoogt de gezinnen weer te brengen tot de mogelijkheid van eigen levens onderhoud. Hierna verhuisden we naar de afdeeling „Volkshuisvesting" en krotopruiming. De eerste van de vele sprekers over deze aangelegenheden, de heer Steinmetz (R.K.) uitte in 't algemeen wel tevredenheid over wat er gebeurt. Het tempo in den woning bouw vond hij echter te langzaam, speciaal wat krotopruiming betreft. En verder zette hij den klaagzang in, later door 'n koor van af gevaardigden ten gehoore gebracht, over het platteland, waar de woningtoestanden nog veel te wenschen overlaten. Zoo b.v. de heeren Drees (s.d.), Sweens (R.K.) en v. Lien- den (s.d.). Laatstgenoemde had het verder in het bijzonder over slechte woningtoestanden in Emmen en in de Haarlemmermeer, waar nog vele krotten voorkomen. Mr. Rooi vink (R.K.) roerde de kwestie in zake het ten plattelande vooral voorkomend verplichtend stellen van aansluiting bij een waterleiding aan. Hij achtte het niet juist de afnemers in twee groepen te splitsen, die van bewoners van boerenwoningen en van gewone woningen, terwijl hij voorts wees op de moei lijkheden betreffende de al of niet verplichte aansluiting voor het vee, wat met name in verschillende Overijselsche gemeenten een tcere kwestie is. Deze afgevaardigde betoogde, dat de Nederlandsche boer bekend is voor zijn goede zorgen voor het vee, doch hij meent, dat een in dezen op te leggen dwang juridisch niet door den beugel kan. Spr. hoopte overi gens, dat de Minister maatregelen zal willen treffen om de niet op de wet steunende ver plichtingen tot aansluiting te doen verdwij nen. Tegenover dezen afgevaardigde betoogde de heer Kr ij ger (c.h.) dat het met de bewuste voorschriften in Overijse! heelemaal niet zoo erg zou wezen: verder hield de heer Krijger een pleidooi voor het stelsel van gedwongen aansluiting en tegen verleening van onthef fingen. aangezien de dwang noodig is om alom ten plattelande goede en goedköope drink watervoorziening ten behoeve van de minder gegoeden ter beschikking te kunnen hebben. Minister v. B o e i j en begon met de op merking, dat hij alleen te maken had met de door den heer Roelvink aangevoerde kwestie, voor zoover ze betreft toepassing van de Wo ningwet. Met de prijzenpolitiek van de betref fende waterleiding N.V. kan de minister zich niet inlaten via bemoeiing met de gemeen telijke woningbouwverordeningen. De heer Krijger kreeg intusschen te hooren dat de gemeenten moeten kiezen tusschen verplichte aansluiting met ontheffingsmoge lijkheid en verplichte aansluiting zonder die ontheffingsmogelijkheid. Maar als men dan eenmaal te doen heeft met den eersten vorm, dan dient er ook royaal toepassing van de ontheffingsmogelijkheid plaats te vinden; be schikt de eigenaar van een woning over goed drinkwater, dan is de vrijstelling van aan siuiting op haar plaats. En nu de volkshuisvesting. Eenige voorzich tigheid in 't propageeren van een nationaal plan hierover denkbeeld door mevr. Mr. Mack ayKatz (C.H.) aangehangen acht minister van Boeijen wel geboden: anders komen uïtbreidings- en streekplannen al ie licht in het gedrang. Het tempo van den woningbouw is sneller dan men wel meent en ook dan aanvankelijk beraamd was. In 1938 zal aan bouwvoorschot- ten 4 millioen gulden verleend zijn, terwijl dit in 1937 niet boven de 2' millioen kwam dus een vooruitgang van 1 Yz millioen. De minister antwoordde aan het adres van heeren Ter Laan en Baas (A.R.) dat hij de premieregeling voor de verbetering van on gewilde woningen niet wenscht te laten tor- pedeeren. door alleen tot nieuwbouw over te gaan. Wat de woningbehoefte van het platteland betreft, spr. wil, gelijk uit z'n betreffende circulaire inzake woningen voor groote gezinnen bleek, gaarne helpen, doch de ge meentebesturen zullen moeten medewerken: hij gaat er niet mee den boer op. Zijn de locale autoriteiten en de particulieren nalatig, dan kan men de centrale Regeering niet verant woordelijk stellen; haar taak is volbracht als ;ij stimuleerende hulp verleent. De Regeering laat bij beoordeeling van het vraagstuk van den woningbouw zeer sterk het behoefte-element gelden, maar helaas werken de gemeentebesturen in dezen niet altijd mee. doordat zij veelal zelf laten bou wen met garantie-systeem. Z. h. st. ging de begrooting van Binnen- landsche Zaken er door evenals die van de Landsdrukkerij, waarover echter nog wel even gesproken werd. Mr. Wendelaar (lib.) had den indruk dat er voortdurend nog uit breiding op de Landsdrukkerij plaats had voor werk, dat daar niet van nature thuis zou hooren. In normale tijden zou dit nog niet zoo erg wezen, doch thans, nu er in het par ticuliere drukkersbedrijf nog vrij g*>ote werkloosheid heerscht. is uiterste beperking in dit opzicht toch zeker op haar plaats De minister wees er eerst op. dat de Lands drukkerij slechts 25 pet. van het Rijksdruk werk heeft. Overigens kan de heer Wendelaar er van op aan. dat de ernstige wil aanwezig is om volop met de belangen van het particu liere bedrijf rekening te houden. Meer kan de minister er niet van zeggen. E. v. R. Valsclie kaartjes gebruikt. Personeel van Amsterdamsche recderij staat terecht. G-eruimen tijd geleden kwam de hoofd stedelijke recherche een uitgebreid complot op het spoor. Een drukker vervaardigde op groo te schaal valsche toegangsbewijzen voor het stadion en bioscopen en valsche knipkaarten voor de veerdiensten van de firma Bergmann. Een inval in de drukkerij had de arrestatie van den drukker tengevolge. Als een sneeuw bal bleek het kwaad zich te hebben uitgebreid; de eene arrestatie volgde op de andere, be halve eenige tusschenpersonen werd ook een aantal leden van het personeel van den veer dienst Bergmann ingerekend. Zij waren trouwe afnemers van de valsche knip- en weekkaartjes geworden. Als conducteurs op de „heen- en weerbootjes", de veerbooten naar de overzijde van het IJ, brachten zij de nage maakte biljetten aan den man, per week ver kochten zijn buiten hun werkgevers om hon derden kaartjes; van de opbrengst droegen zij na hun dagtaak geen cent af aan den chef van de reederij, die met de controle belast was. De drukker en twee tusschenpersonen heb ben op 16 November terecht gestaan, de eerste werd tot een jaar veroordeeld, de tusschen personen kregen ieder negen maanden ge vangenisstraf. Woensdag zette de Amsterdamsche recht bank de -behandeling van deze omvangrijke zaak voort. Vijf jongemannen, die vroeger dienst deden als conducteurs op de veerbootjes van de reederij Bergmann, namen in de ver- dachtenbank plaats, om zich te verantwoor den wegens gebruik maken van valsche ge schriften. De kaartjes waren goed nagemaakt, maar toch, aldus een rechercheur, waren er ver schilpunten. De kleur was anders, de letters waren minder scherp omlijnd, het karton had een andere qualiteit en er waren drukfouten. De chef van de reederij verklaarde, dat in 1936 en 1937 de jaren waarin de knoeierijen zijn gepleegd het vervoer toenam doch de baten afnamen. Bij scherpe controle op de bootjes bleek, dat er meer kaartjes in omloop waren, dan door het kantoor waren uitge geven. Men dacht er geen oogenblik aan, dat er valsche biljetten waren gedrukt, doch men meende, dat de kaartjes twee maal werden gebruikt. Dit was al eerder voorgekomen. De vijf verdachten legden een volledige be kentenis af. De officier van Justitie vorderde tegen ieder der verdachten één jaar gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar onder toezicht van een reclasseeringsinstelling. Mr. M. Stokvis bepleitte een geheel voor waardelijke straf. Na de pauze stond een 28-jarige schipper terecht, die een niet onbelangrijke rol heeft gespeeld in deze faisificatiezaak, die zooveel jonge rnenschen voor de eerste maal met den strafrechter in aanraking heeft gebracht. De man, #ie als schipper bij de reederij Bergmann in dienst was. knoeide lustig mee, hoewel hij ter zitting hardnekkig ontkende iets met de fraudes te maken te hebben. Dit in weerwil van het feit, dat de drukker, die als getuige werd gehoord, onder eede ver klaarde, dat hij valsche kaartjes aan dezen verdachte had afgeleverd. Bovendien ver klaarde een der berechte conducteurs, dat hij de kaartjes in ontvangst had genomen bij den schipper. Wanneer hij ze aan het publiek had verkocht deelde hij de opbrengst met den verdachte. Tegen hem werd een jaar gevangenisstraf geëischt. Tegen een anderen conducteur werd een jaar gevangenisstraf, waarvan zes maan den voorwaardelijk geëischt. Tenslotte werd tegen den man. die de valsche kaartjes had geleverd, een jaar ge vangenisstraf geëischt. DIRECTEUR STAATSMIJNEN NAAR INDIë BATAVIA. 7 December (Aneta/A.N.P Naar Aneta verneemt heeft de regeering gunstig beschikt op de aanbieding van de Nederlandsche Staatsmijnen om den directeur daarvan, dr. ir. F. K. Th. van Iterson naar Indië te zenden, ter bestudeering van de mo gelijkheden om in Ned.-Indië een chemische industrie te vestigen. Na deze beschikking kan worden verwacht dat dr. van Iterson spoedig zijn reis naar In dië zal aanvangen. EEN VERKEERSOVERTREDING MET NASLEEP. Woensdagmiddag omstreeks vier uur hield een surveilleerend agent van politie op het Leidscheplein te Amsterdam een auto. afkom stig uit Zuid-Holland aan, omdat de be stuurder een verkeersovertreding beging. De agent verlangde, zooals gebruikelijk, inzage van de papieren en stelde nog eenige vragen aan den bestuurder, waarbij hij argwaan kreeg omtrent de herkomst van deze auto. Hij verzocht den bestuurder, een 37-jarigcn Rot terdammer en diens passagier, een" 32-jarig Rotterdammer, even mede naar het bureau te gaan en daar kwam de politieman al spoedig tot de ontdekking, dat zijn vermoeden niet op losse gronden berustte, want de auto in kwes tie stond gesignaleerd als vermist uit Rotter dam. Beide mannen werden daarop aan den tand gevoeld, met het gevolg dat zij in voor- loopige bewaring zijn gehouden in afwach ting van hun overbrenging naar Rotterdam»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5