De Groote Trek" van de Reigerin beeld Kunst in Haarlem en Erbuiten. Pretoria en Johannesburg begroetten de „Reis enthousiast. iger HAARLEM'S DAGBLAD 3 Opvarenden van Deenseh Reddingboot van De Cocksdorp neemt de vier leden der bemanning aan boord. DEN HELDER, 27 December. Omtrent het Deensche visschersvaartuig, dat vanochtend noodseinen gaf men zie ons nummer van Dinsdag vernemen wij nader, dat ook de roeireddingboot van De Cocksdorp was uitge varen naar het in nood verkeerende vaartuig, dat de Deensche logger „Stella" bleek te zijn. Het gelukte de bemanning van deze redding boot de vier leden van de bemanning van het visschersvaartuig aan boord te nemen. De reddingboot, die om 9.24 was uitgevaren, is om half elf met de vier opvarenden van de „Stella" in de Cockdorp teruggekeerd. De „Stella" was een oude Scheveningsche logger, die acht dagen geleden te Scheveningen was gekocht en thans op weg naar Denemar ken. Het schip behoeft niet als verloren te worden beschouwd. Tijdens de moeilijke positie van het schip heeft een der opvarenden zijn pols gebroken. Een sleepboot van de reederij Doeksen is even eens uitgevaren om te trachten de „Stella" vlot te krijgen. Bij laag water staat het schip practisch droog. Bloembollen geteeld zonder vergunning. De kantonrechter in Den Helder, heeft den IbcJlenkweeker G. W. T. te Anna Paulowna, die terecht stond wegens het telen van bloembollen zonder de vereischte vergunning van de Nederlandsc'he Sierteeltcentrale, ver oordeeld tot f 400 boete of 40 dagen hechtenis De ambtenaar van het O.M. had een boete van f 600 of 300 dagen geëischt. Dinsdag ook een K. L. M.-toestel op Urk. Dinsdag arriveerde weer een K.L.M.-vlieg- tuig op Urk met 1000 K.G. post en een passa gier. Het vliegtuig vertrok direct weer van het eiland met post en drie passagiers. BRITSCHE INTERNATIONALE VEREEN I GIN G VRAAGT EEN INTERNATIO NALE TAAL. De algemeene raad van de Britsche vereeni- ging voor den Volkenbond heeft de volgende motie aangenomen: „De vergadering van den algemeenen raad vei-zoekt het uitvoerend comité te streven naar de invoering van een internationale taal op alle scholen, als een noodzakelijke stap op den weg naar bevordering van het internatio nale verkeer en verstandhouding". Het uitvoerend comité heeft de zaak ter onderzoek in handen gesteld van de commissie van opvoeding. „Ibis" heden op Schiphol? Dinsdagavond om zeven uur is het Indië- vliegtuig „Valk" op Schiphol geland. Voorts is de „Ibis" die op eersten Kerstdag op het noodlandingsterrein Nocera Terrinese is gedaald, Dinsdag via Napels naar Marseille gevlogen, het toestel werd heden op Schip hol venvacht. Ameland nog geïsoleerd. Hoewel de dooi thans is ingetreden en de wind gunstig is voor den afvoer van het ijs, Is Ameland nog steeds niet uit zijn isolement verlost. De Zuidkust is nog door een massieve ijs vlakte omgeven, al is er bij eb eenige be weging merkbaar. Men verwacht, dat indien de wind Noord-West blijft, het ijs binnen zeer korten tijd zal afdrijven en er weer een geregelde vaart mogelijk zal kunnen zijn. Aangezien de Friesche kust bij Zwartehaan vrij van ijs is, zou de ,-Frieland" de vracht en passagiersboot van den dienst Ballum— Zwartehaan, heden trachten den vasten wal te bereiken, terwijl ook de postboot NesHol- werd een poging zou ondernemen den dienst te onderhouden. De kans is echter groot, dat het isolement van Ameland nog eixkele dagen zal voort duren. Prof. «Ir. J. Rotgans wordt 80 jaar. Prof. dr. J. Rotgans, oud-hoogleeraar in de heelkunde aan de gemeente-universiteit te Amsterdam, die reeds geruimen tijd in het rustige Baarn woonachtig is, wordt Maandag 2 Januari a.s. 80 jaai\ Prof. dr. Jacob Rotgans, die zich op genees kundig teiTein in binnen- en buitenland een groote bekendheid heeft verworven, werd in 1859 op Terschelling geboren. In 1889 werd hij benoemd tot assistent in de heelkundige kli niek van prof. Koch te Groningen. Vier jaren heeft dr. Rotgans in Groningen doorgebracht. Zijn kennis kwam in dezen tijd onder de zoo beproefde leiding van prof. Koch tot groote ontwikkeling. In 1893, kort nadat hij als privaat-docent aan de rijksuni versiteit te Groningen was aangesteld, ging dr. Rotgans weer terug naar de hoofdstad van het land, waar hij tot hoogleeraar in de heelkunde aan de gemeente-universiteit werd benoemd. Zeven en twintig jaar tot 1920 heeft hij dit ambt bekleed. En vooral in deze jaren was prof. Rotgans op geneeskundig ter rein een groote persoonlijkheid. Insulinde weer thuis. Na een tocht van 28 uur onder zeer ongunstige omstandigheden. Na een tocht van 28 uur bij zeer ongunstige weersomstandigheden, is de reddingboot „Insu linde" van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddings Maatschappij Dinsdagavond om zes uur te Oostmahorn teruggekeerd. Gisteren was de „Insulinde" van hier ver trokken om hulp te bieden aan drie schepen, die bij Rottumeroog in het ijs bekneld zaten. Aan boord van de „Insulinde" bevond zich een matroos van de Duitsche schelpenzuiger „Ost-Friesland", die in het ijs vast zat. De overige leden van de „Ost-Friesland" wilden, evenals de opvai-enden van de beide andere schepen, aan boord blijven. Nadat de „Insulinde" de schepen van levens middelen had voorzien, is de reddingboot naai Rottumeroog doorgevai*en, ten einde aldaar van de geïsoleerde bewoners eveneens pro viand te brengen. De ..Insulinde" verleende verder assistentie bij de berging van de door het ijs weggedreven motorboot die de verbinding tusschen Rottu meroog en den vasten wal onderhoudt. MET breede wiekslagen is de „Reiger" op de vlucht naar Zuid- Afrika over Europa en het Afrikaansche land gegaan. In de korte telegrammen van den gezagvoerder heeft men van dag tot dag de vorderingen van den ranken Douglas kunnen volgen en van wat de wondere ervaringen waren der inzittendenheeft onze speciale, vliegende verslaggever vertéld in zijn brieven. IN aanvulling van zijn verhaal zendt hij ons thans een serie snap shots, wélke hij onderweg maakte en die een indruk kunnen geven van het hoe en waar der verschijning van de Reigerin Afrika. EEN vliegtuig van de Imperial Aairways, welke de verbinding tus schen Kaapstad en Londen onderhoudt, bracht de foto's in ons bezit. LINKS boven: de aankomst te Khartoemde inzittenden verlaten de machine. Geheel links: jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland. Daarnaast: De passagiers stappen te Juba, de derde stopplaats in Afrika, van den Douglas over in een autobus voor het vervoer naar het hotel. Tweede foto links van boven: Te Mount Beya, bij de groote Oost-Afrikaansche meren, zijn de neger-Shell-boys paraat om te helpen bij de benzine-ravitailleering van de „Reiger". Daarnaast: Een primitief hotel te Broken Hill (Noord-Rhodesia) bood den inzittenden onderdak gedurende het één-nacht-verblijf op het vierde Afrikaansche station. Derde foto links van boven: De Broken Hill-ers deden den Douglas enthousiast uitgeleide bij het vertrek voor de laatste étappe naar Johannesburg. Daarnaast Ook Buloways liet zich niet onbetuigd. De eerste Douglas, die zich in midden-Afrika vertoonde en dan een, die zulk een zending vol bracht, mocht niet gemist worden! UIT de Zuid-Afrikaansche bladen, wélke ons per luchtpost bereikten, blijkt de groote belangstelling en het enthousiasme, waarmee het vliegtuig allerwegen bij zijn komst in de Unie werd begroet. In uitvoerige artikelen, verlucht met foto's maken de bla den mélding van de komst van de „Reiger" van station tot station. IN een interview met den vertegenwoordiger der K.L.M. aan boord, den heer Reyers, is door dezen o.a. gezegd, dat de mogelijk heid van een K.L.M.-verbinding met Zuid-Afrika geen technische moeilijkheden meer biedt, maar dat het van het aanbod van lading, passagiers, post en vracht afhankelijk is, of een NederlandZuid- Afrika-lijn er eenmaal zal komen. EEN merkivaardig voorval deed zich voor op het vliegveld Johannesburg, waar plotseling de menigte op Rand Airpost hevig verschrikt werd door de kreet„De Nederlandsche machine staat in vlammen!" Zij werd aangeheven tijdens de officieele receptie in het stationsgebouw en veroorzaakte groote consternatie bij allen, behalve bij gezagvoerder Scholte, die de indrukioekkende vlam men aan weerszijden van de cabine en achter den vleugel van achter de vensters van het ontvangvertrek met een laconiek oog beschouwde en ze rustig determineerde als afkomstig van de uit laatpijpen van de motoren, terwijl deze opnieuw loerden aan geslagen voor het rijden naar den hangar Stadsgezicht door H. P. Schouten. Toen wij de weldadigheidsveiling voor de uit geweken kinderen aankondigden, namen we ons reeds voor op dit paneel in onze plaatjesrubriek terug te komen. De uitslag dier veiling heeft bewezen, dat het werk ook voor anderen groote aantrekkingskracht bezat: het werd daar aan gekocht voor het Historisch Museum van Am sterdam, dat, zooals men weet, in het Waag gebouw op de Nieuwmarkt is ondergebracht. De betaalde prijs (f 1300.kan men onder de ge geven omstandigheden natuurlijk niet geheel als maatstaf voor 18e eeuwsche Hollandsche schil derkunst aannemen: vermoedelijk heeft de zin om wel te doen een nuchterder waardeschatting een weinig ter zijde geschoven, doch dat het een interessant werk is, dat wij hier afbeelden, wordt er wel door bewezen. In de eerste plaats dan wel als historisch plaatsbeschrijvend document voor de hoofdstad. Men ziet er de zoogenaamde Engelsche kerk op het prachtige Begijnenhof dat daar als een Brug- sche Béguinage terzijde van het rumoer der Kalverstraat in rust gelaten is. En men ziet het dan niet, zooals het nu is, maar zooals het er tegen het einde der achttiende eeuw moet heb ben uitgezien. Met de houten hekjes om de voor tuintjes der huizen, en het groote bleekveld voor de bewoonsters in het midden, even keurig om paald, op een wijze die aan den inhoud van een speelgoeddoos doet denken. Dat sentiment krijgt men bij afbeeldingen uit die periode vaker. Die knussigheid kon ons op het eerste gezicht mis schien wel wat gereserveerd maken in onze ar tistieke waardeering. ze geeft echter vaak den juisten toon aan van het leven dat toen geleefd werd. Bezien we daarna de schillderij niet meer uit histoi-ischen doch meer uit kunstcritischen oog hoek dan zal de verwantschap van dezen acht- tiende-eeuwer met een grooten voorganger eener vroegere eeuw opvallen. Jan van der Heijden als stadsgezichtschilder, vindt in zijn nauwkeurig zich aan de voorstel ling der natuur houden, in Schouten een eerbie dig volgeling. De laatste mag dan wat minder malsch in de kleur zijn, in exactheid geeft hij hem niets toe, al is hij weer zijn mindere in het organiseeren van een lijnenspel, waardoor een compositie meer van muziek dan van een nota- rieele acte kan verkrijgen. In dat opzicht zijn al die evenwijdige lijnen in Schouten's compo sitie en zeker die beide van het hekwerk op den voorgrond die weer met den onderkant van het paneel evenwijdig loopen compositorisch onartistiek voor ons gevoel en geven juist dat ietwat saaie aan het geheel, waaraan een Jan van der Heijden zich niet licht bezondigd zou hebben. Dek met een stukje wit papier een klein gedeelte schuin van den rechterbenedenhoek af en ge ziet hoeveel levendiger en gevulder de voorstelling vanzelf wordt. Bij alle behoud van schilderkunstige vaardigheid komt in de acht tiende eeuw telkens een gemis aan noodzake lijke bewegingsvrijheid om den hoek kijken, die de onderschatting kan verklaren, waarmee ze in de tweede helft der negentiende bejegend is. Niet steeds terecht, omdat men er vaak andere, en waardeerbare qualiteiten door over het hoofd zag. Bij Van der Heijden zoowel als bij zijn naneef kan men in het schilderwerk den graveur terug vinden, en dat bij den laatste nog in meerdere mate dan bij den ander. Hubert Pieter Schouten was inderdaad gra veur en in dat kunstvak leerling van zijn vader. Hubert Pieter was in 1747 te Amsterdam gebo ren en heeft er bijna zijn geheele leven doorge bracht. Ik herinner mij niet of het werk gesig neerd en gedateerd is, maar dat het zoo onge veer tegen 1800 geschil- derd moet zijn, klopt vrijwel met Schouten's geboortejaar en den indruk dien het werk maakt. Als schilder zoowel als graveur zal hij met zijn onmiskenbare be kwaamheden zijn weg wel hebben weten te ma ken. Men weet name lijk van hem dat hij na volbrachten arbeid in Haarlem ging wonen en er rentenierde tot hij in 1822 op 75-jarigen leef tijd hier overleed. Be halve bij zijn vader was hij voor het schilderen nog hij verschillende, destijds beroemde mees ters in de leer geweest. Of de tegenwoordige etser en graveur Schou ten, die veel in Neder- landsch Indië gewerkt heeft, een afstamme ling van hem is, is mij niet bekend. J. H. DE BOIS. REIK ZE DE HAND Uw kennissen, klanten en zaken relaties. Allen kunt U ze geluk en voorspoed wenschen door „een hand druk per advertentie". Het is maar een kleinigheid zoo'n Nieuwjaarsannonce maar van groote waarde zoo U zaken wilt doen in een sfeer van wederzijdsche vriend schap. Geef nog heden een aardige Nieuwjaarsannonce op. Prijs der Nieuwjaarswenschen in Haarlem's Dagblad 14 regels 60 cent, elke regel meer 15 cent. Aan boord van de „Reiger", 14 December. Wanneer deze regelen den lezers onder de oogen komen, zullen zij reeds telegrafisch vernomen hebben, dat „the good old Reiger" veilig in Jo hannesburg is gearriveerd, ja wellicht zal het hun bekend zijn, dat de retourvlucht is be gonnen. Het gaat er voer mij om nog iets te schrijven over het laatste gedeelte van den tocht met Pe- toria als eerste einddoel, een traject, dat door de lengte overigens niet meeviel. We weten het: de K. L. M.-piloten vliegen zoo nauwkeurig mogelijk volgens de klok. 't Reis schema hield in, dat wij om 3.20 uur Zuid-Rho- desia zouden verlaten om het langverbeide Transvaal te bereiken. Enhet was twintig minuten over drie toen dit gebeurde. Hoe de „Reiger"-passagiers dit bemerkten? Door het uitzicht! Transvaal bood direct een vriendelijker aspect, met mooie ondernemingen en aardige dorpen. Op de kaartecht-Hollandsche na men zooals Waterberg, Potgietersrust, enz. enz. Om ruim half vijf snorden wij boven Pretoria en tijdens een hevige regenbui arriveerden de Nederlandsche afgezanten in de Regeeringsstad van de Unie. De belangstelling van de vele dui zenden, die den regen trotseerden, was onbe- beschrijflijk. Slechts met de grootste moeite kon de menigte door een cordon van soldaten op een veiligen afstand worden gehouden. Jhr. Bee laerts van Blokland, begroet door Generaal Smuts en vele andere autoriteiten verliet ons hier, terwijl de „Reiger" dereis voortzette naar Johannesburg, waar wij met evenveel enthou siasme werden begroet. Het „Wilhelmus" werd aangeheven en daarna wilde men nog meer Hol landsche liederen zingen. Toen bleek wel heel duidelijk de stamverwantschap, want het reper toire bestond hoofdzakelijk uit liedjes, waarin de wil tot uiting komt, dat „overal bal is, waar meisjes zijn" en „dat wij nog lange niet naar huis wenschten te gaan"! Direct na de aan komst maakten wij reeds verschillende feeste lijkheden mede, o.a. een lunch met bestuur en leden der Nederlandsche Vereeniging en een ont moeting met de hoofden der Voortrekkers. Van uitrusten komt dus nog niet veel. Morgen begint het groote eeuwfeest, dat het doel van onze reis is, zoodat wij morgenochtend per trein naar Pretoria vertrekken. En nu zit ik nog even rustig in mijn kamqr op de achtste verdieping van één der groote hotels van de goudstad. Een bonte mengelmoes van gekleurde, aan- en uit- flitsende Neonreclames, zoover de oogen reiken. Slechts enkele donkere plekken daartusschen: de groote mijnen, die in de onmiddellijke na bijheid van deze stad liggen. Interessant doet deze, bijna geheel Eudopee- sche stad aan. Van toeristisch standpunt be keken is er misschien weinig belangrijks te zien, maar alleen al het feit, dat de tientallen twaalf en meer verdiepingen tellende kantoorgebouwen in de laatste halve eeuw als het ware uit den grond gestampt zijn, boezemt ontzag in. Hier is een stad, welke vele ups and donws heeft ge kend en waar men ook nu velen hoort klagen. Toch ziet men er geen leege winkels, het valt niet mede om een plekje te vinden, waar men zijn auto kan parkeeren. De huren zijn hoog en de prijs van een tweede-handsch-auto is hooger dan bij ons een nieuwe auto. De grond is rijk en hij belooft nog veel voor de toekomst. Eén ding is er, dat mij bij elk ge sprek weer opvalt, namelijk de onrustige ver houdingen op politiek gebied. De gi*oote partijen bestrijden elkaar fel. Ik laat hier een enkel staaltje van onverdraagzaamheid volgen: het groote ceremonieel, dat op Dingaansdag (16 De cember) bij het Voortrekkersmonument moet geschieden, is het leggen van den Hoeksteen. Wie moest dat doen? Elke partij wilde één ba rer leiders daarvoor aangewezen zien. Gelukkig is nog bijtijds een oplossing gevonden. Drie vrouwen, nazaten der Voortrekkers van 1838, zullen deze plechtigheid verrichten. De komst van de „Reiger" heeft een golf van dankbaar heid door het geheele land doen gaan. Naast de groote Ossewa-trek, de karavanen ossewa- gens, die reeds maanden onderweg zijn uit het Noorden en Zuiden naar de Bloedrivier, èn den grooten Fakkelloop naar het Monument, is de aankomst van de Nederlandsche delegatie wel de belangrijkste gebeurtenis. Men beschouwt het hier als een groote eer een officieelen verte genwoordiger der Nederlandsche regeering te kunnen begroeten, vooral omdat dit bezoek een uitgesproken wensch van H. M. Koningin Wil- helmina is. In vele Zuid-Afrikaansche bladen wordt weer gereleveerd, hoe Hare Majesteit steeds belang stelling voor dit land en volk heeft gehad. Al is men dan erg van het verre Nederland ver vreemd, het blijft toch maar een feit, dat het grootste deel van dit Afrikaansche volle Diets is van afkomst en van taal. In Johannesburg en Kaapstad is het Engel sche element langzamerhand zéér groot gewor den. In Pretoria, de geschiedkundige hoofdstad, welke de naam draagt van den grooten Voor trekker, Andries Pretorius, is echter de over- groote meerderheid nog zuiver Afrikaansch (Hollandsch), zoodat het juist is, dat daar de groote feestelijkheden zullen plaats hebben. Het is logisch, dat wij dankbaar bestemd zijn, dit alles mede te kunnen beleven. Het Eeuw feest zal weldra beginnen. Jammer, dubbel jammer, dat het postvliegtuig vandaag vertrekt en niet twee dagen later (Nadruk verboden).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5