Denemarken schaft Eerste Kamer af.
Autobuswetje verwerft geen groote
meerderheid.
AUGUSTA DE WIT
KL
Van kwartjes
guldens
gemaakt!!
„Autobussen goedkoop,
ZATERDAG 11 FEBRUARI 1939
HAARLEM'S DAG BE AD
m
De politieke ontwikkeling moest
tot hervorming van de volks
vertegenwoordiging leiden.
Nu komt er één Kamer
met twee afdeelingen.
Uitbreiding van de
volksstemmingen.
(Van onzen Scandinavischen correspondent)
7 Februari.
EZE week of de volgende zullen de
iDeensche senatoren hun eigen parle-
mentaire doodvonnis vellen, zullen
zij, meer parlementair uitgedrukt, het
wetsontwerp tot wijziging van de grondwet
goedkeuren, waardoor de Eerste Kamer wordt
afgeschaft, de laatste conservatieve garanties
tegen al te snelle veranderingen in de wetge
vende macht komen te vervallen en de invloed
van de kiezers, van het volk, op het landsbe
stuur nog grooter wordt dan zij in het demo
cratische Denemarken reeds is.
Deze herziening van de grondwet is onder
nomen in een tijd, waarin de democratie in
de wereld het hard te verantwoorden heeft.
En nu zijn er wel tegenstanders, die in rhe-
torische overdrijving de voorgestelde wijzi
gingen uitmaken voor een uiting van een dic
tatoriaal streven zij het dan van een „par
lementaire meerderheids-dictatuur" en die
een verdrukking van de minderheden meenen
te moeten duchten, maar minderheden hebben
er zich in parlementaire staten, ook toen het
woord dictatuur nog geen gemeengoed was
geworden, gewoonlijk bij neer moeten leggen
dat bij verschil van meening de meeste stem
men golden. Wie onbevooroordeeld van de
thans in den maak zijnde grondwetswijziging
kennis neemt moet erkennen, dat zij niet
alleen een getuigenis is van den wil van het
Deensche volk als geheel om de democratie
in eere te houden, om in vrijheid en met ge
lijke rechten voor allen te blijven leven, maar
ook een bewijs dat men de noodzaak van aan
passing bij de gewijzigde omstandigheden ten
volle inziet. Hiermee wordt er niet op gedoeld
dat men nog eens nauwkeurig geformuleerd
heeft, dat geen enkele onderdaan wegens zijn
geloof of zijn politieke opvatting op eenigerlei
wijze van zijn vrijheid beroofd kan worden, al
kan zoo'n verzekering in dezen tijd ook niet
overbodig lijken. Maar wél wordt gedoeld op
de afschaffing van de Eerste Kamer, welker
samenstelling door een deel van de kiezers
werd bepaald en welker vernieuwing zoo
langzaam ging, dat vertegenwoordigers van
een minderheid het jarenlang onmogelijk kon
den maken, uitvoering te geven aan de dui
delijk uitgesproken verlangens van de meer
derheid van het volk. Deze „strijd tusschen
de beide Kamers" was niet bepaald bevorder
lijk voor het aanzien van het parlement, hij
dreigde op den duur gevaarlijk te worden voor
de democratie en daarom is men in steeds
breeder kringen gaan inzien, dat de indirect
gekozen Eerste Kamer verdwijnen moest. Al
spreekt het haast vanzelf, dat de oppositie,
zoolang zij door haar overwicht in den senaat
de plannen van de regeering dwarsboomen
kon, haar wel eens met „minderheids-dicta
tuur" bestempelde machtspositie niet prijs
wilde geven. Eerst toen zij haar meerderheid
in het Landsting verloor, verloor zij ook haar
belangstelling voor deze Kamer, die een con
servatieve afgevaardigde eens een wormsteki-
gen stok genoemd had, die nergens anders
goed voor was dan om in het wiel van de re
geering te steken. Hij was daar in 1936 zoo
vaak tusschen gestoken, dat hij er van brak.
Zeven jaar tevoren hadden de sociaal-demo
craten en de radicalen wij zouden zeggejj
vrijzinnig democraten in het Folketing de
meerderheid veroverd. Nu kregen zij die ook
in het Landsting en toen vervolgens op ini
tiatief van de regeering een bijzondere par
lementaire commissie met de voorbereiding
van de grondwetsherziening begon bleek niet
alleen, dat de vertegenwoordigers van de
grootste oppositiepartij, de conservatieve, het
met die van de beide regeéringspartijen eens
konden worden over een gemeenschappelijk
voorstel, zoodat in het tiende regeeringsjaar
van het kabinet-Stauning Munch een aan
zienlijke parlementaire meerderheid de wijzi
ging van dé grondwet goed kon keuren. Ook
bleek, dat practisch alle partijen handhaving
van de grondwet van 1915 ongewenscht acht
ten, omdat zij inzagen dat de politieke ontwik
keling tot hervorming van de volksvertegen
woordiging dwong.
Het was aanvankelijk de bedoeling van
Stauning en van Munch ook het Land
sting, dat hij zoo vaak als „bolwerk der re
actie" had kunnen karakteriseeren, heelemaal
op te ruimen en dus alleen de Tweede Kamer,
het Folketing, den „Volksraad", over te hou
den. Volgens de grondwetswijziging, die de
vorige week met 96 tegen 32 stemmen door
het Folketing is goedgekeurd en die naar alle
waarschijnlijkheid over eenige maanden door
Koning Christiaan onderteekend zal worden,
wordt trouwens in feite het ëén-Kamer-begin-
sel aanvaard, al wordt die eene Kamer ook in
twee afdeelingen gesplitst, zooals men dat
tevens in Noorwegen heeft. De eene afdeeling
de grootste, zal den naam van Folketing be
houden, de andere zal, om alle gedachten aan
het Landsting weg te nemen, Rigsting heeten
Rijksraad kan men zeggen en dat dit
geen verkapt Landsting is blijkt duidelijk uit
de wijze, waarop de leden gekozen zullen
worden. De leden van het Landsting werden
indirect gekozen, zooals dat ook in ons land
met de leden van de Eerste Kamer het geval
is en alleen de kiezers van boven de 35 konden
hier invloed uitoefenen op de samenstelling
van den senaat. Voortaan zullen practisch alle
mannen en vrouwen van tenminste 23 jaar
direct én tegelijkertijd én volgens het beginsel
van evenredige vertegenwoordiging alle leden
van het parlement kiezen en wel 175 in de
kieskringen en bovendien 35 op rijkslijsten
van de verschillende partijen, waarvoor de in
het geheele land op de verschillende partijen
uitgebrachte stemmen bij elkaar opgeteld wor
den. Die 35 krijgen zitting in het Rigsting.
worden dus. om voor het gemak de oude ter
minologie te gebruiken, als Eerste Kamer
leden aangewezen op grond van de stemmen-
cijfers bij de Tweede Kamer-verkiezingen. De
175 in de kieskringen gekozen afgevaardigden
kiezen vervolgens uit hun midden nog 35
leden, die ook in het Rigsting zitting krijgen,
zoodat dit in totaal 70 leden krijgt en het Fol
keting er 140 telt.
Dat Denemarken met deze grondwetswijzi
ging in werkelijkheid het één-Kamer-stelsel
aanvaardt, blijkt echter we! het duidelijks'
uit de overheerschende beteekenis, die de
„Vereenigde Rijksdag", de gemeenschappelijke
vergadering van beide afdeelingen krijgt. Die
zal te beslissen hebben over alle voorstellen
betreffende buitenlandsche zaken en finan
ciën, over een eventueele grondwetswijziging
en over overdracht van de regeering aan een
regent bij ziekte of afwezigheid van oen Ko
ning, maar tevens zullen interpellaties alleen
in dien Vereenigden Rijksdag gehouden kun
nen worden, zooals die ook alleen het recht
heeft tot het uitspreken van een oordeel over
het beleid van de regeering. Minder belang
rijke voorstellen zullen daarentegen bij een
van beide afdeelingen ingediend worden, al
zullen die voorstellen, indien Rigsting en
Folketing erover van meening verschillen of
indien de behandeling ervan volgens 't oor
deel van de regeering noodeloos lang duurt,
door den Vereenigden Rijksdag in behande
ling genomen moeten worden.
Als nieuwe garantie voor de minderheid
krijgt men in Denemarken nu ook de volks
stemming over wetsontwerpen, die in het par
lement met slechts een kleine meerderheid
aangenomen zijn. Een volksstemming zal niet
door een groep kiezers verlangd kunnen wor
den, daarentegen wel door een-derde deel van
alle Rijksdagleden met steun van tenminste
vijftien procent van alle kiesgerechtigden of
door twee-vijfde deel van de Rijksdagleden
alleen.
Tot nu toe kent men de volksstemming uit
sluitend bfj wijziging van de grondwet. Ook
de thans in voorbereiding zijnde grondwets
herziening moet, nadat de voorstellen, die
reeds door het Folketing zijn aangenomen,
ook door het Landsting en vervolgens, na
ontbinding van den Rijksdag en nieuwe ver
kiezingen, door de beide nieuwe Kamers zijn
goedgekeurd, aan een volksstemming onder
worpen worden. Er bestaat een kleine kans,
dat die de mooie berekeningen van Stauning
in de war zal sturen, want bij die volksstem
ming moet de meerderheid en tevens tenmin
ste 45 procent van alle kiesgerechtigden voor
de grondwetswijziging zijn. Weliswaar staat
ongeveer 75 procent van de kiezers achter de
partijen, die de nieuwe grondwet willen, maar
in de conservatieve partij is er vrij veel oppo
sitie en men moet rekening houden met de
mogelijkheid, dat de politiek-indifferenten, de
thuisblijvers, de grondwetsherziening schip
breuk doen lijden. Maar heel groot is die mo
gelijkheid niet en Stauning rekent er in alle
geval zeker op, dat hij op den Grondwetsdag,
den vijfden Juni, de nieuwe grondwet aan ko
ning Christiaan voor kan leggen.
C. G. B.
EERSTE KAMER
Begrooting van Financiën goedgekeurd.
DEN HAAG. Vrijdag.
Minister v. Buuren ontmoette nog heel wat
verzet tegen zijn wetje inzake aanvulling van de
„verkeers-afdeeling" van de Bezuinigingswet
van 1935, waardoor een einde aan de wilde
autobussen-kwestie kan worden gemaakt.
De nat.-soc. senator Mr. de R ij k e, die er niets
van moest hebben, dat de Regeering op allerlei
manieren uit wettelijke uitspraken trachtte te
ontglippen, verklaarde zich tegen het aanhan
gige ontwerp. Aldus eveneens Mr. Pollema
(c.h.) en Prof. Mr. Kranenburg (v. d.), van
wie de eerste vooral klaagde over de onnauw
keurige formuleering, welke z.i. ook dit mach-
tigings-voorstel weer bevatte. Een en ander in
't bijzonder dank zij de overhaaste behandeling
in de Tweede Kamer. De v. d. woordvoerder
slaakte daarover evenzeer verzuchtingen en wees
er op, dat, terwijl de Regeering aanvankelijk be
oogd had het ontwerp aan te passen aan de
terminologie van het Reglement Autovervoer
voor Personen, de Tweede Kamer door aanne
ming van het amendement-Diepenhorst aan een
gansch andere methode (bepleit door den
Utrechtschen hoogleeraar in het strafrecht Prol'.
Mr. Pompe) de voorkeur had gegeven. Te weten
de methode om met behulp van aanvulling van
de strafrechterlijke bepalingen in de wet van
1935 uit de impasse te geraken. Wij, aldus Prof.
Kranenburg, dienen als Kamer van Revisie
en niet van Repetitie hu aldus het amende
ment-recht aan de overzijde yan het Binnenhof
nilsbruikt is tegen te stefrimen. Sprekers
Utrechtsche ambt- en vakgenoot ontkende dat de
Kamer van Honderd haar constitutionecle
boekje te buiten was gegaan toen ze zich met 't
voorstel-Diepenhorst vereenigde. Overigens kon
deze spr. het aanhangige wetsvoorstel allerminst
bewonderen. Maar om der wille van vermijding
van den chaos zoft hij nu maar over zijn bezwa
ren heenstappen, iets waartoe ook de heer v.
Citters (a.r.) na eenige aarzeling wel bereid
bleek.
Minister v. Buuren betoogde, dat de Re
geering de zaken niet kon laten loopen. Eco
nomische belangen worden door ee huidige si
tuatie bedreigd en als men zou kunnen voort
gaan met de hand te lichten met de bepalingen
van het R. A. P. zou er anarchie ontstaan.
De Tweede Kamer had het ontwerp wel met
voldoende grondigheid behandeld; men had bij
de uitvoerige schriftelijke gedachtenwisseling
aan beide methoden waarover hier gesproken
was de noodige aandacht gewijd.
Met 1914 (de nat. socialisten, vrijzinnig-de
mocraten, een aantal socialisten en eenige
rechtsche leden maakten de oppositie uit) ging
het ontwerp er door.
Na de koffie kwam „Financiën" aan de orde.
Het beste kan het korte debat saamgevat en
weergegeven worden door de hoofdpunten te
vermelden uit de rede van Minister De Wilde.
Deze verklaarde dit in antwoord aan de heeren
V o o rst t ot V o.o r s t (R.K.) en Mr. v. Rap-
p a r d (v.b.) dat het voorbarig was mee te
deelen, hoe men de bezitters van groote land
goederen enz. bij de a.s. belastingherziening wat
zal verlichten. Zulk 'n verlichting is echter wel
te verwachten. In dit verband noemde spr. het
vrijwel zeker, dat vóór 1 Mei a.s. de nieuwe
belastingvoorstellen, die pas over eenige weken
bij de Staten-Generaal zulen worden ingediend,
niet tot wet verheven zullen zijn.
Mr. v. Bönninghausen (na.t soc.), die
er zich over verwonderd had, dat de Regeering
in zake de vraag van opheffing van het bank
geheim waar ze zich eerst volkomen tegen
had verklaard nu van zins is het advies van
den Economischen Raad in te winnen, kreeg van
den minister te hooren, „dat hij langzamerhand
wel zou gaan leeren, wat zoo al de voordeelen
van het parlementaire stelsel zijn." Verstandige
opmerkingen in het Parlement kunnen een
Minister er soms toe brengen, dan nog eens bij
zondere aandacht aan een bepaalde kwestie te
wijden. Hoe de nat. soc. spreker had kunnen
beweren dat de belastingherziening van dit be
wind wel louter met fiscale en niet met sociaal-
ethische overwegingen zou samenhangen, was
den Minister een raadsel, aangezien immers uit
hetgeen er omtrent de plannen reeds bekend is
gemaakt, blijkt dat om sociaal-ethische redenen
een verlichting met 40 millioen zal worden aan
gebracht.
Mr. de Wilde noemde het een van de eerste
eischen die men aan 'n goed Minister van Finan
ciën moet stellen, dat hij streeft naar een slui
tende begrooting, iets wat Mr. Pollema (c.h.),
o.m. in verband met den zwevenden gulden, niet
zoo dringend noodzakelijk had geacht. Wat de
geheimzinnigheid op 't gebied van het egalisa
tie-fonds aangaat, waarover de c.h. spreker een
critisch geluid had laten hooren, dat fonds moet
nu eenmaal geheim werken of het heeft geen
zin. Aldus van den beginne af het door de Re
geering ingenomen standpunt.
Hoofdzaak ten aanzien van den goudvoorraad is
te weten hoeveel goud de Nederlandsche Bank
bezit en niet waar het precies overal ligt. Met
onze neutraliteit heeft dit laatste ook niets te
maken. Overigens verheugde de Minister er
zich over. dat was opgemerkt, dat volkomen
verborgen is gebleven hoe het egalisatie-fonds
het vorige jaar heeft gemanoeuvreerd: grootere
loftuiting was in dezen eigenlijk niet denkbaar!
Als men vraagt naar den koers van den gulden,
dan moet spr. wijzen op de groote fluctuatie in
de verhouding tusschen pond en dollar. En nu
zweven wij er tusschen in, omdat we met beiden
belangen gemeen hebben. De verhouding van
pond en gulden is tot 26 September vrijwel sta
biel gebleven. Toen daalde plots het pond sterk.
Dien val hebben wij met den gulden niet mee
gemaakt. Ons streven is er op gericht de koers
van den gulden zoo zéker mogelijk te houden
en als men nu in 't buitenland zou vragen welke
zwevende munt is nu eigenlijk het meest sta
biel, dan zal het antwoord zeker luiden: de
gulden. Overigens kan de Minister aan Mr. Pol
lema de verzekering geven dat hij en Mr. Trip
het volkomen eens zijn omtrent de monetaire
politiek, zoodat men uit de mede-onderteekening
door den President van de Nederlandsche Bank
van het adres van de 9 mannen handeling,
die de heer De Zeeuw (s.d.) had afgekeurd
niet moest opmaken, dat er ten aanzien van
het munt-vraagstuk eenig verschil van inzicht
zou bestaan tusschen den Minister en den leider
Van onze centrale bankinstelling.
In tweede instantie ontkende Minister de
Wilde nog eens nadrukkelijk, dat het egalisatie
fonds na eerst het pond gevolgd te hebben, nu
achter den dollar aanloopt. Dat is onjuist. We
volgen onze eigen koers. Zonder hoofdelijke
stemming, met aanteekening van het „tegen"
der nat. socialisten, keurde de Kamer de begroo-
ling van Financiën goed, nadat men bepaald
genoten had van de .smakelijke wijze waarop de
Minister in een evén degelijk als helder betoog
de heeren senatoren wist te beantwoorden.
Dinsdag onderwijs.
E. v. R.
Een schrijfster die, vooral in onze jeugd
jaren zoo tusschen twintig en dertig, ons
bijster geboeid heeft waarvoor wij haar
steeds dankbaar zijn gebleven is gisteren
te Baarn, 74 jaar oud, overleden.
Zij was in Indië geboren en debuteerde met
„Verborgen bronnen" als romanschrijfster
eerst op 35-jarigen leeftijd na in Holland en
Engeland academische studies te hebben ge
volgd en daarna aan de meisjes-H.B.S. te
Batavia een paai' jaren te hebben les gegeven.
Na Verborgen Bronnen volgde drie jaar
later (1902) Orpheus in de dessa en nog weer
één jaar later ,De Godin die wacht" welke
drie boeken haar in de eerste jaren onzer
eeuw naar voren brachten in de rij der ro
manciers die, voortbouwend op Zola's en
anderer realisme en dat nuanceerend en ver
zachtend vaak naar eigen aard, onze lette
ren met tallooze romans verrijkt hebben.
Augusta de Wit behoorde, hoewel zij nimmer
een veelschrijfster is geweest, zeker tot de
allerbesten onder haar tijdgenooten. Door
geboorte, opvoeding en verworven kennis was
haar een breed levensinzicht eigen geworden,
waardoor, naast haar scherp waarnemings
vermogen der realiteit een bloeiend gevoel
voor de onzichtbare dingen die dat leven
dooraderen, zich kon laten gelden In zooverre
dus was zij van dat realisme pur et simple al
vrij ver verwijderd geraakt, en zou er zich
bij het ouder worden nog verder van ver
wijderen zonder echter haar scherpte van
blik op de tastbare zaken te verliezen. In
latere verhalen: De Wake bij de Brug. Drie
vrouwen in het Heilige Woud, De Wijdere
Wereld (tusschen 1918 en 1930 verschenen) zal
men telkens haar dieper dan naar de opper
vlakte speurende geest aan het werk vinden.
Het geheim van de
gele kaart.
Heel Nederland staat thans in het teeken
van de gele kaart. Wat de gele kaart is? Er
zullen weinig lezers(essen) zijn, die dat nog
niet weten. De post heeft haar kosteloos bij U
thuis bezorgd: de gele kaart met 4 kansen te
gelijk op: 3 Jaar zonder zorgen f 5000.een
Studiebeurs f 2000.Stoffeering en Meu
bileering van Uw woning f 1200Centrale
Verwarming f 1000.enz. enz.
U hebt dus 4 kansen in eigen hand! Ge
bruik ze! U hebt 4 nummers in Uw bezit, die
inderdaad Uw geluksnummers kunnen zijn.
Gebruik ze! Maarde tijd dringt! Plak
nü Uw kaart vol, want reeds op 28 Februari
a.s. moet te Utrecht, ten overstaan van No
taris A. J. P. Mertens, de beslissende trekking
plaats vinden. Plak dus Uw kaart vol en ver
zend haar.
Mocht u nog niet in het bezit zijn van een
gele kaartU kunt ze op aanvraag koste
loos bekomen bij het Comité tot Verzorging
van Daklooze Vrouwen en Meisjes van alle
Gezindten, Postbox 2004 te Utrecht. Alle
deelnemers ontvangen binnen 14 dagen na de
trekking kosteloos de officieele trekkingslijst.
Op verzoek wordt bericht van ontvangst der
kaart gezonden. Winnaars van hoofdprijzen
kunnen volgens „eigen keuze" handelen.
(Adv. ingez. Med.)
LETTERKUNDIGE AVOND.
De afd. Haarlem van de Ver. Ned. Fabrikaat
organiseert in samenwerking met de Haar-
lemsche Boekverkoopersvereeniging een let
terkundigen avond op Donderdag 23 Februari
in den Stadsschouwburg.
De burgemeester dr. J. E. Baron de Vos van
Steen wijk zal den avond openen, de heer J.
Tersteeg zal een causerie houden en A. den
Doolaard een voordracht met lichtbeelden
en muziek.
CONCERT „ZANG EN VRIENDSCHAP".
De Koninklijke Liedertafel „Zang en Vriend
schap" die op het laatste Bachconcert haar me
dewerking aan de zoo wel geslaagde uitvoering
gaf, zal Dinsdag 14 dezer in de Gemeente-Con
certzaal een concert geven, waaraan de harpiste
Rosa Spier en de violist Gijs Beths hunne me
dewerking zullen verleenen.
Een uitgelezen programma, waaronder „Dem
Sonnengott" van'Suter en ..Totenvolk" van He-
gar voorkomen, zal „Zang en Vriendschap'1 in
staat stellen de reputatie, die dit mannenzang-
corps zich verwierf, wederom hoog te houden.
Die breedheid van begrip en liefde voor
wat leeft maakte haar t-ot een uitmuntende
schrijfster van kronieken over litteratuur.
Over Engelsche en Duitsche boeken schreef
zij geregeld zeer heldere verslagen voor de
Nieuwe Rotterdammer. De journalistieke ar
beid was haar niet vreemd: in Indië had zij
geregeld bijdragen voor de Javabode geschre
ven en ook nog andere kranten in ons land
konden zoo nu en dan op haar medewerking
rekenen. Haar laatste boek „God's Gooche
laartjes" verscheen zes jaar geleden.
Java. haar geboorteland, is van veel in
vloed op haar levensinzichten geweest. Haar
Facts and Fancies about Java (1904) hebben
ook buiten onzen stam belangstelling voor
dat schoone eiland wakker geroepen en in
haar genegenheid voor den Javaan vond zij in
den bekenden mr. C. Th. van Deventer een
bewonderend partner. Haar schoonste proza-
bladzijden zijn aan Java en Insulinde gewijd
Daarom willen wij tot slot een fragment ci-
teeren uit De Godin die wacht, een deel van
de beschrijving der feesten op Kalimas. de
plantage waar de jonge Van Heemsbergen een
anderen kijk op de wereld gaat krijgen.
Men kan uit dit kleine fragment reeds op
maken hoeveel zuiverder en eedegener de
schrijftrant, van Augusta de Wit in 1903 was
naast de nonchalance waarmee in de meeste
plantersromans onzer dagen de taal gehan
teerd wordt. Haar toon doet aan Jacobus van
Looy's Proza denken:
„onder het lommer der kanari-boomen
werden hanengevechten gehouden; de dicht-
gedrongen kringen der toeschouwers ver
nieuwen zich telkens weer. Er stonden masten
opgericht voor behendige klimmers, met een
aan den top blinkenden prijs. Avond aan
avond speelde de wayang, waar een drama
vertoond werd. zóó lang, dat de tijdruimte der
geheele week maar even voldoende was al de
heldendaden, wonderen, geboorten, liefdes
avonturen en triomfen. De dichte kringen
toeschouwers vergaten den medegebrachten
mondkost bij het kijken naar de slanke, stijve
of gedrochtelijke figuurtjes die koningen,
helden, nimfen en kwade reuzen voorstelden,
genotvol luisterend naar de oneindig-dikwijls
gehoorde verzen en zich verkneukelend in de
toespelingen waarmee de dalang zijn poppen
de Hollanders voor den gek deed houden. De
vrouwen zaten er bij met hun in slaap ge
vallen kleintjes in den slendang en op den
schoot. De gamelan begon te spelen; de
danseressen verschenen, elkander bij de hand
houdend, zonge lange Liederen, hun sjerp uit
spreidend voor het gezicht en wiegelden, hun
lenig lijf buigend en draaiend, op stilstaande
voeten. Bij zonsopgang was het nog niet
gedaan: schoorvoetend gingen de toeschou
wers heen. In het rond in de loodsen en de
kraampjes, in de keet die de planter had
laten oprichten, en overal onder boomen en
tusschen struikgewas, werden slapers wakker
die knipoogden tegen het licht. Reeds ging
de rook weer op van rijs-vuurtjes die neer
gehurkte vrouwen met hun vlaggetjes en
waaiers van palmvezels aanwakkerden, rond
om de komforen van de waronghouders ver
spreidde zich de walm van heete"kokosolie: de
mandoers van de fabriek kwamen aandragen
met zakken rijst en mais en wannen vol
gedroogde visch; overnieuw begon een vroo-
lijke dag
Naast de rustige intelligentie van onzen
Van Looy plaatst de lezer in zijn herinnering
den aanvang van Flaubert's Salammbo. als
hij deze enkele regels van Augusta de Wit
zorgvuldig bekijkt. Zij moet ze beiden ge
waardeerd hebben, zooals zij in haar lange
leven alles wat zuiver-menschelijk was ge
waardeerd heeft. Intuïtief keurde zij' het
waardevolle ook in muziek en schilderkunst
Haar huis in Laren was in de oorlogsjaren een
oase voor de fijne geesten die, verjaagd door
Holland zwierven. Toen schilderde de poeet
Degouve de Nuncques haar sneeuwbedekten
tuin (een doek. nu in het bezit van de Rot-
terdamsche familie Hintzen) en vonden an
deren op haar Larensche hoeve begrip en
vertroosting. Een schrandere, waardige figuur
is Augusta de Wit geweest.
J. H. DE BOIS.
(Adv. Ingez. MedJ
omdat er spoorwegen zijn".
Orde en regelmaat in
het verkeer bepleit.
Bespreking der wetsontwerpen
tot coördinatie van het vervoer.
In den Dierentuin te 's-Gravenhagt
hield de Personeelraad der Neder
landsche Spoorwegen gisteren een
besturencongres voor de vijf erkende
organisaties van spoor- en tramweg
personeel ter bespreking van de aan
hangige wetsontwerpen tot coördina
tie van het personenvervoer en tot
coördinatie ran het goederenver
voer.
De voorzitter, de heer Moltmaker, zeide in
zijn openingswoord, dat in het algemeen niet
voldoende maatregelen zijn getroffen om
orde en regelmaat in het verkeer te scheppen.
Een landsbelang drijft ons en daarom is het
congres belegd.
Inleiding van prof. Bonger.
Het verkeersprobleem, aldus spr. is een alge
meen probleem, van een bijzondere zijde ge
zien. Het teveel ook op vervoersgebied is
zeer bijzonder, er is in ons land veel te veel
vervoersvermogen, vooral door den omvang
van het watervervoer. Spr. somde op hoeveel
zorg is besteed aan vervoersmogelijkheid. Het
verkeer in Nederland is een complete chaos,
een anarchie. Een kleine groep menschen
tracht hier munt te slaan. Alleen een kind
of een dogmaticus kan hierin nog op harmo
nie hopen.
Wanneer men vroeger had ingegrepen, zou
veel ellende voorkomen zijn. De beide wets
ontwerpen. ter behandeling gereed, bewijzen,
dat de regeering de noodzaak voelt in te grij
pen. De regeering omvat in deze ontwerpen
alle vervoer. Zij heeft het concessiestelsel ge
kozen en daar zit aan Vast dat de vervoers
plicht. de tarieven en de dienstregelingen ge
regeld moeten worden, omdat anders het con-
cessionneerde bedrijf te zeer bevoorrecht
wordt.
Er is thans enorme agitatie tegen de wets
ontwerpen, maar spreker voelt hieruit niet agi
tatie, omdat men het algemeen belang beoogt,
maar omdat men let op privaat belang. De te
genstanders der wetsontwerpen betoogen. dat
thans verstarring in de techniek wordt gebracht.
Prof. Bonger weerlegt dit bezwaar uitvoerig.
Een ander argument tegen de ontwerpen is, dat
autovervoer veel goedkooper is. Maar denkt men
dan niet meer aan comfort, snelheid enz.? De
tegenstanders spelen deze goedkoopte thanst
als grooten troef uit. Maar als de lasten gelijk
waren met die der spoorwegen, dan zou men wat
anders beleven.
De autobus is alleen goedkoop, omdat er spoor
wegen zijn Wij kunnen de spoorwegen geen dag
missen. Wanneer wij geen spoorwegen zouden
hebben, dan zouden de tarieven der bussen naar
boven vliegen. De autobus kan het vervoer al
leen niet verwerken.
De sporen doen het groote en massale vervoer
voor allen. Zij geven het kleine vervoer langza
merhand op, zoodat, waar de mogelijkheid daar
toe bestaat, daarvoor het autobusverkeer inge
schakeld kan worden in het verkeer, maar dan
systematisch en zonder een bedrijf als de spoor
wegen te ruineeren.
Komende tot zijn conclusie, zegt spr. dat de
aanhangige wetsontwerpen in het algemeen
belang moeten worden aangenomen. Verwer
ping zou noodlottig zijn. De vervoer-coördinatie
is nuttig en niets zal haar kunnen tegenhouden.
Rede prof. Hondelink.
Het probleem van vervoers-coördmatie
ving spreker aan vraagt in alle beschaafde
landen nog naar definitieve oplossing.
Het bestaan van het probleem is het gevolg
an vooral twee oorzaken: de industrieele de
pressie en de opkomst van nieuwe transport
middelen.
Uit de ervaringen elders ontkomt men niet
aan de conclusie, dat de depressie de voornaam
ste reden van het bestaan van een vervoerspro
bleem is. Daarmee moet bij iedere poging tot op
lossing rekening worden gehouden.
De principes, die als basis van de oplossing
dienden, waren altijd dezelfde: 1. de gemeen
schap heeft recht op dat verkeerssysteem, dat in
geen opzicht verarming tengevolge heeft. 2. De
verschillende transportvormen moeten voorzien
in dat gedeelte van het vervoer, waarvoor zij
het meeste geschikt zijn. 3. De verschillende
transportvormen moeten aan elkaar aansluiten
op de meest economische en de meest effectieve
wijze.
Waar twee of meer vervoermiddelen gelijke
diensten geven van een zelfde kwaliteit, daar
moet het vervoer gaan naar dat vervoermiddel,
dat de laagste sociale kosten geeft. De richting,
waarin de verdeeling ging, lag in de landen, waar
contact met het vraagstuk had, algemeen
gesproken, als volgt:
Hoofdaderen van spoorwegen, waarop een
gunstige verdeeling van vaste kosten mogelijk
moet zijn, hebben sociale kosten, lager dan weg
transport voor vrijwel alle klassen van goede
ren over matig lange en lange afstanden van
vervoer en distributie. Ook de kwaliteit is gelijk
of beter.
Het wetsontwerp laat in vergelijking met wat
elders geschiedde of geschiedt, aldus besloot spr.
zijn rede, den weg naar een goede oplossing van
het vraagstuk open.
Inleiding Prof. De Vries.
Prof. De Vries begon vervolgens met te wij
zen op het gevaar, dat het vraagstuk der coör
dinatie bedolven zal worden onder een complex
van misverstanden en leuzen. Spr. wilde over de
kwestie zoo weinig mogelijk theoretiseeren. Men
stelle het vraagstuk zoo concreet mogelijk, dan
zal men kunnen komen tot den opbouw van het
Nederlandsche vervoerapparaat. De tegenstelling
tusschen rail- en motorvervoer raakt de kern
van de kwestie niet. daar gaat het niet om. Het
gaai wel om de tegenstelling van geregeld, het
algemeen belang dienend vervoer met het inci
denteel werkend vervoer,