I Cueriiia in Ierland.
Eén kit
„Vidatiaus* Ulaks
„DE 5PAARNESTAD"
Ontploffing te Weesp
Ochtendbeurs Amsterdam
lIKLN/T in ixtterenl
Ik
wil van jou een
foto"
REMBRANDT
E
M
B
R
A
N
D
T
FERNANDEL
iQKITO^
K
I
T
O
In
A
b
Vierde Concert.
Een Boete.
WOENSDAG 25 JANUARI 1939
HS'A RE EM'S DAGBEAD
7
De politieke beteekenis en de mogelijke gevolgen.
Ulster wapent zich.
LONDEN, Januari.
(Van onzen correspondent).
SOMMIGE buitenlandsche bladen, voor
namelijk Duitsche, hebben een sterk
overdreven voorstelling gegeven van
den indruk, dien de lange reeks dyna
miet aanslagen op het Engelsche publiek ge
maakt heeft. Een volk, dat zoo volmaakt kalm
bleef gedurende de kritieke Septemberdagen,
toen bijna niemand er meer aan twijfelde
dat de oorlog onvermijdelijk was; toen men
alom loopgraven zag delven, toen afweerge
schut en zoeklichten opgesteld werden mid
den in Londen en millioenen menschen naar
de depóts gingen voor het aanpassen van
gasmaskers zulk een volk zal waarlijk niet
overstuur raken van een gevaar, dat oneindig
veel kleiner is.
Het zijn veeleer de overheden dan de bur
gers, die door de Iersche dynamietaanslagen
in rep en roer gebracht worden. De „man in
the street" merkt er weinig van, afgezien
van de kolommen, die de kranten erover vol-
drukken. Vooral in het onmetelijke Londen,
waar millioenen menschen zelden of nooit
komen in de buurten, waar de aanslagen
plaats gehad hebben, is dit alles veeleer
„krantennieuws", dan iets waarvan de Lon-
denaar persoonlijk getuige is.
Alleen de ouderen herinneren zich den tijd,
waarin gewelddaden van Iersche revolutio
nairen kan de orde van den dag waren. Aan
slagen op de openbare veiligheid door leden
van politieke organisaties hebben sinds de
vorige eeuw niet plaats gehad althans niet
op eenigszins aanzienlijke schaal, zoo men de
agitatie der suffragettes in de jaren voor den
wereldoorlog uitzondert. Engeland heeft sinds
1920 een buitengewoon rustigen tijd doorge
maakt; zelfs de reusachtige algemeene sta
king' van 1926 ging niet vergezeld van wan
ordelijkheden of geweldpleging. Betoogingen
van werkloozen, of in verband met de ge
beurtenissen in Duitschland, Oostenrijk en
Spanje hadden vaak een grooten omvang,
doch verliepen steeds in volmaakte orde. Al
leen fascistische betoogingen gaven wel eens
aanleiding tot ongeregeldheden, maar zelfs
dezen waren steeds van beperkten omvang...
evenals trouwens de heele fascistische be
weging in Engeland.
Complotten, samenzweringen was
Engeland geheel ontwend. Zij behoor
den tot een ander tijdvak tot den
„goeden ouden tijd". De man, die met
dynamiet werkt, is een soort sluip
moordenaar. Organisaties, die aldus
haar doel pogen te bereiken, zouden
de algemeene verachting verdienen,
zelfs wanneer het doel zelf op waar
deering aanspraak maken kon. Zij
voeren een guerilla. Zij oefenen een
terreur uit, die tot geen enkel prac-
tisch resultaat leiden kan.
Ofschoon men zeker geen zoo wijd ver
spreide aanslagen verwacht had, wisten de
autoriteiten en al diegenen die de gebeurtenis
sen eenigszins nauwkeurig volgen, dat er iets
broedde. Even voor Kerstmis waren te Belfast
de hoofdstad van Ulster, meer dan dertig per
sonen 's nachts door de pc-litie van hun bed
opgelicht, onder verdenking van een complot
gesmeed te hebben tegen de veiligheid van
personen en openbare eigendommen.
Reeds eerder werd aangekondigd, dat de
gearresteerden „geïnterneerd' waren. Dit nu
zou nergens anders in Groot Brittannië mo
gelijk geweest zijn, aangezien evenals in ons
land, niemand in hechtenis gehouden kan
worden, zonder dat een aanklacht tegen hem
geformuleerd en zonder dat hij voor den
rechter gevoerd wordt. In Ulster evenwel, waai
de anti-Nationalistische regeering sinds lang
reeds deze democratische rechtswaarborg
afgeschaft heeft ten einde de Katholieke en
Nationalistische minderheid „klein" te
houden, kijkt men zoo nauw niet, ofschoon
erkend moet worden, dat hoogst zelden ge
bruik gemaakt wordt van de dictatoriale be
voegdheid, personen zonder vorm van pro
ces te interneeren.
Dat dit thans wel gebeurd was, duidden
erop, dat de regeering zeer zeker van haar
zaak meest zijn. en inderdaad een ernstig
complot op het spoor gekomen was. Men wist-
bovendien dat zich kort geleden vrij ernstige
ongeregeldheden voorgedaan hadden aan de
grens tusschen Ulster en Eire (Zuid-Ierland)
waar dynamietaanslagen gepleegd waren op
tolkantoren.
Vier dagen voor dat de bommen afgingen
kwam er een brief in Downing Street aan, on
derteekend naamloos door „de Iersche re-
publikeinsche regeering". Daarin werd verlangd
dat de Britsche troepen binnen vier dagen Ier
land zouden verlaten. Deze troepen waren blij
kens den brief een beleediging voor het Iersche
nationaal gevoel. Het waren vijandelijke bezet
tingstroepen. Zij stonden een hartelijk Iersch-
Britsche vriendschap in den weg. De regeering
van de Iersche republiek leefde in vriendschap
met alle naties en wenschte ook in vriendschap
te leven met den onmiddellijken bum. Dat kon
als deze troepen teruggeroepen werden.
Het was een soort ultimatum. En inderdaad
volgde de daad op de bedreiging die in den
brief was geuit.
Een absurde en onlogische geest openbaarde
zich in dat schrijven. Hij zocht vriendschappe
lijke betrekkingen tusschen Ierland en Enge
land te kweeken langs terroristischen weg.
De schuldigen zijn leden of volge
lingen van het zoogenaamde Iersche
Republikeinsche Leger, een organi
satie, die zoowel in Zuid- als in
Noord Ierland verboden is, maar
klandestien voortbestaat en den laat-
sten tijd opnieuw veld gewonnen
schijnt te hebben.
Zij eischt vereeniging van Ulster met Eire
tot een republiek, welke volkomen onafhan
kelijk is van Engeland. Terwijl zij onder
leiding staat van Iersche patriotten, bevat
zij vele leden, die uitgesproken communis
tische neigingen hebben. Het Iersche Republi
keinsche Leger staat even vijandig tegenover
De Valera, dien het als een „verrader" be
schouwt. als tegenover de regeering van
Ulster. Achter dit zoogenaamde „Leger" staat
een Republikeinsche Regeering" en van deze
gaan de eigenlijke orders uit.
Waarschijnlijk is de heele organisatie van
slechts zeer beperkten omvang, maar het is
niet onmogelijk dat politiek-beginsellooze on
tevredenen zich in grooten getale bij haar
gangesloten hebben, in de hoop in troebel
water te kunnen visschen. Bovendien kan
zelfs een kleine organisatie het de samenleving
zeer moeilijk maken, wanneer zij haar toe
vlucht neemt tot een dynamiet-guerilla. Gang
sters zijn gevaarlijk, ook al zijn zij niet talrijk.
Na de arrestaties te Belfast werden de auto
riteiten te Londen door die van Ulster in ken
nis gesteld van het materiaal, dat laatstge
noemden betreffende een wijdvertakte sa
menzwering verzameld hadden; geheel on
voorbereid was Scotland Yard dus niet. maai
de omvang van het complot en de hardnekkig
heid, waarmee gepoogd wordt het door te
voeren, schijnt toch ook de Londensche politie
verrast te hebben.
Ondertusschen heeft de regeering te Belfast
er politiek belang bij deze zaak zooveel mogelijk
uit te buiten. Zij staat wegens haar dictato
riaal bewind in niet al te goede reuk bij een
groot deel van het Engelsche publiek en
vooral bij de liberalen, de Katholieken en de
Labourmannen en de gelegenheid om aan te
toonen, dat zij wel tot dictatoriaal optreden
gedwongen wordt, is haar dus bijzonder wel
kom. Zij kan het gebeurde echter moeilijk
uitspelen tegen de regeering van De Valera,
vooral nu Zuid Ierland zelf het tooneei ge
weest is van een aanslag, waarvan de beteeke
nis misschien wat overdreven voorgesteld
wordt. Wij doelen natuurlijk op den aanslag,
gepleegd op het hotel in het graafschap
Kerry, waar de zoon van den Eersten Minister
een vacantie doorbrengt. Het schijnt niet in
de bedoeling gelegen te hebben dezen vrijwel
onbekenden jongen man eenig leed te berok
kenen, doch veeleer de „vastberadenheid" der
samenzweerders te demonstreer en. Het gevolg
hiervan kan slechts zijn, dat de regeering te
Dublin met des te meer ijver zal samenwer
ken met Belfast en Londen om de schuldigen
op het spoor te komen en hun organisatie
den genadeslag toe te dienen. Dat een groot
deel der belhamels in den loop der laatste
weken van Ierland naar Engeland gegaan zijn
schijnt intusschen vast te staan.
De regeering van Ulster heeft gisteravond
11.000 leden der reserve gendarmerie opgeroe
pen, hen met revolvers en geweren gewapend
en hun opgedragen alle verdere aanslagen,
welke de autoriteiten te Belfast schijnen te
verwachten, te verijdelen. Bovendien be
schikt deze regeering over een vast corps gen
darmen van 3000 man, de beroemde Royal
Ulster Constabulary en aangezien het land
maar heel klein is, mag men zeggen, dat het
op het oogenblik waarschijnlijk beter bewaakt
wordt dan eenig ander land in heel Europa.
De Katholieke minderheid van Noord Ier
land, die ongeveer een derde der bevolking
omvat, is bijna geheel Nationalistisch, dat wi
zeggen: voorstandster van aansluiting bij
Eire. Dit Nationalisme is aangewakkerd, door
dat de minderheid door de tegenwoordige re
geering, die van Lord Craigavon, op hoogst
onrechtvaardige wijze bejegend, en feitelijk
onderdrukt wordt. Zij heeft steeds haar doel
langs wettigen weg willen bereiken, ofschoon
haar dit door de regeering welhaast onmogelijk
gemaakt werd. Het is dus mogelijk, dat dien
tengevolge het revolutionaire „Iersche Repu
blikeinsche Leger" in Noord Ierland veel aan
hangers gekregen heeft. Maar zelfs indien dit
niet het geval mocht zijn, zal de minderheid
in Ulster diep gebukt gaan onder de gevolgen
van dit complot. Zij zal, ondanks zichzelf, ver
eenzelvigd worden met dynamiet- en bom
menwerpers. Heel haar zaak dreigt hopeloos
gecompromitteerd te worden. Geen land
feller anti-Katholiek dan Ulster. Leden der
regeering ontzien zich niet in openbare rede
voeringen werkgevers op te roepen tot het
boycotten van Katholieke bedienden. In 1935
is Belfast het tooneei geweest van Katholieken
vervolgingen, met doodslag en brandstichting,
een ware pogrom! Dergelijke wandaden heb
ben zich daarna nog herhaaldelijk voorgedaan,
zij het op veel kleinere schaal. De gebeurte
nissen der laatste dagen zullen het gemakke
lijk maken de meerderheid opnieuw tegen de
minderheid op te hitsen.
Velen stellen zich nog een andere vraag,
namelijk deze: Worden de Iersche revolutio
nairen gesteund door een Europeesch land
dat, in dezen tijd van internationale crisis
verwarring poogt te stichten in Engeland?
Men heeft opgemerkt, dat in een proclamatie
der z.g. Iersche Republikeinsche regeering een
zin voorkomt, die zulk een verdenking zou
kunnen wakkerroepen. Bovendien vraagt men
zich af, waarom de bladen van zeker land
zooveel blijken van opgetogenheid geven
over dit complot.
Wethouder wegens aannemen van
steekpenningen veroordeeld.
De rechtbank te Rotterdam heeft den zeven
tigjarigen oud-wethouder van Hellevoetsluis, D.
de B. zonder beroep en wonende te Hellevoet-
sluis, die er van verdacht wordt in November en
December 1937 steekpenningen te hebben aan
genomen van een sollicitant naar de betrekking
van directeur van de waterleiding en gemeente
architect te Hellevoetsluis, waarvoor hij in den
raad voor hem zou stemmen, tot zes weken ge
vangenisstraf veroordeeld.
De Officier van Justitie had tegen De B. een
gevangenisstraf van twee maanden geëischt
SOIREE DANSANTE VAN INSTITUUT
MICGIELSE EN VAN AKE.
Het dansinstituut Micgielse en Van Ake gaf
Dinsdagavond in het gebouw van den H. K. B.
een soirée dansante voor zijn leerlingen en intro
duced. Deze avond mocht zich in een groote be
langstelling van Terpsichore's volgelingen ver
heugen en zoo was de zaal vrijwel geheel gevuld,
toen de heer Van Ake, bij wien de balleiding
berustte, met een promenade de soirée opende.
Er heerschte al dadelijk een vroolijke en op
gewekte stemming onder de velen, die zich op
en om den gladden dansvloer bevonden. De
band „The Harlem Swingers", onder leiding
an den heer Jan van Ake hield er uitste
kend den gang in met de verschillende quick
steps, tango's en walsen die ten gehoore werden
gebracht.
Voor de noodige afwisseling en attracties was
gezorgd. Daar was bij voorbeeld een zeer goede
xylofoonsolo van Wasile Karphoff, een der band
leden, die terecht grooten bijval verwierf: daar
was het succesvolle optreden van den mond
harmonica-virtuoos Marinello, die eenige fraaie
staaltjes van zijn kunnen ten beste gaf op een
guitaar begeleid: daar was, om niet te vergeten,
de bandleider, die toonde met evenveel vaardig
heid de toetsen van het accordeon als die van de
piano te kunnen bespelen.
Ook de modernste dansnoviteiten kregen op
dezen avond een beurt: een massale demonstra
tie vond plaats van de Lambeth Walk en de
Palace Glide.
Met een groote finale werd tenslotte deze
dansavond besloten. De heeren Micgielsè en Van
Aken kunnen op een zeer geslaagde soirée terug
zien
geeft evenveel warmte
als 1 kit andere]
alm. 22/35 en 30/50 f 2.75
afm. 15/20. f 2.30
1 H.L. is 76K.C.
KOLENHANDEL
(Adv. Ingez. Med.)
eischfe één doode
Veertien personen gewond
Bij de ontploffing te Weesp zijn
Dinsdag in totaal vijftien personen
gewond, waarvan vijf zeer ernstig.
Van deze laatsten werd de heer Freen,
die brandwonden over het geheele
lichaam had opgeloopen in hoogst
zergwekkenden toestand naar de
Gerard us Majellastichting te Bussum
vervoerd. Daar is hij gistermiddag om
vijf uur overleden.
De overige vier zwaargewonden zijn door
den Amsterdamschen Geneeskundigen
Dienst naar de hoofdstad vervoerd, waar zij
in het burgerziekenhuis zijn opgenomen
Deze slachtoffers zijn de heeren Kruk, be
drijfsleider van het laboratorium, van Gemert,
Boer en Koel. Allen hebben brandwonden
aan gelaat, handen en voeten. Hoewel hun
toestand ernstig is, verkeert geen hunner in
onmiddellijk levensgevaar
De gewonden behooren allen tot het perso
neel van het laboratorium. Ook de heer Van
Houten Jr., zoon van den directeur der choco
ladefabrieken, is licht gewond. De directeur
van de N.V. Philips-Van Houten, de heer Van
Marken, kreeg brandwonden aan het gelaat,
doch deze waren niet van ernstigen aard.
Het staat vrijwel vast, dat een kolf, welke
met aether was gevuld, uit elkaar is gespron
gen. Het onderzoek is in handen van de ar
beidsinspectie en de gemeente-poli tie. Het be
gin van brand, dat ontstond, kon vrij spoedig
met behulp van schuimblusschers door de
fabrieksbrandweer worden gedoofd. De muren
van het laboratorium werden tengevolge van
den hevlgen luchtdruk, waarmede de ontplof
fing gepaard ging, ontzet.
Van de lichtgewonden behoefde niemand in
het ziekenhuis te worden opgenomen.
Koersen van de Ochtendbeurs te Amsterdam
van heden van 10.30 tot 11,25 uur.
Kon. Olie 295 1/4—300.
H.V.A. 391—7.
Amsterdam Rubber 18690.
Philips 179—82.
AKU 32'/s.
Unilever 1214.
Beth. Steel 47 1/8—5/8.
U. S. Steel 43 1/8—4.
Republic Steel 14 3/85.
Anaconda 21 1/43/4.
Shell 9 5/8.
Tidewater Ass. Oil 9 3/45/8.
United St.-Leather 11 3/8.
It
Operettes worden precies als oude pak
ken, wel eens „gekeerd" en dan voor nieuw
versleten. „Ik wil van jou een foto", de klucht
operette, die gisteravond door het gezelschap
De hoofdstad, in den Stadsschouwburg alhier
werd opgevoerd, is niet alleen dcor het gezel
schap Musch als een klucht gebracht
onder den titel „Als je maar een verleden
hebt", doch ook Octave van Aerschot en Jac.
Bijlevelt hebben dit geval reeds ten tooneele
gevoerd. In „Ik wil van jou een foto", is de
geschiedenis in een nieuw pakje gestoken, of
eigenlijk is het pak hetzelfde en alleen maar
gekeerd". En dan moet ik zeggen dat het
oude pakje heel wat beter stond dan het ge
keerde. Bij de voorstellingen van v. Aerschot
en Bijlevelt werd onbedaarlijk gelachen. Thans
spelen Silvain Peons en Kurt Gerron de twee
hoofdrollen en hun lachsucces is eenige gra
den minder. Silvain Boons heeft natuurlijk
vele aardige momenten voor wie van zijn
genre humor houden, en men kan van dezen
routineur op de revueplanken moeilijk an
ders verwachten dan dat hij er nog altijd wat
van maakt. Een glansrol is het echter niet.
En Kurt Gerron, eens de regisseur van
.Mondscheinsonateen „Merijntje Gijzen'
vormt Poons' partner. Ja, wat moet men van
Gerron zeggen? Dat hij niet voor het eerst op
de planken staat is bekend, dat hij zich in de
sfeer van een Hollandsche klucht heeft in
geleefd en zich op een voor hem vreemd pu
bliek heeft weten af te stemmen valt zonder
meer te loven, doch dat Gerron bepaald een
aanwinst voor de Nederlandsche operette- of
klucht, of in dit geval blijkbaar operette-
kluchtwereld is, kan men bezwaarlijk be
weren. Zijn enorme postuur vormt een be
standdeel en geen gering van zijn kracht
om op de lachspieren van het publiek te
werken. Dat komt meer voor, maar Gerron
laat zich leenen voor kunstemakerijx als buik
dansen en dat is ronduit beneden peil, niet
alleen Amsterdamsch peil maar zeker Haar-
lemsch. Het beste kan ik nog schrijven over
Jopie Koopman. Zij was als altijd opgewekt
en vlot en zoo enthousiast toegewijd aan haar
overigens eenvoudige rol. Het blijft jammer
dat haar stem, vooral als ze zingt, niet altijd
gaaf over het voetlicht komt.
Sophie Kohier speelde de rol van Mama,
en dat ging haar uitermate verdienstelijk af
Willy van Hemert acteerde heel vlot, doch wan
neer ik me herinner hoe of deze rol bij de
opvoering van v. Aerschot en Bijlevelt voor
treffelijk vertolkt werd ware het goed ge
weest als v. Hemert daaraan een voorbeeld
had genomen. Liesl Frank, ook een oud-lid
van de Fritz Hirsch-groep, maakte "van haar
filmsterrol het beste.
Het orkest stond onder leiding van L
Metz. De zaal was matig bezet.
Concludeerend zou het aanbeveling ver
dienen dit oude „gekeerde" kluchtoperette-
pak voor goed aan den kapstok te hangen en
zich een nieuw costuum aan te laten meten.
v. H.
|N
K&nkesicfe
trOLCOioue*
ét cte SComeo-
crS? fa#'
z ai
(Adv. Ingez. Med.)
(Adv. Ingez. Med.)
MUZIEK.
Haarlemsche Bachvereeniging
Vergeleken met het derde leverde het vier
de concert der Haarlemsche Bachvereeniging
een haast even groote tegenstelling op al
thans wat de eerste helft van den avond be
treft als er bestaat tusschen Brahms' Alt-
Rhapsodie en zijn kort tevoren gecomponeerde
„Liebeslieder". De opvolgende opusgetallen
dier werken behoeven nog niet tot de moge
lijkheid eener onderlinge betrekking te doen
besluiten; het eerste woord van het tekst
fragment, dat Brahms uit Goethe's „Harzreise
im Winter" ter compositie koos, doet dat ech
ter wèl. „Aber abseits, wer ist es?" luidt de
eerste regel. Hoe kan men met „aber" begin
nen als er niet een tegenstelling met iets. dat
voorafgegaan is, mee ingeleid wordt? Inder
daad heeft Brahms die bedoeld. De in een
brief van hem aan den componist Reinthaler
gestelde vraag: „O, ich armer Abseiter, habe
ich Dir meinen Epilog zu den „Liebesliedem"
schon geschickt?" kan daaromtrent geen twijfel
overlaten. En zoo begint zijn Rhapsodie op. 53
dan ook met een wrangen dissonant, die het
later opvolgende „Aber" begrijpelijk maakt
Dat we de schoonheden van dit werk. dat
den componist zelven bijzonder dierbaar was,
en waarover zelfs de tegenover Brahms immer
zeer hatelijke criticus Hugo Wolf „dem
Balsam zu Gift ward", zou men van hem kun
nen zeggen zich waardeerend uitliet, reeds
meermalen te Haarlem konden leeren kennen,
danken wij aan onze onvolprezen Kon Lieder
tafel „Zang en Vriendschap". Deze werkte ook
ditmaal mede: de belangrijke solopartij was
nu echter toevertrouwd aan de altzangeres,
die langen tijd als de prima inter pares ge
golden heeft-: Dona Durigo. Of men haar die
bevoorrechte plaats nog steeds volmondig zou
kunnen toekennen, is niet zoo zeker. Wel Is
haar zangkunst nog even superieur als in
vroegere jaren, maar het vurige temperament
schijnt geluwd te zijn en plaats gemaakt te
hebben voor berusting. In haar zang in de
Alt-Rhapsodie bewonderde ik de pure. acade
mische schoonheid, maar in 't hart greep
haar voordracht mil niet. En dynamisch kon
zij zich tegen den toch relatief ingetogen ge
houden klank van het mannenkoor niet vol
doende meer doen gelden. We hebben dat van
een Annie Woud wel anders gehoord!
Ik begin dit verslag met het wijzen op een
tegenstelling. Ed. van Beinum begon het
vorige concert met een luchtige, geestige Sym
phonic van Haydn; Frits Schuurman dit vierde
met Gluck's Ouverture „Iphigénie en Aulide"
en in de vertolking daarvan liet hij veel meer
de zware hand van het fatum dan het naieve
karakter der van haar lot onbewuste konings
dochter gevoelen. Met loodzwaren. afgemeten
tred schreed het stuk. waarin de vele herha
lingen den hoorder toch al dreigen te ver
moeien, ons voorbij.
Een door Peter van Anrooy gemaakte orkest
bewerking van Brahms' Orgel fuga in as kl. t.
volgde Ook dit werk is zeer somber, al schij
nen enkele momenten voor een wijle vertroos
ting te brengen. De structuur is bewonderens
waardig. Het thema wordt telkens door de
omkeering ervan beantwoord, als het beeld
van een mensch, die zijn verslagenheid in een
roerloos water weerspiegeld ziet. Zoo schrijden
het thema en zijn omgekeerde dubbelganger
langzaam voort, maar de strenge toepassing
van het dubbele contrapunt heeft de fantasie
des componisten niet gekneveld, de kunstvaar
digheid heeft eenheid en ontwikkeling van
het karakter vergund. Over de noodzakelijk
heid eener orkestbewerking als deze moge ver
schillend geoordeeld worden: zeker is het dat
Van Anrooy's door-en-door zaakkundige en
van groote piëteit getuigende zetting aan het
werk een hooger relief verleent dan het orgel
er aan kan geven.
In het tweede deel van den avond kwam
wat licht in de muzikale duisternis, nog wel
niet met Mahler's „Um Mitternacht", waarin
de uitsluitend aan blaasinstrumenten toever
trouwde orkestpartij nog vooral in donkere
kleuren schilderde, maar in de beide volgende
liederen van Mahler, waarvan het laatste,
„Wer hat dieses Liedlein erdacht?", zelfs voor
een guitige stemming ruimte liet. Dat een
kunstenares als Hona Durigo het karakter
dezer liederen prachtig vertolkte, spreekt van
zelf.
Het belangrijkste werk van dezen avond was
wel Rachmaninoff's in 1937 geschreven Derde
Symphonie. waarvan op dit concert de eerste
uitvoering in ons land plaats vond. Deze
Symphonie is op end' op Rachmaninoff: een
voudige, Slavisch-getinte thema's wisselen met
warm gevoelde weelderige melodieën, een on-
geloo|elijke rijkdom aan orkestrale kleur ver
rast den hoorder telkens weer; de thematische
bewerkingen en combinaties toonen de mees
terhand. Formeel toont de Symphonie teeke
nen van verwantschap met Rachmaninoff's
Derde Pianoconcert, voornamelijk wat de in-
lassching van een scherzando-gedeelte in het
Adagio betreft. Een definitief oordeel over een
zoo gecompliceerd werk als deze Symphonie
is na een enkele auditie niet mogelijk. Gecon
stateerd mag echter wel worden, dat Frits
Schuurman deze muziek zeer boeiend en toch
mooi gedétailleerd heeft weten weer te geven
en dat we hem voor de kennismaking daarmee
zeer dankbaar mogen zijn. De eerste auditie
heeft bij mij den wensch naar een spoedige
herhaling doen ontstaan.
Een krans van het bestuur der Bachvereeni
ging huldigde Schuurman bij zijn eerste op
treden alhier als dirigent van het Residentie-
Orkest.
K. DE JONG.
HET TOONEEI
V. Z. O. D.
In het oude P.E N.-gebouw te Bloemendaal zijn thans eenige
administratieve afdeelingen der verkoopafdeeling Nederland
en Koloniën van de Philips Gloeilampenfabrieken uit Eindhoven
gevestigd
V. Z. O. D. is, sinds de heer Th. Dammiaans de
spelleiding heeft, zeer vooruitgegaan. Er wordt
ernstig en hard gewerkt in deze vereeniging,
zooals ons weer duidelijk bleek uit de opvoering
van Een Boete, gisteravond in het gebouw
St. Bavo.
Wij hebben dit stuk van Suze la Chapelle-Roo-
bol reeds zoo dikwijls in deze rubriek besproken,
dat wij ons dit keer tot de opvoering kunnen be
palen. Men zag aan alles, dat deze voorstelling
goed was voorbereid; de rollen zaten er over het
algemeen uitstekend in, zoodat in het juiste tem
po gespeeld kon worden, het tooneei en de cos-
tuums waren goed verzorgd en het geheel gaf
zoowel bij de spelers als de regie bewijs van be
grip. Zoo werd het eerste bedrijf in den juisten
toon gespeeld en was er op het tooneei wel de
sfeer van deze onder den druk van den stren
gen Jacob staande kleine menschen. De advo
caat-fuif bijvoorbeeld lukte uitstekend, dank zij
goed ensemble-spel en ook in het tweede bedrijf
konden wij zeer veel waardeeren.
De rolverdeeling was vrij gelukkig Mevrouw
Dammiaans bracht veel mee voor de rol van
Dora en zij speelde dit meisje natuurlijk en jong,
al werden de lange clausen nog wel wat te veel
als aangeleerde lesjes gezegd. Maar over het ge
heel bracht zy het er aardig af en zorgde zij voor
het noodige contrast met de gedweeë, oudere
Lize, welke rol bescheiden en met begrip werd
gespeeld. In de dramatische gedeelten was Lize
niet op haar sterkst, maar zij wist toch aan deze
onderworpen en door het leven zoo zwaar be
proefde vrouw wel relief te geven.
Frans, Anna en Cornelia vormden een goed
trio. Hun entree bijvoorbeeld was precies wat 't
zijn moest. Deze drie menschen brachten, ook
door hun grime en kleeding onmiddellijk de
sfeer van klein burgerlijkheid en benepenheid
met zich mee op het tooneei.
Jacob was ook uiterlijk raak getypeerd, maar
ik stel mij dezen heerseher in kiemen kring toch
sterker voor. Zijn spel was wat vlak en er ging
daardoor te weinig kracht van hem uit. Wij moe
ten bij zijn verschijning reeds voelen, dat heel de
familie onder den druk van dezen man zit en
Lize voor hem beeft. Dat nu merkten wij te wei
nig. al was deze uitgestreken figuur overigens
wel goed getroffen.
Floris Verduinen had voor een „artist" nog wel
wat losser in zijn bewegingen kunnen zijn, maar
zijn spel was toch niet slecht en hij was zeker
geen onsympathieke figuur. Mevrouw van den
Eykhof had met de praatgrage, goedhartige juf
frouw Dalers niet veel moeite en speelde haar
op de conscientieuse wijze, die wij van haar
kennen.
Als geheel was het een gelukkige avond voor
Z. O. D. De volle zaal heeft het spel met ge
spannen aandacht gevolgd en na elk bedrijf har
telijk geapplaudisseerd.
J. B. SCHUIL,