VERSCHIL VAN ONDERWIJS
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
DAMPO
Volkshuisvesting in het geding.
IN AMERIKA
EN NEDERLAND
UW KINDJE
C>VERKOUDEN
Er is nog veel te doen
DONDERDAG 8 DECEMBER 1938
H A" A'ECE M'S DAGBEAD
3
Conclusies waartoe ver
gelijkingen bij L. O. en
M. O. aanleiding geven.
In de twee vorige artikelen maakten wij
vergelijkingen tusschen het L.O. en het M.O.
in Nederland en Amerika:
Het groote voordeel van het Amerikaan-
sche onderwijs systeem is, dat de overmatige
druk door examens uitgeoefend daar ver
meden wordt. Men zou zich kunnen afvragen
op welke wijze de beoordeeling der Ameri-
kaansche leerlingen dan wel plaats heeft. Een
uniforme regeling bestaat hiervoor niet. Het is
mij echter wel opgevallen, dat de beoordeeling
niet uitsluitend betrekking heeft op de intel-
lectueele prestaties. Gezien het feit, dat het
peil van het onderwijs overal aan de intellec-
tueele vermogens der individueele leerlingen
aangepast wordt, is dat ook logisch.
Een van de meest bekende Amerikaansche
systemen van beoordeeling trof ik aan op
de Highschool in Stockton (Cal.). Ik moet er
echter bij vertellen, dat dit systeem op andere
plaatsen nogal afgekeurd werd. Het geeft
echter een goed inzicht over de heerschende
opvattingen. Bij de bedoelde highschool wer
den aan alle leerlingen een zeker aantal pun
ten of merits toegekend. Bij den aanvang van
het schooljaar bedroeg dit 100. De leerling kon
nu op verschillende manieren extra merits
verwerven. Dat was altijd, door zich op een
of andere wijze verdienstelijk ten opzichte van
het gemeenschapsleven op de school te maken.
De voorzitter der schoolvereeniging kreeg tien
punten extra. De leiders des disputen vijf
punten. Er was een schema vastgesteld, waar
op verder aangegeven was hoeveel extra pun
ten de leerlingen kregen, die werkzaam waren
in de schoolbibliotheek, die in de klassen de
borden schoonmaakten, die de gangen aan-
stoften, die meespeelden in het footballteam.
Extrapunten verdienden ook de leerlingen
die werkzaam waren in het cafetaria van de
school, als kok, keJlner, barhouder of borden-
wasscher.
Het geheele systeem had de bedoeling het
versterken van de democratische gedachte. De
leerlingen moesten leeren samenwerken en
inzien, dat elk soort arbeid noodig en nuttig
is en daardoor zijn speciale waarde krijgt,
namelijk als noodzakelijk onderdeel van het
geheel.
Niemand mag zich laten voorstaan op zijn
speciale capaciteiten en positie. Speciaal sterk
tot uiting komt dat in het cafetaria der
school. De meeste leerlingen hebben geen tijd
tusschen de morgen- en middaguren naar
huis te gaan en gebruiken hun maaltijd in het
cofétaria. Er is daardoor tusschen de middag
uren een drukte van belang in deze inrichting
en bij de toonbanken waar men de verschil
lende etenswaren kan verkrijgen, moet men
vrij langdurig in de rij staan. De leeraren
moeten even goed in de rij staan als de leer
lingen en worden precies op hun beurt be
handeld. Een leeraar, die voorrang zou ver
langen op grond van zijn positie, zou zich een
ernstige berisping van den directeur der school
op den hals halen, want zijn optreden zou in
strijd zijn met de democratische opvattingen
zijn, welke door de school gepropageerd
worden.
Bij dit alles zal de lezer zien, dat intellec-
tueele prestaties niet extra beloond worden.
Van den leerling wordt vernacht, dat hij dat
gene presteeren zal, wat in overeenstemming-
is met zijn aanleg. Schiet hij in dit opzicht te
kort, dan kan de leeraar hem straffen, door
hem een aantal merits te ontnemen. De
leeraar is echter verplicht daarvan mededee-
ling te doen aan den betrokken leerling en
wel met redenen omkleed.
De leerling mag echter nooit den indruk
krijgen, dat hij wat dit punt betreft overge
leverd zou kunnen zijn aan de willekeur der
leeraar. Hij moet leeren, dat in een goed ge
ordende samenleving recht te verkrijgen is,
mits hij zijn aanspraken op behoorlijke wijze
naai' voren brengt. Derhalve kan hij zich,
wanneer hij meent niet billijk behandeld te
zijn tot een commissie van beroep wenden. In
deze commissie hebben twee leeraren, twee
leerlingen en de directeur der school zitting.
Deze commissie laat leeraar en leerling voor
komen en doet na verhoor en wederverhoor
uitspraak. De leeraar, die lichtvaardig straf-
punten uitdeelt wordt onherroepelijk in het
ongelijk gesteld. Er wordt niet de minste
rekening gehoud en met eventueel prestige
verlies. Het belangrijke punt is, dat wanneer
het gaat om een kwestie van zuiver recht ieder
gelijk bercchtigd is en ook een leeraar geen
voordeelen boven den leerling geniet.
De lezer zal na al deze uiteenzettingen wel
begrepen hebben, dat een directe vergelijking
van het Amerikaansche en Nederlandsche on
derwijssysteem feitelijk onmogelijk is. De basis
waai-van men uitgaat is geheel verschillend.
Bij ons komt het uitsluitend aan op beoordee
ling der intellectueele prestaties. In Amerika
zijn deze secundair. Hoofdzaak is daar op
voeding en karaktervorming.
Zuiver intellectueel beschouwt staat ons on
derwijs hooger als gemiddelde dan het Ameri
kaansche. In Amerika wordt den leerlingen
de gelegenheid geboden om zich intellectueel
te ontwikkelen. De redeneering is, dat de leer
lingen met studiebegaafdheid vanzelf zullen
profi Beren van de geboden gelegenheid, ter
wijl «iet niet erg is, dat de niet-begaafden
minder opsteken, want voor studie zijn ze toch
niet geschikt.
Als een nadeel van het Amerikaansche
onderwijs zal een Nederlander altijd de zeer
vroegtijdig en sterk doorgevoerde specialisatie
aanvoelen. De Amerikaan beheerscht slechts
één vak goed, ook zij die de universiteit af-
geloopen hebben. Meestal heeft hij zich op een
bepaald onderdeel van zijn vak gespecialiseerd
en kent hij de verdere onderdeelen zeer opper
vlakkig. De Amerikaan vindt dit heelemaal
geen bezwaar. Hij heeft op de lagere en mid
delbare school geleerd, dat hij moet samen
werken met anderen. Heeft hij dus gegeven
noodig, die vallen buiten zijn eigen speciaal
gebied, dan wendt hij zich tot een specialist op
dat andere gebied en die kan hem alle ge-
wenschte inlichtingen geven en vermoedelijk
ook nog wel beter dan hij ze ooit zelf zou
hebben kunnen vergaren.
Men zou er dagen over kunnen praten hoe
veel er nu terecht komt in de praktijk van al
de mooie beginselen, die door het onderwijs in
Amerika gepropageerd worden, maar dat is
vruchteloos. Amerika is in wezen nog steeds
een staat in wording. Naast vele misstanden
zijn schitterende instellingen en eigenschap
pen aanwezig en het is niet mogelijk in kort
bestek een oordeel over de waarde te geven.
T Wel is zeker, dat de belangstelling voor
onderwijs in Amerika zeer groot is. Dat geldt
zoowel voor de rnenschen, die direct bij het
onderwijs betrokken zijn als ook voor buiten
staanders. Op alle scholen, die ik persoonlijk
bezocht, werd èn door leeraren èn door
leerlingen opgewekt gewerkt. De verhouding
tusschen leerkrachten en leerlingen is zeer
vriendschappelijk. Op een der middelbare
scholen, die ik bezocht viel het mij op, dat de
leerlingen een van de leeraren waarmede ik
over de terreinen der school liep, steeds bij
het begroeten aanspraken met den voornaam.
Ik was zeer nieuwsgierig te zien hoe de leeraar
hierop reageerde. Eerlijk gezegd had ik ver
wacht, dat hij dat niet goed zou keuren,
maar aan zijn gezicht was te zien, dat hij zwol
van trots. Het deed hem echt genoegen, dat
nu ook een vreemdeling eens zag hoe uit
stekend hij wel kon opschieten met zijn leer
lingen.
Veel leerlingen, die geen geld hebben voor
studiemateriaal werken in hun vrijen tijd als
huisbediende bij een van hun leeraren en
dat gaat ook allemaal uitstekend.
Het is geenszins de bedoeling van deze paar
artikels geweest om het idee te propageeren,
dat wij goed zouden doen het Amerikaansche
systeem bij ons over te nemen. Het onderwijs
in het algemeen is een product van plaatse
lijke omstandigheden en behoeften. Het is
dan ook heelemaal niet een bij voorbaat vast
staand feit, dat een systeem dat op de eene
plaats goed voldoet, ock elders goede resulta
ten zal hebben. De omstandigheden in Ame
rika zijn zeker anders dan bij ons en een na
volgen zonder meer zou beslist verkeerd zijn.
Maar wel hebben deze artikelen een andere
bedoeling en wel deze: het is mogelijk om
een goed werkend onderwijs-stelsel te hebben,
zonder dat daaraan verbonden is de geweldige
overlading die bij ons gebruikelijk is. Het is
mogelijk goed onderwijs te geven zonder de
leerlingen te berooven van hun jeugd.
Vroeg of laat zullen bij ons de inwendige
spanningen zoo groot worden, dat het anders
moet en dan kunnen wij veel leeren van
hetgeen in Amerika gebeurt. Wij zullen niet
kunnen doorgaan met het probeeren steeds
grooter wordende groepen leerlingen allen op
te voeren tot eenzelfde peil. Ook wij zullen
moeten komen tot een verlichting van het
programma, een vermindering van het aantal
vakken een meer aapassen van de middel
bare scholen aan de geaardheid der leerlin
gen. Het is te hopen, dat deze aanpassing,
die bij ons op zeer bescheiden schaal begint,
in een sneller tempo doorgevoerd zal worden.
En voor de leerlingen zelf en voor hun ge
zinnen zal dat een geweldige opluchting geven.
Dr. E. A. KREIKEN.
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal ln
uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze stroom
van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel niet het
bederft. U voelt U opgeblazen. U raakt verstopt.' Uw
lichaam is vergiftigd en U bent humeurig, voelt U el
lendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen. O
moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om een
liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer geheel
fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, onovertroffen
om de gal te doen stroomen. Eischt Carter's Lever»
pilletjes bij apothekers en drogisten, f. 0.75.
(Adv. ingez. Med
Tocht naar Caïro vlot verloopen.
Stemming aan boord van „De Reiger"
uitstekend.
Reeds voor half twaalf (plaatselijke tijd)
heeft de Reiger te Athene een tusschenlanding
gemaakt, nadat de passagiers ruimschoots in
de gelegenheid waren gesteld van de lucht
uit de „Acropolis" te zien. Na de lunch vloog
het toestel naar Cairo door, waar het om 14.37
uur (Ned. tijd) is geland.
Gezagvoerder Scholte meldde, dat alles wel
is aan boord en dat de stemming, mede dank
zij het prachtige weer, uitstekend is.
„Rotterdam zal nimmer kunnen
berusten.''
De kwestie van het centrale vliegveld.
In de Dinsdagmiddag gehouden vergade
ring van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Rotterdam heeft de voorzitter,
mr. K. P. van de Mandele. een verklaring af
gelegd ten aanzien van de vliegveldkwestie.
In de Septembervergadering van de Kamer
heeft hij uitvoerig de argumenten uiteengezet
waarom de nieuwste plannen van den minister
van Waterstaat om het centrale vliegveld
naar Schiphol te verleggen, voor Rotterdam
niet aanvaardbaar waren. Sedertdien heeft
hij met den voorzitter van het vliegveldcomité
het gemeentebestuur vergezeld op een audiën
tie bij den minister, waarin de hoogst ernstige
bezwaren tegen deze oplossing van het vlieg-
veldvraagstuk uitvoeriger werden uiteengezet.
Het schijnt dat deze bezwaren niet den min
sten indruk op den minister hebben gemaakt.
Zij worden in de memorie van antwoord op
de Waterstaatsbegrooting althans zonder meer
terzijde gesteld. Men mag hopen en verwach
ten dat de volksvertegenwoordiging den minis
ter op dezen weg niet zal volgen.
Nog altijd zijn er met goeden wil en bereid
heid tot samenwerking oplossingen te vinden,
die aan allen recht doen wedervaren. Maar
onaanvaardbaar is, dat het geheele havenge
bied van de Maasdelta met één millioen rnen
schen feitelijk van het internationale lucht
verkeer wordt afgesneden.
Rotterdam zal het geldt een levensbelang
nimmer hierin kunnen berusten.
De uit Spanje gekomen Neder
landsche vrijwilligers.
De heer van Rappard heeft aan den minis
ter-president de volgende vragen gesteld:
1. Is het juist, dat blijkens een bericht, voor
komende in de „Nieuwe Rotteidamsche Cou
rant" van 6 December j.!. ochtendblad, aan
de uit Spanje terugkomende Nederlandsche
vrijwilligers na hun visitatie te Roosendaal,
in de eerste klasse-restauratie aldaar van re-
geeringswege een warme maaltijd is verstrekt,
nadat zulks eveneens was geschied te Cerbère,
terwijl de regeering hun proviand tot Parijs
had doen medegeven?
2. Zoo ja. welke redenen brachten de regee
ring daartoe?
3. Was de regeering bij bedoelde maaltijden
officieel vertegenwoordigd?
Wrijf dan keel, rug en borstje in met
Dampo. Wonderlijk zooals dat helpt'
Pot 50 ct. Tube 40 ct. Doos 30 ct.
(Adv. Ingez. Med.j
Valsche-muntershende staat
terecht.
Zware straffen tegen de daders gecischt.
Voor de Rotterdamsche rechtbank hebben
terecht gestaan de 25-jarige matroos A. W. de
J., de 43-jarige kraanmachinist H. M.. en de
44-jarige Kr. KL, havenarbeider, allen wonen
de te Rotterdam en gedetineerd.
Deze zaak werd behandeld met gesloten
deuren. De mannen stonden terecht terzake
van het feit, dat zij gezamenlijk valsche rijks
daalders, guldens en kwartjes hebben gefabri
ceerd en uitgegeven.
De politie heeft, toen zij de lucht kreeg van
wat gebeurde, in September een inval gedaan
in een pand aan de Transvaalstraat, bewoond
door De J. en M. en daar trof men een com
plete installatie aan ter vervaardiging van
valsche munten. Onder een schoorsteenlooper
vond men nog een valschen rijksdaalder, ter
wijl op M., op wien men tegelijkertijd de hand
kon leggen, vier valsche kwartjes werden ge
vonden. Overigens bleek al het geld niet te
achterhalen, maar er kon toch wel op eenige
geldstukken beslag worden gelegd.
Ter terechtzitting bleek, dat Kl. de hoofd-
aanlegger van de winstgevende „zaak" was:
vhn een Belg, zoo verklaarde hij, had hij het
„recept" gekregen en zoowaar, bij huiszoeking
trof de politie een enveloppe aan, op den ach
terkant waarvan met potlood geschreven
stond: „ciankali en matrijzen, ingrediënten
voor valsche munterij". Inderdaad bekent Kl.
dat hij deze enveloppe aan De J. en M. over
handigd had, maar in het geheel niet met de
bedoeling, dat zij er vaisch geld mee zouden
vervaardigen. Zelf had hij nooit vaisch geld
in handen gehad.
Het O. M. eischté tegen De J. een gevange
nisstraf van 4 jaar, tegen M. een gevangenis
straf van 3 jaar en tegen den hoofdaanlegger
Kl. een gevangenisstraf van 6 jaar.
Uitspraak over veertien dagen.
De afsclirijvingspolitick bij de
Staatsmijnen.
Naar stabiliteit wordt gestreefd.
Omtrent de gevolgde afschrijvingspolitiek
bij de staatsmijnen, merkt de minister van
Waterstaat in een nota naar aanleiding van
het verslag over de aanvullingsbegrooting van
de staatsmijnen voor 1937 o.a. het volgende
op:
Met reden mag wc«rden verlangd, dat van
het in de staatsmijnen gestoken kapitaal een
redelijk rendement verkregen wordt en dat.
indien de positie van het bedrijf gaandeweg
verbetert, een hoogere uitkeering mag wor
den te gemoet gezien. Dat dit ook in werke
lijkheid het geval is, moge uit de volgende
cijfers blijken. Over 1933 en 1934 werd, het
vaste rente dragende obligatiekapitaal niet
medegerekend. geen dividend uitgekeerd,
over 1935 3 procent, over 1936 5 procent, en
over 1937 8 procent. Van ae betere resultaten
komt dus mede een niet te verwaarloozen
aandeel aan de algemeene landsmiddelen ten
goede. Voor 1937 is de uitgekeerde winst het
dubbele van de raming, hetgeen een extra
voordeel van f 1.720.000 voor 's rijks kas op
leverde.
Een voorzichtige en evenwichtige bedrijfs-
politiek wordt gevolgd, zoowel bij de verster
king van het bedrijf door afschrijving en
reserveering als bij het bevorderen van een
bevredigende dividenduitkeering, hetgeen ook
mede ten goede komt aan een stabiliseering
van de arbeidsvoorwaarden en van de sociale
voorzieningen. Het wordt dan ook zoowel in
het uiteindelijk belang der rijksmiddelen
als in dat der arbeidsvoorwaarden en sociale
voorzieningen noodzakelijk geacht, dat op
den ingeslagen weg van ruime afschrijvingen
en reserveeringen wordt voortgegaan tot de
obligatieleening, welke recto f 17.COO.OOO be
draagt, geheel is afgelost en de boekwaarde
der activa op een volstrekt veilige basis is ge
steld
MAN IN HET RUIM GEVALLEN.
Aan boord van het mailschip „Chr. Huy-
gens". liggende voor de loodsen van de Mij.
Nederland is Woensdag een ernstig ongeval
gebeurd.
Men was bezig arbeid in het ruim te verrich
ten. Een man stond op een touwladder, welke
in het ruim was neergelaten. Op een gegeven
oogenblik brak het ijzeren handvat, waarmee
de ladder was bevestigd en de man stortte in
het ruim.
De ongelukkige liep een hersenschudding op
en brak beide armen. Hij is in ernstigen toe
stand naar het Binnen Gasthuis vervoerd.
Een arbeider, die in het ruim stond, kreeg
het. vallende ijzeren voorwerp op het hool'd
en liep eenige lichte verwondingen op, welke
ter plaatse konden worden verbonden.
Amsterdam's Raad keurt
begrooting van 1939 goed.
AMSTERDAM. 7 'December. De gemeente,
raad van Amsterdam heeft Woensdagavond
de begrooting voor het dienstjaar 1939 met op
éép na algemeene stemmen aangenomen. Het
eenige lid. dat tegenstemde, was de heer C.
Kitsz (R.S.A.P.i. De begrooting vermeldt als
eindcijfer een bedrag van 134.297.255.
De raad heeft voor de behandeling in totaal
18 zittingen noodig gehad.
TWEEDE KAMER
Trekt landsdrukkerij
teveel werk tot zich?
DEN HAAG Woensdag.
De Kamer heeft nog heel wat werk voor den
boeg. eer het Kerstreces aanbreekt. Zooveel,
dat de voorzitter het noodig achtte te doen
besluiten met ingang van de volgende week
reeds 's ochtends om 11 uur (Dinsdag alleen
om 12 uur) te beginnen; zoodoende hoopt hij
anderzijds nachtzittingen te kunnen vermij
den.
Vanmiddag kwam men door Binnenland-
sche Zaken heen, waarbij dit keer de Minister
gelukkig minder lang van stof was, dan ge
meenlijk met hem het geval is.
De afdeeling ..Armenzorg" gaf den heer
Drees <sd.) aanleiding gewag~te maken van
allerlei moeilijkheden die er voor de gemeen-
telijke kassen in verband
met steunverleening aan
kleine zelfstandigen ont
staan, die z.i. eigenlijk niet
onder armenzorg hooren
te vallen, maar op soort
gelijke wijze als de kleine
boeren en tuinders gehol
pen zouden moeten wor
den. Daarom drong hij
aan op nader overleg hier
omtrent met den Minister
van Sociale Zaken, denk
beeld dat ook de heer v.
de Brule (RJK.) aanhing.
Ds. v. d. Z a a 1 (ar.) behandelde het probleem
van ondersteuning aan behoeftige Nederlan
ders in 't buitenland, de heer Posthuma (chr.
dem.) had het over afschuiving van armlas
tigen door verschillende gemeentebest-uren, de
heer K i e v i t s (s.d.) pleitte - wat vele anderen
met hem deden voor de werklooze schip
pers, waax-voor z.i. een goede steunregeling
noodig is.
Nu, de Minister kan meedeelen dat in
het wetsontwerp over het domicilie van schip
pers (onderwerp door Mr. Wendelaar (lib.)
aangeroerd), dat op komst is, ook bepalingen
betreffende den steun voorkomen. Wat de
kleine zelfstandigen betreft, wees minister
v. Boeyen er op, dat door de instellingen van
maatschappelijk hulpbetoon het contact met
de behoeftigen niet wordt losgelaten. Het
wenschte overleg met zijn collega Romme
stelde de bewindsman in uitzicht, terwijl hij
er voorts o.m. nog op wees, dat het in dezen
gevoerde beleid beoogt de gezinnen weer te
brengen tot de mogelijkheid van eigen levens
onderhoud.
Hierna verhuisden we naar de afdeeling
„Volkshuisvesting" en krotopruiming.
De eerste van de vele sprekers over deze
aangelegenheden, de heer Steinmetz
(R.K.) uitte in 't algemeen wel tevredenheid
over wat er gebeurt. Het tempo in den woning
bouw vond hij echter te langzaam, speciaal
wat krotopruiming betreft. En verder zette hij
den klaagzang in, later door 'n koor van af
gevaardigden ten gehoore gebracht, over het
platteland, waar de woningtoestanden nog
veel te wenschen overlaten. Zoo b.v. de heeren
Drees (s.d.), Sweens (R.K.) en v. Lien-
den (s.d.). Laatstgenoemde had het verder in
het bijzonder over slechte woningtoestanden
in Emmen en in de Haarlemmermeer, waar
nog vele krotten voorkomen.
Mr. Rooi vink (R.K.) roerde de kwestie
in zake het ten plattelande vooral voorkomend
verplichtend stellen van aansluiting bij een
waterleiding aan. Hij achtte het niet juist de
afnemers in twee groepen te splitsen, die van
bewoners van boerenwoningen en van gewone
woningen, terwijl hij voorts wees op de moei
lijkheden betreffende de al of niet verplichte
aansluiting voor het vee, wat met name in
verschillende Overijselsche gemeenten een
tcere kwestie is. Deze afgevaardigde betoogde,
dat de Nederlandsche boer bekend is voor zijn
goede zorgen voor het vee, doch hij meent,
dat een in dezen op te leggen dwang juridisch
niet door den beugel kan. Spr. hoopte overi
gens, dat de Minister maatregelen zal willen
treffen om de niet op de wet steunende ver
plichtingen tot aansluiting te doen verdwij
nen.
Tegenover dezen afgevaardigde betoogde de
heer Kr ij ger (c.h.) dat het met de bewuste
voorschriften in Overijse! heelemaal niet zoo
erg zou wezen: verder hield de heer Krijger
een pleidooi voor het stelsel van gedwongen
aansluiting en tegen verleening van onthef
fingen. aangezien de dwang noodig is om alom
ten plattelande goede en goedköope drink
watervoorziening ten behoeve van de minder
gegoeden ter beschikking te kunnen hebben.
Minister v. B o e i j en begon met de op
merking, dat hij alleen te maken had met de
door den heer Roelvink aangevoerde kwestie,
voor zoover ze betreft toepassing van de Wo
ningwet. Met de prijzenpolitiek van de betref
fende waterleiding N.V. kan de minister zich
niet inlaten via bemoeiing met de gemeen
telijke woningbouwverordeningen.
De heer Krijger kreeg intusschen te hooren
dat de gemeenten moeten kiezen tusschen
verplichte aansluiting met ontheffingsmoge
lijkheid en verplichte aansluiting zonder die
ontheffingsmogelijkheid. Maar als men dan
eenmaal te doen heeft met den eersten vorm,
dan dient er ook royaal toepassing van de
ontheffingsmogelijkheid plaats te vinden; be
schikt de eigenaar van een woning over goed
drinkwater, dan is de vrijstelling van aan
siuiting op haar plaats.
En nu de volkshuisvesting. Eenige voorzich
tigheid in 't propageeren van een nationaal
plan hierover denkbeeld door mevr. Mr.
Mack ayKatz (C.H.) aangehangen
acht minister van Boeijen wel geboden: anders
komen uïtbreidings- en streekplannen al ie
licht in het gedrang.
Het tempo van den woningbouw is sneller
dan men wel meent en ook dan aanvankelijk
beraamd was. In 1938 zal aan bouwvoorschot-
ten 4 millioen gulden verleend zijn, terwijl
dit in 1937 niet boven de 2' millioen kwam
dus een vooruitgang van 1 Yz millioen.
De minister antwoordde aan het adres van
heeren Ter Laan en Baas (A.R.) dat hij
de premieregeling voor de verbetering van on
gewilde woningen niet wenscht te laten tor-
pedeeren. door alleen tot nieuwbouw over te
gaan.
Wat de woningbehoefte van het platteland
betreft, spr. wil, gelijk uit z'n betreffende
circulaire inzake woningen voor groote
gezinnen bleek, gaarne helpen, doch de ge
meentebesturen zullen moeten medewerken:
hij gaat er niet mee den boer op. Zijn de locale
autoriteiten en de particulieren nalatig, dan
kan men de centrale Regeering niet verant
woordelijk stellen; haar taak is volbracht als
;ij stimuleerende hulp verleent.
De Regeering laat bij beoordeeling van
het vraagstuk van den woningbouw zeer sterk
het behoefte-element gelden, maar helaas
werken de gemeentebesturen in dezen niet
altijd mee. doordat zij veelal zelf laten bou
wen met garantie-systeem.
Z. h. st. ging de begrooting van Binnen-
landsche Zaken er door evenals die van de
Landsdrukkerij, waarover echter nog wel even
gesproken werd. Mr. Wendelaar (lib.)
had den indruk dat er voortdurend nog uit
breiding op de Landsdrukkerij plaats had voor
werk, dat daar niet van nature thuis zou
hooren. In normale tijden zou dit nog niet
zoo erg wezen, doch thans, nu er in het par
ticuliere drukkersbedrijf nog vrij g*>ote
werkloosheid heerscht. is uiterste beperking
in dit opzicht toch zeker op haar plaats
De minister wees er eerst op. dat de Lands
drukkerij slechts 25 pet. van het Rijksdruk
werk heeft. Overigens kan de heer Wendelaar
er van op aan. dat de ernstige wil aanwezig is
om volop met de belangen van het particu
liere bedrijf rekening te houden. Meer kan de
minister er niet van zeggen.
E. v. R.
Valsclie kaartjes gebruikt.
Personeel van Amsterdamsche recderij staat
terecht.
G-eruimen tijd geleden kwam de hoofd
stedelijke recherche een uitgebreid complot op
het spoor. Een drukker vervaardigde op groo
te schaal valsche toegangsbewijzen voor het
stadion en bioscopen en valsche knipkaarten
voor de veerdiensten van de firma Bergmann.
Een inval in de drukkerij had de arrestatie
van den drukker tengevolge. Als een sneeuw
bal bleek het kwaad zich te hebben uitgebreid;
de eene arrestatie volgde op de andere, be
halve eenige tusschenpersonen werd ook een
aantal leden van het personeel van den veer
dienst Bergmann ingerekend. Zij waren
trouwe afnemers van de valsche knip- en
weekkaartjes geworden. Als conducteurs op
de „heen- en weerbootjes", de veerbooten naar
de overzijde van het IJ, brachten zij de nage
maakte biljetten aan den man, per week ver
kochten zijn buiten hun werkgevers om hon
derden kaartjes; van de opbrengst droegen zij
na hun dagtaak geen cent af aan den chef
van de reederij, die met de controle belast was.
De drukker en twee tusschenpersonen heb
ben op 16 November terecht gestaan, de eerste
werd tot een jaar veroordeeld, de tusschen
personen kregen ieder negen maanden ge
vangenisstraf.
Woensdag zette de Amsterdamsche recht
bank de -behandeling van deze omvangrijke
zaak voort. Vijf jongemannen, die vroeger
dienst deden als conducteurs op de veerbootjes
van de reederij Bergmann, namen in de ver-
dachtenbank plaats, om zich te verantwoor
den wegens gebruik maken van valsche ge
schriften.
De kaartjes waren goed nagemaakt, maar
toch, aldus een rechercheur, waren er ver
schilpunten. De kleur was anders, de letters
waren minder scherp omlijnd, het karton had
een andere qualiteit en er waren drukfouten.
De chef van de reederij verklaarde, dat in
1936 en 1937 de jaren waarin de knoeierijen
zijn gepleegd het vervoer toenam doch de
baten afnamen. Bij scherpe controle op de
bootjes bleek, dat er meer kaartjes in omloop
waren, dan door het kantoor waren uitge
geven. Men dacht er geen oogenblik aan, dat
er valsche biljetten waren gedrukt, doch men
meende, dat de kaartjes twee maal werden
gebruikt. Dit was al eerder voorgekomen.
De vijf verdachten legden een volledige be
kentenis af.
De officier van Justitie vorderde tegen ieder
der verdachten één jaar gevangenisstraf,
waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een
proeftijd van drie jaar onder toezicht van een
reclasseeringsinstelling.
Mr. M. Stokvis bepleitte een geheel voor
waardelijke straf.
Na de pauze stond een 28-jarige schipper
terecht, die een niet onbelangrijke rol heeft
gespeeld in deze faisificatiezaak, die zooveel
jonge rnenschen voor de eerste maal met den
strafrechter in aanraking heeft gebracht.
De man, #ie als schipper bij de reederij
Bergmann in dienst was. knoeide lustig mee,
hoewel hij ter zitting hardnekkig ontkende
iets met de fraudes te maken te hebben. Dit
in weerwil van het feit, dat de drukker, die
als getuige werd gehoord, onder eede ver
klaarde, dat hij valsche kaartjes aan dezen
verdachte had afgeleverd. Bovendien ver
klaarde een der berechte conducteurs, dat
hij de kaartjes in ontvangst had genomen bij
den schipper. Wanneer hij ze aan het publiek
had verkocht deelde hij de opbrengst met
den verdachte.
Tegen hem werd een jaar gevangenisstraf
geëischt. Tegen een anderen conducteur werd
een jaar gevangenisstraf, waarvan zes maan
den voorwaardelijk geëischt.
Tenslotte werd tegen den man. die de
valsche kaartjes had geleverd, een jaar ge
vangenisstraf geëischt.
DIRECTEUR STAATSMIJNEN NAAR INDIë
BATAVIA. 7 December (Aneta/A.N.P
Naar Aneta verneemt heeft de regeering
gunstig beschikt op de aanbieding van de
Nederlandsche Staatsmijnen om den directeur
daarvan, dr. ir. F. K. Th. van Iterson naar
Indië te zenden, ter bestudeering van de mo
gelijkheden om in Ned.-Indië een chemische
industrie te vestigen.
Na deze beschikking kan worden verwacht
dat dr. van Iterson spoedig zijn reis naar In
dië zal aanvangen.
EEN VERKEERSOVERTREDING MET
NASLEEP.
Woensdagmiddag omstreeks vier uur hield
een surveilleerend agent van politie op het
Leidscheplein te Amsterdam een auto. afkom
stig uit Zuid-Holland aan, omdat de be
stuurder een verkeersovertreding beging. De
agent verlangde, zooals gebruikelijk, inzage
van de papieren en stelde nog eenige vragen
aan den bestuurder, waarbij hij argwaan
kreeg omtrent de herkomst van deze auto. Hij
verzocht den bestuurder, een 37-jarigcn Rot
terdammer en diens passagier, een" 32-jarig
Rotterdammer, even mede naar het bureau te
gaan en daar kwam de politieman al spoedig
tot de ontdekking, dat zijn vermoeden niet op
losse gronden berustte, want de auto in kwes
tie stond gesignaleerd als vermist uit Rotter
dam. Beide mannen werden daarop aan den
tand gevoeld, met het gevolg dat zij in voor-
loopige bewaring zijn gehouden in afwach
ting van hun overbrenging naar Rotterdam»