Stnffef ïw Aspirin sanostol MAANDAG 13 FEBRUARI 1939 HÏAREEM'S DAGBEAD '4 HET TOONEEL Jubileum Droste's Tooneelvereeniging Aardige uertooning van „Hij, Zij en Hottentot kP 12 Februari 1929 werd Droste's too- 1 neelvereeniging „Na Arbeid Ont- f spanning" opgericht. Het doel was te probeeren een tooneelstukje in te studeeren en, indien mogelijk, een voorstelling te geven voor het personeel in het schaft lokaal der fabriek Het bleek spoedig, dat dit niet meeviel, doch na een jaar van serieus werken onder leiding van den heer Senff werd besloten een regisseur te nemen. De heer J. van Dongen belastte zich op verzoek der vereeniging met de regie en op 15 Februari 1930 vond in den Jansschouwburg de opvoe ring plaats van „Filmmaniakken". En dat was de inzet van een succesvolle reeks voorstel lingen van tien jaar, die nu Zaterdag avond in den Stadsschouwburg hun bekroning vonden in de uitstekend geslaagde vertooning van „Hij, zij en Hottentot". Het brokje historie, dat we aanhaalden is ontleend aan de smakelijke beschrijving in het programma over de ontwikkeling der ver eeniging in de afgeloopen tien jaar. Van het uitgebreide repertoire willen we nog slechts noemen: Vadertje Langbeen. Eén dag dame, Een partijtje poker, Polly Perkins, de zeven sleutels van Baldpate en Ex-koning Peter. Men ziet het: Droste's tooneelvereeniging koos den veiligen weg. Er werden bijna uitsluitend be kende stukken gespeeld en deze voor een jonge vereeniging over het algemeen zeer juiste keuze heeft inderdaad geleid tot het beoogde doel: het geven van een werkelijken ontspanningsavond voor het personeel van Droste. En is er een schoonere gift voor een vereeniging op een jubileum denkbaar dan te kunnen constateeren dat zij voldaan heeft aan het doel waartoe zij is opgericht? Dat er in die tien jaar serieus en met toe wijding gewerkt is daarvan getuigde ook de in vele opzichten voortreffelijke opvoering van „Hij, zij en Hottentot". William Maf les' blij spel is rijkelijk gekruid met die typisch Ame- rikaansche humor en uiterst vlotte dialoog, die hoewel niet altijd verfijnd geestig, toch voor ons Hollanders een sterke aantrekkingskracht bezitten. Het is geen toeval dat dit stuk reeds eenige malen werd verfilmd. En de leden van „Na Arbeid Ontspanning" hebben van dit vlotte blijspel een alleszins vlotte opvoering gegeven. Daarvoor komt in de eerste plaats den regisseur, den heer J. van Dongen, een woord van lof toe. Zijn taak was niet gemakkelijk. Hij heeft er zich uitstekend van gekweten. Paarden hebben zich altijd in de liefde van vele schrijvers mogen koesteren Is het dan te verwonderen, dat zij ook voldoende stof voor een blijspel opleverden? En welken zandruiter zou geen drama met den edelenviervoeter als hoofdpersoon uit de pen vloeien, ware het niet, dat de angst, dat zijn medeschepselen het toch voor een blijspel zouden verslijten, hem weerhoudt? Maar genoeg. Sem Harrington's moeilijk heden in „Hij, Zij en Hottentot" zijn al te ernstig dan dat men er de spot mee mag drij ven. Of zoudt U graag een steeple-chase rij den als ge bij het zien van een paard al die loodzware last op Uw maag voelt drukken, die Uw vrienden zoo onjuist met den naam angst betitelen? Maar Sem Harrington is slim. En wanneer er dan een geliefde vrouw in het spel is ja. dan kan zelfs geen „Hottentot" roet in het eten gooien. P. den Braber was die Sem Harrington en het zou me zeer ver bazen als hij Zaterdagavond voor het eerst op de planken stond want hij bezit een natuur lijke losheid, die men bij debutanten slechts zeer zelden ziet. Hij was met het onzichtbare paard „Hottentot" en met Peggy Fairfax waarover straks meer de hoofdpersoon van het stuk. En niet alleen op het programma, maar ook op het tooneel. Het was een rol, die hem zelf veel voldoening heeft moeten geven. Zijn succes was zeer verdiend. En hetzelfde geldt voor mej. E. Bouwer als Peggy Fairfax. Haar samenspel met den heer de Braber was werkelijk uitstekend. Vooral de laatste scène in I als zij het verslag van de race van den bekenden Sem Harrington het is helaas niet de man, die naast haar zit voordraagt bereikte zij met haar partner een voor dilettanten zeer hoog niveau. Dat was voortreffelijk tooneelspel! Cweek was de naam van den butler. Dat hij dien naam eer aandeed kan men moeilijk zeggen. Het was een alleraardigste rol van den heer P. van Putten, die zich echter hoede voor chargeeren. Zijn rol gaf daartoe zeker aanleiding en heelemaal ontkwam hij daar dan ook niet aan. Dat neemt niet weg, dat er om hem gul en veel is gelachen. En zeker terecht. De andere spelers, mej. Klijn. mej. Leenders. mej. v. Keyzerswaard en de heeren v. Bilderbeek, Prang. Mey en Bernhard ver vulden hun rollen over het algemeen naar behooren. Hoe beter een opvoering is des te meer neiging krijgt men om op enkele zwak heden te wijzen. Bij een zoo goede jubileums voorstelling als die van „N.A.O." passen echter veeleer de hartelijke en waardeerende woor den, die de beschermvrouwe, mevrouw H. J. DrosteSavrij na afloop tot de executanten richtte. De bloemenhulde ontontbeerlijk attribuut voor het welslagen van elk jubileum ont brak natuurlijk niet En zoo was het dus een avond, zooals men die van Droste's tooneel vereeniging kon verwachten. Pittig en niet te zoet. Juist goed. B. K. TELEFOON 15013 Haarlem, Bloemendaal (Adv. Ingez. Med.) Spaanschc vluchtelingen te Haarlem Een voorstel van den heer L. Peper. Ingekomen is bij den Haarlemschen Ge meenteraad een motie van den heer L. Peper, houdende uitnoodiging aan Burgemeester en Wethouders om voor de Spaansche vluchte lingen verpleeggclegenheid en huisvesting be schikbaar te stellen en een beroep te doen op de burgerij om in de kosten van verzorging bij te dragen. Carnaval van Thalia. In het Gem. Concertgebouw. De groote zaal 'van het Gem. Concertge bouw werd in den loop van den Zaterdag avond bevolkt door de meest uiteenloopende menschensoorten, uitgedost in fantastische costuums. Prins Carnaval, die omstreeks dezen tijd van het jaar allerlei bizarre onder danen onder zijn vanen vereenigt. nam op dezen avond in het bijzonder de bal-masqué- gangers van Thalia, de R.K. Haarlemsche Gemengde Tooneelclub, onder zijn bescher ming; zooals dat op elk bal-masqué het geval is kwam ook hier de stemming eerst laat. Toen Prins Carnaval met zijn illustere hofhouding zijn intocht op een soort zegekar hield kwam het hoogtepunt van dit feest van gecostumeerden. De prachtig uitgedoste prins las de gebruikelijke proclamatie voor en daarna was het parool: „Polonaise!" De dans- leeraar Schroder wist met den bonten stoet van zigeuners, zwervers, cowboys, Tiroolsche meisjes, Spanjaarden, clowns en wat dies meer zij allerlei mooie levende figuren op den vloer te creëeren, welke door de variaties van gekleurd licht uit de wentelende schijn werpers boven, versolten tot een fantastisch mozaiek, een menschelijke kaleidoscoop. Dit waren werkelijke oogenblikken, die den feest vierders en niet minder den. bij een bal- masqué, altijd aanwezige schare, toeschou wers bij zullen blijven. De leutige Engel Paap en eenige zijner Zandvoortsche visschers openden den stoet en zij zorgden voor de muziek, waarop vroolijk gehuppeld kon worden. Er waren eenige groepen, die ons bijzonder opvielen, o.a. de N.V. „Rij maar raak tours", een autobus die „op beenen liep"; de beenenparen der passa giers vervulden tevens de taak van de wielen. Het was dus een soort duizendpoot-autobus! Een zeer bescheiden paar vormden de dame en heer, die als duivels verkleed waren; de één in het zwart, de andere in het rood. waar mee twee aspecten van de duivelsfiguur ge symboliseerd werden. De uitvoering van deze costuums was dermate smaakvol met een minimum van middelen was een maximum aan artistiek effect bereikt dat ze in de bonte mengeling van meer prachtvolle cos tuums juist door hun eenvoud opvielen. Twee alleraardigste cow-girls uit het wilde Westen, hadden vrede gesloten met een Oosterling met zonderlinge hoofdtooi. De hofhouding van Prins Carnaval bestond uit prachtig gecos-- tumeerde lieden, waaronder ook enkele zeer rake typeeringen waren, o.a. de haasje-over- OpqepaAtcjfiepi ten en on middellijk ingrijpen, diis bij de eerste teekenen direct Aspirin nemen! HET BEPROEFDE GENEESMIDDEL BIJ GRIEPI (Adv. Ingez. Med.) springende zot, die kon zoo uit een film weg- geloopen zijn! Er was ook een groep, waar van de leden ieder een letter van den naam Thalia op den rug droegen: zeer smaakvol uitgevoerd. ,.De man die een bruid zoekt", heeft deze blijkbaar nog niet gevonden, want ook hier was deze bekende Carnavalbezoeker aanwezig. Dezulken, die wegens het vertrek der Duit- sche dienstmeisjes om personeel verlegen zit ten, hadden in het Gem. Concertgebouw man lijk dienstpersoneel kunnen aanwerven. Twee meisjes, die het woord „Carnaval" op hun hoe den droegen, mochten er ook zijn. En de zwervers, de vreemde sinjeur, met een haasje op zijn geweer, de twee baboe's-in-sarong-en- kabaja, de politieagent, die niet tot door- loopen maande, de schoone Spaansche dame, enfin te veel om op te noemen, vormden een wonderlijke parade langs de jury, welke een niet gemakkelijke, doch aangename taax had. Twee orkesten, de Rhythm Collegians, en de Margidans onder leiding van Wim Gart verzorgden de dansmuziek op aantrekkelijke manier. Engel Paap en zijn Zandvoortsche vis schers en de cabaretière Pauline Hervé ver gastten de Carnavalgangers in den loop van den avond op een cabaretvoorstelling in de kleine zaal, welke met de groote een soort „communiceerend vat" vormde. Thalia heeft een zeer geslaagd Carnavals feest gevierd. „Liniburgia" vierde carnaval. Dc Raad van 13 haalde den Prins in. In de gezellige zaal van de „Leeuwerik" vierde „Llmburgia", de vereeniging van Lim burgers in Haarlem en omstreken, haar Car navalsfeest. Deze feestviering droeg een spe ciaal Limburgsch cachet, hetgeen vooral later op den avond tot uiting kwam toen onder leiding van Prins Carnaval in welke ver momming een bekende humorist uit Maas tricht stak specifiek Limburgschee liederen werden gezongen en spelen werden gedaan. Tegen half twaalf ging de bekende Raad van 13 erop uit om Prins Carnaval in te halen Deze was in een prachtig costuum gestoken en las van het tooneel af de proclamatie voor, waarin o.a. stond dat de eerste feest ganger. die erover zou spreken om naar huis te gaan, bijwijze can straf het lied ,Wij gaan nog niet naar huis", zou moeten zin gen. De voorzitter, de heer Timmermans, met een prachtigen hoogen hoed op en gekleed in een goud-gebiesd gaïacostuum. sprak den Prins in hartelijke bewoordingen toe en stelde de feestvierders voor een driewerf hoera op den populairen Carnavalvorst uit te brengen; met geestdrift werd hier aan gevolg gegeven. Hee1 erg veel gecostumeerden waren er niet. De zgn. semi-gecostumeerden, met een feestneus op en een maskertje voer 't gezicht, gevoegd bij hen, die in het helaas bij de balmasqués in onze noordelijke streken zoo populaire „confectiepakje" waren gestoken, vermomd als burger dus, vormden de meerderheid. Dit deed echter aan de stemming niets af, want de Limburgsche Carnavalvierders waren vooral toen Prins Carnaval het vorstelijke voorbeeld gaf om jolig te zijn. uitgelaten. Er zat schot in het feest ook in letterlijken zin, want er was een soort bandietenleidster, een Wild-West-kenau. die niet moede raakte om (Adv. Ingez. Med.) „Wij zijn al in Lapland", juichte het rendier en van louter vreugde maakte het een paar danspassen. En Gerda klapte ver heugd in haar handjes. Nu begint de zesde geschiedenis, waarin een Lappen- en een Finnenvrouw de hoofdrol spelen. Voor een huisje was het rendier blijven staan. Het zag er nogal armoedig uit, want het dak reikte tot aan den grond en de deur was zoo laag, dat de bewoners op den buik moesten kruipen, wanneer zij er in of er uit wilden. Behalve een oude Lappenvrouw, die vtscb bakte bij het licht van een traanlamp, was er niemand thuis. Het rendier vertelde Gerda's geschiedenis, maar eerst die van hem zelf, want die leek hem veel en veel belangrijker. Gerda kon niets zeggen, want zij was ver kleumd van kou. „Och, jullie arme stakkers", zei de Lappenvrouw, „dan moet je nog een heel eind loopen. Je moet nog honderden en honderden mijlen ver, naar Finmarken. Daar woont de Sneeuw koningin 's zomers buiten en dtór steekt zij iederen avond Bengaalsch vuur af. Ik zal een paar woorden op een gedroogde klipviscb schrijven. Papiei heb ik niet; maar die visch neem je maar mee naar de Finnenvrouw. L)ie zaJ jullie uetei voort Kunnen nelpen dan ik." Toen Gerda een beetje warm was geworden en ook wat gegeten had. schreef de Lappenvrouw Inderdaad enkele woorden op jen gedroogde klipvisch en drukte Gerda oj net hart de visch niet te verliezen. Zij bond Gerda op het rendier vast envoort ging het al weer, op weg naar de Finnenvrouw (Wordt vervolgd) „Voor ikke" zegt de kleine meid blij, als moeder de flesch Sanostol voor den dag haalt. Een uitkomst, dit levertraanproduct, zoo smake lijk gemaakt door het toegevoegde geconcentreerde sinaasappelsap (vitamine C). Zooveel waardevoller nog door het verwerkte diastase- houdend mout (vitamine B) Sanostol bevat dus de belangrijke vitaminen A, D, C en B. Daarom is Sanostol ook aangewezen voor al die volwassenen, die zich niet 100% fit voelen. Gewone flacon f. 1.40. Nieuwe „familieverpakking" (2 54 maal zooveel) f 2.75. Het lekkere levertraan-product!" BROCADES STHEEMAN t> PHARMACIA (Adv. Ingez. Med.) haar revolver op een ieder, die haar naderde, af te vuren. Er was een groote groep apachen en bekende Carnavalfiguren vormden op de dansvloer een bonte kleurendwarreling.. De „Moonlight Serenaders" ctnder leiding van W. Davids zorgden voor vroolijke muziek. Het werd een feest vol stemming. NEDERLANDSCHE BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN. In verband met de decentralisatie van den Ned. Bond tot het Redden van Drenkelingen, zal Vrijdag 17 Februari a.s. te Amsterdam de eerste Districts vergadering worden gehou den. De agenda bevat o.m. Instelling van het District; Verkiezing van het Districtsbestuur en regeling der werkzaamheden. De Haarlem sche Reddingsbrigade voor Drenkelingen zal op deze vergadering vertegenwoordigd worden door: mevr. A. Perry—Meyer en de heeren Joh. M. Schmidt en P. Wapstra. W. M. DUDOK. Architect W. M. Dudok is door den Belgi schen minister van openbare werken uitge- noodigd tot 't uitbrengen van advies omtrent het stedenbouwkundige aspect van den bouw der Albertina-bibliotheek, welke ter nage dachtenis aan koning Albert in den Planten tuin te Brussel zal verrijzen. CONCERT VAN EMANUEL FEUERMANN. De beroemde cellist Emanuel Feuermann zal op Vrijdag 17 Februari a.s. voor de Maat schappij tot Bevordering der Toonkust een concert geven in den Stadsschouwburg, met medewerking van Theo v. d. Pas, piano. Hefc programma bevat werken van Handel, Corel - li-Tartini, Lalo, Schubert, Fauré, Sénaillé, Klengel en Dvorak. Emanuel Feuermann werd 12 November 1902 te Kolomia (Oostenrijk) geboren. In 1909 begaf de familie Feuerman zich naar Weenen en Emanuel begon daar zijn studies. Toen Feuermann 11 jaar oud was, gaf hij zijn eerste concert te Weenen. Gedurende den oorlog heeft Feuermann gespeeld met de Philharmonic te Berlijn onder Weingartner en te Leipzig onder directie van Arthur Ni- kisch. Emanuel Feuermann. Op 14-jarigen leeftijd eindigde Feuermann'a optreden als wonderkind en ging hij stu deeren aan het Conservatorium te Leipzig, o.a. ook muziektheorie, piano, enz. Hij was slechts even 16 jaar, toen hij naar Keulen werd geroepen voor het leiden van een cello klasse aan het Staats-Conservatorium. Vier jaar later verliet Feuermann het Keulsche Conservatorium, omdat het hem onmogelijk werd daar langer les te geven in verband met zijn groot aantal concerten. Van 1923 tot 1929 maakte hij groote tournée's door Europa, trad als solist op met alle bekende orkesten en trok ook naar Rusland. In 1929 volgde dan zijn benoeming aan het Staats-Conservato rium te Berlijn; hij was toen 27 jaar oud en verreweg de jongste onder de professoren. Tusschen Augustus 1934 en Maart 1935 maakte Feuermann zijn eerste wereldtournée, die hem bracht naar Noor- en Zuid-Amerika. Ned.-Indië, Japan, China, enz. Tengevolge van zijn enorme successen in Amerika wordt hij daar regelmatig elk seizoen voor een groot tournee geëngageerd, zoodat hij nu steeds de helft van het seizoen in Amerika en de an dere helft in Europa vertoeft voor het geven van zijn concerten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 6