Godsdienst, democratie en
goede trouw moeten
verdedigd worden.
DE NIEUWE PRESIDENT VAN ZWITSERLAND.
DONDERDAG 5 JANUARI 1939
HAARLEM'S DAGBLAD
5
Roosevelt tot het congres:
Amerika bereid mede te
werken aan stopzetting
van den bewapenings
wedloop.
In de boodschap, die Roosevelt
gisteren voor het congres heeft uit
gesproken, zeide hij o.a. dat de oor
log, die de wereld in brand dreigde
te zetten, voorkomen is, doch dat het
steeds duidelijker wordt, dat de vrede
niet verzekerd is. Overal rondom ons,
aldus de president, woeden niet ver
klaarde oorlogen, militaire en eco
nomische. Overal om ons groeien steeds
doodelijker bewapeningen, militaire
en economische. Overal om ons dreigt
nieuwe agressie militaire en eco
nomische.
Franklin D. Roosevelt.
De stormen, die van buiten komen
bedreigen drie instituten, die van
oudsher voor de Amerikanen onont
beerlijk zijn geweest. Het eerste is de
godsdienst. Het is de bron van de an
dere twee: democratie en internatio
nale goede trouw. In de moderne be
schaving vullen alle drie elkaar aan.
Waar de vrijheid van godsdienst is aange
vallen, kwam de aanval van kanten, die te
gen de democratie zijn. Waar de democratie
verdrongen is. verdween de geest van geloofs
vrijheid en waar de godsdienst en democratie
verdwenen, hebben de goede wil en de rede in
internationale aangelegenheden plaats ge
maakt voor hebzucht en bruut geweld. In een
samenleving, die de godsdienst de democratie
en de goede trouw tusschen de naties op den
achtergrond dringt, kan geen plaats zijn voor
de idealen van den vredevorst. De Vereenigde
Staten verwerpen zulk een orde en behouden
hun oude geloof.
Er komt een tijd in de zaken der menschen,
dat zij bereid moeten zijn, niet slechts hun
haardsteden te verdedigen, doch de leerstel
lingen van geloof en menschelijkheid, waarop
hun kerken, hun regeeringen en zelfs hun be
schaving zijn gebaseerd. De verdediging van
den godsdienst, de democratie en de goede
trouw tusschen de volken is alles eenzelfde
strijd. Om de een te redden, moeten wij thans
bereid zijn alles te redden.
Evenmin als andere landen kunnen wij
hebben, dat wij omringd worden door vijanden
van ons geloof en onze humaniteit. Daarom
is het gelukkig, dat wij op dit westelijk
halfrond onder het gemeenschappelijk ideaal
van den democratischen regeeringsvorm een
rijke verscheidenheid van hulpbronnen en
volken hebben, die samenwerken in weder-
zijdschen eerbied voor den vrede. Wij zullen
medewerken aan de bescherming van dit half
rond, dezen vrede en dit ideaal tegen stormen
van welken kant die ook komen. Dit sluit niet
in. dat de Amerikaansche republieken zich
afzonderen van de volken in andere werelden.
Het beteekent niet, dat de beide
Amerika's zich tegenover de rest
van de wereld stellen.
Wij houden vast aan onze histori
sche bereidwilligheid overleg te ple
gen met alle andere landen, opdat de
agressie tusschen hen moge eindigen
en de bewapeningswedloop ophoude
en de handel vernieuwd worde.
Doch de wereld is zoo klein geworden en de
aanvalswapens zoo snel, dat geen land in zijn
vredeswil veilig kan zijn. zoolang er maar één
machtige natie is. die weigert haar grieven aan
de raadstafel te regelen. Want als een regee
ring die over een groote hoeveelheid oorlogs
tuig'beschikt, beslist een politiek van geweld
wil, geven de verdedigingswapens de eenige
veiligheid.
In onze buitenlanidische betrekkingen heb
ben wij uit het verleden geleerd, wat wij niet
moeten doen. Uit de nieuwe oorlogen hebben
wij geleerd, wat wij wel moeten doen. Wij
hebben geleerd, dat de godvruchtige demo
cratieën der wereld, die zich houden aan de
heiligheid der verdragen en oprechtheid in
haar onderhandelingen met andere naties,
niet zonder gevaar onverschillig kunnen blij
ven voor internationale wetteloosheid, waar
dan ook. Zij kunnen niet steeds zonder
doeltreffend protest voorbijgaan aan daden
van agressie tegen zustervolken, daden, welke
automatisch ons allen ondermijnen. Het is
duidelijk, dat zij volgens practische en
vreedzame lijnen te werk moeten gaan.
Woorden mogen vergefesdh zijn,
doch oorlog is niet het eenige mid
del om behoorlijken eerbied voor de
meeningen van het menschdom af te
dwingen. Op zijn allerminst kunnen
en moeten wij ieder optreden of ge
brek aan optreden vermijden, dat een
aanvaller zal aanmoedigen, helpen
en sterken. Dit leeren wij, wanneer
wij weloverwogen trachten de neutra
liteit wettelijk te regelen. Onze neu-
traliteitswetten kunnen ongelijk en
onbillijk werken en met name steun
verleenen aan den aanvaller en deze
onthouden aan het slachtoffer. De
zucht tot zelfbehoud moet ons er voor
waarschuwen dat wij dit niet meer
laten gebeuren.
Parate defensie.
Wij hebben nog iets geleerd de aloude
les dat de kans op een aanval ontzaglijk
verkleind wordt door de verzekering van een
altijd gereed zijnde defensie. Roosevelt voegde
hieraan toe, dat binnen enkele dagen een
speciale boodschap tot het congres zou wor
den gericht, waarin maatregelen worden aan
bevolen voor het op peil brengen van de lands
verdediging.
Voortgaande zeide de president, dat een
sterke eensgezinde natie vernietigd kan wor
den als zij niet voorbereid is op een plotse-
lingen aanval, doch zelfs een natie, die van
zuiver militair standpunt beziengoed be
wapend en goed georganiseerd is, kan een
nederlaag lijden, als zij verzwakt wordt door
onderling gemis aan vertrouwen en bedreigd
wordt door klassevooroordeelen en oneenig-
heid tusschen het kapitaal en de arbeiders.
Tegenover de moeilijkheden in de wereld
moet nationale eenheid worden gesteld. Als
zoo vervolgde de president, een andere re
geerinigisvorm in zijn aanval op de democratie
een eenheidsfront kan bieden, moet tegenover
dezen aanval een eensgezinde democratie-
worden gesteld. Zulk een democratie kan en
moet in de Vereenigde Staten bestaan.
Na verklaard te hebben, dat het nationale
programma van sociale en economische her
vorming een onderdeel van de landsverde
diging vormde, dat even fundamenteel is als
de bewapening, herinnerde Roosevelt aan het
geen in de afgeloopen zes jaren tot stand
gebracht is, op het gebied van het behouden
en ontwikkelen der nationale hulpbronnen,
het ontwikkelen van den landbouw, het uit
den weg ruimen van arbeidsgeschillen en
het scheppen van werkgelegenheid voor de
jeugd.
De president verklaarde, dat zijn
doel was, voldoende kapitaal en ar
beiders aan het werk te krijgen, om
te komen tot een totaal nationaal in
komen van minstens 80 milliard dol-
lard per jaar, bij het bereiken van
welk bedrag een aanzienlijke vermin
dering van de werkloosheid verkregen
zal zijn, terwijl de federale inkomsten
voldoende zullen zijn om op te wegen
tegen het gangbare peil van de con
tante uitgaven op den grondslag van
het toestaande belastingstelsel.
Tegen de dictatuur
Roosevelt richtte zich tenslotte tegen hen,
die van de dictatuur heil verwachten. De dicta
tuur, zeide hij, brengt kosten mede, die het
Amerikaansche volk nooit zal betalen en wel
onze geestelijke waarde, het gezegende recht
te kunnen zeggen wat wij willen, de vrijheid,
confiscatie van ons kapitaal, het in eer. concen
tratiekamp geworpen worden, het bang zijn om
op straat te loopen met de verkeerde buren,
het kinderen laten grootbrengen, niet als vrije
menschen, doch gevormd en gemaakt door
machines. Indien het vermijden van deze kosten
belasting op mijn eigen inkomen of mijn eigen
bezittingen beteekent, wil ik deze belastingen
gaarne dragen als prijs voor het ademen door
mij en mijn kinderen van vrije lucht in een vrij
land, in een levende en niet in een doode we
reld. (langdurig applaus).
Roosevelt voegde hier nog aan toe dat de ge
beurtenissen in de overzeesche landen het den
Amerikaanschen volken hoe langer hoe duide
lijker maakten, dat de gevaren, die in het land
zelf dreigen, minder te vreezen zijn dan de ge
varen van buitenaf.
Franco's troepen naderen Borjas
Blancas.
Italianen zouden aanzienlijke verliezen
geleden hebben.
Naar uit Burgos wordt medegedeeld is de
voorhoede van het gemengde legioen bij de
eerste huizen van Borjas Blanca aangeko
men.
In het communiqué van het hoofdkwartier
wordt gemeld, dat de rechtsche strijdkrachten
Monsonis, Marcobau, Artesa de Segre en ver
scheiden hoogten hebben bezet.
In den sector van Castel werd de vijand ach
tervolgd tot Artesa de Lerida.
Een Reuterbericht uit Barcelona meldt, dat
de vorderingen der troepen van Franco, die
aanvallen in de richting van Vinaixa, gisteren
tot een minimum beperkt wei-den in het lage
heuvelland ten westen van Cervis. Den dag te
voren waren de rechtsche troepen zes kilome
ter opgerukt langs den rivieroever, doch gis-
terein vorderden zij slechts enkele meters, on
danks het hevige bombardement tegen de
stellingen der regeeringstroepen. Het schijnt,
dat de rechtsche militaire autoriteiten alle
beschikbare krachten concentreeren om te
trachten door de liniën der regeeringstroe
pen te breken in de richting van den grooten
weg tusschen Lerida en Borjas Valls.
In het republikeinsche legerbericht van gister
avond wordt gezegd, dat de Italianen bij hun
aanvallen in de zone van Castell meer dan 2000
dooden en gewonden hebben verloren.
Het republikeinsche legerbericht zegt ver
der. dat de Italianen hun aanvallen hervat
hebben en er in geslaagd zijn hun liniën
eenigszins te verbeteren. Andere vijandelijke
aanvallen bij Poblas de Granadella zijn vol
gens deze mededeeling met groote verliezen
voor de aanvallers afgeslagen. Bij Cubells zijn
alle aanvallen van den vijand mislukt.
Vrijlating van gevangenen.
De regeering te Barcelona bestudeert eenige
maatregelen, welke beoogen gevangenen van
boven de zestig jaren in vrijheid te stellen.
Onder deze bepaling zouden 1447 personen
vallen, w.o. 125 vrouwen. Men denkt dat
25 pet. der gevangenen zonder beperkingen in
vrijheid zullen worden gesteld.
Praag antwoordt op Poolsch
protest.
Plegen van aanslag op het consulaat te
Ostrava bestraft.
De Tsjecho Slowaaksche regeering heeft
thans geantwoord op de Poolsche stappen be
treffende feiten, die zich voorgedaan hebben
aan de Poolsch-Tsjecho Slowaaksche grens.
Naar aanleiding van deze stappen had zij
een onderzoek ter plaatse laten instellen. Het
thans overhandigde antwoord behelst de re
sultaten van het ingestelde onderzoek en ver
klaart dat de Tsjecho Slowaaksche regeering
alles in het werk zal stellen om te bereiken dat
de betrekkingen tusschen Polen en Tsjecho-
Slowakije op positieve wijze en rustig tot ont
wikkeling komen. De Tsjecho-Slowaaksche re-
geering verwacht, dat de Poolsche regeering
bijdraagt tot een rechtvaardigde kalmeering
door een correcte behandeling van alle bewo
ners in de bezette streek. Wat den aanslag op
het consulaat te Ostrava betreft, de dader is
ontdekt en zal gestraft worden.
Van haar kant heeft de Tsjecho Slowaak
sche regeering haar gezant te Warschau op
dracht gegeven een stap te ondernemen bij de
Poolsche regeering in verband met eenige in
cidenten van den laatsten tijd.
De Tsjecho Slowaaksche en Poolsche politie
organisaties zijn tot een overeenkomst geko
men, waarbij van 31 December 1938 af de be
wakingsdienst langs de grens uitgevoerd zal
worden onder gemeenschappelijk toezicht en
door gemengde Poolsch-Tsjechische detache
menten.
VRIJDAG 6 JANUARI
HILVERSUM L 1875 en 301,5 M.
8.— VARA 10.— VPRO 10.20 VARA
12.— AVRO 4.— VARA 7.30 VPRO
9.— VARA 10.40 VPRO 11.00-12.00
VARA.
8.00 Esmeralda (Om 8.15 Berichten) 8.30 Or
gelspel 9.Gramofoonmuziek 10.Morgenwij
ding. 10.20 Gramofoonmuziek 11.Declamatie
11.20 VARA-Orkest (Opn.) 12.— Gramofoon
muziek. (Orn 12.15) Berichten) 12.30 AVRO-
Amusementsorkest 1.30 Omroeporkest (Opn.) 2.40
Causerie „Huisbewoners, lief en leed" 3.Ca
baretprogramma. 4.Gramofoonmuziek 5.
Voor de kinderen. 5.30 Orgelspel en gramofoon
muziek 6.28 Berichten 6.30 Causerie „Het jeugd-
congres 1939" 6.45 Gramofoonmuziek. 7.
VARA-Kalender 7.05 Causerie over Hollandsche
caricaturisten 7.23 Berichten ANP. 7.30 Berichten
7.40 Causerie „Weer aan een begin" 8.Het
Hollandsch Strijkkwartet 8.30 Causerie
VARA-Orkest 9.45 Declamatie 10.Fragm. uit
de operetet „Pas de fumée sans feu". 10.30 Be
richten ANP 10.40 Avond wij ding 11.Cello en
Piano 11.30 Jazzmuziek (Gr.pl.) 11.5512.00
Gramofoonmuziek.
HILVERSUM II. 415.5 M.
Algemeen programma, verzorgd door
de KRO.
3.009.15 Gramofoonmuziek (Om 8.15 Berich
ten) 10.Gramofoonmuziek 11.30 Religieuze
causerie 12.Berichten 12.15 Het Peregrinos-
orkest (1.001.20 Gramofoonmuziek) 2.Gra
mofoonmuziek 2.15 Orgelspel en gramofoonmu
ziek 3.15 Gramofoonmuziek 4.15 Viool en piano
4.35 Gramofoonmuziek 4.55 Pianovoordracht 5.15
KRO-Orkest 6.Land- en tuinbouwpraatje 6.20
Gramofoonmuziek 6.25 KRO-Melodisten en solist
(ca. 6.30 Ber.) 7.Berichten7.15 Luchtvaart
causerie 7.35 Gramofoonmuziek en declamatie
8.— Berichten ANP. 8.15 Gramofoonmuziek 8.40
KRO-New Style Artists. 9.20 Programma ge
wijd aan de Nederlandsche Weermacht. 10.30
Berichten ANP. 10.40 Bela Kiss' orkest. 11.05-
12.Gramofoonmuziek
DRorrwicH, i5oo m.
11.20 Het BBC-Northern-Ireland-orkest12.05
Orgelspel 12.30 Lou Preager en zijn Band. 1.20
Causerie „Empire exchange" 1.352.20 Het Nan
cy Philips Trio. 2.45 Het John McArthur Kwin
tet. 3.203.50 Volksliederen en -dansen 4.Va
riété-programma. 4.20 Gramofoonmuziek 4.50
Radiotooneel 5.20 Mario de Pietro en zijn Estu-
diantina 6.20 Berichten 6.45 Radiotooneel 7.05'
Causerie „Holiday in Ulster" 7.20 Het versterkt
BBC-Variété-orkest 8.05 Het New London Trio
8.40 Causerie „Arctic excursion". 9.20 Berichten
9,45 Causerie „Tight corners" 10.05 Het BBC-
Orkest mmv. solisten 11.20 Jack Jackson en zijn
Band. 11.50—12.20 Dansmuziek (Gr.pl.)
RADIO PARIS. 1648 ML
7 55, 9.en 10.Gramofoonplaten 11.20 Can-
trelle-orkest 12.30 Zang. 1.05 Visciano-orkest 2.35
2.50 en 3.30 Gramofoonmuziek 3.35 en 3.50 Zang
4.40 Gramofoonmuziek 4.50 Zang 5.05 Gramo
foonmuziek 5.25 Kamermuziek 6.35 Zang 7.20
Jane Evrard's damesorkest. 8.35 Vioolvoordracht
8.50 Radiotooneel 10.50 Gramofoonmuziek 11.20—
12.50 Nachtconcert mmv. solist
KEULEN. 456 M.
5.50 Gramofoonmuziek 6.30 en 7.50 Amuse
mentsorkest 11.20 Fabrieksorkest 12.35 Leo
Eysoldt met zijn orkest 1.302.20 Populair con
cert 3.20 Gramofoonmuziek 6.35 Gramofoonmu
ziek 7.30 Vroolijk programma. 8.20 Liter air-mu
zikaal programma 9.50 Vocaal kwartet en het
Dresdensch kleinork. 11-20 Jeugdliederen 12.
2.20 Nachtconcert (Opn.)
BRUSSEL, 322 M.
12.20 Gramofoonmuziek 12.50 en 1.30 Het Om
roeporkest 1.502.20 en 5.20 Gramofoonmuziek
6.50 en 7.20 Gramofoonmuziek 8.20 Het Omroep
orkest 9.50 Vlaamsche en lersche volksdansen.
10,3011.20 Gramofoonmuziek
BRUSSEL, 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek 12.35 Zang 1.en
50 Het Omroeporkest 1.502.20 Gramofoonmu
ziek 5.20 Pianovoordracht 6.35 en 7.05 Het Om-
roepdansorkest mmv. soliste 7.35 Gramofoonmu
ziek 8.20 Opera „Werther" (Om 9.05 Causerie;
om 10.00 Berichten) 11.1511.20 Gramofoon
muziek
DEUTSCHLANDSENDER. 1571 M.
,35 Gewandhaus-orkest (Opn.) 8.20 Radio
tooneel 9.20 Berichten 9.40 Sportreportage 9.50
Gamba en cembalo 10.05 Berichten 10.2011.20
Het Omroeporkest.
Dr. Philipp Etter, President van Zwitserland voor 1939.
Vreugde in het kanton Zug. De groote voorvechter
voor het behoud van de geestelijke grondslagen van
Zwitserland.
GENèVE, Januari 1939.'
(Van onzen correspondent).
IN het kleine stadje Zug, de hoofdstad
van een der allerkleinste der 22 Zwit-
sersche kantons, is dezer dagen een feest
gevierd, zooals nog nimmer te voren.
Voor het allereerst in de geschiedenis van
dit kanton is een zijner zonen tot president
van Zwitserland gekozen. De vereenigde ver
gadering van Kamer en Senaat van Zwit
serland koos half December vrijwel eenstem
mig dr. Philipp Etter, geboren te Menzingen
in het kanton Zug. tot president van Zwitser
land voor het jaar 1939! Een paar dagen later
bracht de gekozen president overeenkomstig
de Zwitsersche gewoonte een bezoek aan zijn
geboortekanton. Weinig presidenten zullen
na hun verkiezing- zoo warm door hun kan-
tongenooten gehuldigd zijn als met Etter het
geval was. Ook de andere Zwitsersche kan
tons plegen hun groote zonen hartelijk te
vieren. Doch wanneer iedere vijf of zes jaar
een burger van het kanton tot president van
Zwitserland gekozen wordt, zooals in de kan
tons Bern, Waadtland en Zürich naar een
vaste traditie geschiedt, dan gaat het bijzon
dere van deze ontvangstplechtigheid natuur
lijk verloren en kan men moeilijk van een
„historischen dag" spreken!
Te Zug was het echter geheel anders. Ge
durende de 90 jaren van het bestaan van
het Zwitsersche Eedgenootschap in den tegen-
woordigen vorm was nog' nimmer een Zuger
tot de hoogste waardigheid van Zwitserland
geroepen. Het was dan ook geen wonder, dat
Etter toegejubeld werd door duizenden ,die
ondanks sneeuw en koude het welkomstfeest
dat geheel in de open lucht gevierd werd, van
het begin tot het einde bijwoonden. Een
kleurige optocht van het station tot het stad
huisplein vormde het feestelijk begin. Een
troep dragonders te paard leidde den op
tocht in. De stadsmuziek volgde en speelde
ononderbroken vrooüj-ke marschen. Dan een
bataljon berginfanteie, gevolgd door den
president van Zwitserland, Etter zelf, die te
midden van de leden der 'kantonale re
geering van Zug te voet door de totaal be
sneeuwde straten van het stadje medeliep.
Achter hem vertegenwoordigers van alle par
ticuliere vereenigingen van het kanton, de
padvinders voorop, alle natuurlijk van hun
kleurige vaandels vergezeld.
De geheele stad was bevlagd. Huis aan huis
wapperde de Zwitsersche nationale vlag. rood
veld met wit kruis erin. En toen de optocht
het stadhuisplein had bereikt, volgden van
het bordes van het kantonale regeeringsge-
bouw de toespraken, eindigend natuurlijk
met het dankwoord van President Etter.
In deze redevoering verklaarde de nieuwe
Zwitsersche president, dat hij thans met
grooter vertrouwen de toekomst van Zwitser
land tegemoet zag dan ruim vier jaar ge
leden, toen hij tot lid der Zwitsersche re
geering gekozen werd. De zorgen en gevaren
zijn in dien tijd stellig niet kleiner geworden,
doch Etter had de groote kracht van het
Zwitsersche volk intusschen beter leeren
kennen. Thans wist hij sterker dan ooit te
voren, dat het Zwitsersche volk een krachtig
volk is. bereid om aan ieder gevaar het hoofd
te bieden. De jongste gebeurtenissen buiten
de grenzen hadden geleerd, dat met de toe
neming van het gevaar ook de nationale
eendracht en de bereidwilligheid, om voor het
vaderland offers te brengen, steeds krachti
ger worden. President Etter waarschuwde
tegen een overschatting der gevaren. Over
tuigd, dat alle Zwitsers hun plichten vervul
len zullen, zag hij vol vertrouwen de toe
komst van het „vrije en eeuwige" Zwitserand
tegemoet.
Snelle carrière.
DR. PHILIPP ETTER, die in 1939 aan
het hoofd van den Zwitserschen staat
zal staan, is in jaren het jongste lid der
uit zeven personen bestaande Zwitsersche re
geering. Hij is thans 47 jaren oud. Geboren
in het kanton Zug, bestudeerde hij eerst de
wijsbegeerte aan het college der Benedictijner
monniken te Einsiedeln bij Zürich, om daar
na de juridische faculteit der universiteit van
Zürich te bezoeken. Op 26-jarigen leftijd werd
hij advocaat te Zug, terwijl hij tevens hoofd
redacteur werd van het katholieke dagblad
„Zuger Nachrichten". Reeds het volgende
jaar deed Etter zijn intrede in het kantonale
parlement van Zug en hij was nauwelijks
30 jaren, toen hij tot lid der regeeing van dit
kanton verkozen werd. Hij bleef lid der kan
tonale regeering. totdat het vertrouwen der
Zwitsersche Kamer en van den Senaat hem
in 1934 naar de Zwitsersche hoofdstad riep,
om daar te Bern voortaan als Zwitsersche
minister van binnenlandsche zaken te wer
ken. Reeds in 1930 was Etter de vertegen
woordiger van zijn kanton in den Zwitserschen
Senaat geworden. Hij had zich daar zoo
spoedig door den rijkdom aan gedachten van
zijn redevoeringen weten te onderscheiden
dat zijn naam spoedig voor het ministerschap
genoemd werd. toen de katholieke minister
van financiën Musy in April 1934 zijn ontslag
nam, teleurgesteld over den geringen steun
dien hij van zijn ministers-collega's ontving
bij zijn streven naar bezuiniging op de staats
uitgaven.
Natuurlijk zocht men eerst naar een
Fransch-Zwitsersche Katholiek, die tevens
een financieele kracht zou zijn, voor de op
volging van minister Musy. Doch het bleek
weldra, dat er onder de Fransch-Zwitsersche
Katholieken heel weinig geneigdheid bestond,
om het verantwoordelijke ambt van minister
van financiën te aanvaarden. Die geneigdheid
werd niet veel grooter, toen de minister van
binnenlandsche zaken Meyer zich bereid ver
klaarde naar het departement van financiën
te verhuizen, zoodat de Fransch-Zwitsersche
Katholieken slechts een bekwamen man voor
het ministerschap van binnenlandsche zaken
te leveren zouden hebben! Daar nu de
Fransch-Zwitsers, zonder onderscheid van
partij, zich op het stuk der binnenlandsche
Zwitsersche politiek vooral als overtuigde
„federalisten", als krachtige tegenstanders
van een uitbreiding der staatsbevoegdheden
ten koste van de kantonale zelfstandigheid
plegen te onderscheiden en deze zelfde poli
tiek ook bij de vertegenwoordigers der kleine
kantons van Duitsch-Zwitserlana terug te I
vinden is, zocht men toen naar een Katho- I
liek uit de kleine Duitsch-Zwitsersche kantons,
die in staat en bereid zou zijn een goed mi
nister te worden en toen kwam men weldra
bij senator Etter, den katholieken bewindsman
van het klein kanton Zug, terecht. Deze can-
dldatuur bood bovendien het voordeel der be
trekkelijke jeugd. Het was toen nog de tijd, dat
men van vele zijden in Zwitserland om ver
jonging der regeering riep! Etter, met zijn
slechts 42 jaren, kon ook aan dezen eisch vol
doen. Zonder strijd werd hij tot minister ge
kozen, waarna de ministerraad hem de leiding
van het ministerie van binnenlandsche zaken
toevertrouwde.
Etter als minister.
fv/i ENIGEEN had den jongen minister, die
met zijn ietwat bleeke gelaatskleur en
doordringende oogen op het eerste gezicht den
indruk wekken kan van een fanaticus te zijn,
verwacht, dat hij de regeering minstens
evenveel moeilijkheden zou bereiden als de
blozende zoo goedmoedig uitziende Musy had
gedaan! Doch het is niet hiertoe gekomen. De
onderlinge eendracht in de Zwitsersche regee
ring is sinds de vervanging' van Musy door
Etter stellig vergroot. Weliswaar hoort men
wel eens, dat Etter den eenlg overgebleven
Dr. Philipp Etter.
Fransch-Zwitser in de regeering, den minister
van het verkeerswezen Pilet-Golaz, krachtig
ondersteund heeft, wanneer zijn collega's niet
voldoende eerbied voor de federalistische
grondslagen van het Zwitsersche staatsbestuur
schenen te toonen, doch tot scherpe oneenig-
heden in den boezem der regeering is het niet
meer gekomen. Wellicht heeft men vroeger
bij de beoordeeling van Etter's persoonlijk
heid die zachte welwillendheid al te zeer voor
bijgezien. die in Etter's oogen ook opgesloten
ligt en die hem voor onverzoenlijke felheid van
opvatttingen behoedt? Wellicht ook heeft
Etter's studie der wijsbegeerte, evenals de toe
nemende noodzakelijkheid van nationale een
dracht, ertoe bijgedragen, dat meeningsver-
schillen zijnerzijds niet op de spits werden
gedreven? Hoe dit zij, de jonge Etter is, in
plaats van een splijtzwam in de regeering, in
tegendeel een bron van grootere eendracht ge_
worden.
Voor een groot deel zal hiertoe ook hebben
medegewerkt, dat de andere leden der regee
ring gaarne de leiding van Etter gevolgd zijn,
waar hij als hoofd van het departement van
binnenlandsche zaken, waartoe ook alle vraag
stukken van cultuur behooren, met groote
toewijding gestreefd heeft en nog streeft naar
de verdediging en het behoud van de geeste
lijke grondslagen van Zwitserland. Etter heeft
zich steeds op het standpunt gesteld, dat, hoe
noodzakelijk ook de militaire verdediging van
het land is. daarbij vooral niet de geestelijke
landsverdediging mag worden veronacht
zaamd.
Hoe meer een volk zich bewust zal zijn van
de geestelijke grootheid en kracht zijner ge
meenschap, hoe meer een volk gelooft in de
scheppende kracht van zijn geest en van zijn
staatsvorm, hoe meer een volk zich bewust ls
van zijn historische taak ook voor het samen
leven der Europeesche volken, des te meer zal
het volk bereid zijn alle offers voor het behoud
van zijn onafhankelijkheid te brengen! Deze
overtuiging zal Etter als president van Zwitse-
Iand stellig krachtiger dan ooit verdedigen!
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
Chamberlain weigert delegatie te
ontvangen.
LONDEN, 5 Januari (Havas) De premier
en Lord Halifax hebben geweigerd de gedele
geerden te ontvangen uit 250 kieskringen, die
op 7 Januari in Downingstreet een motie zul
len afgeven, waarin de regeering gevraagd
wordt bij de besprekingen met Mussolini goed
te doen uitkomen, dat vriendschappelijke be
trekkingen met het Britsche volk niet kun
nen worden hersteld zoolang de Italiaansche
inmenging in Spanje voortduurt, de toeken
ning van oorlogsrechten te weigeren en alle
Britsche schepen, welke wettigen handel op
Spanje drijven, te beschermen.
De delegatie zou geelid worden door Lord
Robert Cecil.
Ii} een brief aan Cecil verklaart Chamber
lain, dat hij het nut van een dergelijk onder
houd niet inziet na zijn verklaringen in het
Lagerhuis, waar hij de politiek der regeering
heeft aangegeven.
Halifax verklaart ook dat hij de delegatie
niet zal kunnen ontvangen.
Katholieke pers in Duitschland nog
sterker geknot.
Het Pauselijk orgaan de Osservatore Ro
mano meldt, dat nieuwe beperkingen zoojuist
aan de Dultsohe katholieke pers zijn opge
legd.
In den vervolge zal het kerkelijken tijd
schriften en bladen verboden zijn besprekin
gen te publiceeren van publicaties of boeken
die geen strikt religieus karakter dragen.
De Osservatore Romano voegt hieraan toe:
„Maar zelfs op het gebied van den godsdienst
zij de katholieke tijdschriften niet meer vrij.
Hei is hun niet veroorloofd encyclieken en
toespraken van den H. Vader te cïteeren x
zij kunnen, zelfs saamgevat, geen herderlijke
brieven publiceeren over de Duitsche bis
schoppen".