MENU VAN DE WEEK Recept' en GraceMoore,deNachtegaal van Tennessee RADOX VRIJDAG 9 DECEMBER 1938 HSSRCEM'S ESX'GBE'AÜ "Castvrouw zijn Een kunst, die in onzen tijd al te zeer wordt verwaarloosd. Er was een tijd. dat de gastvrouwelijke plichten bij een huisvrouw al bijzonder zwaar wogen: dat was de tijd van de eindelooze visites en contra-visites, van de avondjes, de partij tjes, de dinertjes en de soupertjes. Dikke boeken met de „regels der etiquette", met nuttige wenken voor het aangenaam be zighouden der gasten deden opgeld en geen jonge vrouw was eerder gereed om in 't huwelijksbootje te stappen of ze moest de kunst van ontvangen terdege meester zijn! Dat hoorde er zoo bij nèt als de „degelijke huishoudelijke basis". Wat is dit alles in een twintig, dertig jaar tijds héél anders geworden! 't Ligt geheel in den geest des tijds. dat we met ons druk, jachtig leven en met onze veel zwaardere financieele en andere zorgen ons niet zooveel meer van onze buren en kennissen aantrekken als onze moeders en grootmoeders. Dat we. als zijnde „lastige romslomp", heel wat stijve visites en avondjes met één slag hebben afgeschaft. Een verarming van ons leven? Oppervlak kig beschouwd, wel, maar als we wat dieper kijken, dan heeft ook deze zaak twee kanten. En dan kon het weieens zijn, dat wat armoe de lijkt, eigenlijk een nieuwe rijkdom voor ons wil beteekenen. „Er vallen geen goede appels van den ■boom" zegt de oude volkswijsheid, m.a.w. een gebruik, dat in onbruik raakt, was in wezen ook eigenlijk niet waard om langer te leven. En als we nagaan, hoe snel en gemakkelijk we, wat betreft ons contact met de buitenwe reld, het heele radsrwerk van verplichte ditjes en datjes plus een lange lijst van omgangs vormen en verdere behartigenswaardigheden van ons levensprogram hebben geschrapt, dan moeten we wel tot de overtuiging komen, dat al die rompslomp ook werkelijk niet veel waard was. Dat onze geest en gemoed er heel best buiten konden! Ja, dit is betrekkelijk wel waar, maar toch. er is een element in den omgang met vrienden en kennissen, en vooral ook in het „gast vrouw zijn", dat we noode missen. Het is het zich instellen op de behoeften der gasten, het voor 't oogenblik geheel wegcijferen van eigen belangen, het zich afvragen: hoe kan mijn avond (of middag) voor anderen een succes worden? Het. is, wat ik bijna met 'n wel wat zwaarwichtig", maar toch ook niet geheel on juist woord „zielszorg" zou willen noemen. Dit element bezaten de gastvrouwen in vroegere eeuwen in hooge mate en het is wel zeker, dat onze Nederlandsche gastvrijheid niet zulk een uitstekenden naam zou hebben gekregen, als dit element haar ontbroken had. En mis schien is het niet tè boud als ik beweer, dat juist toen dit „innerlijke" in onze gastvrij heid verloren ging, onze avondjes en par tijtjes gingen afzakken tot het niveau van „lastige rompslomp", rijp om te worden af geschaft. Wat is er voor onze ouderwetsche, officieele omgangsvormen in de plaats gekomen? Een allegaartje: vluchtige ontmoetingen, losse uitnoodigingen van „kom eens oploopen", bridge-avonden, waarbij 't natuurlijk in hoofdzaak om het spel en de ontspanning, gaat, en dan énkele diepere vriendschappen (maar die zijn van alle tijden en dus speciaal voor onzen tijd niets bijzonders). Maar waar is nu in onzen tijd de gastvrouw gebleven, die zich bewust tot taak stelt om ook nog voor iets anders te zorgen dan voor de thee en de koekjes en de verwarming? De gastvrouw, die de kunst van ontvangen nog ziet als een moeilijke, maar heel belangrijke taak en die deze dan ook met haTt en ziel be oefent met alle tact en fijnheid, waarover zij beschikt? De kunst van ontvangen is zeker niet gemak kelijk: zij vraagt niets meer of minder dan de inzet van de heele persoonlijkheid, wil men er iets van terecht brengen. Maar juits daar om is zij het beoefenen waard. En als ik 't goed zie, dan is het juist nu de geschikte tijd om ons ook op dit belangrijk onderdeel van onze taak-als-vrouw eens te bezinnen. Want hier ligt 'n groot terrein braak: de fossielen van de ouderwetsche gedwongen visitetjes en partijtjes, waar tenslotte geen leven meer in zat, zijn er nu wel grondig uit; 't zaaien van het zaad, waaruit een nieuwe, meer „inner lijke", meer stijlvolle gastvrijheid zal kunnen groeien, vraagt een vaste en ferme vrouwen hand! Versfandsboekje Mijn vrouw heeft een boekje aangelegd, dat ze heel verstandig! haar „verstands boekje" noemt. Want zegt ze 't dient om mijn verstand te hulp te komen. In dit boekje noteert mijn vrouw alle din gen, die ze onthouden wil; de adressen van vrienden en kennissen, van loodgieters, schoor steenvegers, tuinlieden en „kleine prutser- tjes", van dienstmeisjes, werksters en verstel- naaisters. En langs den rand van het boekje bevindt zich een alfabetische klapper, waar door men het gezochte vlug kan vinden. Als i k een dergelijk „verstandsboekje" had, zou ik het als volgt inrichten: den naam Willemsen zou ik onder de W. zetten, Faber onder de F. En als me het beroep van den per soon in kwestie belangrijker leek, zou ik hem b.v. inschrijven onder het hoofd: banketbak kers, wasscherijen enz. Maar mijn vrouw gaat heel anders te werk. Een paar dagen geleden kwam ik erachter, toen ze bezoek had van een pasgetrouwd me vrouwtje. Deze zocht een werkster, die tevens wascht en naait en niet duur is. U begrijpt, dat het vinden van een derge lijk juweel voor mijn vrouw met haar „ver standsboekje" een kleinigheid is. Ze droeg mij dan ook onmiddellijk op. even voor haar in 't boekje te kijken. Het juweel woonde, als ze zich goed herinnerde. Mozartstraat 15 en heette juffrouw Wessels. Ik neem het boekje en kijk zooals iedere man in mijn plaats gedaan zou hebben op de W. Maar ik vind geen Wessels. Misschien staat het juweel onder „naaisters": ik kijk op de N., maar zonder resultaat. Ik moet nu wel bekennen, dat ik 't niet vinden kan. Mijn vrouw zucht „je moet ook alles zelf doen". Ze zal eens even kijken onder „huis houding". Ze zoektmaar neen, 't juweel staat er niet in. „Gek!" zegt mijn vrouw. Maar dan roept ze opeens: „O ja, natuurlijk! Die juffrouw is toch getrouwd en heet Roest van zichzelf en woonde vroeger in de Veerstraat. 't Staat dus natuurlijk onder de V. En inderdaad: onder de V. staat: juffrouw Wessels, werkster, naai ster. waschvrouw. Beethovenstraat 15. Mijn vrouw straalt. „Zie je nu wel, 't klopt! Zelfs de straat wist ik nog". Ik ben sprake loos over zooveel verstand. En ik vraag mijn vrouw, onder welke letter i k we1, zou worden ingeschreven, gesteld, dat ik in haar „ver standsboekje" voorkwam. Ze lacht en zegt snel; „O. natuurlijk onder de M." „Wat?" zeg ik verbluft „èn ik heet Bob!" „O, wat zijn jullie mannen toch dom! Net of je naam er iets toe doet. Voor mij kom je onder de M., en dat beteekent: Mijn aller liefste". Hoe we van oud nieuw maken Aparte overgooier met Tiroolsch borduurwerk. Dit aardige overgooiertje, dat gemaakt kan worden van een jurk, die te kort geworden is, is met Tiroolsch borduurwerk versierd. De band om de taille kan dienen om het rokje langer te maken. Bestemd voor den leef tijd van 1018 jaar. We doen het beste, eerst een teekeningetje op ware gi'ootte te maken en dit nogeens over te nemen op dun papier. Hiervan maken we twee stuks en rijgen ze op de juiste plaats op den. rok. Als de motiefjes geheel klaar zijn trekken we 't papier er tusschenuit. Zoo doen we ook met de motiefjes op den tailleband en het dwarsbandje. Winterkwaaltjes en een paar eenvoudige tips om ze te voorkomen. De winter staat voor de? deur met zijn ge zellige, lange avonden, maar ook met zijn velerlei ongerief en kwaaltjes. Allerlei ge varen omringen ons; we kunnen op tal van manieren kou vatten, nat worden enz. enz. Heel veel van dit ongerief kan echter wor den voorkomen als we de volgende eenvoudige wenken nu eens serieus opvolgen. Ter bescherming van enkels en polsen dragen we „mofjes", bestaande uit een gewoon randje breiwerk, flink stijf gebreid. Onze rug. een zeer gevoelig lichaamsdeel bij de meeste vrouwen, zal erbij gebaat zijn, als we steeds wol op de huid dragen. In 't begin is dit wat kriebelig, maar heusch: op den duur went 't! Voor 's nachts is het zeer aan te bevelen, een breeden gebreicien gordel te dragen. U hebt 't dan altijd lekker warm en zult niet zoo gemakkelijk rillerig wakker worden. Koude voeten zijn een ellende. En daarom moest iedere vrouw, die hier last van heeft steeds in den winter haar schoenen een half nummertje grooter koopen en er een zooltje in leggen van kurk of vilt. Bij gebrek hieraan kan men zich behelpen met vier- of zesdubbele zooltjes van krantenpapier, die echter het nadeel hebben dat de kousen er vuil van worden. En dan is er nog de wintersche narigheid van de „ijsvoeten" 's avonds in bed. Als u hier last van hebt, moet u beslist maatregelen nemen en niet stom liggen lijden tot den da geraad! Laat iedereen u maar gerust uit lachen, maar neem 'n kruik of verwarmden steen mee naar bed. Vindt u dezen maatregel te drastisch, dan kunt u zich ertoe bepalen de voeteinden der lakens, vlak voor het naar bed gaan, met een zoo warm mogelijk ijzer (zonder bruine vlekken te maken!) op te strijken- Ex- komt waarschijnlijk damp van de lakens af: een bewijs dat ze vochtig waren! Nu staat u de lakens en dekens zoo om, dat er een warmen voetenzak wordt gevormd en legt één deken (ingestopt) er overheen. Een zwaar kussen op de voeten wil c«ok nog weieens helpen! Om natte (en dus ijskoude) voeten op straat te voorkomen is een zeer goed middeltje het invetten van de naden tusschen zool en bovenleer. Ook de moderxxe rubberlaarzen ol overschoenen zijn een prachtige bescherming en er zijn tegenwoordig zelfs sierlijke model letjes in den handel! Een andere wintermisère wordt gevormd door de rooide handen. Vooral huisvrouwen, die alles zelf doen, hebben hier vaak last van. Heel verstandig is het dus, de handen steeds goed af te dro gen (dus niet vluchtig met een half natten handdoek, omdat er juist gebeld wordtl) Hang steeds een handdoek op het rekje voor de kachel of boven 't fornuis, zoodat die in- en indroog is en wrijf steeds na 't wasschen de handen even in met een beetje crème. Is het helaas toch zoover met u gekomen, dat uw handen rood en ruwgeworden zijn, dan zal het volgende middeltje beslist helpen Kook een paar mooie, ki-uimige aardappels, giet ze af en wrijf ze zeer fijn. Doe er daarna wat melk en een weinig citroensap door en smeer 't papje, dat geen kluitjes mag be vatten 's avonds voor 't naar bed gaan op uw handen. Om de vorming van winterhanden en klo ven in de handen te voorkomen, is het uit stekend, ze iederen dag eerst koud af te was schen en daarna in te wrijven met kamfer- spiritus. Warm uw handen nooit bij de kachel. Ook voor gevoelige voeten die spoedig 'rood en ruw worden, is dit uit den booze! Wintervoeten berusten overigens op een slechten bloedsomloop en veel beweging is er uitstekend voor. In 't 'algemeen kunnen we er niet genoeg den nadruk op leggen, dat in den winter de bloedsomloop krachtig moet woi-den bevorderd. Loop niet te „hufteren" Heel verkeerd en doan is de gewoonte van veel dames om, wanneer ze 't koud hebben door huis te loopen „hufteren", d.w.z. het hoofd in de schouders te steken en zich amper te duiwen bewegen. Hierdoor wordt de bloeds omloop vertraagd en men krijgt het hoe lan ger hoe kouder. De juiste houding is: schouders naar ach teren, borst vooruit, armen losjes laten han gen. Haal gewoon adem zonder overdrijving. Een heel vervelend winterkwaaltje is ver der een roode neus. U kunt hier wel iets tegen doen, door het lastige lichaamsdeel bij herhaling te baden in een niet te sterke aluinoplossing. Zondag: Knolraap Kippesoep Aardappelen. Kalfsoesters Citroenrijst met Doperwten (bus) vanillevla Aardappelen. Donderdag: Vruchtensla. Jachtschotel Maandag: Roode kool Gekookte rijst. Vanillevla met Ragout van kip bitterkoekjes Pannekoeken Vrijdag: Appel Gestoofde visch Dinsdag: Aardappelen. Stamppot van Andijviesla boerenkool Tapiocapap Rookworst Zaterdag: Stoofperen Erwtensoep Woensdag: Gevulde beschuit- Ribstuk bollen VEGETARISCHE MENU'S. 1. Schotel van aard- 3. Magere erwtensoep appelpuree, gekookte Gebakken kaas eieren en sla van plakken Brusselsch lof. Bloemkool Appelmoes met Aardappelen, beschuit Botersaus Vruchten 2. Rijst met tomaten- 4. Bloemkoolsoep saus en geraspte kaas Aardappelgehakt Andijviesla Brusselsch lof Broodschoteltje met Chocoladepudding gember met vanillesaus Vruchtensla Cs winters). Benoodigdheden (4 personen)2 sinaasap pelen, 2 bananen, 2 handappelen, 2 peren; of 2 bananen, 1 grape fruit, peren, 2 manda rijnen. Bereiding: De sinaasappelen, mandarijnen en grape fruit pellen en alle harde vliezen en pitten verwijderen. In plakken snijden of in kleine stukjes en met wat suiker bestrooid wegzetten. De appelen en de peren schillen en in heel dunne schijfjes snijden. Ze voox-zichtig met de andere vruchten vermengen en alles overdoen in een vlaschaal, of in platte wijn glazen of op kleine glazen schoteltjes verdee- len. Als garneeringeen paar mooie schijven sinaasappel boven opleggen en hierop een ge- confijt kersje leggen. Naar verkiezing slagroom er bij geven, of de schotel, waxxneer er niet veel vocht losgelaten Is, (bij grape fruit) ermee bespuiten. Schotel van aardappelpuree, eieren en Br. lof of andijviesla. Benoodigdheden (3 personen): 1 K.G. ge kookte aardappelen, 6 eieren, l pond Br. lof, l of 2 stx-uiken gele andijvie, 3 lepels slaolie. 4 lepels azijn, pl.rn. 3 d.L. melk, peper, xxoot. zout, 30 gr. boter. Bereiding: De eieren 10 minuten koken, af spoelen, pellen en halveeren. Van de aardap pelen met de melk, peper, noot, boter en zout puree maken, en deze kloppen tot ze luchtig is. De puree overdoen in eexx met boter in- gesmeerden en met paneermeel bestrooiden rijstrand, en deze op een grooten schotel kee- ren, óf de puree als een bergje midden op een verwarmden schotel schikken. De halve eieren in den rand en om de puree heen leggen, en garneer en met hier en daar wat andijvie of Br. lof sla. Voor deze sla het lof en de andijvie schoon maken, heel goed wasschen en in zeer dunne reepjes snijden. De groente goed uit laten lek ken, zoonoodig tusschen een schoonen doek drogen, en vermengen met de olie, de azijn, peper en wat zout. De sla minstens V2 uur voor het gebruik klaarmaken, zoodat alles er goed ingetrokken is. Zangeres met een roeping EEN wondex-lijke levensgeschiedenis is die van Grace Moore, de beroemde Amerikaansche zangeres, die wellicht méér geld verdient dan ooit een van haar vrouwelijke collega's vóór haar (duizend poxid voor een recital!). Maar er was ook zeker zelden een jonge vx-ouw, zóó ruim begiftigd met goede gaven der natuur, zoo harmonisch van uitex-lijk en innerlijk. Een weldadig aandoende harmonie in onzen verscheurden tijd spreidt Grace Moo re ten toon: ieder, die haar op de film of in 't concertgebouw weieens heeft gehoord en ge zien, heeft stellig de charme van deze levens krachtige figuur oxxdergaan! Met haar aardig, sympathiek gezicht, haar blauwe oogen en mooie tanden, haar goed fi guur en sportieve houding is ze het prototype van het evenwichtige Amerikaaxxsche meisje van wie levenslxxst en frischheid uitgaan. Bovendien speelt ze comedie als de allerbes te actrice en wat natuurlijk de kern is van al deze actrices ze heeft een prachtige stem. Grace Moore, de nachtegaal van Tennessee, werd in het plaatje Jellico geboren als het dochtertje van een kolonel in een streng godsdienstige, puriteinsche omgeving. Het sprak reeds in haar prille jeugd bijna vanzelf dat ze zendelinge zou worden: ze zou later naar Chixxa gaan om te evangeliseeren onder de koelies. En in afwachting van deze bestem ming, gaf ze bijbelondexTicht aan de kleine negei'kinderen uit de omgeving en leerde zij ze psalmen zingen. En iederen Zondag ging ze zes keer de leerlingen van haar Zondagsschool van hun huizen afhalen. Ze deed het graag, ze leefde in dit wei'k, er bestond niets anders voor haar. En tochals er in de kerk gezongen werd, werden sterke emoties in haar wakker. Muziek en zang gaven haar een gevoel van vrijheid, van een lichtende toekomst Van haar achttiende jaar af was haar be sluit genomen: ze zou en moest zangeres wor den. Een droom, die in dat milieu wel héél on mogelijk aandeed en waar de oudex-s zich dan ook begrijpelijkerwijs met hand en tand te gen verzetten. Grace deed er het zwijgen toe. Maar eens op een dag was ze opeens wegradicaal en op z'n Amerikaaixsch wèg vaxx school. Verstopt in de kamer van een vriendin, terwijl de doo- delijk ongeruste ouders met hulp van de po litie het stadje afzochten. Ze liet ze eexx week lang zoeken, vertrok dan met. geleend geld naar New-York. 't Begin van haar loopbaan was niet erg voorspoedig: de driehonderd dollar, die ze ge leend had, raakten op. en wat begint een achttienjarig provinciaaltje dan in een we- x-eldstad? Maar haar stem werd tenminste op gemerkt en na verloop van een paar maanden was Grace met haar droomen van groot zangeres blij, dat ze een engagementje kreeg in het cabaret „The black cat". Geen geschikte omgeving! Maar 't was een sport op de lad der, die, langs music-hall en operette, zou lei den tot het doel! Na een poosje debuteert ze op Broadway en 't begint-juist een beetje ernst te worden'met de carrière als.... ze opeens op een avond haar stem kwijt is! Groote schrik en ontstelte nis: stembanden verlamd en één kans op de duizend dat herstel mogelijk zal zijn. Een half jaar bx-engt ze buiten door. zonder een noot te zingen. Maar dan gebeurt het wonder: de stem keert terug, zuiverder dan ooit. En tij dens de genezingsperiode, die ze in Europa doorbrengt, sluit Grace het contract af voor „musix-box", haar volgende revue. Weer voert het lot haar naar Broadway Maar temidden van het groote succes, dat haar deel is, weet Gx~ace aldoor zeker, dat haar bestemming elders ligt: ze wil ernstige muziek brengen, een échte zangeres worden! 't Is geen toeval, maar bestemming, dat ze kennismaakt met Mary Garden, de beroemde Amerikaan sche zangeres, ster van de Metropolitan-opera en dat deze haar begrijpt en haar aanraadt haar muzikale studiën voort te zetten. Haar raad vindt weerklank: even bruusk als ze eens van huis wegliep laat Giace Moore nu Broadway met zijn klatex-goud in den steek Ze studeert zang te Milaan, dan te Parijs Maanden gaan voorbij en haar stem ontwik kelt zich tot haar vollen rijkdom. De „Metropolitan" staat nog altijd voor haar gelijk met het ideaal en ze is diep teleurgesteld als de manager Tigler zegt: „U wordt nooit eerr echte zangeres. U hebt te veel operettes gesneeld" Maar Grace antwoord- „Ik wed om honderd dollar dat ik in de Metropolitan zal zingen". Een paar maanden later debuteert ze er werkelijk, in „Roméo en Julia" en incasseert ze op haar gewone zakelijke manier de hon derd dollar van de weddenschap. Alweer een stapje dichter bij het doel: het brengen van ernstige muziek. En Grace gaat verder: ze zingt te Parijs bij wijze van proef een gedeelte uit de opera ..Louise" en hoort Albert Wolff uitpakken: „Je begrijpt nog niets van het leven. Kom over twee jaar maar eens terug". Acht jaar later zingt ze dezelfde aria te Ostende. terwijl Albert Wolff dirigeert. Een subtiele wraak. Grace Is gelukkig: ze staat thans op het toppunt van haar roem, Is ge huwd met Valentin Parra en werkt ontzet tend hard. Het kleine meeningsverschilletje met haar ouders ls natuurlijk reeds lang bij gelegd. De film, met al zijn mogelijkheden, heeft Grace geannexeerd en daarnaast zingt ze bij voorkeur ln de concertzaal. Ge deelten uit opera's en vooral haar lievelings- rol: Loyise. Het leven van Grace Moore schijnt geken- mex-kt door snelle besluiten: voor de dei-de maal laat ze een veilig heden in den steek voor een onzekere toekomst, als ze het plan oppert de film en de „ernstige muziek", waarvan ze altijd gedroomd heeft, te combineeren Grace wil haar .J^ouise" gaan verfilmen De oude oer-Fransche opera, die al 850 keer in Parijs werd opgevoerd en vandaar .een triomf tocht over de wereld maakte, zal nu op het witte doek verschijnen met Grace in de rol van het Parijsche werkstertje. dat alles in den steek laat voor haar dichter De Hollywood- magnaten begrijpen er niets van. maar Grace weet wat ze wil: ze laat een contract van an derhalf millioen dollar schieten, betaalt de vereischte schadevergoeding en gaat scheep naar Europa, waar een Fransche maatschap pij haar Louise zal verfilmen En ze heeft de voldoening dat de rechten van de meeste groote opera's reeds door film maatschappijen zijn aangekochtals voor zorgsmaatregel Dag in dag uit werkt Grace nu te Parijs Ze kleedt zich iederen morgen in het costuum van een Parijsche midinette uit de vorige eeuw en brengt haar dagen door in een kamertje or Mont-Martre. Ook houdt ze lange gesprekker met den componist van „Louise", Gustave Charpentler. die nu 78 jaar geworden is en nog altiid ziin heseheiden optrekje bewoon1 op de boulevard Rochechouart en die evenah Grace, gelooft in de roeping van de ernstige muziek voor de film. Dit vestje voor een meisje van 8 tot 10 jaar, is gebreid van terra 3 araads wol. De nopjes van groene en gele wol. We hebben noodig 300 gr. terra en een strengetje groene en een strengetje gele wol, pennen no. 3/2 en 8 knoopjes. Rug. Voor den rug zetten we op 95 st., we breien eerst 1 pen 1 recht 1 overecht verdraaid, terug gaande 1 recht verdraaid 1 averecht. Is de boord 24 toeren dan begiixnen we aan het patroon: 3 a., 1 r. 3 a., 1 r. 7 a., 1 r. 3 a„ 1 r. 7 a., eixz. (het gedeelte tusschen de kom ma's is het patroon). We eindigen met 3 a. teruggaande worden de averechte steken recht en de rechte steken averecht gebreid. Na 7 toeren breien we 6 pennen in de tricotsteek, d.w.z. 1 pen x-echt 1 pen averecht. Als we nu het patroon bekijken, zien we een werk van avex*echten met daarin streepjes van rech ten. Met een gekleurden wollen draad worden de middelste rechte steken bij elkaar gehaaid, zoo dat de gekleurde nopjes alle even groot worden. Nu verspringen we het patroon en breien 1 r. 1 a. 7 r.l a. 3 r. 1 a., enz. Na 98 toeren kanten we het armsgat af: aaxx weerskanten 8 st. (422) zoodat wij 79 st. overhouden. Na 52 toeren boven het armsgat kanten we de middelste 31 st. af voor den hals en zetten aan weerskanten 24 st. cip een draad. Linkervoorpand. We zetten op 54 st. en beginnexi weer met den boord evenals bij het achterpand; de laatste 6 st. worden evenwel recht gebreid en bij de volgende pen de eerste 6 st. Dit wordt het randje ribbels, waar later de kxxoopen op komen. Na 24 toeren beginnen we met 4 a. en vervolgens het patroon, (zie boven.) Zijn we bij het arxxxsgat, dan kanten we hiervoor 12 st. af (6222). De overige steken breien we door tot we 34 toex'èn boven het armsgat hebbexx. Daxx kanten we voor den hals 18 st. af (12222) en breien door tot 52 toeren boven het armsgat. De 24 st. voor den schouder breien we samen met den schouder van het rugpand. Rechte rvoorpand. Dit is het spiegelbeeld van het linkervoor pand, alleen worden in het ribbelrandje knoopsgaten gemaakt. Het eerste knoopsgat 4 ribbels van onderen, het volgende 8 ribbels hooger, enz. Elk knoopsgat is 4 st.breed. Mouw. Voer de mouw, die we van boven begiix nen, zetten we op 31 st. Patroon: 7 a. 1 r. 3 a. 1 r. 7 a. 1 r. 3 a. 1 r. 7 a. 1 r. 3 a. 1 r. 7 a. Om de 2 pennen maken we er 1 st. bij tot we 61 st. hebben dan ineens nog aan weers kanten 10 st. en op deze 81 st. breien we 6 pennen. Nu minderen we om de 2 pnnen voor en achter aan de pen tot 61 st. Als we 12 x het patroon boven elkaar hebben, min deren we door tot 54 st. Na 15 x het patroon breien we een boord als voren van 24 toe ren. Kraag. Opzetten 110 st. en aan het begin van elke pen meerderen (1 st.) tot we 118 st. hebben. Alles wordt recht gebreid en na 12 ribbels kanten we strak af. Voor we den kraag op het vestje naaien strijken we deze eerst on der een natten doek rond. Den afgehechten kant naaien we tegen den hals. Als nu alle stipjes in het vestje zijn gewerkt en alles op de machine in elkaar is gestikt, wordt het geheel onder een vochtigen doek mooi plat gestreken. Sp: Th. GEEN VETPUISTJES MEER doch een frissche gave huid door geregeld gebruik van Radox in Uw waschwaterl, Bij apothekers en erkende drogisten a (0.90 per pak en f0.15 per klein pakje. (Adv. Ingez. MedJ Een Huishoudschortje Onze teekening laat zien, hoe u vlug en heel gemakkelijk een schortje kunt maken: een kleedingstukje. dat zeer in den smaak valt, vooral als de kleuren met zorg gekozen zijn. Het schortje wordt aan één stuk geknipt en in de taille met lintjes vastgestrikt. Hals. zijkanten en onderkant worden omgeboord in de kleur der lintjes. Nu nog een paar zakjes erop, en 't schoi'tje is klaarl

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 7