Sir Henry Deterding overleden. Jecovitol l5' Vestigingswet uitgebreid. Bierverbruik nam in 1938 toe. 2iek,e|' Tot Kantoormachine- en Kantoor boekhandel en Schoenbedrijven. Ook de export van bier. MAANDAG 6 FEBRUARI 1939 HAARDE M'S DAGBEAD 3 Hij maakte de Koninklijke" groot. Sir Henry Deterding, oud-directeur- generaal van de Koninklijke Neder- landsche Petroleum Maatschappij, is Zaterdag op 72-jarigen leeftijd plot- ■teling aan hartverlamming in zijn villa Olga te St. Moritz Zwitserland overleden. Sir Henry Deterding. Henry Wilhelm August Deterding werd in 1866 te Amsterdam geboren. Hij doorliep daar ter stede de H.B.S. en trad in 1882 bij de Twentsche bank in dienst. Daar bleef hij tot 1888, waarna hij bij de Nederlandsche Han delmaatschappij in dienst trad. In 1889 ging hij naar Indië en werd voor de handelmaat schappij waarnemend agent in Medan, later gevolgd door zijn aanstelling tot sub-agent in Penang. In 1896 trad hij in dienst van de Koninklijke, waar hem een zware taak wachtte. Aanvan kelijk als inspecteur, later als waarnemend directeur en ten slotte, in 1901, als directeur diende hij de belangen dier maatschappij. Als een van de voornaamste successen, welke onder zijn bestuur tot stand zijn gebracht, moge genoemd worden het tot stand brengen van de Koninklijke Shell, de combinatie tus- schen de Nederlandsche en de groep van En- gelsche maatschappijen. In 1902 werd hij benoemd tot directeur- generaal en verkreeg daarmee de opperste leiding van het concern. Op grond van zijn vele verdiensten werd hij in 1928 door de Technische Hoogeschool té Delft benoemd tot doctor honoris causa in de technische wetenschappen. Zonder eenigen twijfel is Deterding de man geweest, aan wiens energie, aan wiens koop manschap en aan wiens zakelijk beleid het te danken is, dat de Koninklijke van een natio nale onderneming geworden is een concern van wereldvermaardheid en wereldbeteekenis, doch dadelijk moet daarbij gevoegd worden, dat het ook Deterding geweeest is, die de Koninklijke in al haar grootheid en in haar internationale ontwikkeling steeds gehouden heeft tot een zuiver Nederlandsche onderneming en de zaak van de Koninklijke steeds heeft beschouwd als een nationale zaak. In 1936 heeft de heer Deterding zijn ontslag genomen en sinds dien is hij commissaris van de Koninklijke. Als directeur-generaal volgde lr. J. E. P. de Kok hem op. Bouwer van een wereld maatschappij. Uit de hierboven gegeven levensbeschrijving zou men kunnen afleiden, dart, alles in het leven van Sir Henry Deterding zoo vlot is verloopen als men zich maar denken kan. Niets is echter minder waar dan dat. Voor zijn successen heeft hij hard moeten vechten en dat hij zoo snel vooruit gekomen is, is om dat hij een zeer groo'te dosis gezond verstand bezat en een intuïtie, die een gewoon mensch mist. Daarbij was hij een koopman van het grootste kaliber, wars van kleine trucjes. Zoo als hij donaties gaf, dreef hij handel,-royaal, breed-uit. Hoe hij voor zijn maatschappij heeft moe ten strijden om haar tot de plaats te brengen welke zij nu inneemt, blijkt uit onderstaande opsomming. Na in 1900 reeds een gemeenschappelijke verkoopmaatschappij voor alle Oost-Aziati sche petroleumproducenten te hebben ge vormd, was het Deterding in 1901 gelukt de Koninklijke, de Moeara Enim, de Moesi Ilir, de Ned.-Indische Industrie en Handel-Mij. de Société Commerciale et Industrielle de Naphte Caspienne et de la Mer Noire te Parijs (de voornaamste Russische producente) ten be hoeve van haarzelve en van de terreinen in bezit der Shell Transport Trading en der Dordtsche Petroleum tot samenwerking te doen besluiten. De Asiatic Petrolium Co. Ltd. te Londen zou voor gezamenlijke rekening de productie verkoopen. In 1903 vestigde Deter ding zich te Londen. Nog in 1903 verkreeg Deterding voor zijn concern de levering van petroleum voor de Engelsche vloot. In 1904 had de overneming van de Moeara Enim plaats (waarmede een uiterst belangwekkend gedeelte van den pe- troleumoorlog met de Standard Oil werd be slecht). Een contract met de Petroleum Mij. Zuid-Perlak bracht belangrijke voordeelen. In 1905 moest een nieuwe aanval der Standard Oil worden afgeslagen. Onvermoeid werkte Deterding door en breidde hij de maatschap pij uit. In dezen tijd werd ook de grondslag voor de concern-structuur gelegd, zooals die momenteel in hoofdzaak nog bestaat. De Ko ninklijke Petroleum en de Shell Transport Trading bleven onafhankelijk van elkaar be staan, terwijl haar bezittingen in twee nieuwe ondernemingen zouden worden onderge bracht. De eene onderneming, de Bataafsehe Petroleum Maatschappij te 's-Gravenhage zou zich hoofdzakelijk met de winning en de verwerking van petroleum bezighouden, ter wijl de andere, de Anglo-Saxon Petroleum Co. Ltd. zich met het transport en opslaan zou belasten. In 1906 kreeg de Koninklijke haar eerste buitenlandsche belang in Roemenië. In 1910 volgde de penetratie van de Koninklijke in Rusland, terwijl in dat jaar ook een verdere uitbreiding van de Indische belangen plaats had door overneming van een aantal onder nemingen. Toen de wereldoorlog uitbrak was de Ko ninklijke Shell een wijdvertakt concern, dat in vele landen productie- en afzetgebieden had. Deterding schaarde zich in 1914 aan de zijde van de geallieerden en organiseerde de levering van olie en benzine aan Duitschlands tegenstanders op zulk een eminente wijze, dat Lord Curzon later zeggen kon: „De toe komst zal leeren, dat de geallieerden de zege op een golf van petroleum hebben bevochten". De oorlog leidde intusschen door de daaruit voortgekomen revolutie in Rusland tot het verlies van alle bezittingen in dit land, als mede tot vernietiging der Roemeensche eigen dommen. Aan den anderen kant waren echter de winsten in deze periode zeer aanzienlijk. In Venezuela heeft de maatschappij een overigens rijk beloonde pioniersrol gespeeld. Zonder een zweem van overdrijving kon De terding later bij een bijzondere gelegenheid terloops zeggen: ik wil er op wijzen, dat Venezuela door ons is ontdekt. Het land stond al wel op de kaart, maar speelde geen rol in het wereldverkeer Stippen wij uit den overvloed van belang rijke gebeurtenissen uit het achter ons lig gende decennium ten slotte nog even aan: de stichting van het groote raffinagecentrum op Curacao, het verwerven van de controle over de Mexican Eagle, de consolideering der Ame- rikaansche belangen in de Shell Union en den strijd tegen de Russische petroleum. Ten slotte moeten dan nog de grootendeels als ge lukkig gevolg van dezen strijd, steeds nauwere betrekkingen tot de Anglo-Persian-Burmah Oil-groep genoemd worden, welke tot oprich ting van een gemeenschappelijke verkoop organisatie in Klein- en Midden-Azië en in Afrika hebben geleid. Deterding's mildheid. Sir Henry Deterding was een genereus mensch. Hij heeft talrijke groote schenkingen verricht; wij herinneren hierbij tevens aan het plan-Deterding, toen hij enkele jaren geleden het Nederlandsche landbouwsurplus opkocht. Aan uiterlijk eerbetoon heeft het Deterding niet ontbroken. De titel Sir, het doctoraat h. c., het grootofficierschap in de orde van Oranje-Nassau, een onderscheiding in de orde van de Roemeensche kroon, officier van het Fransche Legioen van Eer, commandeur in de kroonorde van Italië: allemaal evenzoovele bewijzen voor de waardeering, die ook ver over de grenzen van ons kleine land voor het levenswerk van Deterding werden gevoeld. ST. MORITZ, 5 Febr. De oudste twee zonen van sir Henry Deterding, die Zaterdag avond onmiddellijk telegrafisch op de hoogte waren gesteld van den plotselingen dood van hun vader, worden in den loop van Maandag op de villa Olga verwacht. In overleg met hen beiden zullen de definitieve schikkingen voor de begrafenis, die op het buitengoed van sir Henry te Dobbin in Mecklenburg zal plaats vinden, getroffen worden. Enorm groot is het aantal condoleantie-telegrammen, dat heden uit alle deelen van de wereld op de villa ont vangen is. Van het gebouw van de Koninklijke Petro leum Maatschappij en van dat der Bataafsehe Import Maatschappij, te 's-Gravenhage, was ten teeken van deelneming de vlag halfstok geheschen. Ook van alle benzine-laadstations in Nederland was de vlag halfstok geheschen. Tankboot op de Nieuwe Maas gezonken. Wegstroomende benzine leverde geen gevaar op. In den nacht van Zaterdag op Zondag is bij ducdalf rood vijf, de Duitsche tamkboot „Grete Glad', met een lading benzine op weg van Vlaardingen naar Hamburg, in aanvaring geweest met het van zee komende Zuid-Sla vische stoomschip „Rosina Topic". De botsing welke toe te schrijven is aan den mist, ge schiedde 's nachts om twee uur. De „Rosina Topic" bleef, voor zoover te constateeren viel onbeschadigd en zette de reis voort. Het Duitsche schip kreeg een gat aan stuur boord, maakte water in de pompkamer en ook de brug werd beschadigd. De kapitein zette het schip aan de noordzijde van den Water weg aan den grond. De langs den Water weg gelegen bedrijven werden nog ge waarschuwd in verband met het ge vaar, dat de wegstroomende benzine zou kunnen opleveren, doch aangezien de hoeveel heid gering was, heeft zich geen verder on heil voorgedaan. In den loop van Zondag heeft de lichter Pijnacker van de Vereenigde Tankreederijen uit Rotterdam de pompkamer van het schip leeggepompt en daar het binnenstroomen.de water tot deze kamer beperkt werd door de waterdichte schotten kon de sleepboot Maas van L. Smit en Co. des middags om drie uur bij hoog water een poging doen het schip vlot te sleepen. Dit gelukte waarna de tankboot naar Pernis werd gesleept waar alle tanks leeggepompt zullen worden. Hierna zal het schip worden ontgast en ter onderzoek in een dok worden opgenomen. De .Grete Glad" meet 869 ton. de Rosina Topic heeft een inhoud van 4300 ton. 1 cm3 J e c o v i t o I garandeeren wij minstens 600 internationale een heden vitamine Algroei- vitamine) en 100 inter nationale eenheden vitamine i> (tegen rhachitis of Engelsche Op vitaminen geijkte levertraan 'Imcpi BROCADES-STHEEMAN PHARMACIA (Adv. Ingez. Med.) Brandje in een trein. Een der wagons van een Dieseltrein, welke om 6.40 uur Zaterdagmorgen uit Amersfoort vertrok naar Arnhem, is bij Terschuur heet geloopen, waardoor brand ontstond in de mo torruimte. Het personeel van den trein had het wel bemerkt, doch men hoopte Barneveld nog te bereiken. Reizigers hebben echter aan de noodrem getrokken, waardoor de trein tot stilstand kwam. Omdat blussching te Ter- schuur niet wel mogelijk was, is de reis ech ter, zij het met horten en stootn, voortgezet. Te Barneveld aangekomen is de vrijwillige brandweer gealarmeerd, die onder leiding van opper-brandmeester Van Dronkelaar de blussching krachtig ter hand nam. Men heeft het interieur van de tweede en derde klasse nagenoeg weten te redden, doch de motor ruimte is geheel uitgebrand. De reizigers heb ben hun reis met een volgenden trein voort gezet. Het Coiicertgebouwbal Amsterdam. te Geslaagd festijn voor het Pensioenfonds der orkestleden. Zelfs de zaal van het Amsterdamsche Con certgebouw waar toch zoo dikwijls bij feeste lijke galagelegenheden een uitgelezen publiek zich verzameit, heeft zelden een zoo vroolijk en kleurig- schouwspel binnen haar muren gezien als Zaterdagavond tijdens het tweede, groote concertgebouwbal. In groote getale was de bloem van de Am sterdamsche society niet alleen, maar ook van de vele vrienden, die het concertgebouw aller- wege in den lande telt, bijeen in de groote zaal, die een ware metamorphose had onder gaan. Rondom het geheel vrije middengedeelte dat een reusachtige dansvloer vormde, waren drie rijen loges gebouwd, eenigszins amphi- theatergewijs, zoodat men overal uit deze loges een vrij uitzicht op zaal en podium had. De prachtige aankleeding van de zaal, ontwerp van den architect A. H. Wegerif, zou echter op zichzelf niet voldoende zijn geweest om het fest te doen slagen als daar niet tevens was de dynamische vroolijkheid van den organisator van het feest den heer Herman van den Eerenbeemt die afwisselend het publiek, de dansers, de ar- tisten of de musici aanvuurde en telkens weer het juiste woord of het juiste gebaar wist te vinden om de stemming op te voeren. Tot de aanwezigen behoorden o.a. de minister van koloniën mr. J. I. M. Weiter en de Amsterdamsche wethouder mr. G. C. J. D. Kropman, leden van het diplo matieke en consulaire corps en tal van voor aanstaande personen uit de wereld van kunst wetenschappen, handel, nijverheid en bank wezen. Cees Laseur trad op als conferencier, terwijl om 10 uur het concertgebouworkest onder leiding van Bruno Walter op het podium ver scheen en de ouverture van „Die Fledermaus" van Johann Strauss ten gehoore bracht. Een der hoogtepunten van het feest was omstreeks 12 uur het eerste optreden in Nederland van het Parijsche „Ballet de la Jeunesse". een jeugdige balletgroep, wier dansen geïnspireerd zijn op de nobelste tradities van het klassieke Russische ballet en die een enorm applaus oogstte. Zeer bijzonder was ook het optreden van het Concertgebouw tango-strijkorkest, met medewerking van de zangeres Hans Gruys. Een der geslaagde vondsten van het feest was stellig de muzikale prijsvraag. Op drie vleugels voerden de pianisten Johan den Hertog, Felix de Nobel en George van Renesse een door eerstgenoemde gearrangeerde para phrase uit op motieven van orkestwerken, waarop de wandschilderingen betrekking hadden. Op zoek naar ijzererts bij Tubbergen. Duitsche firma wil onderzoekingen doen. Een Duitsche firma uit Melsen heeft het plan om langs de grens en in hoofdzaak op Nederlandsch grondgebied, voornamelijk in de gemeente Tubbergen. door boringen te onder zoeken of zich in den bodem delfstoffen van waarde bevinden en, indien dit het geval is, deze stoffen aan den bodem te onttrekken. Reeds is een vergadering gehouden, waarin verschillende landbouwers (grondbezitters! uit de buurtschappen Mander en Hezingen aanwezig waren. De heer Velsink uit Uelsen deelde mede dat bij het verrichten van grond boringen nabij de Nederlandsche grens op Duitsch grondgebied een bepaald soort ijzer is gevonden. Een combinatie van vooraan staande personen in Duitschland gaat zich hiervoor interesseeren en zal verdere onder zoekingen doen. Men is van meening dat een dergelijke ijzer laag zich op Nederlandsch grondgebied uit strekt in de omgeving van Mander en He- zingen, onder de gemeente Tubbergen. Ten einde bij den minister van Waterstaat de ver- eischte vergunning tot het doen van grond boringen te verkrijgen, wil men eerst de toe zegging van de grondeigenaren hebben, tot het mogen graven en boren in hun gronden. Dr. Takken, deskundige en advocaat en pro cureur uit Munster, gaf in deze vergadering een uiteenzetting van het voorgenomen plan, De prijs der heidegronden werd bepaald op 500 per H.A. en voor cultuurgronden van 1000 tot 1200 per H.A. Zoodra met de bo ringen begonnen wordit, zal de prijs van den grond uitbetaald worden. Dit geldt in het eer ste begin al voor minstens een hectare. Vóór heidegronden, die men nog niet gebruikt voor het doen van boringen, betaalt men 10 per jaar aan pacht. Voor cultuurgrond de dub bele pacht, die wordt geschat op 80— per H.A. Hoeveel jaren men zich als grondeige naar verbinden zal is niet te zeggen. De gronden, die worden ondergraven, wor den bedrijfsklaar weer opgeleverd. Mocht het onderzoek resultaat opleveren, dan is men voornemens wegen aan te leggen voor het vervoer van het product. Bij de voorloopige besprekingen hebben verschillende grond eigenaren zich verklaard voor een overeen komst. Den niet ter vergadering aanwezigen grondeigenaren zal "alsnog een contract wor den voorgelegd. Indien de noodige vergun ningen verkregen worden, zal dit jaar met de boringen worden begonnen. Geen conflict bij Nico ter Kuile. Beide partijen betrokken bij het dreigend conflict in de textielfabriek van Nico ter Kuile te Enschedé hebben het voorstel van den rijks bemiddelaar, prof. mr. A. C. Josephus Jitta, aanvaard, zoodat het conflict is opgelost. HET ANTWOORD IS EENVOUDIG. BESTEL VAN BREEMEN'S BRAND STOFFEN U ONTVANGT DAN DE HOOGSTE CALORISCHE WAARDE! D.W.Z. BRANDSTOF WELKE BID VERBRANDING DE MEESTE WARMTE VERSPREIDTALLEEN EEN WEINIG ASCH NALAAT EN DAARDOOR VOORDEELIG IS. (Adv. Ingez. Med.) Nadat achtereenvolgens vestigings eischen tot stand zijn gekomen voor het slagersloedr ijf en het bakkersbedrijf bevat ten de Staatsbladen no. 642, 643 en 644 thans de algemeene maatregelen van bestuur waarbij vestigingseischen worden vastgesteld resp. voor den kantoormachinehandel, den kantoorboekhandel en de schoenbedrijven. Van heden, 6 Februari 1939 af, is het dus slechts toegestaan in bovengenoemde bedrijfstakken een inrichting, waarin zoodanig bedrijf wordt uitgeoefend, te vestigen, voort te zetten of over te nemen, indien aan de vestigingseischen wordt voldaan. Ten aan zien van de credietwaardigheid zijn de eischen op dezelfde wijze geformuleerd als voor het bakkers- en slagersbedrijf, terwijl als eischen van handelskennis voor deze drie bedrijven wederom de eLohen voor het middenstandsdiploma algemeene handelskennis zijn overgenomen, met uitzondering van het schoenherstellers- bedrijf, waarvoor zoowel voor vakbekwaamheid als handelskennis het diploma A. van de Nationale federatie voor de vakopleiding in de schoenmakerij en den schoen handel is aangewezen. In dezen bedrijfstak geldt derhalve voor beide eischen slechts één diploma. Deze regeling werd wenschelijk geacht wijl het voorshands te wei nig in aansluiting aan bestaande verhoudingen bleek te zijn, indien de toekomstige schoenherstellers volledig aan de eischen van het middenstandsdiploma zouden mo eten voldoen Dank zij de medewerking, van ondernemerszijde ontvangen, is het Centraal Bureau voor de Statistiek reeds thans in staat enkele voor loopige cijfers mede te deelen aangaande het binnenlandsche verbruik van bier en den afzet der brouwerijen in 1938. Ter verge lijking zijn de overeenkomstige cijfers over 1935, 1936 en 1937 tevens vermeld. Afzet met binnenlandsche bestem- 1935 1936 1937 1938 ming van alle Nederlandsche brouwerijen in 10.000 H.L126,8 116,5 118,7 125,9 Invoer 2,4 2,5 2,5 2,6 Binnenl. verbruik in totaal 129,2 119,0 121,2 128,5 Uitvoer 10,5 9,7 11,1 11,2 Totale afzet der Nederlandsche brouwerijen 137,3 126,2 129,8 137,1 Binnenlandsch vei-bruik per hoofd der gemiddelde bevolking in L.: 15,3 14,0 14,1 14,8 De vermindering van het bierverbruik, welke in 1937 tot staan kwam, heeft in het af geloopen jaar plaats gemaakt voor een zij het nog geringe toeneming. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1889. 6 Februari Op 2 Februari werd het verbouwde meubelmagazijn van den heer A. M. Randoe in de Gierstraat geopend. Men mag zeggen, dat dit magazijn door de verbouwing niet weinig is ver beterd. Het is thans niet minder dan 27 meter diep en het achterste gedeelte is geheel nieuw gezet volgens teekening van den architect J. A. G. van der Steur, alhier. Een zeer groote collectie fraaie meubelen geeft bij het binnentreden der zaal den indruk van een tentoonstelling. Boven bevinden zich nog twee kleinere zalen, waar goedkoopere meubelen zijn geplaatst. Zoowel goedgespekte als ma tig voorziene beurzen kunnen dus in dit magazijn terecht. Een studiedag over het rassen vraagstuk. Prof. Barge: Onze kennis van het ras mag geen uitgangspunt zijn voor redelijk-zedelijk handelen van mensch tot mensch. Vanwege den senaat der R.-K. Universiteit te Nijmegen en het bestuur van de R.-K. Charita tieve Vereeniging voor geestelijke volksgezond heid, is Zaterdag in de aula der R.K. Universi teit te Nijmegen een studiedag gehouden over het rassenvraagstuk. Prof. dr. J. A. J. Barg.e, hield een voordracht over: „Het ras morphologisch beschouwd". Prof. Barge begon zijn rede met een korte be schouwing. waarin hij uiteenzette, dat het ras senvraagstuk van vandaag niet meer is een probleem van zuiver wetenschappelijken aard, doch veeleer een vraagstuk van de openbare meening. Naar spr.'s meening heeft men onder een ras te verstaan, „een grootere groep van mensche- lijke individuen, die zich op grond van het ge meenschappelijk bezit van een aantal erfelijke lichamelijke kenmerken van andere dergelijke groepen onderscheidt". In deze begripsbepaling is de term „geest" niet opgenomen. Naar spr.'s overtuiging is dit ook niet geoorloofd. Het zou geoorloofd zijn, indien de rasindeeling berustte op lichamelijke en geestelijke kenmerken. Dit is echter niet het geval. De rasindeeling berust op lichamelijke kenmerken en op deze alleen. Uit de gegeven definitie van het begrip ras volgt, dat dit begrip „ras'' geheel verschillend is van het begrip „volk". Een ras vormt een een heid op grond van het gemeenschappelijk bezit van een aantal erfelijke lichamelijke kenmerken, een volk is een eenheid op geheel andere gron den als: gemeenschappelijke taal, beschavings vorm, geschiedenis, staatsinstellingen, economi sche belangen, geographische verhoudingen, enz. Dit verschil tusschen de begrippen ras en volk wordt ten duidelijkste bevestigd door het feit, dat een ras kan verdeeld zijn over vele vol keren. terwijl omgekeerd bijna alle volkeren uit verschillende rassen zijn opgebouwd. De vraag luidt nu allereerst: wat zijn rasken merken? A priori is hierop geen antwoord te geven. Men kan er eenige algemeenheden over zeggen, maar of een bepaald kenmerk de waar de van een raskenmerk heeft, leert alleen de er varing. De voor het anthropologisch onderzoek van grootere bevolkingsgroepen bruikbare rasken merken zijn zeer beperkt in aantal. Het zijn de vorm (met name de verhouding tusschen de grootste lengte en de grootste breedte) van het hoofd, de lichaamslengte, de pigmentatie van haar, huid en oogen, alsmede de vorm van het haar. Ten aanzien van de rasindeeling merkte spr. op, dat deze historisch teruggaat op Linnaeus en Blumenbach. De moderne rasindeeling onder scheidt drie hoofdrassen: het blanke of europide, het gele of mongolide, het zwarte of negride. Elk van deze hoofdrassen laat weer een aantal kleinere goed t.o. van elkaar te begrenzen rassen onderscheiden. Als voorbeeld behandelde spr. zeer in het kort het europide hoofdras, waarin drie groote groepen te onderscheiden zijn: de blonde rassen in het Noorden, de centrale gor del der rondhoofden en de Zuidelijke langhoof- den, elk weer een aantal rassen omvattend. Het spreekt vanzelf, zoo ging spr. verder, dat een dergelijke rasindeeling een zeer beperk te beteekenis heeft. Voorts betoogde hij, dat ieder inzicht in een tusschen bepaalde raskenmerken en bepaalde geesteseigenschappen bestaand verband ons ontbreekt. Bovendien is een op groote schaal in gesteld persoonlijk systematisch onderzoek naar de geesteseigenschappen der rassen. parallel aan het lichamelijk onderzoek nooit onderno men. De tijd is dan ook voor een synthese van de gegevens der physische en psychische an thropologic nog niet rijp en wie dit toch onder neemt vervalt in dezelfde fout van een eeuw geleden. Tot slot stelde spr. zich de vraag: hoe zou men het rassen vraagstuk van vandaag eigenlijk moe ten formuleeren? Ket antwoord hierop luidt z.i.: „Kan hetgeen wij weten aangaande de men- schenrassen uitgangspunt zijn en grondslag voor redelijk-zedelijk handelen van mensch tot mensch, zooals dit in het staatkundig, maat schappelijk en economisch leven tot uiting komt?" Wie vakkundig bevoegd en bovendien zich zijn verantwoordelijkheid bewust is mag hier niet anders getuigen dan: „onvoorwaardelijk neen!" Bijenkorf slaakt den verkoop van windbuksen. Naar aanleiding van de voorgevallen inci denten met windbuksen, heeft de Vereeniging ter bestrijding der Bandeloosheid zich in een request gericht tot den minister van justitie ten einde tot verkoop-verbod van windbuksen te komen. Tegelijkertijd richtte de vereeniging een verzoek aan de groote warenhuizen om eigener beweging den verkoop stop te zetten. Zaterdag ontving de secretaris der vereeniging van de hoofddirectie der „Bijenkorf" een brief waarin wordt medegedeeld, dat van Zaterdag af het artikel windbuksen niet meer verkocht zou worden, noch door het hoofdkantoor noch door de filialen. De vereeniging heeft onmid dellijk haar grooten dank betuigd voor zooveel medewerking. H. M. de Koningin gaat niet naar Grindelwald. Men meldt .ons van officieele zijde, dat de geruchten, die de pers heeft gemeld van een verblijf van H.M. de Koningin in Grindelwald, geheel uit de lucht zijn gegrepen, aangezien de Koningin geen reisplannen heeft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 5