Chamberlain wacht op een
vredesteeken van Berlijn,
Hoe Japan propaganda maakt.
Zonder Duitschland's medewerking
geen Europeesche vrede.
Grootsche ontvangsten voor
officiëele bezoekers.
Noodlottige botsing
op de Taag.
DINSDAG 20 DECEMBER "1938
H'AA'REEM'S DA'GBEAD"
5
Motie van wantrouwen
verworpen.
In het Engelsche Lagerhuis heeft minister
president Chamberlain gisteren, in antwoord op
de vraag of hij de Fransche regeering in kennis
wilde stellen van het onderwerp van zijn voor
genomen besprekingen met Mussolini, gezegd,
dat de Britsche regeering natuurlijk in nauw
contact zal blijven met de Fransche regeering
ten aanzien van deze besprekingen, zoowel als
van alle andere gebeurtenissen waar beide lan
den belang bij hebben. Het is evenwel moeilijk
het belang van de besprekingen, welke nog ge
houden moeten worden, uiteen te zetten.
Verder sprak Chamberlain kracjitig de ge
ruchten tegen, dat de Britsche regeering zou
overwegen koloniaal gebied af te staan aan
Italië. Hij voegde hieraan toe, dat een dergelijk
voorstel door de Italiaansche regeering niet is
gedaan.
Butler zeide in antwoord op de vraag of
Groot Brittannië voornemens is zich te wenden
tot regeeringen van andere landen dan Frank
rijk en Italië om bemiddeling in Spanje te ver
krijgen, dat de regeering gebruik zal maken van
elke geschikte gelegenheid om een opschorting
der vijandelijkheden tot stand te brengen met
medewerking van iedere andere regeering, die
denzelfden wensch heeft.
Bij het indienen van de motie van wantrou
wen der Labour oppositie welke tot strekking
heeft, dat het Lagerhuis geen vertrouwen heeft
in de buitenlandsche politiek der regeering,
verklaarde Dalton onder gelach der mi-
nitsers, dat voor zoover Chamberlain zelf een
overheerschend aandeel had genomen in de lei
ding der buitenlandsche politiek, de motie van
Labour er een is, die het vertrouwen ontzegt
aan den premier persoonlijk.
Dalton zeide, dat Engeland niet behoed wordt
door degenen, die het hadden moeten bewaken.
De bewakers van het nest hebben de laatste ze
ven jaar zijn veiligheid en zijn verdediging
vernield, vele vrienden vervreemd en het land
in het meest directe gevaar gebracht, dat sedert
den grooten oorlog ondervonden is.
Wat het verre oosten betreft, vroeg spreker,
of de regeering bereid is iets te doen om China
te helpen.
Over den Europeeschen toestand sedert Mün-
chen, zeide Dalton, dat wel verre van vrede in
onzen tijd te geven, zooals door Chamberlain
was beloofd, de regeling van München geheel
Europa in wanorde gebracht heeft.
Na te hebben verwezen naar Tsjecho Slowa
kije en Roethenië, vroeg spreker Chamberlain
het Huis eenige inlichtingen te verschaffen be
treffende de voornemens der regeering ten aan
zien van de in het oog loopende pogingen, die
thans door Duitschland ondernomen worden
„om verdere moeilijkheden op onmetelijke
schaak te brengen in Oost Europa, teneinde het
zelf te overheerschen en door de vestiging van
een z.n. Groot Oekraine zich meester te maken
van de enorme voorraden olie en tarwe en een
nieuwen oorlog te ondernemen."
Dalton vroeg of de regeering bereid is die
landen, die bedreigd worden door agressie, te
steunen.
De volgende vraag betrof de kwestie in hoe
verre de Britsche garantie den invloed onder
gaat van de laatste ontwikkelingen in Tsjecho
Slowakije en in het bijzonder van het voorstel
een corridor te maken door Tsjecho Slowakije
heen. Wanneer er een explosie van dynamisch
geweld in Duitschland ontstaat, is Chamberlain
dan bereid Duitschland de vrije hand te laten
om geheel Oost Europa uiteen te breken?
Ook wilde spreker weten, wat de regeering
doen zal om de scheepvaart en de essentieele
Britsche rechten in de Middellandsche Zee te
beschermen.
Ten slotte sprak Dalton, onder gejuich der
Labourfractie, de vrees uit, dat Chamberlain
evenals te München ook te Rome ernstig in ge
vaar zou verkeeren „overbluft te worden en
weggemanoeuvreerd". Met het oog op deze vrees,
aldus spr., zou het onbehoorlijk en in strijd met
onzen plicht als oppositie zijn. wanneer wij niet
uitdrukking gaven aan onze grootste ongerust
heid.
Chamberlain begon zijn antwoord met te ver
klaren, dat de motie van wantrouwen zoowel
duidelijk als kort was. Wat zou Dalton gedaan
hebben, wanneer hij in München was geweest?
De politiek van Dalton zou het land tegelijker
tijd in een oorlog hebben gestort met Japan,
Duitschland, Italië en ook Franco. Het zou ver
standig zijn, wanneer Dalton, die geen eigen
politiek had, ten minste zou trachten een kans
op succes te geven aan de politiek der regee
ring, welker doeleinden in ieder geval, naar de
meening van spreker door het geheele Huis
worden goedgekeurd. Wanneer die politiek niet
temin mocht mislukken, zou Chamberlain zelf
de eerste zijn om toe te geven, dat iets anders
er voor in de plaats moet worden gesteld.
Spreker geloofde niet, dat de bewering ge
grond is, volgens welke de Italiaansche regee
ring beloften verbroken heeft, weshalve een
bezoek aan Rome ongepast is. Volgens de inlich
tingen der regeering kan niet worden ontkend,
dat een zekere hoeveelheid bijstand, in man
schappen en materiaal, in de laatste maanden
aan beide partijen is gegeven, en dat aan Fran
co's kant een deel van dezen bijstand uit Italië
blijkt te zijn gekomen. De vraag komt dus op,
of de bijstand tot zoo'n hoogte stijgt, dat ver
breking ontstaat van het door de Italiaansche
regeering gegeven woord (van Labourzijde wor
den kreten van verbazing geuit). Er kan niet
worden gezegd, dat er eenige vergrooting is
weest van de Italiaansche troepen sedert
October.
Wat de rechten van oorlogvoerende
betreft herhaalde spreker, dat zoolang
er buitenlandsche troepen in Spanje
zijn en er geen andere oplossing gevon
den is voor de Spaansche kwestie dan
het niet inmengingsplan de Britsche
regeering niet voornemens is andere
rechten van oorlogvoerende toe te ken
nen, dan die welke in overeenstemming
zijn met dit plan zelf.
Over zijn aanstaande reis naar Rome zeide
Chamberlain nog:
Ik betreur het uitermate, dat in dit land of
elders gezegd is, dat de minister van Buiten
landsche Zaken en ik tevoren moeten worden
gebonden door een verzekering, dat wij geen en
kele zaak gaan verraden, geen enkel vitaal be
ginsel gaan laten varen en eenerlei belangrijke
belangen, van dit land of een onzer vrienden,
gaan opofferen (toejuichingen). Dergelijke be
weringen zijn niet slechts een beleediging voor
ons, maar het is ook hoogst onhoffelijk voor onze
gastheeren te veronderstellen, dat zij ons zou
den uïtnoodigen iets dergelijks te doen (hilari
teit bij de oppositie). Het is een poging om van
te voren de atmosfeer onzer besprekingen te
vergiftigen (luide toejuichingen van de minis-
terbanken) hetgeen volkomen in strijd is met
den geest, waarin wij de uitnoodiging der Ita
liaansche regeering hebben aangenomen.
Wij gaan met den algemeenen wensch onze
betrekkingen te verbeteren door een beter be
grip van elkanders standpunten en om door per
soonlijk contact het vertrouwen tusschen ons te
versterken, hetgeen, wanneer het succes heeft,
noodzakelijk moet bijdragen tot de algemeene
stabiliteit in Europa en meer in het bijzonder
tot de stabiliteit van de landen, die aan de Mid
dellandsche Zee liggen.
De Engelsche betrekkingen met
Duitschland, aldus Chamberlain verder,
zooals ik die zou willen zien. zijn tot
uiting gekomen in de verklaring van
München. Wij zijn tot het inzicht geko
men, dat de behandeling van het Duit-
sche volk in het tijdperk na den oorlog
noch edelmoedig, noch verstandig is ge-
weest(toejuichingen. Met het verstrij
ken van den tijd zijn wij zijn groote
kwaliteiten gaan erkennen en hebben wij
het sterke verlangen gekregen het te
zien samenwerken tot herstel van de
Europeesche beschaving. Er bestaat hier
geen geest van wraakgierigheid noch
een verlangen om zijn ontwikkeling te
belemmeren of zijn geweldige vitaliteit
als natie te beperken. Integendeel, wij
zijn er vast van overtuigd, dat, tenzij
dit sterke, manlijke volk gebracht kan
worden tot deelgenootschap met ande
ren ter verbetering van het algemeene
bestaan, er vrede noch vooruitgang kan
zijn in Europa in de dingen, die het
leven waard maken geleefd te worden.
(Toejuichingen).
Wanneer ik door een in dit Huis gesproken
woord een verzekering kan geven, die dieper
gaat dan een formeele politieke verklaring dat
er in dit land een vurig en voortdurend ver
langen bestaat, dat de volken van Engeland en
Duitschland, tezamen met de andere leden van
het Europeesche gezin van naties het gepast
zouden achten samen te werken om de oorlogs
dreiging weg te nemen, dan geef ik uitdrukking
niet alleen aan onze eigen gevoelens, maar ook
aan die van vele andere landen in de geheele
wereld, die naar ons uitzien om hen te leiden uit
hun moeilijkheden.
Het is echter niet voldoende voor ons
om dien wensch uit te spreken. Er zijn
er twee noodig om een overeenkomst
te sluiten, evenals er twee noodig zijn
om oorlog te voeren en ik wacht nog op
een teeken van hen, die voor het Duit-
sche volk spreken, dat zij dezen wensch
deelen en bereid zijn hun bijdrage te le
veren aan den vrede, die hen zelf even
zeer zou helpen als ons. (Toejuichin
gen).
Ons verwijten, dat wij voortgaan met herwa
pening na München, beteekent een vreemde ne
geering van de feiten, die voor allen duidelijk
zijn. Wij zijn te allen tijde bereid beperking der
bewapeningen te bespreken op den grondslag,
dat allen bijdragen aan de beperkingen be
hoorlijk rekening houdend met hun eigen vei
ligheid.
Het zou een tragische fout zijn, wanneer men
onze liefde voor den vrede en ons vermogen om
compromissen te sluiten aanzag voor zwakheid.
(Toejuichingen).
Sprekende over het Verre Oosten zeide Cham
berlain: staande tegenover tegelijkertijd in het
Verre Oosten en Europa losgebroken krachten,
kunt gij niet verwachten dat de Britsche regee
ring, of eenige andere regeering, voldoening
krijgt voor iederen eisch, wanneer die ook komt
onder zoo abnormale omstandigheden. Alles wat
gij kunt verwachten is, dat al het mogelijke ge
daan wordt en dat geen eisch en geen belangen
over het hoofd worden gezien. Ik wil het Huis
de verzekering geven, dat dat gedaan wordt,
dat wij onze rechten verdedigen en dat wij niet
bereid zijn een der strijdenden partijen de nor
male betrekkingen te ontzeggen, die zij gerech
tigd zijn van een bevriende mogendheid te ver
wachten.
Zijn rede besluitende zeide Chamberlain, dat
hij als zijn overtuiging wilde herhalen, dat de
buitenlandsche politiek der regeering gedurende
de afgeloopen achttien maanden voortdurend
juist is geweest (toejuichingen) en dat, wanneer
hij die achttien maanden nog eenmaal zou moe
ten beleven, hij die politiek niet in het geringste
zou wijzigen (toejuichingen.
Op de vraag of de regeering een leening zal
toestaan aan de Chineesche regeering, zooals de
Vereenigde Staten dat gedaan hebben, verklaar
de Chamberlain, dat in beginsel de regeering
verheugd zal zijn, wanneer het mogelijk zal blij
ken zekere Britsche exporten naar China te ver
gemakkelijken.
Na Chamberlain sprak de leider der libe
rale oppositie, Sinclair. Spreker vreesde dat
wanneer men met de tegenwoordige politiek
voortgaat, het eer moeilijk zal zijn in de toe
komst een oorlog te vermijden.
Lloyd George zeide, dat de premier uit Mün
chen is heengegaan met een overeenkomst, die
niet in acht is genomen. Ik heb nog nooit
iemand ontmoet, aldus Lloyd George, die de
overeenkomst van München als bevredigend be
schouwde, evenmin als de verschillende trans
acties der laatste jaren, waarbij de dictatoren
hun woord gebroken hebben bij overeenkomst
na overeenkomst. Toch gaan wij nog voort met
hen nieuwe overeenkomsten aan te gaan. Gij
moet eenige zekerheid hebben, dat Mussolini
zich zal houden aan de overeenkomst, die hij
aangaat, voordat gij nieuwe overeenkomsten
met hem sluit. Alles, wat Eden heeft gezegd over
dit onderwerp is door de gebeurtenissen ge
rechtvaardigd.
Ten aanzien van de niet inmenging vroeg
Lloyd George of Chamberlain een nieuw pact
ging opstellen, dat een gelijke kans zou geven
aan de beide partijen in Spanje, of dat men,
Duitschland en Italië kon toestaan voort te gaan
met het zenden van zooveel materiaal als noo
dig geacht wordt om de overwinning van Franco
te verzekeren, terwijl de niet inmengingspoli-
tiek opgelegd zal worden op Frankrijk en Groot
Brittannië.
De arbeidersafgevaardigde Cocks zeide te ge-
looven, dat Engeland ten zeerste bedreigd wordt
door het bondgenootschap der drie agressieve
staten. Missies naar Turkije, Rusland en andere
landen zouden een beter middel tegen dat ge
vaar zijn dan bezoeken aan Berlijn en Rome.
De vroegere onderstaatssecretaris van Buiten
landsche Zaken, Cranborne zeide, dat bepaalde
landen, vooral Duitschland en Italië, zichzelf
beschouwen als schuldeischers van de rest van
de wereld. Is de reegering, aldus Cranborne,
van meening dat de wereld en in het bijzonder
Engeland en Frankrijk nog verdere concessies
aan deze staten moeten doen of staan zij op het
standpunt, dat de schulden van het verleden
ruimschoots voldaan zij en dat er aan onze zijde
tegenvorderingen bestaan?
De door de Arbeiderspartij ingedien
de motie van afkeuring in de regeering
werd tenslotte door het Lagerhuis met
340 tegen 143 stemmen verworpen.
Van 't Nederlandsche paviljoen op de Wereld
tentoonstelling, die het volgend jaar te New-
York wordt gehouden, is het stalen geraamte
gereed gekomen. Dezer dagen heeft de Neder
landsche zaakgelastigde te New-York, W. C.
graaf van Rechteren Limpurg. de vlag op de
constructie geheschen. Het tentoonstellings
comité was daarbij tegenwoordig. Een foto kort
na de plechtigheid.
WOENSDAG 21 DECEMBER 1938.
HILVERSUM I 1875 en 415.5 M.
N.C.R.V.-Uitzending. 6.30—7.00 Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart.
.8.00 Schriftlezing, meditatie. 8.15 Berichten,
gramofoonmuziek. (9.30—9.45 Gelukwen-
schen. 10.30 Morgendiénst. 11.00 Gramofoon
muziek. 11,15 Ensemble v. d. Horst. 12.00 Be
richten. 12.15 Gramofoonmuziek. 12.30 En
semble v. d. Horst en gramofoonmuziek. 1.30
Gramofoonmuziek. 2.00—2.55 Zang en piano.
3.00 Christelijke Lectuur.. 3.30 Piano-voor
dracht en gramofoonmuziek. 4.15 Christelijk
Jeugdkoor „Zing met ons mee" en gramofoon-
muziek. 4.45 Felicitaties, 5.00 Voor de kinde
ren. 5.45 Gramofoonmuziek. 6.15 „Overheid
en bedrijfsleven". (Om 6.30 Berichten). 6.30
Taalles en causerie over het Binnenaanvarings
reglement. 7.00 Berichten. 7.15 Voor postze
gelverzamelaars. 7.45 Causerie over leerbe-
werking. 8.00 Berichten ANP., herhaling SOS-
berichten.. 8.15 Gramofoonmuziek. 8.45 Cau
serie. 8.55 NCRV-orkest. 9.05 Gramofoon
muziek. 9.15 Vervolg concert, m.m.v. solist.
10.00 Berichten A.N.P., actueel halfuur. 10.30
Eemlanders. 10.45 Gymnastiekles. 11.00 Ver
volg cmicert. 11,25 Gramofoonmuziek. 11.50
12.00 schriftlezing.
HILVERSUM II. 301.5 M.
VARA-uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO
6.30-7.00 RVU. 7.30—8.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek. (Om 8.16 Berichten)
9.30 Causerie „Onze keuken". 10.00 Morgen
wijding. 10.20 Uitzending voor Arbeiders in de
Continubedrijven. 11.40 Voor de werkloozen.
12.00 Orgelspel.. (Om 12.15 Berichten.) 12.30
Gramofoonmuziek. 12.451.45 VARA-orkest.
2.00 Voor de vrouw. 3.15 Voor de kinderen. 5.30
Gramofoonmuziek. 6.006.23 De Ramblers.
628 Berichten. 6.30 Gramofoonmuziek. 6.40
Caueserie „Crisisbeleid in Amerika. 7.00 VARA
Kalender. 7.05 Gelukwenschen. 7.10 Vocaal
concert. 7.30 Caueserie „Om het oude volk".
8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berich
ten' A.N.P., VARA-Varia. 8.15 Voor de scha
kers 8..16 Uitzending voor het Joodsch Sociaal
verbond „Poala Zion". 8.45 Radio-tooneel. 9.45
Gramofoonmuziek. 9.55 Causerie „Schuldig
of onschuldig". 10.00 Berichten ANP. 10.05
Vara-orkest m.m.v. soliste. 11.00 Ensemble „Es
meralda". 11.301200 Orgelspel.
OROITWICH 1500 M.
11.25 Gramofoonmuziek. 12.05 BBC-Welsh-
orkest, m.m.v. solist. 12.50 Pianovoordracht.
1.20 Uit Stockholm: Sune Waldimir en zijn
orkest. 2.00 Declamatie. 2.20 Dansmuziek (Gr.
platen.). 2.50 Gramofoonmuziek. 3.20 Jack
Wilson en zijn kwintet. 3.50 Sectie van het
BBC-Northern-Ireland orkest, m.m.v. soliste.
4.20 Vesper. 5.05 Gramofoonmuziek. 5.40
Henry Hall en zijn orkest. 6.20 Berichten. 6.40
Het Blech-strijkkwartet. 7.20 Versterkt BBC-
Variété-orkest en solisten. 10.30 3de acte van
de opera ..Francesca da Rimini". 11,25 Jack
Harris en zijn Band. 11.50—12.20 Jazzmuziek.
(Gr. pl.)
RADIO PARIS 1648 M.
9.00. 10.00 en 11.20—12.10 Gramofoonmuziek.
12.30 Zang. 1.05 Gramofoonmuziek. 1.25 Ellis-
orkest. 1.55 Gramofoonmuziek. 2.35 Zang. 2.50
en 3.30 Gramofoonmuziek. 3.35 Zang. 5.05
Zang. 5.25 Giardino-orkest. 6.35 Trio Casella
7.20 Lucien Capet-herdenking. 8.35 Fluit-
voordracht. 8.50 Orgelconcert. 9.20 Variété
programma. 10.50 en 11.2011.35 Gramofoon
muziek.
KEULEN 456 M.
5.50 Het Rheinische Landesorkest. 7.508.50
Gramofoonmuziek. 11.20 Het Rheinische Lan
desorkest. 12,35 Solistenconcert. 1.30 Populair
concert. 2.50 Gramofoonmuziek. 3.20 Otto
Dobrandt's orkest. 4.30 Gramofoonmuziek.
4.40 Mannenkwartet. 5.50 Zang en piano. 6.35
en 7.30 Leo Eysoldt's orkest en solisten. 8.20
Radiotooneel met muziek. 10.2011.20 Gra
mofoonmuziek.
BRUSSEL 322 M.
12.20 Gramofoonmuziek. 12,50 en 1.30 Om-
roepsalonorkest. 1.50—2.20 Gramofoonmuziek.
5.20 Zang en gramofoonmuziek. 5.50 Gramo
foonmuziek. 6.50 Pianovoordracht. 7.20 Om-
roepsalonorkest. 8.20 en 9.20 Omroepsympho-
nie-orkest en solist. 10.3011.20 Gramofoon
muziek.
DEI TSCHLANDSENDER 1571 M.
7.30 Kerstprogramma. 7.50 Gevarieerd con
cert. 9.20 Berichten. 9.50 Viola en piano.
10.05 Berichten. 10.20—11.20 Barnabas von
Geczy en zijn orkest.
Alleen de Chineezen blijven
koel
(Van onzen correspondent in het Verre
Oosten).
SINDS het uitbreken van het Chinee
sche conflict is de toestrooming van
toeristen naar Japan met rasse schre
den afgenomen. De groote passagiers
schepen, die jaarlijks drommen bezoekers op
hun wereldreizen „aanvoerden", die dan enkele
dagen in Japan's voornaamste steden, met name
Kobe, Tokio, Yokohama en Kyoto doorbrachten,
hebben Japan van hun programma afgevoerd en
daarvoor in de plaats onder anderen
Bali opgenomen. Die toeristen-industrie
bracht jaarlijks een niet onaanzienlijke
som gelds in het laadje en speciaal in deze tij
den zou dat een niet te versmaden inkomen ge
weest zijn.
Wat eigenlijk precies de reden is van die hou
ding van de betreffende scheepvaartmaatsehap-
pijen is moeilijk na te gaan, wellicht is het een
zekere anti-Japansche gezindheid van de toeris
ten zelf, dan wel dat dezen van meening waren,
dat men beter niet kon gaan naar een land, dat
in oorlog is, zonder dat daarbij eenig anti-Ja-
pansch idee voorgezeten heeft. De maatschap
pijen in kwestie moeten er nl. toch wel van
doordrongen zijn, dat voor zoover Japan be
treft, hier alles bij het oude blijft en afgezien
van het feit, dat alles aanmerkelijk duurder is
geworden, dezelfde rust en genoeglijkheid hier
heerscht, die Japan in dit opzicht steeds geken
merkt heeft.
Hoe het ook zij, het feit, dat in den tegen-
woordigen tijd een betrekkelijk gering aantal
bezoekers naar Japan komt, is voor dit land een
harde pil: men gaat er toch zoo trotsch op, dat
niettegenstaande den oorlogstoestand in het da-
gelijksch leven zoo weinig veranderd is. Iemand
die hier dan ook niet reeds verscheidene jaren
verblijf houdt en met den toestand van voor den
oorlog bekend is, zal zich zeker geen oogenblik
kunnen indenken, dat er een Chineesch conflict
bestaat en dat twee dagen per boot van Kobe
vandaan, nog kort geleden een verwoede strijd
werd gestreden om het bezit van Sjanghai.
Juist in verband met de betere tijden, die
aangebroken zijn, had men in Japan wel alge
meen verwacht, dat meer nog dan enkele jaren
geleden, het toeristenbezoek zou toenemen en
het is duidelijk, dat het een bittere teleurstel
ling is, dat hieraan door den oorlog in China een
einde is gekomen.
Alhoewel het financieel verlies, dat door den
kleinhandel, scheepvaart en tenslotte door den
staat hierdoor wordt geleden, aanmerkelijk is,
acht men dit wellicht nog niet zoo erg als wel
het feit, dat in het buitenland de idee zou kun
nen voorzitten, dat men ook in Japan van den
oorlog te lijden zou hebben, resp. de bezoeken
de vreemdeling hiervan iets zou kunnen merken.
En inderdaad, wanneer men alles oppervlak
kig beziet, dan is aan het uiterlijke leven ook
niets te bemerken.
Als de Japanner wordt opgeroepen.
Terwijl ten tijde van den wereldoorlog de
hoofd- en havensteden in de verschillende lan
den een stalenkaart vertoonden van militaire
uniformen, ziet men in Japan ook thans nog
niet meer dan voor het Chineesche conflict,
hetgeen er op neerkomt, dat met uitzondering
van de zeer speciale oorlogshavens Kure en
Yokosuka, men practisch geen militair leven
ziet. Alleen wanneer een nieuwe lichting wordt
opgeroepen, hetgeen, niet leeftijdsgewijs (met
uitzondering dan van de recruten die voor het
eerst moeten opkomen), doch provinciegewijs
geschiedt, zoodat niet, zooals dat elders het ge
val is van een bepaalden leeftijd een groot aan
tal mannen gedood of gewond raakt, terwijl
ouderen en kinderen overblijven alleen dan
ziet men in de verschillende plaatsen, in stad
of dorp vaandels voor huizen of kantoren staan.
Dit is het teeken, dat iemand voor den dienst
in China is opgeroepen en op den bestemden
dag wordt hij door vrienden, bekenden en buurt-
genooten afgehaald. De toekomstige landsver
dediger wordt onthaald op redevoeringen van
patroon, wijkmeester, hoofd van de vereeniging
van reservisten, vader of ander familielid en
marcheert dan, voorafgegaan van een band van
de Jongemannenvereeniging, die voortdurend
hetzelfde patriottische strijdlied blaast, daarbij
lustig de Turksche trom bewerkend en gevolgd
door menigten afwisselend van 20 tot 150 man
nen en vrouwen naar het station.
Op het station van tram of trein aangekomen,
wordt nog vlug een redevoering afgestoken en
onder daverend „banzai" geroep verdwijnt het
slachtoffer tenslotte in het vervoermiddel, dat
hem naar de garnizoensplaats brengt, van waar
uit hij dan na enkele weken vooroefening naar
China vertrekt.
Gewonden blijven onzichtbaar.
Men begrijpt, dat behalve dit vertrek ook ge
regeld treinen met gewonden terugkomen, nog
afgescheiden van het groote aantal dooden,
waarvan de asch in kistjes in linnen verpakt,
aan de buitenzijde somtijds voorzien van het
portret van den gesneuvelde, naar de familie
wordt teruggezonden.
De gewonden, voor zoover niet op draagbaren
geplaatst, zijn gekleed in lange tot de voeten
afhangende witte mantels en worden over di
verse hospitalen verdeeld. Het is echter merk
waardig, dat men, ofschoon de oorlog nu reeds
bijna anderhalf jaar duurt en het aantal slacht
offers in de tienduizenden moet loopen, men
hiervan uiterlijk niets bemerkt.
Men schijnt deze ongelukkigen zoolang in de
hospitalen, die voor de zwaar gewonden op ver
schillende plaatsen in het binnenland, ver van
de groote verkeerswegen verwijderd zijn gele
gen, te houden, tot zij zoo goed als geheel her
steld zijn, waarna zij naar de familie worden
teruggezonden.
Officiëele bezoekers.
In Japan neemt men elke gelegenheid te baat
om uit andere landen gezelschappen naar Japan
te brengen, die hier dan met eigen oogen kun
nen zien, dat de toestand ook werkelijk geheel
normaal is en bij terugkeer in eigen land als
propagandisten kunnen dienst doen.
En zoo hebben wij hier in het afgeloopen
jaar diverse .missions" gezien waarvan wel de
voornaamste waren de Italiaansche. de Duitsche,
de Mongoolsche onder leiding van den bekenden
Prins Teh, terwijl voorts ook uit Amerika en
kele groepen Japan bezochten.
Men weet hier in Japan wel hoe men derge
lijke missies moet ontvangen. Reeds eenigen
tijd voordat de betreffende missie uit het vader
land vertrokken is verschijnen geregeld berichten
in de kranten over de samenstelling van het ge
zelschap, levensloop van de voornaamste deel
nemers.
Van te voren is een nauwkeurig reisschema
opgemaakt (en dit alles gaat, zij het wellicht
niet onder direct regeeringstoezicht, dan toch
wel met zeer duidelijke aanwijzingen van die
zijde) en in de verschillende plaatsen, die be
zocht zullen worden zijn de jongemannen ver-
eenigingen. die voor de muziek moeten zorgen,
reeds weken van te vorèn bezig het volkslied
van de bezoekers in te studeeren, terwijl fabri
kanten van papieren vlaggetjes weer flink werk
hebben om aan de groote vraag te voldoen.
Voorts profiteeren ook de winkels er van, die
groote vlaggen leveren, omdat het de gewoonte
is, speciaal dan voor die gezelschappen, die ko
men uit landen die vriendelijk staan tegenover
Japan (dit was wel heel sterk het geval met
die uit Italië en Duitschland afkomstig) dat
men de straten, waardoor bij aankomst gereden
wordt of waarin speciale bezienswaardigheden,
die door de bezoekers bezichtigd zullen, hiermede
decoreert.
Ook op de .trams en bussen bevestigt men
vlaggen, terwijl men voorts nog op de ruiten,
evenals op die van de taxi's transparante platen
plakt met of de afbeelding van de vlag, of, zoo
als dit tijdens het bezoek van de Hitier Jugend
het geval was, met een afbeelding van het ha
kenkruis, of met een welkomstgroet in de taal
van de bezoekers.
Hotels mogen uit den aard der zaak niet ach
terblijven en verkondigen op alle mogelijke por-
paganda-manieren den lof van de bezoekende
missie. Aangezien het Japansche gouvernement
in alle groote Europeesche hotels voor zeker de
helft van het kapitaal geïnteresseerd is, is het
voor haar altijd mogelijk precies te decreteeren
welke accomodate men het gezelschap moet ge
ven en welken prijs (indien daarvan tenminste
sprake is) men den bezoekers in rekening mag
brengen.
Geheel Japan is dan ook op die wijze in ge
reedheid gebracht om de bezoekers waardig te
ontvangen en van het moment af. dat zij voet
op Japanschen bodem zetten tot het oogenblik
dat zij naar hun vaderland terugkeeren, zijn zij
voorwerpen van intense belangstelling, bren
gers van de goede wenschen van hun land en
propagandisten van Japan's grootheid en gast
vrijheid in eigen land.
Schoolkinderen worden in alle steden en dor
pen waar zij doortrekken in grooten getale op
gecommandeerd om de straten, waar zij langs
toeren te flankeeren, onder het zwaaien van de
bekende vlaggetjes en 't roepen van „Banzai",
de burgervaders moeten redevoeringen houden
op het station of tijdens het banket, dat te hun
ner eere wordt gegeven, gouverneurs van de
provincies geven feesten en wanneer het een
gezelschap betreft, dat zeer op prijs wordt ge
steld, dan worden ook in Tokio door enkele mi
nisters groote recepties gegeven.
De nuchtere Chineezen.
En bij alle gelegenheden worden cadeaux
aangeboden, dikwijls van zeer belangrijke waar
de: het spreekt dan ook natuurlijk van zelf, dat
de bezoekers steeds zeer onder den indruk Ja
pan verlaten en voor dit land een zeer goeden
propagandadienst vormen, waar men gaarne wat
geld voor over heeft.
Het schijnt echter, dat over het algemeen ge
sproken. alleen de Westerling door deze reclame
overweldigd wordt, en dat die op de Chineezen
niet zulk een indruk maakt
Kort geleden maakte minister Arita, de nieu
we functionaris voor Buitenlandsche Zaken, dan
ook de opmerking, dat er toch nog wel wat
moest haperen aan de propaganda in Japan,
waar Westerlingen in eigen land teruggekomen,
steeds goede vrienden bleken te blijven van Ja
pan, terwijl de Chineezen na een korter of lan
ger verblijf in Japan steeds vijandig gezind in
eigen land terugkeerden.
Vandaar dat men thans op zoek is naar me
thoden om ook voor dezen iets te bedenken, dat
in zal slaan, zooals dat bij ons Westerlingen het
geval is. Voor het moment ziet het er echter
niet naar uit, dat de Chineezen veel toeschiete
lijker zullen worden voor die toenaderingspogin
gen: zelfs de beste propaganda zal hen niet ras
doen vergeten, wat zij van hun toekomstige
groote vrienden hebben moeten verduren.
FAR EAST.
(Nadruk verboden).
Vermoedelijk veertig passagiers
van veerboot omgekomen.
Een klein vaartuig, dat een veerdienst
onderhield op de Taag te Lissabon is
gisteren in botsing gekomen met een
baggermolen en onmiddellijk gezonken.
Men vreest dat hierbij veertig personen
om het leven zijn gekomen.
Het Zweedsche vliegkampschip Gotland, dat
op den Taag gemeerd ligt. heeft vele personen
aan boord genomen, terwijl vier man naar den
oever zijn gezwommen. Het ongeluk deed zich
voor, toen de baggermolen op volle kracht
stroomafwaarts voer en in botsing kwam met
de veerboot. De veerboot zonk binnen enkele
minuten.
Volgens een bericht van Havas bevonden zich
aan boord van de veerboot 70 personen. Daar de
schipper afwezig was, stond een matroos aan het
roer. Het ministerie van marine heeft een on
derzoek gelast.
Rcvordering der Joodsclie
emigratie uit Roemenië.
Nieuwe plannen voorzien in vertrek van
50.000 Joden per jaar.
BOEKAREST. 19 December. (Reuter-A.N.P.)
Op grond van het door de regeering uitgewerkte
plan zullen naar schatting 50.000 Joden per jaar
Roemenië kunnen verlaten. Aan iederen Jood
die wensch t te emigreer en wordt vrij vervoer
aangeboden naar een Middellandsche Zeehaven
en verder 6.000 lei.
De rcgccring is voornemens jaarlijks 300 mil-
lioen lei beschikbaar te stellen ter financiering
dezer kosten, welke rijke Roemeensche Joden
zullen moeten dragen.