Op eenzamen post... r-N FEUILLETON door KURT SIODMAK. 8) Bogdanoff wankelde. Hij rukte de lade van zijn schrijftafel op: het witte poeder was op. de zandlooper afgeloopenHij probeerde diep adem te halen. Maar het leek wel of de zengende lucht zijn longen verbrandde. „Water!" rochelde hij en hij rende naar zijn waschtafel, dompelde zijn hoofd in de kom. Plotseling zag hij Hauser voor zich. Hauser had een bleek, perkament gezicht en zwiepte met de rijzweep. „Wegnemen dat water", schreeuwde Hau ser en schopte den emmer tegen zijn knie. Bogdanoff's mond opende zich, steeds die per boog hij zich over den waterspiegel in de kom, maar hij kon haar niet bereiken, het leek wel alsof het water werd weggezogen. „Sterke troepenmachten uit het Zuiden!" krijschte het spook naast hem. Bogdanoff omklemde amechtig de wasch- kom. Nu zaahij het duidelijk: zij was leeg! Hij draafcre zijn hoofd om. De verschijning was verdwenen. Zijn scheenbeenen brandden, alsof er schrammen opgekomen waren. Steunend richtte hij zich op en ging naar zijn schrijftafel. Nogmaals nikte hij de schuif- la open en doorvoelde haar met sidderende vingers. Uit! Hij haalde een klein pakje te voorschijn, dat met een lintje was samengebonden en legde het voorzichtig op zijn schrijftafel. Toen nog een vergeelde krant, die hij bij het pakje legde. Zwijgend bekeek hij zijn schatten. Behoedzaam maakte hij het lintje los en .woelde in de brieven. Bruine, groene, blauwe en witte velletjes, vergeelde portretten vrouwenvrouwen op paardenvrouwen in auto'svrouwen in avondtoilet en in sportcostuum Met teedere oogen bekeek hij ze, ging ze sorteerenblonden, zwarten, bruinen, soort bij soort. Met samengefronste wenkbrauwen overlegde hij bij zichzelf, de kleuren dansten voor zijn oogen. Hij greep naar zijn mager lichaam,trok zijn uniformjas glad, streek zich over het haarToen verzonk hij in ge dachten. UitHet fijne witte poeder was op het levenselixerdat hoop en vertrouwen schonk en den nog niet geheel gezonken moed steeds weer nieuw leven inblies Hij kromp ineen. Voetstappen Ze kwamen van alle kanten. Snel liepen ze. ze renden, raasden, steeds harder, donderden in zijn oor. De kamer dreunde en draaide voor zijn oogen. Van alle kanten stormden ze aande doodenneergeschoten in de besneeuwde velden van Rusland, terechtge steld tegen muren en boomen, vergiftigd in hun bedden, versmacht in de woestijn Daar waren ze! De kamer zwaaide heen en weer, langzaam kantelde ze. dan al sneller en sneller, in groote cirkels om hem heen „Schildwacht! Bogdanoff probeerde op te staan. Hij schreeuwde en schreeuwde maar geen ge luid trof zijn oor. Zijn lichaam dreigde te barsten van het lawaai, het schokte heele- maal, wijd sperde hij zijn mond open, maar hij wister kwam geen geluid uit zijn keel. Hij wilde naar de deur gaan. Als hij de klink maar bereiken konmaar het was zoo ver wegSidderend klampte hij zich aan de leuning van zijn stoel vast. Hij voelde, hoe zijn lichaam verstijfde. Zijn beenen leken wel bevroren, langzaam sloot het ijs zich om zijn hartHij legde de krant over de portret ten. Daar springt de deur met een knal open. Er staat een Arabier, zijn adem gaat fluitend en moeilijk, zijn burnous is gescheurd, hij heft zijn hand ditmaal is het geen spook beeld: „Fort Vin heeft zich overgegeven!" Nog steeds staat de man daar met opge heven hand, dan wankelt hij langzaam opzij en slaat tegen den grond, die zich donkerrood kleurt. „Schildwacht!!!" Bogdanoff schreeuwt. Deze keer hoort hij zichzelf roepen, duidelijk. „Weg met dien man! Hauser moet hier- komen!" Twee mannen pakken de gedaante op den vloer op. De deur sluit zich. Fort VU overgegeven Bogdanoff rent naar de deur. Hij wordt gek van het alleen zijn „Hauser Hol klonk de echo in de gang. Bogdanoff rende naar de kaart. „Fort VIH Hij rukte drie vlaggetjes uit het papier en verkleukelde ze in zijn hand. Zijn oogen schit terden. Voorzichtig draaide hij zijn hoofd om. Hauser stond in de deur ditmaal in wer kelijkheid en niet als een beeld van zijn fan tasie. Hij salueerde. Bogdanoff staarde hem aan, hij opende zijn mond, langzaam richtte hij zich op. Met knik kende knieën wankelde hij naar Hauser en klemde zich aan hem vast. Hij opende zijn hand, waarin de verkreukte vlaggetjes lagen, „Wij zijn het laatste fort.fluisterde hij. Hij steunde en hield zich overeind aan Hauser's schouders. Die stond onbewegelijk als een muur. Bogdanoff keek hem aan, Zijn oogen stonden glazig. „Wij zijnhet laatstefort!" schreeuwde hij met overslaande stem. Moei zaam richtte hij zich op en staarde naar Hauser's hoofd dat hij op de schouders zag draaien. 1 Hij ging met zijn hand langs zijn oogen. Als een marionet wandelde hij naar zijn schrijftafel, greep met krampachtige bewe gingen een revolver en zette die tegen zijn slaap. Toen Hauser op hem af stormde om hem het wapen af te nemen, klonk het schot. Bogdanoff sloeg tegen het blad van de schrijftafel, zijn vingers klauwden zich in de krant „Dat was te verwachten!" zei een stem naast Hauser: O'Murphy. Zonder medelijden staarde hij naar den doode. Traag verscheen ook Achilles. Hij stak de handen in de zakken en slenterde speurend door de kamer, toen trad hij op den doode toe en bekeek hem nieuwsgierig. Plotseling floot hij zachtjes tusschen zijn tanden, greep met een haastig gebaar op de schrijftafel en haalde een half verscheurd portret onder de krant vandaan: een vrouw, donker en mooi„Natasja" had Bogdanoff er met steile letters onder geschreven. Achil les hield het portret vlak voor zijn gezicht. Hij grinnikte zachtjes. Toen wierp hij een korten geringschatten- den blik op den dooden commandant. „Tropenkolder!" fluisterde hij en stak het portret in zijn zak. Hauser' vertrok zijn gezicht in afkeer. Hij richtte zich op, schreed naar den doode en salueerde. Ook O'Murphy bracht zijn hand aan zijn muts. Verbaasd en een weinig geschrokken keek Achilles op. Hij ging achter O'Murphy staan. Zijn oogen werden dof toen hij zijn hand op hief. Zwijgend stonden de mannen daar en brachten hun dooden kameraad een laatsten groet. Het seconde wijzertje van Bogdanoff's arm bandhorloge tikte razend in het rond. VII. „Groentjes". In het café van Ben Schiorsch brandde de acetyleengaslamp. „Juffrouw, ik heb heel lang met generaal Toussaint gesproken, maar wij zijn allemaal van meening, dat uw plan onuitvoerbaar is. Wij waren zoo verbaasd door uw besluit Berrier bracht zijn hand naar zijn voorhoofd om zijn verbazing te demonstreeren, dat wij er niet eens aan dachten, u tegen te spreken". Hij schudde niet begrijpend zijn hoofd. „U wilde door de frontlinie heenbreken en u dan gevangen laten nemen. Nu ik daar rustig over nadenk „Dat is wel een beetje laat, kapitein", zei Ysot uit de hoogte en trachtte daarbij zoo koel mogelijk te kijken. „Ik kan het heusch niet helpen, juffrouw Ysot". Berrier zat er werkelijk mee in. „Maar het is ondenkbaar. Zoo iets is nog nooit ge beurd. Slechts eenmaal heeft een oorlogs correspondent „Ziet u wel!" Ysot was plotseling een en al oor en opeens weer de vriendelijkheid zelve. „Het gaat dus! Ik ga eenvoudig als oorlogs correspondente. Bovendien ben ik in het bezit van een perskaart, welke een Amerikaansch persbureau mij op mijn Engelschen schuil naam heeft verstrekt. Alles kan, wanneer men maar wil, kapitein!" In zijn wanhoop keek Berrier naar Devil- liers, die aan hetzelfde tafeltje zat en op merkzaam Ysot's gezicht gadesloeg. „Devilliers", vroeg Berrier, „wat zeg jij er van?" Maar de kleine luitenant luisterde niet. „Devilliers", herhaalde Berrier zacht. (Wordt vervolgd) Het bericht var» het overlijden van Z. H. Paus Pius XI verspreidde zich Vrijdagochtend vroeg door Rome. De extra-edities en bulletins der dagbladen werden met aandacht gelezen. Op den achtergrond onderscheidt men de St. Pieter. (Telegrafisch overgebrachte foto) De Spaansche nationalistische troepen zijn aan de Fransche Zuidgrens aan gekomen. Een groep in de bekende grensplaats Le Perthus, die in de afgeloopen dagen duizenden vluchtelingen zag passeeren De teraardebestelling van sir Henry Deterding te Dobbin. De stoet op weg naar de begraafplaats De aanvaring tusschen den Franschen kruiser „Georges Leygues" en den torpedojager „Bison" gedurende de nachtelijke oefeningen. Het achterstuk van den Bison", zooals dit naar Lorient werd gesleept. Het voorstuk werd een prooi der golven Jeugdige Urkers werkzaam als steenzetters op den in aanbouw zijnden dijk van den Noord Oost Polder, die in de toekomst Urk met Lemmer zal verbinden Op wacht bij het schietgat. Een snapshot van de manoeuvres der Bel gische „Ardennenjagers" Na het overlijden van Z. H. Paus Pius XI. Boven links: de vlag halfstok op de Internuntiatuur te Den Haag, rechts: deZwitserschege- zant; onder: de Tsjechische en de Chineesche ge zant na hun be zoek van rouw beklag

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 16