SPANJE.
NEDERLANDSCHE j
rtANOEL MAATSCHAPPIJ, n.v
Kamerleden
Zoonneemthetvoorzijn
vader op.
ZATERDAG 21 JANUARI 1939
H A' 'ARTE M'S DAGBCAD
3
'INISTEK VN IHJK'S BELEID
GEPREZEN.
Ooor tie Eerste Kottier
INDIe'S DEFFNSIE IN ZIJN AANDACHT
AANBEVOLEN.
Volgens het voorloopig verslag der Eerste Ka
mer over de dei'ensiebegrooting voor 1939, werd
van verschillende zijden instemming betuigd met
's ministers beleid. Groote waardeering vond
het dat hij, met de zorg voor land- en zeemacnt
beide belast en dus zeer zeker in een tijd als
den huldigen met' werkzaamheden overladen
er in slaagt, gestadig voortgang te maken met
de afwerking van zijn defensieplan.
Welke gevaren het niet paraat zijn medebrengt
heeft, zoo betoogden vele leden, het jongste ver
leden in Europa wel geleerd. Het overgangstijd
perk, waarin onze militaire toerusting in zekeren
zin nog verkeert, worde derhalve zoo kort mo
gelijk gemaakt, en wat de bekostiging van de
vereischte maatregelen betreft, achtten deze le
den desnoods het sluiten van een leening ver
antwoord.
In September 1.1. is, zoo constateerden ettelijke
leden met groote waardeering, gebleken, dat het
Nederlandsche volk ten volle bereid is voor de
verdediging onzer zelfstandigheid de gevraagde
persoonlijke offers te brengen.
Verscheidene leden waren vol lof over den
geest der troepen, die in September 1.1. waren
opgeroepen. Sommige dezer leden deden in het
bijzonder een beroep op de S. D. A. P., om den
goeden geest in de weermacht ook verder te
versterken.
Defensie voor Indië
Inzonderheid werd aandacht gewijd aan de
defensie van Nederlandsch-Indië. Verscheidene
leden achtten het niet ondenkbaar, dat een niet
verre toekomst een strijd over de Europeesche
beschaving in het Verre Oosten zal te zien geven.
Verschillende leden sloten zich aan bij het
advies van luitenant-generaal jhr. W. Röell in
een in Den Haag gehouden rede gegeven, waar
in deze heeft bepleit den aanmaak van drie tot
vier slagschepen voor de verdediging van Ne-
derlandsch-Indië. Deze leden achtten het ge-
wenscht, den bouw daarvan niet uit te stellen,
omdat daarmede vermoedelijk enkele jaren ge
moeid zullen zijn.
Ettelijke leden sloten zich echter aan bij het
verzet van den minister tegen vergrooting van
het aantal kruisers voor Indië en tegen uitbrei
ding van de weermacht. De regeering is reeds
veel verder gegaan dan het vorige jaar in hel
vooruitzicht was gesteld, hetgeen deze leden be
treurden.
Men vroeg hoe ver de regeering in feite ge
vorderd is met den opslag van voorraden levens
middelen en grondstoffen en of maatregelen
zijn getroffen om die voorraden te beveiligen
tegen luchtaanvallen. Verder werd gevraagd of
in de beperking van den veestapel geen bezwaar
moot worden gezien bij eventueele voorraad-
vorming.
Luchtbescherming.
Verscheidene leden juichten toe, dat de ge-
heele luchtverdediging onder één commando is
gesteld. Eenige leden waren van meening, dat
uit het onderbrengen van de luchtbescherming
bij het departement van Binnenlandsche Zaken
ten duidelijkste blijkt, dat de regeering nog
steeds niet inziet, van hoe uitermate groot be
lang de luchtbescherming is.
Sommige leden bepleitten nogmaals, dat van
regeeringswege meer aandacht zou worden be
steed aan de ontwikkeling van de industrie,
die zich toelegt op de fabricage van wapenen,
en dat daaraan richting zou worden gegeven.
Het gevaar is niet denkbeeldig, dat niet de
allernieuwste en allerbeste artikelen worden
geleverd en dat ons land te dezer zake achterop
raakt.
Vele leden spraken hun teleurstelling er over
uit, dat de minister van Defensie ten opzichte
van de gepensionneerde militairen of hun we
duwen van vóór 1909 het standpunt blijft
innemen, dat aan de te dien aanzien getroffen
maatregelen niets kan en behoeft te worden
veranderd.
Ambtenarenverbod.
Eenige leden hadden ernstig bezwaar tegen
het besluit der regeering om leden van de S. D.
A. P. toe te laten tot leger en vloot, en wel op
grond van de ideologie dezer partij.
Ernstige bedenking maakten deze leden even
eens tegen de uitsluiting van de opleiding tot
officier van kinderen van hen, die, zelfs zonder
lid van de N. S. B. te zijn, worden geacht ook
maar in eenige mate met die beweging te sym-
pathiseeren.
Tegen een en ander werd aangevoerd, dat de
N. S. B. te zeer is georiënteerd naar een vreem
de mogendheid en te weinig naar het eigen
Vaderland en daarmede gevaarlijk voor den
geest onder de weel-macht.
Ettelijke leden achtten het onjuist, dat de
marine het Nationaal Jongeren Verbond heeft
bijgestaan bij het organiseeren van een zooge
naamd zeekamp.
Tik om de ooren kost 14 dagen
gevangenisstraf.
Onderwijzer noemde het „een tikje".
Een onderwijzer uit Deventer hoorde Vrijdag
voor de Zutphensche rechtbank veertien dagen
gevangenisstraf tegen zich eischen met ontzeg
ging van het recht om het ambt van onder
wijzer uit te oefenen voor den tijd van vijf
jaar. Hij had een leerlinge een tik om de ooren
gegeven en deswege moest hij nu verdacht
van mishandeling voor den rechter verschij
nen. Een geneesheer uit Deventer verklaarde
dat hij verdachte verminderd toerekenings
vatbaar vond. Verdachte ontkende niet, dat
hij het meisje een tikje om de ooren had ge
geven. Het meisje vertelde, dat de klap om de
ooren haar veel pijn had gedaan. Ook zou de
meester haar eens tegen de bank gegooid
heoben.
Verdachte vond de zaak erg opgeschroefd.
Hij voelde zich heelemaal niet schuldig: „Het
is zoo moeilijk voor deze kinderen, die nu ge
tuigen, om een zuiver oordeel van de zaak te
geven. Hun antwoord hangt dikwijls af van de
vragen die hun gesteld worden."
Uitspraak over 14 dagen.
Noodlottige samenloop van
gebeurtenissen.
Twintigjarig meisje het slachtoffer.
Vrijdagavond omstreeks acht uur is in de
Lange Nieuwstraat te Schiedam de twintigja
rige mej. C. Middendorp met haar fiets geslipt
en gevallen, juist op het moment, dat een
vrachtauto van de firma De Jong uit Vlaar-
dingen haar achterop reed.
Het meisje werd door den wagen gegrepen
en een eind meegesleurd. Zij werd ernstig ge
wond opgenomen. Na door een dokter te zijn
verbonden, werd het slachtoffer naar de f'r.
Noletstichting overgebracht, waar zij kort na
Aankomst overleed.
Joodsche immigranten werden
niet in Indic toegelaten.
Ten vervolge op de beantwoording van vra
gen van den heer Albarda betreffende het ver
bieden door een immigratie-ambtenaar te Ba
tavia aan Duitsche passagiers van Joodschen
bloede op de „Johan van Oldenbarnevelt" om te
Batavia aan land te gaan heeft de minister van
Koloniën o.m. het volgende medegedeeld:
Op 3 November 1938 arriveerden te Tand
jong Priok aan boord van het motorschip „Jo
han van Oldenbarnevelt" een twaalftal Duit-
sehers van Joodschen bloede.
Nadat aanvankelijk aan allen de ontscheping
was geweigerd, met toepassing van het bepaalde
bij het vierde lid van art. 1 van het Indische toe-
latingsbesluit, ingevolge hetwelk de vergunning
tot ontscheping kan worden geweigerd aan
vreemdelingen, van wie niet vaststaat, dat zij
naar hun land van geboorte of van herkomst
kunnen terugkeeren, is aan een tweetal gezinnen
in totaal bestaande uit 5 personen, door wie na
der aannemelijk werd gemaakt, dat zij met hun
aankomst in Nederlandsch-Indië geen verdere
bedoelingen hadden dan een z.g. toeristenreis
over Java en Bali te maken, alsnog vergund zich
te ontschepen en hun reisplannen ten uitvoer te
brengen. Deze beslissing bracht mede, dat betrok
kenen door de immigratie-autoriteiten als zg.
„doortrekkenden" werden behandeld en als zoo
danig buiten de toelatingsbepalingen vielen.
De overigen waren niet in staat voldoende
aannemelijk te maken, dat zij slechts als toerist
Nederlandsch-Indië wenschten te bezoeken. Veel
eer kwamen uit het gehouden onderzoek sterke
aanwijzingen naar voren, dat bij hen de bedoe
ling voorzat, zich in Nederlandsch-Indië te ves
tigen.
Dientengevolge behoorden op hen de bepalin
gen van het toelatingsbesluit toepassing te
vinden.
Aangezien uit het onderzoek mede bleek, dat
zij niet voldeden aan den in het tweede, lid van
artikel 4 van meergemeld besluit, gestelden eisch
van te kunnen beschikken over een behoorlijk
bestaansmiddel en derhalve voor toelating niet
in aanmerking kwamen, is overeenkomstig de
bedoeling van het eerder aangehaald vierde lid
van artikel 1 ten aanzien van hen het verbod
om te ontschepen gehandhaafd.
Het is juist, dat aan betrokkenen vergund is
te Sabang en Medan aan wal te gaan om te pas
sagieren. Hiertegen bestonden geenerlei bezwa
ren, omdat betrokkenen van zins waren naar
Batavia door te reizen, zoodat dus eerst te
Tandjong Priok de vraag van hun ontscheping
aan de orde kwam. Overigens is ook gedurende
den tijd, dat het schip te Tandjong Priok in de
haven lag, voordat de thuisreis werd aanvaard,
aan betrokkenen alsnog vergund, zij het onder
toezicht, eenige tochten in den omtrek van Ba
tavia te maken, waarna het geheele gezelschap
(met uitzondering van een persoon, die inmid
dels toestemming had verkregen zich in Austra
lië te vestigen) met hetzelfde schip de thuisreis
heeft aanvaard
Een onderscheid tusschen Joodsche en niet-
Joodsche reizigers, als door den steller der vra
gen bedoeld, wordt door den immigratiedienst in
Nederlandsch-Indië niet gemaakt.
Wel is het noodzakelijk, dat bij de toepassing
van het meer aangehaalde vierde lid van artikel
1 van het toelatingsbesluit onderscheiden wordl
tusschen z.g. „apatriden" en andere immigran
ten. Tot die „apatriden" behoorden sommige
groepen van Joodsche immigranten.
AGENTSCHAP HAARLEM
Gr Houtslr 'Gi Mark!
Tel 13990 (3 lijnen)
Wij leveren U direct uit voorraad
Reischèque's in Reichsmarken
betaalbaar in Duitschland.
(Adv. Ingez Med.)
Meisje dronken gevoerd.
Twee jongens krijgen gevangenisstraf.
Een tweetal opgeschoten jongens uit Hijken,
die in Maart in hun dorp de walgelijke aardig
heid hadden gehad om aan een minderjarig
meisje jenever waarin sigarettenasch was ge
daan. op te dringen, terwijl het meisje reeds
onder invloed van sterken drank verkeerde,
hoorden voor veertien dagen terug 3maanden
gevangenisstraf voor ieder tegen zich eischen.
De rechtbank te Assen veroordeelde hen ieder
lot twee maanden.
Auto bleef op de brug hangen.
Een zeer merkwaardig verkeersincident,
zooals de geschiedenis wellicht geen tweede
kent, is op het middeleeuwsche bruggetje over
den Vliet te Leiden tusschen de Molensteeg en
de Bakkersteeg voorgevallen. Een zwaar be
iaden verhuisauto, uit Rotterdam afkomstig,
die bestond uit een tractor en een aanhang
wagen, is daar midden op het zeer steile,
antieke stadsbruggetje blijven hangen op de
straatkeien van het brugdek, doordat de onder
zijde van den laadbak het brugdek raakte. Het
gevolg was, dat er geen beweging in den auto
te krijgen was. Zelfs hingen de voorwielen
van den aanhangwagen volkomen in de lucht
Na twee uur hard werken slaagde men er ten
slotte in, den verhuisauto over het hooge punt
heen te helpen.
(Tel.)
Griep en verkoudheid^
zullen onmiddellijk verdwijnen^
wanneer ge dadelijk desinfec-foy£> c
teerende Karsote-dampen inha-
leert. F 0.70 en F 1.— per flacon.
KARSOTE Qs
(Adv. Ingez Med.)
kunnen zich vereenigen met
bouw van walserij bij de
Hoogovens.
Pleidooi voor behoud van natuurschoon
Blijkens het afdeelingsonderzoek van het
wetsontwerp inzake deelneming in het prefe
rent kapitaal der Koninklijke Nederlandsche
Hoogovens en Staalfabrieken N V. te IJmuiden
en bevordering van de uitbreiding der fabriek
met een walserij verklaarden vele leden met
het voorstel in te stemmen, aangezien zij van
de uitbreiding van dit bedrijf, welke daardoor
mogelijk zal worden, gunstige resultaten ver
wachtten voor de vergrooting van de werk
gelegenheid.
Sommige leden vreesden, dat tegenover de
werkverruiming, welke van uitbreiding van
hoogovens met een walserij het gevolg zou
zijn. een vermindering van den Neder'andschen
uitvoer zal komen te staan naar die landen,
waaruit wij tot dusverre staal en walsproduc-
len importeeren, zooals Luxemburg. Duitsch
land en Engeland. Zal het nadeel, dat daaruit
voor ons land zal voortvloeien, de voordeelen
niet overtreffen? en zal de staat niet genood
zaakt worden aan zijn fïnancieele deelneming
maatregelen van beschermenden aard te ver
binden? Dit zouden zij bedenkelijk achten.
Voorts werd gezien het feit, dat de voor
genomen uitbreiding van het hoogovenbedrijf
geheel gericht is op afzet op de binnenland
sche markt de vraag gesteld, of er een rede
lijke zekerheid bestaat, dat het bedrijf een
behoorlijk deel van deze markt kan veroveren
en ook behouden, en zoo ja, op welke gronden
deze zekerheid berust.
Sommige leden gaven nog uiting aan de
vrees, dat de voorgenomen uitbreiding van
het hoogovenbedrijf aan het natuurschoon ter
plaatse veel schade zal toebrengen. Zij vestig
den er de aandacht op, dat te Wijk aan Zee
en omgeving in dit opzicht ernstige ongerust
heid bestaat. Kan de regeering, zoo vroegen
zij, aan haar deelneming in het preferente
kapitaal geen voorwaarden verbinden, welke
het behoud van het natuurschoon, voorzoover
dat eenigszins mogelijk is, verzekeren?
Coupeereii van paardestaarten
niet strafbaar gesteld.
Dierenarts in eerste instantie vrijgesproken.
De rechtbank te Middelburg heeft uitspraak
gedaan over de principieele vraag of het cou
peeren van een paardestaart gelijk staat met die
renmishandeling.
Bij de behandeling der betreffende zaak te
gen den dierenarts W. J. L. de Groof uit Krui-
ningen, die op 26 November een hem toebehoo-
rend veulen den staart heeft ingekort met het
oogmerk tot een principeele beslissing te komen,
heeft de Officier van Justitie op 6 Januari f 1.
boete subs. 1 dag hechtenis gevorderd. Thans
heeft de rechtbank den dierenarts van het hem
ten laste gelegde vrijgesproken. Vermoed mag
worden, dat de Officier van Justitie in hooger
beroep zal gaan.
„Nee, Marianne, da's niet eer lijk Jij mag niet meetrekken 1"
Regelmatig contact tiissclien
leiding en personeel van I'. T. T.
Speciale commissie in het leven geroepen.
Teneinde regelmatig contact tot stand te bren
gen tusschen de bedrijfsleiding der P. T. T. en
de personeelsorganisaties, -vereenigingen e. d.,
die alle er naar streven, de sociale omstandig
heden voor het personeel te verbeteren, is een
sehakelcommissie voor sociale voorzieningen in
het leven geroepen onder voorzitterschap van
den chef van de 10e afdeeling van het hoofd
bestuur der P. T. T. (inspecteur J. W. Groe-
neyk) en waarin als vaste kerngroep zitting
hebben vertegenwoordigers van de vier groote
vakbonden: de Centrale Bond van P. T. T. per
soneel, De Centrale Nederlandsche Ambt. Bond,
De Ned. Bond van Christ. Prot. P. T. T. Perso
neel „Door plicht tot recht" en de Ned. R.K.
Bond van P. T. T. personeel „Sint Petrus".
Incidenteel zullen de volgende vereenigingen
enz., wanneer aangelegenheden in behandeling
komen, die voor hen van belang zijn, worden
uitgenoodigd een vertegenwoordiger te zenden:
ver. van hoogere ambt. der P. T. T., broeder
schap van directeuren en commiezen bij den
P. en T. dienst, ver. van ambt. bij het hoofdbe
stuur der P. T. T., ver. van electrotechnische
ambt. der T. en T., bond van kantoorhouders bij
den P. en T. dienst in Nederland, genootschap
van ingenieurs der T. en T., Ned. bond van P.
T. T. muziekver., Ned. unie van P. T. T.-sport-
ver., kinderfonds P. T. T., personeelfonds P. T.
T. en ondersteuningsfonds P. T. T.
De voorzitter heeft de bevoegdheid, naar ge
lang van den aard van de in behandeling komen
de aangelegenheden, P. T. T. ambtenaren de
vergadering te doen bijwonen en aan de be
raadslagingen te doen deelnemen.
Alle schuld op zich genomen.
Desniettemin twee jaargeëischt
tegen 70-jarig effecten
handelaar.
Voor de rechtbank te Rotterdam heeft Vrijdag
terecht gestaan de 70-jarige effectenhandelaar
J. J. V. wonende te Rotterdam, die als lid van
de effectenfirma V. en S. in den loop van de
laatste jaren handelingen zou hebben gepleegd:
waardoor in 1937 de onvermijdelijke ineenstor
ting kwam met een tekort van ruim twee ton.
Deswege is reeds verdachte'? zoon. de 33-jarige
procuratiehouder D. W. M. V., terzake van ver
duistering van effecten, veroordeeld tot een ge
vangenisstraf van twee jaar, met aftrek' van de
voorloopige hechtenis.
Reeds in 1930 bleek, dat de firma V. en S., ge
vestigd aan de Wijnhaven te Rotterdam, met een
tekort van f 40.000 worstelde, hetgeen echter
met leeningen bij vrienden en het stoppen van
het eene gat mei het andere, gedekt kon wor
den, totdat in 1937 de „krach" kwam.
In de dagvaarding stonden veertien posten
vermeld, die of onjuist geboekt waren, of in het
geheel niet in de boeken voorkwamen als uit
gegeven. Door dit laatste werd vanzelfsprekend
de post uitgaven gedrukt. Voorts waren resp. in
het kasboek en in het rekening-courantboek
bedragen van f 10.000 en f 16.000 vermeld, het
geen valschheid in geschrifte oplevert. In totaal
zijn 66 crediteuren de dupe geworden van de
handelingen van deze firma.
De oude heer V. verklaarde ter terechtzitting,
dat hij van deze praktijken nooit of te nimmer
op de hoogte is geweest. Zijn zoon heeft alle
transacties voor hem verborgen gehouden.
„Maar had u dan geep vermoedens, dat de za
ken niet floreerden?" vroeg de president, mr.
Huyser.
„Ik heb zoo'n vertrouwen in de menschen ge
had, dat ik in het geheel niet aan de mogelijk
heid gedacht heb".
Het kwam de rechtbank eenigszins eigenaardig
voor, dat verd. soms wel en soms niet over de
boeken ging. Op sommige rekeningen stelde hij
prijs de boekingen zelf te verrichten. Verd. wilde
toen de rechtbank aanneemlijk maken, dat hij
van twee menschen geld geleend had. Van zeke
ren C. V. E. en van zekeren O., welke naam
verdachte niet dan na lang aarzelen wilde me-
dedeelen. De rechtbank wilde alles wat verd.
vertelde, niet voetstoots aannemen.
„Tenslotte kun je iemand wel wijs maken, dat
de maan van groene kaas is gemaakt", merkte
mr. Huyser op
Hierna werd de zoon gehoord, die verklaarde,
dat hij zijn vader geheel in den waan gelaten
heeft, dat de zaken floreerden. Alleen hij wist,
hoe de firma er voor stond en dat wilde hij zijn
vader besparen, zeide hij.
Het O.M. meende, dat er geen sprake van is,
dat verd. buiten de zaken is gehouden en dat hij
wel degelijk heeft geweten, wat er in de firma
V. en S. gebeurde. Spr. meende, dat hier sprake
is van verkorting van de rechten van schuld-
eischers, evenals van valschheid in geschrifte.
Daar V. niet bekent, eischte spr. tegen hem
een gevangenisstraf van twee jaar.
Er komt een militair vliegveld
bij Katwijk.
Daardoor kansen op centraal vliegveld bij
Leiderdorp ook verkeken.
Op vragen van den heer Krijger omtrent het
aanleggen van een militair vliegveld in de om
geving van Katwijk heeft de minister van De
fensie o.m. geantwoord:
In verband met de uitbreiding van de mili
taire luchtvloot bestaat nog dringende behoefte
aan twee groote militaire vliegvelden, welke
zoo mogelijk in de vesting Holland moeten zijn
gelegen.
reeds geruimen tijd werd in de nabijheid van
Katwijk een terrein gevonden, dat aan de ge
stelde eischen van bodemgesteldheid voldoet.
Echter moest, nadat de voorbereidingen tot den
aankoop der gronden waren getroffen, met de
verdere uitvoering der plannen worden gewacht,
zoolang niet zou zijn beslist over het aanleggen
van een centraal vliegveld voor het internatio
naal luchtverkeer in de nabijheid van Leider
dorp. De daardoor ontstane vertraging kan met
het oog op de belangen van de landsverdediging
niet langer worden aanvaard, zoodat dan ook be
sloten is de plannen tot het aanleggen van een
militair vliegveld bij Katwijk ten uitvoer te leg
gen. De ligging ten opzichte van Schiphol is
daarvoor geen beletsel. Wel zal, wanneer Schip
hol niet tot centraal vliegveld voor het interna
tionaal luchtverkeer zou worden bestemd, voor
een ander centraal vliegveld dan niet meer een
terrein in de nabijheid van Leiderdorp kunnen
worden gekozen, maar zou daarvoor een plaats
moeten worden gezocht pp grooteren afstand van
het militair vliegveld bij Katwijk gelegen.