Optreden tegen ongecon-
cessioneerde busdiensten.
Brand in electrischen trein.
jroote vloot schepen lag
vóór den Waterweg.
De capaciteit der
Haarlemsche waterleiding.
KROMME LINDERT.
WOENSDAG 22 FEBRUARI 1939
FTAAREEM'S DAGBEXD
2
Geen bijzondere besprekingen
met Engeland.
Neutraliteit niet in gevaar gebracht.
Vragen van den heer van Vessem
beantwoord.
Op de vragen van het Eerste Kamer-lid van
Vessem aan de ministers van Algèm. Zaken,
van Buitenlandsche Zaken en van Defensiè,
luidende
1. Hebben de ministers kennis genomen
van het bericht volgens hetwelk de Britsehe
onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Za
ken in het Britsehe Lagerhuis op 9 Februari ji.
op een vraag betreffende samenwerking tus-
schen de Nederlandsche- en de Britsehe regee
ringen op het stuk van defensie-aangelegen
heden in het verre Oosten heeft verklaard, dat
in zooverre besprekingen hebben plaats
vonden als betreffen „de normale uitwisse
ling van inlichtingen omtrent technische pun
ten verband houdende met defensie-aange
legenheden"?
2. Zijn de ministers bereid mede te deelen,
of zij het houden van zoodanige besprekingen
in overeenstemming achten met de verklaring,
door den minister van Defensie bij de behan
deling der vorige begrooting van Defensie in
de Tweede Kamer afgelegd: „Coaliseeren doen
wij niet en evenmin hebben er besprekingen
plaats tusschen de generale staven" en met de
verklaring op een vraag van den.ondergetee-
kende door den minister in de Eerste Kamer
afgelegd: „Er bestaat schijn noch schaduw
van eenig militair verbond, in welken vorm
ook"?
3. Zijn de ministers bereid mede te deelen,
sinds wanneer besprekingen als door den Brit-
schen onderstaatssecretaris van Buitenland
sche Zaken aangeduid tusschen de Nederland
sche- en de Britsehe regeeringen plaats vin
der. en sinds wanneer zoodanige „uitwisseling
van inlichtingen" omtrent defensie-aangele
genheden met een buitenlandsche mogendheid
als normaal worden beschouwd?
4. Vinden zoodanige besprekingen ook
plaats met andere buitenlandsche regeerin
gen als de Britsehe, en zoo ja, welke?
5. Hebben de ministers zich ervan over
tuigd, en zoo ja. op welke wijze, dat andere
regeeringen en zoo ja. welke, zoodanige be
sprekingen van de Nederlandsche regeering
met een of meer buitenlandsche regeeringen
niet beschouwen als in strijd met een Neder
landsche politiek van zelfstandige neutraliteit
en als een aanwijzing, dat de Nederlandsche
regeering het voornemen zou hebben aan een
eventueel toekomstig gewapend conflict deel
te nemen aan de zijde der mogendheid, waar
mede zij gewoon is inlichtingen omtrent de
fensie-aangelegenheden uit te wisselen?
6. Indien het antwoord op de vorige vraag
ontkennend luidt, zijn de ministers dan niet
van meening. dat zoodanige besprekingen Ne
derland ernstig in gevaar brengen om in een
eventueel toekomstig gewapend conflict tus
schen andere mogendheden betrokken te
woi'den?
hebben de ministers als volgt geantwoord:
1. en 2. Deze vragen worden bevestigend be
antwoord, waarbij echter worde aangeteekend,
dat het in het Britsehe Lagerhuis door den
onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Za
ken gegeven antwoord aldus luidde: ,3eyond
the normal interchanges of information oh
technical points connected with defence mat
ters. which take place between various go
vernments including that of the Netherlands,
there have been no special conversations" 1).
3. en 4. Met ,.de normale uitwisseling van
inlichtingen" kan alleen zijn gedoeld op in
lichtingen, welke door tusschenkomst van mi
litaire en marine-attaché's worden verkregen
en betrekking hebben op technische gegevens,
die volgens internationale gewoonte weder
zijds worden verstrekt., voor zoover de defen
sie-belangen zich daartegen niet verzetten.
Van Nederlandsche zijde zijn bedoelde atta-
ché's verbonden aan de legaties in Frankrijk,
België. Duitschland. Engeland en de Vereenig-
de Staten van Amerika; omgekeerd zijn atta-
ché's van genoemde staten (en van nog enkele
andere staten) verbonden aan de legaties in
Nederland,
5. en 6. Wat steeds algemeen, en dus ook
voor Nederland, als normaal is beschouwd, be
hoeft geen nadere bevestiging, van welke re
geering ook, als zijnde niet in strijd met de
zelfstandighcidspolitiek van Nederland. Ove
rigens zijn deze vragen met het bevestigend
antwoord op de tweede vraag voldoende en af
doende beantwoord.
1) Buiten de normale uitwisseling van in
lichtingen over technische kwesties, verband
houdende met defensie-aangelegenheden wel
ke plaats vinden tusschen verschillende regee
ringen. met inbegrip van Nederland, zijn er
geen bijzondere besprekingen geweest.
Naar wy vernemen heeft de procu
reur-generaal bij het Gerechtshof
te 's-Gravenhage Dinsdagmiddag een
bespreking gehouden met verschil
lende vertegenwoordigers van het
openbaar ministerie in zijn ressort
en met de hoofdcommissarissen van
politie te Rotterdam en te 's-Graven-
hage over de wijze van optreden te
gen de ongeconcessioneerde busdien
sten in verband met de jongste wij
ziging van het Reglement Autover
voer Personen (R.A.P.)
Een rijtuig geheelander
gedeeltelijk uitgebrand.
Treinverkeer ondervond
vertraging.
Dinsdagavond omstreeks kwart over
elf bemerkte de wachter van blokpost
2 nabij Abcoude, dat uit het achterste
niet in gebruik zijnde stel van trein 548,
welke om 22.56 uit Utrecht was vertrok
ken, vlammen sloegen. Hij waarschuw
de den stationschef te Abcoude, die door
het onveilig zetten van een sein den
trein ophield om een nader onderzoek
in te stellen. Het bleek, dat er brand
woedde in het laatste, derde klas rijtuig
van het naar Amsterdam meegevoerde
reservesteL De chef waarschuwde de
brandweer van Abcoude en deed on
derwijl het brandende gedeelte op het
tusschenspoor rangeeren en daar afkop
pelen. Het voorste gedeelte, waarin de
reizigers zaten, kon daarop met een
vertraging van een kwartier de reis naar
Amsterdam vervolgen.
Inmiddels was de Abcouder brandweer ver
schenen en deze maakte zich gereed om het
blusschingswerk aan te vangen. Uit de nabijge
legen sloten kon evenwel slechts modder ge
pompt worden, zoodat men genoodzaakt was de
slangen naar het 300 meter verder gelegen Gein
te leggen. In den tijd, welke hiermede verloren
ging, tastten de vlammen het voorlaatste twee
de klas-rijtuig aan. Toen de brandweer te ruim
middernacht water gaf, was liet derde Idas rij
tuig uitgebrand, in het tweedeklas rijtuig kon
men na hard werken het vuur meester worden.
In verband met het water geven eischte de
voorzichtigheid, dat het electrische bovennet
stroomloos werd gemaald. Dit veroorzaakte stag
natie in den treinenloop, aan beide zijden van
Abcoude stonden stoptreinen te wachten, totdat
de stroom weer zou worden ingeschakeld. Per
soonlijke ongelukken hebben zich bij dezen
treinbrand niet voorgedaan.
Te kwart voor een was de nablussching ach
ter den rug en kon de stroom weer worden
ingeschakeld. De laatste trein uit Utrecht kwam
met 36 minuten vertraging te Amsterdam C. S.
aan.
De zoeerstoestand van hedenmorgen 7.20 uur
Weer:
Wind:
Den Helder:
Vlissingen
De Bilt:
Groningen
Maastricht:
half bewolkt
zwaar bewolkt
half bewolkt
betrokken
zwaar bewolkt
ZZO matig
ZZO matig
ZO matig
ZO zwak
ZZW zwak
Temperat.
in gr. C.:
Minimum
hedennachl
in gr. C.:
Neersl. afgel.
etmaal
in m.M.:
Den Helder:
Vlissingen;
De Bilt:
Groningen
Maastricht:
0.2
0.2
Schiphol en Waalhaven
zaten potdicht.
De mist, die Maandagavond kwam opzetten,
heeft het verkeer te water en door de lucht zeer
bemoeilijkt.
De loodsdienst buitengaats den Nieuwen Water
weg werd gisteravond acht uur gestaakt; sinds
dien kwam geen schip binnen. Slechts de Har
wich-boot „Vienna' is Dinsdagmorgen 7 u. 40 te
Hoek van Holland binnengeloopen.
Dinsdagavond lagen minstens 30 sche
pen voor de monding van den Nieuwen
Waterweg op het optrekken van de
mist te wachten. Waar het anders zóó
druk is, was het nu stil en verlaten,
want niet één kapitein durfde het risico
te nemen om binnen te loopen bij een
zicht van nog geen vijf meter.
Dinsdagavond is het vliegtuig van Londen
naar Rotterdam naar Eindhoven doorgegaan,
omdat Waalhaven dicht zat. Overdag vlogen de
toestellen naar Twente, welk vliegveld dezen
dag het middelpunt was van het internationale
luchtverkeer, want ook Schiphol zat dicht.
NED. NATUURHISTORISCHE VER.
AFD. HAARLEM.
MtfKT
EEfflCHTIN
AMSTERDAMSCHE VEEMARKT
Ter veemarkt waren heden aangevoerd:
213 vette kalveren, le kw. 6468, 2e kw. 56
62, 3e kw. 43—54 per kg. levend gewicht. 99
nuchtere kalveren 57 per stuk 90 Varkens:
vleeschvarkens wegende van 90110 kg. 5758.
zware varkens 5657, vette varkens 5455 per
kg. slachtgewicht.
Overzicht: Vette kalveren: matige aanvoer,
handel redelijk met vaste prijzen. Nuchtere kal
veren: behoorlijke aanvoer, handel willig en
vaste prijzen. Varkens: weinig aanvoer en han
del, prijzen onveranderd.
Dinsdagavond hield de afd. Haarlem van
de Natuurhistorische vereeniging weer een
zoogenaamde werkavond in de 2e H.B.S.,
Santpoorterplein.
Allereerst sprak ir. R. H. Visser over de
vijanden der bietencultuur. Deze vijanden
kunnen zijn van dierlijken, plantaardigen of
physiologischen aard, terwijl uiterlijke om
standigheden grooten invloed hebben. De
kleine kiemplantjes worden aangevallen door
larven van meikever, langpootmug, kniptor
en millioenpoot.
Andere aanvallers zijn het bietenkevertje,
aardrupsen en aardvlooien. De grootere plan
ten ondervinden hinder van bietenvlïeg, blad
luizen en verschillende larven (o.a. van het
schildpadtorretje). Vooral de indirecte schade
der luizen is belangrijk, daar zij overbrengers
kunnen zijn van virusziekten als mozaiek- en
vergelingsziektebiologische bestrijding is
mogelijk door 't lieheersbeestje, dat de lui
zen eet. Het bietenaaltje veroorzaakt de z.g.
bietenmoeheid.
Naast bestrijdingsmiddelen voor deze ver
schillende vijanden is van veel belang een
goede vruchtwisseling en zorgvuldige zuive
ring van onkruid e.d.
Onder de plantaardige vijanden spelen de
schimmels een groote rol; zij tasten bijv. de
wortels aan en veroorzaken den wortelbrand.
Voorts noemde spr. Rhizotonia, valsche meel
dauw en roest. Van de door physiologische
oorzaken ontstaande ziekten noemde de heer
Visser het hartrot (bij gebrek aan Borium)
en mozaiekziekte (bij gebrek aan stikstof en
mangaan).
Daarna vertelde de heer B. J. Nel over
Rubber (gewonnen uit Hevea Braziliensis)
Balata, dat door inlanders op Sumatra wordt
gewonnen uit den bast van den bolletree-
boom; de bast wordt vernield, maar 18 a 30
L. latex kan per dag gewonnen worden. Balata
is elastisch en wordt ook wel met gutta ge
mengd.
Guttapercha heeft de eigenschappen, dat het
electriciteit niet geleidt en ook geen water
opneemt en vindt derhalve zijn toepassing
bij isolatie van zeckabels. Gutta werd het
eerst uit den bast van den perchaboom ge
wonnen, doch later bleek het mogelijk het
langs mechanischen weg uit het blad te win
nen. Van de geheele behandeling en bewer
king die het product, de witte of groene gutta,
moet ondergaan, gaf spr. een uitvoerige be
schrijving.
In verband met ongesteldheid van den heer
W. van Dijk, die over loofboomen zou hebben
gesproken, vertelde de heer G. L. van Eynd-
hoven een en ander over de mijten van vleer
muizen.
Voor de in het lokaal aanwezige schelpen
collectie bleek groote belangstelling te zijn.
Verzoachting geldig van hedenavond tot mor
genavond ongeveer 19 uur:
Voor het geheele land: Geen neerslag
van beteekenis. meest zwaar bewolkt,
matige wind uit Zuidelijke richtingen,
weinig verandering in temperatuur.
Het gebied van hoogen luchtdruk over West-
Europa is vrijwel geheel verdwenen, ook over
Scandinavië is de luchtdruk aanzienlijk afge
nomen, over Finland handhaaft het gebied
van hoogen luchtdruk zich echter nog. Het
hoofdcentrum van de depressie ligt tusschen
IJsland en Groenland, doch heeft zich
langrijk opgevuld.
Een secundaire storing ligt in de omgeving
van de Faroer, een nieuwe storing nadert de
kusten van Frankrijk en Portugal. Een restant
van de oude depressie ligt nog over de rand
staten.
Onder invloed van de verschillende secun
daire storingen, welke over de Britsehe eilan
den gepasseerd zijn, vielen daar zware regens
en de bewolking was er zwaar.
Op het vasteland van West-Europa is de
lucht meestal licht bewolkt, ook de mist is over
het algemeen opgetrokken, zoodat vannacht
de temperatuur in een groot deel van West-
Europa weer tot onder het vriespunt daalde.
In Scandinavië is de vorst nog matig tot
streng.
THERMOMETERSTAND
Hoogste gisteren 39 F.
Laagste hedennacht 35 F.
Hoogste heden
BAROMETERSTAND
Hedenmorgen 10 uur 757 m.M.
Stand van gister 767 m.M.
Neiging: Achteruit.
Opgave van:
CAREL v. HUIZEN. Opticien
KI. Houtstraat- 13 Tel. 14112
HOOG WATER TE ZANDVOORT:
Donderdag v.m. 4.07 uur; n.m. 16.24 uur.
Strand berijdbaar van 9.00—14.30 uur.
Belangrijke Telefoonnummers
Politie: 11850.
Brandweer: 15333.
Ongevallendienst (Brandweerkazerne)
Ged. Oude Gracht: 14141.
M. T. S.
Verslag over 1938.
In het jaarverslag over 1938 van de Middel
baar Technische School te Haarlem, vinden
wij het volgende vermeld:
Het aantal leerlingen bedroeg op 1 Januari
1938 517 (vorig jaar 512), alsvolgt verdeeld
Bouwkunde 53
Weg- en Waterbouwkunde 96
Werktuigkunde 139
Electrotechniek ng
Scheepsbouwkunde 29
Vliegtuigbouwkunde 84
Aan 112 leerlingen kon het einddiploma
worden uitgereikt.
In het geheel zijn nu door de school af
gegeven 1262 diploma's. Van de gediplomeer
den zijn er 609 werkzaam bij de particulieren
industrie, waarvan 13 in Europa (buiten Ne
derland), verder 185 in landen over zee
(waarvan 108 in Ned. Oost-Indië, 23 in Vene
zuela en Curasao en 38 in Z.-Afrika), 333 ge
diplomeerden zijn in dienst getreden van rijk,
provincie en gemeenten. 43 gediplomeerden
studeeren verder en 45 gingen in militairen
dienst.
Voor den nieuwen cursus hebben zich 342
candidaten aangemeld. 166 jongelui werden
toegelaten.
Weinig werkloosheid onder
gediplomeerden.
Uit den staat van werklooze afgestudeerden
blijkt, dat de werkloosheid dit jaar ver onder
het normale cijfer is gekomen, slechts 14 of
1 pCt. van het totaal 1262 der afgestudeerden
konden nog geen betrekking vinden, tegen
verleden jaar nog 32 of 2.78 pCt.
De vraag naar jongere, goed opgeleide tech
nici blijkt zeer groot te zijn. Dit wijst op een
koersverandering in de opvatting van de
werkgevers omtrent de bruikbaarheid van af
gestudeerde technici in de praktijk, onder de
veranderde tijdsomstandigheden. Waarschijn
lijk is dit reeds tot het publiek doorgedrongen,
want de aanmelding van nieuwe leerlingen is
in de laatste jaren zeer gestegen en heeft
zich tot alle M. T. scholen uitgestrekt.
OECUMENISCHE JONGERENBIJEENKOMST.
Men verzoekt ons te herinneren aan de
Oecumenische Jongerenbijeenkomst, die heden
avond plaats heeft in de Bakenesserkerk en
waar Ds. H. J. Dijckmeester uit Den Haag, zal
spreken over: „Nathan Söderblom, baanbreker
der Oecumenische beweging".
DE RAADSVERKIEZING.
Candidatenlijst Vrijzinnig-Democratische
Bond.
De afdeeling Haarlem van den Vrijz.-Dem.
Bond hield een druk bezochte ledenvergade
ring in Hotel „Royal". Op deze vergadering
werd het advies vastgesteld voor de candi
datenlijst voor de Gemeenteraadsverkiezing.
Een referendum onder de leden zal over de
definitieve lijst beslissen. Het advies luidt
Mr. L. G. van Dam: 2. Dr. L. C. Kersbergen:
Mevr. Mr. E. van Eek—Thiel: 4 D. J. A.
Geluk: 5. W. F. Happé; 6. J. F. H. Pruschen:
7. J. Over Azn.: 8. C. Schreuder: 9. F. B. San
ders: 10. J. M. H. v. d. Wateren: 11. S Zwaag-
man; 12. H. C. Sprenger: 13 Mevr. A. M. C.
BolleursBocage: 14. Drs J. A. Monod de
Froideville; 15. E. W. Goedhart: 16. Mr. J. G.
Bettink; 17. A. M. Stekelenburg.
Vooralsnog het win-
gebied voldoende.
Is het waterverbruik
te Haarlem te laag?
Twee jaren geleden hebben wij reeds mede
gedeeld, dat het als zeker kon worden aange
nomen, dat de Staatscommissie voor de Drink
watervoorziening in het Westelijk deel van ons
land, in haar rapport zal constateeren, dat de
watervoorraad in de wingebieden der water
leidingen moet worden aangevuld door water
uit het IJselmeer of uit de groote rivieren te
halen. Daaronder zouden dan alle waterlei
dingen vallen, ook de Haarlemsche.
Het rapport dezer Staatscommissie is nog
steeds niet verschenen, maar wij hebben geen
reden om te veronderstellen, dat de heeren
alsnog tot een andere conclusie gekomen zijn.
Intusschen is, zooals wij destijds hebben me
degedeeld, de cjuaestie van het IJselmeer-
water al in studie bij het Provinciaal Water
leidingbedrijf van Noord-Holland. De Haag-
sche Waterleiding, waarvan trouwens bekend
was dat de prise d'eau te klein is, heeft reeds
het voornemen om aanvulling toe te passen.
Wat Amsterdam zal doen is nog niet bekend.
Algemeen wordt als vaststaand aangenomen,
dat er te veel water uit de duinen der Amster-
damsche waterleiding wordt gehaald. Onge
twijfeld zal de nieuwe directeur van het Am-
sterdamsche bedrijf deze quaestie bestudeeren,
zoodat in de naaste toekomst wel zal 'blijken
hoe Amsterdam de moeilijkheden zal willen
oplossen.
Voorloopig bepalen wij ons dus tot Haarlem.
Indertijd heeft de vorige directeur van ons
Waterleidingbedrijf, Ir. F. Graaf van Rand-
wijck, ons verzekerd, dat hij de overtuiging
had, dat de capaciteit der prise d'eau voor
den eerstkomenden tijd, dus voor tientallen
jaren, voldoende is te achten. Wij hebben, zoo
zei hij, geen water uit het IJselmeer of onze
rivieren noodig. Dit komt omdat Haarlem door
het invoeren van het systeem van watermeters
bereikt heeft, dat er niet meer water verbruikt
wordt dan er noodig is. Dat in tegenstelling
van Amsterdam en vele 'andere steden, en
ook het Prov. Waterleidingbedrijf, waar men
geen watermeters heeft en waar men ongeveer
eens zooveel gebruikt.
Sinsdien zijn twee jaren verloopen.
Wij herinneren er aan, dat B. en W. dit jaar
bij de behandeling der begrooting op de vraag
van een der raadsleden; „Zijn B. en W. over
tuigd, dat, rekening houdend met de uitbrei
ding der gemeente, het terrein der waterwin
ning voldoende zal zijn?" geantwoord hebben:
„Rekening houdende met de uitbreiding van
de gemeente wordt de capaciteit van het wa-
terwinningsgebied, dank zij het toegepaste
meterstelsel, vooralsnog voldoende geacht".
De uitdrukking vooralsnog' voldoende klinkt
niet erg positief, maar wij vernemen, dat er
toch wel een positieve bedoeling aan mag
worden toegekend.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1889.
22 Februari:
Wij zouden aan de verdiensten van
eenige stadgenooten tekort doen, indien
wij nog niet vermeldden, dat voor de
soirée, ter gelegenheid van 'sKonings
verjaardag door de onderofficiers-socië
teit „Concordia" gegeven, het fraaie
décoratief was aangebracht en geleverd
door de heeren Martin, De Jager en
Ruyssenaars (bloemhandelaar). Hunne
bekwaamheid en degelijken smaak
dankte men de voortreffelijke en ge
paste versiering. De wensch zij hier
geuit, dat zij ook bij volgende gelegen
heden hun degelijke hulp zullen ver-
leenen.
Ned. Christelijke Grafische Bond.
Jubileum van dc afdeeling Haarlem.
Het 25-jarig bestaan der afdeeling Haarlem
van den Nederlandschen Christelijken Grafi-
schen Bond zal Maandagavond 27 Februari in
hotel „De Leeuwerik" feestelijk worden her
dacht. De bondsvoorzitter de heer J. Hofman
zal een toespraak houden en tevens het gouden
C/, .V.-insigne voor het 25-jarig lidmaatschap
uitreiken aan den afdelingsvoorzitter, den
heer P. Jukes.
Verder zal een gevarieerd programma wor
den opgevoerd met medewerking van de
Christelijke Timlerclub en het ensemble
Hoogenbirk.
HET TOONEEL
DE JONGE SPELERS
Eigenlijk staat de zaak zoo, dat als
het waterverbruik tc Haarlem per
hoofd ongeveer hetzelfde blijft als het
thans is, ons watenvimiingsgebied in
de komende jaren voldoende zal-zijn
om in de behoefte tc voorzien, ook al
groeit de gemeente in inwoner-aantal.
Dit is dus de overtuiging van de nieuwe di
rectie van de waterleiding. Zooals men weet
ressorteert thans de Waterleiding ook onder
den heer J. A. A. Ochtman, directeur van het
asbedrijf, terwijl als adjunct-directeur van
het waterleidingbedrijf optreedt Ir. H. Hollaar.
B. en W. hebben een rapport van de directie
an het waterleidingbedrijf van onze water
voorziening ter kennis van de raadsleden ge
bracht. Het antwoord dat B. en W. over de
capaciteit van de prise d'eau in de memorie
van antwoord gaven is gebaseerd op dit
onderzoek.
De vraag doet zich intusschen voor of de
Haarlemmers door het metersysteem en de
prijs van het water (36 cent per M3.) niet te
weinig water gebruiken. In den loop der jaren
is het watergebruik te Haarlem per inwoner
berekend acheruitgegaan. In 1922 was het
verbruik bijvoorbeeld 60 L. per dag en in 1937
was dit gedaald tot 43.8 Liter. 1936 was nog
iets lager, namelijk 42.8 L. Per aangesloten
perceel daalde het verbruik van 51.3 M3 per
aar in 1931 tot 45.8 M3 in 1937.
De vraag doet zich voor of niet vele Haar
lemmers zooveel op het waterverbruik bezuini
gen, dat daardoor de volksgezondheid in het
gedrang komt. Die vraag klemt te meer omdat
het gebruik in steden en dorpen waar geen
meters geplaatst zijn ongeveer eens zoo groot
5s. Ook te Amsterdam. Daar komt bij dat het
jebruik van water in Amsterdam in vergelij
king met andere Europeesche hoofdsteden al
laag is. Het gebruik te Weenen en Parijs is
ongeveer eens zoo groot. Dan wil dat dus zeg
gen. dat Haarlemmers slechts een vierde ge
bruiken van hetgeen de menschen in die
Europeesche hoofdsteden opmaken. Dat wekt
inderdaad eenige ongerustheid, zoodat er reden
om de vraag onder oogen te zien, of Haar
lem op den duur niet zal moeten komen tot
een verlaging van het watertarief. Natuurlijk
hangt met die vraag weer samen de quaestie
van de prise d'eau. want B. en W. hebben
immers gezegd, dat- die voldoende is te achten
.dank zij het toegepaste metersysteem". Als
het waterverbruik te Haarlem even groot zou
worden als dat te Amsterdam, zou onze prise
d'eau vermoedelijk niet groot genoeg zijn, want
dan zou immers de verbruikte hoeveelheid
water verdubbelen. Maar daartoe zal het te
Haarlem wel nooit komen, dank zij juist het
metersysteem, dat natuurlijk waterverspilling
tegengaat. Nu meenen we wel reden te hebben
om te veronderstellen, dat de capaciteit ook
nog voldoende is om het mogelijk te maken
dat het gebruik eenigszins wordt opgevoerd.
Tenslotte blijkt uit een bestudeering van het
verslag der Haarlemsche Waterleiding, dat er
nog vrij veel water verloren gaat. In 1937 zijn
2.027.046 M3 opgepompt, maar daarvan zijn
niet minder dan 274.583 M3 verloren gegaan
door „waterverlies, onbekend gebruik en te
geringe aanwijzing der watermeters". Dit ver
lies 'beloopt dus niet minder dan 13i/2%.
Duitsche Carnavalsfeesten in Polen
verboden.
Uit Warschau: De incidenten tusschen Pool-
sche autoriteiten en de minderheidsorganisa
ties en de leden der Duitsche minderheid
nemen vooral in Posen toe. Op een viertal
aatsen in de omgeving van Torum hebben de
Poolsehe autoriteiten Duitsche Carnavalsavon
den verboden. Te Gniezno en omgeving hebben
de Poolsehe autoriteiten een twaalftal jeug
dige personen gearresteerd en huiszoekingen
verricht hii leden der Duitsche minderheid.
Hoeveel Nederlandsche boeken zijn in den loop
der jaren reeds niet voor het tooneel „bewerkt"!
Boefje, De Opstandigen, Boeven en Burgers,
Sprotje, De Jordaan, Droomkoninkje, De Klop
op de Deur, Het Verraad, Flierefluiter's Opont
houd, Frank van Wezel's Roemruchte Jaren,
om van de oudere, zooals De Familie Kegge, De
Familie Stastok, Sara Burgerhard en Ferdinand
Huyck nog maar niet eens te spreken.
Kromme Lindert, dat door A. M. de Jong zelf
voor het tooneel is verwerkt, wint het van zijn
andere stukken, omdat het veel meer „tooneel"
is. Wanneer de Jong het geheel los van zijn
roman en oorspronkelijk als tooneelstuk had ge
schreven, zou het waarschijnlijk anders van
bouw meer geconcentreerd en minder frag
mentarisch zijn geworden, maar de schrijver
vond toch in „De Martelgang van Kromme Lin
dert" veel meer dramatische stof en figuren van
veel sterker dramatisch karakter dan in de
voor het tooneel wat zoetige geschiedenis van
Merijntje Gijzen. Zijn Kromme Lindert geeft
dan ook niet zooals Het Verraad en Fliere
fluiter's Oponthoud enkel illustraties van een
boek, maar is een veel gaver tooneelwerk ge
worden, sappig en kleurrijk hoewel nu en dan
wel heel erg rauw van dialoog, levendig van
handeling en boeiend door dramatische bewo
genheid. De Jong staat in dit stuk nog zeer dicht
bij het beproefde oude realisme en toont zich
hierin verwant aan Herman Heijermans, -al zèl
men tevergeefs in dit tooneelstuk een uitge
sproken tendenz zoeken.
Opmerkelijk is het, dat De Jong, die in som
mige tooneelen een zoo kern-gezonden, frisschen
humor kan geven rijke voorbeelden daarvan
zijn de tooneelen met Puit, den ronden zeeman
op andere momenten weer zoo ouderwetsch
sentimenteel is: en ook melo-dramatiek niet
schuwt. Maar hij geeft zijn spelers alle gelegen
heid tot scherpe karakteruitbeelding en sterk
dramatisch spel en zijn stuk is daarom vooral
boeiend tooneel geworden. Dit was reeds bewe
zen in de voorstellingen, van het gezelschap van
Bouber vijf jaar geleden en het bleek ook weer
uit de opvoering, welke De Jonge Spelers giste
ren voor den Bond van Fabrieksarbeiders in het
gebouw St. Bavo hebben gegeven. Het stuk
maakte ook in deze nieuwe bezetting op het pu
bliek een zeer sterken indruk en had blijkens
het tot een ovatie aangroeiend applaus aan het
slot een verdiend groot succes.
Van de vroegere bezetting zagen wij alleen
Anton Burgdorffer terug in zijn oude rol van
„Krommen Leendert", dien hij diep tragisch
geeft in zijn stil gedragen leed, ontroerend teer
in zijn scènes met Anneke, aldoor boeiend ook
in zijn stille spel. Het is van Burgdorffer een
prachtige rol, die wij ons steeds met dankbaar
heid zullen blijven herinneren. Naast hem noem
ik onmiddellijk den „Puit" van Jules Verstrate.
Welk een ras-acteur is toch Verstraete. Men
heeft op de planken van het gebouw St. Bavo
zeker nooit zulk gaaf, rond en volmaakt spel ge
zien. Men rook de zeelucht aan dezen varensge
zel en zijn verhalen deed hij met een zoo fris
schen, Hollandschen humor en zoo prachtig le
vend, dat hierom alleen reeds deze avond voor
tooneelliefhebbers een genot werd.
Nelly Stern brengt voor de rol van Anneke
zeer veel mee. Zij was in I van een lieve, be
koorlijke charme en zachtheid en gaf het stil ge
dragen en nu en dan in hevige uitbarsting los
brekend leed zeer mooi weer. Haar sprekend ge
zicht met die starende oogen zal ik niet spoedig
vergeten. Het was heel mooi.
Marie Meunier was nu Vrouw van Tilburg. Het
was minder markant dan indertijd van Aaf Bou
ber, maar haar spel als deze bekrompen, zelf
zuchtige Brabantsche boerenvrouw was toch
wel overtuigend. Jan Seves gaf het verbetene
van „den Kreje" niet slecht, maar zijn spel stond
toch niet op eenzelfde plan als dat van Burg
dorffer en Verstraete. I-Iet was te nadrukkelijk
en deze „Kreje" naderde nu en dan de „mar
qué" uit het oude melodrama. Gerrit Lindenberg
verraste in de twee knap gespeelde doublures
van den „Veugel" en den maréchaussee. Albert
Snelders was de zwakste van het ensemble en
speelde den koloniaal wel erg Wak en dilettan
terig.
Voor den aanvang der voorstelling hield de
heer F. Jurgens, de 2de voorzitter van het Hoofd
bestuur van den Bond van Fabrieksarbeiders, een
propaganda-rede, waarin hij in het licht stelde,
wat de Bond reeds voor de arbeiders had gedaan
en hij vooral de vrouwen opwekte hun mannen
te steunen in hun werk voor de organisatie. Aan
het slot van den avond huldigde de voorzitter
van de afdeeling Haarlem de Jonge Spelers en
sprak hierbij den wensch uit, dat bij een vol
gende voorstelling de zaal te klein zou blijken
te zijn.
J. B. SCHUIL