Chamberlain wacht op een vredesteeken van Berlijn, Hoe Japan propaganda maakt. Zonder Duitschland's medewerking geen Europeesche vrede. Grootsche ontvangsten voor officiëele bezoekers. Noodlottige botsing op de Taag. DINSDAG 20 DECEMBER "1938 H'AA'REEM'S DA'GBEAD" 5 Motie van wantrouwen verworpen. In het Engelsche Lagerhuis heeft minister president Chamberlain gisteren, in antwoord op de vraag of hij de Fransche regeering in kennis wilde stellen van het onderwerp van zijn voor genomen besprekingen met Mussolini, gezegd, dat de Britsche regeering natuurlijk in nauw contact zal blijven met de Fransche regeering ten aanzien van deze besprekingen, zoowel als van alle andere gebeurtenissen waar beide lan den belang bij hebben. Het is evenwel moeilijk het belang van de besprekingen, welke nog ge houden moeten worden, uiteen te zetten. Verder sprak Chamberlain kracjitig de ge ruchten tegen, dat de Britsche regeering zou overwegen koloniaal gebied af te staan aan Italië. Hij voegde hieraan toe, dat een dergelijk voorstel door de Italiaansche regeering niet is gedaan. Butler zeide in antwoord op de vraag of Groot Brittannië voornemens is zich te wenden tot regeeringen van andere landen dan Frank rijk en Italië om bemiddeling in Spanje te ver krijgen, dat de regeering gebruik zal maken van elke geschikte gelegenheid om een opschorting der vijandelijkheden tot stand te brengen met medewerking van iedere andere regeering, die denzelfden wensch heeft. Bij het indienen van de motie van wantrou wen der Labour oppositie welke tot strekking heeft, dat het Lagerhuis geen vertrouwen heeft in de buitenlandsche politiek der regeering, verklaarde Dalton onder gelach der mi- nitsers, dat voor zoover Chamberlain zelf een overheerschend aandeel had genomen in de lei ding der buitenlandsche politiek, de motie van Labour er een is, die het vertrouwen ontzegt aan den premier persoonlijk. Dalton zeide, dat Engeland niet behoed wordt door degenen, die het hadden moeten bewaken. De bewakers van het nest hebben de laatste ze ven jaar zijn veiligheid en zijn verdediging vernield, vele vrienden vervreemd en het land in het meest directe gevaar gebracht, dat sedert den grooten oorlog ondervonden is. Wat het verre oosten betreft, vroeg spreker, of de regeering bereid is iets te doen om China te helpen. Over den Europeeschen toestand sedert Mün- chen, zeide Dalton, dat wel verre van vrede in onzen tijd te geven, zooals door Chamberlain was beloofd, de regeling van München geheel Europa in wanorde gebracht heeft. Na te hebben verwezen naar Tsjecho Slowa kije en Roethenië, vroeg spreker Chamberlain het Huis eenige inlichtingen te verschaffen be treffende de voornemens der regeering ten aan zien van de in het oog loopende pogingen, die thans door Duitschland ondernomen worden „om verdere moeilijkheden op onmetelijke schaak te brengen in Oost Europa, teneinde het zelf te overheerschen en door de vestiging van een z.n. Groot Oekraine zich meester te maken van de enorme voorraden olie en tarwe en een nieuwen oorlog te ondernemen." Dalton vroeg of de regeering bereid is die landen, die bedreigd worden door agressie, te steunen. De volgende vraag betrof de kwestie in hoe verre de Britsche garantie den invloed onder gaat van de laatste ontwikkelingen in Tsjecho Slowakije en in het bijzonder van het voorstel een corridor te maken door Tsjecho Slowakije heen. Wanneer er een explosie van dynamisch geweld in Duitschland ontstaat, is Chamberlain dan bereid Duitschland de vrije hand te laten om geheel Oost Europa uiteen te breken? Ook wilde spreker weten, wat de regeering doen zal om de scheepvaart en de essentieele Britsche rechten in de Middellandsche Zee te beschermen. Ten slotte sprak Dalton, onder gejuich der Labourfractie, de vrees uit, dat Chamberlain evenals te München ook te Rome ernstig in ge vaar zou verkeeren „overbluft te worden en weggemanoeuvreerd". Met het oog op deze vrees, aldus spr., zou het onbehoorlijk en in strijd met onzen plicht als oppositie zijn. wanneer wij niet uitdrukking gaven aan onze grootste ongerust heid. Chamberlain begon zijn antwoord met te ver klaren, dat de motie van wantrouwen zoowel duidelijk als kort was. Wat zou Dalton gedaan hebben, wanneer hij in München was geweest? De politiek van Dalton zou het land tegelijker tijd in een oorlog hebben gestort met Japan, Duitschland, Italië en ook Franco. Het zou ver standig zijn, wanneer Dalton, die geen eigen politiek had, ten minste zou trachten een kans op succes te geven aan de politiek der regee ring, welker doeleinden in ieder geval, naar de meening van spreker door het geheele Huis worden goedgekeurd. Wanneer die politiek niet temin mocht mislukken, zou Chamberlain zelf de eerste zijn om toe te geven, dat iets anders er voor in de plaats moet worden gesteld. Spreker geloofde niet, dat de bewering ge grond is, volgens welke de Italiaansche regee ring beloften verbroken heeft, weshalve een bezoek aan Rome ongepast is. Volgens de inlich tingen der regeering kan niet worden ontkend, dat een zekere hoeveelheid bijstand, in man schappen en materiaal, in de laatste maanden aan beide partijen is gegeven, en dat aan Fran co's kant een deel van dezen bijstand uit Italië blijkt te zijn gekomen. De vraag komt dus op, of de bijstand tot zoo'n hoogte stijgt, dat ver breking ontstaat van het door de Italiaansche regeering gegeven woord (van Labourzijde wor den kreten van verbazing geuit). Er kan niet worden gezegd, dat er eenige vergrooting is weest van de Italiaansche troepen sedert October. Wat de rechten van oorlogvoerende betreft herhaalde spreker, dat zoolang er buitenlandsche troepen in Spanje zijn en er geen andere oplossing gevon den is voor de Spaansche kwestie dan het niet inmengingsplan de Britsche regeering niet voornemens is andere rechten van oorlogvoerende toe te ken nen, dan die welke in overeenstemming zijn met dit plan zelf. Over zijn aanstaande reis naar Rome zeide Chamberlain nog: Ik betreur het uitermate, dat in dit land of elders gezegd is, dat de minister van Buiten landsche Zaken en ik tevoren moeten worden gebonden door een verzekering, dat wij geen en kele zaak gaan verraden, geen enkel vitaal be ginsel gaan laten varen en eenerlei belangrijke belangen, van dit land of een onzer vrienden, gaan opofferen (toejuichingen). Dergelijke be weringen zijn niet slechts een beleediging voor ons, maar het is ook hoogst onhoffelijk voor onze gastheeren te veronderstellen, dat zij ons zou den uïtnoodigen iets dergelijks te doen (hilari teit bij de oppositie). Het is een poging om van te voren de atmosfeer onzer besprekingen te vergiftigen (luide toejuichingen van de minis- terbanken) hetgeen volkomen in strijd is met den geest, waarin wij de uitnoodiging der Ita liaansche regeering hebben aangenomen. Wij gaan met den algemeenen wensch onze betrekkingen te verbeteren door een beter be grip van elkanders standpunten en om door per soonlijk contact het vertrouwen tusschen ons te versterken, hetgeen, wanneer het succes heeft, noodzakelijk moet bijdragen tot de algemeene stabiliteit in Europa en meer in het bijzonder tot de stabiliteit van de landen, die aan de Mid dellandsche Zee liggen. De Engelsche betrekkingen met Duitschland, aldus Chamberlain verder, zooals ik die zou willen zien. zijn tot uiting gekomen in de verklaring van München. Wij zijn tot het inzicht geko men, dat de behandeling van het Duit- sche volk in het tijdperk na den oorlog noch edelmoedig, noch verstandig is ge- weest(toejuichingen. Met het verstrij ken van den tijd zijn wij zijn groote kwaliteiten gaan erkennen en hebben wij het sterke verlangen gekregen het te zien samenwerken tot herstel van de Europeesche beschaving. Er bestaat hier geen geest van wraakgierigheid noch een verlangen om zijn ontwikkeling te belemmeren of zijn geweldige vitaliteit als natie te beperken. Integendeel, wij zijn er vast van overtuigd, dat, tenzij dit sterke, manlijke volk gebracht kan worden tot deelgenootschap met ande ren ter verbetering van het algemeene bestaan, er vrede noch vooruitgang kan zijn in Europa in de dingen, die het leven waard maken geleefd te worden. (Toejuichingen). Wanneer ik door een in dit Huis gesproken woord een verzekering kan geven, die dieper gaat dan een formeele politieke verklaring dat er in dit land een vurig en voortdurend ver langen bestaat, dat de volken van Engeland en Duitschland, tezamen met de andere leden van het Europeesche gezin van naties het gepast zouden achten samen te werken om de oorlogs dreiging weg te nemen, dan geef ik uitdrukking niet alleen aan onze eigen gevoelens, maar ook aan die van vele andere landen in de geheele wereld, die naar ons uitzien om hen te leiden uit hun moeilijkheden. Het is echter niet voldoende voor ons om dien wensch uit te spreken. Er zijn er twee noodig om een overeenkomst te sluiten, evenals er twee noodig zijn om oorlog te voeren en ik wacht nog op een teeken van hen, die voor het Duit- sche volk spreken, dat zij dezen wensch deelen en bereid zijn hun bijdrage te le veren aan den vrede, die hen zelf even zeer zou helpen als ons. (Toejuichin gen). Ons verwijten, dat wij voortgaan met herwa pening na München, beteekent een vreemde ne geering van de feiten, die voor allen duidelijk zijn. Wij zijn te allen tijde bereid beperking der bewapeningen te bespreken op den grondslag, dat allen bijdragen aan de beperkingen be hoorlijk rekening houdend met hun eigen vei ligheid. Het zou een tragische fout zijn, wanneer men onze liefde voor den vrede en ons vermogen om compromissen te sluiten aanzag voor zwakheid. (Toejuichingen). Sprekende over het Verre Oosten zeide Cham berlain: staande tegenover tegelijkertijd in het Verre Oosten en Europa losgebroken krachten, kunt gij niet verwachten dat de Britsche regee ring, of eenige andere regeering, voldoening krijgt voor iederen eisch, wanneer die ook komt onder zoo abnormale omstandigheden. Alles wat gij kunt verwachten is, dat al het mogelijke ge daan wordt en dat geen eisch en geen belangen over het hoofd worden gezien. Ik wil het Huis de verzekering geven, dat dat gedaan wordt, dat wij onze rechten verdedigen en dat wij niet bereid zijn een der strijdenden partijen de nor male betrekkingen te ontzeggen, die zij gerech tigd zijn van een bevriende mogendheid te ver wachten. Zijn rede besluitende zeide Chamberlain, dat hij als zijn overtuiging wilde herhalen, dat de buitenlandsche politiek der regeering gedurende de afgeloopen achttien maanden voortdurend juist is geweest (toejuichingen) en dat, wanneer hij die achttien maanden nog eenmaal zou moe ten beleven, hij die politiek niet in het geringste zou wijzigen (toejuichingen. Op de vraag of de regeering een leening zal toestaan aan de Chineesche regeering, zooals de Vereenigde Staten dat gedaan hebben, verklaar de Chamberlain, dat in beginsel de regeering verheugd zal zijn, wanneer het mogelijk zal blij ken zekere Britsche exporten naar China te ver gemakkelijken. Na Chamberlain sprak de leider der libe rale oppositie, Sinclair. Spreker vreesde dat wanneer men met de tegenwoordige politiek voortgaat, het eer moeilijk zal zijn in de toe komst een oorlog te vermijden. Lloyd George zeide, dat de premier uit Mün chen is heengegaan met een overeenkomst, die niet in acht is genomen. Ik heb nog nooit iemand ontmoet, aldus Lloyd George, die de overeenkomst van München als bevredigend be schouwde, evenmin als de verschillende trans acties der laatste jaren, waarbij de dictatoren hun woord gebroken hebben bij overeenkomst na overeenkomst. Toch gaan wij nog voort met hen nieuwe overeenkomsten aan te gaan. Gij moet eenige zekerheid hebben, dat Mussolini zich zal houden aan de overeenkomst, die hij aangaat, voordat gij nieuwe overeenkomsten met hem sluit. Alles, wat Eden heeft gezegd over dit onderwerp is door de gebeurtenissen ge rechtvaardigd. Ten aanzien van de niet inmenging vroeg Lloyd George of Chamberlain een nieuw pact ging opstellen, dat een gelijke kans zou geven aan de beide partijen in Spanje, of dat men, Duitschland en Italië kon toestaan voort te gaan met het zenden van zooveel materiaal als noo dig geacht wordt om de overwinning van Franco te verzekeren, terwijl de niet inmengingspoli- tiek opgelegd zal worden op Frankrijk en Groot Brittannië. De arbeidersafgevaardigde Cocks zeide te ge- looven, dat Engeland ten zeerste bedreigd wordt door het bondgenootschap der drie agressieve staten. Missies naar Turkije, Rusland en andere landen zouden een beter middel tegen dat ge vaar zijn dan bezoeken aan Berlijn en Rome. De vroegere onderstaatssecretaris van Buiten landsche Zaken, Cranborne zeide, dat bepaalde landen, vooral Duitschland en Italië, zichzelf beschouwen als schuldeischers van de rest van de wereld. Is de reegering, aldus Cranborne, van meening dat de wereld en in het bijzonder Engeland en Frankrijk nog verdere concessies aan deze staten moeten doen of staan zij op het standpunt, dat de schulden van het verleden ruimschoots voldaan zij en dat er aan onze zijde tegenvorderingen bestaan? De door de Arbeiderspartij ingedien de motie van afkeuring in de regeering werd tenslotte door het Lagerhuis met 340 tegen 143 stemmen verworpen. Van 't Nederlandsche paviljoen op de Wereld tentoonstelling, die het volgend jaar te New- York wordt gehouden, is het stalen geraamte gereed gekomen. Dezer dagen heeft de Neder landsche zaakgelastigde te New-York, W. C. graaf van Rechteren Limpurg. de vlag op de constructie geheschen. Het tentoonstellings comité was daarbij tegenwoordig. Een foto kort na de plechtigheid. WOENSDAG 21 DECEMBER 1938. HILVERSUM I 1875 en 415.5 M. N.C.R.V.-Uitzending. 6.30—7.00 Onderwijs fonds voor de Scheepvaart. .8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten, gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Gelukwen- schen. 10.30 Morgendiénst. 11.00 Gramofoon muziek. 11,15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Be richten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 En semble v. d. Horst en gramofoonmuziek. 1.30 Gramofoonmuziek. 2.00—2.55 Zang en piano. 3.00 Christelijke Lectuur.. 3.30 Piano-voor dracht en gramofoonmuziek. 4.15 Christelijk Jeugdkoor „Zing met ons mee" en gramofoon- muziek. 4.45 Felicitaties, 5.00 Voor de kinde ren. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.15 „Overheid en bedrijfsleven". (Om 6.30 Berichten). 6.30 Taalles en causerie over het Binnenaanvarings reglement. 7.00 Berichten. 7.15 Voor postze gelverzamelaars. 7.45 Causerie over leerbe- werking. 8.00 Berichten ANP., herhaling SOS- berichten.. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.45 Cau serie. 8.55 NCRV-orkest. 9.05 Gramofoon muziek. 9.15 Vervolg concert, m.m.v. solist. 10.00 Berichten A.N.P., actueel halfuur. 10.30 Eemlanders. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Ver volg cmicert. 11,25 Gramofoonmuziek. 11.50 12.00 schriftlezing. HILVERSUM II. 301.5 M. VARA-uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO 6.30-7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO. 8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten) 9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Morgen wijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de Continubedrijven. 11.40 Voor de werkloozen. 12.00 Orgelspel.. (Om 12.15 Berichten.) 12.30 Gramofoonmuziek. 12.451.45 VARA-orkest. 2.00 Voor de vrouw. 3.15 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmuziek. 6.006.23 De Ramblers. 628 Berichten. 6.30 Gramofoonmuziek. 6.40 Caueserie „Crisisbeleid in Amerika. 7.00 VARA Kalender. 7.05 Gelukwenschen. 7.10 Vocaal concert. 7.30 Caueserie „Om het oude volk". 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berich ten' A.N.P., VARA-Varia. 8.15 Voor de scha kers 8..16 Uitzending voor het Joodsch Sociaal verbond „Poala Zion". 8.45 Radio-tooneel. 9.45 Gramofoonmuziek. 9.55 Causerie „Schuldig of onschuldig". 10.00 Berichten ANP. 10.05 Vara-orkest m.m.v. soliste. 11.00 Ensemble „Es meralda". 11.301200 Orgelspel. OROITWICH 1500 M. 11.25 Gramofoonmuziek. 12.05 BBC-Welsh- orkest, m.m.v. solist. 12.50 Pianovoordracht. 1.20 Uit Stockholm: Sune Waldimir en zijn orkest. 2.00 Declamatie. 2.20 Dansmuziek (Gr. platen.). 2.50 Gramofoonmuziek. 3.20 Jack Wilson en zijn kwintet. 3.50 Sectie van het BBC-Northern-Ireland orkest, m.m.v. soliste. 4.20 Vesper. 5.05 Gramofoonmuziek. 5.40 Henry Hall en zijn orkest. 6.20 Berichten. 6.40 Het Blech-strijkkwartet. 7.20 Versterkt BBC- Variété-orkest en solisten. 10.30 3de acte van de opera ..Francesca da Rimini". 11,25 Jack Harris en zijn Band. 11.50—12.20 Jazzmuziek. (Gr. pl.) RADIO PARIS 1648 M. 9.00. 10.00 en 11.20—12.10 Gramofoonmuziek. 12.30 Zang. 1.05 Gramofoonmuziek. 1.25 Ellis- orkest. 1.55 Gramofoonmuziek. 2.35 Zang. 2.50 en 3.30 Gramofoonmuziek. 3.35 Zang. 5.05 Zang. 5.25 Giardino-orkest. 6.35 Trio Casella 7.20 Lucien Capet-herdenking. 8.35 Fluit- voordracht. 8.50 Orgelconcert. 9.20 Variété programma. 10.50 en 11.2011.35 Gramofoon muziek. KEULEN 456 M. 5.50 Het Rheinische Landesorkest. 7.508.50 Gramofoonmuziek. 11.20 Het Rheinische Lan desorkest. 12,35 Solistenconcert. 1.30 Populair concert. 2.50 Gramofoonmuziek. 3.20 Otto Dobrandt's orkest. 4.30 Gramofoonmuziek. 4.40 Mannenkwartet. 5.50 Zang en piano. 6.35 en 7.30 Leo Eysoldt's orkest en solisten. 8.20 Radiotooneel met muziek. 10.2011.20 Gra mofoonmuziek. BRUSSEL 322 M. 12.20 Gramofoonmuziek. 12,50 en 1.30 Om- roepsalonorkest. 1.50—2.20 Gramofoonmuziek. 5.20 Zang en gramofoonmuziek. 5.50 Gramo foonmuziek. 6.50 Pianovoordracht. 7.20 Om- roepsalonorkest. 8.20 en 9.20 Omroepsympho- nie-orkest en solist. 10.3011.20 Gramofoon muziek. DEI TSCHLANDSENDER 1571 M. 7.30 Kerstprogramma. 7.50 Gevarieerd con cert. 9.20 Berichten. 9.50 Viola en piano. 10.05 Berichten. 10.20—11.20 Barnabas von Geczy en zijn orkest. Alleen de Chineezen blijven koel (Van onzen correspondent in het Verre Oosten). SINDS het uitbreken van het Chinee sche conflict is de toestrooming van toeristen naar Japan met rasse schre den afgenomen. De groote passagiers schepen, die jaarlijks drommen bezoekers op hun wereldreizen „aanvoerden", die dan enkele dagen in Japan's voornaamste steden, met name Kobe, Tokio, Yokohama en Kyoto doorbrachten, hebben Japan van hun programma afgevoerd en daarvoor in de plaats onder anderen Bali opgenomen. Die toeristen-industrie bracht jaarlijks een niet onaanzienlijke som gelds in het laadje en speciaal in deze tij den zou dat een niet te versmaden inkomen ge weest zijn. Wat eigenlijk precies de reden is van die hou ding van de betreffende scheepvaartmaatsehap- pijen is moeilijk na te gaan, wellicht is het een zekere anti-Japansche gezindheid van de toeris ten zelf, dan wel dat dezen van meening waren, dat men beter niet kon gaan naar een land, dat in oorlog is, zonder dat daarbij eenig anti-Ja- pansch idee voorgezeten heeft. De maatschap pijen in kwestie moeten er nl. toch wel van doordrongen zijn, dat voor zoover Japan be treft, hier alles bij het oude blijft en afgezien van het feit, dat alles aanmerkelijk duurder is geworden, dezelfde rust en genoeglijkheid hier heerscht, die Japan in dit opzicht steeds geken merkt heeft. Hoe het ook zij, het feit, dat in den tegen- woordigen tijd een betrekkelijk gering aantal bezoekers naar Japan komt, is voor dit land een harde pil: men gaat er toch zoo trotsch op, dat niettegenstaande den oorlogstoestand in het da- gelijksch leven zoo weinig veranderd is. Iemand die hier dan ook niet reeds verscheidene jaren verblijf houdt en met den toestand van voor den oorlog bekend is, zal zich zeker geen oogenblik kunnen indenken, dat er een Chineesch conflict bestaat en dat twee dagen per boot van Kobe vandaan, nog kort geleden een verwoede strijd werd gestreden om het bezit van Sjanghai. Juist in verband met de betere tijden, die aangebroken zijn, had men in Japan wel alge meen verwacht, dat meer nog dan enkele jaren geleden, het toeristenbezoek zou toenemen en het is duidelijk, dat het een bittere teleurstel ling is, dat hieraan door den oorlog in China een einde is gekomen. Alhoewel het financieel verlies, dat door den kleinhandel, scheepvaart en tenslotte door den staat hierdoor wordt geleden, aanmerkelijk is, acht men dit wellicht nog niet zoo erg als wel het feit, dat in het buitenland de idee zou kun nen voorzitten, dat men ook in Japan van den oorlog te lijden zou hebben, resp. de bezoeken de vreemdeling hiervan iets zou kunnen merken. En inderdaad, wanneer men alles oppervlak kig beziet, dan is aan het uiterlijke leven ook niets te bemerken. Als de Japanner wordt opgeroepen. Terwijl ten tijde van den wereldoorlog de hoofd- en havensteden in de verschillende lan den een stalenkaart vertoonden van militaire uniformen, ziet men in Japan ook thans nog niet meer dan voor het Chineesche conflict, hetgeen er op neerkomt, dat met uitzondering van de zeer speciale oorlogshavens Kure en Yokosuka, men practisch geen militair leven ziet. Alleen wanneer een nieuwe lichting wordt opgeroepen, hetgeen, niet leeftijdsgewijs (met uitzondering dan van de recruten die voor het eerst moeten opkomen), doch provinciegewijs geschiedt, zoodat niet, zooals dat elders het ge val is van een bepaalden leeftijd een groot aan tal mannen gedood of gewond raakt, terwijl ouderen en kinderen overblijven alleen dan ziet men in de verschillende plaatsen, in stad of dorp vaandels voor huizen of kantoren staan. Dit is het teeken, dat iemand voor den dienst in China is opgeroepen en op den bestemden dag wordt hij door vrienden, bekenden en buurt- genooten afgehaald. De toekomstige landsver dediger wordt onthaald op redevoeringen van patroon, wijkmeester, hoofd van de vereeniging van reservisten, vader of ander familielid en marcheert dan, voorafgegaan van een band van de Jongemannenvereeniging, die voortdurend hetzelfde patriottische strijdlied blaast, daarbij lustig de Turksche trom bewerkend en gevolgd door menigten afwisselend van 20 tot 150 man nen en vrouwen naar het station. Op het station van tram of trein aangekomen, wordt nog vlug een redevoering afgestoken en onder daverend „banzai" geroep verdwijnt het slachtoffer tenslotte in het vervoermiddel, dat hem naar de garnizoensplaats brengt, van waar uit hij dan na enkele weken vooroefening naar China vertrekt. Gewonden blijven onzichtbaar. Men begrijpt, dat behalve dit vertrek ook ge regeld treinen met gewonden terugkomen, nog afgescheiden van het groote aantal dooden, waarvan de asch in kistjes in linnen verpakt, aan de buitenzijde somtijds voorzien van het portret van den gesneuvelde, naar de familie wordt teruggezonden. De gewonden, voor zoover niet op draagbaren geplaatst, zijn gekleed in lange tot de voeten afhangende witte mantels en worden over di verse hospitalen verdeeld. Het is echter merk waardig, dat men, ofschoon de oorlog nu reeds bijna anderhalf jaar duurt en het aantal slacht offers in de tienduizenden moet loopen, men hiervan uiterlijk niets bemerkt. Men schijnt deze ongelukkigen zoolang in de hospitalen, die voor de zwaar gewonden op ver schillende plaatsen in het binnenland, ver van de groote verkeerswegen verwijderd zijn gele gen, te houden, tot zij zoo goed als geheel her steld zijn, waarna zij naar de familie worden teruggezonden. Officiëele bezoekers. In Japan neemt men elke gelegenheid te baat om uit andere landen gezelschappen naar Japan te brengen, die hier dan met eigen oogen kun nen zien, dat de toestand ook werkelijk geheel normaal is en bij terugkeer in eigen land als propagandisten kunnen dienst doen. En zoo hebben wij hier in het afgeloopen jaar diverse .missions" gezien waarvan wel de voornaamste waren de Italiaansche. de Duitsche, de Mongoolsche onder leiding van den bekenden Prins Teh, terwijl voorts ook uit Amerika en kele groepen Japan bezochten. Men weet hier in Japan wel hoe men derge lijke missies moet ontvangen. Reeds eenigen tijd voordat de betreffende missie uit het vader land vertrokken is verschijnen geregeld berichten in de kranten over de samenstelling van het ge zelschap, levensloop van de voornaamste deel nemers. Van te voren is een nauwkeurig reisschema opgemaakt (en dit alles gaat, zij het wellicht niet onder direct regeeringstoezicht, dan toch wel met zeer duidelijke aanwijzingen van die zijde) en in de verschillende plaatsen, die be zocht zullen worden zijn de jongemannen ver- eenigingen. die voor de muziek moeten zorgen, reeds weken van te vorèn bezig het volkslied van de bezoekers in te studeeren, terwijl fabri kanten van papieren vlaggetjes weer flink werk hebben om aan de groote vraag te voldoen. Voorts profiteeren ook de winkels er van, die groote vlaggen leveren, omdat het de gewoonte is, speciaal dan voor die gezelschappen, die ko men uit landen die vriendelijk staan tegenover Japan (dit was wel heel sterk het geval met die uit Italië en Duitschland afkomstig) dat men de straten, waardoor bij aankomst gereden wordt of waarin speciale bezienswaardigheden, die door de bezoekers bezichtigd zullen, hiermede decoreert. Ook op de .trams en bussen bevestigt men vlaggen, terwijl men voorts nog op de ruiten, evenals op die van de taxi's transparante platen plakt met of de afbeelding van de vlag, of, zoo als dit tijdens het bezoek van de Hitier Jugend het geval was, met een afbeelding van het ha kenkruis, of met een welkomstgroet in de taal van de bezoekers. Hotels mogen uit den aard der zaak niet ach terblijven en verkondigen op alle mogelijke por- paganda-manieren den lof van de bezoekende missie. Aangezien het Japansche gouvernement in alle groote Europeesche hotels voor zeker de helft van het kapitaal geïnteresseerd is, is het voor haar altijd mogelijk precies te decreteeren welke accomodate men het gezelschap moet ge ven en welken prijs (indien daarvan tenminste sprake is) men den bezoekers in rekening mag brengen. Geheel Japan is dan ook op die wijze in ge reedheid gebracht om de bezoekers waardig te ontvangen en van het moment af. dat zij voet op Japanschen bodem zetten tot het oogenblik dat zij naar hun vaderland terugkeeren, zijn zij voorwerpen van intense belangstelling, bren gers van de goede wenschen van hun land en propagandisten van Japan's grootheid en gast vrijheid in eigen land. Schoolkinderen worden in alle steden en dor pen waar zij doortrekken in grooten getale op gecommandeerd om de straten, waar zij langs toeren te flankeeren, onder het zwaaien van de bekende vlaggetjes en 't roepen van „Banzai", de burgervaders moeten redevoeringen houden op het station of tijdens het banket, dat te hun ner eere wordt gegeven, gouverneurs van de provincies geven feesten en wanneer het een gezelschap betreft, dat zeer op prijs wordt ge steld, dan worden ook in Tokio door enkele mi nisters groote recepties gegeven. De nuchtere Chineezen. En bij alle gelegenheden worden cadeaux aangeboden, dikwijls van zeer belangrijke waar de: het spreekt dan ook natuurlijk van zelf, dat de bezoekers steeds zeer onder den indruk Ja pan verlaten en voor dit land een zeer goeden propagandadienst vormen, waar men gaarne wat geld voor over heeft. Het schijnt echter, dat over het algemeen ge sproken. alleen de Westerling door deze reclame overweldigd wordt, en dat die op de Chineezen niet zulk een indruk maakt Kort geleden maakte minister Arita, de nieu we functionaris voor Buitenlandsche Zaken, dan ook de opmerking, dat er toch nog wel wat moest haperen aan de propaganda in Japan, waar Westerlingen in eigen land teruggekomen, steeds goede vrienden bleken te blijven van Ja pan, terwijl de Chineezen na een korter of lan ger verblijf in Japan steeds vijandig gezind in eigen land terugkeerden. Vandaar dat men thans op zoek is naar me thoden om ook voor dezen iets te bedenken, dat in zal slaan, zooals dat bij ons Westerlingen het geval is. Voor het moment ziet het er echter niet naar uit, dat de Chineezen veel toeschiete lijker zullen worden voor die toenaderingspogin gen: zelfs de beste propaganda zal hen niet ras doen vergeten, wat zij van hun toekomstige groote vrienden hebben moeten verduren. FAR EAST. (Nadruk verboden). Vermoedelijk veertig passagiers van veerboot omgekomen. Een klein vaartuig, dat een veerdienst onderhield op de Taag te Lissabon is gisteren in botsing gekomen met een baggermolen en onmiddellijk gezonken. Men vreest dat hierbij veertig personen om het leven zijn gekomen. Het Zweedsche vliegkampschip Gotland, dat op den Taag gemeerd ligt. heeft vele personen aan boord genomen, terwijl vier man naar den oever zijn gezwommen. Het ongeluk deed zich voor, toen de baggermolen op volle kracht stroomafwaarts voer en in botsing kwam met de veerboot. De veerboot zonk binnen enkele minuten. Volgens een bericht van Havas bevonden zich aan boord van de veerboot 70 personen. Daar de schipper afwezig was, stond een matroos aan het roer. Het ministerie van marine heeft een on derzoek gelast. Rcvordering der Joodsclie emigratie uit Roemenië. Nieuwe plannen voorzien in vertrek van 50.000 Joden per jaar. BOEKAREST. 19 December. (Reuter-A.N.P.) Op grond van het door de regeering uitgewerkte plan zullen naar schatting 50.000 Joden per jaar Roemenië kunnen verlaten. Aan iederen Jood die wensch t te emigreer en wordt vrij vervoer aangeboden naar een Middellandsche Zeehaven en verder 6.000 lei. De rcgccring is voornemens jaarlijks 300 mil- lioen lei beschikbaar te stellen ter financiering dezer kosten, welke rijke Roemeensche Joden zullen moeten dragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9