I Cueriiia in Ierland. Eén kit „Vidatiaus* Ulaks „DE 5PAARNESTAD" Ontploffing te Weesp Ochtendbeurs Amsterdam lIKLN/T in ixtterenl Ik wil van jou een foto" REMBRANDT E M B R A N D T FERNANDEL iQKITO^ K I T O In A b Vierde Concert. Een Boete. WOENSDAG 25 JANUARI 1939 HS'A RE EM'S DAGBEAD 7 De politieke beteekenis en de mogelijke gevolgen. Ulster wapent zich. LONDEN, Januari. (Van onzen correspondent). SOMMIGE buitenlandsche bladen, voor namelijk Duitsche, hebben een sterk overdreven voorstelling gegeven van den indruk, dien de lange reeks dyna miet aanslagen op het Engelsche publiek ge maakt heeft. Een volk, dat zoo volmaakt kalm bleef gedurende de kritieke Septemberdagen, toen bijna niemand er meer aan twijfelde dat de oorlog onvermijdelijk was; toen men alom loopgraven zag delven, toen afweerge schut en zoeklichten opgesteld werden mid den in Londen en millioenen menschen naar de depóts gingen voor het aanpassen van gasmaskers zulk een volk zal waarlijk niet overstuur raken van een gevaar, dat oneindig veel kleiner is. Het zijn veeleer de overheden dan de bur gers, die door de Iersche dynamietaanslagen in rep en roer gebracht worden. De „man in the street" merkt er weinig van, afgezien van de kolommen, die de kranten erover vol- drukken. Vooral in het onmetelijke Londen, waar millioenen menschen zelden of nooit komen in de buurten, waar de aanslagen plaats gehad hebben, is dit alles veeleer „krantennieuws", dan iets waarvan de Lon- denaar persoonlijk getuige is. Alleen de ouderen herinneren zich den tijd, waarin gewelddaden van Iersche revolutio nairen kan de orde van den dag waren. Aan slagen op de openbare veiligheid door leden van politieke organisaties hebben sinds de vorige eeuw niet plaats gehad althans niet op eenigszins aanzienlijke schaal, zoo men de agitatie der suffragettes in de jaren voor den wereldoorlog uitzondert. Engeland heeft sinds 1920 een buitengewoon rustigen tijd doorge maakt; zelfs de reusachtige algemeene sta king' van 1926 ging niet vergezeld van wan ordelijkheden of geweldpleging. Betoogingen van werkloozen, of in verband met de ge beurtenissen in Duitschland, Oostenrijk en Spanje hadden vaak een grooten omvang, doch verliepen steeds in volmaakte orde. Al leen fascistische betoogingen gaven wel eens aanleiding tot ongeregeldheden, maar zelfs dezen waren steeds van beperkten omvang... evenals trouwens de heele fascistische be weging in Engeland. Complotten, samenzweringen was Engeland geheel ontwend. Zij behoor den tot een ander tijdvak tot den „goeden ouden tijd". De man, die met dynamiet werkt, is een soort sluip moordenaar. Organisaties, die aldus haar doel pogen te bereiken, zouden de algemeene verachting verdienen, zelfs wanneer het doel zelf op waar deering aanspraak maken kon. Zij voeren een guerilla. Zij oefenen een terreur uit, die tot geen enkel prac- tisch resultaat leiden kan. Ofschoon men zeker geen zoo wijd ver spreide aanslagen verwacht had, wisten de autoriteiten en al diegenen die de gebeurtenis sen eenigszins nauwkeurig volgen, dat er iets broedde. Even voor Kerstmis waren te Belfast de hoofdstad van Ulster, meer dan dertig per sonen 's nachts door de pc-litie van hun bed opgelicht, onder verdenking van een complot gesmeed te hebben tegen de veiligheid van personen en openbare eigendommen. Reeds eerder werd aangekondigd, dat de gearresteerden „geïnterneerd' waren. Dit nu zou nergens anders in Groot Brittannië mo gelijk geweest zijn, aangezien evenals in ons land, niemand in hechtenis gehouden kan worden, zonder dat een aanklacht tegen hem geformuleerd en zonder dat hij voor den rechter gevoerd wordt. In Ulster evenwel, waai de anti-Nationalistische regeering sinds lang reeds deze democratische rechtswaarborg afgeschaft heeft ten einde de Katholieke en Nationalistische minderheid „klein" te houden, kijkt men zoo nauw niet, ofschoon erkend moet worden, dat hoogst zelden ge bruik gemaakt wordt van de dictatoriale be voegdheid, personen zonder vorm van pro ces te interneeren. Dat dit thans wel gebeurd was, duidden erop, dat de regeering zeer zeker van haar zaak meest zijn. en inderdaad een ernstig complot op het spoor gekomen was. Men wist- bovendien dat zich kort geleden vrij ernstige ongeregeldheden voorgedaan hadden aan de grens tusschen Ulster en Eire (Zuid-Ierland) waar dynamietaanslagen gepleegd waren op tolkantoren. Vier dagen voor dat de bommen afgingen kwam er een brief in Downing Street aan, on derteekend naamloos door „de Iersche re- publikeinsche regeering". Daarin werd verlangd dat de Britsche troepen binnen vier dagen Ier land zouden verlaten. Deze troepen waren blij kens den brief een beleediging voor het Iersche nationaal gevoel. Het waren vijandelijke bezet tingstroepen. Zij stonden een hartelijk Iersch- Britsche vriendschap in den weg. De regeering van de Iersche republiek leefde in vriendschap met alle naties en wenschte ook in vriendschap te leven met den onmiddellijken bum. Dat kon als deze troepen teruggeroepen werden. Het was een soort ultimatum. En inderdaad volgde de daad op de bedreiging die in den brief was geuit. Een absurde en onlogische geest openbaarde zich in dat schrijven. Hij zocht vriendschappe lijke betrekkingen tusschen Ierland en Enge land te kweeken langs terroristischen weg. De schuldigen zijn leden of volge lingen van het zoogenaamde Iersche Republikeinsche Leger, een organi satie, die zoowel in Zuid- als in Noord Ierland verboden is, maar klandestien voortbestaat en den laat- sten tijd opnieuw veld gewonnen schijnt te hebben. Zij eischt vereeniging van Ulster met Eire tot een republiek, welke volkomen onafhan kelijk is van Engeland. Terwijl zij onder leiding staat van Iersche patriotten, bevat zij vele leden, die uitgesproken communis tische neigingen hebben. Het Iersche Republi keinsche Leger staat even vijandig tegenover De Valera, dien het als een „verrader" be schouwt. als tegenover de regeering van Ulster. Achter dit zoogenaamde „Leger" staat een Republikeinsche Regeering" en van deze gaan de eigenlijke orders uit. Waarschijnlijk is de heele organisatie van slechts zeer beperkten omvang, maar het is niet onmogelijk dat politiek-beginsellooze on tevredenen zich in grooten getale bij haar gangesloten hebben, in de hoop in troebel water te kunnen visschen. Bovendien kan zelfs een kleine organisatie het de samenleving zeer moeilijk maken, wanneer zij haar toe vlucht neemt tot een dynamiet-guerilla. Gang sters zijn gevaarlijk, ook al zijn zij niet talrijk. Na de arrestaties te Belfast werden de auto riteiten te Londen door die van Ulster in ken nis gesteld van het materiaal, dat laatstge noemden betreffende een wijdvertakte sa menzwering verzameld hadden; geheel on voorbereid was Scotland Yard dus niet. maai de omvang van het complot en de hardnekkig heid, waarmee gepoogd wordt het door te voeren, schijnt toch ook de Londensche politie verrast te hebben. Ondertusschen heeft de regeering te Belfast er politiek belang bij deze zaak zooveel mogelijk uit te buiten. Zij staat wegens haar dictato riaal bewind in niet al te goede reuk bij een groot deel van het Engelsche publiek en vooral bij de liberalen, de Katholieken en de Labourmannen en de gelegenheid om aan te toonen, dat zij wel tot dictatoriaal optreden gedwongen wordt, is haar dus bijzonder wel kom. Zij kan het gebeurde echter moeilijk uitspelen tegen de regeering van De Valera, vooral nu Zuid Ierland zelf het tooneei ge weest is van een aanslag, waarvan de beteeke nis misschien wat overdreven voorgesteld wordt. Wij doelen natuurlijk op den aanslag, gepleegd op het hotel in het graafschap Kerry, waar de zoon van den Eersten Minister een vacantie doorbrengt. Het schijnt niet in de bedoeling gelegen te hebben dezen vrijwel onbekenden jongen man eenig leed te berok kenen, doch veeleer de „vastberadenheid" der samenzweerders te demonstreer en. Het gevolg hiervan kan slechts zijn, dat de regeering te Dublin met des te meer ijver zal samenwer ken met Belfast en Londen om de schuldigen op het spoor te komen en hun organisatie den genadeslag toe te dienen. Dat een groot deel der belhamels in den loop der laatste weken van Ierland naar Engeland gegaan zijn schijnt intusschen vast te staan. De regeering van Ulster heeft gisteravond 11.000 leden der reserve gendarmerie opgeroe pen, hen met revolvers en geweren gewapend en hun opgedragen alle verdere aanslagen, welke de autoriteiten te Belfast schijnen te verwachten, te verijdelen. Bovendien be schikt deze regeering over een vast corps gen darmen van 3000 man, de beroemde Royal Ulster Constabulary en aangezien het land maar heel klein is, mag men zeggen, dat het op het oogenblik waarschijnlijk beter bewaakt wordt dan eenig ander land in heel Europa. De Katholieke minderheid van Noord Ier land, die ongeveer een derde der bevolking omvat, is bijna geheel Nationalistisch, dat wi zeggen: voorstandster van aansluiting bij Eire. Dit Nationalisme is aangewakkerd, door dat de minderheid door de tegenwoordige re geering, die van Lord Craigavon, op hoogst onrechtvaardige wijze bejegend, en feitelijk onderdrukt wordt. Zij heeft steeds haar doel langs wettigen weg willen bereiken, ofschoon haar dit door de regeering welhaast onmogelijk gemaakt werd. Het is dus mogelijk, dat dien tengevolge het revolutionaire „Iersche Repu blikeinsche Leger" in Noord Ierland veel aan hangers gekregen heeft. Maar zelfs indien dit niet het geval mocht zijn, zal de minderheid in Ulster diep gebukt gaan onder de gevolgen van dit complot. Zij zal, ondanks zichzelf, ver eenzelvigd worden met dynamiet- en bom menwerpers. Heel haar zaak dreigt hopeloos gecompromitteerd te worden. Geen land feller anti-Katholiek dan Ulster. Leden der regeering ontzien zich niet in openbare rede voeringen werkgevers op te roepen tot het boycotten van Katholieke bedienden. In 1935 is Belfast het tooneei geweest van Katholieken vervolgingen, met doodslag en brandstichting, een ware pogrom! Dergelijke wandaden heb ben zich daarna nog herhaaldelijk voorgedaan, zij het op veel kleinere schaal. De gebeurte nissen der laatste dagen zullen het gemakke lijk maken de meerderheid opnieuw tegen de minderheid op te hitsen. Velen stellen zich nog een andere vraag, namelijk deze: Worden de Iersche revolutio nairen gesteund door een Europeesch land dat, in dezen tijd van internationale crisis verwarring poogt te stichten in Engeland? Men heeft opgemerkt, dat in een proclamatie der z.g. Iersche Republikeinsche regeering een zin voorkomt, die zulk een verdenking zou kunnen wakkerroepen. Bovendien vraagt men zich af, waarom de bladen van zeker land zooveel blijken van opgetogenheid geven over dit complot. Wethouder wegens aannemen van steekpenningen veroordeeld. De rechtbank te Rotterdam heeft den zeven tigjarigen oud-wethouder van Hellevoetsluis, D. de B. zonder beroep en wonende te Hellevoet- sluis, die er van verdacht wordt in November en December 1937 steekpenningen te hebben aan genomen van een sollicitant naar de betrekking van directeur van de waterleiding en gemeente architect te Hellevoetsluis, waarvoor hij in den raad voor hem zou stemmen, tot zes weken ge vangenisstraf veroordeeld. De Officier van Justitie had tegen De B. een gevangenisstraf van twee maanden geëischt SOIREE DANSANTE VAN INSTITUUT MICGIELSE EN VAN AKE. Het dansinstituut Micgielse en Van Ake gaf Dinsdagavond in het gebouw van den H. K. B. een soirée dansante voor zijn leerlingen en intro duced. Deze avond mocht zich in een groote be langstelling van Terpsichore's volgelingen ver heugen en zoo was de zaal vrijwel geheel gevuld, toen de heer Van Ake, bij wien de balleiding berustte, met een promenade de soirée opende. Er heerschte al dadelijk een vroolijke en op gewekte stemming onder de velen, die zich op en om den gladden dansvloer bevonden. De band „The Harlem Swingers", onder leiding an den heer Jan van Ake hield er uitste kend den gang in met de verschillende quick steps, tango's en walsen die ten gehoore werden gebracht. Voor de noodige afwisseling en attracties was gezorgd. Daar was bij voorbeeld een zeer goede xylofoonsolo van Wasile Karphoff, een der band leden, die terecht grooten bijval verwierf: daar was het succesvolle optreden van den mond harmonica-virtuoos Marinello, die eenige fraaie staaltjes van zijn kunnen ten beste gaf op een guitaar begeleid: daar was, om niet te vergeten, de bandleider, die toonde met evenveel vaardig heid de toetsen van het accordeon als die van de piano te kunnen bespelen. Ook de modernste dansnoviteiten kregen op dezen avond een beurt: een massale demonstra tie vond plaats van de Lambeth Walk en de Palace Glide. Met een groote finale werd tenslotte deze dansavond besloten. De heeren Micgielsè en Van Aken kunnen op een zeer geslaagde soirée terug zien geeft evenveel warmte als 1 kit andere] alm. 22/35 en 30/50 f 2.75 afm. 15/20. f 2.30 1 H.L. is 76K.C. KOLENHANDEL (Adv. Ingez. Med.) eischfe één doode Veertien personen gewond Bij de ontploffing te Weesp zijn Dinsdag in totaal vijftien personen gewond, waarvan vijf zeer ernstig. Van deze laatsten werd de heer Freen, die brandwonden over het geheele lichaam had opgeloopen in hoogst zergwekkenden toestand naar de Gerard us Majellastichting te Bussum vervoerd. Daar is hij gistermiddag om vijf uur overleden. De overige vier zwaargewonden zijn door den Amsterdamschen Geneeskundigen Dienst naar de hoofdstad vervoerd, waar zij in het burgerziekenhuis zijn opgenomen Deze slachtoffers zijn de heeren Kruk, be drijfsleider van het laboratorium, van Gemert, Boer en Koel. Allen hebben brandwonden aan gelaat, handen en voeten. Hoewel hun toestand ernstig is, verkeert geen hunner in onmiddellijk levensgevaar De gewonden behooren allen tot het perso neel van het laboratorium. Ook de heer Van Houten Jr., zoon van den directeur der choco ladefabrieken, is licht gewond. De directeur van de N.V. Philips-Van Houten, de heer Van Marken, kreeg brandwonden aan het gelaat, doch deze waren niet van ernstigen aard. Het staat vrijwel vast, dat een kolf, welke met aether was gevuld, uit elkaar is gespron gen. Het onderzoek is in handen van de ar beidsinspectie en de gemeente-poli tie. Het be gin van brand, dat ontstond, kon vrij spoedig met behulp van schuimblusschers door de fabrieksbrandweer worden gedoofd. De muren van het laboratorium werden tengevolge van den hevlgen luchtdruk, waarmede de ontplof fing gepaard ging, ontzet. Van de lichtgewonden behoefde niemand in het ziekenhuis te worden opgenomen. Koersen van de Ochtendbeurs te Amsterdam van heden van 10.30 tot 11,25 uur. Kon. Olie 295 1/4—300. H.V.A. 391—7. Amsterdam Rubber 18690. Philips 179—82. AKU 32'/s. Unilever 1214. Beth. Steel 47 1/8—5/8. U. S. Steel 43 1/8—4. Republic Steel 14 3/85. Anaconda 21 1/43/4. Shell 9 5/8. Tidewater Ass. Oil 9 3/45/8. United St.-Leather 11 3/8. It Operettes worden precies als oude pak ken, wel eens „gekeerd" en dan voor nieuw versleten. „Ik wil van jou een foto", de klucht operette, die gisteravond door het gezelschap De hoofdstad, in den Stadsschouwburg alhier werd opgevoerd, is niet alleen dcor het gezel schap Musch als een klucht gebracht onder den titel „Als je maar een verleden hebt", doch ook Octave van Aerschot en Jac. Bijlevelt hebben dit geval reeds ten tooneele gevoerd. In „Ik wil van jou een foto", is de geschiedenis in een nieuw pakje gestoken, of eigenlijk is het pak hetzelfde en alleen maar gekeerd". En dan moet ik zeggen dat het oude pakje heel wat beter stond dan het ge keerde. Bij de voorstellingen van v. Aerschot en Bijlevelt werd onbedaarlijk gelachen. Thans spelen Silvain Peons en Kurt Gerron de twee hoofdrollen en hun lachsucces is eenige gra den minder. Silvain Boons heeft natuurlijk vele aardige momenten voor wie van zijn genre humor houden, en men kan van dezen routineur op de revueplanken moeilijk an ders verwachten dan dat hij er nog altijd wat van maakt. Een glansrol is het echter niet. En Kurt Gerron, eens de regisseur van .Mondscheinsonateen „Merijntje Gijzen' vormt Poons' partner. Ja, wat moet men van Gerron zeggen? Dat hij niet voor het eerst op de planken staat is bekend, dat hij zich in de sfeer van een Hollandsche klucht heeft in geleefd en zich op een voor hem vreemd pu bliek heeft weten af te stemmen valt zonder meer te loven, doch dat Gerron bepaald een aanwinst voor de Nederlandsche operette- of klucht, of in dit geval blijkbaar operette- kluchtwereld is, kan men bezwaarlijk be weren. Zijn enorme postuur vormt een be standdeel en geen gering van zijn kracht om op de lachspieren van het publiek te werken. Dat komt meer voor, maar Gerron laat zich leenen voor kunstemakerijx als buik dansen en dat is ronduit beneden peil, niet alleen Amsterdamsch peil maar zeker Haar- lemsch. Het beste kan ik nog schrijven over Jopie Koopman. Zij was als altijd opgewekt en vlot en zoo enthousiast toegewijd aan haar overigens eenvoudige rol. Het blijft jammer dat haar stem, vooral als ze zingt, niet altijd gaaf over het voetlicht komt. Sophie Kohier speelde de rol van Mama, en dat ging haar uitermate verdienstelijk af Willy van Hemert acteerde heel vlot, doch wan neer ik me herinner hoe of deze rol bij de opvoering van v. Aerschot en Bijlevelt voor treffelijk vertolkt werd ware het goed ge weest als v. Hemert daaraan een voorbeeld had genomen. Liesl Frank, ook een oud-lid van de Fritz Hirsch-groep, maakte "van haar filmsterrol het beste. Het orkest stond onder leiding van L Metz. De zaal was matig bezet. Concludeerend zou het aanbeveling ver dienen dit oude „gekeerde" kluchtoperette- pak voor goed aan den kapstok te hangen en zich een nieuw costuum aan te laten meten. v. H. |N K&nkesicfe trOLCOioue* ét cte SComeo- crS? fa#' z ai (Adv. Ingez. Med.) (Adv. Ingez. Med.) MUZIEK. Haarlemsche Bachvereeniging Vergeleken met het derde leverde het vier de concert der Haarlemsche Bachvereeniging een haast even groote tegenstelling op al thans wat de eerste helft van den avond be treft als er bestaat tusschen Brahms' Alt- Rhapsodie en zijn kort tevoren gecomponeerde „Liebeslieder". De opvolgende opusgetallen dier werken behoeven nog niet tot de moge lijkheid eener onderlinge betrekking te doen besluiten; het eerste woord van het tekst fragment, dat Brahms uit Goethe's „Harzreise im Winter" ter compositie koos, doet dat ech ter wèl. „Aber abseits, wer ist es?" luidt de eerste regel. Hoe kan men met „aber" begin nen als er niet een tegenstelling met iets. dat voorafgegaan is, mee ingeleid wordt? Inder daad heeft Brahms die bedoeld. De in een brief van hem aan den componist Reinthaler gestelde vraag: „O, ich armer Abseiter, habe ich Dir meinen Epilog zu den „Liebesliedem" schon geschickt?" kan daaromtrent geen twijfel overlaten. En zoo begint zijn Rhapsodie op. 53 dan ook met een wrangen dissonant, die het later opvolgende „Aber" begrijpelijk maakt Dat we de schoonheden van dit werk. dat den componist zelven bijzonder dierbaar was, en waarover zelfs de tegenover Brahms immer zeer hatelijke criticus Hugo Wolf „dem Balsam zu Gift ward", zou men van hem kun nen zeggen zich waardeerend uitliet, reeds meermalen te Haarlem konden leeren kennen, danken wij aan onze onvolprezen Kon Lieder tafel „Zang en Vriendschap". Deze werkte ook ditmaal mede: de belangrijke solopartij was nu echter toevertrouwd aan de altzangeres, die langen tijd als de prima inter pares ge golden heeft-: Dona Durigo. Of men haar die bevoorrechte plaats nog steeds volmondig zou kunnen toekennen, is niet zoo zeker. Wel Is haar zangkunst nog even superieur als in vroegere jaren, maar het vurige temperament schijnt geluwd te zijn en plaats gemaakt te hebben voor berusting. In haar zang in de Alt-Rhapsodie bewonderde ik de pure. acade mische schoonheid, maar in 't hart greep haar voordracht mil niet. En dynamisch kon zij zich tegen den toch relatief ingetogen ge houden klank van het mannenkoor niet vol doende meer doen gelden. We hebben dat van een Annie Woud wel anders gehoord! Ik begin dit verslag met het wijzen op een tegenstelling. Ed. van Beinum begon het vorige concert met een luchtige, geestige Sym phonic van Haydn; Frits Schuurman dit vierde met Gluck's Ouverture „Iphigénie en Aulide" en in de vertolking daarvan liet hij veel meer de zware hand van het fatum dan het naieve karakter der van haar lot onbewuste konings dochter gevoelen. Met loodzwaren. afgemeten tred schreed het stuk. waarin de vele herha lingen den hoorder toch al dreigen te ver moeien, ons voorbij. Een door Peter van Anrooy gemaakte orkest bewerking van Brahms' Orgel fuga in as kl. t. volgde Ook dit werk is zeer somber, al schij nen enkele momenten voor een wijle vertroos ting te brengen. De structuur is bewonderens waardig. Het thema wordt telkens door de omkeering ervan beantwoord, als het beeld van een mensch, die zijn verslagenheid in een roerloos water weerspiegeld ziet. Zoo schrijden het thema en zijn omgekeerde dubbelganger langzaam voort, maar de strenge toepassing van het dubbele contrapunt heeft de fantasie des componisten niet gekneveld, de kunstvaar digheid heeft eenheid en ontwikkeling van het karakter vergund. Over de noodzakelijk heid eener orkestbewerking als deze moge ver schillend geoordeeld worden: zeker is het dat Van Anrooy's door-en-door zaakkundige en van groote piëteit getuigende zetting aan het werk een hooger relief verleent dan het orgel er aan kan geven. In het tweede deel van den avond kwam wat licht in de muzikale duisternis, nog wel niet met Mahler's „Um Mitternacht", waarin de uitsluitend aan blaasinstrumenten toever trouwde orkestpartij nog vooral in donkere kleuren schilderde, maar in de beide volgende liederen van Mahler, waarvan het laatste, „Wer hat dieses Liedlein erdacht?", zelfs voor een guitige stemming ruimte liet. Dat een kunstenares als Hona Durigo het karakter dezer liederen prachtig vertolkte, spreekt van zelf. Het belangrijkste werk van dezen avond was wel Rachmaninoff's in 1937 geschreven Derde Symphonie. waarvan op dit concert de eerste uitvoering in ons land plaats vond. Deze Symphonie is op end' op Rachmaninoff: een voudige, Slavisch-getinte thema's wisselen met warm gevoelde weelderige melodieën, een on- geloo|elijke rijkdom aan orkestrale kleur ver rast den hoorder telkens weer; de thematische bewerkingen en combinaties toonen de mees terhand. Formeel toont de Symphonie teeke nen van verwantschap met Rachmaninoff's Derde Pianoconcert, voornamelijk wat de in- lassching van een scherzando-gedeelte in het Adagio betreft. Een definitief oordeel over een zoo gecompliceerd werk als deze Symphonie is na een enkele auditie niet mogelijk. Gecon stateerd mag echter wel worden, dat Frits Schuurman deze muziek zeer boeiend en toch mooi gedétailleerd heeft weten weer te geven en dat we hem voor de kennismaking daarmee zeer dankbaar mogen zijn. De eerste auditie heeft bij mij den wensch naar een spoedige herhaling doen ontstaan. Een krans van het bestuur der Bachvereeni ging huldigde Schuurman bij zijn eerste op treden alhier als dirigent van het Residentie- Orkest. K. DE JONG. HET TOONEEI V. Z. O. D. In het oude P.E N.-gebouw te Bloemendaal zijn thans eenige administratieve afdeelingen der verkoopafdeeling Nederland en Koloniën van de Philips Gloeilampenfabrieken uit Eindhoven gevestigd V. Z. O. D. is, sinds de heer Th. Dammiaans de spelleiding heeft, zeer vooruitgegaan. Er wordt ernstig en hard gewerkt in deze vereeniging, zooals ons weer duidelijk bleek uit de opvoering van Een Boete, gisteravond in het gebouw St. Bavo. Wij hebben dit stuk van Suze la Chapelle-Roo- bol reeds zoo dikwijls in deze rubriek besproken, dat wij ons dit keer tot de opvoering kunnen be palen. Men zag aan alles, dat deze voorstelling goed was voorbereid; de rollen zaten er over het algemeen uitstekend in, zoodat in het juiste tem po gespeeld kon worden, het tooneei en de cos- tuums waren goed verzorgd en het geheel gaf zoowel bij de spelers als de regie bewijs van be grip. Zoo werd het eerste bedrijf in den juisten toon gespeeld en was er op het tooneei wel de sfeer van deze onder den druk van den stren gen Jacob staande kleine menschen. De advo caat-fuif bijvoorbeeld lukte uitstekend, dank zij goed ensemble-spel en ook in het tweede bedrijf konden wij zeer veel waardeeren. De rolverdeeling was vrij gelukkig Mevrouw Dammiaans bracht veel mee voor de rol van Dora en zij speelde dit meisje natuurlijk en jong, al werden de lange clausen nog wel wat te veel als aangeleerde lesjes gezegd. Maar over het ge heel bracht zy het er aardig af en zorgde zij voor het noodige contrast met de gedweeë, oudere Lize, welke rol bescheiden en met begrip werd gespeeld. In de dramatische gedeelten was Lize niet op haar sterkst, maar zij wist toch aan deze onderworpen en door het leven zoo zwaar be proefde vrouw wel relief te geven. Frans, Anna en Cornelia vormden een goed trio. Hun entree bijvoorbeeld was precies wat 't zijn moest. Deze drie menschen brachten, ook door hun grime en kleeding onmiddellijk de sfeer van klein burgerlijkheid en benepenheid met zich mee op het tooneei. Jacob was ook uiterlijk raak getypeerd, maar ik stel mij dezen heerseher in kiemen kring toch sterker voor. Zijn spel was wat vlak en er ging daardoor te weinig kracht van hem uit. Wij moe ten bij zijn verschijning reeds voelen, dat heel de familie onder den druk van dezen man zit en Lize voor hem beeft. Dat nu merkten wij te wei nig. al was deze uitgestreken figuur overigens wel goed getroffen. Floris Verduinen had voor een „artist" nog wel wat losser in zijn bewegingen kunnen zijn, maar zijn spel was toch niet slecht en hij was zeker geen onsympathieke figuur. Mevrouw van den Eykhof had met de praatgrage, goedhartige juf frouw Dalers niet veel moeite en speelde haar op de conscientieuse wijze, die wij van haar kennen. Als geheel was het een gelukkige avond voor Z. O. D. De volle zaal heeft het spel met ge spannen aandacht gevolgd en na elk bedrijf har telijk geapplaudisseerd. J. B. SCHUIL,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11