HET GEVAAR VAN KRUIEND IJS. „Mysterie om een Erfenis Het ijs in het IJsselmeer kruit zoo sterk, dat de verkeers weg Hoorn Schellinkhout, de dijk langs de vroegere Zuider zee, moest worden afgezet De Hertogin van Kent bracht deze week in gezelschap van de gravin van Brecknock een bezoek aan het kinder feest, dat in het May Fair hotel te Londen werd gehouden ten bet? van het tehuis voor blinde baby's De Lord Mayor van Londen geniet van een kopje thee, dat hem geserveerd werd door den jongen Britsch Indischen filmspeler Sabu ter gelegenheid van de viering van het eeuwfeest der „Empire Tea" De oude Vischmarkt op de Nieuwmarkt te Amsterdam is thans met den grond gelijk gemaakt, zoodat het fraaie Waaggebouw geheel vrij is komen te staan De reis van Chamberlain en Halifax naar Rome. Op het station te Genua werden de Engelsche staatslieden door de Italiaansche autoriteiten be groet Na het ijs het water. Tengevolge van de ingevallen dooi is het water zoo sterk gestegen, dat de polder Oosterboer bij Meppel in een meer herschapen is Herriot temidden der afgevaardigden tijdens de heropening der gewone zitting van de Fransche Kamer, tot president waarvan hij weder gekozen werd In de gewelven van het Stedelijk Museum te Amsterdam is Woensdagavond de „Dickens-markt in tegenwoordigheid van den commissaris der Koningin, mr. dr. A. baron Röell, officieel geopend Chamberlain en Halifax in conferentie met Daladier en Bonnet te Parijs FEUILLETON Naar het Engelsch van DOUGLAS GARDINER. (Nadruk verboden.) 14) Wees niet zoo dwaas, vadertje, zei Rosa mund met een vurrooden blos. Maar ik heb gemerkt dat hij belang stelt in jou. Hij heeft deze week eenige keeren naar je gevraagd. Hij is oud ook, veertig denk ik; soms lijkt hij nog wel ouder en 't is een man met een verleden. Iedereen heeft een verleden, vader. Onzin kind, je weet best wat ik bedoel. En als hij hier in de buurt blijft, is het mijn plicht eens openhartig met 'm te praten. Kijk. daar is hij aan het venster. Hij heeft al heel wat keeren hierheen gekeken. Merkwaardige man! Rosamund keek naar Castlemaine, die haar glimlachend toeknikte. Waarom ook niet? Ze waren immers goede buren. Maar ze zag een uitdrukking in zijn oogen, die haar deed blo zen. Terwijl ze zich kleedde voor de kerk, dacht ze aldoor aan Jack Castlemaine. Ze stelde werkelijk veel belang in Jack en het gepraat van haar vader had haar belangstelling nog doen toenemen. Haar dagen waren sedert lan gen tijd eentonig en vervelend geweest en deze verandering was als een zonnestraal in de duisternis. Om zomer en winter, jaar in jaar uit, in een stoffig huis en in een smal, muf straatje van Londen te wonen, was niet zoo heel aanlokkelijk voor een meisje als Ro samund Grant. Ze herinnerde zich heel an dere tijden! Haar vader was professor ge weest in Oxford en daar hadden ze gewoond in een schilderachtig, oud landhuis met een grooten, doolhofachtigen tuin. Ze wist niet waarom hij zijn professoraat had opgegeven voor een winkeltje in Nether Street. In Oxford moesten ze altijd heel zuinig zijn, maar hier hadden ze altijd geld in overvloed; misschien was dat de reden. De voorraad in den winkel had groote waarde en ze had begrepen dat haar vader deze zaak geërfd had van een verren bloedverwant. Een enkelen keer was haar vader wel eens uit zijn humeur, en dan praatte hij over naar buiten gaan en aan zee wonen. Ze kon zich niet voorstellen hoe hij zich financieel wist staande te houden. Hij was in het geheel geen zakenman en geneerde zich niet om zijn klanten, als ze er aanleiding toe gaven, te beleedigen en hun godsdienstige of politieke overtuiging te krenken! Er waren ook van die opgeblazen menschen, trotsch op hun geld, die den winkelhouder minachtend behandelden en dan hield hij zijn veront waardiging niet voor zich. Toen Rosamund uit de kerk kwam, zag ze opeens Jack Castlemaine naar haar toekomen. Ze kleurde en knikte vriendelijk. Mag ik met u meeloopen naar huis, juf frouw Grant? vroeg hij. Als ik nu eens „neen" zei? Ze keek hem blozend en ondeugend aan. Maar gaat u ge rust uw gang hoor. Laten we dan langs de Embankment loopen en Nether Street van den anderen kant weer ingaan. Ze liepen een poosje zwijgend naast elkaar voort en toen zei het meisje: Ik heb van juffrouw Garland gehoord, dat u het verbazend druk hebt gehad op kantoor. Ja, zei hij, niet heel levendig, want hij vreesde dat miss Grant zijn eerste publicatie niet erg zou waardeeren. Ik wil graag uw werk eens zien, mijn heer Castlemaine. 't Is maar een jongensboek, u zult er niet veel belang in stellen. Ik heb het in elkaar gezet, omdat we het noodig hadden voor het blad. Ik stel belang in alles, zei Rosamund openhartig. De plaatjes voor het raam lijken me uitstekend geteekend. Hebt u er verstand van? lachte hij. Ik ontwerp ook wel eens wat en ik heb teekenles gehad. Uw teekenaar is een knap man ik geloof dat hij Wayman heet. Ik zag zijn initialen T. W. in een hoek en ik ken zijn stijl. Ik heb hem wel eens ontmoet. Ik ben bly dat u zijn werk goed vindt. Wayman schijnt een aardige baas te zijn. Zoudt u er plezier in hebben een paar teeke- ningen voor me te maken, juffrouw Grant? Ik zal u eerst mijn werk eens laten zien. Vanavond dan, na de thee? vroeg Jack vol verwachting. Neen, daar houdt vader niet van op Zondag; morgen, als u tijd hebt. Tijd? volop! haastte hij zich te zeggen, 't Past mij altijd, welken tijd u ook neemt, juffrouw Grant. Ze zag zijn lippen even trillen en veranderde vlug van onderwerp. Wat is het weer een heerlijke ochtend! De rivier lijkt wel zilver! Heel wat anders dan onze muffe Nether Street! Ik ben in Nether Street gelukkiger dan ik ooit geweest ben, antwoordde hij. Het is voor mij heilige grond zoolang als Hij hield op en lachte verlegen. Nu maakt u er een grapje van. Ik vind het een van de akeligste straten van Londen. Kijk maar eens goed! De straat lag voor hen: slecht geplaveid, morsig, armoedige bouwsels aan weerskanten. Vuil lag opgehoopt of dwarrelde rond, voortbe wogen door den zachten, warmen wind. Het is geen grapje, juffrouw Grant. Voor mij zal het altijd gewijde grond blijven. Lieve hemel, waaróm dan? Omdat, en hij besloot plotseling het nu maar te zeggen, omdat ik u hier heb ontmoet. Rosamund probeerde te lachen en streek zenuwachtig een weerspannig lokje van haar gloeiend voorhoofd; toen keek ze omlaag, want ze wist, dat haar vader haar kon zien aankomen. We zijn thuis, zei ze zacht, u komt toch van avond bij ons op de thee, mijnheer Castle maine? U hebt het beloofd. Hij drukte zwijgend haar hand. Hoofdstuk XIL MIJNHEER NIEMAND UIT NERGENSHUIZEN Het Zondagavondbezoek bij Mi". Theodore Grant liep heel anders af, dan Jack Castle maine zich had voorgesteld. Grant was opval lend stil en merkbaar uit zijn humeur; Rosa mund scheen zenuwachtig en onrustig. Jack vermoedde de reden van dat alles; het stond den ouden heer niet aan, dat hij vertrouwelij ker met Rosamund werd. Plotseling stond Grant op, liep naar het raam en zei: Ga vanavond niet meer uit, Rosamund, mijn zenuwen waarschuwen mij dat er on weer komt. En denk er aan dat ik geen muziek of andere geluiden kan velen. Jack har met verlangende blikken naar de harp gekeken, maar hij wist nu, dat daar geen kans op was en hij kreeg het gevoel een on welkome gast te zijn. Terwijl Rosamund de tafel afruimde, vroeg haar vader aan Jack: Blijft u op den duur aan den ovei'kant wonen, mijnheer Castle maine? Zeker, antwoordde Jack, ik ben heel te vreden met de woning en ik blijf er, tot de kamers noodig mochten zijn voor de zaak. Zoo gromde de oude man en meent u werkelijk dat u de zaak zoo kunt voortzetten? Hij wees naar het raam van den overkant, waar het nieuwe blad geëtaleerd was. Ik heb alle reden om het te hopen. .r- En ik hoop dat het een jammerlijke mis lukking zal worden, zooals het dat verdient. Het is ieders plicht de onontwikkelden door voorbeelden te leeren werken voor wat goed en schoon is op de wereld! Deze woorden ergerden Jack hevig, maar hij wilde niet kibbelen met Rosamund's va» der. U veroordeelt het zonder er kennis mee gemaakt te hebben, mijnheer Grant. De strekking van het blad is, behalve onschuldige tijdpasseering, oprecht vaderlandslievend; wat ik uitgeef is een groote verbetering verge leken bij hetgeen de jongens nu in handen krijgen, zei Jack bescheiden. De oude heer gaf geen antwoord op deze opmerking. Rosamund zei hij plotseling op scherpen toon: ga een poosje naar je slaapkamer, ik wil eens met mijnheer Castlemaine praten. Het meisje keek snel van den een naar den ander en gehoorzaamde. En nu, mijnheer Castlemaine, vervolgde Theodore Grante, nu moet ik u eens zeggen wat ik op het hart heb. Ik ben boos op u, om dat u mijn vriendschap en gastvrijheid mis bruikt. Ik begrijp uw bedoeling, mijnheer Grant, het gaat over uw dochter. Ja, juist, ik ben blij dat u het begrepen hebt en om verdere onaangenaamheden te voorkomen, stel ik u voor heen te gaan! Jack was een oogenblik uit het veld geslagen en antwoordde: Laten we ronduit praten, mijnheer Grant. Ik heb niets gedaan waarvoor ik me heb te schamen. Ik heb uw dochter liefgekregen en ik geloof dat dat gevoel wederkeerig is. In ieder geval bent u oprecht, antwoord de Grant, U bent haar vanmorgen naar de kerk gevolgd. Ja, en ik ben ook met haar naar huis ge wandeld. Ik ben van Dlan, haar met uw toe stemming tot mijr vrouw te maken. Ik heb nog niet veel met Rosamund gesproken, maar zeheeft me begrepen. Ik kan haar geven wat haar toekomt, daarvoor heb ik de noodige middelen. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 14