De Sprong in het Leven
De nieuwe Nederlandsche gezant te Washington, jhr. dr. A. Loudon,
heeft zich Woensdagavond op de .Nieuw Amsterdam" ingescheept
naar de Vereenigde Staten. Bij het verlaten van zijn hotel te Den
Haag voorziet jhr. Loudon zich van reislectuur. Naast hem zijn echt-
gencote
De leerlingen aan de Haagsche Academie voor Beeldende Kunsten krijgen
in den Dierentuin onderricht in het teekenen naar levende modellen
De ernstige auto-botsing te Rijswijk eischte Woensdag één doode. Wat er
van de wagens overbleef
FEUILLETON
Oorspronkelijke Nederlandsche roman
door
21)
FELICIA CORDEA.
„Kun je het dan niet afzeggen, Elvi?"
„Neen Theodoor, ik vrees, dat dit werkelijk
niet zal gaan".
Het was een lichtelijk geschokte en eenigs-
zins verontwaardigde mijnheer Theodoor H.
Verschuur, die Elvi dezen middag naar huis
bracht.
Elvi haastte zich met eten en trok haar licht
blauw avondjaponnetje aan, dat haar bijzonder
jong deed lijken en dat buitengewoon goed bij
haar blondheid paste.
Ze had een plan gevormd, waarmee ze hoopte,
den heer Totulescu wat eerder met zyne bedoe
lingen voor den dag te doen komen.
Precies op tijd stond zijn wagen voor de deur
van haar pension.
De Princessc-schouwburg was vol en de ope
rette. die er vertoond werd welverzorgd en bui
tengewoon aardig.
In de pauze sprak Totulescu over alles en nog
wat. behalve over het doel. waarvoor hij haar
genaderd was.
„Heel handig van hem, om niet nu reeds te
beginnen", dacht Elvi.
„Hii wil mij zeker eerst in de goede stem
ming brengen".
Na afloop van de voorstelling reden ze samen
naar The House of I.ords. waar Totulescu een
tafel besproken had. Hij bestelde oesters en
champagne en hield het gesprek gaande, maar
weer 7ondrr met «on woord het onderwern aan
te roeren dat hem 'och op de lippen moesl
branden. Elvi vroeg zich af, of hij er in het ge
heel niet over beginnen zou. Totdat zijn hou
ding haar duidelijk werd. Hij maakte haar
voorloopig slechts het hof en wel op een zeer
verfijnde wijze. Elvi was het spel echter reeds
een weinig moe. Zij vond, dat het nu tijd werd,
dat er vooruitgang in de aangelegenheid kwam.
Ze begon daarom haar eigen plan voorzichtig in
werkelijkheid om te zetten.
Het gedeelte van de House of Lords, waar ge
soupeerd wordt, was nu reeds goed bezet met die
leden van uitgaand Den Haag, die zich deze luxe
veroorlooven konden.
Onderzoekend zochten Elvi's oogen de aanwe
zigen af. Nu had zij gevonden, wat zij noodig
had. Iets verderop zat een dame. die buitenge
woon veel sieraden aan had. Elvi boog zich
naar haar begeleider over en fluisterde:
„Wat een prachtige oorknoppen heeft die da
me, daar tegenover u, aan. Juist, die, met den
hermelijnen kraag aan haar avondmantel! Zoo
iets ziet men niet iederen dag".
Totulescu keek in de richting die Elvi had
aangeduid en vestigde toen zijn blik op haar
zelf. Maar op haar gezicht stond niets anders te
lezen, dan bewondering over de twee werkelijk
prachtige paarlen.
„Deze oorknoppen moeten een fortuin gekost
hebben", ging ze voort.
„En dus niet in het bereik van de anders heel
goed betaalde privé-secretaresse van den be
roemden Mr. Furné. Bedoelt u dat. Fraulein Eli-
vira?"
Elvi keek hem even aan met een bewonde
ring, die ditmaal niet geveinsd was. De man
was werkelijk scherpzinnig! Ja, dat had ze be
doeld.
..Ik houd heel veel van mooie dingen. Mooie
sieraden, mooie kleeren. mooie auto's, maar dat
zijn natuurlijk droomen. die toch nooit in ver
hulling gaan".
..Waarom niet. Fraulein Elvira?"
„Het antwoord op deze vraag, heeft u daar
straks toch zelf reeds gegeven".
„En toch lijkt het mij, dat zulke dingen vol
strekt niel huiten uw bereik behoeven te liggen,
juffrouw Elvira indien u uw eigen voordeel
in het oog wilde houden".
„Wat bedoelt u hiermee? Ik zou werkelijk
dolgraag willen weten, hoe ik ooit in staat zou
zijn, mij deze mooie en begeerlijke dingen te
verschaffen".
„Heel eenvoudig! Door menschen een dienst te
bewijzen, die in staat zijn, u daarvoor met tast
bare bewijzen van hun dankbaarheid te be-
loonen".
„Dat moet u me toch eens wat nader uitleg
gen", fluisterde Elvi, Nu zij op den drempel van
het vertrek stond, waarin de heer Totulescu-
Avarides zijn tot nu toe geheime bedoelingen
verborgen gehouden had, voelde ze zulk een
opwinding, dat het haar moeite kostte, die niet
in haar stem te verraden. De man aan haar
zijde schreef haar fluistertoon echter slechts
aan haar onderdrukte begeerte toe.
„Een toevallige samenloop van omstandighe
den heeft het met zich gebracht, dat uw naam
in een gesprek genoemd werd, dat ik kort ge
leden met een mijner kennissen voedde. Dat wil
zeggen, ik heb zelf uw naam genoemd".
Elvi keek hem, zonder een woord te zeggen,
aan.
„Maar voordat ik u verder iets vertel, zou ik
u toch iets willen vragen, Fraulein Elvira. Zoudt
u een andere vrouw, die zich in een benarde po
sitie bevindt, willen helpen, indien deze vrouw
genegen is, zich voor den dienst, die u haar be
wijst, naar verhouding te revancheeren?"
„Dat hangt natuurlijk van de omstandigheden
af".
„De omstandigheden zijn buitengewoon.
Maarook de revanche zou buitengewoon
zy'n".
„Ik zou u willen verzoeken, met uw voorstel
ronduit voor den dag te komen, mijnheer Ava-
rides. Waaruit zou mijn hulp moeten bestaan?"
„Om te beginnen, Fraulein Elvira, is de ken
nis, waarover ik het zoo juist had, mevrouw
Verschuur".
Het scheelde niet veel of Elvi had uitgeroe
pen: „Dat dacht ik wel".
„Mevrouw Verschuur gaat, zooals u zult we
ten, van haar man, die door Mr. Furné verte
genwoordigd wordt, scheiden. Toen ik haar kort
geleden toevallig ontmoette en bij deze gelegen
heid opmerkte, dat ik het genoegen heb u te
kennen, heeft zij mij verzocht u te polsen, en
u te vragen of u niet genegen zoudt zijn haar
te helpen. Het spreekt van zelf, dat een vrouw
die in een echtscheidingsproces verwikkeld is.
niet in een aangename positie verkeert, en me
vrouw Verschuur hoopte, dat u als vrouw voor
haar een soort solidariteit zult voelen. Zooals u
weet, was haar huwelijk met den heer Verschuur
niet bijzonder gelukkig. Ik veronderstel, dat hij
haar niet op de juiste manier heeft behandeld".
Elvi bekeek ondertusschen aandachtig haar
nagels. Avarides behoefde niet te zien, wat er
op dat oogenblik in haar oogen te lezen stond.
„De bedoeling van mevrouw Verschuur is de
volgende: Een zeer belangrijke rol in dit proces
speelt een pakje brieven, dat zich, zooals u weet
in de handen van Mr. Furné bevindt".
Zoodat was het dus? Mevrouw Irene
wilde de brieven terug hebben, die voor haar
zoo gevaarlijk waren. En zij hoopte, dat Elvi uit
„solidariteit" deze brieven voor haar zou be
machtigen. En de heer Totulescu hoopte het ook.
Misschien hoopte hij het zelfs nog vuriger, om
er zeker van te zijn, niet nog dieper in deze
voor hem zoo onaangename zaak te worden be
trokken.
Totulescu-Avarides ging voort:
„Mevrouw Verschuur heeft redenen om aan te
nemen, dat een groot gedeelte van deze brie
ven vervalscht zijn".
„Hoe dat?"'
„Er waren werkelijk een paar echte brieven,
maar die waren van een volkomen onschuldig
karakter. Als er nu dus ook enkele bestaan,
waarvan het karakter niet onschuldig is, is aan
te nemen, datnu weldat deze brieven
niet echt zijn. U zult toch kunnen begrijpen, dat
dit mevrouw Irene veel zorg baart Daarom
roept zij uw hulp in".
„Maar hoe zou ik haar kunnen helpen?"
„Door haar de brieven te bezorgen
„Dus moet ik deze brieven
„aan die persoon overhandigen, die door hun
bestaan het meest bedreigd wordt, die boven
dien van uw eigen sexe is en die u gaarne haar
dankbaarheid op een manier wil bewijzen, die u
in staat zal stellen eenige van uw droomen in
vervulling te doen gaan".
„Maar hoe zou ik zooiets kunnen doen? Dat is
toch
„Niets anders dan een daad van menschelijk-
heid. U moet zich eens in de positie van een
vrouw denken, die onrechtvaardig van dingen
wordt beschuldigd, die zij.... wel.... niet ge
daan heeft".
O, deze man was sluw! En gewetenloos!
Elvi's hoofd joegen de gedachten wild dooveen.
Hoe waagde hij het feitelijk, haar zulk een voor
stel te doen? Elvi hield met geweld haar op
komende drift terug. Nu niets verraden! Geen
overijlde woorden! Eén onbezonnen woord en
het spel was verloren.
Eenige oogenblikken heerschte er een be
klemmend stilzwijgen.
„Nu, Fraulein Elvira? Hoe denkt u er over?"
„Ik kan nog geen besluit nemen, mijnheer
Avarides. U zult mij tijd moeten laten, over uw
voorstel na te denken".
„Aber natürlieh! Dat kan ik heel goed begrij
pen. Mag ik u dan overmorgen opbellen om met
u af te spreken, waar we elkaar weer kunnen
ontmoeten?"
„Dat is uitstekend!"
Totulescu-Avarides bracht het gesprek op an
dere onderwerpen. Hij wilde geen al te grooten
druk op het meisje uitoefenen. Hij vertelde haar
over zijn reizen en zijn verblijf in vreemde lan
den. Hij vertelde goed en Elvi's zenuwen ont
spanden zich.
Toen vroeg hij haar met hem te dansen. Maar
Elvi weigerde. Ze kon de gedachte, dat hij zijn
arm om haar middel zou slaan, nu niet goed
meer verdragen. Toch kleedde ze haar weigering
voorzichtig in. Ze moest zorgen, dat ze zijn arg
waan niet opwekte.
Ze had nog slechts een verlangen en dat was,
dat de avond spoedig om zou zijn. Ze had het
gevoel, dat zijn nabijheid haar schroeide.
Maar het lot had voor Elvi op dezen avonr
nog een verrassing weggelegd.
(Wordt vervolgd).
Twee Parijsche autobussen kwamen in het Bois de Vincennes met pe eerS{e auto-strada in Limburg wordt aangelegd tusschen Heerlen
elkaar in botsing, waarbij verschillende slachtoffers te betreuren zijn. er) Qeleen. De 30 meter breede aarden baan wordt onder toezicht
De situatie na het ongeluk van jsJed. Heide Maatschappij door werkloozen aangelegd
Een ongewone mascotte op de auto
van een der deelnemers aan den
rugby-wedstrijd tusschen Oxford en
Cambridge te Twickenham
Ongeveer 200 uitgewekenen zullen binnenkort in het conferentieoord
van den Zendingsstudie-Raad te Lunteren worden ondergebracht. Een
der gebouwen, waar de vluchtelingen een gastvrij onderdak zullen
vinden