Sir Henry Deterding overleden.
Jecovitol l5'
Vestigingswet uitgebreid.
Bierverbruik nam in
1938 toe.
2iek,e|'
Tot Kantoormachine- en Kantoor
boekhandel en Schoenbedrijven.
Ook de export van bier.
MAANDAG 6 FEBRUARI 1939
HAARDE M'S DAGBEAD
3
Hij maakte de Koninklijke" groot.
Sir Henry Deterding, oud-directeur-
generaal van de Koninklijke Neder-
landsche Petroleum Maatschappij, is
Zaterdag op 72-jarigen leeftijd plot-
■teling aan hartverlamming in zijn
villa Olga te St. Moritz Zwitserland
overleden.
Sir Henry Deterding.
Henry Wilhelm August Deterding werd in
1866 te Amsterdam geboren. Hij doorliep daar
ter stede de H.B.S. en trad in 1882 bij de
Twentsche bank in dienst. Daar bleef hij tot
1888, waarna hij bij de Nederlandsche Han
delmaatschappij in dienst trad. In 1889 ging
hij naar Indië en werd voor de handelmaat
schappij waarnemend agent in Medan, later
gevolgd door zijn aanstelling tot sub-agent in
Penang.
In 1896 trad hij in dienst van de Koninklijke,
waar hem een zware taak wachtte. Aanvan
kelijk als inspecteur, later als waarnemend
directeur en ten slotte, in 1901, als directeur
diende hij de belangen dier maatschappij.
Als een van de voornaamste successen, welke
onder zijn bestuur tot stand zijn gebracht,
moge genoemd worden het tot stand brengen
van de Koninklijke Shell, de combinatie tus-
schen de Nederlandsche en de groep van En-
gelsche maatschappijen.
In 1902 werd hij benoemd tot directeur-
generaal en verkreeg daarmee de opperste
leiding van het concern.
Op grond van zijn vele verdiensten werd hij
in 1928 door de Technische Hoogeschool té
Delft benoemd tot doctor honoris causa in de
technische wetenschappen.
Zonder eenigen twijfel is Deterding de man
geweest, aan wiens energie, aan wiens koop
manschap en aan wiens zakelijk beleid het te
danken is, dat de Koninklijke van een natio
nale onderneming geworden is een concern van
wereldvermaardheid en wereldbeteekenis, doch
dadelijk moet daarbij gevoegd worden, dat het
ook Deterding geweeest is, die de Koninklijke
in al haar grootheid en in haar internationale
ontwikkeling steeds gehouden heeft tot een
zuiver Nederlandsche onderneming en de zaak
van de Koninklijke steeds heeft beschouwd
als een nationale zaak.
In 1936 heeft de heer Deterding zijn ontslag
genomen en sinds dien is hij commissaris van
de Koninklijke. Als directeur-generaal volgde
lr. J. E. P. de Kok hem op.
Bouwer van een wereld
maatschappij.
Uit de hierboven gegeven levensbeschrijving
zou men kunnen afleiden, dart, alles in het
leven van Sir Henry Deterding zoo vlot is
verloopen als men zich maar denken kan.
Niets is echter minder waar dan dat. Voor
zijn successen heeft hij hard moeten vechten
en dat hij zoo snel vooruit gekomen is, is om
dat hij een zeer groo'te dosis gezond verstand
bezat en een intuïtie, die een gewoon mensch
mist. Daarbij was hij een koopman van het
grootste kaliber, wars van kleine trucjes. Zoo
als hij donaties gaf, dreef hij handel,-royaal,
breed-uit.
Hoe hij voor zijn maatschappij heeft moe
ten strijden om haar tot de plaats te brengen
welke zij nu inneemt, blijkt uit onderstaande
opsomming.
Na in 1900 reeds een gemeenschappelijke
verkoopmaatschappij voor alle Oost-Aziati
sche petroleumproducenten te hebben ge
vormd, was het Deterding in 1901 gelukt de
Koninklijke, de Moeara Enim, de Moesi Ilir,
de Ned.-Indische Industrie en Handel-Mij. de
Société Commerciale et Industrielle de Naphte
Caspienne et de la Mer Noire te Parijs (de
voornaamste Russische producente) ten be
hoeve van haarzelve en van de terreinen in
bezit der Shell Transport Trading en der
Dordtsche Petroleum tot samenwerking te
doen besluiten. De Asiatic Petrolium Co. Ltd.
te Londen zou voor gezamenlijke rekening de
productie verkoopen. In 1903 vestigde Deter
ding zich te Londen.
Nog in 1903 verkreeg Deterding voor zijn
concern de levering van petroleum voor de
Engelsche vloot. In 1904 had de overneming
van de Moeara Enim plaats (waarmede een
uiterst belangwekkend gedeelte van den pe-
troleumoorlog met de Standard Oil werd be
slecht). Een contract met de Petroleum Mij.
Zuid-Perlak bracht belangrijke voordeelen. In
1905 moest een nieuwe aanval der Standard
Oil worden afgeslagen. Onvermoeid werkte
Deterding door en breidde hij de maatschap
pij uit. In dezen tijd werd ook de grondslag
voor de concern-structuur gelegd, zooals die
momenteel in hoofdzaak nog bestaat. De Ko
ninklijke Petroleum en de Shell Transport
Trading bleven onafhankelijk van elkaar be
staan, terwijl haar bezittingen in twee nieuwe
ondernemingen zouden worden onderge
bracht. De eene onderneming, de Bataafsehe
Petroleum Maatschappij te 's-Gravenhage
zou zich hoofdzakelijk met de winning en de
verwerking van petroleum bezighouden, ter
wijl de andere, de Anglo-Saxon Petroleum Co.
Ltd. zich met het transport en opslaan zou
belasten.
In 1906 kreeg de Koninklijke haar eerste
buitenlandsche belang in Roemenië. In 1910
volgde de penetratie van de Koninklijke in
Rusland, terwijl in dat jaar ook een verdere
uitbreiding van de Indische belangen plaats
had door overneming van een aantal onder
nemingen.
Toen de wereldoorlog uitbrak was de Ko
ninklijke Shell een wijdvertakt concern, dat
in vele landen productie- en afzetgebieden
had. Deterding schaarde zich in 1914 aan de
zijde van de geallieerden en organiseerde de
levering van olie en benzine aan Duitschlands
tegenstanders op zulk een eminente wijze,
dat Lord Curzon later zeggen kon: „De toe
komst zal leeren, dat de geallieerden de zege
op een golf van petroleum hebben bevochten".
De oorlog leidde intusschen door de daaruit
voortgekomen revolutie in Rusland tot het
verlies van alle bezittingen in dit land, als
mede tot vernietiging der Roemeensche eigen
dommen. Aan den anderen kant waren echter
de winsten in deze periode zeer aanzienlijk.
In Venezuela heeft de maatschappij een
overigens rijk beloonde pioniersrol gespeeld.
Zonder een zweem van overdrijving kon De
terding later bij een bijzondere gelegenheid
terloops zeggen: ik wil er op wijzen, dat
Venezuela door ons is ontdekt. Het land stond
al wel op de kaart, maar speelde geen rol in
het wereldverkeer
Stippen wij uit den overvloed van belang
rijke gebeurtenissen uit het achter ons lig
gende decennium ten slotte nog even aan: de
stichting van het groote raffinagecentrum op
Curacao, het verwerven van de controle over
de Mexican Eagle, de consolideering der Ame-
rikaansche belangen in de Shell Union en
den strijd tegen de Russische petroleum. Ten
slotte moeten dan nog de grootendeels als ge
lukkig gevolg van dezen strijd, steeds nauwere
betrekkingen tot de Anglo-Persian-Burmah
Oil-groep genoemd worden, welke tot oprich
ting van een gemeenschappelijke verkoop
organisatie in Klein- en Midden-Azië en in
Afrika hebben geleid.
Deterding's mildheid.
Sir Henry Deterding was een genereus
mensch. Hij heeft talrijke groote schenkingen
verricht; wij herinneren hierbij tevens aan het
plan-Deterding, toen hij enkele jaren geleden
het Nederlandsche landbouwsurplus opkocht.
Aan uiterlijk eerbetoon heeft het Deterding
niet ontbroken. De titel Sir, het doctoraat
h. c., het grootofficierschap in de orde van
Oranje-Nassau, een onderscheiding in de orde
van de Roemeensche kroon, officier van het
Fransche Legioen van Eer, commandeur in
de kroonorde van Italië: allemaal evenzoovele
bewijzen voor de waardeering, die ook ver over
de grenzen van ons kleine land voor het
levenswerk van Deterding werden gevoeld.
ST. MORITZ, 5 Febr. De oudste twee
zonen van sir Henry Deterding, die Zaterdag
avond onmiddellijk telegrafisch op de hoogte
waren gesteld van den plotselingen dood van
hun vader, worden in den loop van Maandag
op de villa Olga verwacht. In overleg met hen
beiden zullen de definitieve schikkingen voor
de begrafenis, die op het buitengoed van sir
Henry te Dobbin in Mecklenburg zal plaats
vinden, getroffen worden. Enorm groot is het
aantal condoleantie-telegrammen, dat heden
uit alle deelen van de wereld op de villa ont
vangen is.
Van het gebouw van de Koninklijke Petro
leum Maatschappij en van dat der Bataafsehe
Import Maatschappij, te 's-Gravenhage, was
ten teeken van deelneming de vlag halfstok
geheschen. Ook van alle benzine-laadstations
in Nederland was de vlag halfstok geheschen.
Tankboot op de Nieuwe Maas
gezonken.
Wegstroomende benzine leverde geen
gevaar op.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is
bij ducdalf rood vijf, de Duitsche tamkboot
„Grete Glad', met een lading benzine op weg
van Vlaardingen naar Hamburg, in aanvaring
geweest met het van zee komende Zuid-Sla
vische stoomschip „Rosina Topic". De botsing
welke toe te schrijven is aan den mist, ge
schiedde 's nachts om twee uur. De „Rosina
Topic" bleef, voor zoover te constateeren
viel onbeschadigd en zette de reis voort.
Het Duitsche schip kreeg een gat aan stuur
boord, maakte water in de pompkamer en ook
de brug werd beschadigd. De kapitein zette
het schip aan de noordzijde van den Water
weg aan den grond. De langs den Water
weg gelegen bedrijven werden nog ge
waarschuwd in verband met het ge
vaar, dat de wegstroomende benzine zou
kunnen opleveren, doch aangezien de hoeveel
heid gering was, heeft zich geen verder on
heil voorgedaan.
In den loop van Zondag heeft de lichter
Pijnacker van de Vereenigde Tankreederijen
uit Rotterdam de pompkamer van het schip
leeggepompt en daar het binnenstroomen.de
water tot deze kamer beperkt werd door de
waterdichte schotten kon de sleepboot Maas
van L. Smit en Co. des middags om drie uur
bij hoog water een poging doen het schip vlot
te sleepen. Dit gelukte waarna de tankboot
naar Pernis werd gesleept waar alle tanks
leeggepompt zullen worden. Hierna zal het
schip worden ontgast en ter onderzoek in een
dok worden opgenomen.
De .Grete Glad" meet 869 ton. de Rosina
Topic heeft een inhoud van 4300 ton.
1 cm3 J e c o v i t o I
garandeeren wij minstens
600 internationale een
heden vitamine Algroei-
vitamine) en 100 inter
nationale eenheden
vitamine i> (tegen
rhachitis of Engelsche
Op vitaminen geijkte levertraan 'Imcpi
BROCADES-STHEEMAN PHARMACIA
(Adv. Ingez. Med.)
Brandje in een trein.
Een der wagons van een Dieseltrein, welke
om 6.40 uur Zaterdagmorgen uit Amersfoort
vertrok naar Arnhem, is bij Terschuur heet
geloopen, waardoor brand ontstond in de mo
torruimte. Het personeel van den trein had
het wel bemerkt, doch men hoopte Barneveld
nog te bereiken. Reizigers hebben echter aan
de noodrem getrokken, waardoor de trein tot
stilstand kwam. Omdat blussching te Ter-
schuur niet wel mogelijk was, is de reis ech
ter, zij het met horten en stootn, voortgezet.
Te Barneveld aangekomen is de vrijwillige
brandweer gealarmeerd, die onder leiding
van opper-brandmeester Van Dronkelaar de
blussching krachtig ter hand nam. Men heeft
het interieur van de tweede en derde klasse
nagenoeg weten te redden, doch de motor
ruimte is geheel uitgebrand. De reizigers heb
ben hun reis met een volgenden trein voort
gezet.
Het Coiicertgebouwbal
Amsterdam.
te
Geslaagd festijn voor het Pensioenfonds der
orkestleden.
Zelfs de zaal van het Amsterdamsche Con
certgebouw waar toch zoo dikwijls bij feeste
lijke galagelegenheden een uitgelezen publiek
zich verzameit, heeft zelden een zoo vroolijk
en kleurig- schouwspel binnen haar muren
gezien als Zaterdagavond tijdens het tweede,
groote concertgebouwbal.
In groote getale was de bloem van de Am
sterdamsche society niet alleen, maar ook van
de vele vrienden, die het concertgebouw aller-
wege in den lande telt, bijeen in de groote
zaal, die een ware metamorphose had onder
gaan. Rondom het geheel vrije middengedeelte
dat een reusachtige dansvloer vormde, waren
drie rijen loges gebouwd, eenigszins amphi-
theatergewijs, zoodat men overal uit deze loges
een vrij uitzicht op zaal en podium had.
De prachtige aankleeding van de zaal,
ontwerp van den architect A. H. Wegerif, zou
echter op zichzelf niet voldoende zijn
geweest om het fest te doen slagen
als daar niet tevens was de dynamische
vroolijkheid van den organisator van het
feest den heer Herman van den Eerenbeemt
die afwisselend het publiek, de dansers, de ar-
tisten of de musici aanvuurde en telkens
weer het juiste woord of het juiste gebaar
wist te vinden om de stemming op te voeren.
Tot de aanwezigen behoorden o.a.
de minister van koloniën mr. J. I. M.
Weiter en de Amsterdamsche wethouder mr.
G. C. J. D. Kropman, leden van het diplo
matieke en consulaire corps en tal van voor
aanstaande personen uit de wereld van kunst
wetenschappen, handel, nijverheid en bank
wezen.
Cees Laseur trad op als conferencier, terwijl
om 10 uur het concertgebouworkest onder
leiding van Bruno Walter op het podium ver
scheen en de ouverture van „Die Fledermaus"
van Johann Strauss ten gehoore bracht. Een
der hoogtepunten van het feest was omstreeks
12 uur het eerste optreden in Nederland van
het Parijsche „Ballet de la Jeunesse". een
jeugdige balletgroep, wier dansen geïnspireerd
zijn op de nobelste tradities van het klassieke
Russische ballet en die een enorm applaus
oogstte. Zeer bijzonder was ook het optreden
van het Concertgebouw tango-strijkorkest,
met medewerking van de zangeres Hans
Gruys.
Een der geslaagde vondsten van het feest
was stellig de muzikale prijsvraag. Op drie
vleugels voerden de pianisten Johan den
Hertog, Felix de Nobel en George van Renesse
een door eerstgenoemde gearrangeerde para
phrase uit op motieven van orkestwerken,
waarop de wandschilderingen betrekking
hadden.
Op zoek naar ijzererts bij
Tubbergen.
Duitsche firma wil onderzoekingen doen.
Een Duitsche firma uit Melsen heeft het
plan om langs de grens en in hoofdzaak op
Nederlandsch grondgebied, voornamelijk in de
gemeente Tubbergen. door boringen te onder
zoeken of zich in den bodem delfstoffen van
waarde bevinden en, indien dit het geval is,
deze stoffen aan den bodem te onttrekken.
Reeds is een vergadering gehouden, waarin
verschillende landbouwers (grondbezitters!
uit de buurtschappen Mander en Hezingen
aanwezig waren. De heer Velsink uit Uelsen
deelde mede dat bij het verrichten van grond
boringen nabij de Nederlandsche grens op
Duitsch grondgebied een bepaald soort ijzer
is gevonden. Een combinatie van vooraan
staande personen in Duitschland gaat zich
hiervoor interesseeren en zal verdere onder
zoekingen doen.
Men is van meening dat een dergelijke ijzer
laag zich op Nederlandsch grondgebied uit
strekt in de omgeving van Mander en He-
zingen, onder de gemeente Tubbergen. Ten
einde bij den minister van Waterstaat de ver-
eischte vergunning tot het doen van grond
boringen te verkrijgen, wil men eerst de toe
zegging van de grondeigenaren hebben, tot
het mogen graven en boren in hun gronden.
Dr. Takken, deskundige en advocaat en pro
cureur uit Munster, gaf in deze vergadering
een uiteenzetting van het voorgenomen plan,
De prijs der heidegronden werd bepaald op
500 per H.A. en voor cultuurgronden van
1000 tot 1200 per H.A. Zoodra met de bo
ringen begonnen wordit, zal de prijs van den
grond uitbetaald worden. Dit geldt in het eer
ste begin al voor minstens een hectare. Vóór
heidegronden, die men nog niet gebruikt voor
het doen van boringen, betaalt men 10
per jaar aan pacht. Voor cultuurgrond de dub
bele pacht, die wordt geschat op 80— per
H.A. Hoeveel jaren men zich als grondeige
naar verbinden zal is niet te zeggen.
De gronden, die worden ondergraven, wor
den bedrijfsklaar weer opgeleverd. Mocht het
onderzoek resultaat opleveren, dan is men
voornemens wegen aan te leggen voor het
vervoer van het product. Bij de voorloopige
besprekingen hebben verschillende grond
eigenaren zich verklaard voor een overeen
komst. Den niet ter vergadering aanwezigen
grondeigenaren zal "alsnog een contract wor
den voorgelegd. Indien de noodige vergun
ningen verkregen worden, zal dit jaar met de
boringen worden begonnen.
Geen conflict bij Nico ter Kuile.
Beide partijen betrokken bij het dreigend
conflict in de textielfabriek van Nico ter Kuile
te Enschedé hebben het voorstel van den rijks
bemiddelaar, prof. mr. A. C. Josephus Jitta,
aanvaard, zoodat het conflict is opgelost.
HET ANTWOORD IS EENVOUDIG.
BESTEL VAN BREEMEN'S BRAND
STOFFEN U ONTVANGT DAN DE
HOOGSTE CALORISCHE WAARDE!
D.W.Z. BRANDSTOF WELKE BID
VERBRANDING DE MEESTE WARMTE
VERSPREIDTALLEEN EEN WEINIG
ASCH NALAAT EN DAARDOOR
VOORDEELIG IS.
(Adv. Ingez. Med.)
Nadat achtereenvolgens vestigings eischen tot stand zijn
gekomen voor het slagersloedr ijf en het bakkersbedrijf bevat
ten de Staatsbladen no. 642, 643 en 644 thans de algemeene
maatregelen van bestuur waarbij vestigingseischen worden
vastgesteld resp. voor den kantoormachinehandel, den
kantoorboekhandel en de schoenbedrijven.
Van heden, 6 Februari 1939 af, is het dus slechts toegestaan in
bovengenoemde bedrijfstakken een inrichting, waarin zoodanig
bedrijf wordt uitgeoefend, te vestigen, voort te zetten of over te
nemen, indien aan de vestigingseischen wordt voldaan. Ten aan
zien van de credietwaardigheid zijn de eischen op dezelfde wijze
geformuleerd als voor het bakkers- en slagersbedrijf, terwijl als
eischen van handelskennis voor deze drie bedrijven wederom de
eLohen voor het middenstandsdiploma algemeene handelskennis
zijn overgenomen, met uitzondering van het schoenherstellers-
bedrijf, waarvoor zoowel voor vakbekwaamheid als handelskennis
het diploma A. van de Nationale federatie voor de vakopleiding in
de schoenmakerij en den schoen handel is aangewezen. In dezen
bedrijfstak geldt derhalve voor beide eischen slechts één diploma.
Deze regeling werd wenschelijk geacht wijl het voorshands te wei
nig in aansluiting aan bestaande verhoudingen bleek te zijn, indien
de toekomstige schoenherstellers volledig aan de eischen van het
middenstandsdiploma zouden mo eten voldoen
Dank zij de medewerking, van ondernemerszijde ontvangen, is het
Centraal Bureau voor de Statistiek reeds thans in staat enkele voor
loopige cijfers mede te deelen aangaande het binnenlandsche
verbruik van bier en den afzet der brouwerijen in 1938. Ter verge
lijking zijn de overeenkomstige cijfers over 1935, 1936 en 1937
tevens vermeld.
Afzet met binnenlandsche bestem- 1935 1936 1937 1938
ming van alle Nederlandsche
brouwerijen in 10.000 H.L126,8 116,5 118,7 125,9
Invoer 2,4 2,5 2,5 2,6
Binnenl. verbruik in totaal 129,2 119,0 121,2 128,5
Uitvoer 10,5 9,7 11,1 11,2
Totale afzet der Nederlandsche
brouwerijen 137,3 126,2 129,8 137,1
Binnenlandsch vei-bruik per hoofd
der gemiddelde bevolking in L.: 15,3 14,0 14,1 14,8
De vermindering van het bierverbruik, welke in 1937 tot staan
kwam, heeft in het af geloopen jaar plaats gemaakt voor een zij
het nog geringe toeneming.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1889.
6 Februari
Op 2 Februari werd het verbouwde
meubelmagazijn van den heer A. M.
Randoe in de Gierstraat geopend.
Men mag zeggen, dat dit magazijn
door de verbouwing niet weinig is ver
beterd. Het is thans niet minder dan 27
meter diep en het achterste gedeelte is
geheel nieuw gezet volgens teekening
van den architect J. A. G. van der Steur,
alhier. Een zeer groote collectie fraaie
meubelen geeft bij het binnentreden der
zaal den indruk van een tentoonstelling.
Boven bevinden zich nog twee kleinere
zalen, waar goedkoopere meubelen zijn
geplaatst. Zoowel goedgespekte als ma
tig voorziene beurzen kunnen dus in dit
magazijn terecht.
Een studiedag over het rassen
vraagstuk.
Prof. Barge: Onze kennis van het ras mag
geen uitgangspunt zijn voor redelijk-zedelijk
handelen van mensch tot mensch.
Vanwege den senaat der R.-K. Universiteit te
Nijmegen en het bestuur van de R.-K. Charita
tieve Vereeniging voor geestelijke volksgezond
heid, is Zaterdag in de aula der R.K. Universi
teit te Nijmegen een studiedag gehouden over
het rassenvraagstuk.
Prof. dr. J. A. J. Barg.e, hield een voordracht
over: „Het ras morphologisch beschouwd".
Prof. Barge begon zijn rede met een korte be
schouwing. waarin hij uiteenzette, dat het ras
senvraagstuk van vandaag niet meer is een
probleem van zuiver wetenschappelijken aard,
doch veeleer een vraagstuk van de openbare
meening.
Naar spr.'s meening heeft men onder een ras
te verstaan, „een grootere groep van mensche-
lijke individuen, die zich op grond van het ge
meenschappelijk bezit van een aantal erfelijke
lichamelijke kenmerken van andere dergelijke
groepen onderscheidt".
In deze begripsbepaling is de term „geest" niet
opgenomen. Naar spr.'s overtuiging is dit ook
niet geoorloofd. Het zou geoorloofd zijn, indien
de rasindeeling berustte op lichamelijke en
geestelijke kenmerken. Dit is echter niet het
geval. De rasindeeling berust op lichamelijke
kenmerken en op deze alleen.
Uit de gegeven definitie van het begrip ras
volgt, dat dit begrip „ras'' geheel verschillend is
van het begrip „volk". Een ras vormt een een
heid op grond van het gemeenschappelijk bezit
van een aantal erfelijke lichamelijke kenmerken,
een volk is een eenheid op geheel andere gron
den als: gemeenschappelijke taal, beschavings
vorm, geschiedenis, staatsinstellingen, economi
sche belangen, geographische verhoudingen, enz.
Dit verschil tusschen de begrippen ras en
volk wordt ten duidelijkste bevestigd door het
feit, dat een ras kan verdeeld zijn over vele vol
keren. terwijl omgekeerd bijna alle volkeren uit
verschillende rassen zijn opgebouwd.
De vraag luidt nu allereerst: wat zijn rasken
merken? A priori is hierop geen antwoord te
geven. Men kan er eenige algemeenheden over
zeggen, maar of een bepaald kenmerk de waar
de van een raskenmerk heeft, leert alleen de er
varing.
De voor het anthropologisch onderzoek van
grootere bevolkingsgroepen bruikbare rasken
merken zijn zeer beperkt in aantal. Het zijn de
vorm (met name de verhouding tusschen de
grootste lengte en de grootste breedte) van het
hoofd, de lichaamslengte, de pigmentatie van
haar, huid en oogen, alsmede de vorm van het
haar.
Ten aanzien van de rasindeeling merkte spr.
op, dat deze historisch teruggaat op Linnaeus en
Blumenbach. De moderne rasindeeling onder
scheidt drie hoofdrassen: het blanke of europide,
het gele of mongolide, het zwarte of negride.
Elk van deze hoofdrassen laat weer een aantal
kleinere goed t.o. van elkaar te begrenzen rassen
onderscheiden. Als voorbeeld behandelde spr.
zeer in het kort het europide hoofdras, waarin
drie groote groepen te onderscheiden zijn: de
blonde rassen in het Noorden, de centrale gor
del der rondhoofden en de Zuidelijke langhoof-
den, elk weer een aantal rassen omvattend.
Het spreekt vanzelf, zoo ging spr. verder,
dat een dergelijke rasindeeling een zeer beperk
te beteekenis heeft.
Voorts betoogde hij, dat ieder inzicht in een
tusschen bepaalde raskenmerken en bepaalde
geesteseigenschappen bestaand verband ons
ontbreekt. Bovendien is een op groote schaal in
gesteld persoonlijk systematisch onderzoek naar
de geesteseigenschappen der rassen. parallel
aan het lichamelijk onderzoek nooit onderno
men. De tijd is dan ook voor een synthese van
de gegevens der physische en psychische an
thropologic nog niet rijp en wie dit toch onder
neemt vervalt in dezelfde fout van een eeuw
geleden.
Tot slot stelde spr. zich de vraag: hoe zou men
het rassen vraagstuk van vandaag eigenlijk moe
ten formuleeren? Ket antwoord hierop luidt
z.i.: „Kan hetgeen wij weten aangaande de men-
schenrassen uitgangspunt zijn en grondslag voor
redelijk-zedelijk handelen van mensch tot
mensch, zooals dit in het staatkundig, maat
schappelijk en economisch leven tot uiting
komt?"
Wie vakkundig bevoegd en bovendien zich
zijn verantwoordelijkheid bewust is mag hier
niet anders getuigen dan: „onvoorwaardelijk
neen!"
Bijenkorf slaakt den verkoop van
windbuksen.
Naar aanleiding van de voorgevallen inci
denten met windbuksen, heeft de Vereeniging
ter bestrijding der Bandeloosheid zich in een
request gericht tot den minister van justitie
ten einde tot verkoop-verbod van windbuksen
te komen. Tegelijkertijd richtte de vereeniging
een verzoek aan de groote warenhuizen om
eigener beweging den verkoop stop te zetten.
Zaterdag ontving de secretaris der vereeniging
van de hoofddirectie der „Bijenkorf" een brief
waarin wordt medegedeeld, dat van Zaterdag
af het artikel windbuksen niet meer verkocht
zou worden, noch door het hoofdkantoor noch
door de filialen. De vereeniging heeft onmid
dellijk haar grooten dank betuigd voor zooveel
medewerking.
H. M. de Koningin gaat niet naar
Grindelwald.
Men meldt .ons van officieele zijde, dat de
geruchten, die de pers heeft gemeld van een
verblijf van H.M. de Koningin in Grindelwald,
geheel uit de lucht zijn gegrepen, aangezien de
Koningin geen reisplannen heeft.