P. HARTOC „REIGER" WEER OP HET NEST TERUG. Alle opvarenden zeer voldaan. TELMACHINES! Mijn Oude School. Prof. R. N. Roland Holst overleden. MAAND A. G 2 JANUARI 1939 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Op het laatste traject nog eenige vertraging. Hartelijke ontvangst. Het K. L. M. vliegtuig „Reiger" is Zaterdag middag te 16.49 uur van zijn extra vlucht naar Zuid-Afrika ter gelegenheid van den lOOsten herdenkingsdag van „De Groote Trek" in ons land teruggekeerd en op Schiphol geland. Reeds vroeg in den middag verzamelden zich vele belangstellenden op het Amsterdam- sche vliegveld, waar men deze bijzondere drukte had voorzien en maatregelen had ge nomen. Aanvankelijk was gerekend, dat de „Reiger" om half drie op Schiphol zou zijn, doch een verlaat vertrek uit Marseille en een hevige tegenwind boven Frankrijk, welke nog een landing op Haaren bij Brussel noodzakelijk maakte, waren oorzaak dat het toestel pas om 16.49 op Schiphol landde. Een der eersten, die uit het toestel stapte was jhr. Beelaerts van Blokland, die als offi- cieele vertegenwoordiger van de Nederland- sche regeering de reis naar Z. Afrika had mee gemaakt. Hij werd het eerst begroet door den minister-president dr. H. Colijn en vervolgens door de overige autoriteiten en den heer Plesman. Zonder het douanelokaal te behoe ven te passeeren begaven de passagiers en de leden der bemanning zich in gezelschap van hun verwanten naar het restaurant van de wachtkamer. Begroeting door dr. H. Colijn. Daar heeft de president van den minister raad een kort begroetingswoord gesproken. Hij begroette in de eerste plaats den vice-presi dent van den Raad van State, jhr. mr Beelaerts van Blokland, die namens de Neder- landsche regeering een „message of goodwill" aan het stamverwante volk van Z. Afrika heeft gebracht. Steeds bestaat er in Nederland een diepe belangstelling voor dit volk, dat in Nederland zijn stamland heeft. De wijze, waarop jhr. Beelaerts van Blokland zijn op dracht vervuld heeft, is boven alle lof verhe ven. Dr. Colijn sprak ook woorden van waar deering voor mevr. Beelaerts van Blokland die wel is waar de reis niet heeft meegemaakt maar haar in spanning heeft gevolgd. Wanneer in ons land van vlagvertoon word' gesproken denkt men allereerst aan de Ma rine. Ook de K. L. M. echter zorgt voor vlag vertoon door de lucht, dank zij het prachtige werk der piloten en der overige leden van de bemanning. Spr. dankt hiervoor de K. L. M en de geheele bemanning, alsmede de familie leden van de laatsten Spr. wil ook een woord van dank richten tot de passagiers, die „en ik ga nu iets zeggen dat typisch Hollandsch is, maar ik ben een echte Hollander" voegde de minister-president hier onder applaus aan toe het mogelijk hebben gemaakt, dat deze reis niets gekos' heeft (vroolijkheid). Dr. Colijn eindigde met de beste wenschen voor de K. L. M. Antwoord van Jhr. Beelaerts van Blokland. Jhr. Beelaerts van Blokland verklaarde, dat het een zeer bijzondere reis was en spr. was dankbaar voor alles wat hij in de afgeloopen weken heeft meegemaakt. Daar was in de eerste plaats het eeuwfeest van „De Groote Trek", dat in alle deelen van Z.-Afrika met geestdrift is herdacht en waarvan het hoog- Diverse merken in vele modellen,hand en electrisch Prijzen: Nieuw vanaf f 150. Schoterweg 122, Tel.12681 (Adv. lngez. Med.) Liefde voor den geheimen zender nog niet geblusclit. Zondag was er in Twente weer veel te hooren. Zondagmorgen was in Twente een geheime zender te hooren op een golflengte van 240 meter. Er was zeer veel storing zoodat men den omroeper haast niet kon verstaan. Te hooren was slechts: „Dames en heeren wij zijn nu met onzen reportagewagen in een restau rant te Enschede." De geheime zender zou zich bevinden in Glanerbrug. Ook werd muziek uitgezonden Volgens den omroeper zal a s. Zondag de uit zending op golflengte 241 meter herhaald worden. In 1938 kwamen meer schepen in Amsterdam dan in 1937. Bruto-inhoud was l'/s millioen kubieke meter grooter. Oudejaarsavond is de „Pluto" van de K.N. S.M. als laatste schip in 1938 de Amsterdam- sche haven binnengekomen. In 1938 kwamen 3464 zeeschepen Amsterdam binnen met een bruto inhoud van 22.107 592 kub. meter. In 1937 waren het 3291 zeeschenen met een bruto in houd van 20.520.906 kub. meter. De vooruitgang bedraagt derhalve 173 zee schepen met 1.586.686 kub. meter bruto in houd. tepunt was de hoeksteenlegging van het na tionaal gedenkteeken te Pretoria op Din gaansdag 16 December j.l. Ruim 100.000 man nen en vrouwen uit alle deelen van de Unif hebben hieraan deelgenomen. Spr. was voora getroffen door de ernstige wijze, waarop deze plechtigheid geschiedde. „Een volk, dat zoi zijn nationale gedenkdagen viert, zondei draaimolens en dergelijke vermakelijkheden kan vol vertrouwen de toekomst tegemoe; gaan", 'applaus). Met groote dankbaarheid nam men in Z Afrika kennis van de belangstelling van het Nederlandsche volk en de passagiers van de ..Reiger" hebben dan ook een warme ont vangst gekregen Mij had groote waardeerin; voor de Nederlandsche belangstelling die in Z.-Afrika volle weerklank vond. Men had daar sympathie voor ons volk en vereering voor het Huis van Oranje. De reis was in alle opzichten •-•oorspoedis geweest en de bemanning van de „Reiger" had zonder uitzondering alles gedaan om de reis tot een succes te maken, waarvoor SDr. haar dankte. En hij eindigde met de woorden: „Ik wensch u allen een gezegenden Oudejaars avond". Tenslotte kwam gezagvoerder Scholte nog even voor.de microfoon om te verklaren, aaT de reis voorspoedig was verloopen en dat alle leden der bemanning verrast waren door de hartelijke ontvangst hier op Schiphol Het wa bijna als in Johannesburg. Scholte wendde zich tot de aanwezige Z.-Afrikaansche stu denten, die momenteel in ons land vertoeven en sprak de hoop uit, dat zij even goede her inneringen zouden bewaren aan Nederland als de opvarenden van de „Reiger" dat deden aan Z. Afrika, dat zij zes dagen geleden in voller zonneschijn hadden verlaten. Onderhoud met gezagvoerder Scholte. Wij hadden nog gelegenheid tot een kort gesprek met gezagvoerder Scholte, die reeds eenmaal in 1929 Z. Afrika bezocht toen hij te zamen met Geyssendorfer als piloot in parti culieren dienst was van den Amerikaanschei millionair Van Lear Black Zelfs uit de luch' kan men zien zoo vertelde hij ons hoe veel er in dien betrekkelijk korten tijd ver anderd is. Men ziet nieuwe huizen, dorpen en wegen. Ook de luchtroute is uitmuntend ge outilleerd en op het traject bevinden 'ich ze ker 300 vliegvelden, terwijl er in 1929 circa 40 waren. De hotels langs de geheele route waren van uitstekende kwaliteit en hebben er toe bijge dragen, dat de passagiers en de leden der be manning de avonden op de aangenaamste wij ze hebben doorgebracht. De hooge vertegen woordiger van 's lands regeering aan boord jhr. Beelaerts van Blokland, bleek ondanks po sitie en leeftijd een der prettigste en mees; sportieve passagiers, die zelfs te Broken Hill toen slechts enkele opvarenden gelegenheid kregen een bezoek te brengen aan een koper mijn, er prijs op stelde in de mijn af *-e dalen met gummipak en bijbehoorende uitrusting. Het was de eerste maal dat men in Z. Afri ka een Douglas D. C. 3 machine zag. Vooral de luchtvaartdeskundigen waren vol bewondering voor het fraaie toestel en Scholte en Viruly hadden verscheidene rondvluchten ermee ge maakt. Vele vooraanstaande persoonlijkheden had den zich uitgelaten, dat zij het ten zeerste zouden toejuichen, wanneer ook de Neder landsche Luchtvaartmaatschappij aan de luchtverbinding tusschen Z. Afrika en Eaiopa zou gaan deelnemen. (Een slotartikel van onzen medewerker, die de Dingaansvlucht heeft meegemaakt, vindt men op pag. 6.) Vliegmachine redde op de Merwede een jongen. Was op een ijsschots weggedreven. Een spannend avontuur, dat hem bijna het le ven heeft gekost, heeft Vrijdag de zestienjarige P. v. d. Meyden uit Gorinchem op de rivier de Merwede beleefd. De jongen stond volgens de Tel. rustig aan den walkant te visschen tus schen de ijsschotsen. toen hij plotseling bemerk te, dat hij niet meer op den wal stond maar op een ijsschots, die blijkbaar was afgebroken en door den stroom de rivier opging. Zijn hulpge roep bleef onbeantwoord en hij dreef op de schots, die gestaag afbrokkelde, steeds meer naar het midden der rivier in de richting Wer kendam. De jongen verwachtte hulp van den wal maar zij kwam uit de lucht! Een juist passeerend vliegtuig had de benarde positie van den jon geman opgemerkt en scheerde laag over het drijfijs, vermoedelijk in de hoop daardoor de aandacht te trekken. Dit lukte wonderwel, want spoedig waren een paar jagers in een roeiboot op weg naar v. d. Meyden, die juist bijtijds werd opgepikt en aan een politievaartuig, dat snel was komen aanvaren, werd overgegeven. Dit bracht hem weer veilig aan den wal te Gorinchem. Een ijsbreker, die eveneens was gealarmeerd, behoef de bij het reddingswerk geen dienst te doen. Sportvliegtnïg maakte ongelukkige landing op Urk. Op 't laatste oogenblik motorstoornis. De Vrijwillige Organisatie Sportvliegers 'V O. S.) die de laatste dagen zich zoo ver dienstelijk heeft gemaakt met het brengen van post en levensmiddelen door de lucht naar het geïsoleerde Urk. heeft Zaterdag pech ge had. Eén harer leden, de heer H. 'Hijmans. vertrok tusschen 12 uur en half één van Schiphol met zijn PHJ.U.H.A om post naar het eiland te brengen. Aan het slechte weer was het te wijten dat de sportvlieger eerst tegen half drie boven het eiland kwam. Tijdens de daling voor de landing kreeg het toestel motorstoornis. Met groote vaardigheid landde de vlieger onmid dellijk, echter niet in de lengterichting van het terrein, omdat zulks onmogelijk was maar dwars, waardoor hij een hekje raakte Onge deerd stapte de heer Hijmans uit zijn toestel waarvan de rechtervleugel en de metalen pro peller licht beschadigd zijn. Het vliegtuig zal voorloopig op Urk moeten blijven Er zij' aan herinnerd dat de V.O.S. geheel vrijwillig de taak van de K.L.M. heeft over genomen. toen bleek dat zware verkeers- toestellen moeilijk op het eiland konden lan den. Zoo heeft deze organisatie van sport vliegers meer dan 600 K.G. post en een aan zienlijke hoeveelheid levensmiddelen iiaar het eiland gebracht. De eerste brief die mij op Nieuwjaarsdag be reikte kwam van mijn oude school, ter aankon diging van haar vijfenzeventigjarig jubileum in September 1939. Dan moeten wij natuurlijk gaan jubelen en ik vind het aardig mij reeds per eer ste post van 1939 uit te noodigen om in dit jaar te jubelen. Prettige gewaarwording, dat het Nieuwe mij dadelijk een feest belooft! Dat zul len de andere oud-leerlingen ook gevonden hebben. Wij moeten gezamenlijk „legioenen réu- nisten" vormen, zegt de brief. Dat klinkt heldhaf lig en klassiek. En onze legioenen „moeten Haar lem binnenstroomen". Vele anderen en ik zullen er dus eerst uit moeten gaan, want de school staat hier. Het is de 2e H. B. S. b aan de Zijlvest, te voren gedurende eenige jaren het Gemeentelijk Lyceum en in het eerste tijdvak van die drie kwart eeuw gewoon maar de H. B. S. Want toen was er maar één school van dit soort in Haarlem. De jubelbrief besluit met tien namen. Links die van Daan, Riet, Bob, Jan en Ate, die ik zoo kort aanduid omdat zij het bestuur der school- vereeniging vormen, en rechts die van vijf leeraren, met den Baas-zelf bovenaan. Die vor men den Raad van Advies: Dr. W. van den Berg, Dr. J. J. Haak, A. Meilink, J. H. Pfersich, Dr. P H. Schroder... Deze groep stemt mij ernstig. Men verliest zijn eerbied voor leeraren nooit. Vooral niet als zij van de Oude School zijn. En al heeft men van dit vijftal zelf geen les gehad. Zij kwamen, he laas, later. Helaas voorwaar! Want in mijn tijdhet is negenentwintig jaar plus eenige maanden ge leden dat ik de school verliet.... vormden de leeraren geen Raad van Advies nevens Daan. Riet, Bob. Jan en Ate. Neen, zoo discreet gedroe gen zij zich niet. Zij waren een indrukwekkende Raad der Ouden en een gevreesde Hooge Raad. Sommigen hunner herinnerden ons bij tijden aan den Raad van Beroerten, al veroorzaakten wij dan de beroerten en liepen enkelen hunner wel eens het gevaar, er door ons toedoen een te krij gen. Maar onder de bescheiden benaming Raad van Advies kenden wij hen nimmer. Gelukkige jeugd van thans! Gelukkige Daan. Riet, Bob. Jan. Ate e tutti quanti! De toon die jullie, gezamenlijk met jullie adviseurs, jegens ons aanslaat is ook zoo heel anders dan vroeger denkbaar zou zijn geweest. Zooveel losser, ge moedelijker, f ideeierHij is waarlijk kame raadschappelijk. „Denkt ge nog wel eens aan uw oude school? Die van de Jacobijnestraat als uw vlegeljaren al héél ver achter U liggen, die aan de Zijlvest als ge na 1906 voor 't eerst met een verlegen toetje de weidsche hal binnengingt?" Ja. ik ben het eerste jaar nog in de Jacobijne straat geweest. Maar is dat nou heusch zoo héél ver achter mij9 Het was een fijne school, jon gens! Je kon. als je de klas uitgegooid werd en met veertig thema's strafwerk door meneer E. A. W. Pauw naar Dollé gestuurddat was de concierge, zie je, en je maakte de thema's niet want meneer Pauw vergat ze welmaar de andere leeraren waren zoo niet. nou dan, ik dwaal af: je kon d'r. Neen, dit is de toon niet. Jullie zijn ordelijker dan wij waren, en gelijk heb je. Ik probeer het opnieuw. Betrad ik in den jare 1906 voor 't eerst de weidsche hal aan de Zijlvest met een verlegen toetje? Ik weet het niet meer, Daan, Riet, Bob, Jan en Ate. Maar 't zal wel zoo geweest zijn als jullie het zeggen, met zulke adviseurs achter je. „Vijfenzeventig jaar hebben de leeraren hun best gedaan u allerlei wijsheid bij te brengen." Nee! Nou protesteer ik namens ons allen Da's niet waar! Velen onzer mogen wel eens een klas gedoubleerd hebben, vele andere mogen het eindpunt niet hebben bereikt, maar vijfen zeventig schooljaren.... Niks hoor! Ik weet zeker dat we er allemaal stukken vlugger af waren. Van het hok, bedoel ik. En van d< proeven, en de rapporten, en de examens. En w ij hadden geen Raad van Advies! Het is waar dat de leeraren hun best deden ons allerlei wijsheid bij te brengen. /Van die wijsheid hebt ge ongetwijfeld wel eens profijt getrokken", merken jullie hoopvol, maar met 'n tikje reserve op. Ja, dat is zoo, jongelui! Dat hebben we wel 'es gedaan. Je ziet het bijvoorbeeld aan mij. Ik schrijf nog altijd opstellen, dag in dag uit, de krant neemt ze niet alleen op maar ik leef er zoogezegd van. Nou? Is dat profijt trekken of niet? Dan vraagt ge of wij nog wel eens aan onzen ouden Directeur en onze oude leeraren denken Waarachtig! Ge noemt onzen ouden, vriendelij ken Baas Brongersma. Hij blijft een goede her innering. Ge noemt Ir. van Mourik Broekman en dankbaarheid welt bij ons op. Zijn portret hangt in vele onzer werkkamers. Ook in de mijne En er zijn meer herinneringen. Bijvoorbeeld aan dr. Nolst Trénité, die zoo'n gerechtvaardig den afkeer van spieken had en er een eerezaak van maakte. Hij gaf Engelsch en Staatsweten schappen. Maar later trad-ie af en werd de Nederlandsche leeraar van alle oud-leerlingen an alle H. B. S.' en Gymnasia en Lycea die hun brood met schrijven gingen verdienen. Dat is-i. nog: als Charivarius, en dit schrijvende bibber ik wel even, want in een perceel vlak bij de Jacobijnestraat brult nog immer de oude leeuw en straks zal dit opstel onder zijn scherpen blik komen. Toch zal ik in dit jubeljaar meer schoolher inneringen moeten gaan schrijven want nu doe men vele gestalten op. Ook van medeleerlingen die allemaal min of meer profijt hebben getrok ken van de opgedane wijsheid. Natuurlijk moe ten wij elkaar weerzien. Gelijk hebben jullie Feestavond in den Stadsschouwburg? Best Dansen in de groote zaal van het Concertge bouw? Graag. Film van het schoolleven? Nou: Ontvangst in de Oude School? Natuurlijk! Zul len we onze verlegen toetjes nog eens ODzetten9 Jullie weet wel: die van 1906? En dan moet ik bijdragen voor het Feestfonds Ha. dat komt natuurlijk achteraan. Maar enfin, als je mij een feest belooft per eerste post in 't Nieuwe Jaar, slimmerikken!vooruit dan maar! R. P. Oud-Leerling Duitsche vluchtelingen naar Hoorn. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, za een gedeelte van de voormalige rijkswerkinrich ting te Hoorn worden bestemd voor de onder brenging van een aantal Duitsche vluchtelin gen. In verband hiermede zal aan enkele ver- eenigingen die localiteiten van de inrichting in huur hebben, op korten termijn het contraci •vorden opgezegd. Met den rijksgebouwendienst zijn onderhan delingen aangeknoopt nopens het treffen var voorzieningen ten einde het verblijf aan rede lijke eischen van huisvesting te doen beant woorden. MINISTER CUMMINGS THANS AFGETREDEN. De Amerikaansche minister van Justitie Cummings, heeft per 2 Januari zijn ontslag ingediend. Groot en veelzijdig kunstenaar. Na een ziekte, die slechts kort ge duurd heeft, is Zaterdagmiddag in zijn woning te Bloemendaal prof. R. N, Roland Holst overleden. Met prof. R. N. Roland Holst verliest Ne derland één van zijn grootste en veelzijdigste kunstenaars, wiens naam niet alleen zal blij ven voortleven als die van den edelen voor vechter der monumentale kunst, doch die zich tevens een blij venden naam verworven heeft als schrijver, schilder en teekenaar. Tal van openbare gebouwen in Nederland zullen tot in lengte van dagen de schoonheid van de werken van prof. R. N. Roland Holst blijven dragen, vele geslachten zullen nog genieten van <je „Overpeinzingen van een bramenzoeker", maar dieper en breeder wel licht nog zal de geest van den ontslapene in Nederland blijven voortleven door den zeer grooten invloed dien hij als paedagoog en voorganger, op de na hem komende geslach ten heeft uitgeoefend, een invloed die stellig niet eindigen zal bij zijn directe leerlingen. Prof. Richard Nicolaas Roland Holst was op 4 December 1868 in Amsterdam geboren. Van 1887—1891 volgde hij de academie en reeds in 1892 begon hij met het vervaardigen van lithografieën, waarbij hij zich een eigen persoonlijke stijl wist te verwerven, die voor het groote publiek onder meer tot uitdruk king kwam in een reeks gelithografeerde aanplakbiljetten voor opvoeringen van het gezelschap van Willem Royaards. Velen zullen zich nog de schoonp affiches voor de opvoeringen van Faust, Gijsbrecht van Aemstel. Lucifer en Electra herinneren In 1918 werd Roland Holst als buitenge woon hoogleeraar verbonden aan de rijks academie voor beeldende kunsten, van welke academie hij van 1926 tot 1934 de leiding heeft gehad als hoogleeraar-directeur. Van de belangrijke werken, die prof. R. N Roland Holst als monumentaal en decoratief kunstenaar geschapen heeft, kunnen o.m genoemd worden de wandschilderingen in e Amsterdamsche beurs, in het gebouw van den Nederlandschen Diamantbewerkersbond en in het gebouw van de Nederlandsche Heide maatschappij te Arnhem. De veelzijdigheid van den kunstenaar blijkt c-.a. ook wel uit de omvangrijkheid van zijn oeuvre als glaze nier, waarvan o.m. getuigen de schoone glas schilderingen in de Domkerk te Utrecht, de groote ramen in de Aula van het Amster damsch lyceum, de ramen in het postkantooi te Haarlem, de negen trapramen in het Amsterdamsche stadhuis, het boogvenster in het postkantoor te Utrecht enz. Ook hiermede echter was de belangstelling en de tech nische vaardigheid van Roland Holst niet uitgeput. Hij bleek een voortreffelijk portret tist, getuige het schoone portret, dat hij maakte van zijn echtgenoote, de dichteres Henriette Roland Holstvan der Schalk, we) het bekendste dat van de dichteres ooit ver vaardigd werd, hij maakte litho's naar Brabantsche volkstypen, ex-libris, boekban den, mozaieken, stempels enz. enz. Er is bijna geen genre in de decoratieve kunst, dat hij niet met meesterhand beoefend heeft. Van de verschillende publicaties, die van de hand van prof. Roland Holst verschenen zijn. noemen wij. behalve het belletristische werk „Overpeinzingen van een bramenzop ker", „Ethische factoren in de monumentale schilderkunst". „De ontwikkeling en verwezen kijking der architecturale gedachte in „Hol land", „Over vrije en gebonden vormen in de plastische kunst", twee bundels „Over kunst en kunstenaars". Als redacteur van het tijdschrift „De Gids" publiceerde hij opstellen over Puvis de Cha- vannes. over de glasramen In de Kathedraal van Chartres. over Jozef Israels, enz. Enkele maanden geleden nog erkende de „Bond van Nederlandsche architecten" do groote verdiensten van prof Roland Holst ah monumentaal kunstenaar voor de ontwik keling van de Nederlandsche architectuui door hem tot eere-lid te benoemen. Weinig kunstenaars hebben als prof. Roland Holst aan hun werk een zoo breeden achter grond van overwogen en verantwoorde over tuiging. een zco diepe cultureele beteekeni? weten te geven. Zijn dood laat een niet op te vullen leegte in het Nederlandsche cultureele leven ach ter. Begaafd, beminnelijk en strijdvaardig kunstenaar Onze medewerker voor kunst, de heer J. H de Bois. schrijft ons over prof. Roland Holst- Op den Oudejaarsdag van het jaar. waarin vier weken tevoren, op 4 December, zijn ver jaardag, overigens in stilte gevierd, door een hooge Koninklijke onderscheiding was opge luisterd, overleed prof. Roland HoLst. Met een gevoel van oprechte deelneming zullen de ge dachten zijner vele vrienden thans gericht zijn naar mevrouw Roland HolstVan der Schalk, wie dit verlies dubbel zwaar treffen moet, nu zij zelve een langdurige ongesteld heid nauwelijks te boven kwam. Een even beminnelijk als strijdvaardig kunstenaar ging heen. Een. die voor zijn inzichten gestreden heeft, met een zuiver enthousiasme, met veelzijdige groote begaafd heid en met een benijdenswaardige arbeids kracht die hem uiterlijk en innerlijk jong hield, waardoor hij, ondanks de jaren die men hem niet aanzag, kon verdwijnen in den vol len bloei van nog weer nieuwe plannen nieuwe projecten. Men kan niet zeggen <jat de goden, met wie zóó sterft, het slecht hebber, voorgehad. maar het verlies blijft. Zijn jeugd viel in den bloeitijd der impres sionistische schilderkunst. Niet veel jonger dan Witsen, elf jaar jonger dan Breitner dien hij zeer bewonderd heeft, heeft hij mis schien te midden dier Amsterdamsche groep levend, spoediger dan anderen ingezien dat in de schilderijkunst van hen en hun directe voorgangers het laatste woord voorloopig ge sproken was. Een nieuwe stroom kwam ook over ons land. die voor de maatschappelijke zijde van de kunst, zooals die in bouw- en meubelkunst, de monumentale en versieren de kunst, tot uiting gebracht kon worden, ge lijke en zelfs meer belangstelling opeischte als der schilderijkunst in het algemeen be wezen werd. Door de schiderij uitsluitend als verplaats baar luxe-object en dientengevolge als zeei geëigend handelsartikel voor te stellen, moes' aan den ethischen kant dier opkomend strooming een relief gegeven worden dat juist in die jaren van opkomend gemeen schapsbegrip de gemoederen trok, doch voor een niet onbelangrijk deel de schilde- HAARLEM - Telef. 10070 (Adv. lngez. MedJ rijenkunst in discrediet bracht. Die moed willige controvers heeft ons altijd minder ge lukkig toegeschenen. De nieuwe beweging be schikte over voldoende gezonde grondslagen en talenten, die daarop bouwen wilden, om het kleineeren en afbreken van wat vooraf ging. overbodig te maken. De terminologie die een schilderij tot „gat in den muur" pro moveerde of er over als „ezeltjeswerk" (ta bleau de chevalet) sprak is mij altijd als zeer goedkoop en grutterig-neringziek voorgekomen Het één behoefde het bestaansrecht van het ander niet aan te tasten om de eigen meer waardigheid te bewijzen. Het is, geloof ik, wel één der zeer belang rijke verdiensten van Roland Holst geweest dat hij zich nimmer van zoo goedkoope ter minologie bediende, doch zijn inzichten over de te spelen rol der kunsten steeds op even elegante als scherpzinnig-fraal geformuleerde wijze tot uiting bracht. Hij sprak en schreef uitmuntend, hetgeen, verbonden aan zijn per soonlijke charme, hem een grooten invloed op anderen verzekerde. Toen dan ook door prof. Derkinderen, als Allebé's opvolger, aan de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten eenmaal een nieuwen inslag, in overeenstemming met den tijd, was aangebracht, bleek Roland Holst, na Derkin- deren's verscheiden, de aangewezen opvolger die het begonnen werk, als Hoogleeraar Direc teur, zou voortzetten. Hij heeft daartoe be langrijk persoonlijk werk vaak tijdelijk moe ten laten liggen. Muurschilderingen, glas ramen (onder andere in het Haarlemsche postkantoor!) dragen zijn signatuur en zul len van zijn kunstenaarsbeteekenis tot ln latere tijden blijven getuigen. Toen een grootsch werk als de Utrechtsche Domramen hem te zeer in beslag kwam nemen, vond hij het gewenscht voortijdig het Directoraat der Academie neer te leggen. In welke vacature nog steeds niet volledig voorzien ls. terwijl zijn eigen klas, die der monumentale schil derkunst. na veel zoeken en schrijven, aan prof. Campendonck werd toevertrouwd. Na z'n démissie werkte prof. Roland Holst onver moeid in zijn atelier te Bloemendaal aan de opdrachten verder, die hem lief waren. Het eere-lidmaatschap van den Nederlandschen Bond van Architecten, hem in November j.l. op plechtige wijze aangeboden, zal hem het bewijs geleverd hebben, dat zijn levensarbeid door de meste gezaghebbende kringen, die hij er zich voor kon wenschen, op den hoogsten prijs is gesteld. Zijn blozende, sportieve figuur, waaruit de vreugde voor den arbeid sprak, zal men niet licht vergeten. AFSCHAFFING BODEKOSTEN VOOR TELEGRAMMEN DEFINITIEF De afschaffing van bodekosten voor telegram men en telefoonoproepberichten, die voorloopig bij wijze van proef was ingevoerd. is met ngang van 1 Januari definitief. Marine bestelt twintig motor- torpedobooten. Het ministerie van Defensie heeft een con tract afgesloten voor twintig motor-torpedoboo ten, welke ontworpen zijn door Hubert Scott- Paine. De eerste boot zal door de British Power boat Company Ltd. in Engeland worden ge bouwd. de volgende door de N.V. Werf Gusto, v.h. firma A. F. Smulders te Schiedam, welke daartoe een licentie van de Engelsche maat schappij heeft verkregen. De motor-torpedobooten zullen dienst doen in de Noordzee en in Nederlandsch-Indië. ZU zijn van een geheel nieuw type. De booten worden ca. 23 Meter lang en wor den bewapend met torpedobuizen van 45 c.M. kaliber, twee luchtafweermitrailleurs en diepte bommen. Dr. J. H. Holwerda. Eervol ontslag verleend als directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Bij Koninklijk Besluit is op zyn verzoek, in verband met het bereiden van den 65-jarigen leeftijd, eervol ontslag verleend aan dr. J. H. Holwerda, als directeur van het rijksmuseum van oudheden te Leiden. Dr. Holwerda, die tevens lector is in de prae- historische- en Romeinsche archaeologie aan de Leidsche Universiteit, is te beschouwen als de grondlegger van de Nederlandsche prae-histo- rische wetenschap. Hij is verder directeur van bet museum Kam te Nijmegen en ridder in de •rde van den Nederlandschen leeuw. Dr. Holwerda zal het lectoraat aan de Leidsche miversiteit en het directoraat van het museum Kam te Nijmegen, ook na den datum van znn eervol ontslag op 1 Januari a.s. blijven waar nemen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5