Godsdienst, democratie en goede trouw moeten verdedigd worden. DE NIEUWE PRESIDENT VAN ZWITSERLAND. DONDERDAG 5 JANUARI 1939 HAARLEM'S DAGBLAD 5 Roosevelt tot het congres: Amerika bereid mede te werken aan stopzetting van den bewapenings wedloop. In de boodschap, die Roosevelt gisteren voor het congres heeft uit gesproken, zeide hij o.a. dat de oor log, die de wereld in brand dreigde te zetten, voorkomen is, doch dat het steeds duidelijker wordt, dat de vrede niet verzekerd is. Overal rondom ons, aldus de president, woeden niet ver klaarde oorlogen, militaire en eco nomische. Overal om ons groeien steeds doodelijker bewapeningen, militaire en economische. Overal om ons dreigt nieuwe agressie militaire en eco nomische. Franklin D. Roosevelt. De stormen, die van buiten komen bedreigen drie instituten, die van oudsher voor de Amerikanen onont beerlijk zijn geweest. Het eerste is de godsdienst. Het is de bron van de an dere twee: democratie en internatio nale goede trouw. In de moderne be schaving vullen alle drie elkaar aan. Waar de vrijheid van godsdienst is aange vallen, kwam de aanval van kanten, die te gen de democratie zijn. Waar de democratie verdrongen is. verdween de geest van geloofs vrijheid en waar de godsdienst en democratie verdwenen, hebben de goede wil en de rede in internationale aangelegenheden plaats ge maakt voor hebzucht en bruut geweld. In een samenleving, die de godsdienst de democratie en de goede trouw tusschen de naties op den achtergrond dringt, kan geen plaats zijn voor de idealen van den vredevorst. De Vereenigde Staten verwerpen zulk een orde en behouden hun oude geloof. Er komt een tijd in de zaken der menschen, dat zij bereid moeten zijn, niet slechts hun haardsteden te verdedigen, doch de leerstel lingen van geloof en menschelijkheid, waarop hun kerken, hun regeeringen en zelfs hun be schaving zijn gebaseerd. De verdediging van den godsdienst, de democratie en de goede trouw tusschen de volken is alles eenzelfde strijd. Om de een te redden, moeten wij thans bereid zijn alles te redden. Evenmin als andere landen kunnen wij hebben, dat wij omringd worden door vijanden van ons geloof en onze humaniteit. Daarom is het gelukkig, dat wij op dit westelijk halfrond onder het gemeenschappelijk ideaal van den democratischen regeeringsvorm een rijke verscheidenheid van hulpbronnen en volken hebben, die samenwerken in weder- zijdschen eerbied voor den vrede. Wij zullen medewerken aan de bescherming van dit half rond, dezen vrede en dit ideaal tegen stormen van welken kant die ook komen. Dit sluit niet in. dat de Amerikaansche republieken zich afzonderen van de volken in andere werelden. Het beteekent niet, dat de beide Amerika's zich tegenover de rest van de wereld stellen. Wij houden vast aan onze histori sche bereidwilligheid overleg te ple gen met alle andere landen, opdat de agressie tusschen hen moge eindigen en de bewapeningswedloop ophoude en de handel vernieuwd worde. Doch de wereld is zoo klein geworden en de aanvalswapens zoo snel, dat geen land in zijn vredeswil veilig kan zijn. zoolang er maar één machtige natie is. die weigert haar grieven aan de raadstafel te regelen. Want als een regee ring die over een groote hoeveelheid oorlogs tuig'beschikt, beslist een politiek van geweld wil, geven de verdedigingswapens de eenige veiligheid. In onze buitenlanidische betrekkingen heb ben wij uit het verleden geleerd, wat wij niet moeten doen. Uit de nieuwe oorlogen hebben wij geleerd, wat wij wel moeten doen. Wij hebben geleerd, dat de godvruchtige demo cratieën der wereld, die zich houden aan de heiligheid der verdragen en oprechtheid in haar onderhandelingen met andere naties, niet zonder gevaar onverschillig kunnen blij ven voor internationale wetteloosheid, waar dan ook. Zij kunnen niet steeds zonder doeltreffend protest voorbijgaan aan daden van agressie tegen zustervolken, daden, welke automatisch ons allen ondermijnen. Het is duidelijk, dat zij volgens practische en vreedzame lijnen te werk moeten gaan. Woorden mogen vergefesdh zijn, doch oorlog is niet het eenige mid del om behoorlijken eerbied voor de meeningen van het menschdom af te dwingen. Op zijn allerminst kunnen en moeten wij ieder optreden of ge brek aan optreden vermijden, dat een aanvaller zal aanmoedigen, helpen en sterken. Dit leeren wij, wanneer wij weloverwogen trachten de neutra liteit wettelijk te regelen. Onze neu- traliteitswetten kunnen ongelijk en onbillijk werken en met name steun verleenen aan den aanvaller en deze onthouden aan het slachtoffer. De zucht tot zelfbehoud moet ons er voor waarschuwen dat wij dit niet meer laten gebeuren. Parate defensie. Wij hebben nog iets geleerd de aloude les dat de kans op een aanval ontzaglijk verkleind wordt door de verzekering van een altijd gereed zijnde defensie. Roosevelt voegde hieraan toe, dat binnen enkele dagen een speciale boodschap tot het congres zou wor den gericht, waarin maatregelen worden aan bevolen voor het op peil brengen van de lands verdediging. Voortgaande zeide de president, dat een sterke eensgezinde natie vernietigd kan wor den als zij niet voorbereid is op een plotse- lingen aanval, doch zelfs een natie, die van zuiver militair standpunt beziengoed be wapend en goed georganiseerd is, kan een nederlaag lijden, als zij verzwakt wordt door onderling gemis aan vertrouwen en bedreigd wordt door klassevooroordeelen en oneenig- heid tusschen het kapitaal en de arbeiders. Tegenover de moeilijkheden in de wereld moet nationale eenheid worden gesteld. Als zoo vervolgde de president, een andere re geerinigisvorm in zijn aanval op de democratie een eenheidsfront kan bieden, moet tegenover dezen aanval een eensgezinde democratie- worden gesteld. Zulk een democratie kan en moet in de Vereenigde Staten bestaan. Na verklaard te hebben, dat het nationale programma van sociale en economische her vorming een onderdeel van de landsverde diging vormde, dat even fundamenteel is als de bewapening, herinnerde Roosevelt aan het geen in de afgeloopen zes jaren tot stand gebracht is, op het gebied van het behouden en ontwikkelen der nationale hulpbronnen, het ontwikkelen van den landbouw, het uit den weg ruimen van arbeidsgeschillen en het scheppen van werkgelegenheid voor de jeugd. De president verklaarde, dat zijn doel was, voldoende kapitaal en ar beiders aan het werk te krijgen, om te komen tot een totaal nationaal in komen van minstens 80 milliard dol- lard per jaar, bij het bereiken van welk bedrag een aanzienlijke vermin dering van de werkloosheid verkregen zal zijn, terwijl de federale inkomsten voldoende zullen zijn om op te wegen tegen het gangbare peil van de con tante uitgaven op den grondslag van het toestaande belastingstelsel. Tegen de dictatuur Roosevelt richtte zich tenslotte tegen hen, die van de dictatuur heil verwachten. De dicta tuur, zeide hij, brengt kosten mede, die het Amerikaansche volk nooit zal betalen en wel onze geestelijke waarde, het gezegende recht te kunnen zeggen wat wij willen, de vrijheid, confiscatie van ons kapitaal, het in eer. concen tratiekamp geworpen worden, het bang zijn om op straat te loopen met de verkeerde buren, het kinderen laten grootbrengen, niet als vrije menschen, doch gevormd en gemaakt door machines. Indien het vermijden van deze kosten belasting op mijn eigen inkomen of mijn eigen bezittingen beteekent, wil ik deze belastingen gaarne dragen als prijs voor het ademen door mij en mijn kinderen van vrije lucht in een vrij land, in een levende en niet in een doode we reld. (langdurig applaus). Roosevelt voegde hier nog aan toe dat de ge beurtenissen in de overzeesche landen het den Amerikaanschen volken hoe langer hoe duide lijker maakten, dat de gevaren, die in het land zelf dreigen, minder te vreezen zijn dan de ge varen van buitenaf. Franco's troepen naderen Borjas Blancas. Italianen zouden aanzienlijke verliezen geleden hebben. Naar uit Burgos wordt medegedeeld is de voorhoede van het gemengde legioen bij de eerste huizen van Borjas Blanca aangeko men. In het communiqué van het hoofdkwartier wordt gemeld, dat de rechtsche strijdkrachten Monsonis, Marcobau, Artesa de Segre en ver scheiden hoogten hebben bezet. In den sector van Castel werd de vijand ach tervolgd tot Artesa de Lerida. Een Reuterbericht uit Barcelona meldt, dat de vorderingen der troepen van Franco, die aanvallen in de richting van Vinaixa, gisteren tot een minimum beperkt wei-den in het lage heuvelland ten westen van Cervis. Den dag te voren waren de rechtsche troepen zes kilome ter opgerukt langs den rivieroever, doch gis- terein vorderden zij slechts enkele meters, on danks het hevige bombardement tegen de stellingen der regeeringstroepen. Het schijnt, dat de rechtsche militaire autoriteiten alle beschikbare krachten concentreeren om te trachten door de liniën der regeeringstroe pen te breken in de richting van den grooten weg tusschen Lerida en Borjas Valls. In het republikeinsche legerbericht van gister avond wordt gezegd, dat de Italianen bij hun aanvallen in de zone van Castell meer dan 2000 dooden en gewonden hebben verloren. Het republikeinsche legerbericht zegt ver der. dat de Italianen hun aanvallen hervat hebben en er in geslaagd zijn hun liniën eenigszins te verbeteren. Andere vijandelijke aanvallen bij Poblas de Granadella zijn vol gens deze mededeeling met groote verliezen voor de aanvallers afgeslagen. Bij Cubells zijn alle aanvallen van den vijand mislukt. Vrijlating van gevangenen. De regeering te Barcelona bestudeert eenige maatregelen, welke beoogen gevangenen van boven de zestig jaren in vrijheid te stellen. Onder deze bepaling zouden 1447 personen vallen, w.o. 125 vrouwen. Men denkt dat 25 pet. der gevangenen zonder beperkingen in vrijheid zullen worden gesteld. Praag antwoordt op Poolsch protest. Plegen van aanslag op het consulaat te Ostrava bestraft. De Tsjecho Slowaaksche regeering heeft thans geantwoord op de Poolsche stappen be treffende feiten, die zich voorgedaan hebben aan de Poolsch-Tsjecho Slowaaksche grens. Naar aanleiding van deze stappen had zij een onderzoek ter plaatse laten instellen. Het thans overhandigde antwoord behelst de re sultaten van het ingestelde onderzoek en ver klaart dat de Tsjecho Slowaaksche regeering alles in het werk zal stellen om te bereiken dat de betrekkingen tusschen Polen en Tsjecho- Slowakije op positieve wijze en rustig tot ont wikkeling komen. De Tsjecho-Slowaaksche re- geering verwacht, dat de Poolsche regeering bijdraagt tot een rechtvaardigde kalmeering door een correcte behandeling van alle bewo ners in de bezette streek. Wat den aanslag op het consulaat te Ostrava betreft, de dader is ontdekt en zal gestraft worden. Van haar kant heeft de Tsjecho Slowaak sche regeering haar gezant te Warschau op dracht gegeven een stap te ondernemen bij de Poolsche regeering in verband met eenige in cidenten van den laatsten tijd. De Tsjecho Slowaaksche en Poolsche politie organisaties zijn tot een overeenkomst geko men, waarbij van 31 December 1938 af de be wakingsdienst langs de grens uitgevoerd zal worden onder gemeenschappelijk toezicht en door gemengde Poolsch-Tsjechische detache menten. VRIJDAG 6 JANUARI HILVERSUM L 1875 en 301,5 M. 8.— VARA 10.— VPRO 10.20 VARA 12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO 9.— VARA 10.40 VPRO 11.00-12.00 VARA. 8.00 Esmeralda (Om 8.15 Berichten) 8.30 Or gelspel 9.Gramofoonmuziek 10.Morgenwij ding. 10.20 Gramofoonmuziek 11.Declamatie 11.20 VARA-Orkest (Opn.) 12.— Gramofoon muziek. (Orn 12.15) Berichten) 12.30 AVRO- Amusementsorkest 1.30 Omroeporkest (Opn.) 2.40 Causerie „Huisbewoners, lief en leed" 3.Ca baretprogramma. 4.Gramofoonmuziek 5. Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel en gramofoon muziek 6.28 Berichten 6.30 Causerie „Het jeugd- congres 1939" 6.45 Gramofoonmuziek. 7. VARA-Kalender 7.05 Causerie over Hollandsche caricaturisten 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berichten 7.40 Causerie „Weer aan een begin" 8.Het Hollandsch Strijkkwartet 8.30 Causerie VARA-Orkest 9.45 Declamatie 10.Fragm. uit de operetet „Pas de fumée sans feu". 10.30 Be richten ANP 10.40 Avond wij ding 11.Cello en Piano 11.30 Jazzmuziek (Gr.pl.) 11.5512.00 Gramofoonmuziek. HILVERSUM II. 415.5 M. Algemeen programma, verzorgd door de KRO. 3.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Berich ten) 10.Gramofoonmuziek 11.30 Religieuze causerie 12.Berichten 12.15 Het Peregrinos- orkest (1.001.20 Gramofoonmuziek) 2.Gra mofoonmuziek 2.15 Orgelspel en gramofoonmu ziek 3.15 Gramofoonmuziek 4.15 Viool en piano 4.35 Gramofoonmuziek 4.55 Pianovoordracht 5.15 KRO-Orkest 6.Land- en tuinbouwpraatje 6.20 Gramofoonmuziek 6.25 KRO-Melodisten en solist (ca. 6.30 Ber.) 7.Berichten7.15 Luchtvaart causerie 7.35 Gramofoonmuziek en declamatie 8.— Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek 8.40 KRO-New Style Artists. 9.20 Programma ge wijd aan de Nederlandsche Weermacht. 10.30 Berichten ANP. 10.40 Bela Kiss' orkest. 11.05- 12.Gramofoonmuziek DRorrwicH, i5oo m. 11.20 Het BBC-Northern-Ireland-orkest12.05 Orgelspel 12.30 Lou Preager en zijn Band. 1.20 Causerie „Empire exchange" 1.352.20 Het Nan cy Philips Trio. 2.45 Het John McArthur Kwin tet. 3.203.50 Volksliederen en -dansen 4.Va riété-programma. 4.20 Gramofoonmuziek 4.50 Radiotooneel 5.20 Mario de Pietro en zijn Estu- diantina 6.20 Berichten 6.45 Radiotooneel 7.05' Causerie „Holiday in Ulster" 7.20 Het versterkt BBC-Variété-orkest 8.05 Het New London Trio 8.40 Causerie „Arctic excursion". 9.20 Berichten 9,45 Causerie „Tight corners" 10.05 Het BBC- Orkest mmv. solisten 11.20 Jack Jackson en zijn Band. 11.50—12.20 Dansmuziek (Gr.pl.) RADIO PARIS. 1648 ML 7 55, 9.en 10.Gramofoonplaten 11.20 Can- trelle-orkest 12.30 Zang. 1.05 Visciano-orkest 2.35 2.50 en 3.30 Gramofoonmuziek 3.35 en 3.50 Zang 4.40 Gramofoonmuziek 4.50 Zang 5.05 Gramo foonmuziek 5.25 Kamermuziek 6.35 Zang 7.20 Jane Evrard's damesorkest. 8.35 Vioolvoordracht 8.50 Radiotooneel 10.50 Gramofoonmuziek 11.20— 12.50 Nachtconcert mmv. solist KEULEN. 456 M. 5.50 Gramofoonmuziek 6.30 en 7.50 Amuse mentsorkest 11.20 Fabrieksorkest 12.35 Leo Eysoldt met zijn orkest 1.302.20 Populair con cert 3.20 Gramofoonmuziek 6.35 Gramofoonmu ziek 7.30 Vroolijk programma. 8.20 Liter air-mu zikaal programma 9.50 Vocaal kwartet en het Dresdensch kleinork. 11-20 Jeugdliederen 12. 2.20 Nachtconcert (Opn.) BRUSSEL, 322 M. 12.20 Gramofoonmuziek 12.50 en 1.30 Het Om roeporkest 1.502.20 en 5.20 Gramofoonmuziek 6.50 en 7.20 Gramofoonmuziek 8.20 Het Omroep orkest 9.50 Vlaamsche en lersche volksdansen. 10,3011.20 Gramofoonmuziek BRUSSEL, 484 M. 12.20 Gramofoonmuziek 12.35 Zang 1.en 50 Het Omroeporkest 1.502.20 Gramofoonmu ziek 5.20 Pianovoordracht 6.35 en 7.05 Het Om- roepdansorkest mmv. soliste 7.35 Gramofoonmu ziek 8.20 Opera „Werther" (Om 9.05 Causerie; om 10.00 Berichten) 11.1511.20 Gramofoon muziek DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M. ,35 Gewandhaus-orkest (Opn.) 8.20 Radio tooneel 9.20 Berichten 9.40 Sportreportage 9.50 Gamba en cembalo 10.05 Berichten 10.2011.20 Het Omroeporkest. Dr. Philipp Etter, President van Zwitserland voor 1939. Vreugde in het kanton Zug. De groote voorvechter voor het behoud van de geestelijke grondslagen van Zwitserland. GENèVE, Januari 1939.' (Van onzen correspondent). IN het kleine stadje Zug, de hoofdstad van een der allerkleinste der 22 Zwit- sersche kantons, is dezer dagen een feest gevierd, zooals nog nimmer te voren. Voor het allereerst in de geschiedenis van dit kanton is een zijner zonen tot president van Zwitserland gekozen. De vereenigde ver gadering van Kamer en Senaat van Zwit serland koos half December vrijwel eenstem mig dr. Philipp Etter, geboren te Menzingen in het kanton Zug. tot president van Zwitser land voor het jaar 1939! Een paar dagen later bracht de gekozen president overeenkomstig de Zwitsersche gewoonte een bezoek aan zijn geboortekanton. Weinig presidenten zullen na hun verkiezing- zoo warm door hun kan- tongenooten gehuldigd zijn als met Etter het geval was. Ook de andere Zwitsersche kan tons plegen hun groote zonen hartelijk te vieren. Doch wanneer iedere vijf of zes jaar een burger van het kanton tot president van Zwitserland gekozen wordt, zooals in de kan tons Bern, Waadtland en Zürich naar een vaste traditie geschiedt, dan gaat het bijzon dere van deze ontvangstplechtigheid natuur lijk verloren en kan men moeilijk van een „historischen dag" spreken! Te Zug was het echter geheel anders. Ge durende de 90 jaren van het bestaan van het Zwitsersche Eedgenootschap in den tegen- woordigen vorm was nog' nimmer een Zuger tot de hoogste waardigheid van Zwitserland geroepen. Het was dan ook geen wonder, dat Etter toegejubeld werd door duizenden ,die ondanks sneeuw en koude het welkomstfeest dat geheel in de open lucht gevierd werd, van het begin tot het einde bijwoonden. Een kleurige optocht van het station tot het stad huisplein vormde het feestelijk begin. Een troep dragonders te paard leidde den op tocht in. De stadsmuziek volgde en speelde ononderbroken vrooüj-ke marschen. Dan een bataljon berginfanteie, gevolgd door den president van Zwitserland, Etter zelf, die te midden van de leden der 'kantonale re geering van Zug te voet door de totaal be sneeuwde straten van het stadje medeliep. Achter hem vertegenwoordigers van alle par ticuliere vereenigingen van het kanton, de padvinders voorop, alle natuurlijk van hun kleurige vaandels vergezeld. De geheele stad was bevlagd. Huis aan huis wapperde de Zwitsersche nationale vlag. rood veld met wit kruis erin. En toen de optocht het stadhuisplein had bereikt, volgden van het bordes van het kantonale regeeringsge- bouw de toespraken, eindigend natuurlijk met het dankwoord van President Etter. In deze redevoering verklaarde de nieuwe Zwitsersche president, dat hij thans met grooter vertrouwen de toekomst van Zwitser land tegemoet zag dan ruim vier jaar ge leden, toen hij tot lid der Zwitsersche re geering gekozen werd. De zorgen en gevaren zijn in dien tijd stellig niet kleiner geworden, doch Etter had de groote kracht van het Zwitsersche volk intusschen beter leeren kennen. Thans wist hij sterker dan ooit te voren, dat het Zwitsersche volk een krachtig volk is. bereid om aan ieder gevaar het hoofd te bieden. De jongste gebeurtenissen buiten de grenzen hadden geleerd, dat met de toe neming van het gevaar ook de nationale eendracht en de bereidwilligheid, om voor het vaderland offers te brengen, steeds krachti ger worden. President Etter waarschuwde tegen een overschatting der gevaren. Over tuigd, dat alle Zwitsers hun plichten vervul len zullen, zag hij vol vertrouwen de toe komst van het „vrije en eeuwige" Zwitserand tegemoet. Snelle carrière. DR. PHILIPP ETTER, die in 1939 aan het hoofd van den Zwitserschen staat zal staan, is in jaren het jongste lid der uit zeven personen bestaande Zwitsersche re geering. Hij is thans 47 jaren oud. Geboren in het kanton Zug, bestudeerde hij eerst de wijsbegeerte aan het college der Benedictijner monniken te Einsiedeln bij Zürich, om daar na de juridische faculteit der universiteit van Zürich te bezoeken. Op 26-jarigen leftijd werd hij advocaat te Zug, terwijl hij tevens hoofd redacteur werd van het katholieke dagblad „Zuger Nachrichten". Reeds het volgende jaar deed Etter zijn intrede in het kantonale parlement van Zug en hij was nauwelijks 30 jaren, toen hij tot lid der regeeing van dit kanton verkozen werd. Hij bleef lid der kan tonale regeering. totdat het vertrouwen der Zwitsersche Kamer en van den Senaat hem in 1934 naar de Zwitsersche hoofdstad riep, om daar te Bern voortaan als Zwitsersche minister van binnenlandsche zaken te wer ken. Reeds in 1930 was Etter de vertegen woordiger van zijn kanton in den Zwitserschen Senaat geworden. Hij had zich daar zoo spoedig door den rijkdom aan gedachten van zijn redevoeringen weten te onderscheiden dat zijn naam spoedig voor het ministerschap genoemd werd. toen de katholieke minister van financiën Musy in April 1934 zijn ontslag nam, teleurgesteld over den geringen steun dien hij van zijn ministers-collega's ontving bij zijn streven naar bezuiniging op de staats uitgaven. Natuurlijk zocht men eerst naar een Fransch-Zwitsersche Katholiek, die tevens een financieele kracht zou zijn, voor de op volging van minister Musy. Doch het bleek weldra, dat er onder de Fransch-Zwitsersche Katholieken heel weinig geneigdheid bestond, om het verantwoordelijke ambt van minister van financiën te aanvaarden. Die geneigdheid werd niet veel grooter, toen de minister van binnenlandsche zaken Meyer zich bereid ver klaarde naar het departement van financiën te verhuizen, zoodat de Fransch-Zwitsersche Katholieken slechts een bekwamen man voor het ministerschap van binnenlandsche zaken te leveren zouden hebben! Daar nu de Fransch-Zwitsers, zonder onderscheid van partij, zich op het stuk der binnenlandsche Zwitsersche politiek vooral als overtuigde „federalisten", als krachtige tegenstanders van een uitbreiding der staatsbevoegdheden ten koste van de kantonale zelfstandigheid plegen te onderscheiden en deze zelfde poli tiek ook bij de vertegenwoordigers der kleine kantons van Duitsch-Zwitserlana terug te I vinden is, zocht men toen naar een Katho- I liek uit de kleine Duitsch-Zwitsersche kantons, die in staat en bereid zou zijn een goed mi nister te worden en toen kwam men weldra bij senator Etter, den katholieken bewindsman van het klein kanton Zug, terecht. Deze can- dldatuur bood bovendien het voordeel der be trekkelijke jeugd. Het was toen nog de tijd, dat men van vele zijden in Zwitserland om ver jonging der regeering riep! Etter, met zijn slechts 42 jaren, kon ook aan dezen eisch vol doen. Zonder strijd werd hij tot minister ge kozen, waarna de ministerraad hem de leiding van het ministerie van binnenlandsche zaken toevertrouwde. Etter als minister. fv/i ENIGEEN had den jongen minister, die met zijn ietwat bleeke gelaatskleur en doordringende oogen op het eerste gezicht den indruk wekken kan van een fanaticus te zijn, verwacht, dat hij de regeering minstens evenveel moeilijkheden zou bereiden als de blozende zoo goedmoedig uitziende Musy had gedaan! Doch het is niet hiertoe gekomen. De onderlinge eendracht in de Zwitsersche regee ring is sinds de vervanging' van Musy door Etter stellig vergroot. Weliswaar hoort men wel eens, dat Etter den eenlg overgebleven Dr. Philipp Etter. Fransch-Zwitser in de regeering, den minister van het verkeerswezen Pilet-Golaz, krachtig ondersteund heeft, wanneer zijn collega's niet voldoende eerbied voor de federalistische grondslagen van het Zwitsersche staatsbestuur schenen te toonen, doch tot scherpe oneenig- heden in den boezem der regeering is het niet meer gekomen. Wellicht heeft men vroeger bij de beoordeeling van Etter's persoonlijk heid die zachte welwillendheid al te zeer voor bijgezien. die in Etter's oogen ook opgesloten ligt en die hem voor onverzoenlijke felheid van opvatttingen behoedt? Wellicht ook heeft Etter's studie der wijsbegeerte, evenals de toe nemende noodzakelijkheid van nationale een dracht, ertoe bijgedragen, dat meeningsver- schillen zijnerzijds niet op de spits werden gedreven? Hoe dit zij, de jonge Etter is, in plaats van een splijtzwam in de regeering, in tegendeel een bron van grootere eendracht ge_ worden. Voor een groot deel zal hiertoe ook hebben medegewerkt, dat de andere leden der regee ring gaarne de leiding van Etter gevolgd zijn, waar hij als hoofd van het departement van binnenlandsche zaken, waartoe ook alle vraag stukken van cultuur behooren, met groote toewijding gestreefd heeft en nog streeft naar de verdediging en het behoud van de geeste lijke grondslagen van Zwitserland. Etter heeft zich steeds op het standpunt gesteld, dat, hoe noodzakelijk ook de militaire verdediging van het land is. daarbij vooral niet de geestelijke landsverdediging mag worden veronacht zaamd. Hoe meer een volk zich bewust zal zijn van de geestelijke grootheid en kracht zijner ge meenschap, hoe meer een volk gelooft in de scheppende kracht van zijn geest en van zijn staatsvorm, hoe meer een volk zich bewust ls van zijn historische taak ook voor het samen leven der Europeesche volken, des te meer zal het volk bereid zijn alle offers voor het behoud van zijn onafhankelijkheid te brengen! Deze overtuiging zal Etter als president van Zwitse- Iand stellig krachtiger dan ooit verdedigen! B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. Chamberlain weigert delegatie te ontvangen. LONDEN, 5 Januari (Havas) De premier en Lord Halifax hebben geweigerd de gedele geerden te ontvangen uit 250 kieskringen, die op 7 Januari in Downingstreet een motie zul len afgeven, waarin de regeering gevraagd wordt bij de besprekingen met Mussolini goed te doen uitkomen, dat vriendschappelijke be trekkingen met het Britsche volk niet kun nen worden hersteld zoolang de Italiaansche inmenging in Spanje voortduurt, de toeken ning van oorlogsrechten te weigeren en alle Britsche schepen, welke wettigen handel op Spanje drijven, te beschermen. De delegatie zou geelid worden door Lord Robert Cecil. Ii} een brief aan Cecil verklaart Chamber lain, dat hij het nut van een dergelijk onder houd niet inziet na zijn verklaringen in het Lagerhuis, waar hij de politiek der regeering heeft aangegeven. Halifax verklaart ook dat hij de delegatie niet zal kunnen ontvangen. Katholieke pers in Duitschland nog sterker geknot. Het Pauselijk orgaan de Osservatore Ro mano meldt, dat nieuwe beperkingen zoojuist aan de Dultsohe katholieke pers zijn opge legd. In den vervolge zal het kerkelijken tijd schriften en bladen verboden zijn besprekin gen te publiceeren van publicaties of boeken die geen strikt religieus karakter dragen. De Osservatore Romano voegt hieraan toe: „Maar zelfs op het gebied van den godsdienst zij de katholieke tijdschriften niet meer vrij. Hei is hun niet veroorloofd encyclieken en toespraken van den H. Vader te cïteeren x zij kunnen, zelfs saamgevat, geen herderlijke brieven publiceeren over de Duitsche bis schoppen".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 9