Optreden tegen ongecon- cessioneerde busdiensten. Brand in electrischen trein. jroote vloot schepen lag vóór den Waterweg. De capaciteit der Haarlemsche waterleiding. KROMME LINDERT. WOENSDAG 22 FEBRUARI 1939 FTAAREEM'S DAGBEXD 2 Geen bijzondere besprekingen met Engeland. Neutraliteit niet in gevaar gebracht. Vragen van den heer van Vessem beantwoord. Op de vragen van het Eerste Kamer-lid van Vessem aan de ministers van Algèm. Zaken, van Buitenlandsche Zaken en van Defensiè, luidende 1. Hebben de ministers kennis genomen van het bericht volgens hetwelk de Britsehe onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Za ken in het Britsehe Lagerhuis op 9 Februari ji. op een vraag betreffende samenwerking tus- schen de Nederlandsche- en de Britsehe regee ringen op het stuk van defensie-aangelegen heden in het verre Oosten heeft verklaard, dat in zooverre besprekingen hebben plaats vonden als betreffen „de normale uitwisse ling van inlichtingen omtrent technische pun ten verband houdende met defensie-aange legenheden"? 2. Zijn de ministers bereid mede te deelen, of zij het houden van zoodanige besprekingen in overeenstemming achten met de verklaring, door den minister van Defensie bij de behan deling der vorige begrooting van Defensie in de Tweede Kamer afgelegd: „Coaliseeren doen wij niet en evenmin hebben er besprekingen plaats tusschen de generale staven" en met de verklaring op een vraag van den.ondergetee- kende door den minister in de Eerste Kamer afgelegd: „Er bestaat schijn noch schaduw van eenig militair verbond, in welken vorm ook"? 3. Zijn de ministers bereid mede te deelen, sinds wanneer besprekingen als door den Brit- schen onderstaatssecretaris van Buitenland sche Zaken aangeduid tusschen de Nederland sche- en de Britsehe regeeringen plaats vin der. en sinds wanneer zoodanige „uitwisseling van inlichtingen" omtrent defensie-aangele genheden met een buitenlandsche mogendheid als normaal worden beschouwd? 4. Vinden zoodanige besprekingen ook plaats met andere buitenlandsche regeerin gen als de Britsehe, en zoo ja, welke? 5. Hebben de ministers zich ervan over tuigd, en zoo ja. op welke wijze, dat andere regeeringen en zoo ja. welke, zoodanige be sprekingen van de Nederlandsche regeering met een of meer buitenlandsche regeeringen niet beschouwen als in strijd met een Neder landsche politiek van zelfstandige neutraliteit en als een aanwijzing, dat de Nederlandsche regeering het voornemen zou hebben aan een eventueel toekomstig gewapend conflict deel te nemen aan de zijde der mogendheid, waar mede zij gewoon is inlichtingen omtrent de fensie-aangelegenheden uit te wisselen? 6. Indien het antwoord op de vorige vraag ontkennend luidt, zijn de ministers dan niet van meening. dat zoodanige besprekingen Ne derland ernstig in gevaar brengen om in een eventueel toekomstig gewapend conflict tus schen andere mogendheden betrokken te woi'den? hebben de ministers als volgt geantwoord: 1. en 2. Deze vragen worden bevestigend be antwoord, waarbij echter worde aangeteekend, dat het in het Britsehe Lagerhuis door den onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Za ken gegeven antwoord aldus luidde: ,3eyond the normal interchanges of information oh technical points connected with defence mat ters. which take place between various go vernments including that of the Netherlands, there have been no special conversations" 1). 3. en 4. Met ,.de normale uitwisseling van inlichtingen" kan alleen zijn gedoeld op in lichtingen, welke door tusschenkomst van mi litaire en marine-attaché's worden verkregen en betrekking hebben op technische gegevens, die volgens internationale gewoonte weder zijds worden verstrekt., voor zoover de defen sie-belangen zich daartegen niet verzetten. Van Nederlandsche zijde zijn bedoelde atta- ché's verbonden aan de legaties in Frankrijk, België. Duitschland. Engeland en de Vereenig- de Staten van Amerika; omgekeerd zijn atta- ché's van genoemde staten (en van nog enkele andere staten) verbonden aan de legaties in Nederland, 5. en 6. Wat steeds algemeen, en dus ook voor Nederland, als normaal is beschouwd, be hoeft geen nadere bevestiging, van welke re geering ook, als zijnde niet in strijd met de zelfstandighcidspolitiek van Nederland. Ove rigens zijn deze vragen met het bevestigend antwoord op de tweede vraag voldoende en af doende beantwoord. 1) Buiten de normale uitwisseling van in lichtingen over technische kwesties, verband houdende met defensie-aangelegenheden wel ke plaats vinden tusschen verschillende regee ringen. met inbegrip van Nederland, zijn er geen bijzondere besprekingen geweest. Naar wy vernemen heeft de procu reur-generaal bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage Dinsdagmiddag een bespreking gehouden met verschil lende vertegenwoordigers van het openbaar ministerie in zijn ressort en met de hoofdcommissarissen van politie te Rotterdam en te 's-Graven- hage over de wijze van optreden te gen de ongeconcessioneerde busdien sten in verband met de jongste wij ziging van het Reglement Autover voer Personen (R.A.P.) Een rijtuig geheelander gedeeltelijk uitgebrand. Treinverkeer ondervond vertraging. Dinsdagavond omstreeks kwart over elf bemerkte de wachter van blokpost 2 nabij Abcoude, dat uit het achterste niet in gebruik zijnde stel van trein 548, welke om 22.56 uit Utrecht was vertrok ken, vlammen sloegen. Hij waarschuw de den stationschef te Abcoude, die door het onveilig zetten van een sein den trein ophield om een nader onderzoek in te stellen. Het bleek, dat er brand woedde in het laatste, derde klas rijtuig van het naar Amsterdam meegevoerde reservesteL De chef waarschuwde de brandweer van Abcoude en deed on derwijl het brandende gedeelte op het tusschenspoor rangeeren en daar afkop pelen. Het voorste gedeelte, waarin de reizigers zaten, kon daarop met een vertraging van een kwartier de reis naar Amsterdam vervolgen. Inmiddels was de Abcouder brandweer ver schenen en deze maakte zich gereed om het blusschingswerk aan te vangen. Uit de nabijge legen sloten kon evenwel slechts modder ge pompt worden, zoodat men genoodzaakt was de slangen naar het 300 meter verder gelegen Gein te leggen. In den tijd, welke hiermede verloren ging, tastten de vlammen het voorlaatste twee de klas-rijtuig aan. Toen de brandweer te ruim middernacht water gaf, was liet derde Idas rij tuig uitgebrand, in het tweedeklas rijtuig kon men na hard werken het vuur meester worden. In verband met het water geven eischte de voorzichtigheid, dat het electrische bovennet stroomloos werd gemaald. Dit veroorzaakte stag natie in den treinenloop, aan beide zijden van Abcoude stonden stoptreinen te wachten, totdat de stroom weer zou worden ingeschakeld. Per soonlijke ongelukken hebben zich bij dezen treinbrand niet voorgedaan. Te kwart voor een was de nablussching ach ter den rug en kon de stroom weer worden ingeschakeld. De laatste trein uit Utrecht kwam met 36 minuten vertraging te Amsterdam C. S. aan. De zoeerstoestand van hedenmorgen 7.20 uur Weer: Wind: Den Helder: Vlissingen De Bilt: Groningen Maastricht: half bewolkt zwaar bewolkt half bewolkt betrokken zwaar bewolkt ZZO matig ZZO matig ZO matig ZO zwak ZZW zwak Temperat. in gr. C.: Minimum hedennachl in gr. C.: Neersl. afgel. etmaal in m.M.: Den Helder: Vlissingen; De Bilt: Groningen Maastricht: 0.2 0.2 Schiphol en Waalhaven zaten potdicht. De mist, die Maandagavond kwam opzetten, heeft het verkeer te water en door de lucht zeer bemoeilijkt. De loodsdienst buitengaats den Nieuwen Water weg werd gisteravond acht uur gestaakt; sinds dien kwam geen schip binnen. Slechts de Har wich-boot „Vienna' is Dinsdagmorgen 7 u. 40 te Hoek van Holland binnengeloopen. Dinsdagavond lagen minstens 30 sche pen voor de monding van den Nieuwen Waterweg op het optrekken van de mist te wachten. Waar het anders zóó druk is, was het nu stil en verlaten, want niet één kapitein durfde het risico te nemen om binnen te loopen bij een zicht van nog geen vijf meter. Dinsdagavond is het vliegtuig van Londen naar Rotterdam naar Eindhoven doorgegaan, omdat Waalhaven dicht zat. Overdag vlogen de toestellen naar Twente, welk vliegveld dezen dag het middelpunt was van het internationale luchtverkeer, want ook Schiphol zat dicht. NED. NATUURHISTORISCHE VER. AFD. HAARLEM. MtfKT EEfflCHTIN AMSTERDAMSCHE VEEMARKT Ter veemarkt waren heden aangevoerd: 213 vette kalveren, le kw. 6468, 2e kw. 56 62, 3e kw. 43—54 per kg. levend gewicht. 99 nuchtere kalveren 57 per stuk 90 Varkens: vleeschvarkens wegende van 90110 kg. 5758. zware varkens 5657, vette varkens 5455 per kg. slachtgewicht. Overzicht: Vette kalveren: matige aanvoer, handel redelijk met vaste prijzen. Nuchtere kal veren: behoorlijke aanvoer, handel willig en vaste prijzen. Varkens: weinig aanvoer en han del, prijzen onveranderd. Dinsdagavond hield de afd. Haarlem van de Natuurhistorische vereeniging weer een zoogenaamde werkavond in de 2e H.B.S., Santpoorterplein. Allereerst sprak ir. R. H. Visser over de vijanden der bietencultuur. Deze vijanden kunnen zijn van dierlijken, plantaardigen of physiologischen aard, terwijl uiterlijke om standigheden grooten invloed hebben. De kleine kiemplantjes worden aangevallen door larven van meikever, langpootmug, kniptor en millioenpoot. Andere aanvallers zijn het bietenkevertje, aardrupsen en aardvlooien. De grootere plan ten ondervinden hinder van bietenvlïeg, blad luizen en verschillende larven (o.a. van het schildpadtorretje). Vooral de indirecte schade der luizen is belangrijk, daar zij overbrengers kunnen zijn van virusziekten als mozaiek- en vergelingsziektebiologische bestrijding is mogelijk door 't lieheersbeestje, dat de lui zen eet. Het bietenaaltje veroorzaakt de z.g. bietenmoeheid. Naast bestrijdingsmiddelen voor deze ver schillende vijanden is van veel belang een goede vruchtwisseling en zorgvuldige zuive ring van onkruid e.d. Onder de plantaardige vijanden spelen de schimmels een groote rol; zij tasten bijv. de wortels aan en veroorzaken den wortelbrand. Voorts noemde spr. Rhizotonia, valsche meel dauw en roest. Van de door physiologische oorzaken ontstaande ziekten noemde de heer Visser het hartrot (bij gebrek aan Borium) en mozaiekziekte (bij gebrek aan stikstof en mangaan). Daarna vertelde de heer B. J. Nel over Rubber (gewonnen uit Hevea Braziliensis) Balata, dat door inlanders op Sumatra wordt gewonnen uit den bast van den bolletree- boom; de bast wordt vernield, maar 18 a 30 L. latex kan per dag gewonnen worden. Balata is elastisch en wordt ook wel met gutta ge mengd. Guttapercha heeft de eigenschappen, dat het electriciteit niet geleidt en ook geen water opneemt en vindt derhalve zijn toepassing bij isolatie van zeckabels. Gutta werd het eerst uit den bast van den perchaboom ge wonnen, doch later bleek het mogelijk het langs mechanischen weg uit het blad te win nen. Van de geheele behandeling en bewer king die het product, de witte of groene gutta, moet ondergaan, gaf spr. een uitvoerige be schrijving. In verband met ongesteldheid van den heer W. van Dijk, die over loofboomen zou hebben gesproken, vertelde de heer G. L. van Eynd- hoven een en ander over de mijten van vleer muizen. Voor de in het lokaal aanwezige schelpen collectie bleek groote belangstelling te zijn. Verzoachting geldig van hedenavond tot mor genavond ongeveer 19 uur: Voor het geheele land: Geen neerslag van beteekenis. meest zwaar bewolkt, matige wind uit Zuidelijke richtingen, weinig verandering in temperatuur. Het gebied van hoogen luchtdruk over West- Europa is vrijwel geheel verdwenen, ook over Scandinavië is de luchtdruk aanzienlijk afge nomen, over Finland handhaaft het gebied van hoogen luchtdruk zich echter nog. Het hoofdcentrum van de depressie ligt tusschen IJsland en Groenland, doch heeft zich langrijk opgevuld. Een secundaire storing ligt in de omgeving van de Faroer, een nieuwe storing nadert de kusten van Frankrijk en Portugal. Een restant van de oude depressie ligt nog over de rand staten. Onder invloed van de verschillende secun daire storingen, welke over de Britsehe eilan den gepasseerd zijn, vielen daar zware regens en de bewolking was er zwaar. Op het vasteland van West-Europa is de lucht meestal licht bewolkt, ook de mist is over het algemeen opgetrokken, zoodat vannacht de temperatuur in een groot deel van West- Europa weer tot onder het vriespunt daalde. In Scandinavië is de vorst nog matig tot streng. THERMOMETERSTAND Hoogste gisteren 39 F. Laagste hedennacht 35 F. Hoogste heden BAROMETERSTAND Hedenmorgen 10 uur 757 m.M. Stand van gister 767 m.M. Neiging: Achteruit. Opgave van: CAREL v. HUIZEN. Opticien KI. Houtstraat- 13 Tel. 14112 HOOG WATER TE ZANDVOORT: Donderdag v.m. 4.07 uur; n.m. 16.24 uur. Strand berijdbaar van 9.00—14.30 uur. Belangrijke Telefoonnummers Politie: 11850. Brandweer: 15333. Ongevallendienst (Brandweerkazerne) Ged. Oude Gracht: 14141. M. T. S. Verslag over 1938. In het jaarverslag over 1938 van de Middel baar Technische School te Haarlem, vinden wij het volgende vermeld: Het aantal leerlingen bedroeg op 1 Januari 1938 517 (vorig jaar 512), alsvolgt verdeeld Bouwkunde 53 Weg- en Waterbouwkunde 96 Werktuigkunde 139 Electrotechniek ng Scheepsbouwkunde 29 Vliegtuigbouwkunde 84 Aan 112 leerlingen kon het einddiploma worden uitgereikt. In het geheel zijn nu door de school af gegeven 1262 diploma's. Van de gediplomeer den zijn er 609 werkzaam bij de particulieren industrie, waarvan 13 in Europa (buiten Ne derland), verder 185 in landen over zee (waarvan 108 in Ned. Oost-Indië, 23 in Vene zuela en Curasao en 38 in Z.-Afrika), 333 ge diplomeerden zijn in dienst getreden van rijk, provincie en gemeenten. 43 gediplomeerden studeeren verder en 45 gingen in militairen dienst. Voor den nieuwen cursus hebben zich 342 candidaten aangemeld. 166 jongelui werden toegelaten. Weinig werkloosheid onder gediplomeerden. Uit den staat van werklooze afgestudeerden blijkt, dat de werkloosheid dit jaar ver onder het normale cijfer is gekomen, slechts 14 of 1 pCt. van het totaal 1262 der afgestudeerden konden nog geen betrekking vinden, tegen verleden jaar nog 32 of 2.78 pCt. De vraag naar jongere, goed opgeleide tech nici blijkt zeer groot te zijn. Dit wijst op een koersverandering in de opvatting van de werkgevers omtrent de bruikbaarheid van af gestudeerde technici in de praktijk, onder de veranderde tijdsomstandigheden. Waarschijn lijk is dit reeds tot het publiek doorgedrongen, want de aanmelding van nieuwe leerlingen is in de laatste jaren zeer gestegen en heeft zich tot alle M. T. scholen uitgestrekt. OECUMENISCHE JONGERENBIJEENKOMST. Men verzoekt ons te herinneren aan de Oecumenische Jongerenbijeenkomst, die heden avond plaats heeft in de Bakenesserkerk en waar Ds. H. J. Dijckmeester uit Den Haag, zal spreken over: „Nathan Söderblom, baanbreker der Oecumenische beweging". DE RAADSVERKIEZING. Candidatenlijst Vrijzinnig-Democratische Bond. De afdeeling Haarlem van den Vrijz.-Dem. Bond hield een druk bezochte ledenvergade ring in Hotel „Royal". Op deze vergadering werd het advies vastgesteld voor de candi datenlijst voor de Gemeenteraadsverkiezing. Een referendum onder de leden zal over de definitieve lijst beslissen. Het advies luidt Mr. L. G. van Dam: 2. Dr. L. C. Kersbergen: Mevr. Mr. E. van Eek—Thiel: 4 D. J. A. Geluk: 5. W. F. Happé; 6. J. F. H. Pruschen: 7. J. Over Azn.: 8. C. Schreuder: 9. F. B. San ders: 10. J. M. H. v. d. Wateren: 11. S Zwaag- man; 12. H. C. Sprenger: 13 Mevr. A. M. C. BolleursBocage: 14. Drs J. A. Monod de Froideville; 15. E. W. Goedhart: 16. Mr. J. G. Bettink; 17. A. M. Stekelenburg. Vooralsnog het win- gebied voldoende. Is het waterverbruik te Haarlem te laag? Twee jaren geleden hebben wij reeds mede gedeeld, dat het als zeker kon worden aange nomen, dat de Staatscommissie voor de Drink watervoorziening in het Westelijk deel van ons land, in haar rapport zal constateeren, dat de watervoorraad in de wingebieden der water leidingen moet worden aangevuld door water uit het IJselmeer of uit de groote rivieren te halen. Daaronder zouden dan alle waterlei dingen vallen, ook de Haarlemsche. Het rapport dezer Staatscommissie is nog steeds niet verschenen, maar wij hebben geen reden om te veronderstellen, dat de heeren alsnog tot een andere conclusie gekomen zijn. Intusschen is, zooals wij destijds hebben me degedeeld, de cjuaestie van het IJselmeer- water al in studie bij het Provinciaal Water leidingbedrijf van Noord-Holland. De Haag- sche Waterleiding, waarvan trouwens bekend was dat de prise d'eau te klein is, heeft reeds het voornemen om aanvulling toe te passen. Wat Amsterdam zal doen is nog niet bekend. Algemeen wordt als vaststaand aangenomen, dat er te veel water uit de duinen der Amster- damsche waterleiding wordt gehaald. Onge twijfeld zal de nieuwe directeur van het Am- sterdamsche bedrijf deze quaestie bestudeeren, zoodat in de naaste toekomst wel zal 'blijken hoe Amsterdam de moeilijkheden zal willen oplossen. Voorloopig bepalen wij ons dus tot Haarlem. Indertijd heeft de vorige directeur van ons Waterleidingbedrijf, Ir. F. Graaf van Rand- wijck, ons verzekerd, dat hij de overtuiging had, dat de capaciteit der prise d'eau voor den eerstkomenden tijd, dus voor tientallen jaren, voldoende is te achten. Wij hebben, zoo zei hij, geen water uit het IJselmeer of onze rivieren noodig. Dit komt omdat Haarlem door het invoeren van het systeem van watermeters bereikt heeft, dat er niet meer water verbruikt wordt dan er noodig is. Dat in tegenstelling van Amsterdam en vele 'andere steden, en ook het Prov. Waterleidingbedrijf, waar men geen watermeters heeft en waar men ongeveer eens zooveel gebruikt. Sinsdien zijn twee jaren verloopen. Wij herinneren er aan, dat B. en W. dit jaar bij de behandeling der begrooting op de vraag van een der raadsleden; „Zijn B. en W. over tuigd, dat, rekening houdend met de uitbrei ding der gemeente, het terrein der waterwin ning voldoende zal zijn?" geantwoord hebben: „Rekening houdende met de uitbreiding van de gemeente wordt de capaciteit van het wa- terwinningsgebied, dank zij het toegepaste meterstelsel, vooralsnog voldoende geacht". De uitdrukking vooralsnog' voldoende klinkt niet erg positief, maar wij vernemen, dat er toch wel een positieve bedoeling aan mag worden toegekend. Een halve eeuw geleden Uit Haarlem's Dagblad van 1889. 22 Februari: Wij zouden aan de verdiensten van eenige stadgenooten tekort doen, indien wij nog niet vermeldden, dat voor de soirée, ter gelegenheid van 'sKonings verjaardag door de onderofficiers-socië teit „Concordia" gegeven, het fraaie décoratief was aangebracht en geleverd door de heeren Martin, De Jager en Ruyssenaars (bloemhandelaar). Hunne bekwaamheid en degelijken smaak dankte men de voortreffelijke en ge paste versiering. De wensch zij hier geuit, dat zij ook bij volgende gelegen heden hun degelijke hulp zullen ver- leenen. Ned. Christelijke Grafische Bond. Jubileum van dc afdeeling Haarlem. Het 25-jarig bestaan der afdeeling Haarlem van den Nederlandschen Christelijken Grafi- schen Bond zal Maandagavond 27 Februari in hotel „De Leeuwerik" feestelijk worden her dacht. De bondsvoorzitter de heer J. Hofman zal een toespraak houden en tevens het gouden C/, .V.-insigne voor het 25-jarig lidmaatschap uitreiken aan den afdelingsvoorzitter, den heer P. Jukes. Verder zal een gevarieerd programma wor den opgevoerd met medewerking van de Christelijke Timlerclub en het ensemble Hoogenbirk. HET TOONEEL DE JONGE SPELERS Eigenlijk staat de zaak zoo, dat als het waterverbruik tc Haarlem per hoofd ongeveer hetzelfde blijft als het thans is, ons watenvimiingsgebied in de komende jaren voldoende zal-zijn om in de behoefte tc voorzien, ook al groeit de gemeente in inwoner-aantal. Dit is dus de overtuiging van de nieuwe di rectie van de waterleiding. Zooals men weet ressorteert thans de Waterleiding ook onder den heer J. A. A. Ochtman, directeur van het asbedrijf, terwijl als adjunct-directeur van het waterleidingbedrijf optreedt Ir. H. Hollaar. B. en W. hebben een rapport van de directie an het waterleidingbedrijf van onze water voorziening ter kennis van de raadsleden ge bracht. Het antwoord dat B. en W. over de capaciteit van de prise d'eau in de memorie van antwoord gaven is gebaseerd op dit onderzoek. De vraag doet zich intusschen voor of de Haarlemmers door het metersysteem en de prijs van het water (36 cent per M3.) niet te weinig water gebruiken. In den loop der jaren is het watergebruik te Haarlem per inwoner berekend acheruitgegaan. In 1922 was het verbruik bijvoorbeeld 60 L. per dag en in 1937 was dit gedaald tot 43.8 Liter. 1936 was nog iets lager, namelijk 42.8 L. Per aangesloten perceel daalde het verbruik van 51.3 M3 per aar in 1931 tot 45.8 M3 in 1937. De vraag doet zich voor of niet vele Haar lemmers zooveel op het waterverbruik bezuini gen, dat daardoor de volksgezondheid in het gedrang komt. Die vraag klemt te meer omdat het gebruik in steden en dorpen waar geen meters geplaatst zijn ongeveer eens zoo groot 5s. Ook te Amsterdam. Daar komt bij dat het jebruik van water in Amsterdam in vergelij king met andere Europeesche hoofdsteden al laag is. Het gebruik te Weenen en Parijs is ongeveer eens zoo groot. Dan wil dat dus zeg gen. dat Haarlemmers slechts een vierde ge bruiken van hetgeen de menschen in die Europeesche hoofdsteden opmaken. Dat wekt inderdaad eenige ongerustheid, zoodat er reden om de vraag onder oogen te zien, of Haar lem op den duur niet zal moeten komen tot een verlaging van het watertarief. Natuurlijk hangt met die vraag weer samen de quaestie van de prise d'eau. want B. en W. hebben immers gezegd, dat- die voldoende is te achten .dank zij het toegepaste metersysteem". Als het waterverbruik te Haarlem even groot zou worden als dat te Amsterdam, zou onze prise d'eau vermoedelijk niet groot genoeg zijn, want dan zou immers de verbruikte hoeveelheid water verdubbelen. Maar daartoe zal het te Haarlem wel nooit komen, dank zij juist het metersysteem, dat natuurlijk waterverspilling tegengaat. Nu meenen we wel reden te hebben om te veronderstellen, dat de capaciteit ook nog voldoende is om het mogelijk te maken dat het gebruik eenigszins wordt opgevoerd. Tenslotte blijkt uit een bestudeering van het verslag der Haarlemsche Waterleiding, dat er nog vrij veel water verloren gaat. In 1937 zijn 2.027.046 M3 opgepompt, maar daarvan zijn niet minder dan 274.583 M3 verloren gegaan door „waterverlies, onbekend gebruik en te geringe aanwijzing der watermeters". Dit ver lies 'beloopt dus niet minder dan 13i/2%. Duitsche Carnavalsfeesten in Polen verboden. Uit Warschau: De incidenten tusschen Pool- sche autoriteiten en de minderheidsorganisa ties en de leden der Duitsche minderheid nemen vooral in Posen toe. Op een viertal aatsen in de omgeving van Torum hebben de Poolsehe autoriteiten Duitsche Carnavalsavon den verboden. Te Gniezno en omgeving hebben de Poolsehe autoriteiten een twaalftal jeug dige personen gearresteerd en huiszoekingen verricht hii leden der Duitsche minderheid. Hoeveel Nederlandsche boeken zijn in den loop der jaren reeds niet voor het tooneel „bewerkt"! Boefje, De Opstandigen, Boeven en Burgers, Sprotje, De Jordaan, Droomkoninkje, De Klop op de Deur, Het Verraad, Flierefluiter's Opont houd, Frank van Wezel's Roemruchte Jaren, om van de oudere, zooals De Familie Kegge, De Familie Stastok, Sara Burgerhard en Ferdinand Huyck nog maar niet eens te spreken. Kromme Lindert, dat door A. M. de Jong zelf voor het tooneel is verwerkt, wint het van zijn andere stukken, omdat het veel meer „tooneel" is. Wanneer de Jong het geheel los van zijn roman en oorspronkelijk als tooneelstuk had ge schreven, zou het waarschijnlijk anders van bouw meer geconcentreerd en minder frag mentarisch zijn geworden, maar de schrijver vond toch in „De Martelgang van Kromme Lin dert" veel meer dramatische stof en figuren van veel sterker dramatisch karakter dan in de voor het tooneel wat zoetige geschiedenis van Merijntje Gijzen. Zijn Kromme Lindert geeft dan ook niet zooals Het Verraad en Fliere fluiter's Oponthoud enkel illustraties van een boek, maar is een veel gaver tooneelwerk ge worden, sappig en kleurrijk hoewel nu en dan wel heel erg rauw van dialoog, levendig van handeling en boeiend door dramatische bewo genheid. De Jong staat in dit stuk nog zeer dicht bij het beproefde oude realisme en toont zich hierin verwant aan Herman Heijermans, -al zèl men tevergeefs in dit tooneelstuk een uitge sproken tendenz zoeken. Opmerkelijk is het, dat De Jong, die in som mige tooneelen een zoo kern-gezonden, frisschen humor kan geven rijke voorbeelden daarvan zijn de tooneelen met Puit, den ronden zeeman op andere momenten weer zoo ouderwetsch sentimenteel is: en ook melo-dramatiek niet schuwt. Maar hij geeft zijn spelers alle gelegen heid tot scherpe karakteruitbeelding en sterk dramatisch spel en zijn stuk is daarom vooral boeiend tooneel geworden. Dit was reeds bewe zen in de voorstellingen, van het gezelschap van Bouber vijf jaar geleden en het bleek ook weer uit de opvoering, welke De Jonge Spelers giste ren voor den Bond van Fabrieksarbeiders in het gebouw St. Bavo hebben gegeven. Het stuk maakte ook in deze nieuwe bezetting op het pu bliek een zeer sterken indruk en had blijkens het tot een ovatie aangroeiend applaus aan het slot een verdiend groot succes. Van de vroegere bezetting zagen wij alleen Anton Burgdorffer terug in zijn oude rol van „Krommen Leendert", dien hij diep tragisch geeft in zijn stil gedragen leed, ontroerend teer in zijn scènes met Anneke, aldoor boeiend ook in zijn stille spel. Het is van Burgdorffer een prachtige rol, die wij ons steeds met dankbaar heid zullen blijven herinneren. Naast hem noem ik onmiddellijk den „Puit" van Jules Verstrate. Welk een ras-acteur is toch Verstraete. Men heeft op de planken van het gebouw St. Bavo zeker nooit zulk gaaf, rond en volmaakt spel ge zien. Men rook de zeelucht aan dezen varensge zel en zijn verhalen deed hij met een zoo fris schen, Hollandschen humor en zoo prachtig le vend, dat hierom alleen reeds deze avond voor tooneelliefhebbers een genot werd. Nelly Stern brengt voor de rol van Anneke zeer veel mee. Zij was in I van een lieve, be koorlijke charme en zachtheid en gaf het stil ge dragen en nu en dan in hevige uitbarsting los brekend leed zeer mooi weer. Haar sprekend ge zicht met die starende oogen zal ik niet spoedig vergeten. Het was heel mooi. Marie Meunier was nu Vrouw van Tilburg. Het was minder markant dan indertijd van Aaf Bou ber, maar haar spel als deze bekrompen, zelf zuchtige Brabantsche boerenvrouw was toch wel overtuigend. Jan Seves gaf het verbetene van „den Kreje" niet slecht, maar zijn spel stond toch niet op eenzelfde plan als dat van Burg dorffer en Verstraete. I-Iet was te nadrukkelijk en deze „Kreje" naderde nu en dan de „mar qué" uit het oude melodrama. Gerrit Lindenberg verraste in de twee knap gespeelde doublures van den „Veugel" en den maréchaussee. Albert Snelders was de zwakste van het ensemble en speelde den koloniaal wel erg Wak en dilettan terig. Voor den aanvang der voorstelling hield de heer F. Jurgens, de 2de voorzitter van het Hoofd bestuur van den Bond van Fabrieksarbeiders, een propaganda-rede, waarin hij in het licht stelde, wat de Bond reeds voor de arbeiders had gedaan en hij vooral de vrouwen opwekte hun mannen te steunen in hun werk voor de organisatie. Aan het slot van den avond huldigde de voorzitter van de afdeeling Haarlem de Jonge Spelers en sprak hierbij den wensch uit, dat bij een vol gende voorstelling de zaal te klein zou blijken te zijn. J. B. SCHUIL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1939 | | pagina 2