De Hoofdwacht
Gemeentebegrooting voor 1939
WERKZAME NIEREN
aan de Croote Markt.
Vroeger Haarlem's Raadhuis.
fè&eutnatiek
yOOR DE KUNST'
V R TT n A G 9 UEEEMREK '1938
H "A" A'REE M'S DAGEEAD
6
Geschiedschrijvers aan het
woord.
Er zullen wel niet veel Haarlemmers zijn,
die de voormalige „Hoofdwacht" op de Groote
Markt, ook wel genoemd „het oude Raad
huis" niet 'kennen. Het is een van de oud
ste, maar ook een van de mooiste bouwwer
ken die Haarlem bezit. En al wordt dit ge
bouw al sedert vele jaren niet meer voor mi
litaire doeleinden gebruikt, de Haarlemmers
blijven toch altijd nog spreken van de
Hoofdwacht. In de laatste jaren zijn zoo
nu en dan herstellingen aan dit merkwaar
dige bouwwerk verricht, doch gelukkig steeds
op een zoodanige wijze, dat het uiterlijk geen
noemenswaardige verandering van vorm meer
onderging.
Niet altijd heeft men er echter zoo over ge
dacht. want te oordeelen naar de verschillen
de steensoorten en andere bouwonderdeelen,
zooals raam- en deuropeningen, is er in den
loop der eeuwen veel gewijzigd, waardoor het
moeilijk is de geschiedenis van dit bouwwerk
na te gaan.
Omtrent den oorsprong en den tijd van
stichting is niet veel met zekerheid te zeggen.
In de 13e eeuw wordt er in de geschiedenis
van de stad Haarlem reeds melding van ge
maakt. Onze vroegere stadsbeschrijver Corne
lls de Koning „Tafereel der Stad Haarlem"
(1807) en anderen met hem, meenen: „dat dit
sierlijke, goed geëvenredigde gebouw, met zijn
hoogen stoep (bordes), zijn fraai balkon en
zijn niet minder fraaie daklijst in den vorm
eener balustrade, vroeger ook hier wel ten
gebruike van de graven (onze aloude lands-
heeren) zou hebben kunnen dienen". Een his
torisch bewijs als zoodanig is dit echter in
geen enkel opzicht. In den voorkant van het
houten balkon is een gedenk steen aange
bracht die in vroeger tijden in den voorgevel
was ingemetseld. Het opschrift van dezen
steen luidt;
„Wanneer de Graef hier op het Sand
Sijn Princen Woning had geplant
So was dit loflick oud gesticht
Tot Haerlems Raedhuys opgericht".
Dit opschrift vermeldt dus alleen, dat in zeker
tijdperk de Graaf op het Zand woonde en
hier het „Raedhuys" was.
Langen tijd en zelfs nog in onze dagen
spreekt men dan ook vaak van „het oude
Raadhuis" alhoewel niet bekend is, wanneer
en hoe lang het als zoodanig dienst deed.
Een onzer kroniekschrijvers zegt hiervan:
„Alzo is 't Hof der Graaven van de Politieke
Magistraat ingenomen, die daar gebracht heb
ben alle de Stads Kisten, orgineele Schriften,
Handvesten, Blassarden, Registerboeken, en
verder alle Secreeten der Republiek; alwaar
onze Vooi'vaderen plagten Recht te wijzen en
vierschaar te spannen en Stads-Gerechtigheid
te mainteneeren en te bewaaren, tot op hui
den dezen dag".
In 1641 wordt het aangeduid als; „het huis
daar het vergulde Lampet uyt hangt, voor
maals geweest zijnde het oude Raedthuys der
stad Haerlem".
In het begin der 17e eeuw was dit oude
Raadhuis geen eigendom meer van de stad.
In 1613 behoorde het gebouw aan Emerentia
van Zuren, Wed. Arnout van Berensteyn (ver
moedelijk een dochter van Jan van Zuren).
Op den laatsten dag van dat jaar werd het
verkocht aan Jacob Cornelisz. Schonaeus en
op 16 April 1641 aan Jacob Jacobsz. de Jong
die het weer verkocht aan Mr. Scipio Orméa;
in 1682 behoorde het aan zijn kinderen en 12
jaar later aan Mr. Justus Ormea.
26 Juni 1721 werd Herman van Hage eige
naar, om het op 10 Nov. 1739 over te dragen
aan het Aalmoezeniers- en Weeshuis.
In 1755 kwam het opnieuw in handen van
de stad Haarlem. Volgens een besluit van de
Vroedschap d.d. 3 Maart 1755 kocht de stad
dit gebouw op verzoek van den Krijgsraad om
•„tot eene hoofdwacht van de schutterij te
dienen en daar te kunnen waken in plaats
van op het Stadhuis, alwaar de zetel zich te
genwoordig bevindt".
Verder werd door de Stadsregeering beslo
ten; „dat omtrent de veranderingen aan het
voors. oude Stadthuys te doen, zal worden ge
volgd het plan, hetwelk onder deze stad is
berustende en dat zulks met de meeste mena
ge zal worden werkstellig gemaakt en uitge
voerd".
Tusschen de ramen zijn natuursteenen at
tributen van wapentuig, en op het balkon 2
Aan het gebouw van de Hoofdwacht aan de
Groote Markt te Haarlem worden momenteel
door Openbare Werken herstellingen verricht
aan het dak en het balcon. De verf wordt ver
nieuwd en tevens worden de gebruikelijke
onderhoudswerken uitgevoerd. In bijstaand
artikel wordt de geschiedenis van dit merk
waardige stuk Oud-Haarlem verteld.
'steenen leeuwen. Boven het balkon een deur
met fronton en guirlandes.
De schutters hebben het oude Raadhuis tot
1810 gebruikt toen Haarlem een vast garnizoen
kreeg. Vermoedelijk hebben bovenbedoelde
veranderingen zich alleen beperkt tot het
inwendige, omdat het uiterlijk van het
gebouw, zooals wij dit thans kennen, vrijwel
overeenkomt met een afbeelding uit 1740.
Uitwendige verbouwing heeft plaats gehad
in het begin van de 17e eeuw, toen Mr. Scipio
Orméa eigenaar was.
Het ligt voor de hand, dat er verband be
staat tusschen de lotgevallen van het oude
Raadhuis en het gebouw dat nu de zetel is van
het stedelijk bestuur. In de 11e eeuw waren de
Graven van Holland gaarne in Haarlem.
Ampzing noemt met name Floris n (1091-
1122> maar zegt'er bij, dat deze niet de eerste
was. Zij hielden hun hof in de grafelijke wo
ning, welke door Floris of misschien reeds
door zijn voorgangers is gebouwd.
„De historie van het paleis (het tegenwoor
dige Stadhuis) der graven te Haarlem (aldus
Gonnet) en aangaande de jaren, die zij daar
hebben doorgebracht, is wel wat wijd uitge-
loopen, maar leidt tot de gevolgtrekking, dat
het Stedelijk Bestuur tusschen 1287 en 1360
een juister benadering is niet te maken
op de eene of andere wijze, door schenking, of
koop, in het bezit kan zijn gekomen van het
voormalig Grafelijk paleis, daarin zijn zetel
heeft gevestigd en het eerste Raadhuis (de
voormalige Hoofdwacht) heeft verlaten".
Wat er van midden veertiende eeuw tot
midden zestiende eeuw met het oude Raad
huis is gebeurd is niet met zekerheid bekend.
Omstreeks 1550 werd dit perceel eigendom
van Mr. Jan van Zuren. Deze rechtsgeleerde
was tevens boekdrukker en had tot compag
non in zijn bedrijf Dirk Volckertsz. Coornhert.
Van 1561 tot 1569 was Van Zuren Burge
meester van Haarlem, en daarna meermalen
schepen tot 1590.
Volgens overlevering is hij de man gevrcest,
die van het oude Raadhuis een woning liet
maken. De naam „het oude Raedthuys" bleef
echter gehandhaafd. Misschien heeft' de oor
spronkelijk ingemetselde steen, welke in het
houten balkon is geplaatst, hiertoe veel bij
gedragen.
In 1855 verzocht S. J. Frank de ruimten on
der de Hoofdwacht (twee kleine woningen1 tei
mogen huren voor berging van behangselpa
pier. Dit verzoek werd niet ingewilligd, omdat
de stad deze ruimten voor andere doeleinden
had bestemd. Vijf jaar later worden B. en W.
gemachtigd deze huisjes „onder de hand" te
verhuren tegen 60 cent per week.
Bij raadsbesluit van 17 Maart 1876 wordt be
sloten een lokaal in de Hoofdwacht in te rich
ten ten behoeve van den Opzichter over de
gasverlichting, om daarin onderzoekingen te
doen omtrent het door de gasbuizen geleide
gas en daarvoor te besteden ten hoogste
250.—. Eenige jaren later wordt dit lokaal
weer ontruimd en verhuurd aan een winke
lier in de Smedestraat voor het opbergen van
kisten.
Tijdens de behandeling van de gemeente
begrooting voor 1890 vestigt een der leden er
de aandacht op, dat nu aan het gebouw de
Hoofdwacht belangrijke kosten voor herstel
lingen moeten worden besteed, alleszins aan
leiding bestaat om te trachten van Rijkswege
eenige huur voor het gebruik van het gebouw
te verkrijgen. Voor verbeterde inrichting was
n.l. uitgetrokken de som van 1285,—, waar
onder was begrepen een bedrag groot 402.--
voor het herstellen van de uitgesleten trappen.
Tevens werd de wensch uitgesproken dat in
het algemeen zou worden nagelaten de na
tuurlijke steenwerken te verven. Men meende
echter dat, alhoewel het verven van natuur
steen niet aanbevelenswaardig is. dit slechts
kan worden nagelaten wanneer de steen ge
heel gaaf is en het verven dus dikwijls nood
zakelijk blijkt (b.v. aan de Stadswaag) om
een algeheele verweering en verbrokkeling te
voorkomen.
4 Juni 1890 deelen B. en W. den Raad mede
dat de Hoofdwacht tot heden kosteloos in ge
bruik was bij de militaire overheid. Het Rijk
zal voortaan beginnende met 1890 een huur-
som betalen groot 45.— per jaar. Bij de
verhuur is niet begrepen het lokaal der kelder
verdieping, dat een afzonderlijken uitgang
aan de Smedestraat heeft. De kosten voor on
derhoud zijn voor rekening van het Rijk met
uitzondering van het dak en de buitenmuren.
De begane grond-verdieping zal door het Rijk
worden gebruikt ten behoeve van het bureau
van den plaatselijken adjudant en het gere
geld of op ongezette tijden stationneeren van
een militaire wachtpost.
De bovenverdieping (zolder) wordt verhuurd
aan S. de Jager voor 35 per jaar teneinde
die in te richten tot een museum van wapens,
harnassen, scherm- en gymnastiekwerktui
gen e. d. Het gebruik van kunstlicht en ont
plofbare stoffen is verboden.
Sedert 1920 is het gebouw verhuurd aan de
Vereeniging „Haerlem", die het gebruikt voor
het houden van tentoonstellingen, archief en
samenkomsten.
wordt voorkomen en bestreden f
door het probate en onschade
lijke middel
drog. vanaf f. 0.80 p. f/ac. (axel. O.8.)
(Adv. Ingez. Med.)
HEEMSTEDE.
Een sluitende begrooting zonder belastingverhooging,
maar financieele voorzichtigheid is geboden. De gevolgen
van de nieuwe belastingplannen zijn voor de gemeente nog
niet te overzien. B. en W. kunnen tot hun spijt niet met een
voorstel komen om de tarieven der bedrijven te verlagen.
Om financieele redenen zien B. en W. ook af van invoering
van Openbaar Voorbereidend Onderwijs.
De ontwerp-gemeente-begrooting voor 1939
sluit, wat den gewonen dienst betreft, in totaal
met f 1.779.720.79 en wat den kapitaaldienst be
treft met f 1.802.031.
B. en W. schrijven in hun toelichting o.a.;
„Konden wij bij de aanbieding van de ont-
werpbegrooting voor het jaar 1938 er onze ver
heuging over uitspreken, dat herhaalde overwe
ging en overleg met de Financieele Commissie
tot een sluitende begrooting had geleid, ook dit
maal zijn wij er in geslaagd den raad een ont-
werp-begrooting aan te bieden die sluit zonder
dat belastingverhooging of andere classificatie
van de gemeente behoeft plaats te hebben.
Dat wil echter niet zeggen dat financieele
voorzichtigheid ook nu niet nog geboden zou
zijn. Het tegendeel is waar en daartoe nopen niet
alleen de crisislasten, welke zwaar blijven druk
ken, doch ook de door de Regeering aangekon-
dgde en deels reeds aangeboden wetsontwerpen
tot wijziging van de belastingheffing. De finan
ciën der gemeenten zullen hierdoor beïnvloed
worden in een mate en op een wijze, waarvan
de gevolgen nog niet te overzien zijn. Zeker is,
dat de door de Regeerïng beoogde maatregelen
eerder na- dan voordeelen voor onze gemeente
zullen opleveren.
Ten gunste van het sluitend maken van de
ontwerpbegrooting hebben enkele factoren van
beteeken is medegewerkt, welke B. en W. willen
noemen. Eerstens kan deze begrooting aanvan
gen met een batig saldo van den dienst 1937 ad
i 134.865.01, terwijl in 1938 geraamd is f 47.337.45
en voor bijdrage uit het reservefonds f 65.000.
Uit dezen hoofde wordt 1939 reeds gunstig be-
invloed met een bedrag van bijna f 23.000.
Aan rente van geldleeningen kon ongeveer
f 22.000.minder geraamd worden dan in 1938
(in wélke lagere raming de drie winstgevende
bedrijven deelen voor ruim f 4.400.terwijl
verdere hoogere belastingramingen een voor
deel opleveren van ongeveer f 22.000.De to
tale winst van de drie bedrijven is, mede dank
zij de lagere renteposten, ongeveer f 4000.
hooger geraamd dan in 1938. Per inwoner komt
de geraamde winst echter overeen met die van
1938. Met de geraamde winstcijfers is uitgegaan
van handhaving der bestaande tarieven, terwijl
ten opzichte van het gasbedrijf weer gerekend is
op eenzelfden maatregel inzake de afschrijvingen
als de beide laatste jaren werd getroffen. Door
dezen maatregel, zijnde de afwijking van de be
paling dat de afschrijving ten minste gelijk moet
zijn aan de geraamde aflossing, is de winst nu
met f 12.000.gunstig beïnvloed. Met dit cijfer
is dus hierboven reeds rekening gehouden.
Dank zij deze gunstige factoren sluit de be
grooting, terwijl voor onvoorziene uitgaven
slechts een bedrag van ruim f 25.000.beschik
baar is.
Evenals zulks in vorige jaren de gewoonte
was, hebben B. en W. ook nu meerdere malen
overwogen öf bij de aanbieding van deze be
grooting niet een voorstel tot tariefsverlaging
zou kunnen worden gedaan. Meerdere mogelijk
heden tot verlaging zijn door den Directeur be
rekend en in het college besproken. Tot hun
spijt kunnen B. en W. echter geen vrijheid vin
den een voorstel tot tariefsverlaging te doen.
De meerderheid der Commissie voor de Be
drijven adviseerde B. en W. het vastrecht voor
gewoon gas van f 2.tot f 1.60 per maand te
verlagen, echter onder voorwaarde dat, nu de
bedrijfsbegrootingen daarvoor geen ruimte meer
laten, de kosten ad f 6000.uit de gemeente
begrooting gevonden zouden kunnen worden.
Ook dit punt hebben B. en W. nog weer opnieuw
overwogen, doch de ramingen in de gemeente
begrooting laten dezen maatregel niet toe, zoodat
zij den Raad ten sterkste moeten ontraden thans
iets aan de tarieven te veranderen. Een verla
ging zou naar hun oordeel alleen door te voeren
zijn, wanneer tot belastingverhooging zou wor
den overgegaan en dit is een maatregel waartoe
B. en W. in de gegeven omstandigheden aller
minst vrijheid kunnen vinden. Het staat reeds
vrijwel vast, dat tengevolge van regeringsmaat
regelen, de ingezetenen meer zullen moeten
gaan opbrengen.
B. en W. meenen dat daarnaast zooveel mo
gelijk voorkomen moet worden, dat ook de ge
meentelijke belastingdruk zwaarder wordt.
De maatregelen welke de regeering wenscht
te treffen zullen ook van de gemeente recht
streeks financieele offers vragen. Met name zal,
indien inderdaad een forensenbelasting inge
voerd mocht worden, dit de opbrengst van de
opcenten op de gemeentefondsbelasting aanzien
lijk doen dalen. De door de Regeering te treffen
maatregelen beoogen echter veel meer dan alleen
invoering eener forensenbelasting. Deze maat
regelen zijn echter nog niet uitgewerkt gepubli
ceerd en de gevolgen daarvan dan ook nog niet
te overzien.
Met deze onzekere factoren voor oogen is
zoo vervolgen B. en W. voorzichtigheid in het
algemeen ernstig geboden en zal van nieuwe,
niet strikt noodzakelijke bemoeiingen voorloo-
pig moeten worden afgezien. Daartoe rekenen
B. en W. o.m. ook de voorziening in openbaar
voorbereidend onderwijs. Ook nu hebben zij ge
meend dezen post voor memorie te moeten ra
men, omdat de financieele gevolgen van invoe
ring te bezwarend zouden zijn. In 'n vergadering
van de Commissie voor 't Onderwijs kwam het
idee ter sprake om bij invoering van dit onder
wijs de gelijkstelling geleidelijk door te voeren.
Het eerste jaar zou dan met een niet te hoog be
drag belast worden, doch voor het jaar 1940 zou
de invoering een niet onaanzienlijke verhooging
van lasten medebrengen.
B. en W. vestigen er hierbij de aandacht op,
dat door de invoering van bedoeld onderwijs de
levensvatbaarheid van een der bestaande bij
zondere scholen in het gedrang zou komen. An
derzijds stellen B. en W, zich op het standpunt
dat de gelijkstelling dan niet uitgesteld of over
meer jaren verdeeld behoort te worden, zoodat
bedoeld idee hun instemming niet zou hebben.
Nu reeds thans is te voorzien, dat 1938 een
veel geringer batig saldo zal opleveren dan 1937
en het saldo van eerstgenoemd jaar moet dienen
als aanvangspost voor 1940, valt alleen hieruit
al te concludeeren, dat, indien de omstandighe
den zich niet in meer gunstigen zin ontwikke
len, het gemeentebestuur den eerstkomenden
tijd de uiterste voorzichtigheid zal moeten
betrachten, wil het de aantrekkelijkheid van de
gemeente behouden. Dit zal zelfs noodig zijn, los
van de vele nog volkomen onzekere factoren
welke het financieele aspect der gemeente nog
ten ongunste kunnen beïnvloeden.
Bovendien heeft de Regeering in overweging
om ten opzichte van het voorbereidend onder
wijs eene wettelijke regeling voor te bereiden,
zoodat het ook uit dien hoofde geen gunstig mo
ment is om nu tot invoering van openbaar voor
bereidend onderwijs en gelijkstelling daarmede
van het bijzonder voorbereidend onderwijs over
te gaan.
De posten steun aan werkloozen en kosten
van werkverschaffing raamden B. en W. op de
zelfde bedragen als voor 1938. Zij vertrouwen
dat het totaal der raming voor 1938 zal blijken
voldoende te zijn. Het aantal ingeschreven en
ondersteunde werkloozen toont een geleidelijke
daling zoowel bij het aantal ingeschrevenen als
bij dat der ondersteunden, doch deze is nog niet
van dien aard, dat B. en W. een lagere raming
der genoemde posten zouden aandurven. De da
ling was over de verstreken 11 maanden van
1938 vergeleken bij dezelfde maanden van 193'
12.8, 12, 20.9, 4, 5.2, 11.4, 23.7, 22,6, 12.6, 7.6
en 2.6 pet.
De uitkeering uit het Gemeentefonds is voor
1939 geraamd op f 71.558 tegen f 74.322 voor
1938.
In 1939 moet betaald worden voor rente van
leeningen f 187.742.80 en voor aflossingen
f 259.150.
Aan politiesalarissen zal uitbetaald worden
f 53.000 tegen f 51.700 in 1938.
Het nadeelig saldo van de zwemvijvers is ge
raamd op f 1300 (1938: f 500), dat van het bad
huis op f 3665 (1938; f 4400).
Voor onderhoud van straten en pleinen, we
gen en voetpaden is f 43.850 uitgetrokken (1938:
f 41.000), voor de plantsoenen f 28.000 (1938:
f 24.500).
De uitgaven voor „Groenendaal" zijn gesteld
op f 21.545 (1938: f 21.255).
De opbrengst der Straatbelasting is op f 25000
geraamd (1938: f 24.000).
De kosten voor de gemeente voor onderwijs
zijn als volgt geraamd: openbaar l.o. f 6148,
openbaar u.l.o. f 8852, openbaar buitengewoon
l.o. f 770, bijzonder gewoon l.o. f 57.836, bijzon
der u.l.o. f 15.172, bijzonder buitengewoon l.o.
f 950, bijzonder voorbereidend l.o. f 10.350, Mid
delbaar onderwijs f 80.600, Hooger onderwijs
f 8300, en nijverheidsonderwijs f 6810.
De uitgaven voor ziekenverpleging worden
geraamd op f 30.000 (1938: f-28.250). De kosten
van Maatschappelijk Hulpbetoon werden uitge
trokken op f 110.250 (1938: f 101.170), voor werk
verschaffing is f 25.000 uitgetrokken (gelijk aan
1938) en voor steun aan werkloozen f 130.000,
plus f 7500 voor bijzondere toeslagen.
De opbrengst der belastingen is als volgt ge
raamd:
Gedeelte van de hoofdsom der grondbelasting
f 39525 (f 38.650).
80 opcenten op de gebouwde eigendommen
f 86.000 (f 84.000).
20 opcenten ongebouwd f 760.
20 pet. van de hoofdsom der Personeele Be
lasting f 33.500 (f 31.000).
120 opcenten op de Personeele Belasting
f 216.000 (f 198.000).
48 opcenten dividend- en tantième belasting
f 4500 (f 4500).
20 opcenten op de Vermogenbelasting f 20.000
(f 21.360).
35 opcenten op de Gemeentefondsbelasting
f 163.930 (f 167.770).
Hondenbelasting f 7500 (f 6500).
Vermakelijkheidsbelasting f 5000 (f 5000).
De cijfers tusschen haakjes zijn de geraamde
bedragen voor 1938.
De winsten der bedrijven zijn geraamd op
electriciteit f 139.156, gas f 60.138, water f 35.323.
Het nadeelig saldo der reiniging is uitgetrok
ken op f 25.370.
Op den kapitaaldienst wordt f 18.000 uitge
trokken voor verbetering van de Molenwerfslaan
en den Cruquiusweg.
De staat der schulden der gemeente wijst op
1 Januari 1939 een bedrag aan van f 5.440.700.
In het reservefonds voor bijzondere doeleinden
is nog een bedrag van f 38.000.
Voor het eerst is op de begrooting een post
van f 2500 gebracht voor de luchtbescherming
en W. willen (het is nu voor het eerst)
f 250 subsidie geven aan de Politie Sport-
Sch ietver eeniging.
In 1939 zullen geheel of gedeeltelijk worden
bestraat: Zandvoortsche laan, Leidschevaart-
weg, Chrysantemumlaan, Laan van Bloemen-
hove, v. d. Spiegellaan, J. M. Molenaerplein,
Joh. Bosboomlaan, Jacob de Wïtstraat, Pieter de
Hooghstraat, Landzichtlaan. Spaarnzichtlaan.
Koedieflaan, Vijflieerenstraat, Resnovaplein
Drieheerenstraat, Wipperplein, Valkenburger-
laan, Woonweg, Binnenweg en Cloosterlaan.
Vorige jaren werd een subsidie van i' 400 aan
de Burgerwacht gegeven, nu is deze post niet
uitgetrokken.
Pro memorie is een post gezet voor de stich
ting van dienst- en vergaderlokalen op de Glip.
Hiervoor zal een afzonderlijk crediet worden
aangevraagd.
BESCHIKBAARSTELLING BEDRAG PER
LEERLING VOOR OPENBAAR ONDERWIJS
IN 1939.
Volgens de gewijzigde voorschriften der La
ger Onderwijswet 1920 behoort bij de vast
stelling van de gemeentebegrooting voor 1939.
evenals dit in 1938 voor het eerst is gedaan,
te worden vastgesteld het bedrag, dat voor de
openbare scholen in 1939 wordt beschikbaar
gesteld.
Een berekening hiervan is opgesteld in het
ontwerp-besluit dat door B. en W. ter vaststel
ling aan den Raad wordt aangeboden.
Voorgesteld wordt te besluiten, het bedrag,
bedoeld in artikel 55 bis, eerste lid. der Lager
onderwijswet 1920, voor het jaar 1939 te be
palen op: f 10131.30 720 f 14.07 per leerling
voor het openbaar gewoon lager onderwijs, te
vermeerderen met f 0.50 voor administratie
kosten, f 14.57;
f 4750.25 210 f 22,62 per leerling voor het
openbaar uitgebreid lager onderwijs, te ver
meerderen met f 0.50 voor administratie
f 23.12.
BEHEER DER GEMEENTEBEDRIJVEN.
B. en W. stellen den raad voor te besluiten,
artikel 14, sub 3, der Verordening op het be
heer van de gemeentebedrijven voor 1939 ten
behoeve van het gasbedrijf buiten werking te
stellen, omdat reeds enkele jaren een aanmer
kelijk bedrag extra moest worden afgeschre
ven.
NIEUWE UITGAVEN.
De N.V. Levensverzekering Mij. „Utrecht" heeft
ten dienste van haar reclame een alleraardigst
Baby-boekje uitgegeven. De illustraties, die de
verschillende phaser» van het babyleven symbo-
liseeren, zijn zeer geslaagd.
De N.V. Bigot en van Rossem te Amsterdam
geeft een boekske uit, getiteld „Eva's jongste
dochter", een verzameling citaten over „Schoon
heden van het zwakke, en zwakheden van het
schoone geslacht".
Ter Algemeene Landsdrukkerij in Den
Haag is verschenen „De Landbouwcrisismaatre
gelen" het verslag aan de Sta ten-Generaal over
April, Mei en Juni 1938.
Bij de N.V. Residentiebode te Den Haag
verscheen „Het algemeen belang in de zaak-
Vrijman" door mr. H. P. Marchant.
„De parel van Koning:
Réputal".
De fa. de Erven de wed. J. van Nelle te Rot
terdam heeft een boekje uitgegeven: „De parel
van Koning Réputal". Men kan dit aardige
boekske bij den winkelier krijgen tegen inleve-
■ing van 40 halfponds-achter-etiketten van Van
Nelle's pakjes koffie.
„De parel van Koning Réputal" is een oor-
pronkelijk sprookje op lijm door J. Vadeen.
Aardige illustraties van Dick Engelse ver
luchten den tekst.
ZORG VOOR
M IEMAND vordraajt verstopping der Inge-
1 wanden, maar traag functlonneerendc
nieren, die ernstige gevolgen kunnen hebben.
Worden dikwijls verwaarloosd. Rugpijn, ver
stoorde slaap, duizeligheid, rheumatlek. ischias
of spit zijn de er vaak uit voortkomende gevol
gen. Deze verschijnselen waarschuwen u. dat
□e werking der nieren verstoord raakt. Houd
derhalve uw nieren In goeden staat door een
diuretlsch middel. Stel uw gezondheid niet In
de waagschaal, maar laat Foster's Rugpijn
Nieren Pillen u nleuwo kracht en vitaliteit
geven. Foster's Pillen bevatten geen gevaar.
Iljke bestanddeelen en hebben In Holland ruim
SO Jaren ongeëvenaard succes behaald.
~~1 33Rugpijn Nieren Pilleng
(Adv. Ingez. Med.)
MUZIEK.
ORTAMBERT-KWARTET.
Ravel, Mozart en Debussy op een kwartet
avond in den Stadsschouwburgwas het
wonder dat de avond van 11 Maart 1938 in
mijn herinnering kwam. die avond, toen het
genieten van de ongeëvenaarde vertolking van
Debussy's op. 10 door het Calvet-kwartet ver
stoord werd door het tijdens de pauze in de
corridors opgehangen bulletin, dat de wereld
opschrikte? „Dies irae, dies illa, solvet saeclum
in favilla, Teste David cum Sibylla" gelijk de
liturgische tekst luidt. „Dag van toorn, die vol
gens getuigenis van David en Sibylla, een eeuw
tot asch vernietigt".
Doch 't was ditmaal geen Vrijdag; de quasi-
ernstige studentenbetoogingen te Parijs, die
om „teruggave" van Venezia en den Vesuvius
riepen gaven geen aanleiding tot bulletins en
we konden dus ongestoord genieten tot het
einde toe.
Dat het Ortambert-ensemble in staat zou
zijn een zóó volmaakt genot schenken als
dat van Calvet, is me gisteravond niet geble
ken. Juist de toevallige omstandigheid, dat op
beider programma's de kwartetten van Ravel
en De'oussy stonden, noopt tot vergelijking. En
dan moeten we zeggen, dat de van elke ge
dachte aan materieelen oorsprong losgemaak
te, schier bovenaardsche vertolking van Cal
vet en de zijnen door het ensemble van nu niet
bereikt werd. Er was, ook in Ravel nu eens een
hardheid in den klank, dan weer een ongelijk
pizzicato of een te fel aangepakt arpeggio,
waardoor de gedachte aan instrumentale on
volkomenheden levendig gehouden werd.
Ook in Mozart's strijkkwartet had de klank
vaak ideëeler kunnen zijn; bovendien was
daar meermalen een ongestadigheid in de
tempo's waar te nemen. Het Allegretto scheen
reeds in de hoofdthemagroep tot versnelling
der beweging te leiden, de Finale daarentegen
werd door de eerste viool zóó snel ingezet, dat
spoedig matiging noodig bleek en desondanks
het tempo een duidelijke uitvoering der cello
figuren nog schier onmogelijk maakte.
Zoo was er een en ander dat we anders had
den mogen wenschen en ik kreeg den indruk
dat van de vier instrumentalisten alleen de
altist Albert Leguillard een volkomen gaaf
spel deed hooren. Maar ik wil niet alleen aan
merkingen doen hooren. Er waren ook vele
oogenblikken, waarin de klank zeer mooi was;
de inzet van Ravel's Kwartet en sommige mo
menten in het Andantino van dat van De
bussy mogen als voorbeelden genoemd wor
den. En als geheel is het Ortambert-kwartet
zeker een zeer goed kamermuziek-ensemble te
noemen. Het is slechts jammer voor dit en
semble, dat alweer het betere de vijand van
het goede gebleken is.
De keuze van Ravel èn Debussy op een en
denzelfden avond lijkt me overigens alleen
tegenover een gehoor van muziekstudeerenden
aanbevelenswaardig. Er is te veel overeen
komstigs in den instrumentalen stijl van beide
werken en de verschillen in de psychische ge
aardheid der componisten en in den bouw
liggen niet zoo voor de hand.
Mozart was door een ander werk vertegen
woordigd dan op den gedenkwaardigen 11 den
Maart. Zijn kwartet K. V. 499 bezit al de
eigenaardigheden van zijn laatste periode,
voornamelijk de voorliefde voor contrapunti-
sche verwikkelingen.
Reeds in het Allegretto treden die spoedig
op als canonische nabootsingen, in het Me-
nuetto hoopen ze zich op en in het slot-Allegro
verdringen ze elkaar letterlijk. Hoe wordt dat
speelsche motief, soms nog gecombineerd met
andere thema's, tusschen de instrumenten heen
en weer geworpen! Rusteloos gaat dat door,
maar de schertsende toon blijft bewaard en de
volkomen klaarheid ook. Dat is geniale mu
ziek. En dit kwartet is maar één van Mo
zart's tien beroemde!
Wanneer brengt ons een of ander kwartet
ensemble eens het laatste in F gr. t., K.V. 590?
Dan kunnen we weer van andere geniale in
vallen genieten.
K. DE JONG.
Het 52000 ton metende Engelsche passagiers
schip „Berengaria" zal te Jarrow gesloopt wor
den. De „Berengaria" behoorde vroeger aan
Duitschland en heette toen „Imperator". Het
schip moest na afloop van den wereldoorlog
aan Engeland uitgeleverd worden,