Denemarken schaft Eerste Kamer af. Autobuswetje verwerft geen groote meerderheid. AUGUSTA DE WIT KL Van kwartjes guldens gemaakt!! „Autobussen goedkoop, ZATERDAG 11 FEBRUARI 1939 HAARLEM'S DAG BE AD m De politieke ontwikkeling moest tot hervorming van de volks vertegenwoordiging leiden. Nu komt er één Kamer met twee afdeelingen. Uitbreiding van de volksstemmingen. (Van onzen Scandinavischen correspondent) 7 Februari. EZE week of de volgende zullen de iDeensche senatoren hun eigen parle- mentaire doodvonnis vellen, zullen zij, meer parlementair uitgedrukt, het wetsontwerp tot wijziging van de grondwet goedkeuren, waardoor de Eerste Kamer wordt afgeschaft, de laatste conservatieve garanties tegen al te snelle veranderingen in de wetge vende macht komen te vervallen en de invloed van de kiezers, van het volk, op het landsbe stuur nog grooter wordt dan zij in het demo cratische Denemarken reeds is. Deze herziening van de grondwet is onder nomen in een tijd, waarin de democratie in de wereld het hard te verantwoorden heeft. En nu zijn er wel tegenstanders, die in rhe- torische overdrijving de voorgestelde wijzi gingen uitmaken voor een uiting van een dic tatoriaal streven zij het dan van een „par lementaire meerderheids-dictatuur" en die een verdrukking van de minderheden meenen te moeten duchten, maar minderheden hebben er zich in parlementaire staten, ook toen het woord dictatuur nog geen gemeengoed was geworden, gewoonlijk bij neer moeten leggen dat bij verschil van meening de meeste stem men golden. Wie onbevooroordeeld van de thans in den maak zijnde grondwetswijziging kennis neemt moet erkennen, dat zij niet alleen een getuigenis is van den wil van het Deensche volk als geheel om de democratie in eere te houden, om in vrijheid en met ge lijke rechten voor allen te blijven leven, maar ook een bewijs dat men de noodzaak van aan passing bij de gewijzigde omstandigheden ten volle inziet. Hiermee wordt er niet op gedoeld dat men nog eens nauwkeurig geformuleerd heeft, dat geen enkele onderdaan wegens zijn geloof of zijn politieke opvatting op eenigerlei wijze van zijn vrijheid beroofd kan worden, al kan zoo'n verzekering in dezen tijd ook niet overbodig lijken. Maar wél wordt gedoeld op de afschaffing van de Eerste Kamer, welker samenstelling door een deel van de kiezers werd bepaald en welker vernieuwing zoo langzaam ging, dat vertegenwoordigers van een minderheid het jarenlang onmogelijk kon den maken, uitvoering te geven aan de dui delijk uitgesproken verlangens van de meer derheid van het volk. Deze „strijd tusschen de beide Kamers" was niet bepaald bevorder lijk voor het aanzien van het parlement, hij dreigde op den duur gevaarlijk te worden voor de democratie en daarom is men in steeds breeder kringen gaan inzien, dat de indirect gekozen Eerste Kamer verdwijnen moest. Al spreekt het haast vanzelf, dat de oppositie, zoolang zij door haar overwicht in den senaat de plannen van de regeering dwarsboomen kon, haar wel eens met „minderheids-dicta tuur" bestempelde machtspositie niet prijs wilde geven. Eerst toen zij haar meerderheid in het Landsting verloor, verloor zij ook haar belangstelling voor deze Kamer, die een con servatieve afgevaardigde eens een wormsteki- gen stok genoemd had, die nergens anders goed voor was dan om in het wiel van de re geering te steken. Hij was daar in 1936 zoo vaak tusschen gestoken, dat hij er van brak. Zeven jaar tevoren hadden de sociaal-demo craten en de radicalen wij zouden zeggejj vrijzinnig democraten in het Folketing de meerderheid veroverd. Nu kregen zij die ook in het Landsting en toen vervolgens op ini tiatief van de regeering een bijzondere par lementaire commissie met de voorbereiding van de grondwetsherziening begon bleek niet alleen, dat de vertegenwoordigers van de grootste oppositiepartij, de conservatieve, het met die van de beide regeéringspartijen eens konden worden over een gemeenschappelijk voorstel, zoodat in het tiende regeeringsjaar van het kabinet-Stauning Munch een aan zienlijke parlementaire meerderheid de wijzi ging van dé grondwet goed kon keuren. Ook bleek, dat practisch alle partijen handhaving van de grondwet van 1915 ongewenscht acht ten, omdat zij inzagen dat de politieke ontwik keling tot hervorming van de volksvertegen woordiging dwong. Het was aanvankelijk de bedoeling van Stauning en van Munch ook het Land sting, dat hij zoo vaak als „bolwerk der re actie" had kunnen karakteriseeren, heelemaal op te ruimen en dus alleen de Tweede Kamer, het Folketing, den „Volksraad", over te hou den. Volgens de grondwetswijziging, die de vorige week met 96 tegen 32 stemmen door het Folketing is goedgekeurd en die naar alle waarschijnlijkheid over eenige maanden door Koning Christiaan onderteekend zal worden, wordt trouwens in feite het ëén-Kamer-begin- sel aanvaard, al wordt die eene Kamer ook in twee afdeelingen gesplitst, zooals men dat tevens in Noorwegen heeft. De eene afdeeling de grootste, zal den naam van Folketing be houden, de andere zal, om alle gedachten aan het Landsting weg te nemen, Rigsting heeten Rijksraad kan men zeggen en dat dit geen verkapt Landsting is blijkt duidelijk uit de wijze, waarop de leden gekozen zullen worden. De leden van het Landsting werden indirect gekozen, zooals dat ook in ons land met de leden van de Eerste Kamer het geval is en alleen de kiezers van boven de 35 konden hier invloed uitoefenen op de samenstelling van den senaat. Voortaan zullen practisch alle mannen en vrouwen van tenminste 23 jaar direct én tegelijkertijd én volgens het beginsel van evenredige vertegenwoordiging alle leden van het parlement kiezen en wel 175 in de kieskringen en bovendien 35 op rijkslijsten van de verschillende partijen, waarvoor de in het geheele land op de verschillende partijen uitgebrachte stemmen bij elkaar opgeteld wor den. Die 35 krijgen zitting in het Rigsting. worden dus. om voor het gemak de oude ter minologie te gebruiken, als Eerste Kamer leden aangewezen op grond van de stemmen- cijfers bij de Tweede Kamer-verkiezingen. De 175 in de kieskringen gekozen afgevaardigden kiezen vervolgens uit hun midden nog 35 leden, die ook in het Rigsting zitting krijgen, zoodat dit in totaal 70 leden krijgt en het Fol keting er 140 telt. Dat Denemarken met deze grondwetswijzi ging in werkelijkheid het één-Kamer-stelsel aanvaardt, blijkt echter we! het duidelijks' uit de overheerschende beteekenis, die de „Vereenigde Rijksdag", de gemeenschappelijke vergadering van beide afdeelingen krijgt. Die zal te beslissen hebben over alle voorstellen betreffende buitenlandsche zaken en finan ciën, over een eventueele grondwetswijziging en over overdracht van de regeering aan een regent bij ziekte of afwezigheid van oen Ko ning, maar tevens zullen interpellaties alleen in dien Vereenigden Rijksdag gehouden kun nen worden, zooals die ook alleen het recht heeft tot het uitspreken van een oordeel over het beleid van de regeering. Minder belang rijke voorstellen zullen daarentegen bij een van beide afdeelingen ingediend worden, al zullen die voorstellen, indien Rigsting en Folketing erover van meening verschillen of indien de behandeling ervan volgens 't oor deel van de regeering noodeloos lang duurt, door den Vereenigden Rijksdag in behande ling genomen moeten worden. Als nieuwe garantie voor de minderheid krijgt men in Denemarken nu ook de volks stemming over wetsontwerpen, die in het par lement met slechts een kleine meerderheid aangenomen zijn. Een volksstemming zal niet door een groep kiezers verlangd kunnen wor den, daarentegen wel door een-derde deel van alle Rijksdagleden met steun van tenminste vijftien procent van alle kiesgerechtigden of door twee-vijfde deel van de Rijksdagleden alleen. Tot nu toe kent men de volksstemming uit sluitend bfj wijziging van de grondwet. Ook de thans in voorbereiding zijnde grondwets herziening moet, nadat de voorstellen, die reeds door het Folketing zijn aangenomen, ook door het Landsting en vervolgens, na ontbinding van den Rijksdag en nieuwe ver kiezingen, door de beide nieuwe Kamers zijn goedgekeurd, aan een volksstemming onder worpen worden. Er bestaat een kleine kans, dat die de mooie berekeningen van Stauning in de war zal sturen, want bij die volksstem ming moet de meerderheid en tevens tenmin ste 45 procent van alle kiesgerechtigden voor de grondwetswijziging zijn. Weliswaar staat ongeveer 75 procent van de kiezers achter de partijen, die de nieuwe grondwet willen, maar in de conservatieve partij is er vrij veel oppo sitie en men moet rekening houden met de mogelijkheid, dat de politiek-indifferenten, de thuisblijvers, de grondwetsherziening schip breuk doen lijden. Maar heel groot is die mo gelijkheid niet en Stauning rekent er in alle geval zeker op, dat hij op den Grondwetsdag, den vijfden Juni, de nieuwe grondwet aan ko ning Christiaan voor kan leggen. C. G. B. EERSTE KAMER Begrooting van Financiën goedgekeurd. DEN HAAG. Vrijdag. Minister v. Buuren ontmoette nog heel wat verzet tegen zijn wetje inzake aanvulling van de „verkeers-afdeeling" van de Bezuinigingswet van 1935, waardoor een einde aan de wilde autobussen-kwestie kan worden gemaakt. De nat.-soc. senator Mr. de R ij k e, die er niets van moest hebben, dat de Regeering op allerlei manieren uit wettelijke uitspraken trachtte te ontglippen, verklaarde zich tegen het aanhan gige ontwerp. Aldus eveneens Mr. Pollema (c.h.) en Prof. Mr. Kranenburg (v. d.), van wie de eerste vooral klaagde over de onnauw keurige formuleering, welke z.i. ook dit mach- tigings-voorstel weer bevatte. Een en ander in 't bijzonder dank zij de overhaaste behandeling in de Tweede Kamer. De v. d. woordvoerder slaakte daarover evenzeer verzuchtingen en wees er op, dat, terwijl de Regeering aanvankelijk be oogd had het ontwerp aan te passen aan de terminologie van het Reglement Autovervoer voor Personen, de Tweede Kamer door aanne ming van het amendement-Diepenhorst aan een gansch andere methode (bepleit door den Utrechtschen hoogleeraar in het strafrecht Prol'. Mr. Pompe) de voorkeur had gegeven. Te weten de methode om met behulp van aanvulling van de strafrechterlijke bepalingen in de wet van 1935 uit de impasse te geraken. Wij, aldus Prof. Kranenburg, dienen als Kamer van Revisie en niet van Repetitie hu aldus het amende ment-recht aan de overzijde yan het Binnenhof nilsbruikt is tegen te stefrimen. Sprekers Utrechtsche ambt- en vakgenoot ontkende dat de Kamer van Honderd haar constitutionecle boekje te buiten was gegaan toen ze zich met 't voorstel-Diepenhorst vereenigde. Overigens kon deze spr. het aanhangige wetsvoorstel allerminst bewonderen. Maar om der wille van vermijding van den chaos zoft hij nu maar over zijn bezwa ren heenstappen, iets waartoe ook de heer v. Citters (a.r.) na eenige aarzeling wel bereid bleek. Minister v. Buuren betoogde, dat de Re geering de zaken niet kon laten loopen. Eco nomische belangen worden door ee huidige si tuatie bedreigd en als men zou kunnen voort gaan met de hand te lichten met de bepalingen van het R. A. P. zou er anarchie ontstaan. De Tweede Kamer had het ontwerp wel met voldoende grondigheid behandeld; men had bij de uitvoerige schriftelijke gedachtenwisseling aan beide methoden waarover hier gesproken was de noodige aandacht gewijd. Met 1914 (de nat. socialisten, vrijzinnig-de mocraten, een aantal socialisten en eenige rechtsche leden maakten de oppositie uit) ging het ontwerp er door. Na de koffie kwam „Financiën" aan de orde. Het beste kan het korte debat saamgevat en weergegeven worden door de hoofdpunten te vermelden uit de rede van Minister De Wilde. Deze verklaarde dit in antwoord aan de heeren V o o rst t ot V o.o r s t (R.K.) en Mr. v. Rap- p a r d (v.b.) dat het voorbarig was mee te deelen, hoe men de bezitters van groote land goederen enz. bij de a.s. belastingherziening wat zal verlichten. Zulk 'n verlichting is echter wel te verwachten. In dit verband noemde spr. het vrijwel zeker, dat vóór 1 Mei a.s. de nieuwe belastingvoorstellen, die pas over eenige weken bij de Staten-Generaal zulen worden ingediend, niet tot wet verheven zullen zijn. Mr. v. Bönninghausen (na.t soc.), die er zich over verwonderd had, dat de Regeering in zake de vraag van opheffing van het bank geheim waar ze zich eerst volkomen tegen had verklaard nu van zins is het advies van den Economischen Raad in te winnen, kreeg van den minister te hooren, „dat hij langzamerhand wel zou gaan leeren, wat zoo al de voordeelen van het parlementaire stelsel zijn." Verstandige opmerkingen in het Parlement kunnen een Minister er soms toe brengen, dan nog eens bij zondere aandacht aan een bepaalde kwestie te wijden. Hoe de nat. soc. spreker had kunnen beweren dat de belastingherziening van dit be wind wel louter met fiscale en niet met sociaal- ethische overwegingen zou samenhangen, was den Minister een raadsel, aangezien immers uit hetgeen er omtrent de plannen reeds bekend is gemaakt, blijkt dat om sociaal-ethische redenen een verlichting met 40 millioen zal worden aan gebracht. Mr. de Wilde noemde het een van de eerste eischen die men aan 'n goed Minister van Finan ciën moet stellen, dat hij streeft naar een slui tende begrooting, iets wat Mr. Pollema (c.h.), o.m. in verband met den zwevenden gulden, niet zoo dringend noodzakelijk had geacht. Wat de geheimzinnigheid op 't gebied van het egalisa tie-fonds aangaat, waarover de c.h. spreker een critisch geluid had laten hooren, dat fonds moet nu eenmaal geheim werken of het heeft geen zin. Aldus van den beginne af het door de Re geering ingenomen standpunt. Hoofdzaak ten aanzien van den goudvoorraad is te weten hoeveel goud de Nederlandsche Bank bezit en niet waar het precies overal ligt. Met onze neutraliteit heeft dit laatste ook niets te maken. Overigens verheugde de Minister er zich over. dat was opgemerkt, dat volkomen verborgen is gebleven hoe het egalisatie-fonds het vorige jaar heeft gemanoeuvreerd: grootere loftuiting was in dezen eigenlijk niet denkbaar! Als men vraagt naar den koers van den gulden, dan moet spr. wijzen op de groote fluctuatie in de verhouding tusschen pond en dollar. En nu zweven wij er tusschen in, omdat we met beiden belangen gemeen hebben. De verhouding van pond en gulden is tot 26 September vrijwel sta biel gebleven. Toen daalde plots het pond sterk. Dien val hebben wij met den gulden niet mee gemaakt. Ons streven is er op gericht de koers van den gulden zoo zéker mogelijk te houden en als men nu in 't buitenland zou vragen welke zwevende munt is nu eigenlijk het meest sta biel, dan zal het antwoord zeker luiden: de gulden. Overigens kan de Minister aan Mr. Pol lema de verzekering geven dat hij en Mr. Trip het volkomen eens zijn omtrent de monetaire politiek, zoodat men uit de mede-onderteekening door den President van de Nederlandsche Bank van het adres van de 9 mannen handeling, die de heer De Zeeuw (s.d.) had afgekeurd niet moest opmaken, dat er ten aanzien van het munt-vraagstuk eenig verschil van inzicht zou bestaan tusschen den Minister en den leider Van onze centrale bankinstelling. In tweede instantie ontkende Minister de Wilde nog eens nadrukkelijk, dat het egalisatie fonds na eerst het pond gevolgd te hebben, nu achter den dollar aanloopt. Dat is onjuist. We volgen onze eigen koers. Zonder hoofdelijke stemming, met aanteekening van het „tegen" der nat. socialisten, keurde de Kamer de begroo- ling van Financiën goed, nadat men bepaald genoten had van de .smakelijke wijze waarop de Minister in een evén degelijk als helder betoog de heeren senatoren wist te beantwoorden. Dinsdag onderwijs. E. v. R. Een schrijfster die, vooral in onze jeugd jaren zoo tusschen twintig en dertig, ons bijster geboeid heeft waarvoor wij haar steeds dankbaar zijn gebleven is gisteren te Baarn, 74 jaar oud, overleden. Zij was in Indië geboren en debuteerde met „Verborgen bronnen" als romanschrijfster eerst op 35-jarigen leeftijd na in Holland en Engeland academische studies te hebben ge volgd en daarna aan de meisjes-H.B.S. te Batavia een paai' jaren te hebben les gegeven. Na Verborgen Bronnen volgde drie jaar later (1902) Orpheus in de dessa en nog weer één jaar later ,De Godin die wacht" welke drie boeken haar in de eerste jaren onzer eeuw naar voren brachten in de rij der ro manciers die, voortbouwend op Zola's en anderer realisme en dat nuanceerend en ver zachtend vaak naar eigen aard, onze lette ren met tallooze romans verrijkt hebben. Augusta de Wit behoorde, hoewel zij nimmer een veelschrijfster is geweest, zeker tot de allerbesten onder haar tijdgenooten. Door geboorte, opvoeding en verworven kennis was haar een breed levensinzicht eigen geworden, waardoor, naast haar scherp waarnemings vermogen der realiteit een bloeiend gevoel voor de onzichtbare dingen die dat leven dooraderen, zich kon laten gelden In zooverre dus was zij van dat realisme pur et simple al vrij ver verwijderd geraakt, en zou er zich bij het ouder worden nog verder van ver wijderen zonder echter haar scherpte van blik op de tastbare zaken te verliezen. In latere verhalen: De Wake bij de Brug. Drie vrouwen in het Heilige Woud, De Wijdere Wereld (tusschen 1918 en 1930 verschenen) zal men telkens haar dieper dan naar de opper vlakte speurende geest aan het werk vinden. Het geheim van de gele kaart. Heel Nederland staat thans in het teeken van de gele kaart. Wat de gele kaart is? Er zullen weinig lezers(essen) zijn, die dat nog niet weten. De post heeft haar kosteloos bij U thuis bezorgd: de gele kaart met 4 kansen te gelijk op: 3 Jaar zonder zorgen f 5000.een Studiebeurs f 2000.Stoffeering en Meu bileering van Uw woning f 1200Centrale Verwarming f 1000.enz. enz. U hebt dus 4 kansen in eigen hand! Ge bruik ze! U hebt 4 nummers in Uw bezit, die inderdaad Uw geluksnummers kunnen zijn. Gebruik ze! Maarde tijd dringt! Plak nü Uw kaart vol, want reeds op 28 Februari a.s. moet te Utrecht, ten overstaan van No taris A. J. P. Mertens, de beslissende trekking plaats vinden. Plak dus Uw kaart vol en ver zend haar. Mocht u nog niet in het bezit zijn van een gele kaartU kunt ze op aanvraag koste loos bekomen bij het Comité tot Verzorging van Daklooze Vrouwen en Meisjes van alle Gezindten, Postbox 2004 te Utrecht. Alle deelnemers ontvangen binnen 14 dagen na de trekking kosteloos de officieele trekkingslijst. Op verzoek wordt bericht van ontvangst der kaart gezonden. Winnaars van hoofdprijzen kunnen volgens „eigen keuze" handelen. (Adv. ingez. Med.) LETTERKUNDIGE AVOND. De afd. Haarlem van de Ver. Ned. Fabrikaat organiseert in samenwerking met de Haar- lemsche Boekverkoopersvereeniging een let terkundigen avond op Donderdag 23 Februari in den Stadsschouwburg. De burgemeester dr. J. E. Baron de Vos van Steen wijk zal den avond openen, de heer J. Tersteeg zal een causerie houden en A. den Doolaard een voordracht met lichtbeelden en muziek. CONCERT „ZANG EN VRIENDSCHAP". De Koninklijke Liedertafel „Zang en Vriend schap" die op het laatste Bachconcert haar me dewerking aan de zoo wel geslaagde uitvoering gaf, zal Dinsdag 14 dezer in de Gemeente-Con certzaal een concert geven, waaraan de harpiste Rosa Spier en de violist Gijs Beths hunne me dewerking zullen verleenen. Een uitgelezen programma, waaronder „Dem Sonnengott" van'Suter en ..Totenvolk" van He- gar voorkomen, zal „Zang en Vriendschap'1 in staat stellen de reputatie, die dit mannenzang- corps zich verwierf, wederom hoog te houden. Die breedheid van begrip en liefde voor wat leeft maakte haar t-ot een uitmuntende schrijfster van kronieken over litteratuur. Over Engelsche en Duitsche boeken schreef zij geregeld zeer heldere verslagen voor de Nieuwe Rotterdammer. De journalistieke ar beid was haar niet vreemd: in Indië had zij geregeld bijdragen voor de Javabode geschre ven en ook nog andere kranten in ons land konden zoo nu en dan op haar medewerking rekenen. Haar laatste boek „God's Gooche laartjes" verscheen zes jaar geleden. Java. haar geboorteland, is van veel in vloed op haar levensinzichten geweest. Haar Facts and Fancies about Java (1904) hebben ook buiten onzen stam belangstelling voor dat schoone eiland wakker geroepen en in haar genegenheid voor den Javaan vond zij in den bekenden mr. C. Th. van Deventer een bewonderend partner. Haar schoonste proza- bladzijden zijn aan Java en Insulinde gewijd Daarom willen wij tot slot een fragment ci- teeren uit De Godin die wacht, een deel van de beschrijving der feesten op Kalimas. de plantage waar de jonge Van Heemsbergen een anderen kijk op de wereld gaat krijgen. Men kan uit dit kleine fragment reeds op maken hoeveel zuiverder en eedegener de schrijftrant, van Augusta de Wit in 1903 was naast de nonchalance waarmee in de meeste plantersromans onzer dagen de taal gehan teerd wordt. Haar toon doet aan Jacobus van Looy's Proza denken: „onder het lommer der kanari-boomen werden hanengevechten gehouden; de dicht- gedrongen kringen der toeschouwers ver nieuwen zich telkens weer. Er stonden masten opgericht voor behendige klimmers, met een aan den top blinkenden prijs. Avond aan avond speelde de wayang, waar een drama vertoond werd. zóó lang, dat de tijdruimte der geheele week maar even voldoende was al de heldendaden, wonderen, geboorten, liefdes avonturen en triomfen. De dichte kringen toeschouwers vergaten den medegebrachten mondkost bij het kijken naar de slanke, stijve of gedrochtelijke figuurtjes die koningen, helden, nimfen en kwade reuzen voorstelden, genotvol luisterend naar de oneindig-dikwijls gehoorde verzen en zich verkneukelend in de toespelingen waarmee de dalang zijn poppen de Hollanders voor den gek deed houden. De vrouwen zaten er bij met hun in slaap ge vallen kleintjes in den slendang en op den schoot. De gamelan begon te spelen; de danseressen verschenen, elkander bij de hand houdend, zonge lange Liederen, hun sjerp uit spreidend voor het gezicht en wiegelden, hun lenig lijf buigend en draaiend, op stilstaande voeten. Bij zonsopgang was het nog niet gedaan: schoorvoetend gingen de toeschou wers heen. In het rond in de loodsen en de kraampjes, in de keet die de planter had laten oprichten, en overal onder boomen en tusschen struikgewas, werden slapers wakker die knipoogden tegen het licht. Reeds ging de rook weer op van rijs-vuurtjes die neer gehurkte vrouwen met hun vlaggetjes en waaiers van palmvezels aanwakkerden, rond om de komforen van de waronghouders ver spreidde zich de walm van heete"kokosolie: de mandoers van de fabriek kwamen aandragen met zakken rijst en mais en wannen vol gedroogde visch; overnieuw begon een vroo- lijke dag Naast de rustige intelligentie van onzen Van Looy plaatst de lezer in zijn herinnering den aanvang van Flaubert's Salammbo. als hij deze enkele regels van Augusta de Wit zorgvuldig bekijkt. Zij moet ze beiden ge waardeerd hebben, zooals zij in haar lange leven alles wat zuiver-menschelijk was ge waardeerd heeft. Intuïtief keurde zij' het waardevolle ook in muziek en schilderkunst Haar huis in Laren was in de oorlogsjaren een oase voor de fijne geesten die, verjaagd door Holland zwierven. Toen schilderde de poeet Degouve de Nuncques haar sneeuwbedekten tuin (een doek. nu in het bezit van de Rot- terdamsche familie Hintzen) en vonden an deren op haar Larensche hoeve begrip en vertroosting. Een schrandere, waardige figuur is Augusta de Wit geweest. J. H. DE BOIS. (Adv. Ingez. MedJ omdat er spoorwegen zijn". Orde en regelmaat in het verkeer bepleit. Bespreking der wetsontwerpen tot coördinatie van het vervoer. In den Dierentuin te 's-Gravenhagt hield de Personeelraad der Neder landsche Spoorwegen gisteren een besturencongres voor de vijf erkende organisaties van spoor- en tramweg personeel ter bespreking van de aan hangige wetsontwerpen tot coördina tie van het personenvervoer en tot coördinatie ran het goederenver voer. De voorzitter, de heer Moltmaker, zeide in zijn openingswoord, dat in het algemeen niet voldoende maatregelen zijn getroffen om orde en regelmaat in het verkeer te scheppen. Een landsbelang drijft ons en daarom is het congres belegd. Inleiding van prof. Bonger. Het verkeersprobleem, aldus spr. is een alge meen probleem, van een bijzondere zijde ge zien. Het teveel ook op vervoersgebied is zeer bijzonder, er is in ons land veel te veel vervoersvermogen, vooral door den omvang van het watervervoer. Spr. somde op hoeveel zorg is besteed aan vervoersmogelijkheid. Het verkeer in Nederland is een complete chaos, een anarchie. Een kleine groep menschen tracht hier munt te slaan. Alleen een kind of een dogmaticus kan hierin nog op harmo nie hopen. Wanneer men vroeger had ingegrepen, zou veel ellende voorkomen zijn. De beide wets ontwerpen. ter behandeling gereed, bewijzen, dat de regeering de noodzaak voelt in te grij pen. De regeering omvat in deze ontwerpen alle vervoer. Zij heeft het concessiestelsel ge kozen en daar zit aan Vast dat de vervoers plicht. de tarieven en de dienstregelingen ge regeld moeten worden, omdat anders het con- cessionneerde bedrijf te zeer bevoorrecht wordt. Er is thans enorme agitatie tegen de wets ontwerpen, maar spreker voelt hieruit niet agi tatie, omdat men het algemeen belang beoogt, maar omdat men let op privaat belang. De te genstanders der wetsontwerpen betoogen. dat thans verstarring in de techniek wordt gebracht. Prof. Bonger weerlegt dit bezwaar uitvoerig. Een ander argument tegen de ontwerpen is, dat autovervoer veel goedkooper is. Maar denkt men dan niet meer aan comfort, snelheid enz.? De tegenstanders spelen deze goedkoopte thanst als grooten troef uit. Maar als de lasten gelijk waren met die der spoorwegen, dan zou men wat anders beleven. De autobus is alleen goedkoop, omdat er spoor wegen zijn Wij kunnen de spoorwegen geen dag missen. Wanneer wij geen spoorwegen zouden hebben, dan zouden de tarieven der bussen naar boven vliegen. De autobus kan het vervoer al leen niet verwerken. De sporen doen het groote en massale vervoer voor allen. Zij geven het kleine vervoer langza merhand op, zoodat, waar de mogelijkheid daar toe bestaat, daarvoor het autobusverkeer inge schakeld kan worden in het verkeer, maar dan systematisch en zonder een bedrijf als de spoor wegen te ruineeren. Komende tot zijn conclusie, zegt spr. dat de aanhangige wetsontwerpen in het algemeen belang moeten worden aangenomen. Verwer ping zou noodlottig zijn. De vervoer-coördinatie is nuttig en niets zal haar kunnen tegenhouden. Rede prof. Hondelink. Het probleem van vervoers-coördmatie ving spreker aan vraagt in alle beschaafde landen nog naar definitieve oplossing. Het bestaan van het probleem is het gevolg an vooral twee oorzaken: de industrieele de pressie en de opkomst van nieuwe transport middelen. Uit de ervaringen elders ontkomt men niet aan de conclusie, dat de depressie de voornaam ste reden van het bestaan van een vervoerspro bleem is. Daarmee moet bij iedere poging tot op lossing rekening worden gehouden. De principes, die als basis van de oplossing dienden, waren altijd dezelfde: 1. de gemeen schap heeft recht op dat verkeerssysteem, dat in geen opzicht verarming tengevolge heeft. 2. De verschillende transportvormen moeten voorzien in dat gedeelte van het vervoer, waarvoor zij het meeste geschikt zijn. 3. De verschillende transportvormen moeten aan elkaar aansluiten op de meest economische en de meest effectieve wijze. Waar twee of meer vervoermiddelen gelijke diensten geven van een zelfde kwaliteit, daar moet het vervoer gaan naar dat vervoermiddel, dat de laagste sociale kosten geeft. De richting, waarin de verdeeling ging, lag in de landen, waar contact met het vraagstuk had, algemeen gesproken, als volgt: Hoofdaderen van spoorwegen, waarop een gunstige verdeeling van vaste kosten mogelijk moet zijn, hebben sociale kosten, lager dan weg transport voor vrijwel alle klassen van goede ren over matig lange en lange afstanden van vervoer en distributie. Ook de kwaliteit is gelijk of beter. Het wetsontwerp laat in vergelijking met wat elders geschiedde of geschiedt, aldus besloot spr. zijn rede, den weg naar een goede oplossing van het vraagstuk open. Inleiding Prof. De Vries. Prof. De Vries begon vervolgens met te wij zen op het gevaar, dat het vraagstuk der coör dinatie bedolven zal worden onder een complex van misverstanden en leuzen. Spr. wilde over de kwestie zoo weinig mogelijk theoretiseeren. Men stelle het vraagstuk zoo concreet mogelijk, dan zal men kunnen komen tot den opbouw van het Nederlandsche vervoerapparaat. De tegenstelling tusschen rail- en motorvervoer raakt de kern van de kwestie niet. daar gaat het niet om. Het gaai wel om de tegenstelling van geregeld, het algemeen belang dienend vervoer met het inci denteel werkend vervoer,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 11