Jfhldoet U in Uw vttiett V
rr
Een filosofisch antwoord op onze
Twintig maal
Weten en Werken.
NELL KNOOP.
Ledenconcert.
FEESTCONCERT.
Centrale Verwarming
TEL. 15597
HoisUt
Sleutel W6g? Tel. 11493
TENTOONSTELLING
ZATERDAG 21 JANUARI 1939
HAAREEM'S DAGBEAD
twintigste vraag
Van Lord Lister tot
Nietzsche. Alles grijpt
in elkaar, zegt de vrije-
tijd filosoof.
De vrije-tijd-filosoof geeft goeden raad
Alleen: kom niet te vaak
Ibij hem!I
Ja. zoo 'n jubileum geeft licht aanleiding
tot filosofische overpeinzingen. En dat is toch
ook weer niet zoo verwonderlijk. Is het vrije
tijd-probleem tenslotte ook geen vraagstuk
voer den wijsgeer om van te smullen. Welnu
dan. wat belet ons? Eigenlijk alleen de aange
boren schroom, die alle filosofen eigen is als
ze de idee krijgen, dat je ze uit wilt hooren
En danpubliciteit is voor de ocren des
filosoofs een even walgelijke klank als een
valsche toon voor u en mij bij een coloratuur
zangeres. Er moeten dus eerst barricades ver
overd worden. En ziet.... dan is zoo'n twintig
ste vrije-tijd-,.slachtoffer" toch heel wat ge
makkelijker te verschalken dan de eerste.
En als routine hand in hand gaat met een goed
doel waarvoor het altijd prettig strijden is,
dan is zelfs een filosoof wel eens geneigd
over zijn hart te strijken. Of dacht u dat ze
geen harten hadden?
Wis en waarachtig. Zelf vinden ze, dat ze
er nog veel te veel last van hebben. Doch
eindelijk terzake!
Het woord is dus aan onzen vrijen tijd
filosoof. Het brandt me op de pen om u te
zeggen wat hij in 't gewone leven doet. Doch
een plechtige 'belofte snoert mijn vulpen
houder den -inkttoevoer af. Zij alleen vermeld
dat u soms met hem in aanraking kan komen
en dat die kennismaking niet altijd de pret
tigste herinneringennee, ge billijkt het:
de plechtige belofte!
Ach vrije tijd, zegt de filosoof, daar heb ik
veel te weinig van. Veel te weinig. De tijd,
die ik zoogenaamd vrij ben moet ik gebrui
ken om kennis te nemen van datgene, wat
nadenkende menschen in het verleden en het
heden tot uiting hebben gebracht. Maar
hoeveel menschen besteden zóó hun vrijen
tijd?
Het is dan ook geen wonder, dat een bekend
wijsgeer zijn naam wil me zoo gauw niet te
binnen-schieten, heeft gezegd: 70 pet. van de
menschen blijft op een ontwikkelings peil
van 11 of 12 jaar staan.
Ja maar hoor 'ns, werpt de interviewer
schuchter tegen, dat kan ik toch niet in de
krant zetten
De filosoof lacht fijntjes. Geen enkel be
zwaar. Voeg er alleen maar bij: U, waarde
lezer behoort natuurlijk tot de andere 30
en iedereen is weer tevreden want men kan
van zijn buurman zeker volmondig beamen,
dat hij niet veel wijzer is dan 11 of 12 jaar!
Vele menschen hebben er in hun hart ook een
hekel aan, dat ze lezen en schrijven hebben
geleerd, vertelt de filosoof verder. Ze hebben
het liefst maar niets met alle andere ge
beurtenissen en voorvallen in het leven tc
maken, die niet hun eigen belangenkringetje
direct raken. Alles waar ze niet ten nauwste
bij betrokken zijn wordt opzij geschoven met
de woorden: nou ja. dat is ver van mijn huis.
Dat kunnen ze zelf niet helpen. Hun opvoe
ding is waarschijnlijk verkeerd gericht ge
weest. Wanneer iemand alleen maar opge
voed wordt met de idee. je moet zorgen dat
je een behoorlijke plaats in de maatschappij
krijgt en al het andere komt er niet op aan
dan loopt hij groote kans, dat hij voor de
meer ideële dingen in het leven, wein: waar
deering heeft. Dat blijkt in onzen tijd ook
zeer vaak. Je moet al heel erg gevoelig voor
hoogere waarden zijn, wil je je aan dien
invloed onttrekken.
Maar om op den vrijen tijd terug te komen
vraag ik angstig, want filosofen mag men
nooit in de rede vallen maar aan den anderen
kant: waar blijf je dan met je interview!
Hoe bent u aan die wijsgeerige studiën
toe gekomen?
Vanzelf. Iedereen die leest, moet ten
slotte bij de wijsbegeerte terecht komen. Je
kan bij wijze van spreken bij Lord Lister be
ginnen en met Nietzsche eindigen. Alles
grijpt in elkaar. En als je steeds nadenkt bij
wat je leest, dan grijp je steeds hooger. Je
krijgt ten langen leste immer meer behoefte
om werkelijke boeken van waarde te lezen.
De meeste wijsgeeren hebben niets bijzonders
gezegd, ze vertoonden alleen de kunst, de ge
dachten, die ze wilden uitdrukken ook inder
daad op 'n zoodanige manier onder woorden
te brengen, dat ze niet verscholen gaan ach
ter een vloed van mooie, zoetvloeiende rol-
zinnen. Vele menschen vinden het erg ver
velend om een wijsgeerig boek ter hand te
nemen. Dat komt echter alleen maar door
dat wij ons zelf hebben afgeleerd concreet te
denken. De huidige romans en ook de kran
ten u neemt me niet kwalijk, dat ik het
eerlijk zeg hebben de menschen cp dat
punt dikwijls te veel verwend
Vele menschen trachten in hun vrijen tijd
hun fantasie uit te leven. Dat kan op allerlei
manieren gebeuren. Voor die menschen enkel
van weinig belang of ze nu van lucifers
doosjes een kasteel maken of dat ze een
prachtige vliegmachine in elkaar zetten. Ieder
leeft zijn fantasie op zijn manier uit. En is
tevreden als hij slaagt. en begint opnieuw
als hij faalt. Nou maakt de beoefening van de
filosofie niet gelukkig. Je draait tenslotte
in een cirkel rond. Hoe meer aanrakingspun
ten je kent des te grooter wordt de cirkel.
Maar heelemaal kom je er toch nooit uit.
Het filosofeeren in vrijen tijd heeft echter
ook voordeelen. Het doordrenkt je heele
leven. Je verdraagt alles gemakkelijker om
dat je veel dingen beter begrijpt. Dat is een
belangrijk voordeel. Hoe meer je in deze
materie doordringt hoe gemakkelijker je
leeft. De menschen maken het zich meestal
moeilijk over kleine dingen. Door de wijsbe
geerte leert men inzien hoe onbelangrijk die
kleine onaangenaamheden des levens zijn.
Van de maatstaven die de menschen aanleg
gen trekt de filosoof zich niet zooveel meer
11}E vieren vandaag een jubileum-,
yy Het twintigste antwoord van
onzen Vrije-tijd cyclus kiest
thans zee. En aan het roer staat dit
maal een zeer bijzondere kapitein.
Maar daarover dadelijk meer. U vindt
twintig misschien nog niet zoo'ti ver
bijsterend groot aantal. We leven nu
eenmaal in een tijd waarin men veelal
met astronomische cijfers rekent.
Maar goed, we hebben tenslotte nog een
spreekwoord over kwantiteit en Reali
teit. En zonder nou met eigen veeren
te willen pronkenEdoch, de twin
tigste is dus bereikt en we stoomen met
volle kracht verder. Als onze boot dus
eens in Uw vaarwater komt dan be
hoeft ge niet verschrikt de machines
tot kookhitte op te voeren-, ge weet
wie we zijn. En tenslotte geldt toch ook
hier: vandaag hij en morgen ik, of
is het net omgekeerd?
aan zonder natuurlijk onredelijk te worden.
Het is jammer, dat de meeste menschen hun
vrijen tijd niet beter gebruiken. Voor de
hartstochtelijke bridgers is het volgende ge
zegde van Schopenhauer zeker waard om in
hun ooren te knoopen. Mijn minste gedachte
dit zei dus Schopenhauer, verdenk geen
onschuldige groot slemliefhebbers is meer
waard dan welk bedrukt stukje karton
ook.
Er is een troost in Schopenhauer's tijd be
stond het bridgen nog niet.
Maar ja, ieder mensch zoekt tenslotte een
beetje geluk en is „alles niet in alles?" Daar
om komt het er ook niet op aan wat je in je
vrijen tijd doet. besluit de filosoof. Als je al
leen maar weet. waarom je het doet. En dat
kunnen de menschen nu in jullie rubriek
uiteen zetten.
Als ze het dan maar doen. verzucht de
schrijver. En het is niet uitsluitend de filoso-
rie. die hem drijft.
B. K.
Beter naleving van de Zondagswet.
Het aanvangsuur der kermissen.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft zich met een schrijven gewend tot de
Commissarissen der Koningin, waarin Z. Exc.
o.m. zegt, dat het hem meer dan eens is ge
bleken, dat de naleving van het bepaalde in
artikel 4 van de Zondagswet in sommige ge
meenten te wenschen overlaat; in 't bijzonder
geldt zulks ten aanzien van 't aanvangsuur
van kermissen op Zondagen en algem. feest
dagen. Teneinde een juist beeld te kunnen
verkrijgen in hoeverre de gemeentebesturen
rekening houden met het bepaalde in ge
noemd artikel, zal de Minister het op prijs
stellen te vernemen, of er gemeenten zijn.
waar het gewoonte is of plannen bestaan op
Zondagen en algemeene feestdagen kermissen
te houden, welke aanvangen op een uur, dat
nog niet alle godsdienstoefeningen volkomen
zijn geëindigd. Zouden dergelijke gevallen
zich voordoen, dan verzoekt de Minister de
bemiddeling om de aandacht van de betref
fende gemeentebesturen te vestigen op de
bepaling van artikel 4 van de Zondagswet,
onder mededeeling, dat het de wensch van
den Minister is dat aan de naleving van deze
bepaling de hand wordt gehouden.
Het komt den minister namelijk voor, dat
handhaving van meerbedoeld artikel 4, voor
wat het aanvangsuur der kermissen betreft
wenschelijk en mogelijk is. De tijd is rijp voor
een met beleid gerichte actie om te dezen te
doen herleven wat slechts schijnbaar dood
was. Vandaar dat de minister zich voorloopig
bepaalt tot dezen vorm van openbare ver
makelijkheid. Hieruit dienen de gemeentebe
sturen intusschen niet af te leiden dat de
minister ten aanzien van andere openbare
vermakelijkheden niet op handhaving van
artikel 4 der wet prijs stelt.
Aan de gemeentebesturen is vorenstaande
in de aandacht aanbevolen en verzocht mee
te willen deelen of het gewoonte is, of plan
nen bestaan om op Zondagen en algemeene
(Christelijke» feestdagen kermissen te houder
welke aanvangen op een uur, dat nog nie>
alle godsdienstoefeningen volkomen zijn ge
ëindigd.
Oude dame weifelde bij het
oversteken.
DoodeUjk ongeluk het gevolg.
Vrijdagnamiddag omsteeks half zes is op
den Wassenaarscheweg te 's-Gravenhage na
bij het Rosarium een tachtigjarige dame
mevr. R. S.. wonende aan de Jozef Israëlslaan
toen zij den rijweg wilde oversteken en daar
aan op weifelende wijze gevolg gaf, door een
personenauto overreden en gedood.
DOKTER VOOR HET COLLEGE MEDISCH
TUCHTRECHT GEDAAGD.
Ernstige beschuldigingen zijn volgens
„Het Volk" geuit tegen een Nijmeegschen ge
neesheer, die als gevolg daarvan heden
terecht moet staan voor het College Medisch
tuchtrecht te Eindhoven.
Vele klachten zijn binnengekomen over de
wijze waarop dr. Van K.. wijkarts der ge
meente Nijmegen, zijn .armenpraktijk" waar
neemt.
Een voorval, dat zich eenige maanden gele
den volgens een klacht heeft voorgedaan, is
oorzaak, dat dr. Van K. zich zal moeten ver
antwoorden. De vader van het bij dit voorval
betrokken en thans overleden veertienjarig
knaapje, heeft officieel een klacht ingediend
bij het gemeentebestuur.
Nadat de bedoelde vader een op schrift ge
stelde klacht had ingediend bij B. en W..
werd hij op het gemeentehuis ontboden, waar
hij zijn verklaringen ten overstaan van twee
hoofdambtenaren moest afleggen. Deze amb
tenaren hebben aan de hand hiervan een
nieuwe klacht op schrift gesteld en aan den
burgemeester voorgelegd.
Na het opmaken van deze klacht, werd de
vader ontboden in een vergadering van B. en
W.
Daarna is de klacht doorgezonden naar het
Medisch Tuchtcollege.
Voorts is naar het Medisch Tuchtcollege ge
zonden een door zestien hoofden van gezin
nen. die aan de zorgen van dr. Van K. zijn
toevertrouwd, geteekende verklaring, dat dr.
Van K. onderzoekingen met de handschoenen
aan heeft verricht.
In deze zaak zijn als getuigen opgeroepen de
betrokken vader, de artsen H. v. d. Made en
A. M, A. Schuurs, assistent-geneesheer aan het
Wilhelminaziekenhuis. Voorts de beide eerste
onderteekenaren van de verklaring door zes
tien hoofden van gezinnen geteekend.
MAATSCHAPPIJ „TOT NUT VAN 'T
ALGEMEEN".
Het bestuur van het departement Haarlem
van deze Maatschappij deelt mede, dat de
lezing op Maandag 23 dezer uitgesteld moet
worden tot nader datum, door plotselinge ver
hindering van prof. L. H. Grondijs.
VONNIS TEGEN STROOPERS
AANGEHOUDEN.
De rechtbank te Rotterdam die Vrijdag
vonnis zou wijzen in de zaak tegen den 40-ja-
rigen landbouwer W. H. en zijn 36-jarigen
knecht H. R., beiden gedetineerd en afkom
stig uit Waddinxveen, die in den nacht van 4
op 5 October j.l. een aanslag hebben gepleegd
op den rijksveldwachter C. van der Hoef, toen
ze betrapt werden op stroopen met een licht
bak, heeft de uitspraak aangehouden. De
rechtbank wenscht nog als getuigen te hooren
den chirurg, J. van Woerden én den wapen
handelaar Kool.
De nadere behandeling is op 6 Februari a.s.
bepaald.
Concert H. O. V.
Soliste: Liesbeth Vel.
Op het Volksconcert, dat Zondagmiddag in
de Gem. Concertzaal wordt gegeven en dat
door Bertus van Lier als gastdirigent wordt
geleid, zal worden uitgevoerd de ouverture „La
gazza Ladra" van Rossini, de symphonie in
C. van Mozart en de Ouverture ,Le Carnaval
Romain" van Berlioz.
De soliste Liesbeth Vel. die het vorig sei
zoen met veel succes het piano-concert van
Grieg ten gehoore bracht, zal nu het pianocon
cert in A-dur K. V. 488 van Mozart
met begeleiding van orkest uitvoeren.
HERMAS' POPPENSPEL.
Woensdagmiddag 25 Januari wordt in den
Stadsschouwburg een poppenspel van Herman
Smits (Hermas) opgevoerd: „Sneeuwwitje en
de zeven dwergen" naar het bekende sprookje-
bewerkt voor het poppenspel door Herman
Smits in 6 bedrijven.
De première die te Bloemendaal in het
Jeugdhuis plaats vond had zeer veel succes.
De mooie poppen met de fleurige kleedij en
de leuke décors „deden het" bij het jeug
dige auditorium.
Voor de kleinen valt dus heel wat te genieten
Woensdagmiddag.
Jaren geleden heeft Nell Knoop hier eens
toen in combinatie met Frits van Dijk
in Hotel Den Hout voor den „Kunstkring"
klassieke en moderne verzen voorgedragen.
Gisterenavond kwam zij voor Weten en Wer
ken met een Chineesch programma, waarmee
zij het bewijs gaf van voornamen smaak.
Voor de pauze droeg zij Ah Tav, de geschie
denis van een meisje door Sun Hoi Che voor
en drie oude Chineesche sprookjes, na de
pauze Hoek Hongkong Road van J. Rieger en
enkele gedichten.
Met dit programma had zij zich zelf als
declamatrice een sterke, voor een actrice zelfs
vrij moeilijke beperking opgelegd.
Eh Toa, het wreede Oostersch-fatalistische
verhaal van het meisje, dat door haar dorps-
genooten veroordeeld wordt, omdat zij tegen
de goden van haar land gezondigd heeft.
Hoek Hongkong Road, dat het harde leven en
den zieligen dood van een riksha-koelie in
Shanghai beschrijft en de drie sprookjes
eischen een zeer eenvoudige voordracht. Van
effectbejag of virtuositeit kan zelfs geen
sprake zijn. Het tempo blijft aldoor min of
meer sleepend en gedragen. Het Oosten schuwt
elke uiting van temperament, het geheel blijft
steeds door het verhalend element op
een zelfde niveau, zonder hoogtepunten van
hartstocht of kracht.
De voordracht van Nell Knoop muntte uit
door distinctie en rust. Ik vroeg mij zelf nu
en dan af, of zij zich voor een Europeesch
publiek soms niet wat al te veel inhield, niet
wat al te ingetogen was. Het was alles heel
fijn en ook litterair zuiver verantwoord, zij
vertelde meestal meer dan dat zij voordroeg,
maar het bleef voor mijn gevoel wel eens wat
te Oostersch koel. Ik. had bijvoorbeeld in
Ah Toa we! eens wat meer van innerlijke,
trillende emotie gewenscht.
Zeer lief en poëtisch droeg zij het sprookje
van De Onafscheidelijken voor en in De wijze
Dief hoorden wij ook even wat in dit pro
gramma een zeldzaamheid was fijnen
humor.
Pas in de prachtige oud-Chineesche gedich
ten verzen die al bijna 3000 jaren oud zijn
kon de voordraagster zich wat meer laten
gaan en ze werden dan ook mooi van klank
en sterk expressief gezegd.
Nell Knoop droeg voor de pauze een fraai
oud Chineesch costuum en zij droeg het met
gratie. Het publiek heeft zoowel voor de pauze
als aan het slot met hartelijk applaus de decla
matrice voor haar voorname kunst gedankt.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
Haarl. Orkest-Vereeniging
Van het "Vrijdagavond onder leiding van
den gastdirigent Bertus van Lier gegeven
ledenconcert heb ik de eerste helft niet kun
nen bijwonen. Van bevoegde zijde vernam ik
dat Van Lier 'een zcowel in détails als in
groote lijnen bijzonder mooie vertolking van
Schubert's Onvoltooide Symphonie heeft ge
geven en dat ons orkest daarin met groote
volgzaamheid en toewijding zijn taak heeft
verricht. Ook de voordracht van Mozart's
Vioolconcert in A gr. t. door den concertmees
ter Gijs Beths werd algemeen geroemd, het
geen me na zijn uitmuntende prestatie van
den vorigen avond, in de groote vioolsolo van
het „Benedictus" der Missa Solemnis niet
verwonderde. Wat de begeleiding van het
Vioolconcert betreft was het oordeel dat de
dirigent daarin wel eens al te voortvarend
was, zoodat hij den solist niet de algeheele
zelfstandigheid liet.
Dë gastdirigent Bertus van Lier.
Het tweede deel van den avond bracht ons
de kennismaking met Van Lier's destijds in
opdracht der A.V.R.O. gecomponeerd Decla-
matorium „De Dijk". Als componist volgt Van
Lier zeer moderne richtingen. Het idioom, de
muzikale uitdrukkingswijze dezer richtingen
is mij in 't algemeen verre van sympathiek.
Ik kan nog steeds de noodzakelijkheid der
schier zonder uitzondering voortdurende dis-
soneerende combinaties niet inzien. Toch wil
ik gaarne erkennen dat Van Lier's Declama-
torium veel bevat waarvan een suggestieve
werking uitgaat, zóó dat ook zij die niet tot
de aanhangers der moderne richtingen be-
hooren. zijn artistieke bedoelingen kunnen
begrijpen en waardeeren. Het meest geslaagd
leken me die in het" eerste en tweede gedeelte
Daar zit groei en spanning in. De hoorder
ziet de tafereelen zonder moeite voor zich: het
bouwwerk als onwrikbaar fundament ook
tonaal! te midden der elementen en na
tuurkrachten en van het menschelijk gedoe
Minder geslaagd schijnt me vooral het vierde
deel. In elk geval is Van Lier een muzikale
persoonlijkheid die wat te zeggen heeft en
dat op zijn wijze zegt. Harry van Os decla
meerde de rythmisch nauwkeurig voorge
schreven spreekstem met groote bekwaam
heid en intelligentie, zoodat een uitstekende
aansluiting met de muziek ontstond.
In de vertolking van Berlioz' Ouverture ,Le
Carnaval romain". toonde Bertus van Lier al
het vuur van zijn temperament en de pittig
heid zijner directie. Dat sprankelde en sleepte
mee en gaf aanleiding tot uitbundige ovaties
Op het a-s. Zondagnamiddagconcert hoop
ik Van Lier's ongetwijfeld groote capaciteiten
als dirigent nader te leeren kennen.
K. DE JONG.
Mannenkoor
Electrisch-Materieel".
Vijf jaar geleden werd het Mannenkoor
„Electrisch-Materieel" gevormd. Het begon met
16 leden en telt er thans 47: het is er bovendien
in geslaagd zich in de vijf jaren van zijn be
staan tot de „Afdeeling Uitmuntendheid" op te
werken.
Er was dus reden om het eerste lustrum te her
denken door het geven van een feestconcert
Dit had Vrijdagavond in het nagenoeg geheel
gevulde Geb. der Vrijz. Hervormden plaats,
met medewerking van de altzangeres Annie
Hermes. den violist Jan Hoeben en den pianist
Jacob Bijster.
Ik heb de eerste helft van dat concert kunnen
bijwonen, en kan zeggen dat de koorzang van
„E. M." een zeer goeden indruk heeft gemaakt.
Reeds terstond in Schubert's ,.Zum Credo" trof
de beschaafde klank. Moeilijkheden van betee-
kenis levert dit harmonisch-eenvoudige stuk
niet op: Duvosel's bewerking van „O Heer. die
daar" echter wel, doch ook in dit werk bleef de
zuiverheid, zoowel bij de contrapuntische ver
wikkelingen der eerste strofe als bij de veel
stemmige accoorden der tweede op geringe uit
zonderingen na gehandhaafd. Later zong het
mannenkoor Roeske's „Bede". De niet van eenige
opzettelijke gewrongenheid vrfj te pleiten chro
matische modulaties van dit concoursstuk ver
oorzaakten wel enkele momenten waarin de
harmonische bouw niet tot klaarheid kwam,
maar die hadden geen blijvende nadeelige wer
king en het koor eindigde op slechts weini/
O LIE STOOKINRICHTING. - NATUURLIJK van
ADR. STOOPSLAAN 35
(Adv. Ingez. MedJ
hooger toonpeil dan het begonnen was. De toon-
vorming was in dit werkje niet zoo mooi als in
de beide vorige. Het stemmenmateriaal van dit
mannenkoor is echter zeer goed en de dirigent
K. Zeilmaker kan met voldoening terugzien op
hetgeen hij in de afgeloopen vijf jaren van dit
koor heeft weten te maken.
Annie Hermes hoorde ik in vier liederen van
Schubert. Zoowel de zuiver-vocale als de alge
meen-artistieke hoedanigheden dezer altzange
res blijken zich steeds hooger te ontwikkelen
Wat zjj in die liederen van Schubert, waaronder
een paar weinig bekende, presteerde was in elk
opzicht voortreffelijk. Een zeer mooie toon-
vorming van de laagste borsttonen af tot in de
hoogte even sonoor en een sobere, doch intel
ligente voordracht kenmerken dit zingen. De
felle contrasten in „Verklarung", de lichte gui
tigheid in „Geheimes", de stijging aan het slot
van „Orpheus": het kwam alles even prachtig
tot zijn recht en alleen in het midden van het
laatstgenoemde lied was er even een verslap
ping van de spanning waar te nemen.
Jacob Bjjster begeleidde den zang van Annie
Hermes zeer goed. Met Jan Hoeben speelde hij
vervolgens de Sonate in C gr. t. (Ed. Peters no.
8) van Mozart. Het klavierspel was zeer vlot,
doch ik miste er ditmaal fijnere tcekening in.
De tempo's der beide Allegro's leken me wat
overdreven snel. Jan Hoeben heb ik wel eens
mooier hooren spelen dan hij Vrijdagavond
deed. Zijn trillers klonken onzuiver en in som
mige andere figuren ontbrak de noodige
distinctie. Ook schijnt zijn viool voor een eenigs-
zins groote ruimte geen voldoende draagkracht
te hebben. We mogen dus hopen dat deze kundige
violist eerlang de beschikking krijge over een
instrument dat meer toonontwikkeling toelaat.
K. DE JONG.
DE SLEUTELSPECIALIST, L. Veerslr. 10
(Adv. Ingez. Medj
SCHILDERKUNST.
in Teyler.
In de vitrines van de eerste schilderijenzaal
heeft Teyler's conservator van de kunstverza
meling, de heer Van Borssum Buisman een aar
dige, leerzame en groolendeels zeer artistieke
expositie ingericht van aquarellen en teekenin-
gen door leden van het Haarlemsche Kunst Zij
Ons Doel, in vervlogen jaren vervaardigd en
in de portefeuilles van Teyler terecht gekomen.
Daarbij zijn nog een paar werken gevoegd, die
uit het bezit van genoemd schildersgenootschap
in bruikleen zjjn ontvangen.
Het is wel een expositie, die ons Haarlemsch
genootschap op aardige wijze huldigt, door in
herinnering te brengen dat kunstenaars als Bos
boom en Mauve, menschen indertijd met wereld
reputatie, in jonge jaren als leden van Kunst
Zij Ons Doel stonden ingeschreven. Een geestig
krabbeltje van George Hendrik Breitner, inder
tijd door hem aan zijn collega A. L. Koster ge
schonken en door den laatste weer aan Kunst Zij
Ons Doel ten geschenke gegeven, vertegenwoor
digt zelfs dezen prachtigen Amsterdammer, die
volgens het archief van het genootschap even
eens tot de leden behoord heeft. Het is voor
den beheerder van Teyler's onvolprezen teeke-
ningenverzameling niet moeilijk geweest, uit die
tijden van voorheen een aantal prachtstukken
uit te leggen, die al dadelijk het geheel op hoog
peil brengen. Men zal in deze dagen moeilijk
een stel Bosboom-aquarellen in één hand vin
den. zoo frisch-bewaard en schitterend van
vloeiende techniek, als hier vertoond wordt.
Maar ook van minder wereldberoemden zal de
beschouwer hier specimens vinden, die nog wel
eens ver boven zijn verwachting uit zouden kun
nen gaan. Een artist als de oude Wouter Ver
schuur, thans zoo licht onder de ouderwetsche
opa's gerangschikt is hier vertegenwoordigd
met een aquarel van vier paarden in een stal,
zoo dichterlijk van lichtsfeer en zoo delicaat
van waterverftechniek, dat de beroemde Engel-
sche kleurgravures der achttiende eeuw er vrou
welijk gemaniereerd naast kunnen worden. De
mooie aquarellen van Mauve en Gabriel uit
Teyler's bezit zal men steeds met genoegen te
rugzien.
Als men bij het begin aanvangt is het alweer
de knappe Wijbrand Hendriks, die onze aan
dacht vraag. Dadeljjk daarop zien we een gees
tige penteekening van P. Barbiers, waarop deze
handige arrangeur van decoratieve landschaps
composities zich een uitmuntend figuur-teeke
naar toont: het helaas nog al beschadigde blad
geeft een teekenavond van Kunst Zij Ons Doel
in die dagen van olim te zien. waarop de leden
ijverig bezig zijn naar een blijkbaar historisch
model te werken, waarbij de kunst als doelstel
ling uit hun naarstige houding valt af te lezen.
Via Michaëlis en landschappen van Barbiers
komen we bij den illustratie' aangelegden Hor-
stok, van wien dat curieuse Bruilofsfeest boven
in het Frans Halsmuseum te zien Is, dat tech
nisch belangrijker is dan zijn aquarellen. Van
de verschillende leden der schildersfamilie Van
Os. (Men lette eens op dat „hert in landschap"
door P. G.) zijn mooie staaltjes neergelegd. Na
tuurlijk ook van den bloem- en fruitstilleven
schilder C. J. J doch die wordt in frissche
jeugdigheid hier haast door de „Narcissen" van
Hendrik Reekers overtroffen.
Geteekende portretten door Ehnle zijn lang
zamerhand zeldzaamheden geworden; zij zijn de
moeite der bestudeering waard. Hoe vóór hon
derd jaar een artist aanving een portret te tee
kenen kan men aan een andere curiositeit zien:
een damesportretje door den 17-jarigen Mauve,
vervaardigd, en nog in niets den ietwat wee
moedigen dichter der Gooische heiden voorspel
lend, die hij later zyn zou. Ook van den aristo
cratisch voelenden Brondgeest zijn hier fijne
dingen.
Verder is er van typische Haarlem"»i.te figu
ren als Savrij Senior. H. J. Scholten en W.
Vester min of meer interessant werk. En als
historisch curiosum zien we tenslotte een vlotte
schets van Vincent's vriend van Rappard, die in
de negentiger jaren deed, wat Barbiers drie
kwart eeuw vroeger had gedaan: een teeken
avond van het Genootschap op het papier wer-
Den, waarop ijvecrige leden dier jaren: IJzer-
draat, Groeneveld, Duco Crop, Veldheer en H.
M. Savrjj te herkennen zouden zijn voor iemand,
wiens belangstelling in Haarlemsche kunstza
ken veertig jaar oud is.
De rustige, wei-overwogen tentoonstellingen
in Teyler zijn bijna altijd een genoegelijke en
artistiek-leerzame verpoozing voor den kunst
liefhebber. Ditmaal zijn er een paar figuren bij
op wier bestaan wij nog. wel terugkomen.
H. DE BOIS,