De Hoofdwacht Gemeentebegrooting voor 1939 WERKZAME NIEREN aan de Croote Markt. Vroeger Haarlem's Raadhuis. fè&eutnatiek yOOR DE KUNST' V R TT n A G 9 UEEEMREK '1938 H "A" A'REE M'S DAGEEAD 6 Geschiedschrijvers aan het woord. Er zullen wel niet veel Haarlemmers zijn, die de voormalige „Hoofdwacht" op de Groote Markt, ook wel genoemd „het oude Raad huis" niet 'kennen. Het is een van de oud ste, maar ook een van de mooiste bouwwer ken die Haarlem bezit. En al wordt dit ge bouw al sedert vele jaren niet meer voor mi litaire doeleinden gebruikt, de Haarlemmers blijven toch altijd nog spreken van de Hoofdwacht. In de laatste jaren zijn zoo nu en dan herstellingen aan dit merkwaar dige bouwwerk verricht, doch gelukkig steeds op een zoodanige wijze, dat het uiterlijk geen noemenswaardige verandering van vorm meer onderging. Niet altijd heeft men er echter zoo over ge dacht. want te oordeelen naar de verschillen de steensoorten en andere bouwonderdeelen, zooals raam- en deuropeningen, is er in den loop der eeuwen veel gewijzigd, waardoor het moeilijk is de geschiedenis van dit bouwwerk na te gaan. Omtrent den oorsprong en den tijd van stichting is niet veel met zekerheid te zeggen. In de 13e eeuw wordt er in de geschiedenis van de stad Haarlem reeds melding van ge maakt. Onze vroegere stadsbeschrijver Corne lls de Koning „Tafereel der Stad Haarlem" (1807) en anderen met hem, meenen: „dat dit sierlijke, goed geëvenredigde gebouw, met zijn hoogen stoep (bordes), zijn fraai balkon en zijn niet minder fraaie daklijst in den vorm eener balustrade, vroeger ook hier wel ten gebruike van de graven (onze aloude lands- heeren) zou hebben kunnen dienen". Een his torisch bewijs als zoodanig is dit echter in geen enkel opzicht. In den voorkant van het houten balkon is een gedenk steen aange bracht die in vroeger tijden in den voorgevel was ingemetseld. Het opschrift van dezen steen luidt; „Wanneer de Graef hier op het Sand Sijn Princen Woning had geplant So was dit loflick oud gesticht Tot Haerlems Raedhuys opgericht". Dit opschrift vermeldt dus alleen, dat in zeker tijdperk de Graaf op het Zand woonde en hier het „Raedhuys" was. Langen tijd en zelfs nog in onze dagen spreekt men dan ook vaak van „het oude Raadhuis" alhoewel niet bekend is, wanneer en hoe lang het als zoodanig dienst deed. Een onzer kroniekschrijvers zegt hiervan: „Alzo is 't Hof der Graaven van de Politieke Magistraat ingenomen, die daar gebracht heb ben alle de Stads Kisten, orgineele Schriften, Handvesten, Blassarden, Registerboeken, en verder alle Secreeten der Republiek; alwaar onze Vooi'vaderen plagten Recht te wijzen en vierschaar te spannen en Stads-Gerechtigheid te mainteneeren en te bewaaren, tot op hui den dezen dag". In 1641 wordt het aangeduid als; „het huis daar het vergulde Lampet uyt hangt, voor maals geweest zijnde het oude Raedthuys der stad Haerlem". In het begin der 17e eeuw was dit oude Raadhuis geen eigendom meer van de stad. In 1613 behoorde het gebouw aan Emerentia van Zuren, Wed. Arnout van Berensteyn (ver moedelijk een dochter van Jan van Zuren). Op den laatsten dag van dat jaar werd het verkocht aan Jacob Cornelisz. Schonaeus en op 16 April 1641 aan Jacob Jacobsz. de Jong die het weer verkocht aan Mr. Scipio Orméa; in 1682 behoorde het aan zijn kinderen en 12 jaar later aan Mr. Justus Ormea. 26 Juni 1721 werd Herman van Hage eige naar, om het op 10 Nov. 1739 over te dragen aan het Aalmoezeniers- en Weeshuis. In 1755 kwam het opnieuw in handen van de stad Haarlem. Volgens een besluit van de Vroedschap d.d. 3 Maart 1755 kocht de stad dit gebouw op verzoek van den Krijgsraad om •„tot eene hoofdwacht van de schutterij te dienen en daar te kunnen waken in plaats van op het Stadhuis, alwaar de zetel zich te genwoordig bevindt". Verder werd door de Stadsregeering beslo ten; „dat omtrent de veranderingen aan het voors. oude Stadthuys te doen, zal worden ge volgd het plan, hetwelk onder deze stad is berustende en dat zulks met de meeste mena ge zal worden werkstellig gemaakt en uitge voerd". Tusschen de ramen zijn natuursteenen at tributen van wapentuig, en op het balkon 2 Aan het gebouw van de Hoofdwacht aan de Groote Markt te Haarlem worden momenteel door Openbare Werken herstellingen verricht aan het dak en het balcon. De verf wordt ver nieuwd en tevens worden de gebruikelijke onderhoudswerken uitgevoerd. In bijstaand artikel wordt de geschiedenis van dit merk waardige stuk Oud-Haarlem verteld. 'steenen leeuwen. Boven het balkon een deur met fronton en guirlandes. De schutters hebben het oude Raadhuis tot 1810 gebruikt toen Haarlem een vast garnizoen kreeg. Vermoedelijk hebben bovenbedoelde veranderingen zich alleen beperkt tot het inwendige, omdat het uiterlijk van het gebouw, zooals wij dit thans kennen, vrijwel overeenkomt met een afbeelding uit 1740. Uitwendige verbouwing heeft plaats gehad in het begin van de 17e eeuw, toen Mr. Scipio Orméa eigenaar was. Het ligt voor de hand, dat er verband be staat tusschen de lotgevallen van het oude Raadhuis en het gebouw dat nu de zetel is van het stedelijk bestuur. In de 11e eeuw waren de Graven van Holland gaarne in Haarlem. Ampzing noemt met name Floris n (1091- 1122> maar zegt'er bij, dat deze niet de eerste was. Zij hielden hun hof in de grafelijke wo ning, welke door Floris of misschien reeds door zijn voorgangers is gebouwd. „De historie van het paleis (het tegenwoor dige Stadhuis) der graven te Haarlem (aldus Gonnet) en aangaande de jaren, die zij daar hebben doorgebracht, is wel wat wijd uitge- loopen, maar leidt tot de gevolgtrekking, dat het Stedelijk Bestuur tusschen 1287 en 1360 een juister benadering is niet te maken op de eene of andere wijze, door schenking, of koop, in het bezit kan zijn gekomen van het voormalig Grafelijk paleis, daarin zijn zetel heeft gevestigd en het eerste Raadhuis (de voormalige Hoofdwacht) heeft verlaten". Wat er van midden veertiende eeuw tot midden zestiende eeuw met het oude Raad huis is gebeurd is niet met zekerheid bekend. Omstreeks 1550 werd dit perceel eigendom van Mr. Jan van Zuren. Deze rechtsgeleerde was tevens boekdrukker en had tot compag non in zijn bedrijf Dirk Volckertsz. Coornhert. Van 1561 tot 1569 was Van Zuren Burge meester van Haarlem, en daarna meermalen schepen tot 1590. Volgens overlevering is hij de man gevrcest, die van het oude Raadhuis een woning liet maken. De naam „het oude Raedthuys" bleef echter gehandhaafd. Misschien heeft' de oor spronkelijk ingemetselde steen, welke in het houten balkon is geplaatst, hiertoe veel bij gedragen. In 1855 verzocht S. J. Frank de ruimten on der de Hoofdwacht (twee kleine woningen1 tei mogen huren voor berging van behangselpa pier. Dit verzoek werd niet ingewilligd, omdat de stad deze ruimten voor andere doeleinden had bestemd. Vijf jaar later worden B. en W. gemachtigd deze huisjes „onder de hand" te verhuren tegen 60 cent per week. Bij raadsbesluit van 17 Maart 1876 wordt be sloten een lokaal in de Hoofdwacht in te rich ten ten behoeve van den Opzichter over de gasverlichting, om daarin onderzoekingen te doen omtrent het door de gasbuizen geleide gas en daarvoor te besteden ten hoogste 250.—. Eenige jaren later wordt dit lokaal weer ontruimd en verhuurd aan een winke lier in de Smedestraat voor het opbergen van kisten. Tijdens de behandeling van de gemeente begrooting voor 1890 vestigt een der leden er de aandacht op, dat nu aan het gebouw de Hoofdwacht belangrijke kosten voor herstel lingen moeten worden besteed, alleszins aan leiding bestaat om te trachten van Rijkswege eenige huur voor het gebruik van het gebouw te verkrijgen. Voor verbeterde inrichting was n.l. uitgetrokken de som van 1285,—, waar onder was begrepen een bedrag groot 402.-- voor het herstellen van de uitgesleten trappen. Tevens werd de wensch uitgesproken dat in het algemeen zou worden nagelaten de na tuurlijke steenwerken te verven. Men meende echter dat, alhoewel het verven van natuur steen niet aanbevelenswaardig is. dit slechts kan worden nagelaten wanneer de steen ge heel gaaf is en het verven dus dikwijls nood zakelijk blijkt (b.v. aan de Stadswaag) om een algeheele verweering en verbrokkeling te voorkomen. 4 Juni 1890 deelen B. en W. den Raad mede dat de Hoofdwacht tot heden kosteloos in ge bruik was bij de militaire overheid. Het Rijk zal voortaan beginnende met 1890 een huur- som betalen groot 45.— per jaar. Bij de verhuur is niet begrepen het lokaal der kelder verdieping, dat een afzonderlijken uitgang aan de Smedestraat heeft. De kosten voor on derhoud zijn voor rekening van het Rijk met uitzondering van het dak en de buitenmuren. De begane grond-verdieping zal door het Rijk worden gebruikt ten behoeve van het bureau van den plaatselijken adjudant en het gere geld of op ongezette tijden stationneeren van een militaire wachtpost. De bovenverdieping (zolder) wordt verhuurd aan S. de Jager voor 35 per jaar teneinde die in te richten tot een museum van wapens, harnassen, scherm- en gymnastiekwerktui gen e. d. Het gebruik van kunstlicht en ont plofbare stoffen is verboden. Sedert 1920 is het gebouw verhuurd aan de Vereeniging „Haerlem", die het gebruikt voor het houden van tentoonstellingen, archief en samenkomsten. wordt voorkomen en bestreden f door het probate en onschade lijke middel drog. vanaf f. 0.80 p. f/ac. (axel. O.8.) (Adv. Ingez. Med.) HEEMSTEDE. Een sluitende begrooting zonder belastingverhooging, maar financieele voorzichtigheid is geboden. De gevolgen van de nieuwe belastingplannen zijn voor de gemeente nog niet te overzien. B. en W. kunnen tot hun spijt niet met een voorstel komen om de tarieven der bedrijven te verlagen. Om financieele redenen zien B. en W. ook af van invoering van Openbaar Voorbereidend Onderwijs. De ontwerp-gemeente-begrooting voor 1939 sluit, wat den gewonen dienst betreft, in totaal met f 1.779.720.79 en wat den kapitaaldienst be treft met f 1.802.031. B. en W. schrijven in hun toelichting o.a.; „Konden wij bij de aanbieding van de ont- werpbegrooting voor het jaar 1938 er onze ver heuging over uitspreken, dat herhaalde overwe ging en overleg met de Financieele Commissie tot een sluitende begrooting had geleid, ook dit maal zijn wij er in geslaagd den raad een ont- werp-begrooting aan te bieden die sluit zonder dat belastingverhooging of andere classificatie van de gemeente behoeft plaats te hebben. Dat wil echter niet zeggen dat financieele voorzichtigheid ook nu niet nog geboden zou zijn. Het tegendeel is waar en daartoe nopen niet alleen de crisislasten, welke zwaar blijven druk ken, doch ook de door de Regeering aangekon- dgde en deels reeds aangeboden wetsontwerpen tot wijziging van de belastingheffing. De finan ciën der gemeenten zullen hierdoor beïnvloed worden in een mate en op een wijze, waarvan de gevolgen nog niet te overzien zijn. Zeker is, dat de door de Regeerïng beoogde maatregelen eerder na- dan voordeelen voor onze gemeente zullen opleveren. Ten gunste van het sluitend maken van de ontwerpbegrooting hebben enkele factoren van beteeken is medegewerkt, welke B. en W. willen noemen. Eerstens kan deze begrooting aanvan gen met een batig saldo van den dienst 1937 ad i 134.865.01, terwijl in 1938 geraamd is f 47.337.45 en voor bijdrage uit het reservefonds f 65.000. Uit dezen hoofde wordt 1939 reeds gunstig be- invloed met een bedrag van bijna f 23.000. Aan rente van geldleeningen kon ongeveer f 22.000.minder geraamd worden dan in 1938 (in wélke lagere raming de drie winstgevende bedrijven deelen voor ruim f 4.400.terwijl verdere hoogere belastingramingen een voor deel opleveren van ongeveer f 22.000.De to tale winst van de drie bedrijven is, mede dank zij de lagere renteposten, ongeveer f 4000. hooger geraamd dan in 1938. Per inwoner komt de geraamde winst echter overeen met die van 1938. Met de geraamde winstcijfers is uitgegaan van handhaving der bestaande tarieven, terwijl ten opzichte van het gasbedrijf weer gerekend is op eenzelfden maatregel inzake de afschrijvingen als de beide laatste jaren werd getroffen. Door dezen maatregel, zijnde de afwijking van de be paling dat de afschrijving ten minste gelijk moet zijn aan de geraamde aflossing, is de winst nu met f 12.000.gunstig beïnvloed. Met dit cijfer is dus hierboven reeds rekening gehouden. Dank zij deze gunstige factoren sluit de be grooting, terwijl voor onvoorziene uitgaven slechts een bedrag van ruim f 25.000.beschik baar is. Evenals zulks in vorige jaren de gewoonte was, hebben B. en W. ook nu meerdere malen overwogen öf bij de aanbieding van deze be grooting niet een voorstel tot tariefsverlaging zou kunnen worden gedaan. Meerdere mogelijk heden tot verlaging zijn door den Directeur be rekend en in het college besproken. Tot hun spijt kunnen B. en W. echter geen vrijheid vin den een voorstel tot tariefsverlaging te doen. De meerderheid der Commissie voor de Be drijven adviseerde B. en W. het vastrecht voor gewoon gas van f 2.tot f 1.60 per maand te verlagen, echter onder voorwaarde dat, nu de bedrijfsbegrootingen daarvoor geen ruimte meer laten, de kosten ad f 6000.uit de gemeente begrooting gevonden zouden kunnen worden. Ook dit punt hebben B. en W. nog weer opnieuw overwogen, doch de ramingen in de gemeente begrooting laten dezen maatregel niet toe, zoodat zij den Raad ten sterkste moeten ontraden thans iets aan de tarieven te veranderen. Een verla ging zou naar hun oordeel alleen door te voeren zijn, wanneer tot belastingverhooging zou wor den overgegaan en dit is een maatregel waartoe B. en W. in de gegeven omstandigheden aller minst vrijheid kunnen vinden. Het staat reeds vrijwel vast, dat tengevolge van regeringsmaat regelen, de ingezetenen meer zullen moeten gaan opbrengen. B. en W. meenen dat daarnaast zooveel mo gelijk voorkomen moet worden, dat ook de ge meentelijke belastingdruk zwaarder wordt. De maatregelen welke de regeering wenscht te treffen zullen ook van de gemeente recht streeks financieele offers vragen. Met name zal, indien inderdaad een forensenbelasting inge voerd mocht worden, dit de opbrengst van de opcenten op de gemeentefondsbelasting aanzien lijk doen dalen. De door de Regeering te treffen maatregelen beoogen echter veel meer dan alleen invoering eener forensenbelasting. Deze maat regelen zijn echter nog niet uitgewerkt gepubli ceerd en de gevolgen daarvan dan ook nog niet te overzien. Met deze onzekere factoren voor oogen is zoo vervolgen B. en W. voorzichtigheid in het algemeen ernstig geboden en zal van nieuwe, niet strikt noodzakelijke bemoeiingen voorloo- pig moeten worden afgezien. Daartoe rekenen B. en W. o.m. ook de voorziening in openbaar voorbereidend onderwijs. Ook nu hebben zij ge meend dezen post voor memorie te moeten ra men, omdat de financieele gevolgen van invoe ring te bezwarend zouden zijn. In 'n vergadering van de Commissie voor 't Onderwijs kwam het idee ter sprake om bij invoering van dit onder wijs de gelijkstelling geleidelijk door te voeren. Het eerste jaar zou dan met een niet te hoog be drag belast worden, doch voor het jaar 1940 zou de invoering een niet onaanzienlijke verhooging van lasten medebrengen. B. en W. vestigen er hierbij de aandacht op, dat door de invoering van bedoeld onderwijs de levensvatbaarheid van een der bestaande bij zondere scholen in het gedrang zou komen. An derzijds stellen B. en W, zich op het standpunt dat de gelijkstelling dan niet uitgesteld of over meer jaren verdeeld behoort te worden, zoodat bedoeld idee hun instemming niet zou hebben. Nu reeds thans is te voorzien, dat 1938 een veel geringer batig saldo zal opleveren dan 1937 en het saldo van eerstgenoemd jaar moet dienen als aanvangspost voor 1940, valt alleen hieruit al te concludeeren, dat, indien de omstandighe den zich niet in meer gunstigen zin ontwikke len, het gemeentebestuur den eerstkomenden tijd de uiterste voorzichtigheid zal moeten betrachten, wil het de aantrekkelijkheid van de gemeente behouden. Dit zal zelfs noodig zijn, los van de vele nog volkomen onzekere factoren welke het financieele aspect der gemeente nog ten ongunste kunnen beïnvloeden. Bovendien heeft de Regeering in overweging om ten opzichte van het voorbereidend onder wijs eene wettelijke regeling voor te bereiden, zoodat het ook uit dien hoofde geen gunstig mo ment is om nu tot invoering van openbaar voor bereidend onderwijs en gelijkstelling daarmede van het bijzonder voorbereidend onderwijs over te gaan. De posten steun aan werkloozen en kosten van werkverschaffing raamden B. en W. op de zelfde bedragen als voor 1938. Zij vertrouwen dat het totaal der raming voor 1938 zal blijken voldoende te zijn. Het aantal ingeschreven en ondersteunde werkloozen toont een geleidelijke daling zoowel bij het aantal ingeschrevenen als bij dat der ondersteunden, doch deze is nog niet van dien aard, dat B. en W. een lagere raming der genoemde posten zouden aandurven. De da ling was over de verstreken 11 maanden van 1938 vergeleken bij dezelfde maanden van 193' 12.8, 12, 20.9, 4, 5.2, 11.4, 23.7, 22,6, 12.6, 7.6 en 2.6 pet. De uitkeering uit het Gemeentefonds is voor 1939 geraamd op f 71.558 tegen f 74.322 voor 1938. In 1939 moet betaald worden voor rente van leeningen f 187.742.80 en voor aflossingen f 259.150. Aan politiesalarissen zal uitbetaald worden f 53.000 tegen f 51.700 in 1938. Het nadeelig saldo van de zwemvijvers is ge raamd op f 1300 (1938: f 500), dat van het bad huis op f 3665 (1938; f 4400). Voor onderhoud van straten en pleinen, we gen en voetpaden is f 43.850 uitgetrokken (1938: f 41.000), voor de plantsoenen f 28.000 (1938: f 24.500). De uitgaven voor „Groenendaal" zijn gesteld op f 21.545 (1938: f 21.255). De opbrengst der Straatbelasting is op f 25000 geraamd (1938: f 24.000). De kosten voor de gemeente voor onderwijs zijn als volgt geraamd: openbaar l.o. f 6148, openbaar u.l.o. f 8852, openbaar buitengewoon l.o. f 770, bijzonder gewoon l.o. f 57.836, bijzon der u.l.o. f 15.172, bijzonder buitengewoon l.o. f 950, bijzonder voorbereidend l.o. f 10.350, Mid delbaar onderwijs f 80.600, Hooger onderwijs f 8300, en nijverheidsonderwijs f 6810. De uitgaven voor ziekenverpleging worden geraamd op f 30.000 (1938: f-28.250). De kosten van Maatschappelijk Hulpbetoon werden uitge trokken op f 110.250 (1938: f 101.170), voor werk verschaffing is f 25.000 uitgetrokken (gelijk aan 1938) en voor steun aan werkloozen f 130.000, plus f 7500 voor bijzondere toeslagen. De opbrengst der belastingen is als volgt ge raamd: Gedeelte van de hoofdsom der grondbelasting f 39525 (f 38.650). 80 opcenten op de gebouwde eigendommen f 86.000 (f 84.000). 20 opcenten ongebouwd f 760. 20 pet. van de hoofdsom der Personeele Be lasting f 33.500 (f 31.000). 120 opcenten op de Personeele Belasting f 216.000 (f 198.000). 48 opcenten dividend- en tantième belasting f 4500 (f 4500). 20 opcenten op de Vermogenbelasting f 20.000 (f 21.360). 35 opcenten op de Gemeentefondsbelasting f 163.930 (f 167.770). Hondenbelasting f 7500 (f 6500). Vermakelijkheidsbelasting f 5000 (f 5000). De cijfers tusschen haakjes zijn de geraamde bedragen voor 1938. De winsten der bedrijven zijn geraamd op electriciteit f 139.156, gas f 60.138, water f 35.323. Het nadeelig saldo der reiniging is uitgetrok ken op f 25.370. Op den kapitaaldienst wordt f 18.000 uitge trokken voor verbetering van de Molenwerfslaan en den Cruquiusweg. De staat der schulden der gemeente wijst op 1 Januari 1939 een bedrag aan van f 5.440.700. In het reservefonds voor bijzondere doeleinden is nog een bedrag van f 38.000. Voor het eerst is op de begrooting een post van f 2500 gebracht voor de luchtbescherming en W. willen (het is nu voor het eerst) f 250 subsidie geven aan de Politie Sport- Sch ietver eeniging. In 1939 zullen geheel of gedeeltelijk worden bestraat: Zandvoortsche laan, Leidschevaart- weg, Chrysantemumlaan, Laan van Bloemen- hove, v. d. Spiegellaan, J. M. Molenaerplein, Joh. Bosboomlaan, Jacob de Wïtstraat, Pieter de Hooghstraat, Landzichtlaan. Spaarnzichtlaan. Koedieflaan, Vijflieerenstraat, Resnovaplein Drieheerenstraat, Wipperplein, Valkenburger- laan, Woonweg, Binnenweg en Cloosterlaan. Vorige jaren werd een subsidie van i' 400 aan de Burgerwacht gegeven, nu is deze post niet uitgetrokken. Pro memorie is een post gezet voor de stich ting van dienst- en vergaderlokalen op de Glip. Hiervoor zal een afzonderlijk crediet worden aangevraagd. BESCHIKBAARSTELLING BEDRAG PER LEERLING VOOR OPENBAAR ONDERWIJS IN 1939. Volgens de gewijzigde voorschriften der La ger Onderwijswet 1920 behoort bij de vast stelling van de gemeentebegrooting voor 1939. evenals dit in 1938 voor het eerst is gedaan, te worden vastgesteld het bedrag, dat voor de openbare scholen in 1939 wordt beschikbaar gesteld. Een berekening hiervan is opgesteld in het ontwerp-besluit dat door B. en W. ter vaststel ling aan den Raad wordt aangeboden. Voorgesteld wordt te besluiten, het bedrag, bedoeld in artikel 55 bis, eerste lid. der Lager onderwijswet 1920, voor het jaar 1939 te be palen op: f 10131.30 720 f 14.07 per leerling voor het openbaar gewoon lager onderwijs, te vermeerderen met f 0.50 voor administratie kosten, f 14.57; f 4750.25 210 f 22,62 per leerling voor het openbaar uitgebreid lager onderwijs, te ver meerderen met f 0.50 voor administratie f 23.12. BEHEER DER GEMEENTEBEDRIJVEN. B. en W. stellen den raad voor te besluiten, artikel 14, sub 3, der Verordening op het be heer van de gemeentebedrijven voor 1939 ten behoeve van het gasbedrijf buiten werking te stellen, omdat reeds enkele jaren een aanmer kelijk bedrag extra moest worden afgeschre ven. NIEUWE UITGAVEN. De N.V. Levensverzekering Mij. „Utrecht" heeft ten dienste van haar reclame een alleraardigst Baby-boekje uitgegeven. De illustraties, die de verschillende phaser» van het babyleven symbo- liseeren, zijn zeer geslaagd. De N.V. Bigot en van Rossem te Amsterdam geeft een boekske uit, getiteld „Eva's jongste dochter", een verzameling citaten over „Schoon heden van het zwakke, en zwakheden van het schoone geslacht". Ter Algemeene Landsdrukkerij in Den Haag is verschenen „De Landbouwcrisismaatre gelen" het verslag aan de Sta ten-Generaal over April, Mei en Juni 1938. Bij de N.V. Residentiebode te Den Haag verscheen „Het algemeen belang in de zaak- Vrijman" door mr. H. P. Marchant. „De parel van Koning: Réputal". De fa. de Erven de wed. J. van Nelle te Rot terdam heeft een boekje uitgegeven: „De parel van Koning Réputal". Men kan dit aardige boekske bij den winkelier krijgen tegen inleve- ■ing van 40 halfponds-achter-etiketten van Van Nelle's pakjes koffie. „De parel van Koning Réputal" is een oor- pronkelijk sprookje op lijm door J. Vadeen. Aardige illustraties van Dick Engelse ver luchten den tekst. ZORG VOOR M IEMAND vordraajt verstopping der Inge- 1 wanden, maar traag functlonneerendc nieren, die ernstige gevolgen kunnen hebben. Worden dikwijls verwaarloosd. Rugpijn, ver stoorde slaap, duizeligheid, rheumatlek. ischias of spit zijn de er vaak uit voortkomende gevol gen. Deze verschijnselen waarschuwen u. dat □e werking der nieren verstoord raakt. Houd derhalve uw nieren In goeden staat door een diuretlsch middel. Stel uw gezondheid niet In de waagschaal, maar laat Foster's Rugpijn Nieren Pillen u nleuwo kracht en vitaliteit geven. Foster's Pillen bevatten geen gevaar. Iljke bestanddeelen en hebben In Holland ruim SO Jaren ongeëvenaard succes behaald. ~~1 33Rugpijn Nieren Pilleng (Adv. Ingez. Med.) MUZIEK. ORTAMBERT-KWARTET. Ravel, Mozart en Debussy op een kwartet avond in den Stadsschouwburgwas het wonder dat de avond van 11 Maart 1938 in mijn herinnering kwam. die avond, toen het genieten van de ongeëvenaarde vertolking van Debussy's op. 10 door het Calvet-kwartet ver stoord werd door het tijdens de pauze in de corridors opgehangen bulletin, dat de wereld opschrikte? „Dies irae, dies illa, solvet saeclum in favilla, Teste David cum Sibylla" gelijk de liturgische tekst luidt. „Dag van toorn, die vol gens getuigenis van David en Sibylla, een eeuw tot asch vernietigt". Doch 't was ditmaal geen Vrijdag; de quasi- ernstige studentenbetoogingen te Parijs, die om „teruggave" van Venezia en den Vesuvius riepen gaven geen aanleiding tot bulletins en we konden dus ongestoord genieten tot het einde toe. Dat het Ortambert-ensemble in staat zou zijn een zóó volmaakt genot schenken als dat van Calvet, is me gisteravond niet geble ken. Juist de toevallige omstandigheid, dat op beider programma's de kwartetten van Ravel en De'oussy stonden, noopt tot vergelijking. En dan moeten we zeggen, dat de van elke ge dachte aan materieelen oorsprong losgemaak te, schier bovenaardsche vertolking van Cal vet en de zijnen door het ensemble van nu niet bereikt werd. Er was, ook in Ravel nu eens een hardheid in den klank, dan weer een ongelijk pizzicato of een te fel aangepakt arpeggio, waardoor de gedachte aan instrumentale on volkomenheden levendig gehouden werd. Ook in Mozart's strijkkwartet had de klank vaak ideëeler kunnen zijn; bovendien was daar meermalen een ongestadigheid in de tempo's waar te nemen. Het Allegretto scheen reeds in de hoofdthemagroep tot versnelling der beweging te leiden, de Finale daarentegen werd door de eerste viool zóó snel ingezet, dat spoedig matiging noodig bleek en desondanks het tempo een duidelijke uitvoering der cello figuren nog schier onmogelijk maakte. Zoo was er een en ander dat we anders had den mogen wenschen en ik kreeg den indruk dat van de vier instrumentalisten alleen de altist Albert Leguillard een volkomen gaaf spel deed hooren. Maar ik wil niet alleen aan merkingen doen hooren. Er waren ook vele oogenblikken, waarin de klank zeer mooi was; de inzet van Ravel's Kwartet en sommige mo menten in het Andantino van dat van De bussy mogen als voorbeelden genoemd wor den. En als geheel is het Ortambert-kwartet zeker een zeer goed kamermuziek-ensemble te noemen. Het is slechts jammer voor dit en semble, dat alweer het betere de vijand van het goede gebleken is. De keuze van Ravel èn Debussy op een en denzelfden avond lijkt me overigens alleen tegenover een gehoor van muziekstudeerenden aanbevelenswaardig. Er is te veel overeen komstigs in den instrumentalen stijl van beide werken en de verschillen in de psychische ge aardheid der componisten en in den bouw liggen niet zoo voor de hand. Mozart was door een ander werk vertegen woordigd dan op den gedenkwaardigen 11 den Maart. Zijn kwartet K. V. 499 bezit al de eigenaardigheden van zijn laatste periode, voornamelijk de voorliefde voor contrapunti- sche verwikkelingen. Reeds in het Allegretto treden die spoedig op als canonische nabootsingen, in het Me- nuetto hoopen ze zich op en in het slot-Allegro verdringen ze elkaar letterlijk. Hoe wordt dat speelsche motief, soms nog gecombineerd met andere thema's, tusschen de instrumenten heen en weer geworpen! Rusteloos gaat dat door, maar de schertsende toon blijft bewaard en de volkomen klaarheid ook. Dat is geniale mu ziek. En dit kwartet is maar één van Mo zart's tien beroemde! Wanneer brengt ons een of ander kwartet ensemble eens het laatste in F gr. t., K.V. 590? Dan kunnen we weer van andere geniale in vallen genieten. K. DE JONG. Het 52000 ton metende Engelsche passagiers schip „Berengaria" zal te Jarrow gesloopt wor den. De „Berengaria" behoorde vroeger aan Duitschland en heette toen „Imperator". Het schip moest na afloop van den wereldoorlog aan Engeland uitgeleverd worden,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 10